Provincie Flevoland
Aanvraagformulier voor een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet Afdeling Milieu en Water Postbus 55
Aanvraagformulier
Houtribtocht
8200 AB Lelystad Telefoon (0320) 26 53 87
Fase 1: Secties 4 t/m 12 Sectie 3 alleen ophoging Fax
Hierbij het aanvraagformulier met toelichting voor een Ontgrondingenwetvergunning. U dient dit aanvraagformulier te gebruiken als u een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet aanvraagt. In welke gevallen u een vergunning nodig heeft volgt uit de Ontgrondingenwet en de Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL) Flevoland 2009. De aanvraag moet met de op het formulier genoemde tekeningen en bijlagen in achtvoud op papier en ondertekend worden ingediend. Voor ontgrondingen met een diepte van niet meer dan 3 meter beneden maaiveld in de Provinciale Archeologische Kerngebieden (PARK) Rivierduingebied Swifterbant, Urk en omgeving, Kuinderschans en Kuinderburchten en Schokland alsmede de archeologische locaties, voorkomend op kaart 10.2 van de VFL kan volstaan worden met een aanvraag in drievoud. Wij raden u aan het formulier nauwkeurig en volledig in te vullen. In de toelichting wordt op enkele punten uit het aanvraagformulier nader ingegaan. Daarnaast is in de toelichting informatie van algemene aard, zoals verwijzingen naar diverse instanties te vinden. Wij wijzen u erop dat alleen volledig ingevulde aanvraagformulieren in behandeling genomen kunnen worden. Wij streven ernaar om het aanvraagformulier zo gebruikersvriendelijk mogelijk te houden. Mocht u op- of aanmerkingen hebben met betrekking tot de indeling van het aanvraagformulier of suggesties voor de verhoging van de gebruikersvriendelijkheid, dan zouden wij het op prijs stellen dat u die hieronder weergeeft.
AANVRAAGFORMULIER VOOR EEN VERGUNNING OP GROND VAN DE ONTGRONDINGENWET
INHOUDSOPGAVE
BLAD
1.
Algemene gegevens ........................................................................................... 1
2.
Gegevens over de ontgronding .......................................................................... 5
3.
Uitvoering van de ontgronding............................................................................ 6
4.
Effecten van de ontgronding............................................................................... 6
5.
Ondertekening .................................................................................................... 9
6.
Bijlagen .............................................................................................................. 9
Aanvraagformulier in de zin van de Verordening Fysieke Leefomgeving Flevoland 2007 ten behoeve van een ontgronding als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Ontgrondingenwet. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Flevoland op 1 februari 2007 Dit formulier en alle benodigde bijlagen adresseren aan: Provincie Flevoland Het College van Gedeputeerde Staten afdeling Milieu en Water, bureau vergunningen Postbus 55 8200 AB Lelystad
1.
ALGEMENE GEGEVENS
1.1
Tenaamstelling:
naam
: Waterschap Zuiderzeeland ......................................................................
adres
: Lindelaan 20
Postbus 229 .........................
postcode en woonplaats
: 8224 KT Lelystad
8200 AE Lelystad ..................
telefoon (evt. mobiel)
: (0320) 274 999 / 06-52401742.................................................................
fax:
: ..................................................................................................................
e-mail
:
[email protected] ................................................................
Contactgegevens adviesbureau: naam
: nvt .............................................................................................................
adres
: ..................................................................................................................
postcode en woonplaats
: ..................................................................................................................
telefoon (evt. mobiel)
: ..................................................................................................................
fax:
: ..................................................................................................................
e-mail
: ..................................................................................................................
Adres locatie locatienaam
: ..................................................................................................................
adres
: ..................................................................................................................
Kadastrale ligging ontgrondinglocatie: LLS 00 sectie H nummer(s): 1100 Een kadastrale tekening waarop de locatie is weergegeven en een uittreksel van de kadastrale legger betreffende de percelen waarop de ontgronding zal plaatsvinden moet bij deze vergunningaanvraag worden gevoegd.
