DE ALARM KLOK 20 FEBRUARI 2011
MAILING 53 VAN DEMENT OOSTENDE VZW
GOUDEN PAND 2010 HET RELAAS (DEEL 1)
Een mailing van onze vereniging naar onze talrijke sympathisanten, het stadsbestuur en de pers. 1|Pagina
HET GOUDEN PAND - EDITORIAAL De vierde editie van het Gouden Pand, de prijs voor de beste recente renovatie van een erfgoedpand in Oostende, ging door op 30 januari. Voor deze editie waren we zeer vereerd dat Minister Geert Bourgeois, Vlaams Minister bevoegd voor beheer en bescherming van het onroerend erfgoed, bereid was om de prijs uit te reiken. In ons vijfjarig bestaan zijn we erin geslaagd om Dement Oostende op de kaart van het erfgoedlandschap te plaatsen, onze beleidsmakers te doen luisteren naar onze boodschap en ook op de hogere beleidsniveaus, provincie en Vlaamse regering, de verdrukking van het Oostendse erfgoed aan te kaarten. Dement Oostende wil erfgoed positief in de kijker plaatsen en zo aantonen dat er voor een erfgoedpand wél degelijk een alternatief kan bestaan dan de sloop en het zoveelste nieuwbouwblokje. Over de afgelopen vijf jaren zijn we geëvolueerd van een actiegroep naar een vzw. Dit heeft ertoe geleid dat Dement Oostende niet langer alleen maar langs de zijlijn/kant wil staan, want tot op heden werden we niet altijd gehoord door het bestuur, maar ook concreet wil meedenken over én –werken aan herbestemming van ons erfgoed. Zo zijn er drie concrete projecten waar we ons het voorbije jaar voor hebben ingezet. Vooreerst hebben we een jaar geleden Min. Bourgeois uitgenodigd voor een werkbezoek. Bedoeling van het bezoek was aan te tonen dat erfgoed een toeristische troef is voor Oostende en dat het toerisme een troef is voor het erfgoed : beiden versterken elkaar. Dement heeft ook een bijdrage geleverd aan TAZ 2010. Ons bestuurslid Sofie Cloet was curator van de fototentoonstelling “Verlaten plekken, vergeten stemmen” waarbij de bezoeker aan de hand van foto’s van Reginald Van de Velde gebracht werd naar mysterieuze plekken vol schoonheid. En tenslotte heeft Dement ook de aanzet gegeven voor de herinrichting van het Filip van Maestrichtplein, één van de best bewaarde locaties in Oostende verborgen achter de St. Jozefskerk in de luwte van de drukke A. Pieterslaan. Dement was ervan overtuigd dat de herinrichting van dit plein tot een autoluw en kindvriendelijk buurtplein de aanzet zou kunnen worden voor de heropwaardering van de verkommerde erfgoedpanden rond het plein. Thans blijkt dat de wijk terug aan aantrekkingskracht wint en ondernemende gezinnen die zich aangetrokken voelen door de belle époque woningen zich er komen vestigen. De bekroning van dit project is de inhuldiging van het kunstwerk dat een kunstenaar i.s.m. Dement Oostende voor dit plein heeft ontworpen en dat op 26 maart as. in het bijzijn van de burgemeester Jean Vandecasteele en de curator van Muzee, Philippe Vandenbossche, officieel zal ingehuldigd worden. U wordt bij deze hartelijk uitgenodigd om deze inhuldiging bij te wonen. In deze context dient ook de uitreiking van het Gouden Pand gesitueerd te worden. Met de uitreiking van "Het Gouden Pand" wil Dement Oostende geslaagde renovaties van erfgoedpanden in de kijker plaatsen alsook hun eigenaars danken voor de renovatie en hun bijdrage aan de opwaardering van onze Koningin der Badsteden. Het Gouden Pand werd in 2006 opgestart, we zijn ondertussen aan de 4de editie toe en stellen met genoegen vast dat ons initiatief ondertussen ook in andere centrumsteden navolging vindt. Zo organiseerde de stad Brugge eind vorig jaar voor de eerste maal de ‘Monumentenprijs Brugge’. Met dit initiatief wil ze haar waardering tonen voor de grote bijdrage die particulieren leveren aan de instandhouding en de restauratie van het bouwkundig erfgoed in Brugge. Ook de stad Mechelen reikt prijzen voor stadsverfraaiing uit. Bedoeling is, naar luidt van hun schepen voor Monumentenzorg – om “van Mechelen nog meer een aangename en leefbare stad te maken waar het fijn is om te wonen en te vertoeven". Het toch zou mooi zijn mocht ook in Oostende de organisatie van het Gouden Pand met de steun van, en in samenwerking met ons stadsbestuur kunnen georganiseerd worden, niet?
