Brugge is scône, 's nuchtens vroeg, Os d'n dauw over de reitjes hangt, En 't toptje van de torren, 't Eèste zunnestroltje vangt, 'n Stroltje die ton ofzakt, ip 't koude vule grysd van torren en van gevels. 't Groen van bomen, 't rôod van daken, 't bruun van gevels, Van an de Mart toe an de Loane, Brugge is oltyd scône. (Willy Lustenhouwer)
De Brugse Reien vanaf de Rozenhoedkaai met het Belfort op de achtergrond
1. De vertrekplaats We vertrekken in BASSEVELDE. Het dorpje ligt ten noorden van de expresweg (N 49), een beetje vóór Kaprijke. Vanuit Sint-‐Pauwels rijden we naar de N 49 (expresweg). We volgen er richting Knokke – Brugge –Zelzate. Na 24 km rij je door de tunnel van Zelzate (onder het kanaal Gent-‐Terneuzen). Een 9-‐tal km verder verlaat je de N 49 naar rechts en korte tijd later ben je in het centrum van Bassevelde (postnummer 9968). Afstand: ongeveer 36 km. We vertrekken
ergens vlakbij de kerk om 08.30 uur. 1. De ritbeschrijving: agr 1: 132 km Als we vertrekken in het centrum van Bassevelde merken we de dorpskiosk (foto links) op. Na 5 km rijden we al door het gekende Kaprijke. Het historisch stadhuis (foto rechts) zal ons wel opvallen. We volgen een aantal knooppunten en op die manier zijn we er zeker van dat we rustige, mooie landelijke wegen voor de wielen geschoven krijgen. Na 13 km komen we dan aan een mooi, met bomen omzoomd kanaal: het Schipdonkkanaal. Een 4-‐tal km verder zien we er een tweede kanaal bijkomen: het Leopoldkanaal. In de volksmond werden beide
kanalen “de blinker” (= Leopoldkanaal) en de “de stinker” genoemd. Ruim 3 km verder verlaten we de 2 kanalen. Na 25 km passeren we Male: zien we aan onze linkerkant het kasteel van Male ? In ieder geval is het zo dat de omgeving nu stedelijker wordt. Niet moeilijk als je weet dat we (in vogelvlucht) op nauwelijks 3 km van het centrum van Brugge zijn. We passeren nog Sint-‐ Kruis en komen een 2-‐tal km verder aan het begin van de welgekende Damse Vaart. Vanaf nu kiezen we resoluut richting centrum van BRUGGE. Geef jullie ogen nu maar de kost: je zal vlug merken waarom Brugge vaak “de mooiste stad van Vlaanderen” genoemd wordt !!! Na zo’n 30 km stoppen we een eerste keer voor een écht pareltje: de grote markt van Brugge ! We vinden er tal van bekende monumenten. Het meest bekende is allicht het belfort met de Halletoren. Het gebouw dateert uit de 12de eeuw en is 83 m hoog. Men kan met de trap naar boven: van daaruit heb je een geweldig uitzicht over de stad ! Kijkende naar het belfort valt in de gebouwenrij aan de linkerkant het Provinciaal Hof op. Het is gebouwd in 1892 en is de zetel van de West-‐Vlaamse provincieraad. Je kan niet naast het standbeeld van JAN BREYDEL en PIETER DE CONINCK kijken in het midden van de markt. Het werd opgericht ter ere van de 2 lokale volkshelden die een grote rol speelden in de guldensporenslag van 1302. Merkwaardig genoeg is het tweemaal ingehuldigd. Dat was een gevolg van wrijvingen tussen het Vlaamsgezinde Breydel-‐comité en het Franstalige stadsbestuur destijds: eerst op 11 juli 1887 en daarna tussen 14 en 22 augustus 1887 !!! Afhankelijk van de drukte van verkeer en toeristen kunnen we onze weg verderzetten in de straat links tov het belfort (Breidelstraat). We komen na 100 m op een ander mooi plein terecht: de BURG. We vinden er de basiliek van het Heilig Bloed, het Stadhuis en het huis van het Brugse Vrije. Het zijn stuk voor stuk prachtige gebouwen. Misschien kunnen we – links van het stadhuis -‐ onder de doorgang van de Blinde Ezelstraat doorrijden (wandelen ?). Zo komen we op de vismarkt terecht en daarna het Huidenvettersplein.
