Database wetenschappelijke onderzoeken & deskundigen Februari 2012
Overlast
Opdracht is uitgevoerd door
Overlast De rol van gezinsklimaat en discriminatie op probleemgedrag bij Nederlandse en Marokkaanse jeugdigen Universiteit Utrecht J. Linskens en N. van der Linden (masterthesis) 2010 De Nederlandse overheid wordt in toenemende mate geconfronteerd met problematiek rondom etnische minderheden. Met name in de politiestatistieken komt de Marokkaanse jeugd meer naar voren dan jongeren van een andere etnische achtergrond. Het is niet duidelijk welke factoren van invloed zijn op dit probleemgedrag. Onderzoek moet dit probleemgedrag en de factoren die hier mogelijk een rol bij spelen in kaart brengen. Het doel van deze studie is het verkrijgen van meer kennis over het probleemgedrag bij Nederlandse en Marokkaanse jeugdigen en de samenhang met gezinsklimaat en discriminatie. Voor dit onderzoek hebben 135 Nederlandse en Marokkaanse leerlingen tussen de 8 en 16 jaar een samengestelde digitale vragenlijst ingevuld. Deze vragenlijst bestaat uit meerdere bestaande vragenlijsten. De leerlingen bevinden zich op twee basisscholen (Zeist en Nijmegen) en één middelbare school in Gouda. Marokkaanse jeugdigen laten meer externaliserend probleemgedrag zien dan Nederlandse jeugdigen. Discriminatie en gezinsklimaat hangen significant samen met externaliserend probleemgedrag voor beide etniciteiten. Bij preventie- en interventiemaatregelen moet er rekening gehouden worden met de rol van gezinsklimaat en discriminatie bij externaliserend probleemgedrag. Toekomstig onderzoek moet zich richten op andere belangrijke factoren die van invloed kunnen zijn op externaliserend probleemgedrag. http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2010-0722200300/Masterthesis%20Linskens%2c%20JL3124991%20en%20Linden%2c%20NS%20van%20der-3147193.pdf
Opvoedingsstress bij Nederlands-Turkse, Nederlands-Marokkaanse en Nederlandse Ouders. Het Verband met Probleemgedrag van de Adolescent en de Mediërende Rol van Opvoeding Universiteit Utrecht E. Kaizer (masterhesis) 2009
Veel gemeenschappen proberen agressief en delinquent gedrag te voorkomen, niet alleen omdat het een bedreiging is voor de gemeenschap, maar ook omdat het gedrag problemen kan veroorzaken voor de jongeren zelf. Het is daarom van belang om de factoren te onderzoeken die verband kunnen hebben met probleem gedrag. Met behulp van de huidige
studie is onderzocht of opvoedgedrag een mediërende rol inneemt in de relatie tussen opvoedingsstress en externaliserend probleemgedrag bij Nederlandse, Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse adolescenten, woonachtig in Nederland. 170 ouders (54 Nederlanders, 54 Turkse-Nederlanders en 62 Marokkaanse-Nederlanders) hebben een vragenlijst ingevuld. Nederlandse moeders rapporteerden een hogere mate van steunend opvoedgedrag en mindere mate van autoritair opvoedgedrag. Marokkaans-Nederlandse vaders rapporteerden een lagere mate van steunend en autoritatief opvoedgedrag en de Turks-Nederlandse vaders rapporteerden een hogere mate van autoritatief opvoedgedrag. Turks-Nederlandse moeders en vaders ervaren de hoogste mate van opvoedingsstress en de Nederlandse ouders het minste. Geen etnische verschillen waren gevonden voor externaliserend probleemgedrag. Enkel de Marokkaans-Nederlandse ouders bevestigden het mediatie model: een hogere mate van opvoedingsstress was gerelateerd aan meer autoritair opvoedgedrag, deze was gerelateerd aan een hogere mate van externaliserend probleemgedrag http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2009-0724201017/Masterthesis%20Kaizer%2cEGW-0447072.pdf
Emotionele problemen en gedragsproblemen bij Marokkaanse, Turkse en Nederlandse 4- tot 18-jarigen in Nederland. G. Stevens, T.Pels, W. Vollebergh, L. Bengi-Arslan, F. Verhulst en A. Crijnen 2005 Gezien de stress die vaak gepaard gaat met migratie, is de verwachting dat allochtone kinderen relatief veel probleemgedrag vertonen. In internationale onderzoeken naar de prevalentie van probleemgedrag bij allochtone en autochtone jeugdigen werden echter geen eenduidige resultaten gevonden. Uit Nederlands onderzoek bleek daarentegen dat allochtone scholieren doorgaans meer emotionele problemen en gedragsproblemen rapporteren dan autochtone scholieren. Het doel van de studie is om inzicht te verkrijgen in het niveau van emotionele problemen en gedragsproblemen bij Marokkaanse, Turkse en Nederlandse jeugdigen van 4-18 jaar op basis