Gemeente van Christus, 1 Johannes 4:15 en 13, Pinksteren/belijdenis Beste Annelies, Wouter, Suzan, Jorinda en Tom, Mark en Zelia,
"Niemand heeft God ooit gezien" Dat staat in de Bijbel, we lazen het daarnet. Niemand heeft God ooit gezien…, ik moet u en jou eerlijk zeggen: het zijn nou net dat soort zinnetjes die de Bijbel voor mij zo’n machtig mooi boek maken. De Bijbel, boek van geloof, van vertrouwen op een Vader in de hemel; ja, je zou raar staan te kijken als dat niet zo was. Daar gaat de Bijbel over: een God die oog voor mensen heeft, die hen roept en je mag bij Hem horen; je mag Hem belijden. Maar wat als je nou niet gelooft? Of je geloof wel, of je wilt graag geloven…, maar ja, ondertussen zijn er van die stemmetjes in je die fluisteren: is het nou wel waar? God, wat zie je er nou van? Is het niet allemaal gewoon door mensen bedacht? Mensen die bang waren, en ja… toen hebben ze God maar uitgevonden? Misschien zijn zulke fluisterstemmetjes nog wel veel persoonlijker. Je hebt zo gebeden, maar het voelde alsof je net zo goed tegen de kast had kunnen praten. Of er was die periode in je leven dat je er echt wel voor ging: geloof, kerk, Bijbellezen; maar wat viel het tegen….; mensen vielen tegen; of de kerk viel tegen. Misschien viel je zelf ook tegen, eerlijk is eerlijk, daar zit vaak ook een deel van het probleem… Viel God misschien ook tegen? En wie Hij is, of misschien moet je zeggen ‘de voorstelling die jij van God had’, dat bleek zo voor jou niet te werken. De apostel Johannes, die dat Bijbelstukje dat we lazen schreef, zet dan toch opvallend bescheiden in. “Niemand heeft God ooit gezien…” Klinkt een beetje ontnuchterend bijna. Niet zo'n bemoedigend begin van de preek, en dat nog wel met Pinksteren, jullie belijdenisdienst. Ja, wacht… of is juist dit des te bemoedigender? De apostel Johannes zet ons neer op de plek waar we ook vanmorgen gewoon maar moeten beginnen. De plek waar we mogen beginnen. Je hoeft zelf niet zoveel mee te brengen. Je kunt dat niet, maar je hoeft het ook niet: "Niemand heeft God ooit gezien" O ja, ze waren er in de gemeente van Johannes - het is niet voor niks dat hij dit hier schrijft -: mensen die zich beriepen op bijzondere kennis van God en geheime mystieke ervaringen... En daarmee gingen ze de kerken rond: wij weten hoe het zit, zeiden ze... Wij hebben de ware Godskennis opgedaan, de 'gnoosis' zo heette dat in het Grieks, de wereldtaal in die tijd. En als je een echte christen bent, dan moet je eigenlijk toch wel net zo zijn als wij... Ik zie dat wel een beetje voor me, hoe ze andere mensen in de gemeente die dat niet zo konden meemaken, zullen hebben aangekeken met zo’n meewarige blik: ach ja, jij bent ook maar een ongeestelijk mensje, voor jou is het licht nog niet opgegaan. Maar Johannes zegt: Niemand heeft God ooit gezien. En dat staat dus in de Bijbel. De Bijbel is een nuchter boek. God is in de hemel en wij zijn op aarde; dat is ook een Bijbeltekst, staat in het boek Prediker.
