De dagelijkse praktijk op

De dagelijkse praktijk op Peuteropvang Ukkenoord

Doetinchem maart 2013

1 ©BOO / 2.1.1.1.F1. De dagelijkse praktijk op peuteropvang Ukkenoord 2013 0-4 jaar V1,0

Hoofdstuk 1: Inleiding In het pedagogisch beleid staat de visie en werkwijze van Kinderopvang Humanitas beschreven. Dit pedagogisch beleid geldt voor alle locaties en beschrijft waar we als organisatie voor staan. We delen, samen met de ouders, de zorg en opvoeding van jonge kinderen en zijn ons bewust van deze grote verantwoordelijkheid. Hieronder beschrijven we hoe we in onze locatie werken aan de vier basisdoelen uit de Wet kinderopvang. Zorgen voor (emotionele) veiligheid Een veilig pedagogisch klimaat stelt eisen aan de omgeving. De groepsruimte moet hygiënisch zijn en kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar voor lichamelijk letsel. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een gezonde balans tussen lichamelijk veiligheid en de behoefte van kinderen aan bewegen en exploreren. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen bij de pedagogisch medewerkers, bij hun groepsgenootjes en weten wat er op een dag allemaal gaat gebeuren (door pictogrammen, liedjes, rituelen enz.). Dit gevoel van veiligheid is een belangrijke basis voor een kind om tot spel te komen en om in contact te komen met groepsgenootjes en vriendjes te maken. Het ontwikkelen van persoonlijke competenties Concreet vertalen persoonlijke competenties zich in de kinderopvangopvang onder andere in het maken van eigen keuzes en het omgaan met de verantwoordelijkheden die daarbij horen. Dit leidt tot een toenemende zelfstandigheid van kinderen, een gevoel van eigenwaarde en tot kinderparticipatie bij de buitenschoolse opvang. De pedagogisch medewerkers bieden ruimte aan kinderen om zelf vaardigheden te oefenen en initiatief te nemen: zelf naar toilet gaan, klimmen of koken. Hierdoor gaan kinderen steeds zelfstandiger functioneren en bouwen zij zelfvertrouwen op (persoonlijke competentie). Door het aanbieden van een activiteitenaanbod waarbij alle ontwikkelings- en intelligentiegebieden aan bod komen, geven we kinderen de mogelijkheid om spelenderwijs te leren en hun talenten te ontwikkelen. Het ontwikkelen van sociale competenties Bij ons zijn kinderen in een groep samen, waardoor zij ook volop de kans hebben om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen. Elkaar helpen, delen, van elkaar leren, plezier maken met elkaar en samenwerken. Maar ook met elkaar afspraken maken en leren opkomen voor jezelf en ervaren hoe je problemen kunt oplossen, horen bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden. In een groep krijgt een kind daarvoor volop de kans. Door het inrichten van verschillende speelplekken in één of meerdere ruimtes krijgen de kinderen de gelegenheid om in groepjes geconcentreerd met iets bezig te zijn. Een goede aansluiting bij de leeftijd en interesses van kinderen vinden wij daarbij van wezenlijk belang. Als het gaat om contacten tussen de kinderen, hebben pedagogisch medewerkers hierin vooral een begeleidende rol. Kinderen zoeken elkaar vanzelf op en bepalen zelf hoe ze communiceren. Afhankelijk van hun leeftijd en de situatie steunen we hen daarbij. We bekrachtigen de interacties die ontstaan en we gaan in op de gesprekken (of bewust niet). We stimuleren de kinderen om elkaar te helpen. Tijdens een afscheid van de ouder kunnen kinderen elkaar prima troosten, een arm om elkaars schouders slaan of samen zwaaien. In de buitenschoolse opvang maken groepsgenootjes een nieuw kind wegwijs in de locatie.


Het overbrengen van waarden en normen Als mensen zijn we verschillend maar wel gelijkwaardig. De mening van de ander dóet er toe en is van invloed op de manier waarop met elkaar wordt omgegaan. Al heel vroeg is respect voor elkaar en onze omgeving een dagelijks thema voor kinderen:  kinderen die een speentje zoeken voor een baby die verdrietig is;  elkaar gedag zeggen bij binnenkomst of bij het weggaan;  het goede voorbeeld geven door ‘dank je wel’ te zeggen;  pedagogisch medewerkers die kinderen leren om zorgvuldig met spelmateriaal om te gaan;  kinderen die zelf mee beslissen over de invulling van het vakantieprogramma;  door met de kinderen afspraken te maken over pesten. In de volgende hoofdstukken geven wij locatie-specifieke informatie, zodat ouders weten wát ze op onze locatie kunnen verwachten, hoe een dag er uitziet en wat wij belangrijk vinden met betrekking tot de veiligheid, het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen.


