Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
Beleidsdocument: De beoordeling van projecten op milieu- en sociale aspecten ten behoeve van exportkredietverzekeringen en investeringsverzekeringen namens de Staat
Pagina 1 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
1
29 augustus 2012
Aanleiding wijzigingen
Herziening Common Approaches
Recent zijn in OESO-verband (Working Party on Export Credits and Credit Guarantees, ECG) de richtlijnen voor de milieu- en sociale beoordeling voor exportkredieten (‘Common Approaches’) herzien. De wijziging van deze internationale richtlijnen heeft als gevolg dat de procesbeschrijving voor de milieuen sociale beoordeling door Atradius Dutch State Business (DSB), zoals beschreven in 2009, op een aantal punten niet meer overeenkomt met de herziene ‘Common Approaches’. Daarnaast zijn ook andere relevante internationale beleidskaders en afspraken herzien, en is ook het nationale beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) de afgelopen jaren aangepast, zowel voor de publieke als private sector. Op veel van deze aanpassingen uit het internationaal beleid was al in het Nederlands beleid geanticipeerd.
Leeswijzer
In de volgende paragrafen wordt een korte beschrijving gegeven van internationale en nationale beleidsontwikkelingen, relevant voor de exportkredietverzekeringsfaciliteit (EKV) van de staat. Tevens wordt kort ingegaan op de verantwoordelijkheden in het beleid en de uitvoering.
Pagina 2 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
2
Herziening internationaal beleid en afspraken
2.1
OESO Common Approaches
OESO Common Approaches 2012
Op 28 juni 2012 zijn de herziene ‘Common Approaches for Officially Supported Export Credits and Environmental and Social Due Diligence’ (“Common Approaches”) aangenomen door de OESO ministerraad. Twee maanden eerder hadden alle deelnemende lidstaten reeds ingestemd met de tekst.
Verruiming projectdefinitie
De interpretatie van het woord ‘project’ is verruimd, waardoor de richtlijnen naast aanvragen voor nieuwe projecten ook van toepassing zijn op aanvragen voor bestaande projecten, indien er sprake is van een significante wijziging in het project. Ook wordt er verwezen naar beoordeling van aan het project ‘verbonden’ faciliteiten. Indien van toepassing, dienen lidstaten de milieu- en sociale effecten van aan het project verbonden faciliteiten mee te nemen in de beoordeling.
Wereldbank standaarden
Het beoordelingskader is afgestemd op het gebruik van de standaarden van de Wereldbankgroep. De IFC Prestatie Standaarden 2012 zijn opgenomen. Tevens zijn de standaarden uitgebreid met toetsing van projecten aan de hand van de Environmental Health en Safety (EHS) (sector) richtlijnen van de Wereldbank.
Monitoring
Wanneer lidstaten besluiten om in de polis milieu- of sociale voorwaarden op te nemen, bijvoorbeeld mitigerende maatregelen, dan dienen zij te monitoren of aan deze voorwaarden voldaan is. Daarnaast hebben de lidstaten zich eraan gecommitteerd dat zij voor alle categorie A-projecten, waar het projectfinanciering betreft, het project te zullen monitoren.
Sociale aspecten
In de huidige richtlijnen zijn, in vergelijking met eerdere versies, de sociale aspecten van de mvo beoordeling meer uitgewerkt. Sociale aspecten hebben nu een meer gelijkwaardige positie ten opzichte van milieuaspecten in de richtlijnen.
Mensenrechten
Mensenrechten worden expliciet genoemd als één van de aspecten waarop Export Credit Agencies (ECA’s) aanvragen dienen te toetsen. Op 16 juni 2011 zijn door de Verenigde Naties 31 leidende principes voor ondernemen en mensenrechten vastgesteld. Deze principes moet zorgen voor het respecteren van mensenrechten bij ondernemersverkeer tussen landen.
Broeikasgasemissies
De ECA’s hebben afgesproken ervaring op te bouwen met de berekeningsmethodiek en de rapportage van emissies van broeikasgassen gerelateerd aan de transactie.
NCP
Informatie afkomstig van het Nationaal Contact Punt (NCP) moet indien relevant meegewogen worden in de beoordeling.
Relevantie
De Common Approaches vormen een specifieke uitwerking van de OESO richtlijnen voor export kredietverzekeringen. Het zijn de richtlijnen voor het proces van de milieu- en sociale beoordeling die Atradius DSB uitvoert namens de staat.
Pagina 3 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
2.2 Herziening OESO Richtlijnen
29 augustus 2012
OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
Op 25 mei 2011 zijn de herziene OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen aangenomen. Deze richtlijnen maken duidelijk wat overheden van het gedrag van ondernemingen verwachten. Ze bieden een kader voor gedragscodes van ondernemingen om met de verschillende aspecten van duurzame ontwikkeling om te kunnen gaan. De richtlijnen gaan onder andere in op werkgelegenheid en arbeidsverhoudingen, wetenschap en technologie, milieu, openbaarmaking van gegevens, mededinging, financiering en belastingen.
Belangrijkste wijzigingen
Belangrijkste wijzigingen in de herziene OESO Richtlijnen zijn: o Meer aandacht voor mensenrechten; o Toepassen van ‘due diligence’: risicoanalyse en effectbeschrijvingen van mvo aspecten; o Ketenverantwoordelijkheid: verantwoordelijkheid voor de gehele toeleveringsketen; o Leefbaar loon: kostwinner moet gezin kunnen onderhouden; o Tijdelijke werkers en seizoensarbeiders worden als volwaardige werknemers gezien; o Aandacht voor rapportage emissies van broeikasgassen; o Eenheid in financiering en werkwijze van NCPs.
Relevantie
Al enige jaren is het Nederlands beleid dat deze richtlijnen van toepassing zijn op bedrijven die zaken doen in het buitenland. In deze richtlijnen staat wat van deze bedrijven verwacht wordt op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De aanvrager van een exportkredietverzekering dient een inspanningsverklaring te ondertekenen ten aanzien van de OESO-richtlijnen. Dit betekent dat men tekent om naar vermogen deze richtlijnen voor multinationale ondernemingen in activiteiten van de onderneming toe te passen.
2.3
IFC Performance Standards
Herziening standaarden IFC
Vanaf 1 januari 2012 zijn de nieuwe ‘IFC Performance Standards’ van kracht. De grootste wijziging betreft de inbedding van sociale aspecten, waaronder mensenrechten, binnen de beoordeling. Voorheen lag de nadruk voornamelijk op milieuaspecten. Ook moet er voor de diverse aspecten nu gekeken worden naar de leveranciersketen.