Zo zijn we direct aan de befaamde Rozenhoekkaai: je treft er één van de bekendste stadsgezichten van Europa aan: de reien met op de achtergrond de Halletoren ! We vervolgen langs de reien: de Dijver: we treffen er mooie gebouwen aan, o.a. het Gruuthuse Museum. Enkele beroemde personen verbleven er: Karel De Stoute (een nogal oorlogszuchtige hertog) en zijn dochter Maria Van Bougondië (die na zijn dood haar vader opvolgde). Merkwaardig is één bepaald kamertje van het museum: het bidkamertje: dat had een raam dat uitgaf in de kerk ernaast. Zo konden Karel en zijn dochter de plechtigheden in de kerk meevolgen. De Onze-‐Lieve-‐Vrouwekerk is trouwens zéér bekend omwille van de praalgraven Van Karel de Stoute en Maria Van Bourgondië, maar ook omwille van het feit dat er een beeldje staat van Michelangelo: Madonna met kind. Voorbij het Guido Gezelleplein (met buste van Guido Gezelle) verlaten we stilaan de stad via de Katelijnepoort. Het gaat nu zuidwaarts door Steenbrugge richting Oostkamp. Voorbij Waardamme rijden we opzij van Ruddervoorde. Het gaat nu resoluut oostwaarts. Na Hertsberge fietsen we tussen Lippensgoed-‐Bulskampveld en de Blauwhuisbossen door een bosrijker gebied. Nog eventjes door het “Vagevuur” (bossen) en onder Maria-‐Aalter door gaat het dan naar Aalter: de fiere stad van ons aller Pieter De Crem. We doen alléén maar de zuidkant aan en opzij van de Markettebossen rijden we door Bellem. Nog eventjes wat “krinkelen” tussen Ursel en Knesselare door om het prachtige bosgebied Drongengoed : het grootste aaneengesloten bos van Oost-‐Vlaanderen op te zoeken en te doorkruisen. Zo komen we al vlug in Oostwinkel. Een 2-‐tal km verder rijden we door het Provinciaal domein Het Leen en nauwelijks 1 km verder doen we de zuidrand aan van EEKLO. Lembeke passeren we 5 km verder en tot slot eindigen we terug in BASSEVELDE na een rit van 132 km. Hopelijk heeft iedereen genoten van het natuur-‐ en stedenschoon !
3. De agr 2: 108 km We vertrekken – net als de agr 1 – in Bassevelde. Na 5 km rijden we al door het gekende Kaprijke. Het historisch stadhuis zal ons wel opvallen. We volgen een aantal knooppunten en op die manier zijn we er zeker van dat we rustige, mooie landelijke wegen voor de wielen geschoven krijgen. Na 13 km komen we dan aan een mooi, met bomen omzoomd kanaal: het Schipdonkkanaal. Een 4-‐tal km verder zien we er een tweede kanaal bijkomen: het Leopoldkanaal. In de volksmond werden beide kanalen “de blinker” (= Leopoldkanaal) en de “de stinker” genoemd. Ruim 3 km verder verlaten we de 2 kanalen.
