De bijzondere stedelijke ontwikkeling van Houten Auteurs: Bas Jansen, Laurens Nieuwenhuijsen en Amra Sahbaz Bij een terugblik op de ontwikkelingen in de afgelopen 40 jaar in de provincie Utrecht, is het onmogelijk voorbij te gaan aan verstedelijking. De bevolkingsgroei heeft op veel plaatsen gezorgd voor het verdwijnen van natuurgrond ten koste van woningbouw. Zo ook in Houten, in 1970 nog een klein dorpje onder de rook van Utrecht en anno 2012 uitgegroeid tot een stad van bijna 50.000 inwoners. Uiteraard zijn er zowel voor- als tegenstanders van de bevolkingsexplosie. De algemene tendens over het huidige Houten neigt naar het positieve, het is een geliefde locatie om te wonen. Hoe heeft Houten zich ontwikkeld sinds 1970 en wat maakt Houten zo speciaal in vergelijking met andere groeigemeentes?
Kaart 1: -
Uitbreiding Houten 1970 – 2010. Blauw: Oude dorpskern Houten Lichtgroen: Groeikern Houten (eerste bouwactiviteit) Donkergroen: Nieuwe centrum Houten (station en centrum ‘Het Rond’) Rood: VINEX-locatie Houten-Zuid (tweede bouwactiviteiten) (Bron: Google Maps, 2011)
De ontwikkeling van Houten in het kort In 1962 is de huidige gemeente Houten ontstaan, na een samenvoeging van de gemeenten Schalkwijk en Tull en ’t Waal. De gemeente bestond uit de vier kerkdorpen Houten, ’t Goy, Schalkwijk en Tull en ’t Waal. Begin jaren ’70 telde het dorp Houten slechts 4.000 inwoners. In veertig jaar tijd is het inwonertal meer dan vertienvoudigd. Door de gunstige ligging aan de spoorlijn Utrecht – Den Bosch werd Houten in de jaren ’70 aangewezen als nieuwbouwlocatie om de verwachte bevolkingsgroei op te vangen. Ook de gemeenten Zoetermeer, Alphen aan den Rijn en Nieuwegein werden als groeilocaties aangewezen. Het Houten van nu is het resultaat van de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening uit 1966 en de Vierde Nota Extra (VINEX) uit 1993. Eerste bouwfase In 1968 is een akkoord gesloten tussen het Rijk en de provincie Utrecht over de stedelijke ontwikkelingen in de provincie. Houten nam hierbij een belangrijke positie in. De bedoeling was dat Houten zou groeien naar 25.000 inwoners in 1985, met daarna een mogelijke verdere groei naar 60.000 inwoners. Het bouwen van woningen en voorzieningen was noodzakelijk en het kleine Houten diende zich daarvoor in meerdere richtingen uit te breiden. Welke richting, was voer voor discussie; de ecologische waarde van het nabijgelegen Kromme Rijngebied moest dit gebied onaangetast houden. Ook Schalkwijk werd als bouwlocatie afgewezen door verzet van de lokale bevolking. Hans Schemmekes, raadslid en wethouder in Houten gedurende een groot deel van de eerste bouwfase, geeft aan dat van grootschalig verzet tegen de plannen in Houten geen sprake was. Niet vanuit de bevolking en niet vanuit natuur- en milieuorganisaties. Opvallend, omdat groei dat een omvang heeft zoals bij Houten het geval was, de natuurlijke omgeving duidelijk beïnvloedt. Volgens Schemmekes was er weinig verzet, mede doordat de plannen helder en open werden gepresenteerd. De rondweg Wat Houten zo speciaal maakt in vergelijking met nabijgelegen gemeenten die de afgelopen decennia groei hebben doorgemaakt - zoals Nieuwegein en Maarssen - is de aanwezige infrastructuur. Vanaf het begin van de ontwikkeling als groeikern en later als VINEX-locatie is nagedacht over een systeem waarbij de fiets centraal staat en autogebruik