daVinci Targets®
1
gebruikershandleiding
Conceptversie 1.2 februari 2015 © 2015 daVinci Dynamics BV
'daVinci Targets' is a registered trademark of daVinci Dynamics BV
Inhoudsopgave Inleiding
3
Veiligheidsvoorschriften
5
Onderdelen van het systeem
8
Doelen
10
StageController
12
Opbouw stages
13
Anatomie van een stage/run
16
Schutter identificatie
17
Standaard trainingen
18
Tips en trucs
19
Verdeling van de targets
23
Specifications
24
Verklarende woordenlijst
25
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 2 van 28
Inleiding Airsoft is een vorm van schietsport waarbij gebruik gemaakt wordt van zeer natuurgetrouwe replica’s van vuurwapens. Door de inzet van de Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging is deze sport vanaf 2012 onder strikte voorwaarden in Nederland toegestaan (zie www.nabv.nl). In grote lijnen kent airsoft drie disciplines: Re-enactment cq. skirmen, kaartschieten en parcours schieten. Parcours schieten is gebaseerd op de disciplines 'IPSC' en 'Steel Challenge' van de reguliere schietsport en er zijn diverse airsoft versies zoals 'IAPS', 'Action Air' en 'Steel Challenge'. Bij de dynamische discipline parcours schieten staan de doelen op verschillende afstanden over de baan verspreid. Doelen kunnen ook (deels) verborgen zijn achter zichtbeperkingen. Sommige doelen kunnen heen en weer bewegen of draaien. Om alle doelen te kunnen beschieten moet de schutter zich actief over de baan verplaatsen. De meest gebruikte doelen zijn gemaakt van karton. De score wordt bepaald door de plaats en het aantal van de gaatjes te noteren. Na het scoren worden de treffers met een sticker afgeplakt. Dit is allemaal handwerk. Ons unieke 'daVinci Targets®' systeem bestaat uit flexibel inzetbare 'state of the art' elektronische draadloze zelfscorende doelen. Deze doelen zijn specifiek bedoeld om stages te bouwen voor gebruik bij dynamische airsoft disciplines zoals IAPS (International Airsoft Practical Shooting), ARPS (Airsoft Rifle Practical Shooting) en Steel Challenge. Bij de ontwikkeling van het systeem is gebruik gemaakt van het 'IPSC handgun/rifle competition rules 2009’, het 'IAPS wedstrijdreglement 2013’ en het 'SCSA rulebook 2013'. Een wedstrijd bestaat uit maximaal 256 doelen verdeeld over 1-12 stages. Eén stage kan uit maximaal 32 doelen bestaan. De doelen worden automatisch herkend en op eenvoudige wijze gekoppeld aan de stages. Per stage kan een stopplate gedefinieerd worden. Elke stage heeft zijn eigen StageController. De StageController geeft het startsignaal en communiceert met de doelen. De optionele MatchController communiceert ook met de StageControllers. In feite bestaat het systeem uit één groot draadloos sensornetwerk.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 3 van 28
Treffers worden per stage realtime doorgegeven aan de StageController en in het geheugen opgeslagen. StageControllers bevatten een interne klok en kalender en het permanente geheugen kan ruim 6000 treffers in 400 runs bewaren. Van iedere treffer worden per run de volgende parameters opgeslagen: Tijd, volgnummer, splittime, punten, eventuele noshoots en het nummer en de zone van het doel. Ook eventuele procedurefouten kunnen opgeslagen worden. Na het beëindigen van de run berekent het systeem de Comstock-score2 uit het behaalde aantal punten, eventuele missers, de benodigde tijd en eventuele procedurefouten en geeft deze weer op het display. De doelen resetten zich automatisch vóór iedere run. Deelnemende schutters identificeren zich door middel van RFIDcards. Het handmatig scoren en treffers afplakken behoort hiermee tot de verleden tijd. De MatchController kan de gegevens van alle stages realtime op een monitor presenteren. Indien gewenst kunnen de gegevens door middel van de MatchController naar het internet geupload worden om zo een competitie op te zetten. Aan een Mobile App om de uitslagen realtime op een smartphone of tablet te zien wordt momenteel gewerkt.
2
Comstockscore = 100 x (punten : tijd)
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 4 van 28
Veiligheidsvoorschriften ’WAARSCHUWING Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan oogletsel veroorzaken! Lees deze handleiding zorgvuldig door vóór u de daVinci Targets® gaat gebruiken. Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan letsel veroorzaken aan de ogen. Draag daarom altijd een goedgekeurde veiligheidsbril. Een veiligheidsbril is goedgekeurd als deze voldoet aan bepaalde normen. Deze normen beschrijven de eisen voor oogbescherming, oa. voor militair gebruik. Alleen goedgekeurde veiligheidsbrillen verzekeren voldoende ballistische weerstand. Voor IAPS goedgekeurde veiligheidsbrillen voldoen aan de normen EN166, STANAG 2920 v50 of STANAG 4296. Bij airsoft wordt gebruik gemaakt van airsoftdevices (replica's van echte vuurwapens). Volgens de huidige wetgeving mogen deze replica’s alleen gehanteerd worden door personen van 18 jaar of ouder die lid zijn van een erkende Nederlandse airsoftvereniging. Airsoftdevices vuren harde kunststof balletjes van 6 mm af (zgn. BB’s) met een snelheid van 100-150 m/s. Door het lage gewicht van de BB’s - ca. ¼ gram - leveren ze over het algemeen weinig gevaar op. Een directe treffer of een ricochet op het oog kan echter aanleiding geven tot oppervlakkige beschadiging van het hoornvlies en (tijdelijke) afname van het gezichtsvermogen. Van dichtbij zijn gebitselementen - met name de voortanden kwetsbaar voor directer treffers. De meeste kleding beschermt voldoende tegen de impact van BB’s maar een directe treffer op de onbedekte huid kan aanleiding geven tot kleine zwellingen en bloeduitstortingen. Deze zijn van tijdelijke aard. Beschouw ieder airsoftdevice daarom als zijnde geladen en richt alleen op voorwerpen die als doel aangewezen zijn. Kijk nooit in de loop en richt nooit op mensen of dieren, zelfs niet als u zelf weet dat het airsoftdevice ongeladen is. Airsoftdevices kunnen door anderen aangezien worden voor echte vuurwapens met alle mogelijke gevolgen van dien. Zorg er daarom voor dat uw airsoftdevice niet zichtbaar is vanaf de openbare weg. Vervoer uw airsoftdevice daarom ook altijd in een goed afgesloten koffer of foedraal. Bij twijfel zullen overheidsdiensten er van uit gaan dat uw airsoftdevice een geladen vuurwapen betreft en als zodanig handelen!