We staan met beide benen op de grond. Dat is je plek als mens. Daar leef je, werk je, ga je relaties aan. En op die plek…, ja, daar mag je ook die ene bijzondere Relatie aangaan, nou en of! Op die plek mag je leren geloven, van harte! Ook de apostel Johannes prijst het ons aan. Op die plek mag je God leren kennen, zoals Hij zich ook aan jou wil laten kennen, wat dat wil Hij en dat doet Hij! Op die plek mag je ja-woord uitspreken, vanmorgen; dat is een feest en onze lof en dank waard. Maar het een ja-woord aan een God die zoveel groter is dan wij, dat al ons spreken over Hem, ook ons belijden van Hem, iets van stotteren en stamelen heeft. Hoe het dan toch kan? Dan kom ik bij die ene naam die ook in dat Bijbelgedeelte dat we lazen centraal staat: het is de naam Jezus. ‘Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft Hij in God.’ Als je op een zinvolle manier wil praten over die zo grote God die niemand ooit gezien heeft, dan moet je het vooral maar over Jezus hebben. Als je wilt weten wie die God nou eigenlijk is en waar Hij voor staat, kijk dan maar naar Jezus. Als je wilt weten tot wat voor een leven die God jou uitnodigt, luister dan maar heel goed naar wat Jezus daarover zei. En als je dan je geloof in God gaat belijden, er openlijk voor uitkomt dat deze God ook jouw God is en dat je voor altijd met Hem wilt leven, ja noem dan ook vooral maar die ene naam: de naam van Jezus. Door Hem mocht je deze God leren kennen. Door Hem mag je bij deze God komen en Hem jouw Vader noemen. Door Jezus mag je een band met Hem aangaan. Of… dat moet ik omdraaien: Door Jezus gaat God een band aan met jou. ‘Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft Hij in God.’ Het begint bij God: God blijft in hem of haar, staat er eerst. En dan ook…: Hij of zij mag blijven in God. Dat is belangrijk, die volgorde, juist op deze dag waarop jullie, Zelia en Mark, Tom en Jorinda, Suzan, Wouter, Annelies, belijdenis doen van je geloof. Dankbaar zijn we dat jullie tot die keus mochten komen. Dankbaar kijk ik terug op de gesprekken die we op de belijdeniskring hadden, mooi is dat zo’n proces bij elk van jullie te mogen meemaken. En vandaag mag dan jullie ‘ja-woord’ klinken. Geweldig! Ja, maar ook vandaag geldt: het begint bij God. Kijk maar eens in ons Bijbelgedeelte hoe de apostel Johannes het heeft over liefde en liefhebben. U en jij had al wel door, denk ik, dat dat het kernwoord is in dit hoofdstuk. Ik kwam tot zeventien keer, toen ik ging tellen; het kan er één meer of minder zijn, het was warm toen ik de preek zat te maken. Hoe het ook zij, ook hier begint het bij God. Ten minste als we het hebben over deze, bijbelse liefde, die toch altijd net weer even anders is dan hoe wij vaak over liefde praten en dat beleven. In onze tijd ligt denk ik de nadruk heel sterk op de gevoelskant van de liefde. En die is ook belangrijk, liefde kan een heel mooi gevoel zijn. Je heel bijzondere liefde voor die ene mens bijvoorbeeld, op wie je verliefd raakte Die jongen, dat meisje; de vlinders in je buik…
Dat wat je alleen voor haar of hem voelt, je man, je vrouw; ja dat is liefde. En dan kijk ik vanmorgen toch even speciaal naar Tom en Jorinda vanmorgen, deze weken van je belijdenis zijn ook de weken van jullie huwelijk, nou dan herken je ook deze omschrijving van liefde; dat is mooi, dat is ook een geschenk van God. Maar als Bijbel en ook Johannes in zijn brief het over liefde hebben, heeft dat nog een heel andere lading. Liefde, ja het is ontferming, bewogenheid, barmhartigheid, goedheid, daar komt een heleboel gevoel in mee. Maar, nog veel meer en dieper…, gaat het bij deze bijbelse liefde allereerst om een grondhouding, om een geloofshouding, om keus en om daad. Een leven vanuit het geloof dat jijzelf èn die ander er mogen zijn zoals je door God