DE APOSTOLISCHEN IN ENKHUIZEN Lange tijd was het in Enkhuizen een spannend gezelschapsspel om zoveel mogelijk kerkgenootschappen op te noemen, waarvan de onderkomens binnen de stadsgrenzen te vinden waren. Sommige daarvan maakten al lang deel uit van het geloofsleven van de Nederlanders: de rooms-katholieken, de luthersen, de doopsgezinden, de hervormden en de joden. Daarnaast bestonden er, zeker sedert de negentiende eeuw, veel afsplitsingen van de traditionele kerken. We hoeven alleen maar te kijken naar de groepen die het woord gereformeerd in hun naam hebben verankerd. Kerkpolitieke argumenten of verfijningen in de schriftuitleg hadden meestal de grondslag gevormd voor zo’n afscheiding. Vaak ook ging het om een groep volgelingen rond een charismatische leider. Die voorganger was, op grond van bijbelstudie, tot de conclusie gekomen dat de Grote Waarheid lag in een geheel nieuwe exegese van bepaalde teksten of zelfs van tekstfragmenten. Helaas dienden die zogenaamde ‘bevindingen’ soms ook als dekmantel voor machtsstreven, onverdraagzaamheid en het uitvechten van persoonlijke vetes. Nog steeds staan er profeten op die in staat zijn hun aanhang te bewegen huis en haard op te geven omdat het einde der wereld nadert. Veel van die bewegingen vallen weer uiteen als de profetie niet vervuld wordt of de leider sterft. Overigens zijn deze ontwikkelingen ook buiten het christendom te vinden. Zeker als de religieuze waarden stoelen op een beperkt aantal cryptische teksten. Het gaat dan om formuleringen die al heel lang deel hebben uitgemaakt van het culturele erfgoed van een gemeenschap. Nadat ze eeuwenlang mondeling waren overgedragen, werden ze uiteindelijk op schrift gesteld. De soms omstreden keuze en de uitleg worden dan verder verdedigd met bovenzintuiglijke ervaringen van enkele geestelijke leiders. Uiteindelijk worden de geschriften tot absolute waarheid verheven. Het begin van de negentiende eeuw was voor veel mensen in Europa een tijd van onzekerheden. De Verlichting, de Franse Revolutie, de Industriële Revolutie, de scheiding van Kerk en Staat, de slechte economische situatie op het platteland en de daarmee samenhangende trek naar de steden hadden op velen een ontwrichtende invloed. En die ontwrichting was een voedingsbodem voor de ideeën van profeten en andere geroepenen. De sombersten onder hen kondigden het einde van de wereld aan. Slechts door zich te verenigen rond degene die rechtstreeks de Boodschap van God kreeg aangezegd, kon men het eeuwig heil verwerven. Wie belang stelt in het geestelijk leven van de Enkhuizers moet eens in de gids van de gemeente Enkhuizen de rubriek ‘kerk en levensbeschouwing’ doorlezen. Een andere bron is de wekelijkse agenda van kerkdiensten in de Enkhuizer Courant. Het valt dan op dat een belangrijke groep kerkgenootschappen nog in alle geledingen en afsplitsingen het woord Apostolisch in de naam meedraagt. Het begin van die inmiddels over de hele wereld verspreide geloofsgemeenschappen is te vinden in het Verenigd Koninkrijk van omstreeks 1830. Pas in de jaren zestig van de negentiende eeuw vestigden de Apostolischen zich ook in Nederland. Al vanaf dat begin speelde Enkhuizen een belangrijke rol in de verspreiding van hun gedachtegoed.