van rapportage door de ouders, de leerkrachten en de jeugdigen zelf. De onderzoeksgroep bestaat uit 819 Marokkaanse, 833 Turkse en 2227 Nederlandse jeugdigen van 4-18 jaar. Er is gebruikgemaakt van de Child Behavior Checklist, de Teacher’s Report Form en de YouthSelf-Report. Het resultaat van de studie is dat Marokkaanse ouders evenveel emotionele problemen en gedragsproblemen rapporteren bij hun kinderen als Nederlandse ouders, terwijl Turkse ouders vooral meer emotionele problematiek rapporteren. Marokkaanse jongeren rapporteren minder gedragsproblemen dan Turkse en Nederlandse jongeren. Turkse jongeren rapporteren meer emotionele problemen dan Nederlandse en Marokkaanse jongeren. Volgens leerkrachten laten Marokkaanse jeugdigen aanzienlijk meer gedragsproblemen zien dan Turkse en Nederlandse jeugdigen.
http://scholar.google.nl/scholar?hl=nl&q=emotionele+problemen+en+gedragsproblemen+ marokkaanse&lr=&as_sdt=0
Patronen van acculturatie en probleemgedrag bij Marokkaanse jongeren in Nederland G. Stevens, W. Vollebergh, T. Pels en A. Crijnen 2005 In onze huidige samenleving is inzicht in het effect van migratie op probleemgedrag zeer relevant. Eerder onderzoek wees uit dat acculturatie een van de factoren is die het psychisch welbevinden van migranten beïnvloedt. Het doel van dit artikel is het verkrijgen van inzicht in de patronen van acculturatie in een populatie van Marokkaanse jongeren in Nederland en in de relatie tussen deze acculturatiepatronen en probleemgedrag. Gebruik is gemaakt van 387 interviews met jongeren en 376 interviews met ouders. De data zijn afkomstig uit een groter onderzoek onder kinderen in de leeftijd van vier tot en met achttien van wie ten minste één ouder is geboren in Marokko. De kinderen werden geselecteerd aan de hand van een aselecte steekproef uit de gemeentebestanden van Rotterdam en Den Haag. Aan de hand van een latente klasse analyse werden drie klassen geïdentificeerd van jongeren met een zelfde acculturatiepatroon. De eerste klasse bestond uit jongeren die zich gemiddeld verbonden voelen met Nederlanders en Marokkanen (ambivalent geaccultureerde klasse); de tweede klasse uit jongeren die zich sterk verbonden voelen met Marokkanen én Nederlanders (geïntegreerde klasse). Daarnaast werd een klasse van jongeren geïdentificeerd die zich sterk verbonden voelen met Marokkanen en weinig met Nederlanders (gesepareerde klasse). De belangrijkste bevinding van deze studie is dat ambivalent geaccultureerde meisjes aanzienlijk meer probleemgedrag vertoonden dan geïntegreerde en gesepareerde meisjes; voor jongens werd geen verband gevonden tussen acculturatie en probleemgedrag. https://springerlink3.metapress.com/content/v15065u01011p836/resourcesecured/?target=fulltext.pdf&sid=5mpoa3ofii42v1it5gosqugt&sh=www.springerlink.com
2.1 Jongeren in Nederland en hun waarden Een onderzoek onder adolescenten van Nederlandse, Turkse, en Marokkaanse herkomst A. Oosterwegel, W. Vollebergh 2003 Is het daadwerkelijk zo slecht gesteld met de normen en waarden van jongeren in Nederland? En hoe ziet hun waardesysteem er concreet uit? In dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre drie groepen jongeren gangbare normen en waarden onderschrijven en in hoeverre het terecht is hen meer normen en waarden te willen bijbrengen. Daartoe richt het onderzoek zich niet alleen op de waarden zelf, maar vooral ook op de samenhang tussen die waarden, dat wil zeggen het waardesysteem. Er werd bekeken in hoeverre hedendaagse jongeren in het algemeen en Marokkaanse jongeren in het bijzonder gangbare
waarden onderschrijven en of zij meer conflicten in hun waardesysteem ervaren dan jongeren van autochtone of Turkse origine. Vervolgens worden de waardesystemen van jongeren gerelateerd aan een simpele indicatie van hun gedrag; de door henzelf gerapporteerde agressie. Door deze toevoeging kon getoetst worden of het onderschrijven van waarden als zodanig of de coherentie daartussen van doorslaggevend belang is. Voor het onderzoek werd een steekproef gedaan bij 56 jongeren van Turkse, Marokkaanse en autochtone jongeren die gevraagd werden om een vragenlijst in te vullen. Daarnaast werden hun ouders benaderd om een interview af te nemen. In dit onderzoek werd onderzocht in hoeverre jongeren 15 gangbare waarden onderschreven, en of hun waardesysteem op grond van deze waarden coherent was. Uit de resultaten blijkt dat de jongeren, ongeacht hun herkomst, de gebruikte waarden in ruime mate