Na 25 km passeren we Male: zien we aan onze linkerkant het kasteel van Male ? In ieder geval is het zo dat de omgeving nu stedelijker wordt. Niet moeilijk als je weet dat we (in vogelvlucht) op nauwelijks 3 km van het centrum van Brugge zijn. We passeren nog Sint-‐Kruis en komen een 2-‐ tal km verder aan het begin van de welgekende Damse Vaart. Vanaf nu kiezen we resoluut richting centrum van BRUGGE. Geef jullie ogen nu maar de kost: je zal vlug merken waarom Brugge vaak “de mooiste stad van Vlaanderen” genoemd wordt !!! Na zo’n 30 km stoppen we een eerste keer voor een écht pareltje: de grote markt van Brugge ! We vinden er tal van bekende monumenten. Het meest bekende is allicht het belfort met de Halletoren. Het gebouw dateert uit de 12de eeuw en is 83 m hoog. Men kan met de trap naar boven: van daaruit heb je een geweldig uitzicht over de stad ! Kijkende naar het belfort valt in de gebouwenrij aan de linkerkant het Provinciaal Hof op. Het is gebouwd in 1892 en is de zetel van de West-‐Vlaamse provincieraad. Je kan niet naast het standbeeld van JAN BREYDEL en PIETER DE CONINCK kijken in het midden van de markt. Het werd opgericht ter ere van de 2 lokale volkshelden die een grote rol speelden in de guldensporenslag van 1302. Merkwaardig genoeg is het tweemaal ingehuldigd. Dat was een gevolg van wrijvingen tussen het Vlaamsgezinde Breydel-‐comité en
het Franstalige stadsbestuur destijds: eerst op 11 juli 1887, daarna tussen 14 en 22 augustus 1887 ! Afhankelijk van de drukte van verkeer en toeristen kunnen we onze weg verderzetten in de straat links tov het belfort (Breidelstraat). We komen na 100 m op een ander mooi plein terecht: de BURG. We vinden er de basiliek van het Heilig Bloed, het Stadhuis en het huis van het Brugse Vrije. Het zijn stuk voor stuk prachtige gebouwen. Misschien kunnen we – links van het stadhuis -‐ onder de doorgang van de Blinde Ezelstraat doorrijden (wandelen ?). Zo komen we op de vismarkt terecht en daarna her Huidenvettersplein. Zo zijn we direct aan de befaamde Rozenhoekkaai: je treft er één van de bekendste stadsgezichten van Europa aan: de reien met op de achtergrond de Halletoren ! We vervolgen langs de reien: de Dijver: we treffen er mooie gebouwen aan, o.a. het Gruuthuse Museum. Enkele beroemde personen verbleven er: Karel De Stoute (een nogal oorlogszuchtige hertog) en zijn dochter Maria Van Bougondië (die na zijn dood haar vader opvolgde). Merkwaardig is één bepaald kamertje van het museum: het bidkamertje: dat had een raam dat uitgaf in de kerk ernaast. Zo konden Karel en zijn dochter de plechtigheden in de kerk meevolgen. De Onze-‐Lieve-‐Vrouwekerk is trouwens zéér bekend omwille van de praalgraven Van Karel de Stoute en Maria Van Bourgondië, maar ook omwille van het feit dat er een beeldje staat van Michelangelo: Madonna met kind. Voorbij het Guido Gezelleplein (met buste van Guido Gezelle) verlaten we stilaan de stad via de Katelijnepoort. Het gaat nu zuidwaarts naar Steenbrugge. Van hieraf neemt de agr 2 een stukje een ander traject ! We fietsen langs het kanaal GENT-‐OOSTENDE tot juist vóór Beernem. We passeren Beernem en wat verder Sint-‐Maria-‐Aalter. We fietsen door het Blekkerbos: zien we kasteel Blekkervijver staan ? In ieder geval fietsen we dwars door Aalter en steken het kanaal van daarnet over aan een veer “met beperkte bediening” … als dat maar goed komt ! Alhoewel … ’t is niet erg, want … er is café “Den Overzet” mét terras !!! Van daaraf fietsen we tussen Ursel en Knesselare op dezelfde weg van de agr 1: door het Drongengoed en Het Leen naar Eeklo en Lembeke. Aankomst in Bassevelde na 108 km.