bent bedoeld, dat is bijbelse liefde. Het verlangen dat jij èn die ander tot hun recht en hun doel mogen komen zoals onze Schepper dat met ons voor ogen heeft, dat is bijbelse liefde. En dat stempelt mij gevoel naar die ander, ja dat ook, maar net zo goed mijn woorden en mijn daden. Liefde, liefhebben, dat zijn ‘doe-woorden’ in de Bijbel. Ik vind dat prachtig, zo diep en rijk, zo bevrijdend is dit. En… het begint dus bij God Het begint met de liefde van God in Jezus. Dat staat voorop, let er maar eens op hoe Johannes dat steeds benadrukt. ‘Niet dat wij God hebben liefgehad is het wezenlijke van de liefde’, schrijft Johannes. Ja dat is ook stukje van het eerlijke verhaal dat de Bijbel vertelt. Ik kom tekort in deze liefde, we komen als mensheid die liefde schromelijk tekort. Deze hele wereld lijdt aan een chronische armoede aan deze liefde. En ook ik hoest die niet even uit mezelf op. Het begin van deze liefde, die mij tot mijn doel brengt, die me ook andere mensen zo leert te zien, het begin daarvan zal bij God moeten liggen. Nou, dat verkondigt Johannes ons dus ook. God heeft ons liefgehad in Jezus. God schonk ons in Hem wat wij tekortkomen aan liefde. God zond zijn Zoon om verzoening te brengen voor onze zonden, staat er in echte bijbeltaal. Dat is Gods liefde die voorop gaat. Het is de kern van het evangelie, Het is mag de kern zijn van ons geloof. De kern van jullie belijden vandaag ook… Gelukkig toch maar? Dat werd anders toch een wankele zaak. Ik vertaal het gewoon maar even naar vanmorgen. De kern van jullie belijdenis-doen is niet dat jullie nou eens even de zaak van God gaan trekken en zijn Koninkrijk een stuk vooruit helpen. Ja, het is mooi dat je dat je ja-woord geeft, dat je ook belooft dat je naar de aan jou geschonken gaven mee wilt werken aan de opbouw van Gods Koninkrijk. Dat mag ons vanmorgen allemaal bemoedigen en misschien ook inspireren. Maar dat belijden van jullie is gelukkig ingebed in iets dat daar aan voorgaat. Voor jullie liefdesverklaring aan God, kwam zijn liefdesverklaring aan jullie. Vooraf aan jullie ja-woord, gaat Gods grote ‘Ja’ in de Here Jezus; in jullie Doop als klein kind gaf Hij dat Ja-woord al. En jullie ja-woord vandaag is daarop een antwoord. Een antwoord van liefde op de liefde van God. Liefde van God waar je met je belijdenis vanmorgen voluit en openlijk in mag gaan staan. Je mag gaan staan in deze relatie van liefde, noem ik het maar. God in jou, en dan ook: jij in Hem. In die relatie mag je actief leven.
Ja, net als elke relatie moet je die dus ook onderhouden. Daar mag je aan werken, je voor inzetten, trouw zijn in je gebed en in je leven met God, samen ook met je mede-christenen in de gemeenschap van de kerk. En weet je wie je daar nou bij helpen wil? Nou, daarom vieren we dus Pinksteren. Daarvoor hebben we dat verhaal uit Handelingen 2 nodig. Daartoe kwam de Heilige Geest naar ons toe. Johannes zegt het zo: "Dat wij in Hem blijven en Hij in ons, weten we doordat Hij ons heeft laten delen in zijn Geest" Pinksteren…; de heilige Geest Dat is het contactmoment, de verbindende schakel... God is in de hemel en wij zijn op aarde..., ja dat is waar. Verbeeld je niet te veel, want niemand heeft God ooit gezien. Dat is toekomstmuziek, dat is voor Gods eeuwigheid, dan zullen we God aanschouwen, dat zegt Johannes ook, maar dat staat nog uit. Nu nog niet! En toch is er een schakel; er is contact; er mag relatie zijn. Onder ons is God en wil Hij werken. Door de heilige Geest. ‘God die in je hart wil wonen’, dat de meest eenvoudige en ware omschrijving die ik ken voor de heilige Geest: God die in je hart wil wonen… Nee, dus niet op de manier van: nou weet ik alles over God, dat zit toch even anders, leerden we vanmorgen ook uit de Bijbel. Het is ook geen bezit, alsof je automatisch op