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 5 van 28
Hou er rekening mee dat BB’s terug kunnen ketsen van de beschoten doelen. De afstand tot een doel mag daarom nooit kleiner zijn dan 1 meter. Plaats de doelen onder een zodanige hoek dat terugketsende BB’s op een veilige plaats terecht komen, bijvoorbeeld richting de vloer. Richt niet op mensen of dieren, ook niet met een 'leeg' airsoftdevice!
Airsoft is geen speelgoed! Minimum leeftijd 18 jaar.
Kijk nooit in de loop!
Ontlaad het airsoftdevice als er niet geschoten wordt!
Geen vinger aan de trekker als er niet geschoten wordt!
BB's kunnen terugketsen. Draag altijd een goedgekeurde veiligheidsbril!
De daVinci Targets® zijn geschikt voor gebruik in de buitenlucht mits de onderdelen beschermd zijn tegen regen. Let ook op dat de gebruikte 230 V adapters absoluut niet nat mogen worden! Er bestaat anders de kans op een elektrische schok. Water en 230 V gaan niet samen. Let altijd op de veiligheid van uzelf en anderen.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 6 van 28
Bij het gebruik van de staanders dienen de poten voldoende ver uit elkaar gezet te worden zodat de staanders met bevestigde doelen stabiel staan. Als de poten niet ver genoeg uiteen staan kan een staander met doelen gemakkelijk omvallen en schade of letsel veroorzaken. Let hier vooral op als de staanders op een onregelmatige ondergrond zoals op een grasveld geplaatst worden. Poppers zijn stalen doelen die bij treffers omvallen. Wees voorzichtig met het hanteren van poppers terwijl deze rechtop staan. Als de popper omvalt kunnen vingers anders gemakkelijk bekneld raken in het scharnier of onder de popper. Verplaats poppers daarom alleen als deze plat liggen en verwijder kabels en luchttoevoeren nooit bij poppers die op scherp staan. De 'Poppers Pro' maken gebruik van perslucht. In de bijgeleverde aansluiting naar een compressor of tank is een reduceerventiel aangebracht die een druk van maximaal 10 bar terugbrengt naar ca. 3,8 bar. Poppers mogen niet gebruikt worden met een hogere druk omdat de poppers dan ongecontroleerd kunnen omvallen bij het resetten. Gebruik daarom ook geen andere aansluitslangen dan bijgeleverd. Veel replica's maken gebruik van gasdruk om de BB's te verschieten. Dat kan CO2 zijn of het zeer brandbare propaan (aanstekergas). Gebruik nooit open vuur en rook niet in dezelfde ruimte als waar met gas geschoten wordt. Ventileer de ruimte goed. In een aantal daVinci Targets® (sensoren voor de steelplates) zijn sterke neodymium magneten aanwezig evenals in het ophangsysteem. Deze magneten kunnen magneetstrips op pasjes, harde schijven van computers, beeldschermen, mechanische horloges, etc. beschadigen. Houd de magnetische onderdelen altijd uit de buurt van gevoelige apparatuur. Magneten die uit de apparatuur verwijderd worden kunnen een gevaar opleveren voor de gezondheid. Deze moderne neodymium magneten zijn zeer krachtig en als zodanig geen speelgoed! Ingeslikte magneten kunnen levensgevaarlijke complicaties veroorzaken door beknelling van weefsel tussen twee magneten.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 7 van 28
Onderdelen van het systeem Het daVinci Targets® systeem bestaat uit de volgende onderdelen (afhankelijk van de gekozen versie): Doelen De daVinci Targets® zijn leverbaar in een zgn. 'Lite' en 'Pro' versie. Het systeem omvat fullsize en mini Classic Targets met gescheiden A-, C- en D-zones, fullsize en mini noshoots, Classic Poppers met een ManualReset (Lite) of AutoReset (Pro) functie, steelplates in verschillende vormen en maten, snipertargets, een speciale 'FunTarget', en een 'Dueling Target'. De Classic Popper is ook in een stand-alone versie leverbaar. De 'Lite' versie omvat één StageController en maximaal 12 doelen. Alle soorten doelen kunnen gebruikt worden. De software is relatief eenvoudig en het draadloze bereik is beperkt. De 'Pro' versie kan 12 StageControllers en 256 doelen gebruiken, verdeeld over maximaal 12 stages van elk maximaal 32 doelen. De StageControllers kunnen communiceren met een MatchController met internetverbinding. Het draadloze bereik is veel groter dan die van de Lite versie. Er is een Mobile App in ontwikkeling om de resultaten op een smartphone of tablet te kunnen bekijken. Hulpmiddelen/accessoires Om doelen te kunnen laten bewegen zijn automatische bobbers beschikbaar. Van te voren kiest de schutter hoe c.q. wanneer de bobber geactiveerd wordt. Bijvoorbeeld direkt na het startsignaal, na een bepaalde tijd of na een bepaald aantal punten of na het treffen van een bepaald ander doel. Om de beschikbare informatie zoals tijd en score aan het publiek te tonen is een grote goed afleesbare LED-display beschikbaar. StageController Na de uitleg over de stage ('stagebriefing') volgt meestal een zgn. 'walkthrough' van enkele minuten zodat de schutters hun tactiek kunnen bepalen. De StageController kan de tijd van de walkthrough bewaken. Met de StageController geeft de Range Officer (RO) het startsignaal aan de schutter. Er zijn verschillende startdelays instelbaar. De targets resetten zich automatisch en ook de tijdwaarneming wordt gestart. Door een tweede druk op de start/stopknop of een treffer op de stopplate wordt de run beëindigd en de berekent de StageController de eindscore. StageControllers communiceren alleen met doelen met hetzelfde stagenummer.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 8 van 28
