DE ALARM KLOK
DOSSIER DE VISMIJN
24 MEI 2014
MAILING 74 VAN DEMENT OOSTENDE VZW
1 | P a g e
Een mailing van onze vereniging naar onze talrijke sympathisanten, het stadsbestuur en de pers.
“OOSTENDENOARS, JE KUNT NIE BLUVEN SLAPEN!” “STADSBESTUUR, BLUUF ME JE FIKKEN VAN DE MIENE!” Afgelopen zaterdag hebben we samen met VZW Oostendse Oosteroever opnieuw actie gevoerd tegen de sloop van de Oostendse vismijn. De ludieke actie vond plaats aan het standbeeld van Dikke Mathilde. In opvolging van onze eerder actie ‘BLUUF MET JE FIKKEN VAN DE MIENE’ blijven we strijden voor het behoud van de vismijnsite in Oostende. De belangrijkste strijd is de juridische waarbij we de sloop aanvechten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. In afwachting van een uitspraak, willen we het thema onder de aandacht houden. Dikke Mathilde kreeg een warm dekentje over zich met een boodschap voor de Oostendenaars. Laat je niet indommelen door de mooie woorden van het bestuur. “Oostendenoars je kunt nie bluven slapen. Word wakker en voer actie!” Op die manier willen we de burger wakker maken zodat het Beleid tot inkeer komt voor hun ondoordachte en absurde beslissingen. Beslissingen met een korte termijn visie, maar met een grote invloed op de toekomst van onze mooi havenstad. Jaarlijks promoot Oostende zich met een groots maritiem evenement “Oostende voor Anker”, maar anderzijds is men volop bezig met het slopen van zijn unieke maritieme site. Dit stemt tot vragen en noopt ons tot acties.
DE 2 | P a g e
VISMIJN, EEN KORTE HISTORIE De bouwgeschiedenis van de Vismijn in het kort De stedelijke vismijn is opgenomen in de Vlaamse inventaris van het bouwkundig erfgoed. Met uitzondering van het bestuursgebouw dateert het ganse gebouwencomplex uit 1949-‐1951. De vismijn werd wederopgebouwd na de vernietiging van de installaties tijdens de Tweede Wereldoorlog. De huidige lokalisatie aan de Oosteroever gaat terug op de aanleg van een nieuwe vissershaven met nieuwe dokken in 1922-‐1934. Voorheen lag de vismijn, de oude ‘cierk’, vlak aan de Visserkaai. Bij de verhuis werd de toenmalige Vuurtorenwijk op de Oosteroever volledig onteigend. Een nieuwe wijk, de OPEX of ‘Ostende Phare Extension’ werd gebouwd aan de overzijde van de kustbaan. Het volledige vismijn-‐complex bestaat uit: De feitelijke vismijn met hoofdtoegangen aan het Het oorspronkelijk bestuursgebouw Sprotplein: Dit complex bestaat uit twee rijen aan Kantinestraat nummers 1-‐3: De sprotmijn of ‘het pakhuizen met twee verdiepingen, van elkaar Het alleenstaand bestuursgebouw, sprotkot’: Het rond gescheiden door de centrale, overdekte rijweg. nu gekend als de kantine, werd gebouwtje met koperen Volgens de gevelsteen werd de vismijn gebouwd in gebouwd in 1930 in een zakelijk stijl 1934, vernield door oorlogsgeweld tussen 1940-‐ boldak dat op het eerste met Art Deco inslag. 1945, en terug hergebouwd in 1949-‐1951 naar zicht aan een sterrenwacht ontwerp van architect A. Isaäcson. doet denken.
De haringmijn aan de Eduard Anseelekaai: Een lange betonloods met luifel aan de kaaizijde.
De pakhuizen 100-‐137 met de viswinkels, aan de Vismijnlaan: gebouwd in aansluitende bouwtrend. 3 | P a g e
SP.a wil vismijn al afbreken in 2006 De toekomst van de Vismijn was al eerder bedreigd. Eén van de programmapunten van de Oostendse SP.A voor de gemeenteraads-‐ verkiezingen van 2006 was de bouw van een nieuwe, kleinere vismijn op de plaats van de huidige vismijn. De overgebleven plaats zou kunnen opgevuld worden met een appartementstoren.