Belangrijkste wijzigingen
Diverse beperkte wijzigingen in de nieuwe richtlijnen hebben invloed op de milieuen sociale beoordeling. Zo wordt er meer aandacht besteed aan het beleid en de management systemen van exporteurs en hun debiteuren op het gebied van sociale-, milieu- en veiligheidsaspecten. Belangrijkste wijzigingen in de herziene ‘IFC Performance Standards’ zijn: o het nemen van maatregelen om nadelige effecten op het (sociale) milieu te voorkomen, de zogenaamde mitigerende maatregelen; o actieplannen voor het monitoren van de verwachte effecten bij de uitvoering van projecten; o betrekken en communiceren met belanghebbenden en inheemse bevolkingsgroepen in het bijzonder; o arbeidsomstandigheden en huisvesting van ingehuurde krachten en migranten werknemers; o efficiënt omgaan met (levende) natuurlijke hulpbronnen; o bescherming van biodiversiteit en ecosystemen.
Pagina 4 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
Relevantie
29 augustus 2012
De IFC standaarden worden binnen Atradius DSB gebruikt als inhoudelijke richtlijn bij de milieu- en sociale beoordeling van de exporttransacties. Voor de dagelijkse praktijk van Atradius DSB zijn de wijzigingen beperkt, omdat er conform het Nederlandse beleid reeds op sociale aspecten wordt beoordeeld en er aandacht wordt besteed aan de toeleveranciersketen.
2.4
VN Principes (‘Ruggie framework’)
Ruggie framework
Op 16 juni 2011 zijn door de Verenigde Naties 31 leidende principes voor ondernemen en mensenrechten vastgesteld. Een werkgroep onder leiding van Professor John Ruggie heeft deze principes opgesteld in overleg en afstemming met diverse partijen.
Mensenrechten
Deze principes moet zorgen voor het respecteren van mensenrechten bij ondernemersverkeer tussen landen.
Relevantie
In de Common Approaches wordt expliciet verwezen naar het ‘Ruggie Framework’. Ook is het Ruggie Framework, waar relevant voor bedrijven, integraal en met instemming van Ruggie zelf verwerkt in de vernieuwde OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. De principes van de Verenigde Naties omtrent mensenrechten en ondernemen worden door Nederland onderschreven en toegepast door Atradius DSB. Tevens zijn projectgerelateerde mensenrechten opgenomen in de definitie van sociale effecten waar, indien relevant, naar wordt gekeken als onderdeel van het beoordelingsproces.
2.5
Nationaal beleid
De vernieuwde OESO Richtlijnen zijn dé referentie voor alle NL bedrijven die in het buitenland opereren. Onderstaande uitwerkingen sluiten daar dan ook allemaal op aan. Code corporate governance
'Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) heeft sinds 2010 een zwaardere rol gekregen bij ‘corporate governance’ (goed ondernemingsbestuur). Beursgenoteerde bedrijven moeten voortaan helder over hun mvo-beleid rapporteren'. Dit is vastgelegd in de aangepaste code corporate governance (voorheen code Tabaksblat) van de commissie Frijns. Als dit op een transparante manier gebeurt, vereenvoudigt dit de beoordeling van de Nederlandse exporteur die altijd onderdeel vormt van de milieu- en sociale beoordeling van een project.
Mensenrechten
In 2011 heeft het kabinet de verantwoordelijkheid van bedrijven bij de naleving van internationaal geldende mensenrechtennormen sterker benadrukt bij de 1 actualisering van het mensenrechtenbeleid . In dit kader wordt door de ministeries van EL&I en Buitenlandse Zaken een Actieplan Ruggie opgesteld. Hierin wordt ingevuld hoe de overheid de ‘duty to protect’ en de ‘responsibility to respect’ ziet. Van belang is dat mvo-toetsing van bedrijven of projecten op grond van mensenrechten mogelijk is. Nederland steunt tevens een initiatief om met een aantal gelijkgezinde landen in OESO verband samen op te trekken voor een nadere uitwerking van het
1
Tk32735, nr 1, Mensenrechten in the buitenlands beleid
Pagina 5 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
mensenrechtenbeleid voor exportkredietverzekeraars. Het initiatief behelst het ontwikkelen van een gemeenschappelijke en pragmatische aanpak voor de toetsing van mensenrechten risico’s van specifieke aanvragen die in aanmerking kunnen komen voor een verzekering. Daarnaast is het ook van belang om geschikte internationale standaarden te identificeren. SER imvo
In het SER Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (imvo) initiatief wil het georganiseerde bedrijfsleven inzichtelijk maken hoe NL bedrijven via zelfregulering invulling geven aan hun ketenverantwoordelijkheid. Hierbij heeft de SER de OESO richtlijnen als normatief kader omarmd.
NCP
Als er problemen optreden bij het internationaal zaken doen van bedrijven is het mogelijk voor gedupeerden om een klacht in te dienen bij het Nationaal Contact Punt (NCP).
2.6
Nationale implementatie internationaal beleid
Uitgangspunt voor het uitvoeren van de milieu- en sociale beoordeling van Atradius DSB zijn de Common Approaches. Op een aantal punten kiest Nederland voor een eigen aanvulling van dit internationale beleid. Beoordeling
Atradius DSB beoordeelt naast de binnen de OESO verplichte transacties op krediet en met een looptijd langer dan 2 jaar ook contante transacties en transacties met een looptijd van minder dan 2 jaar op milieu- en sociale aspecten.
Monitoring
In principe neemt Atradius DSB geen voorwaarden op in zijn verzekeringspolissen en monitort deze dan ook niet. Wel zullen categorie A projecten van projectfinanciering gemonitord worden zoals voorgeschreven in de Common Approaches.
Sectoren
Nederland heeft een lijst met gevoelige sectoren die altijd beoordeeld dienen te worden geformuleerd. Hierbij is invulling gegeven aan de referentie aan gevoelige sectoren in de Common Approaches.
Pagina 6 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
3
Verdeling verantwoordelijkheden
3.1
Nederlandse staat
29 augustus 2012
Financiën
Het ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor het beleid inzake de milieuen sociale beoordeling van Atradius DSB. Financiën beslist over beleidsvraagstukken, die zich in de relatie met Atradius DSB voordoen. Financiën behartigt vaak ook het belang van EL&I. Namens de Staat neemt Financiën deel aan verschillende internationale, (in)formele beslis-, advies- en overlegorganen.
EL&I
EL&I is verantwoordelijk voor de invulling van het nationale en internationale mvo beleid en stelt, in overleg met o.a. Financiën en Buitenlandse Zaken, de brede internationale en nationale mvo beleidskaders vast waarbinnen Atradius DSB dient te opereren.
Relatie tussen ministeries
Financiën en EL&I wisselen regelmatig kennis uit en zullen wijzigingen in het beleid die relevant zijn voor de exportkredietverzekering of communicatie hierover (bijvoorbeeld in een Kamerbrief) afstemmen.