onderschrijven. Jongeren van Marokkaanse afkomst hebben echter meer dan jongeren van autochtone of Turkse afkomst het gevoel dat in verschillende contexten andere waarden belangrijk zijn. Dit geldt vooral voor de trots op hun herkomst, hun geloof en een toekomst met een gelukkig gezin. Als zij dit gevoel hebben blijkt dit gerelateerd te zijn aan uitingen van agressie. Tussen attituden en gedrag bestaat doorgaans een discrepantie. Dat jongeren de waarden onderschrijven betekent daarom nog niet dat zij het bij deze waarden behorende gedrag ook vertonen, maar slechts dat zij deze als richtlijn voor hun gedrag onderschrijven. Op zijn minst suggereren de resultaten in dit onderzoek dat bij het hameren op normen en waarden als zodanig een kanttekening dient te worden gezet, en dat generalisatie niet aan de orde is. Meer is niet altijd beter, en wat voor de ene groep geldt, geldt zeker niet voor iedereen. Niet meer waarden, of andere waarden, maar aandacht voor de eventuele problemen van jongeren met de waarden die zij al hebben wordt dan het devies. http://www.migrantenstudies.nl/wp-content/uploads/MS-2003-NR4-P215-227.pdf
Respect van twee kanten Over socialisatie en lastig gedrag van Marokkaanse jongens T. Pels 2003 Het laatste decennium is een aantal onderzoeken verschenen over de socialisatie in ‘doorsnee’ allochtone gezinnen. Reeds langer bestond aandacht voor de socialisatie vanuit een problematische invalshoek, met name die van marginalisering. Het beeld dat beide typen onderzoek genereren over jongeren verschilt beduidend: van een oriëntatie op conformiteit aan het (gezins)collectief tot een oriëntatie op autonomie en acting out.
In dit artikel beschouwt de auteur de beschikbare literatuur, en deze (ogenschijnlijke) tegenstelling, met als specifiek doel om inzicht te krijgen in het fenomeen van overlastgevend gedrag onder Marokkaanse jongens: het type asociale en agressieve gedrag dat zich tussen de polen van normaal en crimineel gedrag bevindt en vaak weer verdwijnt met het volwassen worden. Voor de gegevens in dit artikel baseert de auteur zicht op haar,
in opdracht van het Ministerie van Justitie uitgevoerde, verkennende studie 1. Naast literatuurstudie maakten ook groepsgesprekken met Marokkaanse jongens en deskundigen daarvan deel uit. De belangrijkste bevinding is dat lastige jongens geleerd hebben dat respect een recht is van de sterkste. De twee kanten van respect, namelijk respect geven en respect ontvangen, zijn in hun perceptie niet in evenwicht. In het gezin, in de buurt, op school en in de relaties met de Nederlandse omgeving ervaren zij eerder disciplinering en wantrouwen; zij moeten respect geven, maar krijgen het niet. De straat en de groep bieden de mogelijkheid om, althans tijdelijk, de rollen om te draaien en het zelfrespect desnoods kwaadschiks op te vijzelen. De aanbevelingen voor preventie vloeien uit deze visie voort. Ze concentreren zich op het herstel of het vinden van een nieuwe balans. Het accent ligt op dialoog en samenwerking, naast handhaving van de orde. "Respect van twee kanten" vormt een belangrijke voorwaarde om overlastgevend gedrag te voorkomen. http://scholar.googleusercontent.com/scholar?q=cache:MJYqjtTRv7IJ:scholar.google.com/+ marokkaanse+jongeren+aanpak&hl=nl&lr=lang_nl&as_sdt=0
In de greep van de groep: een onderzoek naar een Marokkaanse problematische jeugdgroep Regioplan beleidsonderzoek F. van Gemert & M. Fleisher 2002 Al geruime tijd krijgen Marokkaanse jongens veel aandacht. In vergelijking met leeftijdgenoten blijken zij in de politiestatistieken al meer dan vijftien jaar te zijn oververtegenwoordigd en dat heeft hun een slechte naam bezorgd. In Amsterdam hebben Marokkaanse jongens in verschillende delen van de stad groepen gevormd en als zodanig veroorzaken zij overlast en worden ze verantwoordelijk geacht voor criminele activiteiten. Het rapport is een verslag van een etnografisch onderzoek naar een problematische Marokkaanse jeugdgroep waarin wordt onderzocht welke problemen zich voordoen in de groep, hoe de groep is ontstaan en wat hun activiteiten zijn, wie de individuele leden zijn, wat de cultuur is van de groep en welke maatregelen er werden genomen gericht op preventie en interventie. Na een verkennende fase werd de focus van het onderzoek een specifieke groep in Amsterdam-West. Over deze groep werden gegevens verzameld op basis van interviews, politieregistraties, justitiële documentatie en participerende observatie.