1
Een Apostolische Kerk in wording: de Oude Ordening
Na de Franse Revolutie en de daarop volgende oorlog heerste er ook in Engeland en Schotland bittere armoede. Armoede en tegenslagen leiden vaak tot bezinning. In 1826 verenigde een groep geschoolde burgers zich in een studiekring. Zij kwamen voor het merendeel uit de maatschappelijke bovenlaag. De leden van de kring hoopten in hun samenkomsten de voor hen onwrikbare, profetische teksten uit de bijbel te begrijpen. Na veel gebed, meditatie en studie kwamen ze tot de overtuiging dat het einde der tijden nabij was en dat Christus spoedig zou wederkeren. Het daarna volgend Duizendjarig Vrederijk zou slechts plaats bieden aan een kleine schare trouwe volgelingen. Deze geestelijke stroming staat ook bekend als het Chiliasme. Het woord is afgeleid van het Griekse woord voor duizend, chiliasmos. In de bijbel staat te lezen dat nadat Christus ten hemel was gevaren, zijn ideeën werden verbreid door apostelen, die daartoe over bovenzintuiglijke gaven beschikten. Om nu de spoedige Wederkomst van de Heer in de huidige tijd voor te bereiden, leken nieuwe apostelen nodig. En die moesten geroepen en benoemd worden. Belangrijk daarbij was het gebed om herstel van de gaven van de Heilige Geest. De sfeer in de groep leidde tot extatische verschijnselen. Door handoplegging vonden al dan niet vermeende genezingen plaats. Er werd in vreemde tongen gesproken en sommige aanwezigen uitten zich spontaan in profetieën. Een belangrijke rol in deze periode speelde de Schotse dominee Irving. Er wordt dan ook wel over de Irvingianen gesproken. The Catholic Apostolic Church
Aanvankelijk was er van een echte kerkvorming geen sprake; de volgelingen wilden zich niet afscheiden van de traditionele kerken. Ze voelden zich binnen die bestaande instituten een opwekkingsbeweging. Door het uitblijven van de Wederkomst en door de tegenwerking die ze van andere gelovigen ondervonden, raakten ze echter geïsoleerd. Na enige tijd gingen ze zich de Catholic Apostolic Church (CAC) noemen. Het zou binnen dit artikel te ver voeren om op alle theologische verwikkelingen uit de eerste periode diep in te gaan. Toch is het voor het begrip van de structuur van het apostolisch geloofsgoed nodig om enige elementen nader te belichten. Twee bijbelteksten in het bijzonder vormden de grondslag. Het zijn Efeziërs 4 vers 1, in de oude vertaling: “En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon …” En de Openbaring van Johannes 21 de verzen 12-14: “En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten twaalf engelen en namen opgeschreven, welke zijn die van de stammen de kinderen Israëls. … En de muur der stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen der apostelen des Lams.” De eerste tekst vormt de indeling van de verschillende ambten met een daaraan gekoppelde gezagsverhouding. De tweede duidt op een gebiedsverdeling. Iets over de ambten
Er moesten twaalf apostelen geroepen worden. Zij zouden voorlopig de leiding over de godsgemeente krijgen. De profeten dienden de stem van de Heilige Geest te laten horen. Hun uitspraken werden dan door de apostelen van een uitleg voorzien. Roepingen door profeten aangegeven, moesten door de apostelen worden bevestigd. De evangelisten, ook wel engelen,
2
opzieners of bisschoppen genoemd - de letterlijke vertaling van het Griekse episkopos – hadden het toezicht over een groot aantal gemeenten. De herders of leraren stonden het dichtst bij de gelovigen en leidden de plaatselijke gemeente. Aan elke apostel werd de naam van een van de twaalf stammen van Israël gekoppeld. Voor Nederland was dat in een bepaalde periode de stam Juda. Deze uiteenzetting is sterk vereenvoudigd. In werkelijkheid waren er gemeentelijk en bovengemeentelijk nog meer ambten, die de bovengenoemde ambtsdragers assisteerden. De Engelse basisgemeenschap ging er in 1837 toe over om haar overtuiging vast te leggen in een Testimonium of getuigenis. Die werd aan veel geestelijke en wereldlijke leiders aangeboden. Enige jaren later, in 1842, voerde men een uitgebreide en kostbare liturgie in. Zelfs kwamen er voorschriften voor de doorgaans kleurrijke ambtskleding. Belangrijk was dat men ervan uitging dat alle nu geroepen apostelen de Wederkomst van de Heer zouden meemaken. Later werd deze structuur de Oude Ordening genoemd. Toen echter rond 1860 de helft van de apostelen was overleden, moest deze opvatting herzien worden. Voor velen had de Oude Ordening afgedaan. De laatste apostel van het eerste uur, Woodhouse, stierf in 1901. Daarna konden er geen nieuwe functionarissen bevestigd of, zoals dat in apostolische kring heet, geordend worden. Schwartz in Nederland: de Nieuwe Ordening
