Database wetenschappelijke onderzoeken & deskundigen Februari 2012
LVB’er problematiek
Opdracht is uitgevoerd door
LVB’ers problematiek Zware bagage Psychosociale problemen en verstandelijke beperkingen bij Amsterdamse jeugd: Een inventariserend onderzoek GGD Amsterdam/ UvA M. Teeuwen &A.Verhoeff 2009 Hoe vaak heeft de Amsterdamse jeugd psychosociale problemen en lichte verstandelijke beperkingen? Maken zij gebruik van de zorg? Hoe toegankelijk is de zorg? En zijn er relevante verschillen te zien naar etnische achtergrond? Aanleiding voor een onderzoek naar deze vragen waren geluiden uit het maatschappelijk veld dat de problematiek vooral bij nietwesterse migranten onvoldoende herkend en erkend wordt. Het onderzoek richtte zich op Amsterdamse jongeren tot 24 jaar met psychosociale problemen en lichte verstandelijke beperkingen. De uitkomsten zijn gebaseerd op literatuur, epidemiologische gegevens, cases, zorgregistraties en interviews met sleutelfiguren uit de zorg en uit zelforganisaties van migranten. Concluderend kan gesteld worden dat betrouwbare gegevens over de aard en omvang van zowel psychosociale problematiek als licht verstandelijke beperkingen bij de Amsterdamse jeugd ontbreken. Ook al is de exacte aard en omvang van de problematiek niet bekend, het wordt wel duidelijk dat vooral etnische jongeren (voornamelijk Marokkaanse en Turkse jongeren) uit gezinnen met een lage welstand zich in een zeer kwetsbare positie bevinden die ingrijpen noodzakelijk maakt. Van belang is om de problematiek zo vroeg mogelijk te signaleren om te voorkomen dat deze later groter wordt. http://dare.uva.nl/document/171612
Mensbeeld en verstandelijke beperking Visies binnen de Islamitische traditie en hun weerspiegeling onder moslims in Nederland Universiteit Leiden M. Ghaly 2008 Deze literatuurstudie beoogt een overzicht te geven van verschillende visies op mensen met verstandelijke beperkingen binnen de Islamitische traditie. Hoe verhouden deze visies zich nu tot de huidige situatie van moslims in Nederland? In het onderzoek wordt aandacht besteed aan de huidige situatie van moslims in Nederland en aan de wijze waarop de genoemde visies gebruikt kunnen worden om deze situatie beter te begrijpen en, indien mogelijk, te verbeteren. De historische uiteenzetting van de vijf genoemde visies zijn bedoeld voor een beter begrip van de realiteit. Bepaalde klachten over moslimcliënten van de kant van de hulpverleners in Nederland kunnen bijvoorbeeld beter begrepen worden aan de hand van deze visies.
Dit artikel vormt een poging om aan te tonen dat optimale resultaten bereikt kunnen worden als alle betrokkenen, inclusief moslims met verstandelijke beperkingen en hun families, zorgverleners, Islamologen en imams effectief met elkaar samenwerken en goede afspraken maken. http://www.blijfmeedoen.nl/view/uploaded/objects/visies_Islam_handicap.pdf
Zorgleerlingen en leerlingenzorg in het basisonderwijs ITS/SCO-Kohnstamm Instituut G. Ledoux, I. van der Veen, M. Derriks, E. Smeets & J. Roeleveld 2007 De afgelopen jaren is de aandacht voor leerlingen in het basisonderwijs die specifieke zorg nodig hebben behoorlijk toegenomen. Het overheidsbeleid is erop gericht deze leerlingen waar mogelijk onderwijs te bieden in gewone basisscholen en plaatsing van leerlingen in het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs beperkt te houden (WSNS-beleid). Sinds enige tijd hebben bovendien ouders van sommige van deze leerlingen het recht om zelf een keuze te maken voor hetzij een school voor regulier onderwijs, hetzij een school voor speciaal (basis)onderwijs. De centrale doelstellingen van deze twee beleidsprogramma’s worden politiek breed gedragen. Maar hoe staat het met de uitvoering? Kunnen basisscholen deze opdracht aan en willen ze dat ook? Wat is er voor nodig om op school een goed zorgbeleid te voeren, en hoeveel scholen hebben een goed beleid? Om hoeveel zorgleerlingen gaat het daarbij eigenlijk? En hoe vergaat het die leerlingen in het reguliere onderwijs wat betreft leerprestaties en schoolsucces? Hoewel naar de uitvoering van het zorgbeleid in het basisonderwijs al aardig wat onderzoek is gedaan, is er nog geen samenhangend onderzoek dat op al dit soort vragen een antwoord geeft. Dit onderzoek gaat in op die vragen en behandelt daarnaast de volgende thema’s: definities en aantallen, zorgcapaciteit van leerkrachten, schoolloopbanen van zorgleerlingen en de keten van zorg. In het onderzoek wordt ingegaan op Marokkaanse, Turkse en Nederlandse zorgleerlingen. De conclusies van het onderzoek tonen aan dat positieve attitudes op school ten aanzien van de integratie van zorgleerlingen, de juiste competenties van leraren in het omgaan daarmee en een stimulerende rol van de schoolleiding, zijn factoren die een positieve uitwerking hebben op het functioneren van de zorg op school en op de integratie van leerlingen met specifieke. Het is dus van belang dat actief wordt gewerkt aan het optimaliseren van de attitudes en competenties van leraren en de rol van de schoolleiding. http://dare.uva.nl/document/170468