Ook vormt de StageController de schakel tussen de doelen en de centrale MatchController. De Lite versie heeft geen MatchController en werkt met één StageController. De StageController heeft een display waar de verschillende parameters realtime op te volgen zijn. Na afloop van de run is de benodigde tijd, de puntentelling en de Comstockscore af te lezen. Indien gewenst kan de StageController commando's geven aan de schutter. Daartoe is de StageController uitgerust met een audio-board. MatchController De MatchController3 ontvangt data van de StageControllers en presenteert deze overzichtelijk op een monitor. Eventueel kunnen de gegevens ook automatisch worden geupload naar het internet. Hieronder staat een schema van het daVinci Targets® Pro systeem. De Lite versie bestaat uit één StageController en maximaal 12 targets.
3
De MatchController is momenteel nog in ontwikkeling
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 9 van 28
Doelen Alle daVinci Targets® hebben trefferdetectie met draadloze communicatie naar een StageController. Het daVinci Targets® systeem bestaan uit de volgende typen doelen: Classic Targets Deze doelen zijn gebaseerd op de officiële standaard achtzijdige kartonnen IPSC Classic Targets4 en zijn onderverdeeld in 3 zones, de A-, C- en D-zone. CT's zijn er in twee groottes: Fullsize CT’s en de 60% of mini-CT’s. Over het algemeen worden per CT twee treffers gevraagd. Missers worden bestraft met 10 punten. CT’s zijn echter ook te gebruiken bij andere drills. De puntentelling kan dan anders zijn. Bij de IAPS-versie worden treffers aangegeven met twee blauwe LED's per zone. Bij een treffer ergens op een bepaalde zone gaat één LED branden. Een tweede treffer op een zone doet de tweede LED van die zone oplichten. Bij méér dan twee treffers lichten de LED's op de van zones met de hoogste punten. De visuele feedback dmv. LED's kent drie niveaus: 'Off', 'On' en 'Flash'. Gebruikelijk is dat de LED's direct reageren op treffers en aan blijven (On). Soms kan het echter gewenst zijn dat de LED's pas ná de run oplichten (Off). Geweerschutters die op grotere afstand schieten kunnen in de vuurwapenversie nl. ook niet zien welke zone geraakt is. Het systeem kent nog een derde feedback mogelijkheid: Bij een treffer lichten de LED's van de geraakte zone eventjes op om direct weer uit te gaan (Flash). Na afloop van de run lichten de LED's van de getroffen zones dan wel op. Noshoots Noshoots zijn doelen die kwa vorm en grootte overeenkomen met fullsize en mini-CT’s. Ze hebben echter geen gescheiden zones, zijn wit van kleur en zijn voorzien van een duidelijk zichtbaar rood kruis. Treffers op noshoots worden bestraft met 10 punten aftrek met een maximum van 20 strafpunten per noshoot. Noshoots hebben twee rode LED’s die bij treffers oplichten.
4
Volgens de International Practical Shooting Confederation, Oakville, Ontario, Canada
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 10 van 28
Poppers Een popper is een doel van metaal dat omvalt bij een treffer. Bij IAPS levert een popper 5 punten op. Poppers die overeind blijven staan worden bij IAPS bestraft met 10 strafpunten. Poppers komen in verschillende soorten en maten voor. Er zijn fullsize Classic Poppers, natuurgetrouwe bowling pins en poppers in de vorm van een fles. Poppers kunnen individueel gebruikt worden of in combinaties van 2-6 poppers per rek met een AutoReset functie5. Er zijn poppers die handmatig overeind gezet moeten worden (Poppers Lite met ManualReset) en poppers die d.m.v. perslucht onder lage druk automatisch weer rechtop gaan staan (Poppers Pro met AutoReset). Steelplates Steelplates zijn platte doelen van metaal die magnetisch bevestigd worden aan een staander. Ze vallen niet om bij een treffer maar geven een kenmerkend geluid. De magnetische sensor is op de achterzijde bevestigd en heeft twee blauwe LED's. Bij een treffer lichten deze op. Steelplates worden gewaardeerd met 5 punten. Voor de verschillende Shooting Modes zijn er ronde steelplates met een diameter van 125, 150 en 160 mm beschikbaar. Daarnaast zijn er rechthoekige steelplates van 175x250 mm en 250x350 mm. Ook kunnen stalen bowling pins en flessen als steelplate gebruikt worden. Een bijzondere toepassing van steelplates is het gebruik als stopplate. Met een treffer op een stopplate stopt de schutter de tijd. Een stopplate is dus per definitie het laatste doel. Na afloop van de run reageren de targets niet meer op treffers. Tip: Door het gebruik van magnetische sensoren kunnen ook andere metalen oppervlakken als target gebruikt worden. Fun Targets6 Dit speciale schietdoel maakt het mogelijk dagelijkse voorwerpen - zoals blikjes, papieren bekers, ballen, houten blokjes, etc. - als elektronisch doel te gebruiken. Ook kunnen zelfgemaakte doelen gebruikt worden mits de onderkant minimaal 1x1 cm groot en ondoorzichtig is.