Vanaf die tijd groeide de gedachte dat het ambt van apostel bleef bestaan, ook al stierf de ambtsdrager. Er mochten dus steeds nieuwe mensen in dat ambt benoemd worden. Niet overal was men direct van deze opvatting overtuigd. Sommigen vonden dat het niet uitkomen van de profetie te wijten was aan de misdragingen van de mensheid. Er kwamen echter steeds meer dissidenten. Inmiddels was de beweging in Duitsland een belangrijke rol gaan spelen. Voor de ontwikkelingen in Nederland had dat grote consequenties. Zo kreeg een in Hamburg benoemde nieuwe apostel de opdracht om zich in Amsterdam te vestigen. Zijn omstreden aanwijzing was, zoals steeds, gebaseerd op een profetie. In 1863 kwam de apostel Friedrich Wilhelm Schwartz in onze hoofdstad aan. In sommige geschriften wordt de naam gespeld als Schwarz. Gescheiden daarvan werd er in 1867 in Nederland ook een tak van de Engels-Duitse oorspronkelijke beweging gevestigd: de Katholiek Apostolische Kerk. Die zou, net als in Engeland, verder een kwijnend bestaan leiden. Zeer veel later zullen we deze orthodoxe beweging toch weer tegenkomen. Enkhuizen. Korff, Kofman, Smit
Het geestelijk klimaat in het negentiende-eeuwse kerkelijk Nederland was voor velen die warmte en geborgenheid in het geloof zochten, verkild en ambtelijk geworden. Men sprak over een dorre woestijn en onvoldoende zielenvoedsel. Zo ook in Enkhuizen. In 1855 kwamen daar enige mensen bijeen, die zich de ‘Waarheidsvrienden’ noemden. Ze ontmoetten elkaar voor bidstonden op tijden die niet samenvielen met de officiële kerkdiensten want zij wilden geen tweespalt. Op een veiling in april 1860 werd er zelfs een gebouw aangekocht. Het ging om het pand Westerstraat 172 waar nu het documentatiecentrum van het Apostolisch Genootschap in is gevestigd. De prijs bedroeg 860 gulden en er was een hypotheek nodig van 400 gulden. Die werd verstrekt door de bankier
3
Seger Lakenman. Kort daarna trad een evangelist in dienst, G.F. Lankamp. Op 4 mei 1865 werden de statuten goedgekeurd van de ‘Vereniging tot verbreiding der Waarheid’. Artikel 2 luidde: “Het doel der vereniging is: Bevordering van kennis van de Bijbelse en de Vaderlandse geschiedenis door middel van openbare voorlezingen, voordrachten, verspreiding van tractaatjes, samensprekingen en van scholen waar Christelijk onderwijs genoten wordt.” De leden hadden dus een zendingsopdracht. Hoorn, Purmerend en Medemblik volgden. Er heeft in Enkhuizen zelfs een schooltje van de groep bestaan. In het gemeentelijk jaarverslag van 1869 staat dat een school van een ‘christelijke secte’ is opgeheven omdat de onderwijzer niet bevoegd blijkt om les te geven. De roep die al gauw van apostel Schwartz uitging, bereikte ook Enkhuizen. Enige leden van de Waarheidsvrienden zochten hem op en nodigden hem uit om naar Enkhuizen te komen. In 1869 bezocht hij de Enkhuizer groep. De apostel moet heel overtuigend zijn geweest want 160 mensen lieten zich ‘verzegelen’. Een van de eerste mannen die overtuigd raakten van de ideeën van Schwartz was de timmerman Tjipke Korff (1844-1917). Hij was van een ziekte genezen door handoplegging van Lankamp en voelde zich daarna aangetrokken tot het apostolische gedachtegoed. Het woord verzegelen is afgeleid van de teksten uit Openbaringen 7 en 14. Daarin staat dat 144.000 zielen bij de Wederkomst van Christus hun Heer tegemoet mogen treden. Er moet dan wel het teken van de Vader en de Zoon op hun voorhoofden zijn geschreven. Door profetieën volgden er al dadelijk nieuwe roepingen. Een vriend van Korff, ook timmerman, Jacob Kofman (1843-1911), werd evangelist, Everhardus Smit werd profeet en op 12 december 1869 mocht de 25-jarige Korff zich herder noemen. In 1878 zou Kofman tot opziener benoemd worden. De Hersteld Apostolische Zendingkerk (HAZK) in Enkhuizen was geboren. ‘Hersteld’ wees naar de nieuwe inzichten ten opzichte van de oorspronkelijke, Engelse opvattingen. De Nieuwe Ordening was begonnen. De burgers van Enkhuizen hielden niet erg van nieuwe, ogenschijnlijk sektarische geloofsovertuigingen en stelden zich vijandig op. Zelfs de ruiten van het vergaderlokaal in de Westerstraat werden met stenen bekogeld. Pas in de jaren negentig, ruim dertig jaar later, zou het pand naar ontwerp van Korff verbouwd worden en daarbij zijn huidige uiterlijk krijgen. Tijdens de verbouwing vonden de geloofsgenoten een tijdelijk onderdak. Een van hen, Jan Ruiter, was eigenaar van een paar panden in de Westerstraat. Die moesten gesloopt worden voor de bouw van een groot warenhuis. Zo’n slooppandje werd tijdelijk als vergaderlokaal ingericht. In de gevel van de nieuwe winkel, Westerstraat 114, prijkt nog het jaartal 1895. Nu is daar De Wit’s IJzerhandel gevestigd. Uitstraling en ontwerp wijzen ook hier naar bouwmeester Korff. In 1895 stierf Schwartz, vergeefs wachtend op de voorspelde ontmoeting met zijn Heer hier op aarde. Dat die profetie niet was uitgekomen, werd geweten aan het gedrag van zijn volgelingen. Het Nieuwe Licht. Krebs en Niehaus tegen Van Bemmel. Een splitsing