zoveel mogelijk uit de woonwijken wordt verdreven. Belangrijk aspect hierbij is de 14 kilometer lange rondweg, zoals die tegenwoordig is gelegen rondom de bebouwde kom. Deze rondweg, aangelegd in 1985 en uitgebreid tussen 1996 en 2004, zorgt voor een verbinding tussen de woonwijken. Met de auto binnendoor van de ene naar de andere wijk is niet mogelijk. Elke woonwijk is door middel van zogenaamde ‘inprikkers’ verbonden met de rondweg. Ook de ontsluiting naar de snelwegen verloopt via de rondweg. De rondweg is een harde grens. Het scheidt de binnen de rondweg gelegen bebouwde kom van het landelijke gebied rond Houten. De woonwijken van Houten liggen verscholen achter een geluidswal. In het oorspronkelijke plan wordt buiten de rondweg niet gebouwd, de groei moest voltooid zijn als het gebied binnen de rondweg volgebouwd was. Hier is inmiddels enigszins vanaf geweken, doordat onder meer sportvelden naar de buitenrand zijn verplaatst. Door het systeem van een rondweg voor het autoverkeer en woonwijken gericht op fietsgebruik ontstaat er een mooie tweedeling. Dit wordt beaamd door Petra van Elst, een inwoner van Houten: “Het is erg mooi om over de rondweg te rijden. In de auto beleef je Houten heel anders. Je ziet het buitengebied liggen en hebt zo’n mooi uitzicht. Dat is een hele andere wereld dan de wereld van de fietser, die komt daar nooit. Die blijft veilig achter de geluidswal.” De ontwikkeling die Houten de afgelopen veertig jaar heeft doorgemaakt komt ook goed tot uiting in het concept rondweg. Daar waar de rondweg nu een breed opgezette, vaak tweebaans provinciale weg is, was de ‘rondweg’ om het oude dorp uit de jaren ’60 een vrij smalle straat. In die tijd werd dit gezien als de rand van het oude dorp, terwijl de betreffende straten nu amper breed genoeg zijn om met twee auto’s langs elkaar te rijden (afbeelding 1 en 2).
Afbeelding 1 en 2: Links de ‘rondweg’, zoals die veertig jaar geleden om het dorpje Houten lag. Onder de huidige rondweg van het inmiddels tot stad gegroeide Houten. Bron: Cusveller e.a. (2007).
Joost van der Ven, één van de oprichters van de Stichtse Milieufederatie (SMF), waarvan de naam in 2002 veranderde in het NMU, beaamt dat er geen acties hebben plaatsgevonden tegen de uitbreiding van Houten. “De plannen werden van hoger hand opgelegd en tegen dergelijk grote bouwprojecten is gewoonweg niets te beginnen”, zo stelt Van der Ven. Daar komt bij dat met name de middenstand van Houten wel voordelen zagen in een groei van het dorp. De boeren die de benodigde grond in bezit hadden, verdienden veel geld met de verkoop van grond aan projectontwikkelaars. De enige noemenswaardige actie vanuit milieuorganisaties is een door de SMF op centrale plekken in Houten geplaatste caravan. Hierop waren leuzen geschreven als ‘Houten of Beton?’ en ‘Laat Houten erbuiten’, om zo de bevolking wakker te schudden en te wijzen op de stedelijke ontwikkelingen die Houten gaan veranderen. Fietspaden en groenstroken Houten en fietsen worden vaak in één adem genoemd. De gemeente was al Fietsstad 2008 en is ook in 2011 weer genomineerd voor deze landelijke prijs. Vanaf het begin van de eerste bouwactiviteiten stond in Houten het fietsgebruik centraal. Het bijzondere fietspadennetwerk is ook buiten Houten bekend. Jaarlijks trekt de gemeente ambtenaren, verkeerskundigen, architecten en andere belangstellenden aan die uit binnen- en