DE BETEEKENIS DER DRANKBESTRIJDING VOOR DE HEILIGHEID DER KERK DOOR
]. V A N DIJ K LEERAAR, LEEUWARDEN
UITGAVE VAN DE GEREF. VEREEN. VOOR DRANKBESTRIJDING BUREAU: WILLEMSPARKWEG 217 BOVEN, AMSTERDAM (Z.) PRIJS: 1 ex. f 0.10; 10 ex. f 0.65; 100 ex. f5.—
De beteekenis der Drankbestrijding voor de heiligheid der
Kerk
& Qo Jb: // ^
r
BIBLIOTHEEK THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT APELDOORN
V
/
De beteekenis van de Drankbestrijding v o o r de heiligheid der kerk. Het is een opmerkelijk verschijnsel in onzen Drankstrijd, dat het tot nog toe onmogelijk was, de breede scharen warm te maken voor het ideaal, dat wij, Drankbestrijders, najagen. Als we lezen van de duizenden en tienduizenden, die zich geestdriftig het kruis lieten hechten op de borst, gegrepen d o o r de gedachte het Heilige Land te herwinnen op de Halve Maan — dan zucht ons hart: „och mocht ook zoo eens in onzen tijd een stroom van heilig enthousiasme alom de harten in vlam zetten, dat honderdduizenden als één man zich opmaakten om het leven van onzen tijd vrij te maken van de heerschappij der onheilige drinkgewoonten. Maar de massa blijft zoo eentonig onverschillig; ook ons Oeref. volk. O n z e actie raakt hun koude kleeren niet: onze geschriften lezen ze niet; onze vergaderingen bezoeken ze n i e t ; onze argumenten weerleggen ze niet; maar als altijd drinken ze hun glas. O n z e feestelijke vergaderingen, onze bruiloften, onze diners, onze gezellige onderonsjes staan nog steeds in het teeken van den wijn — en de onthouder gevoelt zich een vreemdeling temidden der vroolijke drinkers, die den wijn roemen ! 't Is waar, wij worden niet meer bespot, als we vragen om iets anders; en hoffelijk wordt ons een onthouders-drank aangeboden — maar toch, we fungeeren in den feestelijken kring als de ab-normalen, staande buiten het werkelijke, volle, vrije en blije leven. Wij worden geduld, gerespecteerd — ten minste voor den v o r m ; maar niet nagevolgd. W e blijven overal nog de uitzonderingen, de enkelingen, de spelbrekers: in den kerkeraad, in de mannen- of vrouwenv e r e n i g i n g , in gezelschap, in de familie — altijd de kleine minderheid. 't Is om moedeloos te worden I En telkens dringt zich de vraag aan ons o p : „Zouden wij
waarlijk, met ons klein getal, toch het rechte voorhebben en vergist zich de groote meerderheid?" of is het misschien andersom ? Heeft onze actie inderdaad recht van bestaan, en moeten we, ondanks alle onverschilligheid, zelfs bij vooraanstaande, leidinggevende, hoogelijkte respecteeren mannen, dus voortgaan; voortgaan, niet alleen om te trachten den dronkaard te bekeeren van zijn levensgevaarlijken dwaalweg, maar ook om te trachten de publieke opinie van ons Gereformeerde volk om te zetten, zoodat ze met ons, in de drinkgewoonte een vijand, hun vijand onderkennen, en ze met ons, tegen hem te velde trekken. Een rechtgeaard, volbloed Drankbestrijder, aarzelt niet met zijn antwoord. Al zouden ook allen den strijd opgeven, hij niet! Toch zijn we er daarmee niet af. Dc ijzige onverschilligheid, die in ons de vlammende geestdrift dreigt te dooven, dringt ons, telkens weer, ons te bezinnen op het beginsel, waaruit onze strijd opkomt; ook op dc oorzaken der afzijdigheid van de groote meerderheid. Dat bedoelt ook dit referaat, waar ik boven plaatste: De beteekcnis der drankbestrijding voor de heiligheid der kerk. Twee dingen wil ik trachten aan te toonen. Ie. Hoe het alcoholisme een gevaar oplevert voor de heiligheid der kerk. 2e. Hoe de geheelonthouding de heiligheid der kerk een belangrijken steun biedt. Ik begin met een algemeene opmerking: Hoe nader, voor liet bewustzijn van den geloovige, een zaak betrokken is bij een van de fundamenteele stukken van de leer, des te meer belang boezemt ze hem in. Als hij maar denkt, dat het gaat om een voornaam stuk daarvan, dan gordt hij zich oogenblikkelijk aan tot den strijd. Zoo, toen de vermeerdering der gezangen werd gesteld; of 4
toen de opleiding tot het
aan de orde leeraarsambt
naar veler m e e n i n g een principe in gevaar bracht. K o n d e n w e d a a r o m maar het onzen m e n s c h e n aan het verstand b r e n g e n , dat w e met de drankbestrijding niet optreden aan den buitensten omtrek van het christelijke leven, o p een terrein, waar de invloed van het Christelijk beginsel n a u w e l i j k s merkbaar is — maar omgekeerd, dat w e in dezen strijd rechtstreeks dienen het b e l a n g van de Kerk zelf — w e z o u d e n d a a r m e e o p den g o e d e n w e g zijn, om o n z e Geref. b r o e d e r s en zusters mobiel te maken v o o r o n z e actie. Dat verklaart, h o e Dr. Kuyper de h o u d i n g van het geloovige volksdeel t.o.v. de verzekering heeft k u n n e n o m z e t t e n ; n.1. d o o r het hun duidelijk te maken, dat de mogelijkheid der verzekering is een vrucht van G o d s wijs bestel met de wereld en de verplichting tot verzekering voortvloeit uit de naastenliefde en g e p a s t e „zelf'-liefde. K o n d e n w e dan ook het aannemelijk m a k e n voor den G e r e f o r m e e r d e , dat de drankstrijd niet is een neutrale zaak, w a a r a a n g e l o o v i g e n en o n g e l o o v i g e n uit gelijk motief en o p gelijke wijze k u n n e n m e e d o e n — maar o m g e k e e r d voortvloeit uit de speciale taak van den geloovige, w a a r t o e Zijn K o n i n g hem o p r o e p t — alom zou in o n z e gelederen de geestdrift o n t w a k e n . Z o o l a n g de m e e n i n g s t a n d h o u d t , die ik zelfs d o o r een v o o r a a n s t a a n d strijder uit onze gelederen dezer d a g e n n o g h o o r d e v e r k o n d i g e n : „ S a m e n g a a n met a n d e r s d e n k e n d e n in den drankstrijd kan uitnemend, want het is slechts een maatschappelijke strijd" — z o o l a n g blijft o n s volk er sceptisch t e g e n o v e r staan. D a n p a s loopt de Geref. w a r m v o o r de zaak der drankbestrijding, z o o d r a het o n s lukt hem duidelijk te maken, dat het gaat, ook in den Drankstrijd, om de K e r k . W a n t o n s volk heeft zijn Kerk lief; die Kerk is hun dierbaar. W i e die Kerk aanrandt, drijft hen allen o p een h o o p , om haar tot het uiterste te v e r d e d i g e n . D e jongste geschiedenissen in Duitschland hebben het b e w e z e n , h o e diep de liefde v o o r de Kerk g e w o r t e l d is in
het h a r t d e r g e m e e n t e . D e g e s c h i e d e n i s d e r S c h e i d i n g d o e t o n s zien, w a t o n s gel o o v i g e v o l k er v o o r o v e r h e e f t , als het er bij hen o m g a a t d e K e r k te r e d d e n . V e r s t a mij nu g o e d ! Ik wil niet d e Kerk er m e t d e h a r e n b i j s l e e p e n , o m z o o d o e n d e e e n g e s l a a g d e p r o p a g a n d e te k u n n e n v o e r e n : niet d e K e r k het m i d d e l en d e p r o p a g a n d a h e t doel. Niet d e w i t t e d a s o m h a n g e n , o m zieltjes te w i n n e n v o o r o n z e V e r e e n i g i n g , z o o a l s w e d a t in d e d a g e n d e r verk i e z i n g t e l k e n s w e e r b e l e v e n in d e politiek. Als ik er niet v a n o v e r t u i g d w a s , dat d e Kerk r e c h t s t r e e k s g e m o e i d is in d e w o r s t e l i n g t e g e n d e d r a n k z o n d e ; s t e r k e r n o g : als ik er niet van o v e r t u i g d w a s , d a t het, te laatster instantie, juist g a a t o o k in d e z e n strijd, o m d e K e r k , ik z o u ze h e e l e m a a l niet een willen n o e m e n in dit v e r b a n d . E e n v r o o m g e b a a r m a k e n , alleen o m zijn d o e l te k u n n e n b e r e i k e n ; s p r e k e n van d e o n s d i e r b a r e b e g i n s e l e n , o m m a a r i n v l o e d te k u n n e n k r i j g e n , o m leden te w i n n e n , g e l d l o s t e p r a t e n , g e e s t d r i f t te o n t v l a m m e n — ik w e r p het v e r r e v a n m e , ik h e b er een a f k e e r v a n ! Maar z ó ó staat hier d e z a a k niet. N a a r mijn o v e r t u i g i n g g a a t h e t in o n z e n strijd w e l degelijk, zeer b e p a a l d e l i j k , o m d e Kerk, en wel speciaal, o m d e heiligheid d e r K e r k . „ W e e s heilig, w a n t Ik b e n h e i l i g ! " z i e d a a r de eisch, dien d e H e e r e Zijn g e m e e n t e stelt. En nu b e h o e f ik in d e z e v e r g a d e r i n g niet te b e t o o g e n , d a t d e z e h e e r l i j k h e i d in d e n w e g van veel strijd, n i m m e r d o o r d e n g e l o o v i g e , o o k niet d o o r d e n v e r s t g e v o r d e r d e kan w o r d e n v e r k r e g e n . H e t leven z o n d e r z o n d e , in v o l k o m e n o v e r e e n s t e m m i n g m e t O o d s w e t , blijft een i d e a a l ; m a a r t o c h een ideaal, w a a r n a a r h e t o p r e c h t e kind G o d s j a a g t , of Hij het o o k grijpen mocht. W a t h e m daarbij staande h o u d t , hem nimmer den m o e d doet verliezen, hem voor vertwijfeling b e w a a r t , is d e z e k e r h e i d van h e t g e l o o f , d a t hij d a a r t o e van C h r i s t u s J e z u s g e g r e p e n is, die h e t in h e m o o k tot w e r k e -
6
lijkheid zal Het naar
is
maken.