Al tijdens de laatste jaren van Schwartz ontstonden er landelijk conflicten over zijn opvolging. Er waren verschillende oorzaken voor die conflicten. In de eerste plaats was er de 4
machtsstrijd tussen de apostelen en de profeten. De laatsten vonden hun ondergeschiktheid aan de eersten niet in overeenstemming met hun roeping. De stem van de Heilige Geest, die uit hun mond te horen was, kon niet nog eens aan de censuur van anderen worden onderworpen. Dan was er de apostel die in 1881 in Duitsland was benoemd, Friedrich Krebs (1832-1905), van de stam Efraïm. Hij had revolutionaire theologische opvattingen. Zo vond hij dat de uitspraken van de apostelen uit de begintijd van het christendom niet belangrijker waren dan die van de huidige ambtsdragers. Alleen de nu levende apostelen kenden de problemen van de tegenwoordige tijd en hun oordeel moest dus zwaar wegen. Daarmee dreigde een groot deel van het oude geloofsgoed te worden afgedaan en kregen de levende apostelen een bijna onbegrensde invloed. Er mochten van Krebs ook meer dan twaalf apostelen worden benoemd. Alhoewel hij in orthodoxe kring om zijn ketterse ideeën werd afgewezen, groeide toch zijn gezag en daarmee dat van zijn stroming. Zijn volgelingen noemden hem zelfs ‘eenheidsvader’. Bij zijn opvolger Niehaus ontstond het instituut stam-apostel, de eerste onder zijn gelijken, een apostolische kerkleider. De verering van de ‘Jezus in de apostel’ was begonnen. Wat Jezus nog te zeggen had, kwam in het heden rechtstreeks van de profeten en de apostelen. Zijn spoedige Wederkomst was dus niet meer noodzakelijk en raakte op de achtergrond. De beweging is de geschiedenis ingegaan als Het Nieuwe Licht. Schwartz was het voor een deel met Krebs eens, maar daar waar de nieuwe apostolische uitingen in strijd waren met de oude bijbelse waarheden wees hij het ‘Nieuwe Licht’ nadrukkelijk af. Hij had dan ook in zijn testament de hoop uitgesproken dat zijn opvolger in zijn geest verder zou gaan. Pas na de dood van de geliefde apostel kwam het tot een uitbarsting. Tijdens een bidstond in Amsterdam in 1897 werd, dankzij een profetie, de Schwartzgezinde Martinus van Bemmel tot nieuwe apostel van de stam Juda uitgeroepen. De orthodoxie leek het te hebben gewonnen. Dit zeer tegen de zin van de Duitse apostelen Krebs en Niehaus en hun volgelingen. Zij verweten de Van Bemmelgezinden het negeren van de afgesproken Orde van Dienst tijdens de bidstond. De geprofeteerde roeping zou dan ook niet geldig mogen zijn. Er volgde een tijd van wederzijdse verdachtmakingen. Het leek een duel met schriftuurlijke spitsvondigheden. Veel bijbelteksten werden in de strijd geworpen. Helaas komen we in de geschriften uit die tijd de teksten over ‘naastenliefde’ en het ‘liefhebben van de vijanden’ niet tegen. Drie richtingen
Ook in Enkhuizen kwam een scheuring. De groep Van Bemmel ging verder onder de oude naam Hersteld Apostolische Zendinggemeente, stam Juda (HAZG). Tjipke Korff bleef herder. De volgelingen van Krebs, geleid door opziener Kofman, kregen een nieuwe naam: de Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen (HAZEA). Dan was er nog steeds de oude Katholiek Apostolische Kerk (KAK). Al snel werd, ook nu weer door een profetie, Jacob Kofman in het apostelambt bevestigd. De man moet een zwaar leven gehad hebben. Van de elf kinderen die hij kreeg, overleefde hij er negen.
5
De twee oude collega’s en vrienden, Tjipke en Jacob, gingen van toen af aan hun eigen weg. Tussen de regels door leest men over verbittering, maar ook over verdriet. Wat de een als dwaling zag, was voor de andere de enige, echte waarheid. Als voorbeeld noemen we een uitdrukking die in de geschriften van de orthodoxen als blasfemisch en godslasterlijk wordt aangehaald. Men verweet de Krebsgezinden dat ze over de oude bijbelteksten spraken als over ‘het oude hooi, stinkend, stilstaand putwater en manna waar de wormen uitkruipen’ en over de nieuwe waarheden als ‘het groene gras dat nu in de weiden groeit’. De volgelingen van het Nieuwe Licht stelden echter dat het niet ging om de bijbelteksten zelf, die zijn onaantastbaar. Alleen de uitleg van de apostel die nú leeft, is beter aan het heden aangepast. Het is niet duidelijk of men elkaar niet kon begrijpen of dat men niet naar elkaar wilde luisteren. In Enkhuizen speelde de Katholiek Apostolische Kerk toen geen rol.