Ontwikkelingen mvo beleid
De Staat houdt relevante ontwikkelingen op het gebied van mvo-beleid bij. Bij eventuele herziening van de procedure worden deze ontwikkelingen meegenomen. Atradius DSB wordt door de Staat op de hoogte gehouden van deze beleidsontwikkelingen.
Relatie met ngo’s
Jaarlijks organiseert Financiën, in samenwerking met Atradius DSB en EL&I, een consultatiebijeenkomst voor Nederlandse ngo’s waar tevens wijzigingen in de milieu- en sociale beoordeling gepresenteerd zullen worden.
3.2
Atradius Dutch State Business
Uitvoerder beoordeling
Atradius Dutch State Business is uitvoerder van de milieu- en sociale beoordeling onder de EKV.
Advies aan Staat
De conclusies van Atradius DSB worden als advies uitgebracht aan de Staat.
Internationale vertegenwoordiging
Atradius DSB neemt deel aan dezelfde internationale, (in)formele beslis-, adviesen overlegorganen als de Staat, en daarnaast tevens aan onder andere een ronde tafel overleg met Equator Principle banken en ECG Practitioners (werkgroep binnen de OESO).
Relatie met ngo’s
Ngo’s zijn immer vrij om vragen te stellen over de procedure voor de milieu- en sociale beoordeling voor exportkredietverzekeringen of investeringsgaranties. Daarnaast hebben zij tijdens de publicatie van een A-project gedurende 30 dagen de tijd de milieu- en sociale informatie van dat project bij Atradius DSB op te vragen. Zij mogen altijd informatie aanleveren die voor de beoordeling van een project van belang kan zijn.
3.3 Aanvraagformulier
Exporteurs
Exporteurs dienen het aanvraagformulier, met daarin een paragraaf over mvo, juist en compleet in te vullen en vervolgens te ondertekenen.
Pagina 7 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
Aanleveren relevante milieuen sociale informatie
In de Common Approaches is vastgelegd welke relevante milieu- en sociale informatie benodigd is voor de beoordeling van een project. De exporteur dan wel investeerder zal worden gevraagd deze informatie aan te leveren. In de praktijk is dit in veel gevallen een gezamenlijke inspanning waarbij, na overleg, ook de debiteur en andere partijen betrokken kunnen zijn en het publieke domein worden geraadpleegd.
Proces
De herziening van de mvo beleidsstrategie zal in de Rijkscommissie gepresenteerd worden zodat de deelnemers, waaronder de exporteurs, op de hoogte zijn van aanpassingen van het beleid.
Pagina 8 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
BIJLAGE
Procesbeschrijving: Milieu- en sociale beoordeling Atradius DSB
Pagina 9 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
Milieu- en sociale beoordeling Atradius DSB Procesbeschrijving 2012
Inhoudsopgave 1 Inleiding ..........................................................................................................................11 1.1 Rol en functie van dit document
11
1.2 Beleidskaders: Common Approaches
11
2 Beoordelingsprocedure ...................................................................................................12 2.1 Inleiding
12
2.2 Screening
12
2.3 Projectdefiniëring
14
2.4 Classificatie
15
2.5 Beoordelingskader
16
2.6 Monitoring
18
3 Transparantie en rapportage ...........................................................................................19 3.1 Ex-ante publicatie A projecten
19
3.2 Ex-post publicatie en rapportage projecten
19
3.3 Informatie-uitwisseling met de Staat
20
3.4 Informatie-uitwisseling met exporteurs
21
3.5 Informatie-uitwisseling met NGO’s
21
3.6 Informatie-uitwisseling met ECG practitioners
21
3.7 Afstemming
22
Referenties ..........................................................................................................................23 Bijlagen................................................................................................................................23
Pagina 10 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
1
Inleiding
1.1
Rol en functie van dit document
29 augustus 2012
Beoordeling gevolgen mens en milieu
Een gedegen beoordeling van de gevolgen van een transactie voor mens en milieu is een integraal onderdeel van het acceptatieproces voor de exportkredietverzekering (EKV).
Doelstelling document
Dit document beoogt een handzame leidraad te zijn voor uitvoerders en beleidsmakers die betrokken zijn bij de milieu- en sociale beoordeling voor exportkredietverzekering en investeringsverzekering. De doelstelling van deze procesbeschrijving is om voor de milieu- en sociale beoordeling: • afspraken over de werkwijze vast te leggen; • de transparantie van de werkwijze te vergroten.
Herziening van het document
Dit document zal worden herzien indien de omstandigheden daar aanleiding toe geven.
1.2
Beleidskaders: Common Approaches
Beoordelingskader
Een transactie is vaak onderdeel van een groter project. De milieu- en sociale beoordeling omvat een beoordeling van het project. Projecten worden beoordeeld ten opzichte van lokale wet- en regelgeving en internationale kaders. Verder worden projecten altijd in lokaal perspectief bezien.
Proces
De richtlijnen voor het proces voor de milieu- en sociale beoordeling worden gevormd door de zogenaamde “Common Approaches on Officially Supported Export Credits and Environmental and Social Due Diligence” opgesteld door de OESO. Dit is een specifiek onderdeel van de OESO afspraken voor export kredietverzekeringen.
Inhoud
In het uitvoeren van de milieu- en sociale beoordeling wordt er conform de Common Approaches getoetst aan de IFC Performance Standards. Dit zijn richtlijnen van de IFC, onderdeel van de Wereldbank, die gebruikt worden voor projectbeoordelingen. Uitwerking van deze richtlijnen vindt plaats in de EHS (sector) richtlijnen voor specifieke activiteiten.
Mensenrechten
In de Common Approaches wordt verwezen naar de “Guiding Principles on Business and Human Rights: Implementing the United Nations ‘Protect, Respect and Remedy’ Framework”. Dit raamwerk gebruikt Atradius DSB bij mogelijk negatieve effecten op mensenrechten gerelateerd aan het project.
OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
De vernieuwde OESO Richtlijnen voor multinationale Ondernemingen zijn dé referentie voor alle Nederlandse bedrijven die zaken doen in het buitenland. De aanvrager van een exportkredietverzekering dient een inspanningsverklaring te ondertekenen ten aanzien van de OESO-richtlijnen. Dit betekent dat men tekent om naar vermogen deze richtlijnen voor multinationale ondernemingen in activiteiten van de onderneming toe te passen.
Pagina 11 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
Inhoud
2
Beoordelingsprocedure
2.1
Inleiding
29 augustus 2012
In dit hoofdstuk wordt de procedure van de milieu- en sociale beoordeling nader uitgewerkt. Dit gebeurt aan de hand van de volgende stappen: • Screening; • Projectdefiniëring; • Classificatie; • Beoordelingskader; • Monitoring. De procedure rond het openbaar maken van informatie wordt in hoofdstuk 3 verder uitgewerkt. In figuur 1 is het beoordelingsproces opgenomen in een stroomschema.