zijn
alle
hartelijk b e g e e r e n , niet n a a r s o m m i g e ,
geboden
G o d s , te leven. H e t is hem een
maar voort-
d u r e n d e e r g e r n i s en d r o e f e n i s , als hij tot de b e k e n t e n i s m o e t komen:
„ H e t g o e d e , dat ik wil, d o e ik n i e t ; het k w a d e , dat
ik niet wil, d o e
ik".
H e t is hem tot s c h a a m t e , h o e zelfs zijn b e s t e w e r k e n n o g m e t z o n d e b e v l e k t zijn, e e n w e g w e r p e l i j k kleed
gelijk.
E n d a a r b i j w e e t hij, niet o p zich zelf te staan. Hij
voelt
zich één m e t al die a n d e r e n , die met hem o p C h r i s t u s h o p e n , en e e n z e l f d e dierbaar g e l o o f d e e l a c h t i g z i j n ; s a m e n v o r m e n d e het
ééne
lichaam
van
Christus,
waarin d e z e , het
w o o n t d o o r Zijn G e e s t , en waarin d e n ; s a m e n een heilige t e m p e l ,
Hoofd,
Hij verheerlijkt wil w o r -
die s c h i t t e r e n d van g o d d e -
lijke d e u g d , b e h o o r d e de g l a n s e n d e s h e m e l s uit te stralen in de w e r e l d , die n o g ligt in de duisternis. Maar,
och arme —
h o e vaak gelijkt
deze gemeente
des
H e e r e n een huis van k o o p h a n d e l , een hol van m o o r d e n a r e n ! o n t h e i l i g d d o o r z o n d e n , die zelfs o n d e r de o n g e l o o v i g e n niet genoemd
worden!
In stee van tot j a l o e r s c h h e i d te v e r w e k k e n
— een v o o r -
w e r p van s p o t en e r g e r n i s v o o r de w e r e l d ; o o r z a a k g e v e n d e aan de v i j a n d e n , dat de N a a m d e s H e e r e n w o r d t g e l a s t e r d . Het is den v r o m e een d a g e l i j k s c h g e b e d , een v o o r t d u r e n d e strijd, o m in alle g o e d w e r k te w a n d e l e n ; o m vruchten dragen —
„vergeef ons onze De
te
maar elke d a g m o e t hij w e e r de b e d e o p z e n d e n :
Kerk,
die
schulden!" hij liefheeft, o m d a t hij C h r i s t u s
liefheeft;
wier heiligheid hem ter harte g a a t ; wier vlekken en r i m p e l s h e m e e n d r o e f h e i d d e s harten zijn en hem tot s c h u l d voor
God
—
die
Kerk
te
d o e n g l a n z e n van
zijn
goddelijke
s c h o o n h e i d , d a a r n a a r gaat zijn hart met h e i m w e e uit.
Zijn
ziel s c h r e e u w t ernaar, als het a f g e j a a g d e hert n a a r de waterstroomen ! In
zijn
beste
oogenblikken
d r a a g t hij die K e r k o p zijn
hart v o o r den t r o o n der g e n a d e , o m v o o r haar af te s m e e k e n
de heiligheid, die het huis d e s H e e r e n sierlijk is, in den N a a m van den g r o o t e n H o o g e p r i e s t e r , die zelve b a d : Heilige V a d e r , heilig ze in U w e waarheid — m a a r bij dat b i d d e n blijft het niet — aan het o p r e c h t e g e b e d paart zich de d a a d . Na het g e b e d rijst hij o p en g o r d t zich aan tot den strijd. Het t e k o r t dat hij overal o n t d e k t e , in z i c h z e l v e n het m e e s t , o o k in zijn n a a s t e n ; de z o n d e n , w a a r o v e r zelfs de o n h e i l i g e w e r e l d s c h a n d e spreekt, en h e m vervullen met hartelijk ber o u w — ze m a k e n h e m niet m o e d e l o o s n o c h w e r k e l o o s ; maar zijn hem z o o v e e l prikkels, die h e m a a n s p o r e n tot den g e e s telijken strijd tegen de vijanden, die de heiligheid der kerk bezoedelen. O f hij het ideaal o o k grijpen
mocht!
En bij e l k e teleurstelling, na e l k e n e d e r l a a g sterkt hij zich in den H e e r e , zijn G o d , s t r i j d e n d e ten einde t o e . E l k e m a c h t , die zich plaatst in den w e g die tot d e z e heiligheid nader voert, treedt hij m a n m o e d i g Ook
de
macht
tegen.
der D r i n k g e w o o n t e n , d e m a c h t van het
Alcoholisme. Niet de drank als z o o d a n i g . Dat h o e f t hier niet o p z e t t e lijk n o g e e n s te w o r d e n
ontwikkeld.
Als g a v e G o d s is hij g o e d . In de stof schuilt niet de z o n d e . M a a r w a a r t e g e n wij, terwille van de heiligheid van 's H e e r e n huis, den strijd v o e r e n , dat is het De
alcohol
oefent
Alcoholisme.
o p den m e n s c h , die een z o n d a a r is,
o o k o p het kind des H e e r e n een i n v l o e d uit, w a a r d o o r v o o r t g a n g der h e i l i g m a k i n g w o r d t Ik w e e t wel, de i n w e r k i n g van b i j n a z o o g o e d als Alleen
geheel
nog
de
belemmerd. de
stof o p den g e e s t is
een o n o p g e l o s t
probleem.
de e r v a r i n g kan o n s hier e e n i g licht v e r s c h a f f e n ,
z o n d e r o n s een v e r k l a r i n g te k u n n e n g e v e n . Z o o staat het vast, o m d a a r m e e te b e g i n n e n , dat het g e b r u i k van a l c o h o l z o r g e l o o s m a a k t ; en d u s de w a a k z a a m h e i d
vermindert.
W a t doet de m e n s c h , die o n d e r den z w a r e n druk der zorg e n dreigt te b e z w i j k e n ? Hij grijpt n a a r het g l a s , o m zich een
8
roes
te
drinken,
daarin
v o o r een tijd zijn z o r g e n
te
vergeten, om, van den druk ontheven, liet lied van vermeende vrijheid uit te brallen! Deze invloed van den alcohol op den mensch is oorzaak, dat de Schrift ze in één vermaning samenvoegt: Zijt „nuchteren en w a a k t ! " W i e niet nuchteren is, houdt meteen op waakzaam te zijn! En dat is in den strijd tegen de zonde, voor alle dingen, noodig. Altijd ligt ze op de loer; zonder onderbreking. Als we ons tot den arbeid schikken en als we uitgaan. Als we ter kerk gaan en naar de markt. Als we in gezelschap zijn, ook als we alleen zijn. Als we jong zijn, zoo goed als wanneer de ouderdom daar is. Als we voorspoed genieten, maar ook als tegenspoed ons deel is. Altijd en overal tracht de zonde ons te bespringen en te bemachtigen. In een der cellen van de gevangenis zag ik de spreuk hangen: „Een uur van onbedachtzaamheid, kan maken, dat men jaren schreit." De gevangene, die dagelijks die spreuk voor zich zag, moest het toestemmen. Alleen, 't is erger dan het hier tot uitdrukking is gebracht I Een uur — lees gerust: één moment, één ondeelbaar oogenblik. Daarom geldt het: Altijd waakzaam! Als de zonde lokt, en we het beslissende antwoord moeten geven: wee ons, als de drank onze waakzaamheid heeft verzwakt, zoodat we de zonde niet als zonde onderkennen ; maar haar, de dienaresse des satans, houden voor een engel des lichts; achter den vromen mom niet ontdekken den duivelschen grijns; als een schildwacht, die een nadersluipenden vijand aanziet voor een soldaat uit eigen leger. De drank brengt ons in een toestand van half slapen, half waken. Dingen die we anders als zonde zien, lijken ons dan geheel onschuldig. Woorden, die we anders niet toelieten naar buiten te treden, laten we dan ongemoeid passeeren: ruwe taal, vuilspreken, vloeken.