2|Pagina
DE UITREIKING ZELF Op zondagvoormiddag 30 januari werden de kandidaten voor het Gouden Pand 2010 aan het publiek voorgesteld in de Forum zaal van de Oostendse bibliotheek. De zaal zat met meer dan 120 belangstellenden afgeladen vol. Naast de heer Geert Bourgeois, Vlaams Minister bevoegd voor beheer en bescherming van het onroerend erfgoed, waren ook volksvertegenwoordigers Wouter Devriendt (Groen!), Manu Beuselinck (N-VA) en Wilfried Vandaele (N-VA) aanwezig. Niettegenstaande de aanwezigheid van een Minister van de Vlaamse Regering en onze uitdrukkelijke uitnodiging aan het Oostendse stadsbestuur, was er niemand van het College van Burgemeester en Schepenen aanwezig. Enkel burgemeester, Jean Van de Casteele (SP.a), en Schepen van Cultuur, Nancy Bourgoignie (SP.a), hebben zich verontschuldigd. Van de Schepen bevoegd voor Ruimtelijke Ordening en Monumentenzorg (onder de Oostendenaars al herdoopt in Ruimtelijke Wanorde en Appartementenzorg), Bart Bronders (SP.a) ontvingen wij taal noch teken. De afwezigheid van een vertegenwoordiger van het stadsbestuur op dit evenement toont duidelijk aan dat ons stadsbestuur het nog steeds moeilijk heeft om onverkort te kiezen voor het behoud en de opwaardering van het Oostendse erfgoed, nochtans een toeristische troef voor een stad aan zee.... DE JURY Traditiegetrouw wordt het Gouden Pand verkozen door een onafhankelijke jury. De jury bestond uit leden uit de bouwwereld en de culturele sector. Van links naar rechts vinden we Piet Daman, Gidsenkring Lange Nelle; Wouter Demuynck, zaakvoerder Sustainable Urban Development; Luc Muylaert, coördinator Theater Aan Zee; Ulla Provoost, Oostendse architect; Peter Defurne, directeur Stedelijke Kunstacademie; Carmen Van Puyenbroeck, Dienst Cultuur van de Provincie West-Vlaanderen; Willem Vandezande, Masereelfonds; en Stijn Everaert, bouwsmederij Willy Everaert. De jury kwam vóór de prijsuitreiking reeds samen en werd gevraagd de meest waardevolle recente renovatie te beoordelen aan de hand van 4 criteria.
DE CRITERIA
Dit jaar werkten we voor het eerst met “criteria”. Deze zijn bedoeld als leidraad voor de juryleden, om hen te helpen bij hun beoordeling. Uit de voorgaande edities leerden we dat het van belang is om te verwoorden wat naar onze mening nu precies een “Gouden Pand” maakt. We vertaalden dit naar vier “criteria” – aspecten van het gebouw, de renovatie en haar betekenis, die we rangschikten in volgorde van belangrijkheid. 1. Meerwaarde voor de buurt (criterium 40 %) De mate waarin de renovatie van het pand betekenis heeft in de omgeving. Is door de renovatie een “stadskanker” vermeden? Heeft de verbouwing bijgedragen tot een aangename sfeer in de straat of wijk? Zal het werk anderen misschien inspireren om het voorbeeld te volgen en ook te gaan renoveren?
3|Pagina
2. Originaliteit en karakter (criterium 30 %) Op welke manier werd de renovatie benaderd? Was het originele karakter van het pand nog aanwezig, en is dit door de renovatie opgewaardeerd? Op welke manier gaan oude en nieuwe elementen samen? Betekende de renovatie een meerwaarde voor het gebouw, is het m.a.w. in ere hersteld? In welke mate heeft de eigenaar zijn eigen stempel gedrukt op de renovatie? 3. Volledigheid van de werken (criterium 15 %) Hoe omvangrijk is de renovatie? Hiermee wordt niet bedoeld “welk budget?”, maar wel in welke mate de elementen die vragen om renovatie werden aangepakt. Werden noodzakelijke werken aan binnenén buitenzijde uitgevoerd? Voorgevel, achtergevel? Werden belangrijke zaken (vochtproblemen oplossen, elementen in verval restaureren of vernieuwen) aangepakt? 4. Technische verbetering (criterium 15 %) De werken hebben een positieve bijdrage geleverd aan het “comfort” voor de gebruikers. Er werden ingrepen gedaan om het gebouw in overeenstemming te brengen met de hedendaagse wooneisen. In de eerste plaats gaat het dan natuurlijk om verbeteringen op vlak van energieprestatie: dak isoleren, ketel vernieuwen, dubbele beglazing plaatsen (al dan niet in vernieuwd schrijnwerk), ... . Maar ook de kwaliteit van de werken is een criterium. Werd er gewerkt met bekwame aannemers? Is de veiligheid (vb. elektrische installatie) verbeterd? Is er gekozen voor waardevolle en duurzame materialen? Met andere woorden in welke mate kan het pand concurreren met een nieuwbouw?