Toelichting blad 2
Digitaal verzonden als bijlagen: Kadastraal kaartje Uittreksel kadastrale legger Situatietekening + dwarsprofielen Instemmingsverklaring (Staatsbosbeheer) Quickscan Flora en Fauna Hydrologische effecten ontgronding Houtribtocht Bestemmingsplan Berekening oppervlakte ontgronding
: bijlage : bijlage : bijlage : bijlage : bijlage : bijlage : bijlage : bijlage
1 2 3 4 & 4A 5 & 5A 6 7 8
Omschrijving ligging en situatieschets van de ontgronding: De locatie is gelegen in het Zuigerplasbos, ten noorden van Lelystad. Dit is ten westen van de Zuigerplasdreef spoorlijn Dronten-Lelystad (Hanzelijn), ten zuiden en oosten van de N302. Op bijlage 3 staan op de overzichtskaart van de Houtribtocht (1e pagina v.d. pdf), ‘secties’ aangegeven. Het gedeelte waarvoor deze Ontgrondingsvergunning-aanvraag geldt, heeft betrekking op de Sectie 4 t/m Sectie 12. Bij Sectie 3 wordt in deze fase alleen de ophoging gerealiseerd. Een duidelijke situatieschets, schaal minimaal 1:25.000 en met een duidelijke topografische ondergrond, schaal en noordpijl, moet bij deze vergunningaanvraag worden gevoegd. Indien de aanvrager niet de grondeigenaar is: Instemmingsverklaring van de grondeigenaar in 8-voud/3-voud bijvoegen (digitaal bijlage 4). - Instemmingsverklaring Staatsbosbeheer, bijlage 4 (ondertekend) & 4A (e-mailbevestiging).
pachters of andere gebruikers van de grond (niet zijnde eigenaar): naam
: ..................................................................................................................
adres
: ..................................................................................................................
postcode en woonplaats
: ..................................................................................................................
telefoon (evt. mobiel)
: ..................................................................................................................
fax:
: ..................................................................................................................
e-mail
: ..................................................................................................................
Naam huidige bestemmingsplan : Stadsrandgebied Lelystad, Dossier id = NL.IMRO.0995.BP00031 .... bestemming
1.2
: Bos, zie bijlage 7. ...................................................................................
Aanvraag
De aanvraag heeft betrekking op: (aankruisen wat van toepassing is) • •
een vergunning voor een nieuwe ontgronding het wijzigen van een bestaande vergunning voor een ontgronding (zo ja, geeft hieronder het kenmerk en de datum van de vergunning) ..................................................................................................................................................................
Voor welke periode wordt de vergunning gevraagd?
Toelichting blad 3
Start ontgronding: Zodra vergunning is verleend, verwachting: 1 oktober 2014 Einde ontgronding: 15 maart 2015
1.3
Doel van de ontgronding
Geef hier een uitleg van het doel van de ontgronding. Uit uw beschrijving moet het duidelijk zijn of sprake is van een primaire, secundaire of secundaire-plus ontgronding. Betreft een Secundaire ontgronding, te weten: Verruimen van de watergang (Houtribtocht) waarbij de oever van de Houtribtocht natuurvriendelijk wordt ingericht. Alle vrijkomende grond wordt binnen het project voornamelijk in ophogingen verwerkt.
1.4
Overige meldingen / vergunningen
Welke andere vergunningen / ontheffingen / meldingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van het project en in hoeverre zijn deze reeds beschikbaar: (Wettelijke) regeling
Datum aanvraag
Soort (melding, oprichting- , wijzigings- of revisie vergunning)
Door wie en wanneer verleend
Zie status >
Omgevingsvergun ning / Aanleg
Gemeente Lelystad
Status (aangevraagd, in behandeling, ter visie, reeds verleend)
Gemeente: Wabo -(Wijziging) Bestemmingsplan -Vergunning Wet milieubeheer -Kapvergunning -Woningwet bouwvergunning -Monumentenwet -Aanleg vergunning ingevolge het bestemmingsplan Waterschap: Waterwet -Lozing -Onttrekking -Gebruik waterstaat werk Peilbesluit
Wordt in mei 2014 ingediend.
