5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie
DLB Afdeling
Samenleving en Economie Registratienummer
provincie HOLLAND
489015306 {DOS-2007-0015748)
ZUID
Datum vergadering Gedeputeerde Staten
28 oktober 2014
Portefeuillehouder
Verzenddatum
Geheim
J j OKF ZOU
Paraaf Provin^iKecretaris
Termijn
Veldhuijzen, G Ondenwerp
Voortgang realisatie windenergie Zuid-Holland 2014 en ontwikkeling windpark Spui-Piershil, gemeente Korendijk Bijlagen
Voortgangsnotitie windenergie Koepelstartnotitie Inpassirtgsplannen Locaties Windenergie Zuid-Holland (2013) Notitie Reikwijdte en Detailniveau locatie Windenergie Spui-Piershil Rapport Heritage impact Assesment Kinderdijk - windenergielocatie Albiasserdam Voordracht aan PS inzake locatie windenergie Nedstaal Albiasserdam en provinciaal inpassingsplan locatie Spui-Piershil In Korendijk
Voorstel van GS aan PS: - kennisnemen van de voortgangsrapportage realisatie windenergie Zuid-Holland 2014; - vaststellen Statenvoordracht waarin aan Provinciale Staten wordt voorgesteld om: voor de locatie Nedstaal Albiasserdam geen Inpassingsplan vast te stellen en de locatie bij de eerstvolgende herziening van de VRM te schrappen; voor de locatie windenergie Spui-Piershil in Korendijk (zoals opgenomen in de op 9 Juli door Provinciale Staten vastgestelde Verordening Ruimte) een provinciaal inpassingsplan (PIP) op te stellen, overeenkomstig de op 6 november 2013 door Provinciale Staten vastgestelde Koepelstartnotitie Inpassingsplannen locaties windenergie Zuid-Holland; in te stemmen met de bijgevoegde concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid over te dragen om, na vaststelling van de concept NRD door Provinciale Staten, de m.e.r.-procedure te vervolgen; toepassing te geven aan de provinciale coördtnatieregeling ex artikel 3.33 Wro voor een gecoördineerde voorbereiding en besluitvorming inzake het PIP en de benodigde (uitvoerings)besluiten; aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid over te dragen om naderhand zonodig wijzigingen aan te brengen in de opsomming van de benodigde besluiten in het kader van de coördinatieregeling.
1.
Onderwerp in kort bestek VoortQanasraPDortaQe realisatie windenergie Zuid-Holland 2014 In de voorliggende voortgangsrapportage realisatie windenergie Zuid-Holland 2014 wordt ingegaan op de afspraken tussen IPO en Rijk inzake windenergie op land en op de ontwikkeling van windenergie In de provincie Zuid-Holland. Zuid-Holland heeft op basis van bestuurlijke afspraken in 2020een opgave van 735.5 MW aan wind op land te realiseren. Uit de voortgangsrapportage blijkt dat het opgesteld vermogen aan windenergie In ZuidHolland eind 2014 naar verwachting 326 MW bedraagt met een maximale realisatie van 855
1/5
HOLLAND
MW in 2020. Gelet op de trajecten die nu lopen is deze over-planning noodzakelijk om de opgave van 735,5 MW in 2020 te realiseren. In de bijlage van de rapportage is een inventarisatie opgenomen van bestaande windturbines buiten de in de verordening Ruimte vastgestelde locaties windenergie. Locatie windenergie Nedstaal Alblasserdam Voor de locatie Nedstaal Is, gelet op het in de VRM opgenomen aandachtspunt voor de locatie Nedstaal (in relatie tot het nabijgelegen werelderfgoed Kinderdijk), een High Impact Assessment gedaan. Hieruit blijkt dat de locatie te veel impact heeft op het werelderfgoed. Met name de beleving en visuele integriteit van het ritme van de molens en het karakteristieke landschap wordt door de plaatsing van windturbines aangetast. Gelet op deze conclusies stellen Gedeputeerde Staten voor aan Provinciale Staten voor de locatie Nedstaal geen inpassingsplan vast te stellen en de locatie bij de eerstvolgende herziening van de VRM te schrappen. Ontwikkeling wlndoark Spui-Piershll. gemeente Korendllk Gelet op het feit dat de gemeente Korendijk de overeenkomst voor het 'overdragen' van de bevoegdheid voor de omgevingsvergunning niet wil ondertekenen en het feit dat de initiatiefnemer van de locatie windenergie aan het Spui de provincie heeft verzocht om een inpassingsplan vast te stellen, wordt aan Provinciale Staten voorgesteld voor de locatie windenergie Spui-Piershil In Korendijk (zoals opgenomen in de op 9 juli jl. door Provinciale Staten vastgestelde Verordening Ruimte) een provinciaal inpassingsplan (PIP) op te stellen overeenkomstig de op 6 november 2013 door Provinciale Staten vastgestelde Koepelstartnotitie Inpassingsplannen locaties