DE KANDIDATEN: De lokatie van de panden is aangeduid op het kaartje hiernaast :
A. Madridstraat 15, MaQuinze B. Nijverheidstraat 5, B&B The Ostend Guesthouse C. Elisabethlaan 379, B&B Art Deco / RHK Y.V. D. Torhoutsesteenweg 35-37, Art Dec'Eau E. Koningstraat 88, Belle Epoque stadsvilla F. Frère Orbanstraat 21 Belle Epoque burgerhuis G. Oude Molenstraat 23 Villa Albert
SPEECH MINISTER GEERT BOURGEOIS “Ik wil de vzw Dement Oostende danken omdat ze mij heeft uitgenodigd om hier vandaag de laureaat van Het Gouden Pand 2010 bekend te maken en de eraan verbonden prijs uit te reiken. Als Vlaams minister die bevoegd is voor onroerend erfgoed, ben ik vanzelfsprekend graag op die uitnodiging ingegaan. Het is een bijzonder aangename opdracht – ik kan u verzekeren dat er in het leven van een minister opdrachten zijn die minder aangenaam zijn. Beschouw het bovendien als een blijk van grote waardering en van oprechte dank voor wat Dement Oostende nu al zes jaar doet voor het behoud van erfgoed in Oostende. Een jaar geleden had ik het genoegen om tijdens een werkbezoek aan de stad kennis te maken met de vzw Dement Oostende, en het was een bijzonder aangename en leerrijke kennismaking. Oostende is vanouds bekend als de Koningin der Badsteden – een erenaam die zich ook weerspiegelde en nog weerspiegelt in vele fraaie gevels en enkele architecturale parels.
4|Pagina
Zoals elders in Vlaanderen is een deel van het rijke stadspatrimonium helaas verdwenen, helaas gesloopt. Uit bezorgdheid voor het behoud van het onroerend erfgoed, hebben enkele Oostendenaars in 2005 Dement Oostende opgericht. Niet om tot elke prijs elk gebouw van afbraak te vrijwaren, wel om te ijveren voor een gezond en krachtig erfgoedbeleid. Wij moeten inderdaad ons onroerend erfgoed zoveel mogelijk behouden. Oude en oudere gebouwen zijn immers een venster op het verleden, ze gunnen ons een blik in de diepte van de tijd. Hun vorm, hun uitzicht stralen schoonheid uit en geven de omgeving waar ze staan een eigen kleur, een eigen cachet. Vaak hebben ze ook een toeristisch belang. Het heeft vrij lang geduurd voor we ons bewust waren van de waarde van oude gebouwen en van het belang ze te bewaren. Hoewel al in 1835 een Koninklijke Commissie voor Monumenten was opgericht, liep ons land grote achterstand op in zowel de inventarisatie als het behoud van waardevolle gebouwen. Pas met de wet van 7 augustus 1931 die het mogelijk maakte belangrijke monumenten en landschappen een beschermd statuut te geven, kwam de monumentenzorg op gang. Na de Tweede Oorlog viel de monumentenzorg zo goed als stil en ging er meer aandacht naar het herstel van de oorlogsschade, naar de wederopbouw en naar de toekomst dan naar het verleden. Het duurde tot de tweede helft van de jaren 1960 vooraleer monumentenzorg hoger op de politieke en maatschappelijke agenda schoof. Een scharnierjaar was 1971, het jaar van de publicatie van het eerste deel van “Bouwen door de eeuwen”, de inventaris van ons bouwkundig erfgoed, gewijd aan het arrondissement Leuven. Vorige maand zijn de laatste twee delen van de inventaris gepubliceerd. Ons bouwkundig erfgoed is nu Vlaanderenbreed in kaart gebracht. Een werk van veertig jaar is tot voltooiing gekomen. Maar de inventarisatie zelf is niet ten einde, want inventariseren is een nooit eindigend proces. Het werk dat de toenmalige Rijksdienst voor Monumenten en Landschappen begonnen was en dat het Agentschap Ruimte en Erfgoed met de invulling van de laatste “blinde vlekken” tot voltooiing heeft gebracht, wordt nu voortgezet door het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed, afgekort VIOE. Zijn werk bestaat erin de inventaris voortdurend te actualiseren en te verbeteren, en daarnaast tot herinventarisering over te gaan. Nu ik het over het VIOE heb, kan ik u meedelen dat ik volop bezig ben om de structuur van en de bevoegdheden binnen het beleidsveld onroerend erfgoed te hertekenen. Vorig jaar zijn we erin geslaagd de kracht van onze drie erfgoedverenigingen te bundelen. Erfgoed Vlaanderen, Open Monumentendag Vlaanderen en het Forum voor Erfgoedverenigingen hebben op 22 juni een samenwerkingsovereenkomst ondertekend, waarin ze verklaren om tegen het einde van dit jaar samen te smelten tot één grote Vlaamse Erfgoedorganisatie, naar het voorbeeld van de National Trust in Engeland. Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om Dement Oostende uit te nodigen en op te roepen bij onze National Trust aan te sluiten. Voor dit jaar staat de hervorming van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO) op het programma. Zoals u wellicht weet zijn in dit beleidsdomein drie entiteiten bij ons onroerend erfgoedbeleid betrokken: het VIOE dat wetenschappelijk onderzoek doet en inventariseert; het agentschap Ruimte en Erfgoed, dat instaat voor de bescherming en het beheer van onroerend erfgoed; en het agentschap Inspectie RWO. Dat laatste laten we ongemoeid, maar het VIOE en de functies bescherming en beheer van onroerend erfgoed in het agentschap Ruimte en Erfgoed brengen we samen in een nieuw agentschap Onroerend Erfgoed. Het krijgt de verantwoordelijkheid voor de verschillende aspecten van het erfgoedbeleid: onderzoek, inventarisering, bescherming, beheer, ontsluiting. De start van deze oefening is gegeven. Ze moet af zijn tegen Pasen, zodat nadien de implementatie kan beginnen. 5|Pagina