Het heilige h o u d t op v o o r o n s heilig te zijn. Z o n d e r n o g tot onheilige spot te vervallen, zien w e toch de g r e n s niet scherp meer en vergeten de schoenzolen te o n t b i n d e n bij het betreden van heiligen g r o n d ! W e veroorloven o n s scherts over de kerk en haar dienaren en hun arbeid. De heiligheid van het huwelijk verliest voor een o o g e n blik haar g l a n s ; met de waarheid nemen w e het niet n a u w meer. De wacht voor o n z e lippen is in slaap gevallen, met het gevolg, dat de toon van het gesprek daalt en verre blijft beneden het peil, w a a r o p de Apostel Paulus deze plaatst in zijn brief aan de g e m e e n t e te E f e z e : „Legt af d e leugen en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn n a a s t e ; geen vuile rede ga uit u w e n m o n d , maar z o o er eenige g o e d e rede is tot nuttige stichting, o p d a t zij g e n a d e geve dien, die ze h o o r e n ! " O o k o n z e fantasie krijgt gelegenheid den breidel af te w e r p e n : z o o a l s het paard er van d o o r gaat, z o o d r a het merkt, dat de v o e r m a n z o r g e l o o s w o r d t . W e tooveren o n s luchtkasteelen, en meenen, dat het vaste huizen zijn, waarin w e veilig w o n e n ; de arme w a a n t zich rijk; de z w a k k e s t e r k ; de d w a z e g e l e e r d ; de h o n g e r i g e d r o o m t , dat hij gegeten heeft en verzadigd is. Maar erger is, dat de verbeelding z w e r f t o c h t e n o n d e r n e e m t o p v e r b o d e n terrein; zich verlustigt in z o n d i g e o n d e r n e m i n g e n , die ze o p t o u w zet en schitterend uitvoert: de een d r o o m t van een g o e d geslaagde inbraak, de a n d e r van een zoete w r a a k n e m i n g ; een derde van een zondige, zinnelijke genieting. Deze ijdele fantasieën zijn niet tolvrij en o n s c h u l d i g ; daarin ligt de wortel van het k w a a d : de onheilige begeerte baart straks de s n o o d e d a a d : baldadigheid, oneerlijkheid, onzedelijkheid, m o o r d en s p o t ! D a a r v o o r is n o g niet eens n o o d i g , dat w e o n s d r o n k e n drinken, en o n s bevinden in kennelijken staat. T r o u w e n s , dan had ik er niet zooveel w o o r d e n over b e h o e v e n te verspillen; dat geeft ieder v o e t s t o o t s t o e : dat de b e s c h o n k e n e het heilige met voeten treedt; een s c h a n d v l e k is v o o r de
10
gemeente; een smaad voor den Heere. Maar reeds ver voor de drank het slachtoffer in zijn macht heeft gekregen, worden de heillooze gevolgen openbaar. Om dat aan te toonen, wil ik een beeld gebruiken: Een auto moet goed-functioneerende remmen hebben. Zonder deze kan hij zich elk oogenblik te pletter rijden of in den afgrond storten. Aan die remmen mag niets haperen. Vandaar het toezicht, dat er op wordt uitgeoefend, en de straf op het niet-in-orde hebben daarvan. Nu is een dronken mensch een auto zonder remmen. Maar zoodra de alcohol zijn gevaarlijken invloed doet merken, is er reeds iets met het remtoestel niet in orde en stelt men èn zichzelf èn anderen bloot aan het grootste gevaar! Ik sprak in dit beeld van de remmen ; ik had ook even zoo goed kunnen spreken van het stuur-apparaat; ook van den motor. Nog beter van alle tegelijk! Als het voor ons maar vaststaat, dat de onzalige invloed van den alcohol zich reeds laat merken, ver voor er „dronkenschap" valt te constateeren. Als het jolig toegaat, als de tongen los komen, als de oogen beginnen te schitteren, als het gezelschap zoo echt ongedwongen wordt — functioneeren de remmen niet goed meer, dan valt de schildwacht in slaap, dan krijgt de zonde haar kans en werpt vlekken op het kleed der heiligheid, dat onbesmet had moeten blijven! Dat zijn dan nog niet direct ergelijke zonden, waarover de eene broeder den anderen vermaant, en die, als het noodig blijkt, bij den kerkeraad worden aangebracht. Het zijn zonden, waarvan de ambtsdragers niet eens weten, tenzij ze zelf in zulk een gezelschap vertoeven ; met het gevolg dat een kerkeraad den verderfelijken invloed van de drinkgewoonten op de heiligheid der kerk zoo dikwijls onderschat en meent dat het met 't drankkwaad nog al meevalt; want zoo wordt er geredeneerd — er komen in onze
g e m e e n t e b i j n a g e e n d r a n k g e v a l l e n v o o r en s l e c h t s z e l d e n blijkt het n o o d z a k e l i j k , d a t i e m a n d v a n w e g e d e n d r a n k m o e t w o r d e n a f g e h o u d e n van het Heilig A v o n d m a a l . M a a r w i e er iets van w e e t , w a t er o m g a a t in d e g e m e e n t e , in g e z e l s c h a p p e n , o p b r u i l o f t e n , o v e r a l o n d e r o n z e j o n g e m e n s c h e n , w a a r d e flesch d a p p e r w o r d t a a n g e s p r o k e n en niet o p een g l a a s j e w o r d t g e z i e n — m o e t t o e g e v e n , dat bij al z u l k e g e l e g e n h e d e n veel g e d a c h t , g e s p r o k e n , g e d a a n w o r d t , d a t , g e m e t e n m e t d e n maatstaf van G o d s heiligen wil, niet d o o r d e n b e u g e l k a n ; w a a r d o o r o n z e G o d , die d e H e i l i g e is, w o r d t b e d r o e f d ; w a a r d o o r w e niet v o r d e r e n o p d e n w e g d e r h e i l i g m a k i n g , m a a r s t r u i k e l e n , vallen, zelfs wel v e r a c h t e r e n . Behalve dat de drank de w a a k z a a m h e i d doet verf l a u w e n , v e r h i n d e r t d e d r a n k d e n christen zijn v o o r n a m e w a p e n , het g e b e d , te h a n t e e r e n . D e b e h o e f t e aan h e t g e b e d v e r z w a k t en e e n s f e e r o n t s t a a t , w a a r i n h e t g e b e d niet t h u i s hoort. In d e h e i l i g m a k i n g is n a a s t d e w a a k z a a m h e i d het g e b e d wel het m e e s t o n m i s b a a r . D e H e i l a n d v o e g t ze in Zijn verm a n i n g tot d e j o n g e r e n d a n o o k s a m e n : „ W a a k t en b i d t " . Een s c h i l d w a c h t , die s l a a p t , w o r d t o v e r r o m p e l d ; m a a r een w a k e n d e s c h i l d w a c h t z o n d e r g e w e e r is e v e n m i n v a n veel w a a r d e . D a a r o m w a k e n —• en b i d d e n . En n a a r m a t e d e d r a n k i n v l o e d o p d e n m e n s c h krijgt, o p den vrome, wordt de g e b e d s d r a n g minder. D r i n k e n en v l o e k e n — d i e t w e e g a a n s a m e n . D r i n k e n en b i d d e n sluiten elkaar uit. H e t g e b e d o p d e lippen v a n e e n , d i e o n d e r i n v l o e d is, is o n s een w a l g i n g . H o e k a n h e t a n d e r s ! H e t g e b e d v e r o n d e r s t e l t een besef v a n d i e p e a f h a n k e l i j k h e i d ; en d e d r a n k vervult d e ziel m e t een o v e r d r e v e n g e v o e l van e i g e n w a a r d e . H e t g e b e d v e r o n d e r s t e l t e e n klaar besef van d e h o o g e Majesteit d e s H e e r e n , w a a r d o o r Hij o n e i n d i g v e r is v e r h e v e n b o v e n alle s c h e p s e l — en d o o r d e n i n v l o e d van d e n d r a n k w o r d e n alle g r e n z e n u i t g e w i s c h t : die o n d e r i n v l o e d is, w o r d t
12
