CDFD T.a.v. mevrouw mr. F. Beekveldt Postbus 556 2501 CN DEN HAAG
Datum Onderwerp
: 4 november 2011 : Consultatie Modulaire structuur Wft-Vakbekwaamheid Ons kenmerk : NS003/JG/NS
Contactpersoon : Nelleke Sterrenberg Doorkiesnummer : 046 4263866 E-mail
:
[email protected]
Geachte mevrouw Beekveldt, Naar aanleiding van het door u ter consultatie voorgelegde document Modulaire structuur Wft-Vakbekwaamheid van 11 oktober jl., brengen wij graag de volgende punten onder uw aandacht: Algemeen De Stichting Assurantie Registratie (SAR) onderschrijft het belang om het vakbekwaamheidbouwwerk te baseren op beroepskwalificaties. Het huidige bouwwerk speelt onvoldoende in op de ontwikkelingen in de markt, waar een transitie plaatsvindt van productgerichte verkoop naar integrale klantgerichte advisering. De huidige Wft-modules zijn opgebouwd rondom het productaanbod en niet gericht op het integraal advies aan klanten. Kijkend naar de invulling van het nieuwe vakbekwaamheidbouwwerk concluderen wij dat er beroepskwalificaties worden benoemd, maar dat er bij de nadere uitwerking van de reikwijdte nog altijd wordt gesproken over het adviseren in producten. Er dient in onze ogen nog meer gekeken te worden naar de verschillende doelgroepen; particulier, zelfstandige zonder personeel en het zakelijke segment. Binnen deze doelgroepen kunnen dan specialisaties ingevuld worden. Een andere constatering is dat bij de bepaling van de deskundigheid van een adviseur gekeken wordt naar de hoeveelheid modules en niet naar de inhoud van die modules. De SAR zou graag een nadere uitwerking willen zien van het opleidings,- en kennisniveau van de verschillende modules en hoe dit zich verhoudt tot de huidige diploma’s en opleidingen. Wat voorkomen dient te worden is dat het huidige niveau van de Wft-modules die gebaseerd zijn op het oude Assurantie B diploma wordt genivelleerd. We hebben enige zorg dat het voorliggende model een dergelijk effect zou kunnen hebben, vandaar onze behoefte aan een indicatie van kennisniveau.
Het voorgestelde model levert daarnaast nog altijd ‘overtollige ballast’ op voor de meer gespecialiseerde schadeverzekeringsadviseurs werkzaam in de groot zakelijke markt. De tendens in deze markt is dat er veel meer op basis van specialismen wordt geadviseerd. Hierbij kunt u denken aan een adviesbevoegdheid op basis van deelcertificaten, welke dan gebaseerd zijn op de deelcertificaten van het Assurantie A-diploma. Wat nog ontbreekt is een verdere invulling van de permanente educatie. Voorkomen dient te worden dat voor adviseurs die werkzaam zijn in meerdere doelgroepen er doublures ontstaan. Module Schadeverzekering Middenbedrijf In de voorgestelde modulestructuur is er sprake van een splitsing in vakbekwaamheid als het gaat om schadeverzekeringen. Er is een adviseur voor particuliere en kleinzakelijke klanten en één voor het middenbedrijf. U hanteert bij deze module een grens die gedefinieerd is naar het aantal FTE’s (50) en de omzet c.q. balanstotaal (10 miljoen). Tijdens de bijeenkomst in Baarn is gebleken dat het formuleren van een dergelijke harde grens geen wettelijk kader kent. U geeft in het consultatiedocument aan dat er bij de advisering aan het middenbedrijf om een meer complexe advisering gaat. De complexiteit in advisering is in de praktijk echter juist niet beperkt tot schadeverzekeringen, maar juist over het integrale advies waarin ook inkomensverzekeringen, vermogensopbouw en pensioenverzekeringen betrokken worden. Daarnaast is er in de praktijk een ontwikkeling waar te nemen dat de advisering in schadeverzekeringen in toenemende mate een specialistische invulling heeft, zie onze eerdere opmerking onder het kopje Algemeen. Indien u voor deze specialisten een verplichting koppelt voor de modules Inkomen en Vermogensopbouw, levert dit een extra belasting op die in de praktijk geen toegevoegde waarde heeft. Daarnaast lijkt het een vreemde zaak dat deze splitsing op basis van het aantal FTE en de omzet wel geldt voor het onderdeel schade en niet voor de module Inkomen, Vermogen en Pensioen. Het kan dan dus voorkomen dat een middenbedrijf voor zijn schadeverzekeringen op zoek moet naar een andere dan zijn eigen adviseur en voor de overige onderdelen wel bij zijn vertrouwde adviseur kan blijven omdat deze gestelde grens niet van toepassing is voor inkomens-, vermogens- en (wellicht) pensioenverzekeringen. Belangrijk hierbij is toch de constatering dat de activiteiten van een ondernemer mede bepalend zijn voor de complexiteit en niet uitsluitend de grootte van de onderneming. Een ander punt van aandacht dat er in deze modulaire structuur niet voorzien is in een beroepskwalificatie voor die bedrijven met meer dan 250 medewerkers. De advisering aan deze groep bedrijven valt op dit moment wel binnen de huidige Wft. Naar onze mening zou het beter zijn om deze scheiding naar grootte van de onderneming niet aan te brengen, maar uit te gaan van de verschillende doelgroepen: particulieren aan de ene kant en het zakelijke segment aan de andere kant.