Zoals dat het geval is voor de samenvoeging van de erfgoedverenigingen, zo zal de vorming van één agentschap de herkenbaarheid en de zichtbaarheid van Onroerend Erfgoed verhogen. De integratie zal het bovendien mogelijk maken de verschillende beleidsprocessen beter op elkaar af te stemmen en meer samenhang te geven, en zo de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het beleid te verhogen. Ik kom nog even terug op de inventaris van ons bouwkundig erfgoed. De louter papieren inventaris is, zoals u zeker weet, vervangen door een digitale inventaris. Die bevat ruim 77.000 waardevolle gebouwen, waarvan er ongeveer 12.000 beschermd zijn. Enkele, niet alle van de genomineerden voor Het Gouden Pand 2010 zijn in de inventaris terug te vinden. Elk jaar stelt de administrateur-generaal van het VIOE, als gedelegeerde van de minister van Onroerend Erfgoed, de inventaris vast. Die juridische handeling is een vorm van vrijwaring voor de toekomst, maar minder verregaand dan bij de bescherming als monument. Belangrijk vooral is dat de eigenaar die een gebouw uit de vastgestelde lijst wil afbreken, daar een stedenbouwkundige vergunning voor nodig heeft. De gemeente kan de sloopvergunning alleen uitreiken, nadat zij aan mijn administratie advies heeft gevraagd over de erfgoedwaarde van het gebouw. De gigantische hoeveelheid informatie die de voorbije decennia verzameld en in de inventaris opgenomen is, vormt een uitgangspunt voor verder wetenschappelijk onderzoek en is erg nuttig voor samenstellers van toeristische of andere streekgidsen. Maar bovenal kan en moet de informatie de basis zijn van een doordacht beschermingsbeleid en een duurzaam erfgoedbeleid, ook op het lokale vlak. Ik reken daarvoor op onze gemeente- en stadsbesturen, ook op het stadsbestuur van Oostende dat de voorbije jaren al initiatieven heeft genomen om een lokaal erfgoedbeleid te ontwikkelen en te voeren. Ik sluit niet uit dat Dement Oostende daar enige invloed op heeft gehad. Onroerend erfgoed bewaren is inderdaad niet alleen de opdracht van de Vlaamse overheid, van de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed. Mijn bijdrage bestaat er hoofdzakelijk in om bijzonder waardevolle gebouwen een beschermd statuut te geven en restauraties financieel te steunen. De beschermde gebouwen vormen, zoals ik al zei, slechts een minderheid van de gebouwen in de inventaris. En behalve die geïnventariseerde gebouwen zijn er zeker andere die verdienen bewaard te worden – kijk maar naar de zeven kandidaten voor Het Gouden Pand 2010. Gemeenten en steden kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Voor een krachtig erfgoedbeleid is een stevig draagvlak nodig. We moeten mensen bewust maken van en gevoelig voor de waarde van oudere gebouwen. Eigenaars moeten, waar nodig en waar mogelijk, financiële steun krijgen om hun pand in stand te houden, eventueel door het een nieuwe bestemming te geven die behoud van erfgoedwaarde verzoent met een eigentijdse functie. Voor een stevig draagvlak heb je niet enkel sterke hoekpijlers nodig, maar ook een sterk middenstuk, een sterk middenveld. Vlaanderen beschikt over een sterk landelijk middenveld voor het onroerend erfgoed, straks verenigd in de Vlaamse Erfgoedorganisatie. Maar er is ook een lokaal middenveld nodig. Oostende beschikt daarover met de vzw Dement Oostende. Met de jaarlijkse uitreiking van Het Gouden Pand draagt ze bij aan sensibilisering en versteviging van het draagvlak voor onroerend erfgoed. Als we zien dat nu ook de stad Brugge monumentenprijzen toekent en andere gemeenten belangstellend informeren naar Het Gouden Pand, dan mogen we gerust zeggen dat Dement Oostende baanbrekend werk verricht. Weet dat ik dat bijzonder apprecieer. Het ogenblik is aangebroken om de naam bekend te maken van de laureaat Het Gouden Pand 2010. We hebben kennis kunnen maken met de zeven kandidaten: zeven waardevolle kandidaten die stuk voor stuk voor de prijs in aanmerking komen. Voor alle zeven wil ik mijn waardering uitspreken. Van alle zeven wil ik de eigenaars danken voor de inspanningen die zij gedaan hebben om hun pand te renoveren en zo toekomst te geven. Zeven kandidaten, maar helaas kan er slechts één winnen en mag ik slechts aan één de prijs overhandigen.