Het wegpesten van de Oostende visserij: in concessie aan de Zeebrugse vismijn. In 2009 deed Johan Vande Lanotte (SP.a) een oproep om meer samen te werken met de Zeebrugse haven. ‘Het huwelijksaanzoek mag ook eens van de kleine partner komen', luidde het. Sinds minstens 2008 is de Zeebrugse Visveiling in een verbeten strijd verwikkeld met de Oostendse vismijn. Zo dagvaardde zij in november 2008 de Oostendse vismijn omdat deze onwettige staatssteun van de stad Oostende zou ontvangen hebben, wat ongeoorloofde concurrentie zou betekenen. Op 27 april 2010 oordeelde de Europese Commissie dat de stad Oostende inderdaad illegale staatssteun aan de Oostendse vismijn had verleend, waarop de toegekende staatssteun van de begunstigde diende terug gevorderd te worden. Onder de dreiging dat de illegaal toegekende staatssteun diende terug gevorderd te worden, heeft de stad Oostende de gronden en gebouwen van de vismijnsite overgedragen aan het Vlaamse Gewest waarop deze de exploitatie van de Oostendse vismijn heeft overgedragen aan haar naaste concurrent, de Zeebrugse Visveiling, die hierop haar maatschappelijke benaming gewijzigd heeft in Vlaamse Visveiling (VLV). De VLV heeft sindsdien een quasi monopolie op de veiling van de in België aangevoerde vis. Ofschoon VLV zich t.o.v. de stad Oostende verbonden heeft om minstens 45% van de totaal te veilen hoeveelheid vis in Oostende te veilen, heeft zij dit minimumpercentage tot op heden nooit behaald. In realiteit liet zij slechts 35% van de totaal te veilen hoeveelheid vis naar Oostende aanvoeren. In 2011 is de voorzitter van de Zeebrugse Visveiling Noël Devisch tevens van mening dat Oostende dringend een betere logistiek (lees vismijn) nodig heeft om de achterstand ten opzichte van Zeebrugge te kunnen inlopen en hoopt dat er een nieuwe vismijn in 2 januari 2015 van start kan gaan. Het is duidelijk dat deze nieuwe vismijn veel kleiner zal De ommezwaai van Burgemeester zijn dan de huidige. De Vlaamse Visveiling dient een bouwkundige aanvraag in voor een nieuwe Vandecasteele Oostendse Vismijn. Het ingediende dossier is echter vaag en het is niet duidelijk wat de concrete plannen zijn, hoe de nieuwe vismijn er zal uitzien en waar deze zal komen. Ook wat er met de rest van Waar burgemeester Jean Vandecasteele (SP.a) de site zal gebeuren, blijft een vraagteken. De huidige Vismijn beslaat 11.500m², de nieuwe zou nog vertelde dat de ganse site rond de vismijn slechts 3.000 m² innemen. het mooiste plekje van Oostende was, gaat hij tegenwoordig tekeer als een rode duivel in Ondertussen leidt de VLV de te veilen visvangst in steeds grotere mate af naar haar thuisbasis in wijwater tegen elke bemoeienis of Zeebrugge. Op haar website wordt alleen nog informatie over haar site te Zeebrugge meegedeeld als bekommernis rond de vismijn. Zeer vreemd, de webpagina 'VLV -‐ locatie' aangeklikt wordt (http://www.zv.be/Home/Auctions). VLV is dan ook daar de burgemeester nog in 2004 verklaarde: duidelijk bezig met een consolidatiebeweging door al haar activiteiten samen te brengen op haar site “De site rond het Oosterstaketsel, een stukje te Zeebrugge om zodoende haar rendabiliteit in een krimpende markt veilig te stellen. Oostende dat niet zo bekend is bij het grote publiek is mijn mooiste plekje. Het is een zeer Hoe is moeilijk te begrijpen hoe de stad Oostende haar eigen vismijn zo kon verkwanselen… rustige en charmante plek om te wandelen, een aanrader. Maar eigenlijk is de hele site rond de vismijn en de kantine prachtig.” Wij hebben het raden naar de reden van deze drastische ommezwaai. 4 | P a g e