Vanaf het jaar 1897 wordt de geschiedenis steeds moeilijker te volgen. In de hoofdrichtingen komen regelmatig opnieuw scheuringen voor. In onze tijd is er, landelijk althans, sprake van meer dan tien denominaties waarin de termen Nieuw, Hersteld, Evangelisch, Katholiek, Zending, Kerk, Gemeente, Genootschap en altijd Apostolisch in wisselende samenstelling voorkomen. De ambtsdragers
Voor we verder gaan, is het belangrijk wat meer inzicht te krijgen in de achtergronden van de mannen die geroepen werden om hun kerk voor te gaan, te helpen, te leiden en te onderwijzen. Het waren vrijwel allen lekenpriesters. Van een wetenschappelijke, theologische opleiding was doorgaans geen sprake. Ze ontleenden hun kennis grotendeels aan de Statenvertaling uit 1637 en waren niet in staat om de teksten in de oorspronkelijke taal te bestuderen. Meestal ging het om eenvoudige, vrome burgers die zichzelf en hun gezin met een ambtelijk of ambachtelijk beroep in leven moesten houden. Voorganger was men in zijn vrije tijd. Wij kwamen de timmerman-aannemers Korff en Kofman al tegen. Apostel Krebs was van huis uit spoorwegbeambte en kon derhalve vrij reizen. Dat was een voordelige bijkomstigheid. In de loop van dit verhaal zullen we nog tegenkomen een typograaf, een herenkapper, een grossier. Soms werd het hogere kader, dat veel moest reizen, vrijgesteld en door de gelovigen ondersteund, maar van een regulier salaris was in de meeste gevallen geen sprake. Er school in de sterk hiërarchische opbouw een gevaar. Noch de geroepenen tot het ambt, noch de volgelingen waren getraind in relativering en zelfbeschouwing. Uitspraken van profeten werden als absoluut en onfeilbaar ervaren. Gehoorzaamheid was geboden. Dat leidde onvermijdelijk tot onverdraagzaamheid. Wie er een andere opvatting op na hield, kon eenvoudigweg uitgestoten worden. Voor hen die toch hun geloof op hun eigen wijze wilden beleven, was er dan maar één mogelijkheid: afscheiden en een nieuwe groep vormen.. Het risico van zelfoverschatting, zelfverheerlijking en zelfs zelfvergoddelijking was voortdurend aanwezig. Ook aan voorgangers bleek niets menselijks vreemd. Onbedoeld speelden soms persoonlijke rancunes mee.
6
Elke scheiding bracht opnieuw veel verdriet en onzekerheid. Wie had gelijk en wie moest men volgen? Familiebanden werden verscheurd, vrienden vervreemdden van elkaar. Opvallend is dat we bij de ambtsdragers vaak dezelfde achternamen tegenkomen. Soms vinden we drie generaties terug in het ambt. De namen Korff, Smit, Slok, Bischoff, Verkruissen en Van Bemmel vullen een groot deel van de landelijke geschiedenis. De benoemingen waren te danken aan profetieën. En, zoals een oude profeet ons tijdens een gesprek toevertrouwde: profeten profeteren meestal alleen de dingen die ze al weten. We zullen de stromingen uit 1897 los van elkaar beschrijven. Daarbij houden we ons voornamelijk aan de Enkhuizer geschiedenis. En die is al gecompliceerd genoeg. Het zal blijken dat invloed van de uit Enkhuizen stammende apostelen van grote landelijke invloed is geweest. Vanwege de lange namen is het gebruikelijk geworden om de verschillende stromingen met acroniemen of letterwoorden aan te duiden, zoals HAZEA en HAZG. Een van de moeilijkheden waar een buitenstaander tegenaan loopt, is het ontstaan bij alle richtingen van een eigen taalgebruik. Bijbelse begrippen, vertaalde Duitse termen en pogingen om met zelfgecreëerde woorden nieuwe inzichten te vangen, leveren een geheel eigen jargon op. Daarbij komt dat de meeste begrippen nauwelijks scherp gedefinieerd zijn. De Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen (HAZEA). Kofman, Van Oosbree, Slok: “Welk een vriend is ons d’Apostel ……” Door een onduidelijke afspraak tussen de mensen van het eerste uur in 1869, vielen alle stoffelijke zaken juridisch toe aan de volgelingen van Kofman. Het bleek dat het kerkgebouw in de Nieuwsteeg, nu Westerstraat 172, nog altijd eigendom was van de Vereniging tot Verbreiding der Waarheid uit 1860. En die vereniging had een bestuur. In een notariële akte van 19 januari 1906, opgemaakt door notaris Verhoeff te Avenhorn, lezen we dat genoemde vereniging, vertegenwoordigd door de heren Kofman, Van Oosbree en Posthuma, het gebouw verkoopt aan de Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen, vertegenwoordigd door de heren Kofman, Van Oosbree en Posthuma! Het is hiermee nu ook duidelijk waarom drukkerij Posthuma uit Enkhuizen de huisdrukker van de HAZEA was. In 1911 overleed apostel Kofman. Al in 1910 was