6|Pagina
Die prijs is een gouache in zwart-wit van Yves Depape. De kunstenaar uit Bredene heeft een hechte band met Oostende, want hij kreeg een opleiding aan de Stedelijke Kunstacademie. Het schilderij roept herinneringen op aan de zee, meer bepaald aan de grens tussen zee en land: het strand, de duinen, de wind, de houten structuren van de kustverdediging. Uit het schilderij spreekt de charme van verwering, de schoonheid van oneffen kantjes, en vakmanschap: drie eigenschappen die we ook terugvinden in de zeven erfgoedpanden die we hier vandaag te zien krijgen.
Na grondige beraadslaging heeft de jury, die ik bij deze hartelijk dank, beslist Het Gouden Pand 2010 toe te kennen aan … [de minister opent de verzegelde enveloppe]… Torhoutsesteenweg 35-37, Art Dec’Eau !!!”
DE WINNAAR GOUDEN PAND 2010:
TORHOUTSESTEENWEG 35-37, ART DEC’EAU STEEKKAART
DE BELEVING VAN HET PAND
De eigenaars Paul Verkempinck en Anne Demuysere willen met de renovatie van het Art Deco appartement uit 1928 heel bewust een katalysator zijn, een voorbeeld geven van hoe het “anders kan”, hoe het “ook kan”. Zij hopen hiermee de andere bewoners van het gebouw enthousiast te maken, maar ook de wijdere omgeving. “Eén van de eigenaars van een nieuwbouwappartement tegenover residentie Art Dec'Eau verkocht haar volledig afgewerkte appartement, om te herbeginnen ‘aan de overkant’. Ze viel voor de charme van het pand en neemt er de ingrijpende renovatie graag bij.” De appartementen vormen samen ook op een uitzonderlijke manier één geheel: ze zijn zo opgevat dat alle kamers uitgeven op een centrale gang in het appartement, die op haar beurt via dubbele inkomdeuren helemaal open kan gemaakt worden naar de gemeenschappelijke trappenhal. Hierdoor ontstaat een uitzonderlijke “openheid” van beleving, wat het wonen bijzonder aangenaam maakt.
naam: Art Dec’Eau bouwjaar: 1928 architect: André Louis Daniels (18831976) aankoop dr. huidige eigenaar: 2010 ingebruikname: 2010 einde renovatie: 2010 bouwbudget: grootte orde categorie 4 van 6
HET GEBOUW EN DE OMGEVING – meerwaarde voor de buurt De twee “invalswegen’ – Torhoutsesteenweg en Nieuwpoortsesteenweg, met hun verlengstukken – hebben het de laatste jaren zwaar te verduren gekregen. Door het Stadsbestuur werden deze wegen ooit omschreven als ‘opgegeven’ ten behoeve van de ontsluiting van de stad, een offer teneinde de achterliggende wijken bereikbaar te maken voor verkeer dat zich tussen stadscentrum, aangrenzende wijken en plaatsen buiten de stad verplaatst. Nochtans hebben deze invalswegen een bijzonder rijke geschiedenis en betekenis in de stad. Het appartementsgebouw aan de Torhoutsesteenweg is daar één belangrijk voorbeeld van. Het appartement is het eerste van diverse appartementen in dit gebouw die worden gerenoveerd. Door de recente renovatie van de voorgevel, komt het beeldbepalende Art Deco
7|Pagina
karakter van het gebouw terug naar voren. Het gebouw was door de verwaarlozing van de gevel min of meer ‘vergeten’, maar komt nu zeker terug onder de aandacht van de omgeving. De eigenaars hopen ook hier een trend in gang te hebben gezet. “Art Dec’Eau heeft een dermate krachtige uitstraling dat het wel eens de Dakota Building of het Chelsea Hotel (ook het eerste gebouw in New York dat op de lijst van stadserfgoed werd gezet!) van Oostende kan worden. Om die reden kan het belang van de ‘reddingsoperatie’ onmogelijk worden overschat. Het gebouw bevindt zich op het grondgebied van Asschendaele, een soortement Montparnasse, waarvan het ‘gemeentehuis’ "De Vrije Gemeente Asschendaele" was, een kunstenaarscafé dat werd gefrequenteerd door James Ensor, Permeke, Maus e.a.. En bezocht door artiesten als Caruso, die in het Kursaal optraden.” DE BEWONERS EN DE RENOVATIE In het hele gebouw waren talloze originele elementen bewaard gebleven. In de gemeenschappelijke gang bevindt zich een authentieke liftkooi “Jaspar” (dient evenwel nog