Start van het protest De Kezier van Oostende wilt helft In 2013 komt het dossier in een stroomversnelling. Vzw Oostendse Oosteroever, de vereniging die visserijdok dempen sterk gelooft in ‘de troeven en karakteristieken van de unieke maritieme Oosteroever site’ dient, aangezien de Vismijn niet beschermd is en de stad een sloopvergunning wil afleveren, een Reeds vele jaren ijvert Havenvoorzitter beschermingsaanvraag in bij het Vlaamse agentschap. Op 17 oktober 2013 stuurt minister Bourgeois Johan Vande Lanotte voor het deels dempen een brief waarin hij verklaart dat de Oostendse vismijn onmiskenbaar erfgoedwaarde heeft, en daarom van het visserijdok. Zijn argument is dat het ook opgenomen is in de inventaris onroerend erfgoed, maar dat een bescherming als monument niet dempen van een derde van het dok voor vijf hectare extra grond kan zorgen in de Haven. aan de orde is. De bestaande scheepswerven dienden dan wel geherlokaliseerd te worden. De redenen Stad kent sloopvergunning toe voor dit dempen veranderden voortdurend: Het college van burgemeester en schepenen vergunt de sloop van de vsimijn in twee besluiten. De Roro parking, gronden voor Cobelfret, een afbraak van een deel van de Haringhal werd vergund op 14 augustus 2013. En op 14 oktober 2013 Chinese partner, … De Keizer kwam wel elke maand met een nieuwe drogreden om het werd de sloop van de Vismijn en twee rijen pakhuizen vergund. Het dossier voorziet het slopen van alle pakhuizen en van het visveilinggebouw. Ook het pakhuis dok te dempen. waarin zich het VLIZ bevindt en het pakhuis waarin zich het Provinciaal Ankerpunt Kust bevindt Maar vandaag is er eigenijk geen activiteit maken deel uit van deze sloopaanvraag. Het voormalige bestuursgebouw, wordt niet gesloopt. Het meer in de haven van Oostende. Ferries en Sprotkot wordt volgens de plannen niet gesloopt. Echter blijkt bij de berekening van de af te breken containerschepen komen niet meer naar oppervlaktes en volumes dat er sprake van is van een ‘af te breken sprotmijn’. De aanvraag was dus Oostende. En is dus de “nood” aan extra ruimte verdwenen. Het dempen van het zeer misleidend. visserijdok zou een historische en moeilijk te Bevoegde schepen Bart Tommelein ziet de sloop als de eerste stap in de ontwikkeling van een nieuwe herstellen fout zou zijn. Goede en snel visserijcluster in de stad. De stad wil een nieuw visserijcentrum uitbouwen dat de motor moet worden bereikbare dokken zijn bijzonder veel geld van een moderne vismijn en een aansluitende cluster van bedrijven met visserij-‐ en watergebonden waard. Maar de mogelijkheid op een activiteiten. Hij voegt eraan toe dat de nieuwe visveiling van hoge architecturale kwaliteit moet zijn, gedempt dok is nog steeds open… ofschoon hij tegelijkertijd wél een blanco sloopvergunning afleverde. Het gedeelte van de Vismijn dat momenteel nog geëxploiteerd wordt, blijft in gebruik tot een valabel alternatief is uitgewerkt. Maar duidelijke en concrete verklaringen blijven uit. Renovaties VLIZ en ILVO weggesmeten belastinggeld De pakhuizen van de Vismijn waar ondermeer het VLIZ en het ILVO gehuisvest zijn, werden tien jaar terug voor miljoenen euro's gerenoveerd naar multifunctionele kantoorgebouwen. Een lovenswaardig project, met gemeenschapsgelden gerealiseerd, wordt dus teniet gedaan vermits men zinnes is de gerenoveerde gebouwen gewoonweg te slopen. Het ILVO, VLIZ, UNESCO, SDVI en de Provincie West-‐Vlaanderen die in betreffende gebouwen huizen, dienen te verhuizen naar één van de nieuw geplande kantoorgebouwen op de Hendrik Baelskaai. Bouwheer hiervoor zou de ‘Haven Oostende’ 5 | P a g e