De onderzochte groep bestaat uit 24 jongeren met ieder zijn eigen karakteristieken. De overgrote meerderheid van de groep bestaat uit Marokkaanse jongens. De jongens wonen in een buurt waar ze zich vaak vervelen en ze komen herhaaldelijk met politie en justitie in aanraking. De groep heeft een cultuur die hen plaatst tegenover de buitenwereld. Ze bevinden zich in een isolement, dat mede in stand blijft omdat ze de politie als vijand zien 1
Pels, 2003, zie ook onder het kopje boeken
en verraad een zonde is. Interventiemaatregelen hebben weinig effect gesorteerd. De invloed van de groep is te groot en jongens die worden opgepakt vallen weer in herhaling. Dit leidt tot de conclusie dat het rigoureus verbreken van de banden tussen individu en groep een noodzakelijk onderdeel moet zijn van interventies. http://scholar.google.nl/scholar?cluster=692273868664586880&hl=nl&as_sdt=0,5
Boeken
Respect van twee kanten Over socialisatie en lastig gedrag van Marokkaanse jongens Pels 2003 'Jongens die in groepen rondhangen en de omgeving last bezorgen: het is in Nederland geen nieuw verschijnsel, maar tegenwoordig zijn het vaak Marokkaanse jongens die door dit gedrag van zich doen spreken. Toch is respect in Marokkaanse kring voor oud en jong een centrale waarde. Hoe komt het dan dat jongens buitenshuis zo over de schreef kunnen gaan? Bovenstaande vormde de leidende vraag in de studie met de veelzeggende titel “Respect van twee kanten”. Overlastgevend gedrag van Marokkaanse jongens wordt daarin bestudeerd vanuit een sociaal-pedagogische invalshoek, met name door middel van (groeps)gesprekken met Marokkaanse jongeren en deskundigen. Op hun percepties en verklaringen ligt het accent. De belangrijkste bevinding is dat lastige jongens geleerd hebben dat respect een recht is van de sterkste. De twee kanten van respect, namelijk respect geven en respect ontvangen, zijn in hun perceptie niet in evenwicht. In het gezin, in de buurt, op school en in de relaties met de Nederlandse omgeving ervaren zij eerder disciplinering en wantrouwen; zij moeten respect geven, maar krijgen het niet. De straat en de groep bieden de mogelijkheid om, althans tijdelijk, de rollen om te draaien en het zelfrespect desnoods kwaadschiks op te vijzelen. De aanbevelingen voor preventie vloeien uit deze visie voort. Ze concentreren zich op het herstel of het vinden van een nieuwe balans. Het accent ligt op dialoog en samenwerking, naast handhaving van de orde. "Respect van twee kanten" vormt een belangrijke voorwaarde om overlastgevend gedrag te voorkomen. http://books.google.nl/books?hl=nl&lr=&id=Q9LokmRTfZ0C&oi=fnd&pg=PA1&dq=marokk aanse+jongeren&ots=k4L32iVZ_0&sig=GHApJwpUzTSyK1p57flcIz5DIs#v=onepage&q=marokkaanse%20jongeren&f=false
Deskundigenoverzicht In dit laatste hoofdstuk geven we een overzicht van alle deskundigen per thema. In het groen geven we de deskundigen aan die naast hun expertise op het specifieke thema ook deskundig zijn op het gebied van de aanpak van Nederlands-Marokkaanse jongeren. De deskundigen die in het roze zijn aangegeven hebben met name een expertise opgebouwd op het specifieke thema en zijn de auteurs van de verzamelde artikelen. Overlast Dr. A. Crijnen Dr. A. Crijnen is kinder- en jeugdpsychiater bij Altra Jeugdzorg en op de afdeling Sociale Geneeskunde van het VUmc, Amsterdam. Drs. Marjan de Gruijter Drs. Marjan de Gruijter is in 1998 in dienst gekomen bij het Verwey-Jonker Instituut en bestrijkt als senior onderzoeker