„ a m i c a a l " j e g e n s i e d e r e e n , z e l f s t e g e n zijn m e e r d e r e , v o o r w i e n hij, in n o r m a l e o m s t a n d i g h e d e n , m e t s c h u c h t e r e n eerb i e d z o u zijn v e r v u l d . Het gebed veronderstelt z o n d e - b e s e f ; maar waar de drank b e g i n t te w e r k e n , w o r d t z o n d e niet m e e r als z o n d e g e z i e n w e z a g e n h e t r e e d s •— en is v o o r z o n d e - b e s e f d u s g e e n plaats. H e t g e b e d is een o p s t i j g e n ten h e m e l tot v o o r d e n t r o o n d e r h e m e l s c h e M a j e s t e i t en d e d r a n k t o o v e r t r o n d o m d e n m e n s c h e e n h e m e l o p a a r d e , w a a r i n hij zich w o n d e r l i j k w e l gevoelt. N o g e e n s , d r i n k e n en b i d d e n g a a t niet s a m e n . N a a r m a t e er m e e r w i j n g a a t in d e n m a n — o n t g l i j d t het w a p e n d e s g e b e d s zijn h a n d e n en staat hij m a c h t e l o o s , als straks de z o n d e hem bespringt. E e r s t v o e l t hij m i s s c h i e n n o g d e b e h o e f t e a a n g e b e d , m a a r b e g r i j p t tegelijk, d a t h e t g e b e d in zijn m o n d niet past. S t r a k s v e r d w i j n t o o k die b e h o e f t e — en is hij aan zijn v i j a n d e n overgeleverd. E n v o o r t s : b e h a l v e h e t w a k e n en het b i d d e n in d e n strijd d e r h e i l i g m a k i n g is n o o d i g het v o l h a r d e n ! V o l h o u d e n tot h e t e i n d e t o e ; n i m m e r a f l a t e n ; altijd o p n i e u w zich a a n g o r d e n tot d e n strijd, o n d a n k s g e l e d e n n e d e r l a g e n ; o o k na behaalde overwinningen. Er m o e t zijn een s t a n d v a s t i g willen v a n het g o e d e , o o k al blijkt h e t t e l k e n s w e e r , d a t w e niet d o e n , h e t g e e n w e wilden. Z o o d r a d e wil verslapt, zijn w e o v e r g e l e v e r d en g a a n w e n o o d w e n d i g achteruit! D a a r o m is d e a l c o h o l in zijn g e v o l g e n z o o f u n e s t v o o r h e t l e v e n in d e h e i l i g m a k i n g . W a n t d e a l c o h o l v e r s l a p t d e n wil, i n p l a a t s v a n h e m te stalen. I e m a n d d i e k o m t o n d e r zijn i n v l o e d , is als een s l a p p e l i n g , niet in staat z i c h o v e r e i n d te h o u d e n , niet in e i g e n l i j k e n , e v e n m i n in z e d e l i j k e n zin. Hij s t e m t u alles toe, g e e f t u in alles g e l i j k ; is b e r e i d u alles te b e l o v e n , w a t g e van h e m v e r g t ;
hij is, geloof het gerust, eerlijk van plan, het uit te v o e r e n . Maar de wil, die zich o n d e r u w redeneeren, even heeft gericht o p het g o e d e , klapt als een leege zak samen, z o o d r a ge u hebt verwijderd. Van een doorzetten en volhardend willen geen sprake. Z o o is het momenteel bij ieder, die te veel g e d r o n k e n heeft, lang v o o r hij, wat w e n o e m e n , d r o n k e n is. Z o o w o r d t d e toestand chronisch, bij ieder, die geregeld „te veel" gebruikt. Af en toe waakt de wil even op, en v o r m e n zich g o e d e v o o r n e m e n s , maar als m o r g e n n e v e l s v o o r de o p g a a n d e z o n v e r d w i j n e n ze. Een wil, die zich standvastig richt o p het g o e d e , o p een wandel o v e r e e n k o m s t i g al de g e b o d e n des Heeren, z o o noodig, om steeds meer te m o g e n b e a n t w o o r d e n aan den eisch des Heeren, heilig te zijn — zulk een wil kan zich niet v o r m e n in een g e m o e d , dat telkens weer den verslappenden invloed van den alcohol ondergaat. En eindelijk: Ik n o e m d e reeds h o e de alcohol de waakzaamheid vermindert, o n b e k w a a m maakt tot het g e b e d , den wil verslapt, maar wil nu n o g wijzen o p een m e r k w a a r d i g e uitspraak van den apostel in den brief aan E f e z e ; o p deze n.1.: W e e s t niet d r o n k e n in wijn, waarin o v e r d a a d is, maar weest vol van den Geest. Hier w o r d e n tegenover elkaar gezet, als tegenstelling: een vol zijn van den wijn en een vol zijn van den Geest. Schijnbaar h e b b e n beide dezelfde gevolgen : zij maken den mensch beide geestdriftig, spraakzaam, zanglustig. Maar die o v e r e e n k o m s t is s c h i j n b a a r ; in den g r o n d der zaak sluit het eene het a n d e r e uit. Wie het eene kiest, verwerpt d a a r d o o r het andere. W i e vol is van den wijn, kan tegelijk niet vol zijn van den Geest. En nu is de Heilige G e e s t d e g r o o t e Auteur der heiligm a k i n g — waarbij de mensch niet lijdelijk is: reeds meer dan 14
eens wezen w e er o p : H e t is onze r o e p i n g : de heiligmaking, w a a r t o e w e telkens w e e r w o r d e n v e r m a a n d . Maar toch is o o k o n s w e r k e n weer niet a n d e r s dan vrucht d e s Heiligen O e e s t e s in o n s ! H o e meer w e dien G e e s t in o n s laten w e r k e n , h o e meer w e zullen vorderen in dat G o d e welbehagelijk werk. Staan w e daarentegen dien Geest tegen, b e d r o e v e n w e H e m , blusschen w e Hem uit, dan kwijnt de heiligmaking, als een plant, die buiten het licht is geplaatst, en o p tijd niet g e d r e n k t w o r d t . Zal het in onzen levenstuin k n o p p e n en bloeien, zullen er vruchten gezien w o r d e n aan de takken, w a a r t u s s c h e n de vogels h u n lied zingen — dan m o e t de Geest d e s Heeren o n z e n hof d o o r w a a i e n . Dan m o e t e n w e vol zijn des Heiligen G e e s t e s — maar niet d r o n k e n van wijn, waarin overdaad is. En nu zou ik ieder, die het oprecht meent met de heiligheid van de g e m e e n t e des H e e r e n ; wien elke smet o p haar g e w a a d een oorzaak van droefenis is; die er over treurt, dat in zijn persoonlijk leven, in het familie-en gezelschapsleven, bij den arbeid en bij het uitgaan, z o o vaak dingen g e b e u r e n , die niet k u n n e n bestaan met de heiligheid des Heeren — aan hen zou ik willen vragen, of niet heel dikwijls zulke verkeerde, onheilige dingen g e b e u r e n , als w e de flesch o p tafel h e b b e n en lustig den beker laten r o n d g a a n . Dat bij vechtpartijen, twisten, a a n r a n d i n g e n , ontucht, het misbruik van drank een g r o o t e rol speelt — dat k u n n e n de statistieken b e w i j z e n ; en de g e v a n g e n i s s e n ; de behandeling van tuchtzaken o p den kerkeraad kan er o o k van getuigen. Maar wie onzer heeft het o o k niet ervaren, h o e de teere s c h o o n h e i d van het godzalige leven bezoedeld, b e s m e u r d w o r d t , o n d e r het vroolijk drinken van een glas g o e d e n wijn. Wat w e dan wel g o e d trachten te praten met de bewer i n g : Een m e n s c h m a g toch wel eens vroolijk zijn! „ D e
w i j n is d a a r v o o r t o c h g e g e v e n ! " m a a r t o c h — als w e eerlijk zijn, m o e t e n w e e r k e n n e n — w i j h a d d e n o n s zelf, o n z e heilige r o e p i n g , even uit het o o g v e r l o r e n . T o c h wil ik niet w o r d e n m i s v e r s t a a n ! In t w e e ë r l e i o p z i c h t niet. T e n e e r s t e niet, alsof ik z o u m e e n e n , d a t d e g e h e e l o n t h o u d i n g van het g e b r u i k van a l c o h o l i c a o p zichzelf een s c h r e d e z o u zijn o p d e n w e g d e r h e i l i g m a k i n g . T e n t w e e d e niet, alsof ieder g e b r u i k van a l c o h o l h o u d e n d e d r a n k e n n o o d z a k e l i j k het kleed d e r h e i l i g h e i d , d a t d e n C h r i s t e n moet sieren, zou besmetten. O v e r elk van d e z e een k o r t w o o r d . N e e n , ik wil hier niet d e leer v e r k o n d i g e n , d a t h e t nalaten van 't g e b r u i k van sterke d r a n k e n o p zichzelf een g o e d w e r k z o u zijn, dat d e n H e e r e w e l g e v a l l i g i s ; w a a r d o o r w e b e t e r , heiliger zijn d a n d e g e n e n , die d e z e n s t a p n o g niet hebben kunnen doen. A s c e s e , o n t h o u d i n g v a n een o p zichzelf g o e d e g a v e , d o o r G o d o n s g e s c h o n k e n , tot o n s n u t of als g e n o t m i d d e l , is niets v e r d i e n s t e l i j k s . Hij v r a a g t niet v a n o n s , d a t w e o n s vrijwillig z o u d e n k w e l l e n of o n s e e n i g g e n o t z o u d e n o n t z e g g e n . Als Hij o n s leed t o e s c h i k t , of v r e u g d e o n s o n t h o u d t , zullen w e d a t g e d u l d i g d r a g e n , m a a r tegelijk o o k b i d d e n d e t r a c h t e n van het leed o n t h e v e n te w o r d e n en w e e r d e v r e u g d e te g e n i e t e n . D a a r t o e is Hij g e k o m e n . Zijn o p e n b a a r o p t r e d e n o n d e r Israël is er o n s het k l a a r s t e b e w i j s v a n . Alleen als wij het leed niet a n d e r s k u n n e n o n t g a a n , of d e v r e u g d e niet a n d e r s k u n n e n s m a k e n , d a n in e e n z o n d i g e n w e g — d a n h e b b e n w e hierin te b e r u s t e n — m a a r d a n legg e n w e het o n s zelf o o k niet m e e r o p , m a a r b e s c h i k t G o d s vrijmacht het over ons. N o g e e n s , h e t is g e e n d e u g d , d e g o e d e g a v e , d i e G o d o n s reikt, af te w i j z e n , en d a a r v o o r te kiezen d e d o o r n en distel, die wij zelve g a a n p l u k k e n ; d a a r m e e w o r d t Hij, d e m i l d e G e v e r , niet v e r h e e r l i j k t — wel o m g e k e e r d I o o p e n w e g r o o t g e v a a r te t r a c h t e n o n s zelf in d e z e n w e g te v e r h e e r l i j k e n .