van havenvoorzitter Johan Vande Lanotte zijn. En terug ons belastingsgeld. Naast het wegvallen van alle havenactiviteiten is een rol als bouwpromotor blijkbaar de nieuwe toekomst. Over hoe ondertussen ook miljoenen euros belastinggeld in Electrawinds in rook zijn opgegaan onder het voorzitterschap van Johan Van de Lanotte gaan we in deze rubriek niet uitweiden. Volledigheidshalve dient wel gezegd te worden dat Johan Vande Lanotte, daags na zijn aanstelling als minister in december 2011, liet optekenen dat hij ontslag ging nemen uit het gros van zijn toenmalige bestuursfuncties. Maar aan enkele sleutelposities hield hij zich halsstarrig vast, waaronder het voorzitterschap van de haven te Oostende. Johan Vande Lanotte suste toen de gemoederen met de uitleg dat het hier slechts 'een Stadsbestuur negeert haar eigen vaste beleid omtrent onbezoldigd mandaat in een autonoom gemeentebedrijf' betrof.. Vande Lanotte nam dus lokaal bouwkundig erfgoed 'verlof' als havenvoorzitter, maar houdt toch een voet tussen de deur : "Ik ben wel nog titelvoerend voorzitter en men mag me ook aanspreken als voorzitter, maar het is De vismijn werd met ‘hoge locuswaarde’ opgenomen in de burgemeester Jean Vandecasteele (sp.a) die waarnemend voorzitter wordt en ook het Lijst van het Bouwkundig Erfgoed in Oostende met Lokaal werk zal doen." Waarvan akte. Belang, door de gemeenteraad aangenomen in zijn zitting van 27 november 2009. In die zin formuleerde ook de adviescommissie A.be op 19 juni 2013 een ongunstig Beroep de bestendige deputatie tegen sloopvergunning voor een pand met hoge advies over de sloopaanvraag. De conclusie luidde als volgt: locuswaarde. “De commissie wijst er op dat het gebouw een hoge locuswaarde heeft en dat principieel geen sloopvergunning Normaal zou men verwachten dat er over de sloopaanvraag voor een dergelijk kan toegekend worden aan een pand met een hoge beeldbepalend gebouwencomplex een openbaar onderzoek georganiseerd wordt. Het locuswaarde. De selectie van panden met hoge en lage sloopdossier wordt dan gedurende 30 dagen publiek gemaakt zodat belanghebbende locuswaarde is gebaseerd op een studie waarvan de ervan kennis kunnen nemen en desgevallend bezwaar kunnen aantekenen. Schepen resultaten door de gemeenteraad werden aanvaard. Tommelein liet echter toe dat de sloop van één van de meest markante gebouwen op de Bijgevolg moet een erfgoedtoets en een plan van de nieuw op Oosteroever vergund werd zonder een openbaar onderzoek. Bovendien vergunde hij, te richten constructies worden voorgelegd vooraleer de tegen de vaste beleidslijn van de Stad Oostende in, de sloop van een pand met hoge commissie terzake een uitspraak kan doen.” Ook het advies locuswaarde zonder enige garantie of er iets, en, zo ja, wat er dan wel in de plaats van het van het Agentschap Onroerend Erfgoed is ongunstig. te slopen vismijncomplex zou komen. Er kon enkel nog een beroep bij de Bestendige Deputatie ingediend worden, hetgeen de vzw Oostendse Oosteroever dan ook gedaan heeft. Ondertussen veegt de Vlaamse Visveiling nv wel haar voeten aan de met de stad Oostende overeengekomen voorwaarde dat 45% van de aangevoerde vis in Oostende zou geveild worden. Omdat de kritiek op de sloopvergunning van de vismijn begon aan te zwellen, meldde onze burgemeester Jean Vande Casteele dat hij de Vlaamse Visveiling nv in gebreke had gesteld om nu eindelijk minstens 45% van de visquota in Oostende te veilen. Toen de zogenaamde “ingebrekestelling” boven water kwam, bleek dit niet meer dan een beleefd verzoek aan de Vlaamse Visveiling nv te zijn, maar ook niet meer dan dat. 6 | P a g e