Toegang tot zorgvoorzieningen voor migranten met een verstandelijke beperking Een verkenning van knelpunten en kansen NIZW R. Raghoebier& J. Coolen 2002 Binnen het programma Innovatie in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking heeft ZonMw aandacht gevraagd voor het thema ‘toegang tot zorgvoorzieningen voor migranten met een verstandelijke beperking’. In het bijzonder is gedacht aan gehandicapte mensen waarvan de ouders afkomstig zijn uit Turkije, Marokko, Suriname en de Antillen. Doel van het onderzoek is om inzicht te bieden in het vraagstuk van toegang, waaronder de factoren die van invloed zijn op de mate waarin mensen die zorg nodig hebben inderdaad de weg weten en de weg vinden naar voor hen passende zorgvoorzieningen. In de publicatie zijn inzichten uit literatuuronderzoek en uit interviews met betrokkenen verwerkt. Zo wordt een scherper beeld gecreëerd van wat in Nederland gedaan kan worden om de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking uit etnische groepen toegankelijker te maken. De inzichten kunnen helpen de strategie hiervoor te bepalen. De Sociaal Pedagogische Diensten ontwikkelen zich meer en meer in de specifieke ondersteuning van migrantencliënten, 'loketfuncties', speciale voorlichting en advies. De aanwezigheid van medewerkers uit de eigen cultuur is van aanmerkelijk belang. Een "outreachende" benadering verhoogt de effectiviteit, evenals herhaling van informatie. Een ketenbenadering tussen voorzieningen, met aandacht voor overdracht in belangrijke levensfasen, en voor samenhang bij meervoudige hulpvragen, werkt. Evenals een interculturele oriëntatie van zorginstellingen, waarbij een goed individueel zorgplan deze oriëntatie kan vergemakkelijken. http://www.vilans.nl/docs/producten/Toegang_tot_voorz_migranten.pdf
Boeken
Verstandelijk gehandicapte kinderen in Marokkaanse en Turkse gezinnen Lotty van den Eldering 1999 Hoe voeden Marokkaanse en Turkse ouders hun verstandelijk gehandicapte kind op en welke behoeften en wensen hebben zij aan ondersteuning? Dit boek geeft zicht op de opvoedingsomgeving van verstandelijk gehandicapte kinderen in Marokkaanse en Turkse gezinnen en op de risicofactoren waarmee zij geconfronteerd worden. Een intensief onderzoek naar de positie van verstandelijk gehandicapte kinderen (van Turkse of Marokkaanse afkomst) vormt in deze universitaire studie de basis voor een (betere) aanpak voor de hulpverlening aan deze groep en hun ouders.
Marokkaanse en Turkse ouders hebben een positieve, koesterende relatie met hun verstandelijk gehandicapte kind en verzorgen en voeden het kind bij voorkeur thuis op. De gezinnen hebben vaak een taakverdeling waarbij de moeder verantwoordelijk is voor de verzorging van het gehandicapte kind en de huishouding en de vader vooral contacten met instanties buitenshuis onderhoudt. Beide ouders voelen zich echter vaak overbelast en zij zijn niet altijd tevreden over de geboden hulp. Vooral praktische en financiële hulp is nodig voor deze gezinnen die voor het merendeel in armoede leven. http://books.google.nl/books?hl=nl&lr=&id=TqztsNgL3yEC&oi=fnd&pg=PP7&dq=Verstand elijk+gehandicapte+kinderen+in+Marokkaanse+en+Turkse+gezinnen&ots=PI6kCldcE6&sig =CEW2YoVTwJ_CwL0DXZm4SkDR1oU#v=onepage&q=Verstandelijk%20gehandicapte%20kind eren%20in%20Marokkaanse%20en%20Turkse%20gezinnen&f=false
Niet specifiek over de Marokkaanse jeugd
Iedere dag een nieuwe kans De behandeling aan PIJ-jongeren van de Sprengen nader bekeken en onderbouwd Marjolein Oudhof& Mariska van der Steege NJI 2009 Aanleiding voor dit rapport is dat het management van de Sprengen (Justitieel Pedagogisch Centrum in Zutphen) meende dat er een kwaliteits-en effectiviteitsslag nodig was in de individuele behandeling van de geplaatste jongeren. De inrichting verzocht het Nederlands Jeugdinstituut een onderzoeksproject te starten waarin de volgende vragen centraal stonden: Uit welke kenmerkende aspecten bestaat de benadering van jongeren binnen de Sprengen? Welke kenmerken en problemen hebben de jongeren van de behandelgroepen? Ook is gekeken naar de behandeling van de Sprengen en hoe deze te versterken met de invoering van erkende interventies. Voor het onderzoek is er dossieronderzoek verricht en zijn er expertmeetings en toetsingsbijeenkomsten georganiseerd en is er literatuurstudie verricht. In het onderzoek worden verschillende conclusies en aanbevelingen gegeven. http://www.youthpolicy.nl/publicaties/DeSprengen_april%202009.pdf