Toelichting blad 4
Provincie: Ontheffing Verordening Fysieke Leefomgeving Flevoland Besluit Milieu– effectrapportage Wabo -(Wijziging) Bestemmingsplan -Vergunning Wet milieubeheer -Kapvergunning
-Woningwet bouwvergunning -Monumentenwet -Aanleg vergunning ingevolge het bestemmingsplan -Natuurbeschermingswet Rijksoverheid: Waterwet
-Lozing -Gebruik waterstaat werk
Wabo
-Flora- en faunawet -monumentenwet -Boswet
Andere, namelijk ………………………………… …….. Opmerkingen of nadere toelichting:
Toelichting blad 5
1.5
Kabels en leidingen
Is er een KLIC-melding gedaan? Aanwezige kabels en leidingen in het te ontgraven gebied: Ja, een oriëntatiemelding KLIC. Er zijn voor zover bekend geen kabels of leidingen binnen het tracé aanwezig.
2.
GEGEVENS OVER DE ONTGRONDING
2.1
Oppervlakte van het te ontgronden terreingedeelte: 23383 m . Berekening: Zie hiervoor de excel in bijlage 8.
2.2
Beoogde maximale diepte van de ontgronding 2,98 meter beneden maaiveld. Gemiddeld wordt tot een diepte van 1,94 meter beneden maaiveld ontgraven (zie dwarsprofielen bijlage 3)
2
Huidige maaiveldhoogte in meters ten opzichte van NAP: tussen de -3.05 & -5.41 NAP De maximale diepte dient tevens door middel van dwarsprofielen op tekeningen te worden weergegeven.
2.3
Opbouw van het bodemprofiel tot de grootste diepte van de voorgenomen ontgronding (eventueel boorbeschrijvingen bijvoegen). Van (m beneden maaiveld / t.o.v. NAP)*
Tot (m beneden maaiveld / t.o.v. NAP)*
Grondsoort ** (Classificatie volgens NEN 5104)
Klei op zand. * **
2.4
: doorhalen wat niet van toepassing is. : eventueel zeefkromme(n) bijvoegen.
Hoeveelheid te ontgraven oppervlaktedelfstof : 3 beton- en metselzand ......................... m (ophoog)zand ......................... 3 kalkzandsteenzand ............................. m klei 15728 ............................................................. (secties 4-12 zie bijlage 3) anders (specificeer) ............................. : ................................................
3
m 3 m m
3
2.5
Hoeveelheid van het werk af te voeren oppervlaktedelfstof: 3 3 beton- en metselzand ......................... m (ophoog)zand ......................... m 3 3 kalkzandsteenzand ............................. m klei ........................................ m 3 anders (specificeer) ............................ .............................................. 0 m Alles wordt in ophogingen in de secties 3, 7 & 12 verwerkt en zo mogelijk ter plaatse. Bij sectie 3 wordt in dit gedeelte van de uitvoering dus alleen grond verwerkt in de ophoging en geen grond ontgraven.
2.6
Locaties waar de afgevoerde oppervlaktedelfstof zal worden toegepast: Voornamelijk in de ophogingen van de secties 3, 7 & 12 en deels zo mogelijk ter plaatse.
Toelichting blad 6
2.7
Worden er oppervlaktedelfstoffen aangevoerd ten behoeve van de eindafwerking? Zo ja, hoeveel oppervlaktedelfstoffen worden aangevoerd en wat is de herkomst van de oppervlaktedelfstoffen: Nee
2.8
Beschrijving van de toestand en de functie van het terrein na het afronden van de ontgronding: De eindtoestand: langs het grootste gedeelte een nieuwe natuurvriendelijke oever met op enkele plaatsen poelen en paaiplaatsen en ophogingen/uitkijkpunten.
3.
UITVOERING VAN DE ONTGRONDING
3.1
Omschrijving van de wijze waarop de ontgronding wordt uitgevoerd en fasering: Middels mobiele rups- of wielkranen zal de grond ontgraven worden. De grond wordt indien mogelijk in één werkgang verwerkt op het naastliggende terrein of op het nieuwe onderhoudspad. Ook wordt veel grond verwerkt in ophogingen die hiermee aangelegd worden. Uitgangspunt is dat er geen grond van de locatie afgevoerd wordt. De transport naar de ophogingen vindt plaats m.b.v. dumpers.
4.
EFFECTEN VAN DE ONTGRONDING
4.1
Grondwaterstand ten opzichte van het maaiveld van het te ontgronden terrein voor het ontgronden: Het streefpeil is: - 6,2 NAP Zal voor de ontgronding een bouwputbemaling / bronbemaling / open bemaling of andere vorm van drooglegging worden toegepast? Nee ............................................................................................... Zo ja, met welke capaciteit en voor hoe lang: .................................................................................... In het geval dat door de ontgronding oppervlaktewater zal ontstaan of veranderd wordt, het oppervlaktewaterpeil : NVT .............................................................................. in meters t.o.v. NAP.