te worden aangepast om te voldoen aan nieuwe normeringen), naast andere elementen zoals de granito vloer en hoofdtrappenhal, smeedijzeren inkomdeuren, de witte muurbetegelingen en de oorspronkelijke diensttrap achter de hoofdtrappenhal. Het uitgangspunt voor de renovatie van het appartement was om met alle aanwezige elementen heel bewust om te gaan. Enerzijds werd nagestreefd om hedendaags comfort te implementeren, anderzijds om charme en authenticiteit maximaal te bewaren of te herstellen. Aan de indeling van de ruimtes werd niet gewijzigd. De vloeren en muurbetegelingen werden gerestaureerd, cementtegels werden van vinylbekleding ontdaan en opgekuist. De deuren werden hersteld, gietijzeren radiatoren werden gezandstraald. Voorbeelden van andere elementen die werden behouden: het gietijzeren bad werd opgekuist en gereïntegreerd in de badkamer, de geschilderde belettering op de muren van de dienstvertrekken werd gerestaureerd. De marmeren schouw werd hersteld. Er werd bewust gekozen om koperen CV-leidingen in opbouw te plaatsen, om aan te sluiten bij de geest en stijl van het appartement. Er werd een nieuwe keuken ingewerkt, die in verbinding staat met het terras aan de achtergevel. En ook in de badkamer werden nieuwe elementen (zoals een douche) voorzien. Inrichting en meubilair werden zorgvuldig uitgekozen in de jaren ’30 stijl die aansluit bij het geheel. Binnen het appartement werden op korte tijd zo goed als alle werken uitgevoerd. De appartementen op de andere verdieping worden op dit moment gerenoveerd, of de renovatie ervan is ingepland. De voorgevel werd recent gerenoveerd. Gepland is dat de achtergevel nu snel volgt. Naast de restauratieve werken werd gepoogd het comfort te verbeteren, teneinde te kunnen concurreren met nieuwbouwwoningen of – appartementen.
8|Pagina
DE PUBLIEKSPRIJS GOUDEN PAND 2010: Tijdens de pauze konden de aanwezigen hun favoriet pand kiezen door hun stembrief in de stembus te deponeren.
NIJVERHEIDSTRAAT 5, THE OSTEND GUESTHOUSE STEEKKAART
DE BELEVING VAN HET PAND
naam: The Ostend Guesthouse bouwjaar: interbellum, ca. 1930 architect: (onbekend) aankoop dr. huidige eigenaar: 2006 ingebruikname: 2006-2007 einde renovatie: 2010 bouwbudget:
Dit inspirerende pand valt onmiddellijk op in het straatbeeld en verrast ook binnenin met een zeer geslaagde mix van verschillende stijlelementen. Het originele karakter van de woning vormde onmiskenbaar het uitgangspunt voor vernieuwing van de woning. The Ostend Guesthouse daagt uit en biedt rust. Ze nodigt haar gasten uit om de stad te ontdekken en/of uit te waaien aan zee, maar ook om nadien in alle rust van het avontuur te bekomen. De woning is voor haar functie goed gelegen, is technisch zeer goed uitgerust en kent een zeer hoog hedendaags comfortgehalte. Het gastenverblijf geeft onmiddellijk zin om de uitdrukking ‘toerist in eigen stad’ zeer letterlijk te nemen. De woning heeft niet alleen een intrinsieke betekenis. Op zijn eentje bevestigt dit pand de stelling dat de waarde van ons bouwkundig erfgoed als toeristische troef moeilijk overschat kan worden. HET GEBOUW EN DE OMGEVING – meerwaarde voor de buurt De Nijverheidstraat is een straat in opwaardering, deel uitmakend van een wijk die stilaan aan erkenning wint. Deze vakantiewoning voor zes personen is gelegen in een rustige woonwijk, op wandelafstand van de zee en het stadscentrum. Na de totaal renovatie van de woning met verfraaiing van de oorspronkelijke gevel springt de woning er, in meerdere opzichten, uit. Dit gebeurt zonder schreeuwerig te zijn. Er werd integendeel voor gekozen om de sterke punten van de bestaande woning te accentueren. The Ostend Guesthouse blijft op die manier ‘passen’ in de gevelrij, maar geeft de straat ontegensprekelijk extra glans, een exclusief tintje zelfs. “Het is voor ons huis heel belangrijk dat de mensen al van bij het begin verrast worden. De eerste indruk is uniek.”