5
Deze z.g.n. PopperArrays zijn momenteel in ontwikkeling
6 Fun Targets zijn momenteel in ontwikkeling, zie de website voor actuele informatie
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 11 van 28
StageController De StageController SC14-1 Mk II communiceert draadloos met de doelen en de MatchController (zie verder). De StageController heeft een display waarop de gegevens van de actuele run realtime getoond worden. Per stage is er één StageController. De StageController bewaart de gegevens van ruim 6000 treffers, verdeeld over maximaal 400 runs. Na het aanzetten van de StageController verschijnt het splashscreen met daarop o.a. het versienummer van de software. Vervolgens verschijnt het hoofdmenu. Het hoofdmenu heeft 3-4 keuzes. Gebruik de pijltoetsen om de cursor te verplaatsen en bevestig uw keuze met de knop ✔. Shooting mode
Geeft toegang tot verschillende manieren hoe de doelen gebruikt kunnen worden.
Settings
Instellingen per stage en de systeeminstellingen.
Walkthrough
Deze keuze is alleen zichtbaar als onder Stage settings een tijdsduur (1-5 min.) voor een walkthrough ingesteld is.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 12 van 28
Opbouw stages Bij het ontwerpen van een stage maakt de stageontwerper een keuze uit de beschikbare doelen. In het ontwerp is het aantal doelen van belang, welke soort en grootte, de plaats van de doelen en of attributen zoals zichtbeperkingen, meubels, tunnels, etc. gebruikt worden. Geef in het stageontwerp ook aan vanaf welke positie(s) de schutter de doelen moet beschieten en teken zonodig de foutlijnen die de schutter niet mag passeren. Per stage heeft de stageontwerper de beschikking over maximaal 32 doelen. Bij iedere stage hoort één StageController. De Lite versie heeft één stage en maximaal 12 doelen. Stap 1: Stage ontwerp en opbouwen Maak op papier of met behulp van een tekenprogramma per stage een schets van de opstelling van de doelen. Geef de doelen een (volg)nummer, per stage te beginnen bij 1. Indien gewenst is dit ook de volgorde waarin de doelen beschoten dienen te worden. Geef in de schets tevens aan waar eventuele attributen geplaatst moeten worden. Plaats de targets volgens de tekening op de juiste plek en plaats zo nodig zichtbeperkingen en andere attributen. Zorg er vervolgens voor dat alle targets van één stage aangesloten zijn op de stroomvoorziening en zet poppers (Lite) rechtop. Het doorlussen van de voeding van individuele targets die dicht bij elkaar staan is mogelijk met optionele voedingskabeltjes. Deze kabeltjes zijn in verschillende lengtes verkrijgbaar. Zorg er voor dat de voedingskabeltjes zich achter de staander bevinden. Dit om beschadigingen door directe treffers te voorkomen. Controleer of de rode power-LED's branden. Gebruik de StageController om alle doelen en noshoots binnen één stage van hetzelfde stagenummer (1-12) te voorzien, zie stap 2. Stap 2: Ken een stagenummer toe De daVinci Targets® kunnen maximaal 12 stages aan (stagenummer 1-12). De StageController én de bijbehorende targets moeten hetzelfde stagenummer hebben. In de Lite-versie is het stagenummer 1, dit kan niet gewijzigd worden. Zet de StageController aan en kies in menu Stage settings voor de optie Set stagenumber om een groep targets van het juiste stagenummer te voorzien. Zet nu alléén die targets aan die bij de betreffende stage horen. Targets die bij andere stages horen moeten uitgeschakeld zijn anders krijgen deze hetzelfde stagenummer!