buitenland komen kijken hoe Houten is aangelegd. Daar waar het autoverkeer over de rondweg plaatsvindt, zijn de woonwijken domein van de fietsers en wandelaars. De fietsstructuur van Houten bestaat uit vrijliggende fietspaden en fietsstraten. Deze fietspaden zijn in het rood en oranje weergegeven in onderstaande kaart. De fietspaden binnen de bebouwde kom vormen samen een ster en komen veelal samen bij het centrum en het station Houten. Vrijwel alle belangrijke voorzieningen die veel publiek trekken zijn goed bereikbaar met de fiets, zoals scholen, winkels en sportaccommodaties. De verschillende woonwijken zijn ook onderling met de fiets bereikbaar, waardoor binnen de bebouwde kom de fiets de snelste vorm van vervoer is. Fietsers hebben ook voorrang op gemotoriseerd verkeer. Uit cijfers blijkt dat Houten minder verkeersslachtoffers kent dan andere gemeenten van vergelijkbare grootte. Keerzijde hierbij is wel dat kinderen in Houten opgroeien in een omgeving waarin zij als fietser voorrang hebben en waar de infrastructuur gericht is op fietsers. Dit kan tot problemen leiden wanneer zij op de fiets gaan naar Utrecht en daar te maken krijgen met een andere situatie. Een belangrijk aspect dat ook kenmerkend is voor het infrastructurele systeem van Houten is het gebruik van groenstroken. Zowel in de groeikern Houten als in de VINEX-locatie Houten-Zuid is gebruik gemaakt van ruim opgezette groenstroken waar fietspaden door lopen. Op deze manier kan op een rustige, veilige wijze snel van de ene naar de andere kant van Houten gereisd worden. Figuur 1: De fietsstructuur van Houten
Bron: Gemeente Houten, 2011.
Afbeelding 3 en 4: Fietspaden lopen door de centrale groenstroom (Gemeente Houten, 2012)
Dat de groeikern Houten er zou komen stond vast. De eerste groei vanuit het oude dorp vond plaats richting het oosten, richting de spoorlijn. Tot begin jaren ’90 is doorgebouwd aan de verschillende woonwijken, zoals te zien op kaart 1. De wijze waarop het stedenbouwkundig ontwerp van Houten is ontwikkeld, onderscheidt zich sterk van andere groeikernen. Dit heeft vooral te maken met de infrastructuur. Twee van de doelen en eisen aan een uitbreidend Houten waren het behouden van het groene karakter en het stimuleren van fietsgebruik boven autogebruik. Uiteindelijk is een rondweg aangelegd waarbinnen alle wijken liggen. Binnen deze rondweg hebben fietsers voorrang en met de auto tussen de verschillende wijken rijden is niet mogelijk. Dit systeem heeft er toe geleid dat vervoer binnen Houten sneller per fiets is dan per auto. Het autoverkeer wordt geminimaliseerd, het aantal aanrijdingen vermindert en de fiets en het openbaar vervoer worden gestimuleerd doordat stations goed te bereiken zijn per fiets. Het ontwerp van de groeikern Houten mag een succes genoemd worden, zeker in vergelijking met andere groeikernen rondom Utrecht, zoals Nieuwegein en Maarssen. Hans Schemmekes heeft hier een heldere verklaring voor: “In Houten is men relatief laat begonnen met de bouw en heeft de groei vanaf de beginfase gepland plaatsgevonden. Met een helder plan iets vanaf het begin opbouwen is makkelijker dan in latere fases aanbouwen aan het al bestaande, zoals bijvoorbeeld in Nieuwegein is gebeurd”. Openbaar vervoer: stations in Houten Eén van de ruimtelijke ontwikkelingen in Houten is de uitbreiding van de openbaar vervoermogelijkheden. Zowel in Houten-Noord