windenergie Zuid-Holland. Ten behoeve van het Provinciaal Inpassingsplan zal een gecombineerde plan/projectMER worden opgesteld. Voorgesteld wordt om aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid over te dragen om, na vaststelling van de ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) door Provinciale Staten, de PlanMER procedure te doorlopen, waaronder vrijgave van de NRD voor overleg en inspraak en het betrekken van de uitkomsten hiervan in een advies bij het opstellen van de PlanMER. Voor de realisatie van een windpark zijn, naast het PIP meerdere besluiten en vergunningen benodigd die elk eigen procedures kennen. Om stapeling en aaneenschakeling van verschillende voorbereidings-, bezwaar- en beroepsprocedures te voorkomen is in artikel 3.33 van de Wet ruimtelijke ordening een (provinciale) coördinatieregeling opgenomen, waarmee de voorbereiding en besluitvorming Inzake het inpassingsplan wordt gecoördineerd met de voorbereiding en besluitvorming over de overige vergunningen en ontheffingen. Voorgesteld wordt om toepassing te geven aan de coördinatieregeling. Op grond van artikel 3.33, eerste lid van de Wro dienen de te coördineren uitvoeringsbesluiten nader te worden aangeduid. Voorgesteld wordt om op dit moment te volstaan met de aanwijzing van de in artikel 1, eerste en tweede lid van het Uitvoeringsbesluit rijkscoördinatieregeling energie-infrastructuurprojecten genoemde besluiten voorzover die betrekking hebben op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Flora- en faunawet de Natuurbeschermingwet 1998. de Wet milieubeheer en de Waterwel, alsmede op besluiten 2/5
provincie HOLLAND
ZUID
op grond van een bepaling in een verordening van een waterschap met betrekking tot het verrichten of doen verrichten van handelingen aan of nabij een watergang of waterkering. Omdat niet op voorhand kan worden uitgesloten dat er nog andere besluiten nodig zijn waarvan gecoördineerde voorbereiding en besluitvorming wenselijk is, wordt voorgesteld aan GS de bevoegdheid over te dragen om de opsomming van de te coördineren besluiten te wijzigen. 2.
Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaai/provinciaai wettelijk en beleidskader Wet milieubeheer. Wet ruimtelijke ordening, Elektriciteitswet 1998, Visie Ruimte en Mobiliteit, Verordening Ruimte b. Relatie andere interne beleidsterreinen De provincie heeft vanuit de Wro en de Elektriciteitswet bevoegdheden inzake de realisatie van windenergie. Er bestaat daarom een relatie met het beleidsterrein Ruimte en met Vergunningvertening. c. Relatie externe partijen Het inpassingsplan betreft het grondgebied van de gemeente Korendijk. Betrokken initiatiefnemer is Klein Piershil BV.
3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis De gezamenlijke provincies hebben in 2013 afspraken gemaakt met het Rijk over de verdeling per provincie van de Rijksdoelstelling van 6000 MW windenergie op land in 2020. De opgave voor de provincie Zuid-Holland is hiermee op 735,5 MW gesteld. De afspraak van 6000 MW windenergie op land is tevens inzet van de gezamenlijke provincies in het kader van het door de SER gefaciliteerde Nationaal Energieakkoord. De opgave van 735,5 MW voor Zuid-Holland is opgenomen in de op 9 juli 2014 door Provinciale Staten vastgestelde Visie Ruimte en Mobiliteit. De locaties windenergie zijn opgenomen in de Verordening Ruimte. De realisatiestrategie is opgenomen in het programma Ruimte. VoortaanosraPDortaae realisatie windenergie Zuid-Holland 2014 In de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving van 16 oktober 2013 heeft gedeputeerde Veldhuijzen toegezegd dat Gedeputeerde Staten Provinciale Staten jaarlijks zullen informeren over de stand van zaken van de ontwikkeling van windenergie in de provincie Zuid-Holland. Daarnaast heeft gedeputeerde Veldhuijzen op 7 juli 2014 per brief aan Provinciale Staten voorgesteld om na de vaststelling van de VRM de eerder toegezegde Inventarisatie van bestaande windturbines buiten de in de verordening Ruimte vastgestelde locaties windenergie uit te voeren, en in het najaar van 2014 met de bespreking van de voortgang van de windenergieopgave te bespreken. Ontwikkeling windoark Soui-Piershil. gemeente Korendilk
3/5
HOLLAND