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 13 van 28
Gebruik de pijltoetsen om op de StageController een stagenummer te kiezen en bevestig dit met de knop ✔. Voor de zekerheid vraagt de StageController of alle targets ingeschakeld zijn. Controleer dit zo nodig nogmaals. Bevestig met ✔. De StageController stuurt nu een signaal naar alle targets die ingeschakeld zijn. Deze targets krijgen het ingestelde stagenummer en op de StageController is het ingestelde nummer rechtsonder in het hoofdmenu af te lezen boven de klok (bijvoorbeeld #5 ). Herhaal deze procedure voor elke stage en vergeet vooral niet om de targets van de stages die gereed zijn uit te zetten vóór het instellen van de volgende stage. Stap 3: Koppel targets aan een StageController De StageController moet nu weten welke doelen er zijn en welk nummer daarbij hoort. Iedere target heeft namelijk een uniek intern nummer. Met Link targets uit het menu Stage settings worden de doelen die bij de betreffende stage behoren van het juiste volgnummer voorzien. Het ligt voor de hand dat deze nummers overeen komen met de nummers van de doelen in het stageontwerp. Eerst vraagt de StageController hoeveel doelen er in gebruik zijn, standaard staat dit aantal op 6. Met de pijltoetsen kunnen minder of meer doelen gekozen worden (2-32). Bevestig dit met de knop ✔ of kies ✘ om af te breken. De StageController vraagt vervolgens om per doel een treffer te plaatsen, te beginnen bij het doel met nummer 1. De treffer mag in elke zone geplaatst worden. Een popper moet omvallen. Elk doel kan maar één keer meetellen bij het linken. De LED licht rood op en er klinkt een signaal als hetzelfde doel vaker dan één keer geraakt wordt. Ga door tot alle doelen één keer geraakt zijn. Vervolgens vraagt de StageController om eventueel één van de doelen als stopplate te definiëren. Bevestig dit met de knop ✔ of kies ✘ om zonder stopplate verder te gaan. De StageController slaat de gegevens daarna op in het geheugen. De StageController kan de gekozen nummering laten zien door de CT’s en noshoots op volgorde van de nummers te laten flitsen en poppers te laten omvallen. De doelen en de volgorde van de doelen worden in het geheugen opgeslagen. Herhaal dit voor elke StageController/stage combinatie. Het systeem weet nu welke doelen in welke stage aanwezig zijn. Het aantal gelinkte doelen is op het display terug te vinden bij Link targets (4+S) . In dit geval 4 targets plus een stopplate.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 14 van 28
Stap 4: Overige instellingen Per stage kunnen een aantal instellingen vastgelegd worden zoals de wijze van visuele feedback, een maximale tijd (par), het startdelay, of er om strafpunten cq. procedures en/of een DQ gevraagd moet worden, etc. De hieronder genoemde opties zijn te vinden in het menu Stage settings onder optie Settings van het hoofdmenu. Walkthrough: Met 'Walkthrough' wordt de tijd bedoeld die de schutters krijgen na de briefing om de stage te verkennen. Dit is vaak 3-5 minuten, afhankelijk van de complexiteit van de stage. Mogelijkheden: Geen walkthrough ("None') of 1, 2, 3, 4, of 5 min. Als er een walkthrough is ingeschakeld verschijnt een vierde keuze in het hoofdmenu: Walkthrough (3m) . Startdelay: Dit is de tijd tussen het indrukken van de startknop en het feitelijke startsignaal. Mogelijkheden: 0 (startsignaal bij indrukken van de toets), random na 0-3 s., vast delay van 3 s. en een delay van 3-8 s. vooral bedoeld voor trainingen waarbij de schutter zelf de StageController bedient. Visuele feedback: Dit geeft aan hoe de LED's van de targets reageren op treffers. Er zijn drie mogelijkheden: Met Feedback (on) reageren de LED's door bij treffers direct op te lichten en te blijven branden. Daarentegen blijven de LED's uit tot de run afgelopen met de instelling Feedback (off) . Pas na het beëindigen van de run zullen de LED's van alle getroffen targets/zones treffers tegelijk oplichten. Als de optie Feedback (flash) gekozen is reageren de LED's van de getroffen zone met een korte flits. Na afloop van de run lichten de LED's tegelijk op. Let op: Als de feedback onbedoeld op 'Off' staat lijkt het of de targets niet werken! Par: Met 'Par' kan de maximale beschikbare tijd ingesteld worden voor de betreffende de betreffende stage. Comstock of Virginia count: Normaliter wordt de eindscore bepaald volgens de Comstockcount (100 * punten/tijd). Indien gewenst kan de Virginiacount gebruikt worden. Hierbij moet het van te voren aangegeven aantal treffers geplaatst worden. Elke treffer meer of minder levert 10 strafpunten op. Vragen om procedures: Hiermee kan ingesteld worden of er na een run gevraagd moet worden of de schutter 10 strafpunten per procedure (overtreding) kan krijgen. Vragen om DQ: Hiermee kan ingesteld worden of er na een run gevraagd moet worden of de schutter gediskwalificeerd is (DisQualify). Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 15 van 28
Anatomie van een stage/run 1: Briefing De Range Officer legt de betreffende stage uit aan een groep schutters (squad). 2: Walkthrough
De schutters van het squad krijgen enkele minuten de tijd om de stage te verkennen om zo een tactiek te bepalen. De StageController heeft een ingebouwde functie deze tijd te bewaken.
3: Identificatie van de schutter
De schutter die aan de beurt is kan zich al dan niet identificeren met een RFID-card op de StageController.
4: Shooter, load and make ready!
De volgende schutter staat in de startpositie (shooter on line) en de Range Officer geeft het commando zijn airsoftdevice gereed te maken. De volgende schutter kan de opdracht krijgen zich gereed te houden voor de volgende run (shooter on deck).
5: Standby!
De StageController geeft aan dat de Range Officer het commando 'Stand by!' kan geven. Na een druk op de knop klinkt na een bepaald aantal sec. het startsignaal.
6: Beep!
Het teken dat de schutter kan beginnen met de run.
7: Einde van de run Er zijn twee manieren om de tijd van de run te stoppen: Als de schutter aangeeft gereed te zijn kan met een willekeurige knop op de StageController de tijd gestopt worden. De tijd van de laatste treffer is dan de tijd van deze run. Als een stopplate gedefinieerd is stopt de tijd bij het treffen van de stopplate of als de vooraf ingestelde par voorbij is. 8: Procedures?
De StageController kent een optie om overtredingen (10 strafpunten per overtreding) te kunnen registreren.
9: DQ?
De StageController kent ook een optie om een diskwalificatie te registreren.
10: Next shooter online
De Range Officer en de schutter gaan eventueel over de baan om treffers (en missers!) te bekijken. Daarna kan de volgende schutter aantreden en start de cyclus van voren af aan.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 16 van 28
Schutter identificatie In de toekomst kunnen schutters zich identificeren door middel van RFID-cards. Dit zijn kunststof pasjes met een ingebouwd uniek nummer dat elektronisch uitgelezen kan worden door de kaart voor de lezer te houden. De RFID-lezers bevinden zich in de StageControllers, op het frontpaneel in de rechter benedenhoek.