Hoofdstuk 2: Bij deze groep mensen voel ik me fijn 2.1. Hoe zien onze groepen eruit? Op Ukkenoord wordt in dagdelen, peuteropvang, vallend onder de Wet Kinderopvang, aangeboden aan kinderen in de leeftijd van 2 - 4 jaar. De meeste peuters komen twee dagdelen per week. Op onze locatie zijn de volgende stamgroepen met de daarbij behorende dagdelen: Peuteropvang Ukkenoord. Groep 1 Wiplala 14 pl maandag donderdag Groep 2 Floddertje 14 pl dinsdag vrijdag Groep 3 14 pl woensdag vrijdag

ochtend middag ochtend middag ochtend ochtend

De openingstijden zijn: Morgen: 8.45 uur tot 11.30 uur Middag: 13.00 uur tot 15.45 uur Op Ukkenoord zijn 3 stamgroepen per week in combinaties van 2 dagdelen. Eén stamgroep heeft maximaal 14 peuters per dagdeel een halve groep maximaal 7 peuters. Op Ukkenoord is ook de mogelijkheid voor- en vroegschoolse educatie ( V.V.E.) Bij het onderdeel 2.5 schrijven we hier meer over. Wij hechten veel waarde aan de ruimte, inrichting, van de peuteropvang. Ruimte is daarbij meer dan het gebouw of de groep, maar ook de manier waarop die groep is ingericht en het materiaal dat aanwezig is. Dat bij elkaar is van invloed op de keuzes die kinderen maken in hun spel. De locatie heeft daarom een breed en uitdagend aanbod, dat is afgestemd op de interessegebieden en (ontwikkeling) behoeften van de kinderen. De ruimte is ingericht in verschillende hoekjes die uitnodigen tot verschillende activiteiten. Dat betekent dat er cognitief, motorisch, creatief en zintuigelijk materiaal aanwezig is. Het spelmateriaal staat zoveel mogelijk binnen handbereik van de kinderen. De kinderen kunnen niet alleen puzzels maken en boekjes lezen, maar ook knutselen, schilderen, rennen en klimmen. Zowel binnen als buiten. 2.2. De dagindeling Openingstijden. Openingstijden De openingstijden zijn: Morgen: 8.45 uur tot 11.30 uur Middag: 13.00 uur tot 15.45 uur Het halen en brengen vindt plaats vanaf: 8.45 uur tot 9.00 uur brengen 11.15 uur tot 11.30 uur halen 13.00 uur tot 13.15 uur brengen 15.30 uur tot 15.45 uur halen