Figuur 1 Schematische weergave beoordelingsproces
2.2 Screening van alle aanvragen
Screening
Alle bij Atradius DSB binnen komende verzekeringsaanvragen worden gescreend. Door middel van screening wordt bepaald of de aanvragen wel of niet beoordeeld moeten worden. De aanleiding voor de beoordeling kan voort komen uit de Common Approaches of uit het Nederlands beleid.
Pagina 12 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
Wel of geen Common Approaches van toepassing
De Common Approaches zijn van toepassing op leveranties op krediet met een betalingstermijn van twee jaar of meer (middellange tot lange betalingstermijn). Uitgezonderd van de Common Approaches zijn transacties die defensie(materieel) dan wel landbouwproducten betreffen.
Nederland: ook kortlopend en contant
Het is Nederlands beleid om ook aanvragen met een kortlopende betalingstermijn van minder dan 2 jaar en contante transacties te screenen.
Niet alle producten
Puur financiële producten, zoals koersrisicoverzekeringen, zullen niet worden beoordeeld op sociale en milieuaspecten. De complete lijst met typen verzekeringen waarbij is aangegeven of en in hoeverre de milieu- en sociale beoordeling van toepassing is, is opgenomen als bijlage 1.
ORIO aanvragen
Transacties die geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd met Nederlandse ontwikkelingshulp, worden niet op milieu- en sociale aspecten beoordeeld door Atradius DSB. Bij aanvragen voor Nederlandse hulpfinanciering worden de milieuen sociale gevolgen beoordeeld door het Agentschap NL. Het Agenschap NL volgt bij deze procedure de Common Approaches en de OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen, waarbij de beoordeling plaatsvindt op grond van de IFC Performance Standards. Agentschap NL is verantwoordelijk voor de ex-ante publicatie van A-projecten.
Screeningscriteria
De volgende screeningscriteria conform de Common Approaches worden gehanteerd: • alle exportkrediet- en investeringsaanvragen met een contractprijs van 10 miljoen euro of meer worden beoordeeld; • aanvragen met een contractprijs onder de 10 miljoen euro, maar waar het een levering aan een “gevoelige sector” dan wel een “gevoelig gebied” betreft.
“Gevoelige sector”
Een aantal sectoren, voor zowel milieu- als sociale aspecten, wordt volgens het Nederlands beleid (en ook deels in OESO-verband) gezien als gevoelig. Het betreft in ieder geval, maar niet uitsluitend, leveringen aan, dan wel werk in: • de olie- en gasindustrie; • de baggerindustrie; • chemische industrie; • papier en pulp; • grootschalige land- en tuinbouw; • textielindustrie. Bij een project in een gevoelige sector wordt voor elke aanvraag zorgvuldig gekeken naar mogelijke gevolgen voor mens en milieu. In deze sectoren bestaat een verhoogde kans dat de effecten mogelijk negatief zijn. Het betekent niet dat een project automatisch als A geclassificeerd wordt (zie 2.4. Classificatie); er zal wel beoordeeld en geclassificeerd worden.
“Gevoelig gebied”
Atradius DSB zal vaststellen of er sprake is van een levering aan een project dat mogelijk negatieve effecten zou kunnen hebben op een “gevoelig gebied”. Het betreft projecten in of met mogelijk invloed op: • gebieden met hoge natuurwaarden (zoals Nationale parken, wetlands); • gebieden met hoge bevolkingsdruk (zoals bij projecten met een grote kans
Pagina 13 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
• •
2.3 CA: projectdefinitie
29 augustus 2012
op landonteigening en herhuisvesting) ; gebieden met een inheemse bevolking; of geschiedkundig of archeologisch bijzondere gebieden (zoals Unesco werelderfgoed).
Projectdefiniëring
De Common Approaches hanteren de volgende projectdefinitie: Een project bestaat uit de export van kapitaalgoederen en/of diensten naar een locatie waar een nieuwe commerciële, industriële of infrastructurele onderneming wordt opgericht of een bestaande onderneming dusdanig verandert dat de milieu en sociale effecten van de activiteit wijzigen. Operationele relaties met aanverwante activiteiten worden ook beoordeeld. Deze operationele relaties kunnen betrekking hebben op de timing, de locatie of de functie ten opzichte van het project.
Per aanvraag: definiëren
Per aanvraag komt Atradius DSB tot een projectdefiniëring aan de hand van drie criteria. Hiertoe wordt de functie van de transactie in kaart gebracht en operationele verbanden tussen de transactie en het grotere geheel, het “project”, en soms nog ruimer, de “projectomgeving”, worden benoemd.
Drie beoordelingsniveaus
Wij onderscheiden hierbij drie niveaus van beoordeling: • De transactie; • Het project; en • De projectomgeving.
1. Transactie
De transactie is de feitelijke levering van goederen of diensten of de investering waarvoor de aanvraag is ingediend. De transactie wordt vanzelfsprekend beoordeeld op milieu- en sociale aspecten.
2. Project
Het “project” is het initiatief waar de transactie deel van uitmaakt; de reikwijdte van het project moet per aanvraag gedefinieerd worden. Bij de beoordeling op milieuen sociale aspecten wordt het project zoals benoemd in de projectdefiniëring beoordeeld en niet alleen de transactie.
3. Projectomgeving
Alles wat wel met het project te maken heeft maar buiten de definiëring valt is de projectomgeving. De projectomgeving zal marginaal door Atradius DSB worden beoordeeld. De beoordeling van de projectomgeving is gericht op het beoordelen van de reputatie/trackrecord van de projectsponsor op het gebied van milieu- en sociaal beleid. Ook gaat Atradius DSB na of lokale wet- en regelgeving wordt nageleefd, of het land relevante internationale richtlijnen en/of conventies onderschrijft (bijvoorbeeld ILO), en of er nog zaken leven in de NGO gemeenschap.
Verbanden tussen de niveaus
Onderdeel van de projectdefiniëring is het identificeren van de verbanden tussen de transactie, het project en projectomgeving
Drie aspecten
De operationele verbanden tussen de transactie, project en projectomgeving worden in kaart gebracht aan de hand van de volgende elementen die de invloed
Pagina 14 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
van de transactie op het project bepalen: • Functie; • Locatie; en • Timing. 1. Functie
Wat is de functie van de transactie in het grotere project? Is het een onmisbaar onderdeel wat het functioneren van het project mogelijk maakt?