RFID-lezer
Tijdens het gebruik van het systeem kunnen schutters op twee momenten gevraagd worden zich te identificeren: Vóór iedere run en om de persoonlijke scores te kunnen terugzien. Onder System settings is een optie om in te stellen of men gebruik wenst te maken van RFID-cards. Als RFID-schutteridentificatie uit staat dan krijgen de runs een volgnummer.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 17 van 28
Standaard trainingen In de StageController zijn een aantal shooting modes, trainingen en drills voorgeprogrammeerd zoals IAPS, Steel Challenge,V-drill, El Presidente, etc. Selecteer in het menu Shooting mode één van de modes. Sommige modes vereisen een specifiek aantal targets of alleen targets van een bepaald type. Het systeem detecteert dat. In de bijlagen staan de betreffende modes gedetailleerd beschreven met tekeningen en beschrijvingen op welke wijze de doelen ingezet kunnen worden. De puntentelling en de berekening van de score passen zich automatisch aan aan de gekozen mode. Na afloop van een run kan met de Esc-knop de gekozen mode verlaten worden. Het programma keert dan terug naar het menu Shooting mode Ook via de website7 zijn de beschrijvingen van de verschillende shooting modes te downloaden.
7 www.davincidynamics.nl
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 18 van 28
Tips en trucs Aansluiten op de voeding Elk doel van de daVinci Targets® kan óf via een 12 V adapter op 230 V óf rechtstreeks op een 12 V accu aangesloten worden. Om te voorkomen dat ieder doel een eigen adapter nodig heeft zijn alle targets (behalve de Popper Pro) uitgerust met een dubbele voedingsconnector. In het geval dat er een aantal targets dicht bij elkaar staan opgesteld kunnen deze op één 230 V adapter of één accu aangesloten worden. De andere targets worden dan doorgelust door middel van de optionele voedingskabeltjes. Deze voedingskabeltjes zijn verkrijgbaar in diverse lengtes. Op één adapter kunnen tot wel 4 targets aangesloten worden. Op één accu in principe een onbeperkt aantal targets. Echter hoe meer targets, des te sneller de accu leeg is. Let echter op bij de poppers: Hiervan kunnen maximaal 3 tegelijk op één adapter aangesloten worden. Poppers die rechtop staan verbruiken namelijk relatief veel stroom waardoor de 230 V adapters warm kunnen worden en de houdkracht van de elektromagneten kan afnemen waardoor de poppers niet meer goed functioneren. Schakel daarom gedurende pauzes de poppers uit of leg ze plat. Als er teveel targets tegelijk op dezelfde adapter of accu aangesloten worden kan de voedingsspanning te veel zakken zodat de targets niet meer goed functioneren. Bij het opstarten én na iedere run checken de targets de voedingsspanning. Bij een te lage spanning gaan de targets traag piepen en de LED's flitsen. Factoren die het draadloze bereik kunnen beïnvloeden Alle onderdelen van de daVinci Targets® communiceren draadloos met elkaar op dezelfde frekwentie als draadloze telefoons zoals DECT, GSM en smartphones. Ook de magnetron gebruikt ongeveer dezelfde frekwentie. Dit betekent dat het signaal van de daVinci Targets® negatief beïnvloed kan worden door het gebruik van andere draadloze apparaten en magnetrons. Het is verstandig dat personen die de StageController bedienen daarom geen ingeschakelde telefoons bij zich dragen. Ook kan het voorkomen dat er zich in een bepaalde ruimte zogenaamde 'dode plekken' bevinden. Dit zijn gebieden waar het draadloze signaal duidelijk minder krachtig is dan in de omliggende gebieden. Dit kan veroorzaakt worden door betonnen wanden of vloeren maar ook de aanwezigheid van veel metaal zoals betonijzer kan een oorzaak zijn. Verder kan het voorkomen dat er in een bepaalde ruimte veel reflecties optreden. Hierdoor kan het signaal op sommige plekken juist
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 19 van 28
versterkt worden met foutieve data overdracht als gevolg. Vaak is het probleem op te lossen door de targets of de StageController een paar meter te verplaatsen.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 20 van 28
Ricochets Het kan voorkomen dat een afgeschoten BB een target raakt, ricocheert (afketst) en vervolgens een andere target raakt. Deze tweede target zal dan ook een treffer registreren en deze treffer doorgeven aan de StageController. De tijd tussen beide treffers ('split') is uiteraard veel korter dan normaal. De StageController kent de mogelijkheid om een ricochetfilter in te schakelen om treffers met een split van minder dan 0,12 seconden te negeren (= 500 hits/min.). Dit filter is standaard ingeschakeld. Treden er (veel) ricochets op dan is het verstandig om de targets iets te draaien zodat ricocherende BB's niet op andere targets terecht komen. Noshoots staan vaak vóór andere targets waardoor ricochets niet altijd te voorkómen zijn. Daarom zijn noshoots uitgerust met een systeem om treffers op de behuizing aan de achterkant te elimineren. Treffers door ricochets op de voorkant worden niet geëlimineerd. Het ricochetfilter zorgt er ook voor dat schieten op full-auto zinloos is. In full-auto mode zijn de splits ca. 0,06-0,10 seconden en deze worden dus standaard weggefilterd. Als het ricochetfiter uitgeschakeld wordt kunnen splits tot 0,04 seconden gedetecteerd worden (= 1500 hits/min.). Een andere eigenschap van