4.2
Beschrijving van geohydrologische effecten die optreden ten gevolge van de ontgronding: (Een geohydrologisch onderzoek toevoegen dat inzicht geeft in de effecten van de ontgronding op het grondwater en het oppervlaktewater. In bepaalde gevallen kan in overleg met de vergunningverlener met een beknopte beschrijving volstaan.) Zie bijlage 6: Opbarsting Bij de geplande ontgraving is geen opbarstrisico aanwezig. Royal Haskoning heeft in opdracht van Waterschap Zuiderzeeland een opbarstrisicokaart gemaakt. Op deze kaart is te zien dat het gebied rond de Houtribtocht een gele tot groene kleur heeft, wat inhoudt dat er bij een 1 meter diepe ontgraving geen opbarstrisico is. Kweleffecten Er wordt niet dieper ontgraven dan de bodem van de huidige watergang. De watergang zal dus de kwel blijven aantrekken. Hierdoor zal de totale kwel niet toenemen. Er worden geen lagen aangesneden die nu nog niet aangesneden zijn.
Toelichting blad 7
Overige hydrologische effecten Er worden geen hydrologische effecten verwacht want het oppervlaktewaterpeil blijft gelijk. Uitstraling naar de omgeving is er dus niet. 4.3
Beschrijving van de stabiliteit van de taluds en de bodem van de ontgronding tijdens het ontgronden en na afwerking (denk aan grondafschuivingen, zettingsvloeiing, opdrijven, opbarsten en het ontstaan van drijfzand): (onderbouwing eventueel als bijlage toevoegen) Zie bijlage 6: Ontgronding is geen doel op zich, het doel is het maken van een nieuwe natuurvriendelijke oever en het aanleggen van enkele ophogingen. Door de ontgronding ontstaat een nieuw talud van de Houtribtocht. De stabiliteit van dit nieuwe talud is door het waterschap gewaarborgd door het graven onder een minimale hoek van 1:4. Stabiliteit is bij de natuurvriendelijke oevers minder van belang omdat enige glooiing en verzakking geen nadelige gevolgen heeft.
4.4
Resultaten van standaard archeologische inventarisatie (bureaustudie): Classificatie te ontgronden gebied volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden: Archeologische verwachting is voor dit gedeelte Laag. Resultaten inventarisatie Archeologische Monumenten Kaart en Centraal Monumenten Archief: Er zijn geen monumenten of waarnemingen binnen een straal van 500 m van het plangebied bekend. Archeologische beleidskaart van de gemeente: Het gedeelte wat in fase 1 uitgevoerd wordt, valt binnen een gebied met Lage archeologische verwachting. ………………………………………………………… Aanvullingen:- .....................................................................................................................................
Resultaten van aanvullende archeologische inventarisatie: (Als bijlage bijvoegen bij deze aanvraag. In bepaalde gevallen kan in overleg met de vergunningverlener hiervan worden afgeweken.) 4.5
Inventarisatie aardkundige waarden (indien van toepassing) Worden deze waarden aangetast door de ontgronding of juist versterkt? En op welke wijze.