16
Die meent, d o o r de daad van zijn o n t h o u d i n g in heiligm a k i n g hen te overtreffen, die n o g wel eens iets gebruiken, is bezig een lapje „eigengerechtigheid" te naaien o p zijn kleed, w a a r d o o r het niet rijst maar daalt in w a a r d e v o o r H e m , met W i e n wij te d o e n h e b b e n . En wat ik in de t w e e d e " p l a a t s n o e m d e : niet elk glas, dat w e drinken, heeft onverbiddelijk tengevolge, dat in o n s de w a a k z a a m h e i d zou v e r z w a k k e n , het g e b e d zou w o r d e n verhinderd of de wil ten g o e d e z o u verslappen, de Heilige G e e s t zou w o r d e n b e d r o e f d . Als dat z o o ware, zou de Heere in Zijn heilig A v o n d maal zeker niet den wijn als teeken h e b b e n gesteld; z o u d e Schrift o n s niet zooveel g o e d s van den wijn meedeelen, z o u d e n zooveel ernstige m a n n e n en v r o u w e n , die godzaliglijk w a n d e l e n , niet de vrijmoedigheid hebben, ervan te gebruiken. De z o n d e zit niet in den wijn, zelfs niet in den sterken drank. Z o o k o m e n w e te staan voor de g r o o t e moeilijkheid, die wel de moeilijkheid in o n z e n drankstrijd is. Als dan toch het gebruik van wijn, laat ik dezen drank nu maar eens n o e m e n , o p zich zelf geen z o n d e is; en niet in den Bijbellis v e r b o d e n — terwijl o m g e k e e r d de geheelo n t h o u d i n g aanleiding kan geven, dat w e in h o o g m o e d o n s z o u d e n gaan verheffen, en het kleed van den o o t m o e d , dat o n s moet sieren, s c h e n d e n — h o e kan d a n toch de Geref. Vereen, voor Drankbestrijd i n g telkens weer met den eisch, met het dringend verzoek k o m e n tot de belijders der Geref. w a a r h e i d : „Sluit u bij o n s a a n ! " en dien eisch a a n d r i n g e n met de verzekering, dat w e in o n z e actie opzettelijk mede-arbeiders willen en k u n n e n zijn aan de heiligheid, die de Heere voor alle dingen zoekt bij Zijn volk. Daarover h o o p ik, als laatste deel van m'n referaat, te handelen. En dan meer speciaal, met het o o g o p het ond e r w e r p , dat w e k o z e n : h o e durft de Geref. Vereen, v o o r d r a n k b e s t r i j d i n g er bij o n s volk o p a a n d r i n g e n : „sluit u bij
o n s a a n , als g e met o n s G o d s kerk lief h e b t , en alles z o u d t willen g e v e n , dat ze naar eisch van haar r o e p i n g , heiliglijk zou leven in deze t e g e n w o o r d i g e , b o o z e
wereld."
Dat b e h o e f t g e e n n a d e r b e t o o g v o o r z o o v e r w e o n s richten tot en h a n d e l e n o v e r d i e g e n e n o n d e r o n s , die g e r e g e l d , of die z o o nu en dan, bij speciale g e l e g e n h e d e n : als marktdagen,
nieuwjaar,
bruiloften
en dgl.
zich te buiten
gaan;
die m e e r m a l e n d o o r vriend en vijand g e s i g n a l e e r d zijn, als zich
te b e v i n d e n
in
kennelijken
staat;
die
d o o r een taxi
stiekum thuis w o r d e n b e z o r g d of d o o r een toevalligen v o o r b i j g a n g e r zijn o p g e p i k t en met een vriendelijk w o o r d j e naar huis w o r d e n Dat en
zijn
zij
geloodst. d e g e n e n , w a a r o v e r de w e r e l d s c h a n d e s p r e e k t ,
zeggen
er
achteraan:
„ook
n o g wel een
Gerefor-
m e e r d e ; een m o o i lid; hij lijkt meer te b e h o o r e n tot de natte gemeente!" Dat vuile
zijn
degenen,
vlekken
op
die
schande
brengen
den n a a m van C h r i s t u s kwalijk w o r d t Zij
zijn
midden
het,
der
o v e r de k e r k ;
haar k l e e d ; die o o r z a a k g e v e n , dat van
die,
zoo
gemeente
vaak
staat
gesproken.
de tafel d e s H e e r e n in het
a a n g e r i c h t te w o r d e n , in den
kerkeraad een o n d e r w e r p van b e s p r e k i n g u i t m a k e n ; die bezocht, veel
vermaand,
soms afgehouden
w o r d e n , kinderen
van
zorgen.
Al zou zelfs m a a r één lid o n z e r kerk (ik b e d o e l hier maar e e n s de plaatselijke kerk) een o n m a t i g drinker zijn, die d o o r zijn o n v a s t e n g a n g , zijn b e n e v e l d v e r s t a n d , zijn d u b b e l s l a a n d e tong,
een
v o o r w e r p van
s p o t en — m e d e l i j d e n —
werd,
h o e m o e s t e n wij niet alles in het w e r k stellen, dezen
zon-
d a a r te b e h o u d e n
van de d w a l i n g zijns w e g s ; terwille van
hemzelven;
en v o o r a l , terwille van de heiligheid
der
H o e gaat het o n s , als w e o p een n i e u w k l e e d , w a a r
we
ook,
gemeente. trotsch o p g a a n , één e n k e l e vlek k r i j g e n . H e t spijt o n s dat in de eerste p l a a t s ; maar w e d o e n tegelijk o n s b e s t , die vlek, die é é n e vlek te
18
verwijderen.