2
Volmacht In het consultatiedocument geeft u een definitie dat de Gevolmachtigd Agent (GA) optreedt in naam en voor rekening van de verzekeraar. Tijdens de bijeenkomst in Baarn werd door de afgevaardigden van de NVGA benadrukt dat zij niet adviseren in het kader van de Wft, maar informeren. Juist daarom wekt het verbazing dat de gehele opbouw van de module GA is opgebouwd uit onderliggende modules die bedoeld zijn voor adviseurs in de context van de Wft. In feite zouden zij een soort ‘status aparte’ moeten kennen, ook dit is aan de orde gekomen tijdens de sessies in Baarn. In de praktijk van de GA is het zo dat de meesten van hen zich bezighouden met schadeverzekeringen. Om de grote hoeveelheid onderliggende modules en de daarmee samenhangende verplichtingen te vertalen naar de praktijk, lijkt het goed om een splitsing aan te brengen tussen Volmacht Schade, Volmacht Leven en Volmacht Inkomen. Waarbij men deze onafhankelijk van elkaar zou kunnen invoegen in de modulaire opbouw voor de beroepskwalificatie Gevolmachtigd Agent. Opstal- en Inboedelverzekeringen in de module Hypotheken In principe zijn we het hier mee eens. Er moet echter wel goed nagedacht worden over de product/dienstcombinaties die samenhang kennen met de aankoop van een woning. Beroepskwalificatie Verzekerings- en vermogensopbouwadviseur middenbedrijf Bij deze beroepskwalificatie wordt een module voor advisering toegevoegd, vanwege de complexiteit van de advisering. Wij zijn van mening dat een dergelijke module in alle beroepskwalificaties, eventueel van verschillend niveau, dienen terug te komen. Adviesvaardigheden zijn ook noodzakelijk binnen het kleinbedrijf. De hierboven uitgewerkte punten wilden wij graag nader bij u toelichten. U heeft ons in tweede instantie een vragenlijst toegezonden. Hieronder treft u onze antwoorden aan op deze vragenlijst. Vraag 1 In hoeverre voldoet het voorstel voor de modulaire structuur WftVakbekwaamheid aan de volgende criteria. Geef per onderdeel een rapportcijfer op een schaal van 1 tot en met 10. Waarbij de 10 de meest positieve score is en de 1 de minst positieve. We stellen het op prijs als u ook uitlegt hoe u tot deze beoordeling bent gekomen. A. Aansluiting structuur Wft-Vakbekwaamheid op klantgerichte advisering (in plaats van productverkoop). Ons oordeel is een 6. Er is een eerste stap gezet om te komen van product- naar klantgericht adviseren. (zie onze brief, kop Algemeen). Duidelijk is dat men heeft willen luisteren naar de signalen die er al geruime tijd vanuit de verschillende vakbekwaamheidregisters worden afgegeven. Maar, één en ander heeft nog wel een nadere uitwerking nodig. B. Heldere en eenvoudige structuur. Een 6. Wij verwijzen graag naar onze opmerkingen onder de kop Algemeen, waarin opgemerkt dat de voorgestelde modulestructuur nog altijd uitgaat van een 3
productgerichte benadering. Het is in deze structuur nog altijd niet helder bij welke adviseur een particuliere klant terecht kan ten aanzien van een integraal advies bij belangrijke ‘life-events’ zoals huwelijk, geboorte, sterfte, scheiding, etc.