als in de VINEX-wijk Houten-Zuid is een nieuw station uit de grond gestampt. De aanwijzing van Houten als groeikern in de jaren ’70 heeft tot de komst van het station Houten geleid. Dit station is op 22 mei 1982 geopend en vanaf juni 2007 gerenoveerd. Station Houten-Castellum is daarentegen voornamelijk gebouwd om de nieuwe inwoners van de VINEX-wijk Houten-Zuid naar het station Houten-Centrum te vervoeren. De officiële opening van dit station was op 16 april 2011. Ook de opening van de vier sporen tussen Houten en Houten-Castellum werd op deze dag gevierd. Beide stations zijn voorzien van een eilandperron met een centrale toegang onder het viaduct. Tevens is in beide stations een fietstransferium onder de sporen geplaatst. Voorts hebben beide stations een glazen overkapping gekregen, die zowel het perron als de sporen overdekt. Zowel de inwoners van Houten als de bezoekers zijn tevreden met de komst van de twee stations. “De stations, het Onderdoor en de fietstransferia - alles bij elkaar is het een plaatje geworden. Van de Houtenaren hoor ik tevreden geluiden; over de stations maar ook over de openbare ruimte. Andere gemeenten zijn eveneens onder de indruk bij een bezoek”, aldus Herman Geerdes, wethouder in Houten. Ook de architect van station Houten, Henk Woltjer, is trots en blij: “Het station is prachtig geworden. Het heeft echt allure. Op het perron is het net of je in een besloten ruimte staat, terwijl het niet meer dan een staalconstructie is. En ga maar eens in het Onderdoor staan: het is een viaduct, maar het voelt als een ontvangstruimte. Dan is er ook nog een fietstransferium onder het viaduct met plek voor ruim drieduizend fietsen. Het wordt ook nog eens een plezierige verblijfsruimte door het ruime gebruik van vrolijke kleuren op de vloer. Door de vides in het perron stroomt volop daglicht, de overige verlichting is warm en indirect. Dit vind je nergens anders in Nederland”. Afbeelding 5: Station Houten oktober 2002
Afbeelding 6: Station Houten oktober 2011
Bron: Oud Houten, 2011.
De tweede bouwfase Houten is één van de gemeenten die niet alleen is aangewezen als groeikern, maar tevens als VINEXlocatie in het kader van de Vierde Nota Extra. Dit betekende wederom een stedelijke groei en een opgave om zo’n 6.000 extra woningen te bouwen. Door het ontwerp van de groeikern Houten - in het geheel ontsloten door een rondweg - was het ontwerpen van de VINEX-locatie Houten-Zuid een interessante opdracht. Houten was immers al ‘af’. Gekozen is om het ontwerp ‘om te klappen’ naar het zuiden. Hierdoor kreeg Houten een vlindervorm. In Houten-Zuid is wederom gekozen om het concept met een rondweg en fietsvriendelijke wijken te gebruiken. Ook hier is het centrum gepland rondom het station en zijn de fietspaden naar het centrum toe steeds breder. Rondom het station moet een stedelijk centrum verrijzen met veel ruimte voor kantoren. In tegenstelling tot de eerste bouwfase is bij de tweede bouwfase gekozen voor een vijfhoek van groen, met aan de oost- en westzijde hiervan een grotere groenzone. Hierdoor is elke wijk met elkaar verbonden via deze groenstroken. Afbeelding 7 en 8: De linkerfoto is een luchtfoto van Houten uit 1962. De rechterfoto is gemaakt in 1990, midden in de eerste groeifase van Houten. De stedelijke groei die in de tussentijd heeft plaatsgevonden is duidelijk waarneembaar.
Bron: Heijmink Liesert, 2006.