2. Locatie
Op welke locatie worden de goederen of diensten ingezet? Waar zijn de andere belangrijke onderdelen van het project? Hoe verhouden dezen zich ruimtelijk? Is de locatie milieu- of sociaal “gevoelig”?
3. Timing
Onderscheidend in de projectdefiniëring kan de timing zijn van de transactie in het grotere functionele geheel, zeker als het locatieonderzoek een ruimtelijk zeer verspreid beeld geeft. Welke projectonderdelen zijn reeds aangelegd? Zijn deze operationeel?
2.4
Classificatie
Omvang effecten
Alle aanvragen die worden beoordeeld, worden na de projectdefiniëring vervolgens geclassificeerd. Classificatie gebeurt op grond van een indicatie van de omvang van de potentieel nadelige milieu- en sociale gevolgen. Dit bepaalt onder andere welke informatie is vereist voor de beoordeling.
Schaal
De schaal van de transactie en het project waar deze transactie onderdeel van is, zal zoveel mogelijk worden gekwantificeerd om daarmee de verhoudingen te kunnen benoemen tussen het project en zijn omgeving. Dit heeft effect op de classificering van de aanvraag.
Categorie A
Een project wordt geclassificeerd als “A” indien sprake is van potentieel grote nadelige milieu- en sociale gevolgen door het project, eventueel tot buiten de locatie van het project of het werk. De gevolgen kunnen uiteenlopend van aard zijn, onomkeerbaar en/of nog niet eerder voorgekomen. Projecten in de A-categorie zijn vaak projecten in gevoelige sectoren. Projecten in dan wel nabij gevoelige gebieden vallen in beginsel in categorie A. In Annex 1 van de Common Approaches is een voorbeeldlijst opgenomen van categorie-A-projecten. Benodigde informatie: In het geval een project als “A” wordt geclassificeerd, dient de aanvrager een milieu- en sociaal effectrapport (Environmental and Social Impact Assessment of vergelijkbaar document) aan te leveren. De inhoud van de ESIA is vastgelegd in Annex II van de Common Approaches.
Categorie B
Een project wordt gecategoriseerd als B indien er sprake is van potentieel substantiële nadelige milieu- en sociale gevolgen. De gevolgen zijn minder nadelig dan voor categorie A-projecten. De gevolgen beperken zich tot de grenzen van het project, slechts enkele van de potentiële gevolgen zijn onomkeerbaar en mitigatie en/of compensatie is eenvoudiger. In dat geval dient bij voorkeur een ESIA aangeleverd te worden en anders documentatie met een vergelijkbare inhoud.
Pagina 15 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
Categorie C
Er zijn potentieel weinig of geen nadelige milieu- en sociale gevolgen. Dan volstaat de beantwoording van de vragen over de milieu- en sociale aspecten in het aanvraagformulier en eventueel aanvullende informatie (bijvoorbeeld vragen voor specifieke sectoren zoals de scheepsbouw).
Categorie M
Binnen het Nederlands beleid is een aparte categorie opgenomen, te weten de marginale beoordeling. Dit is een beperkte beoordeling voor afwijkende situaties, zoals: • bestaande operatie die niet significant wijzigt in output of in functie; • herfinanciering- en accreditiefconfirmatie-aanvragen; • project zonder duidelijke locatie (movable assets) Bij zo’n beperkte beoordeling wordt in eerste instantie gekeken naar de inzet van de exporteur en de debiteur op milieu- en sociaal vlak. Als dit niet voldoende zekerheid biedt wordt er ook gekeken naar andere betrokken partijen (zoals eindgebruiker), eerste inzet (bij schepen) en andere vergelijkbare informatie.
2.5
Beoordelingskader
Aanvaardbaarheid
Om de aanvraag goed te keuren zal de beoordeling moeten leiden tot de conclusie dat de milieu- en sociale effecten, alles afwegende, per saldo acceptabel zijn.
Afweging
Ter beantwoording van die vraag weegt Atradius DSB, na analyse van de diverse milieu- en sociale implicaties, de positieve, neutrale en negatieve gevolgen in redelijkheid tegen elkaar af. De basis van de beoordeling wordt gevormd door de factoren: sector, locatie en toegepaste technologie: Sector: beoordelen wat de gangbare normen in een bepaalde sector zijn en hoe de bedrijfsvoering van de exporteur/debiteur zich daartoe verhoudt. Locatie: beoordelen of het project in een gevoelige omgeving plaats heeft en wat de effecten daarop zijn. Toegepaste technologie: beoordelen of de gebruikte technologie voldoet aan de geldende industriestandaarden. Atradius DSB beoordeelt de potentiële milieu- en sociale gevolgen van een transactie/project aan de hand van de IFC performance standards. Hieronder vallen onder andere de volgende aspecten: 1. Beoordeling en management van milieu- en sociale risico’s en effecten; 2. Werk en arbeidsomstandigheden; 3. Efficiënt gebruik van bronnen en voorkomen van verontreiniging; 4. Volksgezondheid, (openbare) veiligheid; 5. Landverwerving en gedwongen herhuisvesting; 6. Behoud van biodiversiteit en duurzaam beheer van levende natuurlijke hulpbronnen; 7. Inheemse bevolkingsgroepen; 8. Cultureel erfgoed.
Informatiebronnen
Volgens de Common Approaches zijn de aanvrager (exporteur en de financier) en projectsponsor verantwoordelijk voor het aanleveren van de relevante milieu- en sociale informatie. Atradius DSB gebruikt in de praktijk de volgende informatiebronnen: • exporteur; • afnemer (in overleg met exporteur); • publieke bronnen;
Pagina 16 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
• • •
29 augustus 2012
reacties via ex-ante publicatie in geval van A-project; ambassades; veldbezoek en consultatie van stakeholders als dit noodzakelijk is om een goede afweging te kunnen maken (vnl. A-projecten).
Externe consultants
Bij de beoordeling van de verkregen informatie kan Atradius DSB namens de staat een consultant inhuren voor rekening van de aanvrager. Hiertoe zijn met een aantal internationaal erkende ingenieursbureaus raamwerkovereenkomsten aangegaan. Deze overeenkomsten worden periodiek herzien.
Informatie toeleverantieketen
Om invulling te geven aan het Nederlandse MVO-beleid en dan in het bijzonder voor de toeleverantieketen, zijn vragen opgenomen in het aanvraagformulier. Deze hebben betrekking op de toelevanciers voor de transactie en de bekendheid met het MVO beleid en toepassing van ketenverantwoordelijkheid binnen de eigen organisatie. Tijdens de beoordeling kunnen bepaalde zaken naar voren komen zoals de sector, het op grote schaal gebruik maken van gevoelige natuurlijke hulpbronnen (bv. hout, stenen, ijzererts of kolen) en/of als de lonen lokaal gezien relatief laag zijn en daardoor een bepalende factor zijn in de concurrentiepositie van het te leveren goed. In het geval dat de beoordeling potentiële problemen in de toeleverantieketen identificeert zal een vervolgonderzoek worden uitgevoerd als onderdeel van de beoordelingsprocedure.