Er is een vaste tijd voor het brengen en halen van de peuters. Aan de ouders willen we vragen zich aan deze tijden te houden zodat onrust in de groep door het komen en gaan van mensen zoveel mogelijk kan worden beperkt. Ontvangst. We begroeten kinderen en ouders bij binnenkomst (zie openingstijden). Er wordt informatie uitgewisseld over gebeurtenissen die belangrijk zijn voor de opvang van de peuter. De peuter wordt hierbij betrokken. Wanneer de pedagogisch medeweker is begroet mogen ouders samen met het kind een activiteit kiezen, zodat het kind kan acclimatiseren. Er wordt afscheid van het kind genomen als het kind zich op zijn gemak voelt. Soms wordt er nog even gezwaaid, soms moet een kind even getroost worden. Vervolgens mogen de kinderen vrij spelen. De pedagogisch medewerker doet mee: d.w.z. zij kijken of de kinderen zich vermaken en stimuleren tot vrij spel. Activiteitengericht werken. Als alle kinderen aanwezig zijn en alle ouders vertrokken, gaan de kinderen in de diverse hoeken en aan de tafels spelen. Ieder maand wordt gewerkt rondom een bepaald thema. De diverse ontwikkelingsgebieden, motorische-, creatieve, -cognitieve, emotionele- en sociale ontwikkeling worden spelenderwijs gestimuleerd door middel van het aangeboden spelmateriaal dat in diverse hoeken is verdeeld en veelal aansluiten bij het thema. Puzzels en wisselend spelmateriaal liggen klaar op de tafels, maar er mag ook ander materiaal gepakt worden om mee te spelen. De peuter mag zelf aangeven waarmee hij of zij wil spelen. De pedagogisch medewerker heeft een stimulerende rol en is gericht op het ontwikkelen van de persoonlijke competenties. Natuurlijk wordt hierbij zelfstandigheid zoveel mogelijk gestimuleerd (zelf naar het toilet gaan, zelf iets pakken en/of opbergen). We hebben aandacht voor het ontwikkelen van sociale competenties; samen spelen, samen delen, samen opruimen en elkaar helpen. Er worden activiteiten (individueel of per groep) aangeboden worden. De aangeboden activiteiten zijn niet verplicht. De activiteit wordt aangeboden om de peuters kennis te laten maken met materialen en om nieuwe vaardigheden en kennis op te doen. Pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen om te kiezen en deel te nemen aan een activiteit, door activiteiten te bedenken rondom een thema dat aansluit bij de belevingswereld en de ontwikkeling van de peuter. Een activiteit kan bestaan uit plakken, prikken, kleuren, scheuren, kralen rijgen, beweging, kringspelletjes en gezelschapspelletjes. Er is een maandplanning met een aantal vaste thema’s, die ieder jaar terug komen, zoals de jaargetijden en feestdagen. Wisselende thema’s zijn o.a. kleur, vormen, in en om het huis en gebitsverzorging. Hierbij sluiten we zoveel mogelijk aan bij de leeftijd en de samenstelling van de groep. De peuteropvang maakt gebruik van thema’s van Boekenpret , er is de mogelijkheid boeken te lenen van de bibliotheek rondom een bepaald thema(zie pagina 7 onder VVE/boekenpret). Wat de ene peuter al kan vindt de andere nog moeilijk. Elkaar helpen wordt dan ook aangemoedigd. De thema’s en de activiteiten worden via de activiteitenborden aangegeven. Alle ontwikkelingsgebieden die gestimuleerd worden staan hier op aangegeven. Op deze wijze kunnen de ouders de activiteiten volgen en er thuis op inspelen. Na afloop wordt het opruimen aangekondigd, door het zingen van een liedje en beginnen we met de voorbereidingen van het eten en drinken. Eten en drinken in de kring. Na deze activiteiten is er tijd om samen in de kring iets te eten en te drinken. Eten en drinken is bij uitstek een plezierig en sociaal gebeuren. De peuters krijgen fruit en iets te drinken. Er is aandacht voor elkaar, er worden gesprekken gevoerd en keuzes gemaakt ( welk fruit, wie mag er nu?).