Er is de afgelopen veertig jaar veel gebeurd in Houten. Van klein dorp met een paar duizend inwoners is Houten inmiddels uitgegroeid tot een stad. Vanzelfsprekend is deze groei gepaard gegaan met het verlies van landbouwgrond. De groei naar een stad, waarbij het karakter van een dorp behouden blijft, kost nu eenmaal ruimte. De bijzondere ruimtelijke structuur van Houten werpt zijn vruchten af. Bewoners zijn tevreden, de gemeente is tevreden en Houten krijgt wereldwijd bezoek van planologen en stedenbouwkundigen die interesse tonen in het gehanteerde bouwconcept. De aanleg van een rondweg om de stad biedt een duidelijke scheiding dat aangeeft tot waar de stad uitgebreid kan worden en met succes. Nagenoeg alle bouwactiviteiten hebben binnen de rondweg plaatsgevonden. En dat biedt perspectief voor de landelijke omgeving. Houten is klaar voor de toekomst.
Bronnenlijst Boeijenga, J. & J. Mensink, (2008). Vinex Atlas 010. Rotterdam: Uitgeverij 010. Cusveller, S., H. Harsema, J. Hinterleitner, F. de Josselin de Jong, I. Nio & M. Steenhuis (2007), Modelstad Houten. Het bijzondere van het alledaagse. Wageningen: Uitgeverij Blauwdruk. Fietsersbond Houten (2011), Houten Fietsstad 2011? [online] http://www2.fietsersbond.nl/dbfilestream.asp?id=9457 [geraadpleegd op 21 oktober 2011]. Gemeente Houten (2011), Fietsen in Houten [online] https://www.houten.nl/over-gemeente-houten/verkeer-en-vervoer/fietsvoorzieningen/ [geraadpleegd op 21 oktober 2011]. Heijmink Liesert, P.M. (2006), Houten uitgelegd. Schalkwijk: P.M. Heijmink Liesert. Houten in zicht (2011), Centraal Station Houten [online] http://www.houteninzicht.nl/kijkophouten/stations/centraalstationhouten/index.html [geraadpleegd op 19 oktober 2011]. Houten in zicht (2011), Station Houten Castellum [online] http://www.houteninzicht.nl/kijkophouten/stations/stationhoutencastellum/index.html [geraadpleegd op 19 oktober 2011]. Lenssinck, A., J. Nebbeling, M. Groen (2011), Sporen van verleden en heden: sporenverdubbeling Houten-Houten Castellum 2007-2010. Utrecht: ProRail. Natuur en Milieu (1974), Het Kromme-Rijnlandschap, een ekologische visie. KRP-rapport 30, 4. Amsterdam: Natuur en Milieu. Oud Houten (2011), Station Houten [online] http://www.oudhouten.nl/content/artikelen/recentetijd/1982stationhouten.html [geraadpleegd op 19 oktober 2011]. Oud Houten (2011), Station Castellum [online] http://www.oudhouten.nl/content/artikelen/recentetijd/2001stationcastellum.html [geraadpleegd op 19 oktober 2011]. Oud Houten (2011), Eerste bouwtaak Houten [online] http://oudhouten.nl/content/artikelen/recentetijd/1978eerstebouwtaak.html [geraadpleegd op 20 oktober 2011]. Oud Houten (2011), Tweede bouwtaak Houten [online] http://oudhouten.nl/content/artikelen/recentetijd/1997tweedebouwtaak.html [geraadpleegd op 20 oktober 2011]. Schemmekes, J.G.S. (2011), Interview met voormalig gemeenteraadslid van Houten en wethouder van o.a. Ruimtelijke Ordening, op 11 oktober 2011 te Houten.
Smits, J.A.M. & O.J. Wttewaall (1989), Monumenten-inventarisatie provincie Utrecht, Houten: Ontstaan en groei. Zeist: Kerckebosch. Tweede druk. Ven, J. van der (2011), Interview met voormalig oprichter van de NMU en betrokkene bij het verzet tegen de eerste bouwtaak, op 26 oktober 2011 te Cothen. Wttewaall, O. (2003), Rondom de Leedijk. Meer dan 2000 jaar bewoningsgeschiedenis van de Houtense Vinex-locatie. Amsterdam: De Kunstfabriek.