een breed terrein van studies naar participatie en multiculturele vraagstukken. Marjan de Gruijter is bij het Verwey-Jonker Instituut coördinator van het thema Diversiteit / Multiculturele vraagstukken. Daarvanuit is zij betrokken bij diverse onderzoeken op het terrein van allochtonenbeleid en kwaliteitsbeleid in de gezondheidszorg. Zij is onder andere co-auteur van Jongeren en islam, een studie naar de ondersteuningsbehoefte van moslimjongeren in Nederland. Recente rapporten van haar hand zijn Emancipatie van de tweede generatie (over de keuzen en kansen in de levensloop van jonge moeders van Marokkaanse en Turkse afkomst) en de studie Vreemde in eigen land, een onderzoek naar de ontevredenheid van autochtone burgers over nieuwe Nederlanders en de overheid. H. Kaldenbach Hans Kaldenbach is zijn hele leven verbonden geweest aan de Hogeschool Utrecht (Centrum Archimedes) en is directeur van ACTA-Kaldenbach in Zeist. Hij geeft trainingen en lezingen over cultuurverschillen en over ’straatcultuur’/korte lontjes en heeft boeken geschreven zoals “Respect”, “Hangjongeren”, “Machomannetjes” en “Doe maar gewoon”. Prof. dr.T. Pels Prof. dr. Trees Pels is sinds 2002 werkzaam als senior onderzoeker en adviseur van de Themagroep Multiculturele Vraagstukken bij het Verwey-Jonker Instituut. Ze hield en houdt zich bezig met opvoeding, onderwijs en de ontwikkeling van kinderen uit etnische groepen in Nederland, in informeel en formeel verband. De wisselwerking tussen gezinnen van nieuwe Nederlanders en instituties voor jeugd en gezin heeft haar bijzondere aandacht, evenals de diversiteit in het jeugdbeleid. Daarnaast betreffen haar studies ook de vrouwenemancipatie en de rol van de islam in het dagelijks leven van ouders en kinderen. In juni 2010 werd zij benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Opvoeden in de multi-etnische stad’ aan de Vrije Universiteit, Amsterdam.
Dr. G. Stevens Dr. G. Stevens is universitair docent aan de Faculteit Sociale Wetenschappen, Algemene Sociale Wetenschappen (ASW) van de Universiteit Utrecht. Dr. G. Stevens was van 2000-2004 als assistent in opleiding verbonden aan de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het Erasmus MC/Sophia Rotterdam. In deze periode voerde zij een onderzoek uit naar de prevalentie en predictoren van emotionele en gedragsproblemen bij Marokkaanse kinderen en adolescenten. In november 2004 promoveerde zij op dit onderwerp. Dr. J.H. Oosterwegel Dr. J.H. Oosterwegel is Ontwikkelingspsychologie (OWP) en Assistant Professor op de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Prof. dr. F.C. Verhulst Prof. dr. F.C. Verhulst is hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie en hoofd van de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Erasmus MC-Sophia te Rotterdam. Mw. prof. dr. W.A.M. Vollebergh Mw. prof. dr. W.A.M. Vollebergh is docent binnen de Research Masters MERM (Migration, Ethnic Relations and Multiculturalism) en DASCA (Development and Socialization in Childhood and Adolescence). Daarnaast is hij coördinator van de academische master Jeugdstudies, een interdisciplinaire master in samenwerking met Psychologie. Hij doet onderzoek naar ontwikkelingen in de adolescentie en jonge volwassenheid, in het bijzonder ontwikkelingstrajecten van psychische problemen, middelengebruik, risicogedragingen en verslaving, en meer in het algemeen veranderingen in culturele leefstijl zoals zij zichtbaar worden bij deze leeftijdsgroep.