Sociale aspecten hierbij zijn: elkaar helpen en op je beurt wachten. Tijdens het eten en drinken maken we gebruik van rituelen. Het ritueel is een middel om de wereld voor de peuters voorspelbaar te maken en om een wij-gevoel te creëren. Ook doen we taalspelletjes, die aansluiten bij het thema van de maand. De peuters kunnen ook nieuwe ervaringen opdoen door het eten van voedsel uit andere culturen. Buitenspelen. Buitenspelen vinden we belangrijk en we gaan bij redelijk weer, ook al is het koud, dagelijks naar buiten. We passen het buitenspelen in ons dagelijks programma in, afhankelijk van de omstandigheden. We streven er na om 25% van de peuteropvang tijd buiten te spelen. Ophalen. Alle peuters worden in de groep of tijdens het buitenspelen opgehaald. Er vindt mondelinge overdracht aan de ouders plaats en we informeren hen over het verloop van de ochtend. Er is ruimte voor het uitwisselen van de dagelijkse informatie over gebeurtenissen die belangrijk zijn voor de peuter. We nemen zelf het initiatief voor een duidelijk afscheid van de kinderen en ouders. De peuters die nog spelen mogen het spel en het materiaal samen opruimen en afsluiten met hun ouders. 2.3. Inzet pedagogisch medewerkers (PKR) Op peuteropvang Ukkenoord werken we met twee pedagogisch medewerkers op een stamgroep . Alle pedagogisch medewerkers van de peuteropvang zijn gediplomeerd. Zij hebben een opleiding afgerond, die hen kwalificeert tot de functie van pedagogisch medewerker in de peuteropvang. In de CAO Kinderopvang is de lijst met passende opleidingen opgenomen. Deze lijst is te allen tijden door ouders op te vragen bij de locatiemanager. Het overzicht van welke kind op welke groep zit, is inzichtelijk op de daglijsten die op de groep aanwezig zijn in de zogenaamde brandmap. 2.4. Wennen De eerste keer naar de peuteropvang is altijd spannend voor een peuter. Nieuwe gezichten van kinderen en pedagogische medewerkers. Misschien wel voor het eerst zonder papa of mama ergens naar toe. Wij vinden een zorgvuldige eerste kennismaking en wennen daarom heel belangrijk. We willen hiermee bereiken dat de kinderen zich prettig gaan voelen in de groep en ouders bekend en vertrouwd raken met de werkwijze op de peuteropvang. Afhankelijk van de wensen en de behoefte van de ouders en het kind worden er afspraken gemaakt over wennen: hoe vaak, hoe lang, met of zonder ouders en over de rol van de ouder die mee komt met het kind. We nodigen ouder en kind met een kaartje uit voor dit gesprek. Tijdens het kennismakingsgesprek worden de gegevens uitgewisseld en afspraken besproken en vastgelegd. Het kind kan in het bijzijn van de ouder(s) alvast een kijkje nemen in de groep. Het verloop van de wenperiode is afhankelijk van factoren als de leeftijd van de peuter of de aard of het temperament. In overleg met de ouders wordt bekeken hoe dergelijke wenperiode ingevuld wordt. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat de eerste keer het kind na een uurtje weer wordt opgehaald en deze tijd steeds verder wordt uitgebouwd. Wel is het belangrijk dat voor het kind het afscheid duidelijk is. De peuter kan dan op zijn eigen manier afscheid nemen. De leidster speelt op dat moment in op zijn of haar behoefte binnen de mogelijkheden van dat moment.


2.5. VVE , kind-volg-systeem en boekenpret In gemeente Doetinchem is gekozen voor het VVE- programma Startblokken. VVE ( voor- en vroegschoolse educatie ). Om te voorkomen dat kinderen op jonge leeftijd een taalachterstand krijgen is er door de overheid geld beschikbaar gesteld aan gemeentes om voor kinderen die dit nodig hebben extra dagdelen opvang aan te vragen. Onze locatie is een VVE locatie. Dit maakt het mogelijk om kinderen die dit nodig hebben twee extra dagdelen aan te bieden. Als kinderen hiervoor in aanmerking komen vraagt het consultatie bureau dit aan bij de gemeente. Als de gemeente hiervoor toestemming geeft worden de kosten hiervoor vergoed door de gemeente vanuit subsidie van de landelijke overheid. We werken op de Kleitrappertjes met de methode Startblokken. De methode Startblokken gaat ervan uit dat de sociale omgeving waarin het kind leeft, het ‘terrein’ is waarop ontwikkeling en leren plaats vindt. Spelontwikkeling valt samen met de ontwikkeling van taal, denken en sociale vaardigheden. Bijvoorbeeld: gebeurtenissen in en om het gezin zoals eten en afwassen, er is een baby geboren, douchen en badderen, winkelen, op visite gaan, Sesamstraat kijken, ziek zijn en beter worden, vakantie, de was doen en een reisje met de bus of trein. Door middel van voorlezen, liedjes zingen, een hoek of verteltafel in te richten proberen we de peuters te betrekken bij deze thema’s die heel dicht bij zijn of haar belevingswereld liggen. Een verzameling aan materialen en spullen zorgt dat een thema echt tot leven komt, wat heel belangrijk is voor peuters. Al deze activiteiten lokt de peuter uit tot spel, rollenspel en gebruik van taal. De pedagogisch medewerkers stimuleren de VVE kinderen extra op de ontwikkelingsgebieden waarop zij dit nodig hebben. Pedagogisch medewerkers maken wekelijks afspraken, welke pedagogisch medewerker welk kind een extra aanbod doet. Dagelijks wordt in een logboekje per kind door de pedagogisch medewerker die de extra activiteit (ten) heeft gedaan vastgelegd hoe dit is verlopen en is de ontwikkeling van het kind te volgen. Tijdens de groepsoverleggen worden bijzonderheden en voortgang van de ontwikkeling besproken. De methode Startblokken geeft richting aan het werken op de groep en is een methode, die veel ruimte geeft voor eigen invulling vanuit de belangstelling en mogelijkheden van de kinderen. Daarmee past Startblokken bij de uitgangspunten van onze pedagogische visie en bij de het activiteiten gericht aanbod van de Stichting Peuteropvang Doetinchem e.o. Boekenpret is een landelijk leesbevorderingsprogramma dat in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is ontwikkeld. Locaties lenen een themaproject, bijvoorbeeld ‘naar de dokter’ of ‘de dieren van de boerderij’ voor een bepaalde tijd . Dit thema komt gedurende een aantal weken aan bod, tijdens het activiteitengericht werken. Er wordt voorgelezen en we maken gebruik van spelmateriaal voor een beter begrip, verwerking en verdieping van het verhaal. Ouders worden ook uitgenodigd en krijgen het boekje dat op de peutergroep wordt voorgelezen en beeldend wordt verteld, zelf ook mee naar huis om samen met het kind (voor) te lezen. Het is een fantastische manier om de taalontwikkeling van de peuter te stimuleren en ouders bewust te maken van het belang van lezen en voorlezen. Plezier in (voor)lezen staat voorop. Hoofdstuk 3: Dit is mijn plek 3.1. Het ‘vier-ogen’-principe in de dagelijkse praktijk. Op 3 groepen zijn er twee pedagogisch medewerkers aan het werk .Onze locatie is een “open” locatie en gesitueerd in een school d.w.z. dat de mogelijkheid is om naar binnen te kijken, naar binnen te komen . De toiletruimte is buiten het lokaal en aansluitend aan de hal van de school waardoor er hier ook altijd zicht op is. Bij uitstapjes gaat een pedagogisch