Het negatief advies van de provinciaal stedenbouwkundige ambtenaar Op het beroep bij de bestendige deputatie komt al snel een antwoord van de provinciaal stedenbouwkundige ambtenaar. Hij adviseert aan de Bestendige Deputatie om het ingestelde beroep gegrond te verklaren en de gevraagde stedenbouwkundige vergunning te weigeren. Eerste opmerking: “De aanvraag is onvoldoende duidelijk m.b.t. het Sprotkot of sprotmijn (het rond gebouw met een koperen koepel als dak). Volgens de plannen wordt de sprotmijn niet gesloopt. Bij de berekening van de af te breken oppervlaktes en volumes is er echter sprake van ‘af te breken sprotmijn’. Dit is misleidend. Een vergunning die steunt op onjuiste of onvolledige gegevens is onwettig (R.v.St., nr.74.453, 24 juni 1998).” Tweede opmerking: “De aanvraag voorziet de sloop van diverse pakhuizen en van het visveilinggebouw. De stedelijke vismijn is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed en het advies van Onroerend Erfgoed is ongunstig voor de sloop.“ Derde opmerking: “Bij het dossier is geen motivatie gevoegd aangaande het doel van deze sloop: in de nota wordt vermeld dat de vrijgekomen terreinen worden voorzien om 'braakliggend' te zijn, doch deze ingreep wordt niet gekaderd in een totaalvisie op deze site.“ Vierde opmerking: Het ontbreken van een compleet masterplan. “Van het volledig complex dient de erfgoedwaarden te worden onderzocht en afgetoetst aan de toekomstvisie op de site. Wij laten niet toe om erfgoed te slopen zonder zekerheid op een nieuwe, kwaliteitsvolle invulling. Zonder compleet masterplan wordt ongunstig advies verleent, temeer daar aan het Vismijncomplex door het Actieplan Bouwkundig Erfgoed de 'hoge locuswaarde' toegekend. Tot op heden menen wij dat dit goed voldoende erfgoedwaarde bezit om te denken in termen van behoud en renovatie in plaats van afbraak. Door de sloop zou een deel van het bouwkundig erfgoed van uw gemeente onherroepelijk verloren gaan.” Vijfde opmerking: “De sloop is niet wenselijk in het licht van de doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan ruimtelijke ordening (art. 4.3.4 VCRO); in dit geval betekent dit de integratie van onroerend erfgoed in de ruimtelijke ontwikkelingen. Het advies op deze aanvraag tot sloop is bijgevolg ongunstig.” Zesde opmerking: “Volgens het gemeenteraadsbesluit betreffende het Actieplan Bouwkundig Erfgoed werd beslist dat een aanvraag voor het slopen van een pand dat voorkomt op de inventaris voorgelegd moet worden aan de adviescommissie A.be. Deze commissie bracht een ongunstig advies uit. In de beslissing van het college van burgemeester en schepenen betreffende de sloop wordt niets vermeld m.b.t. het advies van de adviescommissie A.be.”
7 | P a g e
Zevende opmerking: “Aan de aanvraag werd een document toegevoegd dat omschreven wordt als ‘erfgoedtoets bij de aanvraag om een bouwvergunning/gedeeltelijke afbraak’. In dit document wordt aangehaald dat de meest voorkomende bouwfysische gebreken voornamelijk betonrot, naakte wapening en de toestand van het schrijnwerk zijn. Verder wil men met deze nota ook aantonen dat de sloop noodzakelijk is om een functioneel goed werkende vismijn te kunnen bekomen. Deze argumenten worden één voor één overgenomen in de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.” De gebouwen zijn volgens de meeste insiders van goede bouwtechnische kwaliteit. Achtste opmerking “Het ‘masterplan’, waarnaar verwezen wordt in de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, is zeer summier, waardoor men momenteel geen enkele garantie heeft dat er een kwalitatieve invulling van de site bekomen zal worden. Het document beperkt zich tot het visualiseren van een aantal volumes en geeft slechts een beeld van de gewenste functionele organisatie van de site en de gebouwen. Gezien de beeldbepalende ligging en de bestaande erfgoedwaarden valt sloop echter maar te overwegen wanneer er een waardevolle alternatieve invulling van de site gerealiseerd wordt met een zeer hoge architecturale kwaliteit. Toch besliste het college van burgemeester en schepenen om de aanvraag tot sloop te vergunnen zonder enige garantie m.b.t. de kwaliteit van de toekomstige invulling van de site.” Negende opmerking: “Het is onaanvaardbaar dat een aanvraag tot sloop