elk moment over Hem kunt beschikken. De heilige Geest wil in je hart wonen, maar Hij is geen Geest op afroep. Hij is wel een Geest van het gebed. De Here Jezus beloofde dat wie om Hem vraagt, ook gegeven zal worden. Dat geeft moed. Vandaag, bij je belijdenis. Een hele stap toch, en wat ik met God heb en Hij met mij heeft…, het blijft toch ook altijd kwetsbaar. Maar Johannes zegt: Je mag dat zien als iets waarin God zelf met jou bezig is. De heilige Geest is met jou bezig. Het staat er prachtig in vers 13: “Dat wij in Hem blijven en Hij in ons, weten we doordat Hij ons heeft laten delen in zijn Geest.” Het is meer dan een weten van het verstand. Dat is het ook, een geloofsovertuiging op basis van een geloofwaardig verhaal. Maar je verstand bereikt in het geloof een keer z’n grens, en dan spreekt je hart. Het is ook niet een heel geheimzinnig weten, dat maar voor enkelen zou zijn weggelegd. Johannes gebruikt hetzelfde woord als die vreemde leraren in zijn tijd graag deden, een soort knipoog is, wel een ernstige, naar die lieden met hun geheime kennis, gnoosis.. Dat wat er van God in jouw leven is,- nee het gaat er niet om dat je dit of dat kunt etaleren of uitstallen, bijzondere geestelijke ervaringen waar het dan van moet afhangen. Maar wat er in jouw leven mocht groeien aan geloof, vertrouwen; dat besef dat niet meer zonder Jezus kunt en wilt, dat je je leven nu ook openlijk wilt verbinden met God door Hem: ‘wij in Hem en Hij in ons’… daarvan mag je geloven: God is daarin aan het werk is door zijn Geest. Door de heilige Geest weten we ‘dat wij in Hem blijven en Hij in ons.’ Dat geeft moed, voor nu èn voor de toekomst. Als dat straks allemaal van jezelf moest komen, stapelen de twijfels zich misschien wel op: Zal me lukken om trouw te blijven? Is mijn geloof daarvoor sterk genoeg? En wat als het tegenloopt?
Het zijn en blijven herkenbare vragen, als je klaar staat om belijdenis te doen. Herkenbare vragen, ook als je vorig jaar of jaren eerder belijdenis deed. Herkenbare vragen, ook als je er over nadenkt en het schommelt zo heen en weer: moet ik dat nou toch ook niet eens doen en niet weer vooruitschuiven? Maar ja, die fluisterstemmetjes waar we de preek mee begonnen, ze zijn ook jou niet vreemd. De apostel Johannes bemoedigt ons met de belofte van de heilige Geest: ook jij mag delen in Gods Geest. Ook hier begint het weer aan Gods kant. Letterlijk staat er: Hij heeft ons gegeven van Zijn Geest... Het is een geven dat ook een delen is. De Here God heeft het verdeeld over de gemeente, niet jij hebt alle gaven van de Geest in je eentje gekregen, je hebt elkaar dus nodig. Samen ben je geroepen om God te dienen. Elkaar te dragen, aan te vullen, te helpen, betekent dat ook. En zo helpt Gods Geest ons, steunt en draagt Hij ons in ons geloven, in ons belijden, en in het blijven en groeien in de relatie met God ook: ‘Hij in mij en ik in Hem’. Met open handen, met een open hart mag je klaar staan voor wat God je geven wil. Om dan ook de Here Jezus trouw te volgen, te gaan in het spoor van die diepe bijbelse liefde van God in Hem. Die liefde gaat dan ook steeds meer zichtbaar worden in de praktijk van jouw leven, mooi vind ik hoe dat in ons Bijbelgedeelte daaruit voortvloeit. “Als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben.”, zo staat het in vers 11. Gods liefde krijgt handen en voeten, het is te zien, te merken; je levenshouding en de daden worden er anders door; in alle feilbaarheid straalt er iets van Jezus’ liefde in door. Ook zo deel je in Gods Geest! Het is een uitnodiging voor ons allemaal! Ik denk tot slot aan dat kind, dat toen juf op de laatste schooldag een traktatie uitdeelde, met stralende ogen van verlangen en open handen klaarstond om te ontvangen. Gemeente, het is Pinksteren. Vandaag trakteert God! Amen