ricochets is dat ricocherende BB's vaak terugkeren naar de schutter. Dit is niet gevaarlijk maar wel onaangenaam. De oplossing is de targets iets te verdraaien zodat ricochets een andere richting krijgen. Vervorming en beschadiging van targets door treffers Het kunststof oppervlak van bepaalde targets - zoals Classic Targets - kan na duizenden treffers enigszins bol gaan staan. Dit heeft geen invloed op de werking van de targets. Ook kunnen treffers op de scheiding tussen twee zones er toe bijdragen dat het kunststof plaatselijk vervormt en de scheiding verdwijnt. Indien nodig kunnen deze uitstulpingen met een scherp mesje weggesneden worden. Metalen targets - zoals poppers en steelplates - zijn gepoedercoat. Deze coating is zeer duurzaam maar toch niet bestand tegen BB's met een hoge energie (1,8 Joule of meer) die van nabij worden afgeschoten. In het ergste geval laten schilfers coating los. Dit heeft geen invloed op de werking maar is niet erg fraai. Een eenvoudige oplossing is het aanbrengen van een dunne laag spuitverf in dezelfde kleur.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 21 van 28
Uitlijning van een popper (Lite-versie) Na verloop van tijd kan het lijken dat de elektromagneet die gebruikt wordt bij de Popper Lite minder krachtig wordt. Dit is echter niet het geval. Waarschijnlijk is de elektromagneet niet meer perfect uitgelijnd met de stalen popper. Met een kleine kruiskopschroevendraaier kunt u de magneet zelf eenvoudig uitlijnen. Zet de popper rechtop en kijk of er ruimte is tussen de popper en de elektromagneet. Als dat het geval is kunt u één of twee van de schroefjes vaster of juist losser draaien, net zolang tot de popper weer perfect uitgelijnd is. De magnetische houdkracht is dan weer optimaal. Statische elektriciteit Onder bepaalde omstandigheden kan statische elektriciteit de poppers activeren zodat ze omvallen. Dat kan zich vooral voor doen op vloeren met synthetische vloerbedekking. Probeer te voorkomen dat u de poppers aanraakt terwijl u statisch geladen bent. U weet dat u statisch geladen bent als u een schokje krijgt als u iemand anders aanraakt of bijvoorbeeld de kraan of de centrale verwarming. Elektronica en statische elektriciteit gaan over het algemeen niet goed samen!
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 22 van 28
Verdeling van de targets Het daVinci Targets® systeem bestaat uit verschillende soorten targets. Een compleet systeem van de Pro-versie kan maximaal 12 stages omvatten met in totaal tot 256 targets. Eén stage kan maximaal uit 32 targets bestaan, onafhankelijk van het type target. Per stage kan één target als stopplate functioneren. De Lite-versie bestaat uit één StageController met maximaal 12 targets, ongeacht het type target. Ieder type target kent een maximum aantal dat van dat type binnen één systeem gebruikt kan worden. Zie onderstaande tabel.
Type target
Lite-versie Pro-versie
Fullsize Classic Target
12
16
Mini Classic Target
12
64
4
4
Mini noshoot
12
16
Popper Lite (ManualReset)
12
20
Popper Pro (AutoReset)
12
20
Steelplate IAPS (160 mm)
12
40
Steelplate SC
12
40
Popper Array
4
4
Fun Target
2
2
Fullsize noshoot
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 23 van 28
Specifications Functionality ‣ Classic Targets: Microprocessor controlled wireless targets with hitdetection on separate A, C and D zone. ‣ Popper Lite: Microprocessor controlled wireless poppers with hitdetection, active release and position detection, manual reset. ‣ Popper Pro: As Popper Lite with electropneumatic AutoReset function. ‣ StageController: With LCD, 4-button keypad for selecting functions and configurations, RFID-reader for identification of competitors and a loud beeper. ‣ MatchController: Linux based computer with full-HD monitor for displaying competitor and stage information, connection to the internet and web app. ‣ Optional: Upload and displaying of matchdata. Dimensions ‣ CT’s: Conform the Dutch NABV IAPS rulebook. ‣ Fullsize CT: 450 x 570 x 45 mm (B x H x D), weight 3200 g. ‣ Mini CT: 300 x 375 x 45 mm, weight 2400 g. ‣ Poppers: 225-430 x 120 x 80 mm, weight 2400 g???? ‣ Sensorplate: 8 mm tamperproof acrylonitrile-butadiene-styrene (ABS). ‣ Housing: 4 mm ABS. Sensors/feedback ‣ CT hitzones: 6 ultra bright blue LEDs arranged in 3 zones. ‣ Multiple impact sensors arranged in 3 zones. ‣ Back: Red on-off and warning LED. ‣ Acoustic feedback with an internal buzzer. ‣ Popper: Impact sensor and position sensor (Lite). ‣ Detection resolution: Up to 500 hits/minute with ricochet and auto fire detection or up to 1500 hits/minute without ricochet and auto fire detection. ‣ BB’s energy: 0.5 - 3.5 Joule. Wireless communication ‣ ZigBee IEEE/802.15.4 Wireless Radio Communication. ‣ Low power radio's: Indoor 20 m, outdoor 50 m. ‣ High power radio's: Indoor 50 m, outdoor 200 m. ‣ Long range radio's: Indoor 250 m, outdoor 1000 m. Power ‣ Input: 12-15 Volt DC (battery or supplied 230 to 12 V converter) ‣ Internal battery check with auditive feedback ‣ Power consumption: CT/noshoot/steelplate 1.8 W, popper 3.6 W. ‣ Connectors: Dual power in and power through.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 24 van 28