losgekoppeld wordt van de aanvraag voor het nieuwbouwproject. Een dergelijke aanpak kan een langdurige kaalslag tot gevolg hebben. Bovendien heeft men geen enkele garantie m.b.t. de kwaliteit van een mogelijk nieuw project. Bij het beoordelen van een sloopaanvraag van een pand dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed is het belangrijk dat men het verlies van een deel van het waardevolle patrimonium kan afwegen t.o.v. de kwaliteit van een mogelijk nieuw project. Dit is in voorliggende aanvraag niet mogelijk. Gezien de beeldbepalende ligging, moet men trouwens des te voorzichtiger zijn en is de kwaliteit van een mogelijke nieuwbouw cruciaal. Het toch vergunnen van de sloop, zonder dat men enige garantie heeft m.b.t. de kwaliteit van het toekomstige project, is in strijd met de goede ruimtelijke ordening.” Tiende opmerking: “Zelfs indien alsnog meer duidelijkheid zou gegeven worden m.b.t. de toekomstige invulling van de site, kan er geen vergunning verleend worden enkel voor de sloop. Sloop kan enkel overwogen worden indien de aanvraag tot sloop samen met de aanvraag tot nieuwbouw wordt ingediend, zodat het verlies van een deel van het waardevolle patrimonium kan afgewogen worden t.o.v. de kwaliteit van het nieuw project en zodat men voldoende garanties heeft voor de realisatie van een toekomstige zeer waardevolle invulling van de site.”
Conclusie: De provinciaal stedenbouwkundige ambtenaar stelt aan de deputatie voor om het ingestelde beroep gegrond te verklaren en de gevraagde stedenbouwkundige vergunning te weigeren.
8 | P a g e
YES !!
Afbraak Haringhallen Ondertussen werd half maart 2014 al gestart met het eerste deel van de sloop van de Oostendse vismijn. De Haringhallen werden ondertussen volledig afgebroken.
9 | P a g e
Het verrassend besluit van de Bestendige deputatie: sloopvergunning voor de vismijn tegen het negatief advies van haar eigen ambtenaar in!
Half maart 2014 bevestigt de bestendige deputatie de sloopvergunning voor de Oostendse. De deputatie (van dezelfde politieke kleur als ons stadsbestuur) volgt hierbij zijn eigen provinciaal stedenbouwkundige ambtenaar niet. Ook de Vlaamse regering wordt in het dossier betrokken, want het enige argument voor de sloop dat de deputatie kon vinden is het antwoord van de huidige minister-‐president Kris Peeters (CD&V) die in het Vlaams Parlement, na een interpellatie van Schepen Tommelein (Open VLD) die hiermee politieke rugdekking voor zijn sloopvergunning zocht, bevestigde dat er zeker een nieuwe vismijn zou komen. Nochtans heeft de Vlaamse overheid niets te maken met de Vlaamse Visveiling dat een privébedrijf is. Bovendien valt af te wachten of dit ook de visie van de nieuwe Vlaamse regering is. Schepen Bart Tommelein reageerde dan ook opgelucht in de pers. ‘De deputatie oordeelde dat er voldoende garanties bestaan voor de ontwikkeling van de site. Nu kunnen we volop inzetten op een nieuwe vismijn.’ Beroep tegen de sloopvergunningen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De vzw’s Oostendse Oosteroever en Dement Oostende hebben hierop beslist om de handen in elkaar te slaan. Zij hebben hun kennis van het vismijndossier en het Oostendse erfgoedbeleid gebundeld om de sloop van de Oostendse Vismijn aan te vechten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Een uitvoerig gemotiveerd verzoekschrift werd op 18 april 2014 ingediend bij de Raad. Het zal enkele maanden duren vooraleer we een beslissing mogen verwachten. De Zeebrugse Visveiling reageert Op donderdag 15 mei 2014 had in de gebouwen van ILVO een vergadering plaats ingericht door de Vlaamse Visveiling nv. Op de agenda stond de stand van zaken tot op heden, de ontwikkeling van de hele site en de start van de nieuwbouw op het reeds gesloopte terrein. Allereerst