—
uiterste
N e e n , w e z e g g e n niet: „ z o o g o e d als het heele kleed ziet er keurig netjes uit; alleen dat eene kleine plekje, misschien n o g geen tienduizendste deel van de geheele oppervlakte, is w a t g e s c h o n d e n , d u s wat maakt dat uit!" 't Kost, wat het k o s t : die vlek moet w e g . Als w e zelf g e e n middel weten, en de g o e d e raad van h u l p v a a r d i g e vrienden niet helpt, plaatsen w e een v r a a g in de krant. En blijkt er tenslotte geen middel te bestaan, dan d r a g e n w e het met tegenzin af, of, als w e het d o e n k u n n e n , leggen w e het aan den kant. H o e moesten w e dan o o k niet, n o g veel meer, er o p uit zijn, om al w a s het dan o o k slechts dien eenen d r o n k a a r d , niet te verwijderen — dat is gemakkelijk g e n o e g — maar te b e h o u d e n en z o o de g e m e e n t e van dezen smet te zuiveren. L a n g s welken w e g ? D a a r o v e r zijn het allen e e n s : V o o r dezulken is er maar één weg, hij moet g e h e e l o n t h o u d e r worden. Nu is dat gemakkelijk g e z e g d : „Beste b r o e d e r , je moet g e h e e l o n t h o u d e r w o r d e n " , tot iemand, wien reeds het water o m de tanden loopt, als hij aan een v o l g e s c h o n k e n glas denkt, en die een o n b e d w i n g b r e d o r s t krijgt, als hij een gezelschap o m de tafel ziet zitten, waar het maar g a a t : „tap in, en drink uit!" Zal z o o 'n g o e d e raad meer dan een raad zijn, zal het o o k een h e l p e n d e h a n d zijn, die hem w o r d t t o e g e s t o k e n , dan moet er een kring van g e h e e l o n t h o u d e r s zijn, waarin hij w o r d t o p g e n o m e n ; die met hem en v o o r hem strijden, die hem, z o o vaak hij dreigt te vallen, o p v a n g e n en staande h o u d e n : een drankbestrijdersvereeniging, waarbij hij zich als lid aansluit. En dat is n o g niet e e n s v o l d o e n d e . Dan moet hij, bij zijn bezoek aan vrienden en familie, niet elk o o g e n b l i k de gelegenheid krijgen, om weer o p de smaak te k o m e n , d o o r d a t er in dien kring, heel matig en heel fatsoenlijk wil ik veronderstellen, een borreltje, laat het uitsluitend wijn zijn, w o r d t g e d r o n k e n . Terwille reeds van een z o o ' n d r o n k a a r d z o u d a a r o m een
geheelonthoudersvereeniging op haar plaats zijn en zou het wenschelijk wezen, dat we het in onze eigen huizen niet schonken noch dronken. Ik weet wel, dat is voor velen uit onzen Oeref. kring te veel gevergd, om voor één zoo'n slampamper, zoo'n zuiplap, zoo'n onbehoorlijken vent, zich het genot van een glas heerlijken wijn op z'n tijd te ontzeggen! Maar dan vraag ik nog eens weer: „ W a t voor moeite getroosten wij ons niet, om uit een kleed, waar we grooten prijs opstellen, al was het maar de eene vlek, die het ontsierde, te verwijderen?" Toch gaat het niet alleen om den dronkaard. Dronkaards, in den gangbaren zin van het woord, hebben we gelukkig in onze Kerk niet zooveel; voor sommigen een reden, nietwaar, om geheelonthouding overbodig te vinden. Na het voorafgaande behoef ik de dwaasheid daarvan niet meer aan te toonen. Laat het zoo zijn; dronkaards hebben we niet veel in onzen kring. Maar wel zijn er heel wat, al valt het uiterst moeilijk hun aantal te schatten, die na een tweede of derde glas niet meer zich zelf zijn; niet recht meer weten wat ze zeggen; de controle over hun woorden en daden verliezen ; wel eens buiten slaan, zooals dat dan heet. Met buitengewone geestdrift een of andere deun uitjubelen; zelfs wel een psalm of christelijk lied, dat er in onze kringen bijhoort. leder onzer heeft het wel eens meegemaakt, hoe er langzamerhand een losheid van toon gaat heerschen, die niet past bij de heiligheid van het woord, dat zelfs dan nog in toespraak of lied, het Christelijk étiquet moet drukken op 't feest. Of dat erg is? „ D o e het getier uwer liederen van Mij w e g " , sprak G o d eenmaal door den mond van een Zijner profeten tot Israël. Wat zou Hij moeten zeggen tot onze drinkende en zingende feestvierders, die 't „Geloofd zij God met diepst ontzag", of „Ga niet alleen door het leven" en dgl. uitbrallen, krach-
20
tiger, n a a r m a t e ze m e e r w i j n h e b b e n
gedronken.
Of dat e r g i s ? Gezien van o n s menschelijk, zondig-menschelijk standpunt — w e l n e e n , d a n is h e t niet e r g . M a a r g e m e t e n m e t d e n m a a t s t a f , die G o d s heiligheid a a n legt, d a n is het w e l e r g , d a n is h e t e e n g r u w e l . E n w a n n e e r b e g i n t d e w i j n n u o p d e n m a n of d e v r o u w dien f u n e s t e n i n v l o e d te k r i j g e n ? N a één g l a s ? N a t w e e ? D a t is juist z o o moeilijk te z e g g e n . D a t k o m t o n g e m e r k t . En n a a r m a t e d e w i j n h e t v e r s t a n d en h e t g e w e t e n v a n zijn f u n c t i e o n t s l a a t , w o r d t d e lust tot d i e n d r a n k g r o o t e r . „Ik w e e t p r e c i e s , h o e v e e l h e t lijden k a n " , w o r d t er b e w e e r d . M a a r n i e t t e m i n , blijft het e e n g e v a a r l i j k o n d e r n e m e n . M i s s c h i e n d a t m e e r d e r e n , m i s s c h i e n wel d e m e e s t e n er in s l a g e n , m a a t te h o u d e n en b i n n e n d e p e r k e n te b l i j v e n — er zijn er t o c h altijd, d i e te ver g a a n e n , als ze o p r e c h t e k i n d e r e n G o d s zijn, en zich later h e r i n n e r e n , h o e ze zich h e b b e n aangesteld — n o g eens voor de m e n s c h e n netjes, alleen w a t u i t g e l a t e n — t o c h zich d a a r o v e r v o o r G o d verootmoedigen. O o k t e r w i l l e v a n d e z u l k e n ; o m z u l k e v l e k k e n , laten w e h e t v l e k j e s n o e m e n , v e r w i j d e r d te h o u d e n v a n het heilige k l e e d , w a a r i n w e v o o r G o d s a a n g e z i c h t h e b b e n te w a n d e l e n in het m i d d e n d e r w e r e l d , die o p o n s let — v e r d i e n t het alle a a n b e v e l i n g , zich van d e a l c o h o l i s c h e d r a n k e n liever g e h e e l te o n t h o u d e n , tenzij, d a t g e kleine s p a t j e s en v l e k j e s o p h e t heilige kleed niet e r g v i n d t — w a t w e van ernstigl e v e n d e C h r i s t e n e n niet m o g e n v e r o n d e r s t e l l e n . E n d a n k o m ik tot d e g r o o t e r u b r i e k v a n d e g e n e n , d i e a b s o l u u t g e e n d r o n k a a r d s zijn, die z o o g o e d t e g e n een enkel g l a s k u n n e n , d a t ze n i m m e r o n d e r d e n i n v l o e d e r v a n k o m e n en s t e e d s p r e c i e s d e z e l f d e blijven ; die d a a r o m a b s o l u u t niets v o e l e n v o o r d e n eisch d e r g e h e e l - o n t h o u d i n g . D a t zijn d e g e n e n , d i e h e t moeilijkst zijn te b e w e r k e n ; die s c e p t i s c h t e g e n o v e r o n z e actie s t a a n en s o m s m e d e l i j d e n d o p o n s neer zien.
Laten w e eens a a n n e m e n , dat de drank hun geen k w a a d d o e t ; dat ze ook geen gevaar loopen tot onmatigheid of tot d r o n k e n s c h a p te vervallen; hoewel dit van te voren nooit vaststaat. Er zijn wel d r o n k a a r d s g e w o r d e n , die, toen ze met drinken b e g o n n e n , vast overtuigd waren, altijd matig te kunnen blijven; die hun eigen krachten h e b b e n overschat, en den invloed van den alcohol h e b b e n onderschat. W e l n u , z o o zijn de meesten in onze Oeref. Kerk willen w e a a n n e m e n : of die het geheel niet g e b r u i k e n ; öf nimmer er zich aan te buiten gaan. Hen z o u d e n w e z o o g r a a g w a r m willen m a k e n voor onze Vereeniging, die, d o o r het gering aantal harer leden en het milieu waaruit ze hoofdzakelijk v o o r t k o m e n , toch altijd zit in een bepaalden h o e k ; en d a a r d o o r den schijn o p zich laadt, alsof ze niet opbloeit uit het Christelijk, uit het Gereformeerd principe, maar iets anders, iets aparts, iets b i j z o n d e r s is. En z o o l a n g dat z o o blijft, krijgen w e de massa niet mee. Daarom aan hun adres, n o g een enkel w o o r d , in de h o o p , dat gedienstige lezers het willen bezorgen, w a a r het behoort! „Wij drinken niet dan met mate", b e w e r e n d e z u l k e n ; „wij komen nimmer o n d e r den i n v l o e d : wij geven geen aanstoot in eenig d i n g . " Hiermee zou de zaak a f g e h a n d e l d zijn, als w e alleen verantwoordelijkheid voor o n s zelf d r o e g e n . Als de taak, die Christus Zijn Kerk o p d r a a g t , om n.1. af te staan van alle ongerechtigheid, om te schijnen als een lichtend licht, om het beeld des hemelschen te v e r t o o n e n en in welke a n d e r e w o o r d e n Christus en Zijne apostelen niet m o e w o r d e n o n s die taak v o o r te h o u d e n — als de taak d a a r m e e vervuld w a s , dat ieder persoonlijk in eigen leven, aller z o n d e n vijand, ten b l o e d e daartegen k a m p t e — dan z o u d e n de z o o d a n i g e n met o n z e heele actie misschien niets h e b b e n uit te staan. Maar z o o staat de zaak niet! Christus g e m e e n t e is é é n ; één lichaam; één o r g a n i s m e .