door Krebs zijn vervanger aangewezen: Johannes Hendrik van Oosbree (1862-1946). Hij was een levensmiddelengrossier die zich vanuit Amsterdam in Enkhuizen had gevestigd, op Westerstraat 13. Het achtererf van het huis kwam uit op de Nieuwstraat. De uit Enkhuizen afkomstige apostelen Van Oosbree en zijn latere geestverwant Slok hebben landelijk een immense invloed op de geestelijke ontwikkelingen in hun kring gehad. We zullen daarom trachten hun theologische ideeën iets nader toe te lichten. Door Van Oosbree radicaliseerden de opvattingen van Het Nieuwe Licht steeds verder. Deze nadrukkelijk aanwezige, ijdele en autoritaire man vond dat eigenlijk ook de figuur van Christus niet meer aan een historische persoon gebonden moest zijn. Hij probeerde zijn gemeente ervan te overtuigen dat de levensinstelling van Jezus of de ‘Jezusgezindheid’ op eigentijdse wijze ook door de apostel-zelf en door zijn volgelingen ingevuld kon worden. Verder gaf hij een eigen vorm en inhoud aan het Heilig Avondmaal. Hij sprak dan ook van
7
een ‘gemeenschappelijke verzoeningsdis’. Een lied dat hij zijn volgelingen liet zingen spreekt voor zich: “Welk een vriend is ons d’Apostel, die in Jezus’ plaats nu staat …” Dat ging sommigen te ver. De zoon van de Everhardus Smit die in 1869 al tot profeet was uitgeroepen, Hendrikus Jacobus Smit (1882-1965), trouwde in 1911 met een dochter van Van Oosbree. Daarvóór was hij al tot priester geordend. Smit woonde en werkte vele jaren als herenkapper op de hoek van de Westerstraat en de Bagijnestraat. Hij was een van de weinigen die in de nieuwe bijbeluitleg een theologische ontsporing dacht te zien. Waarschijnlijk stond hij als familielid zo dicht bij de gevierde apostel dat ook diens menselijke kant hem niet ontging. In 1925 kwam de definitieve verwijdering. Van Oosbree zette zijn schoonzoon, inmiddels evangelist en voorganger van de gemeente in Enkhuizen, uit het ambt. Zelfs sprak hij de vloek uit over de familie Smit. De gezagsgetrouwe Smit aarzelde om ‘zijn’ kerk de rug toe te keren, maar hem en zijn gezin werd door Van Oosbree de toegang tot de diensten ontzegd. Het Apostolisch Genootschap. Lambertus Slok Voor Van Oosbree was de situatie geleidelijk aan moeilijker geworden. Niehaus was in 1930 opgevolgd door de meer orthodoxe stam-apostel Bisschof. Die benoemde een tweede apostel voor Nederland, de rechtzinnige Jochems. De bedoeling was om Jochems te zijner tijd de plaats te geven die de bejaarde Van Oosbree nog innam. Toen echter in 1946 Van Oosbree zich bij zijn schepper moest verantwoorden, bleek dat hijzelf al voor een opvolger had gezorgd, de in Enkhuizen geboren typograaf Lambertus Slok. De charismatische kracht van Van Oostbree werkte nog door na zijn dood. Van zijn 30.000 volgelingen in Nederland gingen 27.000 met apostel Slok mee. Er volgden jaren van strijd. Wie was de wettelijke opvolger in de Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen? De Hoge Raad moest ten slotte uitkomst bieden. In 1951 werd Slok op formele gronden in het ongelijk gesteld. Toch bleven hij en zijn volgelingen de radicale ideeën van Van Oosbree trouw, onder de nieuwe naam het Apostolisch Genootschap (AG). De woorden Kerk of Gemeente hadden daarmee afgedaan. Slok moet ook in Enkhuizen geliefd zijn geweest. Bijna alle Enkhuizer gemeenteleden volgden hem. De oorspronkelijke Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen hield daarmee vrijwel op te bestaan. Het kerkgebouw in de Westerstraat werd ook door de ‘Slokkianen’ aangekocht. De opvattingen van Van Oosbree vonden in Slok hun ultieme bevestiging. Zelfs het Godsambt kon opnieuw ingevuld worden. God was de onpeilbare scheppingskracht. Maar God kon zich alleen maar tonen in de mens. Die mens was in staat om door zijn Christusgezindheid God als liefdesmacht te herkennen. De huidige apostel was de eigentijdse belichaming van die Christusgezindheid. “Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien”. Zijn naaste omgeving ging in hem zien ‘de Christus van het heden’. De oude God, voor zover die nog van betekenis was, werd een abstractie. De naam van de apostel Slok had in de jaren vijftig, zelfs voor niet-ingewijden, een bijna magische betekenis. Bij voorkeur duidde hij zichzelf aan met hoofdletters, zo schreef hij over de Mens Slok. Als hij Enkhuizen bezocht werd er door de buitenstaanders wat geheimzinnig over deze bijna mythische figuur gesproken. Het is misschien veelbetekenend dat de opkomst
8