kondigde mevrouw Becaus, zaakvoerster van de Vlaamse Visveiling, aan dat er sprake is om de huidige erfpacht van 44.784 m² uit te breiden met een bijkomende erfpacht van nog eens ruim 6.000 m². Ondertussen werd de haringhal afgebroken, maar liet men ook weten dat het sprotkot behouden zou worden. Men liet uitschijnen dat dit de goede wil vertolkt, maar in werkelijkheid werd dit gebouw niet opgenomen in de sloopaanvraag. Naar aanpak van de vijftigduizend vierkante meters zal men het voorzichtigheidsprincipe hanteren: er wordt afgebroken wanneer er vervolgens gebouwd kan worden. Globaal zou de toekomstige ontwikkeling dus gefaseerd verlopen. De eerste fase van de ontwikkeling, onder meer op het terrein van de afgebroken haringhallen, omvat 11.000
m². Er wordt verwacht dat de reders binnen de veertien dagen toehappen voor deze eerste fase, want anders kunnen ze geen aanspraak meer maken op Europese subsidies. Uit de uiteenzetting van Johan Van de Steene, algemeen directeur van de Vlaams Visveiling, konden de toehoorders heel wat vraagtekens en hinderpalen horen voor de toekomst van de vismijnsite op de erfpachtsite: de kaaibreedte van 10 meter, de toekomstige Europese visserijrichtlijnen omtrent aanlandingsverplichtingen, de reeds gerealiseerde en verder geplande waterkeermuur, de mobiliteits-‐ en weginfrastructuur-‐aspecten, en de nog te nemen beslissing omtrent het dempen van de dokken. Deze hindernissen zijn volgens de Vlaamse Visveiling nv te wijten aan Europa, Vlaamse Regering, Haven van Oostende en het Stadsbestuur. Maar voor de Vlaamse Visveiling nv was er eigenlijk maar sprake van één bedreiging voor de toekomst van de Oostendse visserij, m.n. het beroep tegen de sloopvergunning bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Op de vraag waarom er gelijktijdig met de sloopaanvraag ook geen bouwaanvraag voor de nieuwe vismijn werd ingediend, kon de Vlaamse Visveiling nv niet antwoorden. Van de Steene beweerde verder nog dat hij nooit benaderd werd vanuit de behoeders van de huidige vismijnsite, wat manifest onwaar is. Op de infovergadering was elke suggestie, vraag, opmerking, … aanleiding tot hooghartige replieken en een agressieve toon van de Vlaamse Visveiling nv. De Vlaamse Visveiling blijft ondertussen mist spuien over haar concrete nieuwbouwplannen op de vismijnsite.
ONS STANDPUNT
Verscheidene actiegroepen blijven ijveren voor het voortbestaan van de bestaande Vismijn en zijn ervan overtuigd dat dat het bestaande vismijngebouw, mits een grondige renovatie, door zijn bijzondere architectuur de attractiepool van de Oosteroever kan blijven. De huidige Vismijn staat absoluut niet in de weg van een oprecht visserijbeleid. De argumenten voor het behoud van de Oostendse Vismijn zijn de volgende : -‐ Architecturaal: De Vismijn bestaat uit een zichtbare betonnen structuur die het robuuste karakter van de Noordzee vertaalt. Ze is bekleed met bakstenen gemaakt uit polderklei van een groot formaat. Er werden schuine voegen of schaduwvoegen gebruikt waardoor er geen waterstagnatie mogelijk is. Hierdoor treedt er geen mosvorming op en er is ook geen degradatie van de gevel. De plinten uit ruwe natuursteen staan in contrast met de gladde bakstenen. De gebruikte steen is Emsiaankwartsiet, duur maar zeer hard, sterk en vorstbestending. Deze steen werd gebruikt in gebouwen die een stoere uitstraling moesten hebben. De stevige constructie is amper aangetast door het zeeklimaat of roetdampen. De Vismijn, voornaamste getuige van het maritiem verleden van Oostende, heeft een hoge locuswaarde, is beeldbepalend industrieel erfgoed en is opgenomen in de Vlaamse Inventaris voor Onroerend Erfgoed. 10 | P a g e