Afbakening keten
Hierbij wordt de definitie uit de OESO richtlijnen als leidraad aangehouden. Ketenverantwoordelijkheid betekent dat een bedrijf/instantie al het mogelijke doet om in de gehele keten verantwoord ondernemen mogelijk te maken en te bevorderen. Dat betekent dat het bedrijf of de instantie ervoor zorgdraagt dat ook leveranciers en onderaannemers zoveel mogelijk de aanbevelingen van de OESO volgen. Dit sluit aan bij de definitie van ketenverantwoordelijkheid uit de OESO-richtlijnen.
Benchmark standaarden
In het aanvraagformulier vraagt Atradius DSB naar de milieu- en sociale aspecten van de transactie/ het project. Volgens de Common Approaches moet de aangeleverde informatie worden getoetst aan de relevante wet- en regelgeving van het land waar de goederen/diensten worden ge-/verbruikt of het werk wordt uitgevoerd en aan internationale standaarden. Het project zal ten eerste minimaal moeten voldoen aan de relevante nationale weten regelgeving. Daarnaast zal worden getoetst in hoeverre er wordt voldaan aan de vereiste internationale standaarden. In principe moet het project voldoen aan de vereiste internationale standaarden. Echter bij wijze van uitzondering kan Atradius DSB beoordelen in hoeverre een eventuele afwijking van internationale standaarden acceptabel is. Afwijkingen dienen te worden onderbouwd om te komen tot de uiteindelijke afweging waarbij de risico’s van de effecten voor mens en milieu als acceptabel worden geacht.
IFC Performance Standards
In de Common Approaches is afgesproken dat bij de beoordeling de internationale standaarden van de Wereldbankgroep worden gehanteerd. De meest gehanteerde internationale standaarden, ook bij andere ECA’s, zijn de IFC Performance Standards. Atradius DSB maakt hier dan ook gebruik van voor de beoordeling. Hiermee samenhangend worden ook de IFC EHS (sector) richtlijnen gebruikt voor de uitwerking. In aanvulling hierop kunnen internationaal erkende sectorspecifieke
Pagina 17 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
standaarden die van toepassing zijn op de transactie/het project worden gebruikt welke niet door de IFC standaarden worden gedekt. Beoordelingen door andere ECA’s en/of IFI’s
Volgens de Common Approaches mag iedere ECA beoordelingen gedaan door andere ECA’s of IFI’s (bv IFC of EBRD) in zijn beoordeling meenemen. Ook Atradius DSB neemt kennis van deze beoordelingen, maar zal ook een eigen milieu- en sociale beoordeling doen.. In het geval van een inkomende herverzekering zal Atradius DSB een beoordeling doen als het Nederlandse aandeel groter is dan 10 miljoen euro of als het een gevoelige sector en/of gebied betreft. Bij een uitgaande herverzekering zal indien een beoordeling nodig is, Atradius DSB de beoordeling voor het geheel uitvoeren.
Sector vragenlijsten
Voor aanvragen uit de bagger-, scheepsbouw-, landbouwsector algemeen en glastuinbouwsector heeft Atradius DSB sectorvragenlijsten ontwikkeld om op een efficiëntere wijze de juiste informatie te verkrijgen.
Opzet beoordeling
Voor de beoordelingen hanteert Atradius DSB een standaard opzet van de milieuen sociale beoordeling. Hierbij is, respectievelijk, de structuur van de A en B projecten en de structuur van de C en M projecten vergelijkbaar.
Salderend eindoordeel
Om de aanvraag goed te keuren zal de beoordeling moeten leiden tot de conclusie dat de milieu- en sociale effecten, alles afwegende, per saldo acceptabel zijn.
Dekkingstoezegging
De beoordeling van het kredietrisico en de beoordeling van de milieu- en sociale aspecten lopen parallel. Het streven is om beide beoordelingen afgerond te hebben vóór het afgeven van een dekkingstoezegging. In het geval dat de kredietbeoordeling eerder wordt afgerond, zal de dekkingstoezegging een milieumits bevatten. Dit betekent dat voor uitgifte van een polis eerst de milieu- en sociale beoordeling dient te worden afgerond.
Polis
Een polis kan pas worden afgegeven zodra de milieu- en sociale gevolgen van het project, waar de transactie deel van uitmaakt, aanvaardbaar zijn bevonden.
Geldigheidsduur beoordeling
Een milieu- en sociale beoordeling zoals door Atradius DSB is uitgevoerd, is geldig voor een periode van twee jaar. Dat wil zeggen dat een dekkingstoezegging na deze termijn van twee jaar niet meer op grond van deze beoordeling kan worden uitgereikt. Als sprake is van wezenlijke wijziging van het project gedurende deze twee jaar, dan dient de beoordeling (op deelaspecten) gereviseerd te worden.
2.6 Vooraf: Ja of Nee
Monitoring
Atradius DSB beoordeelt vóór afgifte van de polis de verwachte milieu- en sociale gevolgen. Goedkeuring aan de aanvraag voor kredietverzekering wordt alleen gegeven als er voldoende zekerheid is dat het project geen onoverkomelijke nadelige milieu- en sociale effecten tot gevolg heeft. Dit betekent dat alle vereiste informatie aangeleverd en vragen beantwoord moeten worden. Indien achteraf blijkt dat verzekerde bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, waardoor de beoordeling negatief zou zijn uitgevallen, kan dit leiden tot verval van recht op schadevergoeding of terugvordering van uitgekeerde schadevergoeding.
Pagina 18 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
A-projecten PF
29 augustus 2012
In the Common Approaches is sinds 2012 voorgeschreven dat categorie A projecten van Project Financiering gemonitord dienen te worden. Per project zal worden bezien wat de beste manier van monitoren is. Indien mogelijk zal voor de monitoring zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij andere ECA’s en financieringsinstellingen. De exporteur/debiteur zal minimaal jaarlijks een relevante rapportage over de voortgang en milieu- en sociale effecten van het project moeten aanleveren.
3
Transparantie en rapportage
3.1
Ex-ante publicatie A projecten
Voorschrift CA
De Common Approaches schrijven een ex-ante publicatie voor van A-projecten.
Publicatie op Internet gedurende 30 dagen
Voor de ex-ante publicatie zal zo snel mogelijk nadat de relevante projectinformatie in het bezit is van Atradius DSB, maar ten minste 30 dagen voor eventuele afgifte van de polis worden gepubliceerd op de Atradius DSB webpagina. De volgende informatie wordt dan gepubliceerd: projectnaam, locatie, omschrijving project en contactgegevens.