van Slok in de naoorlogse jaren plaatsvond. Er was behoefte aan een vaderlijke leider. Lambertus Slok leefde tot 1984 en benoemde in zijn testament zijn zoon tot nieuwe apostel. Deze distantieerde zich nadrukkelijk van de geestelijke erfenis van zijn vader. Direct na zijn aantreden verwierp hij de Christusnaam. Sinds zijn aantreden ontwikkelde het Genootschap zich tot een vrijzinnige, zo niet religieus-humanistische beweging. Door studie en bijeenkomsten verdiept men zich in de vragen des levens. De mens zelf geeft nu de antwoorden op die vragen. Feitelijk is dat een gestileerde vorm van de opvattingen van Slok senior. In Enkhuizen is er in de Westerstraat een Studiecentrum gevestigd en in de Schans een samenkomstzaal. De Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland De stam-apostel Bischoff had dan wel van Slok gewonnen, maar zelf zorgde hij opnieuw voor beroering. Langzamerhand had bij hem de gedachte postgevat dat het Einde der Tijden nabij was en dat de Wederkomst van Christus nog tijdens zijn leven plaats zou vinden. Geleidelijk aan groeide die overtuiging uit tot een ‘Boodschap van de Geest des Heren’. En zo’n Boodschap moest wel onfeilbaar zijn. Bischoff ging in 1954 zelfs zover het geloof in die Boodschap als voorwaarde te stellen voor ambtsdragers en voor hen die verzegeld wilden worden. Zijn meest fanatieke volgelingen richtten een Vereniging op onder de naam NieuwApostolische Kerk der Nederlanden. Toch gaf dat geen definitieve breuk, want in 1960 stierf Bischoff. Daarmee bleek zijn Boodschap niet bevestigd te worden. Al gauw gingen er stemmen op om de oorspronkelijke Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen die in 1951 was gedecimeerd, te verenigen met de veel jongere NieuwApostolische Kerk der Nederlanden. De nieuwe naam zou luiden de Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland (NAK). Voor een niet-insider zijn deze namen minstens verwarrend. Hij moet ze naast elkaar zetten om de fijne nuances te ontdekken. Om het verhaal niet nog ingewikkelder te maken, hebben we ons hier maar onthouden van het noemen van persoonsnamen. Velen speelden een rol. De Nieuw-Apostolischen in Enkhuizen kerken sedert 1989 met andere gelijkgezinden in de regio in een nieuw gebouw in Westerblokker. De Gemeente van Apostolische Christenen. Een hereniging Al eerder vermeldden we dat Hendrik J. Smit na een breuk met zijn schoonvader Van Oosbree uit diens kerk was gezet. Hij kreeg contacten met drie Duitse apostelen en hun gemeenten die door de stam-apostel waren uitgestoten omdat ook zij de opgestane Christus hoger gesteld wilden zien dan de nu levende apostelen. In hun opdracht ging hij vanaf 30 oktober 1926 in Enkhuizen met een kleine schare van ongeveer veertig volgelingen kerkdiensten houden. Een nieuwe denominatie, de Hersteld Evangelische Apostolische Gemeente (HEAG) was ontstaan. Op 24 september 1950 kon Smit door de Duitse apostel Ecke zelfs tot apostel worden geroepen. De vele gelovigen die tijdens de crisis met Bischoff in de jaren vijftig waren uitgestoten of uitgetreden, hadden zich inmiddels verenigd. Daar hoorden ook Duitse groeperingen bij. Het bleek dat hun theologische opvattingen die van apostel Smit dicht benaderden. De behoefte aan een hereniging groeide. Nog voor de dood van Smit in 1965 ging men samen verder onder de naam Apostolische Geloofsgemeenschap. De verwarring met de naam Apostolisch Genootschap leidde in 1980 tot nog een naamswijziging. Vanaf dat jaar tooide men zich met 9
de nieuwe naam Gemeente van Apostolische Christenen (GAC). Dit is de eerste en enige keer dat het woord Christenen in een naam voorkomt! De Smitgetrouwen hadden vanaf het begin in een bovenzaal van de Westfriese Munt gekerkt. Toen die niet meer beschikbaar was, verhuisde men naar het Buyskeshuis in de Westerstraat, een hervormd verenigingscentrum. En toen daarin de supermarkt van Vezo werd gevestigd, kon men een voormalige rijschool in de Nieuwstraat huren. Inmiddels is dat pand eigendom van de gemeente. Na een uitvoerige verbouwing is het ingericht tot kerkzaal. Een merkwaardig toeval wil dat het hier precies de plaats is van voormalige vetsmelterij van de vroegere apostel Van Oosbree. De huidige voorganger is Albert Smit, een zoon van de stichter van de gemeente. (in 2013 is dat herder K. Ras-van der Heide) De Hersteld Apostolische Zendinggemeente, Stam Juda. Van Bemmel, Korff Zoals we al stelden, moest de groep Korff in 1897 in materiële zin helemaal opnieuw beginnen. In eerste instantie trok men in een christelijk vergaderlokaal aan de Zuider Havendijk, maar