4.6
Restultaten van standaard inventarisatie Flora- en Faunawet (Een Quickscan toevoegen dat inzicht geeft in het voorkomen van flora en fauna. In bepaalde gevallen kan in overleg met de vergunningverlener met een beknopte beschrijving volstaan.) Zie bijlage 5 & 5A. Resultaten Quickscan: Aanwezigheid beschermde diersoorten en eventueel te nemen maatregelen. Rapportage bijvoegen bij de aanvraag. Gedetailleerde resultaten onderzoek: Orchideen Bij het onderzoek in 2009 naar groeiplaatsen van orchideeën zijn langs de Houtribtocht op meerdere locaties exemplaren van de middelzwaar beschermde Rietorchis aangetroffen (Greve 2009). Deze locaties bevonden zich aan de noordoever tussen de Zuigersplasdreef en
Toelichting blad 8
het spoor en aan de zuidoever ten noorden van het natuurgebied 't Zand. Beide zijden van de oever bieden veel potentie voor de soort. In 2012 is de aanwezigheid van Rietorchis opnieuw geconstateerd. Bij de aanleg van de duurzame oevers, gaan er groeiplaatsen van de Rietorchis verloren. In dat geval is er een conflict met de Flora- en faunawet. Om conflicten te voorkomen moet er worden gewerkt volgens de gedragscode van de Unie van Waterschappen. Er dient voor aanvang van de werkzaamheden te worden gecheckt waar de exacte groeiplaatsen zich bevinden. Bij de verdere detaillering van de plannen, bijvoorbeeld tijdens het opstellen van het bestek, moet er voor worden gezorgd, dat zo min mogelijk planten worden aangetast. Indien dit onvermijdelijk is, dan kan een deel van de planten worden verplaatst, of in depot gezet om later weer te worden teruggeplaatst. Een ontheffing van de Flora- en faunawet is in dit geval niet nodig. Indien er niet volgens de gedragscode wordt gewerkt, dan dient een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet worden aangevraagd. Ook in dat geval zal waarschijnlijk aan bovengenoemde voorwaarden moeten worden voldaan. Ringslang Bij het onderzoek naar Ringslangen in het voorjaar van 2009 zijn geen exemplaren van deze soort aangetroffen langs de Houtribtocht (Greve 2009). De situatie is sindsdien niet veranderd, zodat er vanuit wordt gegaan dat de oevers van de tocht nog steeds niet van belang zijn voor de soort. Gezien de bekende populatie Ringslangen tussen de Jupiterweg en de Houtribtocht (Schut & Miedema 2007), wordt geadviseerd om bij de werkzaamheden aan de tocht wel rekening te houden met eventueel aanwezige zwervende exemplaren van deze soort. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden zijn daarom ten aanzien van de Ringslang geen vervolgstappen nodig. Vissen Voor het onderzoek naar wettelijk beschermde vissen zijn in 2009 vijf trajecten bevist (figuur 3.18). Hierbij zijn tien verschillende soorten vissen gevangen, waaronder één exemplaar van de middelzwaar beschermde Kleine modderkruiper. De verwachting is dat deze soort nog steeds in de Houtribtocht aanwezig is. Bij de werkzaamheden dient daarom te worden gewerkt volgens de Gedragscode van de Unie van Waterschappen. Bever Uit de gegevens van Landschapsbeheer Flevoland blijkt de aanwezigheid van enkele Beverburchten in de omgeving van de Houtribtocht (figuur 3.17). Het is aannemelijk dat deze soort ook soms in de tocht aanwezig is. Bij de werkzaamheden in de watergang dient daarom te worden gewerkt volgens de Gedragscode Unie van Waterschappen. Aansluitend op de gedragscode is door Waterschap Zuiderzeeland een "Beverprotocol" opgesteld, geadviseerd wordt deze bij de werkzaamheden te gebruiken (Hokken & Wolfs 2012). 4.7
Beoordeling noodzaak vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet (Overleg is mogelijk met de vergunningverlener.)
4.8
Inventarisatie aanwezigheid bouwgrondstoffen (beton- en metselzand, industriezand enz) in de ondergrond N.v.t. Worden deze grondstoffen door de ontgronding onbereikbaar?
Toelichting blad 9
5.
ONDERTEKENING AANVRAGER
(Indien ‘namens’, schriftelijke machtiging aanvrager overleggen) naam
: W. Boersma .....................................................................................................................................
plaats : Lelystad ...........................................................................................................................................
datum : 24 April 2014 ...................................................................................................................................
functie : Projectleider voorbereiding..............................................................................................................
6.
BIJLAGEN AANVRAAG VERGUNNING
Vetgedrukte bijlagen altijd bijvoegen
Nummer bijlage
1. &
2.
Onderwerp
Aantal kopieën bijgevoegd
Uittreksel Kamer van Koophandel
N.v.t.
Kadastrale kaart en ligging en uittreksels kadastrale legger
Zie Situatietekening 3.
Plattegrondtekeningen
3.
Situatietekening + dwarsprofielen. Tekeningnummer:
4.
Instemmingsverklaring SBB
5 & 5A
Quick scan Flora- en Faunawet
6.
Hydrologische effecten ontgronding
7.
Bestemmingsplan
8.
Berekening oppervlakte ontgronding