9|Pagina
DE BEWONERS EN DE RENOVATIE Uit de verbouwing spreekt de liefde van de eigenaars voor dit bijzonder pand. Het oorspronkelijke plan van de huidige eigenaars was het pand immers te renoveren met als doel er hun handelszaak in onder te brengen. De woning bleek uiteindelijk niet echt geschikt voor dit doeleinde, waarna men toch besliste het te vernieuwen en het te bestemmen tot wat het nu is. Een opvallend vakantiehuis aan zee. De renovatie is origineel te noemen in 2 betekenissen. De eigenaars hebben zich bij de vernieuwing gebaseerd op het originele karakter van het huis, zowel qua indeling als materiaal (her)gebruik. En de combinatie van de materiaalkeuzes met de interieuraankleding, het contrast tussen klassiek en modern, resulteren opnieuw in een zeer origineel maar ook harmonieus geheel. Waar mogelijk werden bepalende elementen behouden, en in de verf gezet. Om de symmetrie in de voorgevel te bewaren werden de bestaande ramen vervangen door identieke, maar met dubbel glas. De opvallend gekleurde glasramen en glaskoepel in het atrium werden minutieus gerestaureerd. Speciale aandacht ging naar de houten vloeren en plafonds, de trap, de smeedijzeren trapleuning, de ‘overloop’ met zicht op het centrale atrium, het vele gebruikte ebbenhout (in plafonds, schrijnwerk, haardmantel,…), de gietijzeren radiatoren, … De renovatie van deze woning is tot in de puntjes af! De woning voldoet aan alle hedendaagse normen inzake kwaliteit, energieverbruik en werd zeer stijlvol ingericht. Dit pand beantwoordt vandaag aan alle voorwaarden voor een comfortabel en luxueus verblijf in de stad. Een opvallende plaats in het pand is de open ruimte over twee verdiepingen met de gekleurde glaskoepel: de “lounge”. We laten de eigenaar Koen Willems aan het woord: “Wij hebben hiervan de echte centrale ruimte gemaakt door bv. vanuit één slaapkamer transparant glas te steken. Vroeger kwam je via de inkom rechtstreeks in de lounge. Daardoor werd het een soort van inkomhall. De inkom hebben we veranderd. Nu is er een toilet waar vroeger de doorgang was. Nu moet je via de gewone living naar binnen, wat dus niet kon vroeger. Het “waauw effect” van de lounge is veel groter nu, het zit wat verborgen.”
10 | P a g i n a
DE ANDERE WINNAARS Er zijn uiteindelijk geen verliezers, op het Gouden Pand is iedereen winnaar. Elk mooi gerenoveerd pand is een prijs waard, en hierbij is onze mooie stad Oostende telkenmale de winnaar!! Bij elke renovatie wint Oostende aan schoonheid, aan sfeer, aan historie, aan leefbaarheid, … De overige kandidaten kregen als dank voor hun deelname een waardebon van Bouw.Punt Vandenberghe te Oostende.
MADRIDSTRAAT 15, MaQuinze STEEKKAART naam: MaQuinze bouwjaar: vòòr 1830 architect: (onbekend) aankoop dr. huidige eigenaar: 2006 ingebruikname: 2006-2007 einde renovatie: 2010 bouwbudget: grootte orde categorie 6 van 6
DE BELEVING VAN HET PAND In dit pand in het centrum van de stad zijn twee functies gehuisvest. Het gelijkvloers doet dienst als expositieruimte voor tijdelijke tentoonstellingen, met achteraan de grote ruimte een wijnbar (de wijnhandel is een passie van de eigenaar) “om alles goed te overzien”. Naast die ruimte start een trap die naar drie appartementen op evenveel verdiepingen leidt. Elk appartement werd danig technisch uitgerust zodat volwaardig hedendaags comfort kan worden gegarandeerd aan haar bewoners. Het gebouw kreeg met de renovatie van de voorgevel een hoge uitstraling, wat misschien op ’t eerste zicht een beetje bevreemdend kan overkomen op deze plek in de stad. Het heeft echter helemaal niet de bedoeling een bedreiging te zijn voor het bestaande nachtleven in het centrum. Het is integendeel een regelrechte opsteker voor dit kwartier. Het staat zowel symbolisch als letterlijk op het kruispunt van de gezonde spanning tussen authenticiteit en moderne ontwikkeling, op deze boeiende en bruisende plek in het hart van Oostende. HET GEBOUW EN DE OMGEVING – meerwaarde voor de buurt
Tot voor enkele jaren was de Madridstraat een straatnaam met een bijzonder negatieve bijklank. Recent is deze negatieve spiraal doorbroken: enkele ondernemende individuen waagden het zich te vestigen in deze straat. Langzamerhand wordt de verbindingsstraat van het Marie-Joséplein naar de Langestraat herontdekt door winkel wandelaars. Ook het historisch erfgoed van de straat en de omgeving werd terug opgemerkt. Een succesverhaal waarin dit statige pand een lovenswaardige rol speelt. Het pand kende doorheen de jaren vele bestemmingen. In een recent verleden herbergde het pand nog een sexshop op het gelijkvloers en waren er vele kamers voor bewoning op de hogere verdiepingen. De aankoop was een bewuste keuze van de eigenaar, in functie van de opwaardering van de wijk. “Er is financieel gestreden met een bouwpromotor die het huis wou afbreken om er appartementen op te trekken”. In weerwil van talloze factoren – ook het Stadsbestuur schatte de kansen op slagen van de renovatie zeer laag in – zette de eigenaar door. Met succes en resultaat. Sommige elementen werden behouden. De voorgevel werd volledig gerestaureerd en in ere hersteld – in de oorspronkelijke toestand. De originele gevellijsten werden met zorg gereconstrueerd.