D e s m e t , die o p één lid rust, ontsiert het lieele en o n t e e r t
lichaam
Christus.
AI z o u d e n w e het z o o v e r h e b b e n
weten te b r e n g e n , dat
w e zelf v o l m a a k t w a r e n , dan w a r e n w e niet aan het e i n d e van o n z e taak t.o.v. de h e i l i g h e i d van C h r i s t u s g e m e e n t e , m a a r p a s aan het b e g i n . W a n t C h r i s t u s ' z o r g o m Z i j n e g e m e e n t e v o o r te stellen als een bruid, z o n d e r vlek en z o n d e r rimpel, is een w e r k , waarin wij d o o r H e m v e r k o r e n zijn
tot
Zijn
medearbeiders. En z o o moeten
w e d o e n , al wat o n z e h a n d vindt o m te
d o e n , opdat alle o n h e i l i g h e i d uit de g e m e e n t e g e w e e r d w o r d e ; o o k de o n h e i l i g h e i d , die g e v o l g is van het a l c o h o l g e b r u i k . En d a a r o m , o o k d e z e matigen h e b b e n zoo
lief
als
hier een
hun is de o n b e v l e k t e w a n d e l der
roeping,
gemeente;
v o o r a l ten o p z i c h t e van de z w a k k e n . Ik b e d o e l d a a r m e e d e g e n e n , die zich licht aan den drank b e z o n d i g e n ; g r o o t e l i e f h e b b e r s er van z i j n ; g e m a k k e l i j k
te
verleiden o m er te veel van te n e m e n ; met de g e v o l g e n , daaraan
verbonden;
voortaan zonde
er
die zich o o k t e l k e n s v o o r n e m e n , van nu
mee
o p te h o u d e n , o p d a t ze niet w e e r in de
vallen.
Maar
als
dan z o o i e m a n d een b r o e d e r o f zuster, die in
een z e k e r e reuk van heiligheid staat, die geldt als een v a d e r of moeder glas
wijn
in
Israël,
met lof o v e r de heerlijkheid van
h o o r t s p r e k e n , en
een
m e t s m a a k het h e m ziet uit-
d r i n k e n — g e g e v o e l t met mij, dat de z w a k k e , inplaats van in zijn strijd g e s t e r k t te w o r d e n , d a a r d o o r den vijand m i n d e r gevaarlijk a c h t en g e n e i g d is, den t e g e n s t a n d o p te g e v e n . Als
die
mogen En
vromen,
— waarom valt
vergevorderden hij dan
op
den
w e g het wel
niet!
hij dan w e e r in zijn o u d e k w a a l — z e k e r , dan
is hij de v e r a n t w o o r d e l i j k e p e r s o o n , m a a r g a a n die a n d e r e n vrijuit? D e z w a k k e n , d a a r t o e reken ik o o k o n z e k i n d e r e n ; z w a k in dezen zin, dat ze hun o v e r t u i g i n g , hun b e s c h o u w i n g van goed
en
kwaad,
niet
zelfstandig
verwerven, maaar
graag
overnemen
van
anderen,
o o k in dezen zin,
o u d e r e n , van v a d e r en
moeder;
dat ze s p o e d i g hun e v e n w i c h t
verliezen
en buiten s l a a n , z o o d r a er iets b u i t e n g e w o o n s
is.
N e e m die t w e e nu s a m e n ! O m d a t v a d e r en m o e d e r , andere familieleden die in aller a c h t i n g d e e l e n , bij b i j z o n d e r e g e l e g e n h e d e n g r a a g hun g l a a s j e n e m e n , als iets fijns, als 't feest
van
't feest —
zet bij de kinderen zich de g e d a c h t e
vast, dat bij iets feestelijks een g l a a s j e h o o r t ;
maar
omdat
een heel w e i n i g j e a l c o h o l hen het stuur o v e r zich zelf d o e t verliezen — vervallen ze licht tot allerlei b u i t e n s p o r i g h e d e n , dwaasheden — pekelzonden
n o e m t de wereld z e ; wij m o e t e n
z e g g e n : z o n d e n , die de linnen lijfrok, waarin ze, als w e l e e r de
jeugdige
heid
en
S a m u e l , den H e e r e h e b b e n te dienen in rein-
heiligheid,
b e z o e d e l e n . D a t is reeds o p zich zelf
e r g g e n o e g , maar tegelijk z o n d e n die o o k z o o diep k u n n e n invreten, dat ze v o o r altijd hun l e v e n s k l e e d
ontsieren.
W a t zijn vader en m o e d e r , v o o r a l m o e d e r , b a n g dat het kleed, hoe
waarmee
worden
ze
hun
lieveling t o o i e n , vuil zal
worden;
de kinderen, s o m s tot vervelens toe, g e w a a r -
s c h u w d , het netjes te h o u d e n . Zouden
w e dan niet veel m e e r o n s b e i j v e r e n ,
datzehei-
liglijk leeren w a n d e l e n , en niet b e s m e t w o r d e n m e t de z o n d e n , die de j e u g d z o o g e m a k k e l i j k
verontreinigen!
Als w e e e n s k o n d e n n a g a a n , wat de g e v o l g e n s o m s zijn van
een
enkel
glas,
dat
vriendelijkheid een a n d e r Als
jongens werden
steenen niet
te
gooien;
terugroepen.
besten
vriend
we
we
want
m i s s c h i e n uit b e l e e f d h e i d en
opdringen. altijd
gewaarschuwd
niet
Al zien w e h e m o p het o o g van
afgaan,
op
met
een l o s g e l a t e n steen k u n n e n een
kostbare
we
onzen
ruit, er valt niets
m e e r t e g e n te d o e n . Maar
een
dronken,
wat
ingeschonken werkt
borrel,
die uit? W e
die
straks w o r d t
opge-
w e t e n het van te v o r e n
niet. Hij kan heel o n s c h u l d i g zijn, z o o a l s de m e e s t e van de weggeworpen heel e r g s
24
steenen
geen
kwaad
d o e n , 't kan o o k iets
z i j n ; 't kan d e n g e n e , w i e n w e h e m
inschonken,
een oorzaak tot z o n d i g e n zijn. I n z o n d e r h e i d zie ik hier een r o e p i n g v o o r allen, die in het m i d d e n van Christus' kerk een bijzondere taak h e b b e n , en h e b b e n te waken v o o r de heiligheid van 's Heeren h u i s ; v o o r o n z e predikanten, ouderlingen, o n d e r w i j z e r s ! W e tellen in onze gelederen enkelen h u n n e r a a n ; 't ii o p de g r o o t e menigte een witte raaf. Het g r o o t e g r o s blijft van verre s t a a n ; er zijn er o n d e r , die het niet o n d e r stoelen en b a n k e n steken, dat ze e r g gesteld zijn o p een glas g o e d e n wijn en het niet g r a a g zouden afslaan, al is het een feit, dat de wijnkelders in o n z e pastorieën n o g slechts in naam bestaan en in elk geval niet z o o g o e d voorzien zijn als bij onze v a d e r e n . Maar o v e r t u i g d e strijders v o o r de zaak der g e h e e l o n t h o u d i n g tellen w e in o n z e kerkeraden en ook o n d e r de onderwijzers niet veel. Ik begrijp dat niet. Die geen vreemdeling is in de g e m e e n t e , die weet h o e het toegaat o p de fuiven, waar de wijn lustig vloeit; in de gezelschapjes, waarin o p een glaasje meer of minder niet w o r d t gelet; in de café's, w a a r kooplui en b o e r e n elkaar o n t m o e t e n — die weet toch, h o e daar de heiligheid van het volk O o d s , de wandel in eerbaarheid en ingetogenheid, g r o o t gevaar loopt - ja, sterker, dikwijls tot s c h a n d e w o r d t , h o e de g r e n z e n van het welvoeglijke, laat staan die van het heilige, dan vaak w o r d e n o v e r s c h r e d e n ; al k o m t niemand in kennelijken staat, met moeite, thuis. H o e moet dit niet, speciaal den a m b t s d r a g e r grieven, die als een w a c h t e r is gesteld over het huis des Heeren, en hem prikkelen om met een ernstig vermaan deze z o n d e n te b e s t r i j d e n ! Alleen die v e r m a n i n g verliest veel van haar kracht, als het b e k e n d is, dat de a m b t s d r a g e r er o o k niet vies van is, zooals de term luidt. De mensch heeft toch al vele v o n d e n gezocht, niet alleen in de d a g e n van den Prediker. En als dan o n z e m e n s c h e n , de jongeren, maar ook de o u d e r e n , w o r d e n v e r m a a n d zich 25