medewerker nooit alleen. Hier is altijd een tweede volwassene bij aanwezig. Dit kan een ouder, stagiare of pedagogisch medewerker zijn. 3.2. Samenwerkingsverbanden en/of omgevingsfactoren. Peuteropvang Ukkenoord is gesitueerd in een woonwijk in de basisschool het Palet. Dagelijks is er contact met de leerkrachten van de basisschool en is het mogelijk te overleggen. Soms wordt er samengewerkt met een thema. Vlakbij is een speeltuintje in de wijk en een parkje, waar we heen kunnen lopen en kunnen picknicken of spelletjes doen. Daarnaast is er een samenwerkingsverband met de bibliotheek. De peuteropvang maakt deel uit van het Brede school netwerk in de wijk Noord. Observatie/overdracht aan de basisschool. Op de peutergroep worden alle kinderen geobserveerd. Hiervoor is in Doetinchem een observatielijst die door alle instellingen die met peuters werken wordt gebruikt. Er is een observatielijst (overdrachtsformulier) ontwikkeld waarin we het welbevinden en betrokkenheid van de peuter beschrijven. Op het moment dat de peuter vier maanden op de opvang is en op de leeftijd van drie jaar en negen maanden ( of bij eerder verlaten van de peuteropvang) wordt dit formulier op basis van observatie ingevuld en besproken met ouders. Voor alle kinderen die vanuit de peutergroep naar het basisonderwijs vertrekken wordt een kopie van het overdrachtsformulier opgestuurd aan de basisschool waar het kind is aangemeld. Bij inschrijving op de peuteropvang zijn ouders hiervan op de hoogte gebracht en hebben zij schriftelijk toestemming gegeven. Alleen relevante gegevens worden geregistreerd en overgedragen. Het origineel van het overdrachtsformulier wordt aan ouders overhandigd en de inhoud wordt met hen besproken. Ouders zetten een handtekening ‘voor gezien’. In overleg met ouders kan er met de basisschool een gesprek plaatsvinden. Indien gewenst kan een leerkracht van een basisschool een kijkje komen nemen op de peuteropvang. Het gebruik van een overdrachtsinstrument vraagt een zorgvuldige omgang met de geregistreerde gegevens betreffende de ontwikkeling van peuters bij de overgang van de peutergroep naar het basisonderwijs. Hierover is een protocol opgesteld binnen het kader van de Wet Persoonsregistratie. Hoofdstuk 4: Dit maak ik allemaal mee; dit leer ik 4.1. Activiteitengericht werken De ruimte is ingericht met diverse hoeken. Deze hoeken en het materiaal zijn gericht op het ontwikkelingsniveau van de peuters. In het spel van peuters zien we veel doe-alsof spel: ze koken een maaltijd in het keukentje of verzorgen hun eigen baby in de huishoek. Ook bouwen en constructie heeft een zeer belangrijke rol. De kinderen oefenen hier hun motoriek mee, maar zijn vooral erg trots wanneer een toren hoger is dan zijzelf. Op de locatie werken we met thema’s en daarbinnen worden allerlei activiteiten gedaan voor de diverse ontwikkelingsgebieden zoals beschreven staat bij de dagindeling onder 2.2. Op ons activiteiten bord kunt u zien welke activiteiten er worden gedaan. 4.2. Leeftijdsgericht aanbod Leeftijdsdifferentiatie is een belangrijk uitgangspunt: een aanbod dat past bij de leeftijd (met extra aandacht voor de oudere kinderen) en het ontwikkelingsniveau, zodat ze kunnen ‘proeven’ aan /ontdekken wat ze graag doen, waar hun talent ligt .Bij het aanbieden van de activiteiten wordt altijd rekening gehouden de leeftijd en mogelijkheden van het individuele kind. ]