-‐ Verdere ontwikkeling visserij: Het behoud van de Vismijn staat een nieuwe vismijn niet in de weg. De stad Oostende dient de Vlaamse Visveiling nv onverkort te houden aan haar verplichting om 45% van de aangevoerde vis in Oostende te veilen zodat er ook daadwerkelijk vis wordt aangevoerd! Er is overigens nog nooit ernstig onderzocht of een nieuwe mijn ondergebracht kan worden in de huidige Vismijn, al dan niet met een aantal creatieve bouwtechnische ingrepen die het beeldbepalend karakter van de Vismijn bewaren. De unieke combinatie op de oosteroever van scheepswerven, de Vismijn en droogzetting-‐installaties biedt zeldzame kwaliteit in vergelijking met andere havens. -‐ Andere invulling De pakhuizen waarin het VLIZ en de IODE-‐afdeling van UNESCO zetelen zouden dus ook afgebroken worden. Deze pakhuizen werden ca. 8 jaar geleden voor miljoenen euro gerenoveerd tot kantoorgebouwen. Beide organisaties zouden ondergebracht worden in een nieuw te bouwen appartementsgebouw op de Baelskaai maar zijn hier zelf geen vragende partij voor. Dit nieuw gebouw zal gebouwd worden door de Haven Oostende, die na het verdwijnen van vele havenactiviteiten blijkbaar bouwpromotor moet worden. Andere ideeën voor de invulling zijn een maritiem museum, een marine archeologisch centrum, sociale en culturele activiteiten, ruimte voor kmo’s. Een innovatieve en creatieve invulling kan de authenticiteit van de buurt verhogen en culturele armoede tegen gaan. De stad Oostende wordt alsmaar meer eenheidsworst, het eigen karakter gaat alsmaar meer verloren. De Vismijn kan het culturele geheugen van Oostende worden. Een creatieve invulling zou de stad kunnen bevrijden uit de onverschilligheid van een homogene belevingseconomie. Dement Oostende stelt zich vooral vragen over de toekomst van het gebouw. Het is voor niet-‐ingewijden koffiedik kijken wat er uiteindelijk met het gebouw zal gebeuren. De vismijn heeft vandaag reeds een invulling als vismijn, kantoren en loodsen voor kleine KMO’s. Dit alles moet verdwijnen voor een onduidelijke toekomst. De beleidsmakers zijn tot op vandaag nog met geen enkel duidelijk plan noch visie naar voren gekomen. Wensen ze terug niet teveel pottenkijkers. Is dit de reden waarom Johan Vande Lanotte reeds jaren promoot om het dok voor de helft te dichten, en dit zonder enige argumentatie? Of zoals bouwpromotor Bart Versluys het uitlegde in de Tijd van 4 januari: “Oosteroever wordt HET beste stukje vastgoed van Oostende waar marginaliteit geen kans krijgt.” Foto’s in onze reeks 'Wiens brood men eet, diens woord men spreekt' 11 | P a g e
DEMENT GEEFT ‘MIENE’ POSTKAART UIT Koop onze steunkaart voor 2014 U kan onze acties voor het behoud van het Oostends erfgoed steunen door sympathiserend lid van onze vereniging te worden. En dit jaar doen we dit via de verkoop van een unieke postkaart met de afbeelding de binnenzijde van onze bedreigde vismijn. U kan deze kopen aan de prijs van 3,00 euro/stuk (zonder verzendingskosten, u komt de kaart zelf ophalen) of 4,00 euro/stuk met verzendingskosten (België). Zo wordt u automatisch lid van onze vereniging. Een echte ledenwerking hebben we niet, maar we houden u op de hoogte van onze acties en u ontvangt onze digitale nieuwsbrief. Stuur een mailtje naar ons bekend mailadres met uw adres, en of u al de postkaart zelf komt ophalen. Zonder uw adresgegevens kunnen wij de kaart niet opsturen. Rekeningnummer IBAN BE 06 9795 4443 3622 (BIC ARSPBE22) van Dement Oostende, Plantenstraat 82, 8400 Oostende, met vermelding van Postkaart Dement + naam + adres. COLOFON: Dement Oostende vzw, Plantenstraat 82, 8400 Oostende Info :
[email protected] www.iloveo.be www.erfhoeders.be www.dementoostende.be Wil je onze mailing niet meer ontvangen ? Geef ons een seintje. De "Alarm Klok" is een knipoog naar het officiële informatieblad van de stad Oostende. 12 | P a g e