dat bleek te klein. En nu toonde zich de offerbereidheid van de getrouwen. Er kwam een vereniging ‘De Apostolische Kas’. Die zocht en vond geld voor een nieuw onderkomen. Men kocht een stuk grond aan de Vijzelstraat. Daar zou een kerkgebouw verrijzen en een woonhuis voor herder Korff. Als timmerman-aannemer ontwierp hij zelf het hele complex, zoals hij dat eerder bij Westerstraat 172 had gedaan. In de Enkhuizer Courant van 9 mei 1900 staat te lezen dat op maandagmorgen de apostel M. van Bemmel de eerste steen heeft gelegd voor het nieuwe kerkgebouw dat aan de Nieuwe Rietdijk – de Vijzelstraat – zal verrijzen. Al op 7 november meldt dezelfde krant dat apostel Van Bemmel (1862-1925) de kerk op de zondag daarvoor heeft ingewijd. Er zijn 200 zitplaatsen, een orgel en 4 gaskronen. Op een steen boven de deur prijkt de tekst: Hersteld Apostolische Zendinggemeente Stam Juda. De noodzakelijke, geldelijke leningen blijken daarna binnen tien jaar te zijn afgelost. Enige jaren later viel er een schaduw over de gemeente toen bleek dat de gezondheidstoestand van herder Korff aan het afnemen was. De geliefde voorganger was in zijn leven ook zwaar beproefd. Twee echtgenotes en vijf kinderen had hij naar hun graf moeten brengen. Zijn maatschappelijke betrokkenheid blijkt uit een lidmaatschap van de gemeenteraad van 1890 tot 1914. Op 1 juli 1917 overleed Tjipke Korff in de leeftijd van 73 jaar. Hij werd opgevolgd door H. van der Beek. In de jaren daaropvolgend horen we niet veel over de gemeente. Het lijkt een wat naar binnen gerichte rechtzinnige schare, die uit een klein aantal families bestaat. Bekende namen van ambtsdragers zijn Freek Sietses, Cor de Graaff, Wouter Ent en Piet van der Leek. Een interessante geloofsgenoot was ook de organist Nico Schouten. Hij stond bekend om zijn vertelmiddagen voor de jeugd. Met lichtbeelden vertelde hij de bijbelse verhalen. Ook was hij de schrijver van een reeks zondagsschoolboeken. Lang zou het kerkvolk van de Vijzelstraat een onopvallende, rustige geloofsgroep blijven. Schwartz had al in zijn tijd een versobering in de liturgie ingevoerd, die beter paste bij de Nederlandse traditie van ingetogenheid. Daarbij kwam nog dat de oude Engelse liturgie aanzienlijk meer kosten met zich meebracht. Het verdwijnen van uiterlijk vertoon gaf aan de diensten een ouderwets ‘calvinistisch’ cachet. In het jaar 1969 echter kwam er een breuk in de kleine orthodoxe gemeenschap. De oorzaak lag bij het optreden van Jacob van Poorten, een
10
tot apostel voor Engeland uitgeroepen Nederlander. Het had te maken met schuldvergeving en avondmaalsviering. De eigen apostel Ossebaar was lankmoedig, maar kon een scheuring niet voorkomen. Het verschil mondde uit in het vertrek van een deel van de gemeente. Onder de oude naam Hersteld Apostolische Zendinggemeente stam Juda, gingen de getrouwen verder. Eerst kerkte men in het Lutherhuis op de Breedstraat, daarna in de lutherse kerk zelf en ten slotte vond men vanaf 1985 een eigen onderdak in de voormalige synagoge op de Zuider Havendijk. De achterblijvers in de Vijzelstraat volgden Van der Poorten. Die had zich onder Engelse invloed bekeerd tot de Oude Ordening. De voor de hand liggende naam voor deze groep was dan ook de vertaling van de naam waarmee de apostolischen uit 1830 zich tooiden: de Katholiek Apostolische Kerk (KAK). De uiterlijkheden in liturgie en ambtsgewaden gingen opnieuw een rol spelen. In één opzicht was er een verschil met de oude inzichten: er werden weer ambtsdragers benoemd. De huidige voorganger Otto Broksma (overleden 2013) was dan ook bisschop. Het is triest dat er een kleine beeldenstorm volgde. Met hamer en beitel werd uit de steen boven de kerkdeur de oude tekst gehakt. De Hersteld Apostolische Zendinggemeente, stam Juda was definitief verhuisd. Het beeld van ‘terug naar de bron’ zou een harmonieuze afsluiting van dit verhaal zijn geweest, ware het niet dat in 1999 opnieuw een breuk ontstond, weer door het gedrag van Van der Poorten. De indruk bestaat dat door zijn ongeremde profetieën en ongefundeerde uitspraken veel persoonlijk leed was opgeroepen. De kleine groep van Katholiek Apostolischen viel uiteen. Veel gelovigen vonden als lid of gastlid een onderkomen bij de Oud-Katholieke Kerk (OKK) op de Breedstraat. Ze herkenden zich nog het meest in de liturgie die daar gevolgd werd. Nog slecht enkele tientallen komen nog samen in het meer dan honderd jaar oude kerkje in de Vijzelstraat. Bron: P.J. de Vries, Vereniging Oud-Enkhuizen - Steevast 2003
11