Hoofdstuk 5: Kijk maar! 5.1. Speciale activiteiten met ouders (en kinderen) Speciale activiteiten op de peutergroep. Feestdagen. Aan jaarlijks terugkerende feestdagen zoals Carnaval, Pasen, Koninginnedag, Sinterklaas Kerstmis en afscheid schooljaar besteden we extra aandacht. We creëren sfeer omtrent deze feestdagen aan de hand van knutselactiviteiten, inrichting van de groepsruimte, prentenboeken, liedjes die aansluiten en soms iets extra’s bij het eten en drinken. Tijdens enkele van deze feestdagen zijn er samen met de kleuters van de school of de oudere kinderen gezamenlijke activiteiten. Hierbij wordt een beroep gedaan op de persoonlijke en sociale competenties van een kind. Ouders worden bij sommige activiteiten uitgenodigd en zij worden op de hoogte gehouden door middel van een brief of foto’s met verhaaltjes op de groep. Per peuteropvang wordt hier op eigen wijze invulling aan gegeven. Verjaardagen en afscheid. Kinderen die jarig zijn of afscheid nemen mogen dit vieren in de groep in de vorm van een feestje of afsluiting. De ouders kunnen hierbij aanwezig zijn.

5.2. Informatie aan ouders Het kennismakingsgesprek waarin gesproken wordt over praktische zaken, maar ook over eventuele bijzonderheden van het kind die de leidster dient te weten. Dit gesprek vindt plaats in de groep op de peuteropvang. De peuter kan dan alvast wat rondsnuffelen. De brengen haalcontacten, waarin mondeling informatie wordt uitgewisseld over de situatie thuis of op de peuteropvang. Dit is geen moment voor een uitgebreid gesprek omdat de leidster dan ook aandacht moet besteden aan de andere kinderen. Wil de ouder de leidster graag een keer apart spreken, dan kan ze dit zelf aangeven. Als ouders dit willen is er altijd de mogelijkheid om een dagdeel met de groep mee te doen, zo krijgen ouders een nog beter beeld van het geen op de peuteropvang wordt gedaan. Er kan een oudercommissie gevormd worden per locatie, maar ouders kunnen ook anders beslissen. Ze kunnen bijvoorbeeld één oudercommissie vormen met andere locaties in de gemeente. De oudercommissie geeft gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen die de peuteropvang betreffen Wanneer een kind vier jaar wordt, wordt er door de leidster van de groep een overdrachtsformulier ingevuld die aan de leraar/lerares van de basisschool wordt verstuurd ( zie hiervoor 3.2 observatie/overdracht). Bij de ingang van de groep hangt een informatiebord. Op dit bord hangen de foto’s van de pedagogisch medewerksters, met hun werkdagen en tijden. Bij het inzetten van invalkrachten streven wij er naar om een invalkracht te koppelen aan een vaste pedagogisch medewerker.


Bij verschillende activiteiten vragen de pedagogisch medewerkers hulp van de ouders zoals het organiseren van het Sinterklaasfeest of de feestelijke afsluiting van het schooljaar. De ouders kunnen per activiteit aangeven of ze geïnteresseerd zijn.

Informatie website peuteropvang Doetinchem e.o. Ouders en andere belangstellenden kunnen onze algemene website bezoeken op: www.peuteropvangdoetinchem.nl. Op deze website staat onder meer: Algemene informatie over de peuteropvang Aanbod en tarieven De locaties en adresgegevens Inschrijfformulier.


De dagelijkse praktijk op

Recommend Documents