Verklarende woordenlijst AA Airsoft apparaat (airsoft device). Action Air De airsoft variant van het IPSC parcoursschieten die veel in het buitenland geschoten wordt. Het reglement van Action Air is vrijwel identiek aan die van IPSC Handgun. AEG Automatic Electric Gun. Een geweer met batterijen als energiebron. Om technische redenen hebben AEG's een vertraging tussen het overhalen van de trekker en het feitelijke schot. BB BB's zijn harde kunststof balletjes van 6 mm doorsnede. Het is de 'munitie' die bij airsoft gebruikt wordt. BB's zijn er in verschillende gewichten. De meest gebruikte zijn 0,20 g , 0,25 en 0,30 g. In Nederland zijn alleen biologisch afbreekbare BB's toegestaan. Comstock count De meest gebruikte manier van scoring van de prestaties van de schutter. Het is een rekenkundige combinatie van de puntenscore en de benodigde tijd. De puntenscore is de som van de geplaatste treffers minus eventuele strafpunten. De laatste treffer bepaalt de eindtijd. Comstock count = 100 x (puntenscore : tijd in sec.) Course (short, medium, long) Het maximaal aantal benodigde treffers op die stage. Een short course bestaat uit max. 12 of 14 treffers, een medium course uit max. 24 en een long course uit max. 32 treffers. CT De achtkantige Classic Target, van oudsher gemaakt van karton. Gebaseerd op de doelen die gebruikt worden bij de schietsportdiscipline 'IPSC'. CT’s zijn onderverdeeld in zone’s (zie daar). Een CT moet 2x geraakt worden. Een misser wordt bestraft met 10 strafpunten. Double tap Twee snelle schoten op één doel, bij voorkeur op de A-zone.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 25 van 28
EAA European Airsoft Association (www.euroairsoft.org). Falling steel Zie 'Popper'. FPS
Feet per second, de snelheid van een BB als deze het airsoftdevice verlaat. Vaak tussen 325 en 400 fps (100-120 m/s). Een 0,2 g BB met een snelheid van 328 FPS heeft een energie van 1,0 Joule (zie daar). GBB Gas Blow Back. Airsoftdevices waarbij de slede (pistool) of grendel (geweer) bij ieder schot naar achteren verplaatst zodat er een (geringe) terugslag ontstaat. IAPS(C) Parcours schieten met airsoftdevices volgens de regels van International Airsoft Practical Shooting (Confederation). Deze variant wordt vooral in Nederland beoefend. IPSC Parcours schieten met vuurwapens volgens de reglementen van de International Practical Shooting Confederation uit Canada (www.ipsc.org). Joule (J) De energie van een BB als deze het airsoftdevice verlaat. Meestal tussen de 1-2 J. Het wettelijke maximum bij airsoft is in Nederland 3,5 J. Ter vergelijking: Een projektiel uit een luchtdrukgeweer heeft een energie van 10-20 J. Een klein kaliber pistool zo'n 160 J, een 9 mm pistool ca. 520 J en een groot kaliber geweer 2000 J of meer. Mike Met een 'Mike' of 'Miss' wordt een ontbrekende treffer bedoeld en levert 10 strafpunten op. NABV Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging (www.nabv.nl). Noshoot Noshoots zijn witte doelen met een rood kruis. Een treffer op een noshoot wordt gewaardeerd met 10 strafpunten met een maximum van twee treffers.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 26 van 28
Popper Een popper is een stalen doel dat omvalt ('falling steel') bij een treffer en levert 5 punten op. Procedure Een procedure is een niet toegestane handeling en levert 10 strafpunten op. Voorbeelden zijn over foutlijnen stappen en doelen in het geheel niet beschieten. Ricochet Een projectiel dat van een oppervlak terugketst. Run In een run beschiet een schutter alle doelen die binnen één stage vallen. Een run start met een startsignaal en eindigt als de schutter aangeeft gereed te zijn of als de stopplate geraakt wordt. Split(time) De tijd tussen twee treffers, vaak 0,15-0,20 s. Stage Een stage is een zelfstandig onderdeel van een wedstrijd en bestaat uit één of meer doelen die achtereenvolgens door de schutter beschoten moeten worden. Een wedstrijd is meestal uit meerdere (tot max. 12) stages opgebouwd. De scoring geschiedt per stage. De volgorde van de treffers is vrij (free style, free order, engage targets when visible). Steelplate Een schijfvormig of rechthoekig stalen doel in verschillende groottes. Ook zijn steelplates in andere vormen mogelijk, bv. bowling pins. Steelplates vallen niet om bij treffers. Treffers zijn wel duidelijk te horen en worden getoond dmv. blauwe LED’s. Steelplates leveren 5 punten op. Steel Challenge Een schietsport en airsoft discipline waarbij op steelplates geschoten wordt die in een achttal voorgeschreven opstellingen staan, steeds 4 plates én een stopplate. De schutter doet 5 runs achter elkaar waarbij de tijden van de 4 beste runs opgeteld worden. Squad Een squad bestaat uit een groep schutters die samen voor een bepaalde stage ingedeeld is. Als alle schutters van de squad de stage gedaan hebben rouleert het squad naar de volgende stage.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 27 van 28
Transitie De verplaatsing die nodig is om van het ene doel naar het volgende doel te gaan. Virginia count Een manier van scoren waarbij per doel een vast aantal treffers gevraagd wordt. Elke gemiste treffer en elke treffer dat te veel is wordt bestraft met -10 punten. Zone Classic Targets zijn onderverdeeld in 3 zones: Alpha (5 punten), Charlie (3 punten) en Delta (1 punt). De hoogste twee treffers worden geteld. Een CT levert dus max. 10 punten op.
Handleiding daVinci Targets®
CONCEPT
Pagina 28 van 28