11 | P a g i n a
Ook het herstel van de balkons kreeg veel aandacht. De smeedijzeren balustrades werden vernieuwd, en de bestaande blauwsteen werd behandeld dat met een hars tegen verwering. Ook de indeling van de ruimtes werd zoveel als kon gerespecteerd. Tot slot kon de trap(kolom) van gelijkvloers tot derde verdieping behouden worden. De renovatie gebeurde zeer grondig en conform de huidige bouwvoorschriften. Ze is op heden helemaal voltooid. Eigenaar Jean Marie Goudesone: “De renovatie is het resultaat van een ambitieuze verbouwing en vroeg een navenante investering. We durven het bijna niet stellen, maar het huis afgooien was ongetwijfeld makkelijker (en financieel interessanter) geweest. Op de afwerking van de technische ruimte op het gelijkvloers (incl. ‘fietskot’) na, is deze totaalrenovatie vandaag volledig AF.” De renovatie gebeurde zoals gezegd zeer grondig. Dit is deels ook ingegeven uit noodzaak op deze plek in de stad. Het naastliggende goeddraaiend jongerencafé zorgde er voor dat extra aandacht werd besteed aan thermische en akoestische isolatie, superisolerend- en veiligheidsglas in de ramen, speciaal geïsoleerde raamprofielen, volledig binnenhuis-ventilatiesysteem, plafondisolatie, …
De vier andere Gouden Pand kandidaten komen aan bod in de volgende Alarmklok. Elisabethlaan 379, B&B Art Deco / RHK Y.V. Koningstraat 88, Belle Epoque stadsvilla Frère Orbanstraat 21 Belle Epoque burgerhuis Oude Molenstraat 23 Villa Albert
Het Gouden Pand 2010 kwam tot stand met de sympathieke steun van
12 | P a g i n a
GOUDEN PAND GEVELPLAKETTEN Dit jaar hebben we besloten om alle panden die ooit kandidaat waren voor het Gouden Pand ook blijvend in het straatbeeld te houden. Aan alle kandidaten ooit reiken we een waardemerk uit, vergelijkbaar met bijvoorbeeld het plaket van een beschermd monument. Dit als blijvend bewijs van een prachtig geslaagde renovatie, en als dank voor de inzet om een erfgoedpand te tweede leven te geven. Op de uitreiking van het Gouden Pand werd dit mooi geëmailleerd gevel plaket uitgedeeld aan alle aanwezige kandidaten voor het Gouden Pand 2010 alsook de vorige edities. Mogen wij vragen dat de kandidaten die niet aanwezig konden zijn op de uitreiking, deze komen ophalen bij ons? Graag na een seintje naar
[email protected] of via de mobiel 0475/79 99 25.
LIDMAATSCHAP DEMENT OOSTENDE 2011 We hopen iedereen met een hart voor erfgoed en een gezonde liefde voor onze stad te kunnen betrekken in onze vereniging. U kan onze acties voor de opwaardering van het Oostends erfgoed steunen door sympathiserend lid van onze vereniging te OPROEP LIDMAATSCHAP worden. Het jaarlijks lidgeld bedraagt 3,00 euro. Een echte ledenwerking DEMENT hebben we niet, maar we houden u op de hoogte van onze acties. Stort uw jaarbijdrage (3,00 € pp) op rekeningnummer 979-5444336-22 van Dement Oostende, Plantenstraat 82, 8400 Oostende, met vermelding van Lidgeld Dement + naam. Daarnaast zijn we steeds op zoek naar actieve mensen, die ons willen helpen met de verder uitbouw van onze VZW. Bent U geïnteresseerd? Neem gerust contact op via ons adres.
INHULDIGING KUNSTWERK F. VAN MAESTRICHTPLEIN OP 26 MAART De inhuldiging van het kunstwerk dat een kunstenaar i.s.m. Dement Oostende voor dit plein heeft ontworpen gaat door op 26 maart aanstaande om 11u. Bij deze zijn jullie al uitgenodigd, maar hierover meer in onze volgende alarmklok.
COLOFON Dement Oostende vzw, Plantenstraat 82, 8400 Oostende Info :
[email protected] www.iloveo.be Wil je onze mailing niet meer ontvangen ? Geef ons een seintje. De "Alarm Klok" is een knipoog naar het officiële informatieblad van de stad Oostende. En met een alarmklok maken we ook een link naar de verdwenen klok van de Hazegras-kerk: symbool voor het respect waarmee ons bestuur het erfgoed behandelt.
13 | P a g i n a