Zoals benoemd in de reaiisatiestrategie windenergie in het Programma Ruimte sluiten Gedeputeerde Staten overeenkomsten met gemeenten die willen meewerken aan de realisatie van de locaties windenergie en zelf de ruimtelijke inpassing en vergunningverlening van de locaties willen regelen. Als een initiatiefnemer een locatie windenergie wenst te ontwikkelen en na ambtelijk en bestuurlijk overleg blijkt dat de betreffende gemeente daar niet aan wil meewerken, dan behoudt de provincie haar bevoegdheid. In dat geval zal de provincie een provinciaal inpassingsplan vaststellen en de vergunningen verlenen. Op 6 november 2013 hebben Provinciale Staten de Koepelstartnotitie Inpassingsplannen Locaties Windenergie Zuid-Holland vastgesteld. Hiermee hebben Provinciale Staten destijds besloten om voor een aantal locaties, waaronder de locatie Nedstaal Alblasserdam, uit de Verordening Ruimte Inpassingsplannen op te gaan stellen zodra met een exploitant afspraken zijn gemaakt over de realisatie van de locatie en over zaken als planschade en de kosten voor de planvorming. Nadat de gemeente Korendijk in eerste instantie had besloten mee te willen werken met de benodigde procedures voor de realisatie van de locatie windenergie aan het Spui, gaf de gemeente Korendijk later aan breder onderzoek uit te willen voeren naar alternatieve locaties. Gedeputeerde Staten hebben de gemeenteraad van Korendijk daarop op 8 juli 2014 een brief gestuurd waarin zij hebben aangegeven dat zij geen mogelijkheid zien om verder uitstel te verienen voor verder onderzoek naar alternatieve locaties, naast de in de VRM opgenomen locatie windenergie in Korendijk, Spui-Piershil. Daarnaast wijzen Gedeputeerde Staten de gemeenteraad er in de brief op dat de initiatiefnemer van de locatie windenergie aan het Spui de provincie tBeds heeft verzocht om een inpassingsplan vast te stellen, en dat indien de gemeenteraad zou besluiten de overeenkomst voor het overdragen van de bevoegdheid voor de omgevingsvergunning op 10 juli 2014 niet te ondertekenen, Gedeputeerde Staten geen andere mogelijkheid zien dan het verzoek van de initiatiefnemer in te willigen en Provinciale Staten te verzoeken ook voor deze locatie een inpassingsplan vast te stellen. Na ontvangst van deze brief heeft de gemeenteraad van Korendijk op 8 juli 2014 besloten dat de gemeente de overeenkomst voor het 'overdragen' van de bevoegdheid voor de omgevingsvergunning van de provincie aan de gemeente, niet zal ondertekenen. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsmonitoring en -evaluatie aan de hand van de voortgangsrapportage realisatie windenergie. De fase van voorbereiding voor het opstellen van een inpassingsplan voor de locatie windenergie Spui-Piershil in Korendijk. 0. Vervolgprocedure VoortoanQsraDDortaQe realisatie windenergie Zuid-Holland 2014 De voortgangsrapportage realisatie windenergie Zuid-Holland wordt jaarlijks aan Provinciale Staten aangeboden. Ontwikkelino windeneroielocatie Spui-Piershil 4/5
provincie
ZUID
Voor de locatie Spui-Plershil zullen Gedeputeerde Staten in overleg met de inltldtlefnemer (Klein Piershil BV) starten met de voorbereiding van een inpassingsplan (inclusief gecombineerde plan/projectMER), e.e.a. conform de eerder door Provinciale Staten vastgestelde Koepelstartnotitie Inpassingsplannen Locaties Windenergie Zuid-Holland en provinciale coördinatieregeling. Betrokken partijen worden met een informatieve brief geïnformeerd over zowel de behandeling in de Statencommissie en PS als de vaststelling. Onder de provinciale coördinatieregeling worden de besluitvorming voor de realisatie van het windpark benodigde PIP en de vergunningen en ontheffingen voorbereid. De ontwerpbesluiten worden in beginsel gelijktijdig ter inzage gelegd, en belanghebbenden kunnen desgewenst zienswijzen indienen. Tegen de te nemen besluiten staat vervolgens beroep open bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De beroepstermijn van de gecoördineerde besluiten duurt zes weken. Voor de beroepsfase worden alle gecoördineerde besluiten gezien als één besluit (artikel 8.3, lid 1 Wro). Dit betekent overigens niet dat bij een eventueel gebrek aan een besluit, ook alle andere gecoördineerde besluiten worden vemietigd. 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) Geen. Voordat de procedure voor het inpassingsplan gestart wordt zal met de exploitant een anterieure overeenkomst worden gesloten over de ontwikkeling van de locatie, eventuele vergoedingen voor planschade en over de kosten van de planvorming.
Technische & proces vragen en informatie bij
5/5
Ambtenaar
Telefoon
8456
B.J. Verschoor
Kamer
D5.33