Milieu- en sociale informatie publiekelijk opvraagbaar
Volgens de Common Approaches dient de informatie m.b.t. milieu- en sociale gevolgen van het project (bijvoorbeeld milieueffectrapportage of een samenvatting daarvan) eveneens zo snel mogelijk, maar ten minste 30 dagen voor eventuele afgifte van de polis publiekelijk toegankelijk te worden gemaakt. Atradius DSB stelt deze informatie op verzoek ter beschikking aan derden. Dit verzoek kan worden gedaan nadat derden kennis hebben genomen van publicatie van de projectinformatie. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan, op basis van gegronde bezwaren, Atradius DSB besluiten (gedeelten van) bovengenoemde informatie niet te publiceren of publicatie tijdelijk uit te stellen.
ORIO projecten
Agentschap NL is bij ORIO projecten verantwoordelijk voor de ex-ante publicatie van A-projecten. Atradius DSB assisteert het Agentschap NL waar nodig. Daarnaast zullen deze projecten ook ten minste 30 dagen voor eventuele afgifte van de polis worden gepubliceerd op de website van Atradius DSB.
3.2
Ex-post publicatie en rapportage projecten
Ex-post publicatie
De ex-post publicatie wordt binnen één maand na polisafgifte op de webpagina van Atradius gepubliceerd. Atradius DSB publiceert alle afgegeven polissen en geeft aan of er wel of geen beoordeling is gedaan. Indien de aanvraag is beoordeeld wordt de classificatie opgenomen. Dit kan zijn A, B, of C. Een marginale beoordeling is niet geclassificeerd en wordt vermeld als M.
Voorschrift CA
De Common Approaches schrijven een halfjaarlijkse ex-post rapportage voor van A- en B- projecten waarvoor een polis is uitgereikt. Deze informatie gebruikt de OESO voor een gezamenlijke publicatie van ECA A en B projecten.
ORIO projecten
Agentschap NL stuurt aan de mvo-desk van Atradius DSB de gegevens voor de ex- post rapportage aan de OESO. Atradius DSB verzorgt de ex-post rapportage naar de OESO.
Pagina 19 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
3.3
29 augustus 2012
Informatie-uitwisseling met de Staat
Afwijkingen
Indien het beoordelingsproces afwijkt van de reguliere gang van zaken zal Atradius DSB tijdig de staat informeren. Het gaat hier om het informeren en bespreken met de staat van bijvoorbeeld: • Ernstige bezwaren van NGO’s; • Politiek gevoelige afwegingen; • Serieuze problemen bij het verkrijgen van benodigde informatie; • Potentiële afwijking van afgesproken procedures.
Milieumits
Wanneer er nog onvoldoende informatie is om de milieu en sociale beoordeling af te ronden en de financiële beoordeling al gereed is, wordt een dekkingstoezegging met een milieumits uitgereikt aan de exporteur.
Voorlegging A projecten
Alle milieu- en sociale beoordelingen van A-projecten worden voorgelegd aan de staat in het verzekeringscomité, ook als ze binnen de volmacht van Atradius DSB vallen. Indien een milieumits is gehanteerd, wordt bij A projecten de uiteindelijke milieu- en sociale beoordeling na afronding alsnog voorgelegd aan de staat. In de voorlegging van Atradius DSB komt de samenvatting van de milieu- en sociale beoordeling. Het doel van deze samenvatting is om de afwegingen die gemaakt zijn om tot het eindoordeel te komen inzichtelijk te maken. Deze samenvatting geeft het volgende overzicht: • • • • • •
Voorlegging B projecten
Projectdefinitie en beredenering van de classificatie; Gevolgen en risico’s in samenvatting; Eventuele uitzonderingen, zoals afwijking van internationale normen; Eventuele positieve effecten op het milieu; Conclusie: een per saldo concluderend eindoordeel; Publicatie, reacties daarop en gevolgen daarvan
B projecten die buiten de volmacht vallen van Atradius DSB, worden met een samenvatting van de milieu- en sociale beoordeling voorgelegd in het VC. Het doel van deze samenvatting is om de afwegingen die gemaakt zijn om tot het eindoordeel te komen inzichtelijk te maken. Deze samenvatting geeft het volgende overzicht: • • • • •
Projectdefinitie en beredenering van de classificatie; Gevolgen en risico’s in samenvatting; Eventuele uitzonderingen, zoals afwijking van internationale normen; Eventuele positieve effecten op het milieu; Conclusie: een per saldo concluderend eindoordeel;
Voorlegging M projecten
M projecten die buiten de volmacht vallen van Atradius DSB, worden voorgelegd in het VC met een beschrijving van de classificatie en in een aantal zinnen de kernpunten en het eindoordeel.
Voorlegging C projecten
Voor C projecten die buiten de volmacht vallen van Atradius DSB geldt dat alleen de classificatie en het eindoordeel (aanvaardbaar/onaanvaardbaar) wordt voorgelegd in het VC.
Pagina 20 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
3.4
29 augustus 2012
Informatie-uitwisseling met exporteurs
Rijkscommissie
De herziening van onderhavig beleidsdocument voor de milieu- en sociale beoordeling zal in de Rijkscommissie gepresenteerd worden, zodat de deelnemers op de hoogte zijn van aanpassingen van het beleid.
Introductiecursus Atradius DSB
Nieuwe exporteurs, en nieuwe medewerkers van bestaande klanten, kunnen deelnemen aan een periodieke cursus bij Atradius DSB waarin ze ook informatie krijgen over de plaats en rol van de Sociale- en Milieu beoordeling.
Ad-hoc bij wijzigingen
Indien belangrijke wijzigingen van de beoordelingssystematiek worden voorzien, zijn ad-hoc bijeenkomsten met exporteurs mogelijk. Doelstelling van dit soort uitwisselingen is om gezamenlijk tot een werkbare uitvoeringspraktijk te komen. Daarnaast blijven alle exporteurs op de hoogte van beleidswijzigingen door middel van de “Credit Notes” en de internetpagina van Atradius DSB.
3.5
Informatie-uitwisseling met NGO’s
Consultatie NGO’s
Eens per jaar organiseert de staat een consultatieronde met NGO’s. Het doel van deze consultatie is om het beleid ten aanzien van de milieu- en sociale beoordeling te bespreken. Individuele projecten worden niet besproken.
Procedures Common Approaches
De ex-ante publicatie op internet van in behandeling zijnde aanvragen met een Aclassificatie, is voorgeschreven in de Common Approaches. Doel van deze openbaarmaking vóóraf is het mogelijk maken dat het publiek, waaronder NGO’s, kennis nemen van de projecten die Atradius DSB overweegt. Partijen zijn in de gelegenheid aanvullende projectinformatie aan te leveren naar aanleiding van de publicatie. In uitzonderlijke gevallen waar bij de beoordeling wordt afgeweken van de gangbare procedure wordt pro actief contact gezocht met NGO’s.