Deskundigenoverzicht In dit laatste hoofdstuk geven we een overzicht van alle deskundigen per thema. In het groen geven we de deskundigen aan die naast hun expertise op het specifieke thema ook deskundig zijn op het gebied van de aanpak van Nederlands-Marokkaanse jongeren. De deskundigen die in het roze zijn aangegeven hebben met name een expertise opgebouwd op het specifieke thema en zijn de auteurs van de verzamelde artikelen. LVB’er problematiek J. Coolen Jan Coolen is sinds 1 januari 2011 directeur Zorgondersteuning bij Cordaan. Jan Coolen werkte van 2008 tot eind 2010 bij de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie als manager van het team ‘Kosten’ dat zich bezighoudt met veranderingen in het verzekerde pakket (ZvW, AWBZ), uitgaven voor zorg en vernieuwingen in de bekostiging. Daarvoor werkte hij bij Zorgverzekeraars Nederland, onder meer als coördinator van de AWBZ. Ook is hij manager ‘zorginnovatie en beleid’ geweest bij het Nederlandse Instituut Zorg en Welzijn en werkte hij twintig jaar als universitair hoofddocent bestuurskunde. Prof. Dr. L. van den Eldering Prof. Dr. LottyEldering is emeritus hoogleraar Interculturele Pedagogiek aan de Universiteit Leiden. Dr. M.M.M.I. Ghaly Mohammed M. I. Ghaly ) is momenteel assistent-professor in islamitische studies aan de Universiteit Leiden, Instituut voor religieuze Studies. Zijn expertise en interesse liggen op de terreinen: islamitische wetgeving en theologie, Mmdische ethiek en opleiding Imams in het westen. M. Oudhof MSC M. Oudhof MSC is medewerker Jeugdzorg & Opvoedhulp op de afdeling Jeugdzorg en Opvoedhulp van het NJI. Zij voert projecten uit het op het gebied van effectieve jeugdzorg en opvoedhulp, en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van interventies, instrumenten en werkwijzen. Zo heeft zij ervaring met het ondersteunen van justitiële jeugdinrichtingen bij het beschrijven en ontwikkelen van interventies voor de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Ook is zij betrokken bij het ontwikkelen van een handboek voor de methodiek Videohometraining, het classificatiesysteem CAP-J en het bevorderen van de effectiviteit van het jeugdzorgaanbod. Daarnaast is zij betrokken bij de implementatie van het preventieve ondersteuningsprogramma VoorZorg, bedoeld voor jonge zwangere meisjes die weinig of geen opleiding hebben. Landelijk verzorgt zij de trainingen voor VoorZorgverpleegkundigen. Tot slot is zij betrokken bij het ontwikkelen van de landelijke richtlijn opvoedingsondersteuning in de jeugdgezondheidszorg.
R. Raghoebier Rohina Raghoebier is vanaf 1983 werkzaam in verschillende functies in de sectoren gezondheidsbevordering, preventie, zorg en welzijn. In de eerste helft van haar loopbaan is zij vooral actief als opbouwwerker en beleidsmedewerker in de provincies Noord-Brabant en Utrecht. Vanaf 1995 is zij op landelijk niveau actief binnen de gezondheidszorg. Per 01-012011 werkzaam als zelfstandig ondernemer/ consultant van ’Raghoebier Consultancy, Cultuursensitieve zorg, goede zorg voor iedereen’. Als consultant adviseert zij professionals en aanbieders van zorg en welzijn alsmede patiënten – en cliëntenorganisaties bij de ontwikkeling en/of uitvoering van projecten en programma’s. Drs. M. van der Steege Drs. M. Van der Steege is senior medewerker Jeugdzorg & Opvoedhulp op de afdeling Jeugdzorg en Opvoedhulp van het NJI. Zij houdt zich bezig met de effectiviteit van de jeugdzorg en hoe die verbeterd kan worden. Daarbij is effectief jeugdzorgaanbod een proces dat telkens aandacht en doorontwikkeling vraagt. Ze heeft ruime ervaring in het ondersteunen van professionals bij het beschrijven en theoretisch onderbouwen van het zorgaanbod, het vertalen van kennis naar de praktijk, het adviseren van jeugdzorgaanbieders over het verbeteren van de effectiviteit en het expliciteren van de praktijkkennis van professionals. Zij voerde opdrachten uit in de provincies Utrecht en Noord-Holland, de stadsregio Amsterdam en bij verschillende jeugdzorgaanbieders en justitiële jeugdinrichtingen als Yorneo in Drenthe en Avenier in Zutphen.