4
Er dient in onze ogen nog meer gekeken te worden naar de verschillende doelgroepen (particulier, zelfstandige zonder personeel en het zakelijke segment). Binnen deze doelgroepen kunnen dan specialisaties ingevuld worden. Ook is er in Baarn aangegeven dat er wellicht toch nog teveel inside-out gedacht is. Er zou een goede toetsing moeten plaatsvinden bij zowel de adviespraktijk als de consumentengroepen of deze opzet ook daadwerkelijk begrepen en ervaren wordt als een transparant model. C. Duurzaam en toekomstbestendig. Zie de opmerking bij A en de behoefte aan een gefundeerd onderzoek c.q. toetsing bij B. Pas als alles nader is uitgewerkt, kunnen we hieraan een kwalificatie verbinden. Waarbij we wel willen aangeven dat het model dat voorligt als een verbetering wordt ervaren ten opzichte van het vorige model. D. Aansluiting bij de beroepspraktijk Een 7, maar wel met de opmerkingen die in deze brief zijn opgenomen en de punten die hierboven onder A en B zijn genoemd. E. Borging van de minimale eisen van vakbekwaamheid Een 8, een adequate periodieke toetsing/borging lijkt hiermee gerealiseerd.
Vraag 2 Welke beroepskwalificaties herkent u wel/niet in de praktijk. Wat vindt u van de benamingen van de beroepskwalificaties: zijn die voldoende herkenbaar voor de markt? Wij vinden de voorgestelde splitsing voor de particuliere markt in adviseur schadeverzekering, verzekering- en vermogensopbouwadviseur en hypotheekadviseur relevant. Maar er ontbreekt naar onze mening een onderscheid in niveaus binnen de verschillende modules, met name als het gaat over Vemogenopbouw. Wellicht zou het beter zijn om een junior- en senior adviseur te introduceren, over alle vakgebieden heen. Dat betekent dus modules op een identiek vakgebied met verschillende niveaus. Wij realiseren ons dan wel dat er bij de transitie van het oude naar het nieuwe model problemen gaan ontstaan. Verder hebben wij aangegeven in onze brief dat het onderscheid tussen Verzekerings- en vermogensopbouwadviseur en Verzekerings- en vermogensopbouwadviseur Middenbedrijf niet zo gemakkelijk te maken is. Hiervoor verwijzen wij graag naar onze eerdere opmerkingen. Vraag 3 Hoe beoordeelt u de componenten c.q. de modules van de verschillende beroepskwalificaties? In hoeverre sluiten de volgende wijzigingen aan bij de beroepspraktijk? A. Het verplaatsen van het product uitvaartverzekering van de huidige Wftmodule Levensverzekeringen naar de nieuwe module Schadeverzekeringen. We kunnen deze verplaatsing onderschrijven.
5
B. Het introduceren van een nieuwe module Inkomen. Positief, mag wellicht zelfs doorontwikkeld worden naar een specifieke kwalificatie Verzekeringsadviseur Inkomen. Het onderwerp inkomensverzekeringen heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een apart specialisme, zie onze eerdere opmerkingen over schadeadviseurs. Inkomen zou een module kunnen zijn naast Brand, Varia, etc. C. Het splitsen van de dienstverlening aan het kleinbedrijf en het middenbedrijf. Negatief, een dergelijke grens is arbitrair en er is geen verband tussen de grootte van het bedrijf en de complexiteit. Zie onze opmerkingen eerder in dit schrijven. D. Het wijzigen van de module Levensverzekeringen in de module Vermogensopbouw. Op zichzelf prima. E. Het opnemen van de module Vermogensopbouw in de beroepskwalificatie Verzekering- en Vermogensopbouwadviseur Middenbedrijf. Zie onze eerder opmerkingen hierover. Vraag 4 Wat vindt u van het opnemen van vaardigheden, competenties en professioneel gedrag in de module Basis? Dit onderschrijven wij volledig. Maar de SAR is wel van mening dat er verschillen in niveau bestaan voor de verschillende competenties, o.a. op het gebied van vaardigheden, competenties en professioneel gedrag. Deze horen dan wel aanvullend in de vakspecifieke modules te worden opgenomen.
Wij vertrouwen er op dat wij met onze opmerkingen en antwoorden een constructieve bijdrage hebben kunnen leveren aan de ontwikkeling van beroepskwalificaties die recht doet aan de adviseurs die werkzaam zijn binnen de financiële dienstverlening. Mocht er naar aanleiding van deze reactie nog behoefte zijn aan een nadere toelichting of als er nog vragen en/of opmerkingen zijn, dan vernemen wij deze graag van u. Met vriendelijke groet, Stichting Assurantie Registratie
J.N. Gülpen Voorzitter
6