niet in g e v a a r te b e g e v e n , m a a r h u n aan te richten feest a l c o h o l - v r i j te h o u d e n — h o e v e r s c h u i l e n ze zich d a n g a a r n e en g e m a k k e l i j k a c h t e r d e v e r s c h a n s i n g : bij d o m i n e e , bij d e n o u d e r l i n g , bij m e e s t e r g e b r u i k e n ze h e t o o k . Uit e i g e n e r v a r i n g w e e t ik het. Als er i e m a n d v a n w e g e d r o n k e n s c h a p v e r m a a n d m o e t w o r d e n , a c h t d e d o m i n e e zich g e l u k k i g , z o o d e b e t r o k k e n w i j k o u d e r l i n g zelf g e h e e l o n t h o u d e r is. M a a r dat w i j s t er dan o o k op, dat een w o o r d van vermaan, o o k van waars c h u w i n g , m e e r k r a c h t h e e f t in d e n m o n d van een g e h e e l o n t h o u d e r d a n van e e n , die er o p zijn tijd g r a a g e e n t j e n e e m t . O m g e k e e r d , h o e zou het v o o r b e e l d van o n z e a m b t s d r a g e r s heel velen, die nu n o g s c e p t i s c h t e g e n o v e r o n z e actie s t a a n , b e w e g e n , zich bij o n s a a n te sluiten. Dat z o u niet het g e v o l g h e b b e n , ik stem d a t niet alleen t o e , m a a r wil h e t n o g e e n s opzettelijk v e r k l a r e n , d a t daard o o r o p zich zelf, d e g e m e e n t e in heiligheid z o u t o e n e m e n . M a a r wel z o u d e d a a d v a n zich bij o n s a a n te sluiten, verricht in d e n w e g v a n z e l f v e r l o o c h e n i n g , uit het motief d e r C h r i s t e l i j k e solidariteit, m e t h e t d o e l v o o r a n d e r e n s t e e n e n d e s a a n s t o o t s uit d e n w e g te r u i m e n , o m d a a r d o o r te v o o r k o m e n d a t d i e a n d e r e n in z o n d e n z o u d e n vallen — wel z o u d e z e d a a d een heerlijk g e t u i g e n i s a f l e g g e n v a n w a t d e liefde van C h r i s t u s in d e Z i j n e n v e r m a g ; z o u ze d e w e r e l d k u n n e n t o o n e n , w e l k e n prijs wij er v o o r o v e r h e b b e n o m in o n s l e v e n m e e r d e r z o n d e af te s t e r v e n ; en t e v e n s z o u h e t l e v e n d e r g e m e e n t e m i n d e r v a a k o n t s i e r d , o n t h e i l i g d w o r d e n d o o r i j d e l h e i d en l i c h t z i n n i g h e i d en l o s b a n d i g h e i d in w o o r d e n en g e d r a g i n g e n . N e e n , 't is niet h e t e e n i g e m i d d e l , o m in heiligheid t o e te n e m e n ; niet het v o o r n a a m s t e m i d d e l ; h e e l e m a a l , h e e l e m a a l niet d e g r o n d ; m a a r t o c h wel een m i d d e l ; en dat d a a r o m niet m a g v e r s m a a d w o r d e n . Of klinkt d a t materialistisch : o n z e d a a d van
onthouding
een m i d d e l v o o r o n z e n b r o e d e r , d a t hij niet z o n d i g t ?
Wat
d a n te z e g g e n v a n P a u l u s ' b e t u i g i n g , dat hij in e e u w i g h e i d
26
g e e n v l e e s c h z o u eten, als d a a r m e e zijn b r o e d e r z o u den geërgerd!
wor-
Ik w e e t w e l , er is n o g een v e r h e v e n e r s t a n d p u n t , i n g e n o m e n d o o r v e l e n , die liever h u n m a t i g h e i d s - p r i n c i p e h a n d h a v e n ; dit nl., d a t een c h r i s t e n m o e t w o r d e n o p g e v o e d , tot hij d e k r a c h t h e e f t , in alles d e m a a t te h o u d e n . „ N i e t hij is het v e r s t g e v o r d e r d , die g e k o m e n is tot het besluit, g e e n w i j n of s t e r k e n d r a n k m e e r te willen d r i n k e n m a a r hij, d i e w e l d r i n k e n d e , n i m m e r zich te b u i t e n g a a t . D e e e r s t e is te v e r g e l i j k e n m e t i e m a n d , die o p k r u k k e n g a a t en z o o s t a a n d e b l i j f t ; d e a n d e r met e e n , die d e k r u k k e n w e g w e r p t en t o c h fier en vrij d e n w e g z u i v e r h o u d t . D e g e m e e n t e m o e t niet w o r d e n o p g e v o e d tot g e h e e l o n t h o u d e r s , m a a r tot m e n s c h e n , d i e zichzelf in d e m a c h t h e b b e n , en s t e r k g e n o e g s t a a n , o m niet te vallen. D a t is d e C h r i s t e l i j k e v r i j h e i d , d i e w e o n s niet m o e t e n laten r o o v e n . " Z o o r e d e n e e r e n d e z u l k e n . W a t h i e r v a n te z e g g e n ? In het a f g e t r o k k e n k u n n e n w e h u n gelijk g e v e n . M a a r m e t d a t a b s t r a c t r e d e n e e r e n , m e t d e d i n g e n o p zich zelf te n e m e n , k o m e n w e in het leven niet klaar. W a n t d e d i n g e n staan niet o p zich zelf. E e n feit is h e t — ik g a d a a r nu niet w e e r v e r d e r o p in — d a t v e l e n d e m a a t niet w e t e n te h o u d e n en d a a r d o o r v l e k k e n zijn in o n s g e m e e n t e l i j k leven. W a s het n u z ó ó , dat h e t w i j n d r i n k e n een n a d r u k k e l i j k g e b o d Q o d s w a s , d a n z o u d e n ze zich m o e t e n o e f e n e n , o n d a n k s een h e r h a a l d vallen, t o c h hierin d e m a t i g h e i d te leeren b e t r a c h t e n . Maar zoo sterken drank d . w . z . of w e ben we voor
staat d e z a a k niet. H e t d r i n k e n v a n w i j n en is iets, d a t staat in o n z e C h r i s t e l i j k e v r i j h e i d ; h e t zullen d o e n , of niet zullen d o e n , d a t h e b o n s zelf uit te m a k e n .
H e t „niet d r i n k e n " is d a a r o m niet in strijd m e t d e C h r i s telijke v r i j h e i d ; z o o a l s v e l e n v o o r g e v e n ; m a a r , juist als v r u c h t van d e z e v r i j h e i d , h e b b e n w e het r e c h t o m te z e g g e n :
„En ik drink niet". Opzettelijk niet; omdat we zelf daardoor geringer kans loopen in verzoeking te worden geleid; omdat we daardoor anderen sterken in den strijd om niet in zonde te vallen — omdat we in de samenleving, in ons gemeentelijk leven, meer zullen leven naar het apostolisch vermaan: Zijt dan
nuchteren en waakt!
Zoolang onze Drankbestrijding niet hooger mikt, dan wat meer netheid en welvaart te brengen in de g e z i n n e n ; den gezondheidstoestand van het volk te verbeteren; de vrouwen en kinderen wat meer levensvreugd te bereiden; de mannen te houden buiten de gevangenis — h o e w e l alle uitnemende, begeerenswaardige dingen — zoolang werpt ons Geref. volk zich niet met heel zijn ziel in den strijd. Maar zoodra o n s volk gaat begrijpen, dat het gaat om de kerk, om haar te zuiveren van allerlei ontsierende en ontheiligende vlekken; om haar in heiligmaking te doen toenemen; opdat in haar schitteren de deugden Desgenen die haar uit de duisternis heeft geroepen tot Zijn wonderbaar licht — zoodra zullen ze geestdriftig met ons meestrijden. T e g e n den drank — dat mag niet het devies zijn, waaronder we optrekken; tegen de zonde — daar gaat het bij ons o m ; en dat is dan nog slechts de negatieve zijde. V o o r de heiligheid der Kerk — dat is de positieve zijde — opdat Christus onder ons heerlijk m o g e w o r d e n ! Leeuwarden.
J.
V.
DIJK.