3.6
Informatie-uitwisseling met ECG practitioners
Body of experience
Om het speelveld te bepalen wordt tweemaal per jaar door de “ECG practioners” in OESO verband vergaderd. De informatie die hiervoor wordt gebruikt: • de ex post rapportage van de A- en B- projecten met motivering van de classificatie; • uitwisselen van ervaringen van het beoordelen van de export van kapitaalgoederen en services aan projecten en bestaande operaties; • issues en ontwikkelingen in het veld van de milieu- en sociale effectbeoordelingen van projecten of bestaande operaties.
Halfjaarlijkse OESO-rapportage
Elk half jaar worden de uitgereikte polissen van A- en B-projecten aan de OESO gerapporteerd. Het betreft hier dan polissen met een betalingstermijn van twee jaar of meer. Voor A- en B- projecten voor polissen met een terugbetalingstermijn van minder dan 2 jaar wordt vrijwillig gerapporteerd op basis van “For Information Only”.
Pagina 21 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
3.7
29 augustus 2012
Afstemming
Toetsing beleid
De hierboven beschreven informatie-uitwisseling met de verschillende actoren is onder andere van belang om inzicht te krijgen in de mate waarin het Nederlands beleid in lijn is met dat van andere landen. Afstemming met de ECA’s wordt gebruikt om te toetsen of deze opinies overeenkomen met de realiteit.
Level Playing Field
De doelstelling van de afstemming is het monitoren van het Level Playing Field. Alle bij de OESO aangesloten exportkredietverzekeraars hebben zich in internationaal verband aan hetzelfde normatief kader gecommitteerd voor de milieu en sociale beoordeling van exportkredietverzekeringen en investeringsgaranties. De Nederlandse export dient geen substantiële competitieve nadelen te ondervinden van een eventueel strenger beoordelingsproces ten opzichte van andere onderschrijvers van de Common Approaches, tenzij nationaal beleid hier expliciet een andere keuze in maakt. Doelstelling is om een zo goed en gedegen mogelijke milieu- en sociale beoordeling uit te voeren, terwijl de belasting voor de exporteur zo klein mogelijk gehouden wordt.
Jaarlijkse Benchmark
Om de ontwikkelingen in de omringende landen in kaart te brengen en onze werkwijze te kunnen vergelijken, wordt periodiek een analyse gemaakt van het beoordelingsbeleid van een negental relevante landen. Ook de OESO inventariseert in hoeverre ECA’s hun beoordelingsmethodiek wijzigen.
Pagina 22 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
Referenties Referentie 1
Notitie Milieu- en sociale beoordeling Atradius DSB. 2009
Referentie 2
Common Approaches on Officially Supported Export Credits and Environmental and Social Due Diligence (TAD/ECG(2011)9)
Referentie 3
Policy and Performance Standards on Social and Environmental Sustainability and Policy on Disclosure of Information (“IFC Performance standards”); International Finance Corporation, 1 januari 2012.
Referentie 4
OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen, 2011
Referentie 5
Guiding Principles on Business and Human Rights: Implementing the United Nations ‘Protect, Respect and Remedy’ Framework, 2011
Referentie 6
Handboek Processen en Procedures (HPP) Exportkredietverzekering en Investeringsgaranties onderdeel van de administratieve organisatie van de EKV versie: juli 2011
Bijlagen Bijlage 1
Lijst met type verzekeringen en de mate waarin sociale en milieuaspecten beoordeeld worden.
Pagina 23 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
Bijlage 1: Milieu- en sociale beoordeling: type verzekeringen Omschrijving Fabricatie- en Kredietrisico levering van kapitaalgoederen en/of diensten
Beoordelen ja
Inzet van kapitaalgoederen in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen.
Kredietrisico levering van kapitaalgoederen en/of diensten Fabricatie- en kredietrisico Uitvoering van werken
ja ja
Inzet van kapitaalgoederen in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen. Uitvoering van werken in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen.
Werktuigdekking
nee
Dit type polis wordt uitgereikt in combinatie met Uitvoering van Werken, welke wordt beoordeeld.
Uitvoering van werken non-transf.v Verzekering van Inschrijvingsgaranties (Bid Bond) Verzekering van Zelfstandige Garanties met Contragaranties Betalingsrisico Financiering
ja nee nee ja
Betalingsrisico Accreditiefconfirmatie Omzetverzekering Accreditiefconfirmatie
ja nee
Betalingsrisico u.h.v. Herfinanciering accreditief Export Koersrisico Export Koersrisico Bindende offerte Betalingsrisico Leasing Uitgebreide dekking
ja nee nee ja
Uitvoering van werken in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen. Financieel product Financieel product Beoordeling op (pro forma) aanvraag exporteur. Beoordeling op reputatie afnemer en naleving lokale wetgeving op grond van pro forma aanvraag exporteur (marginale beoordeling). Omzetverzekering Beoordeling op reputatie afnemer en naleving lokale wetgeving op grond van pro forma aanvraag exporteur (marginale beoordeling). Financieel product Financieel product Inzet van kapitaalgoederen in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen.
Betalingsrisico Leasing Beperkte dekking
Onteigenings- en uitwinningsrisico (Financiering)
ja
Inzet van kapitaalgoederen in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen. Alleen mogelijk in combinatie met Betalingsrisico Leasing Beperkte Dekking, welke wordt beoordeeld. Inzet van kapitaalgoederen in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen. Inzet van kapitaalgoederen in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen. Pro forma aanvraag fabrikant
Betalingsrisico Leasing Uitgebreide dekking Financier Betalingsrisico Leasing Uitgebreide dekking Financier (Marktwaarde)
ja
Inzet van kapitaalgoederen in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen. Pro forma aanvraag fabrikant
Onteigeningsrisico Onteigenings- en uitwinningsrisico (Leasing)
Vooruitbetaling één transactie Investeringsgarantie Financiering Investeringen Buitenland Syndicaatlening
ja
Reden
nee ja
ja ja ja ja nee
Inzet van kapitaalgoederen in een project of activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen. Betaling voor het fabriceren van kapitaal goederen, beoordelen op grond van ketenaansprakelijkheid in toeleverantieketen. Activiteit met potentieel milieu en sociale gevolgen. Beoordeling op pro forma aanvraag investeerder. Financieel product
Pagina 24 van 24
Beleidsdocument & procesbeschrijving: Milieu- en Sociale Beoordeling
29 augustus 2012
Pagina 25 van 24