Ontwerp Nr.
XII / 6
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 juli 2011; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende: dat besloten is tot het verminderen van administratieve lasten van burgers; dat waardevolle bomen niet zondermeer gekapt kunnen worden; dat middels het instellen van een bomenlijst dit doel bereikt kan worden;
Besluit: I
Artikelen 4:10 tot en met 4:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening in te trekken. en de volgende artikelen hiervoor in de plaats te stellen:
AFDELING 3. HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN Artikel 4:10 begripsbepalingen 1. In deze afdeling wordt verstaan onder; a. boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1.30 meter hoogte boven het maaiveld, hetzij levend of dood. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht kunnen voorschriften gesteld en maatregelen genomen worden voor bomen kleiner dan 10 centimeter dwarsdoor-snede op 1.30 meter hoogte boven het maaiveld; b. houtopstand: één of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken of een beplanting van bosplantsoen; c. hakhout: één of meer bomen of boomvormers die na te zijn geveld opnieuw op de stronk uitlopen; d. knotten / kandelaberen: het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitlopend takhout bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud; e. bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1 lid 5 van de Boswet; f. beeldbepalend waarde (van een boom) is de waarde van een boom die bepaald wordt door: - verschijningsvorm - onvervangbaarheid - voor het karakter van de omgeving. De boom of bomen vormen een uniforme laanbeplanting die karakteristiek structuur zichtbaar maakt. De boom is bijzonder door zijn huidige verschijningsvorm, bijvoor-beeld door uitzonderlijke hoogte of dikte, snoeiwijze en dergelijke.
raadsbesluit bomencriteria in de apv.docPagina 1 van 5
g. cultuurhistorische waarde (van een boom) is de waarde van een boom die voor-komt in lokale verhalen of legenden of een bijzonder gebruik hebben. h. dendrologische waarde (van een boom) is een van een zeldzame soort of variëteit, de aanduiding van zeldzaamheid in de Nederlandse Dendrologie is hiervoor bepalend. 2. In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan rooien met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen of te doen vellen. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt alleen voor de houtopstanden welke staan op de lijst als bedoeld in de artikelen 4:23a en 4:23b 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de houtopstanden buiten de bebouwde kom in de zin van de Boswet, indien het betreft: a. populieren en wilgen als wegbeplantingen en éénrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, tenzij deze zijn geknot; b. fruitbomen en windschermen om boomgaarden mits de recreatieve en landschappelijke waarde niet wordt aangetast; c. fijnsparren of andere coniferen niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op de daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; d. kweekgoed; e. houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregi-streerde bosbouwonderneming en niet gelegen is binnen een bebouwde kom Boswet tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en, ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in het geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor: a. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving of last van het bevoegd gezag, zulks onvermin-derd het bepaalde in artikel 4:21; b. het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud; c. het periodiek knotten of kandelaberen als cultuurmaatregel bij de daarvoor geschikte boomsoorten. Artikel 4:12 Aanvraag vergunning (vervallen) Artikel 4:13 Weigeringsgronden 1. Het bevoegd gezag kan de vergunning weigeren dan wel onder voorschriften verlenen in het belang van onder meer: - natuur- en milieuwaarden; - landschappelijke waarden; - cultuurhistorische waarden; - waarden van stads- en dorpsschoon; - waarden voor recreatie en leefbaarheid. 2. Het bevoegd gezag kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van grote gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang. Artikel 4:14 Openbaarmaking / procedure (vervallen) Artikel 4:15 Standaardvoorwaarden van niet-gebruik (vervallen)
2
Artikel 4:16 Vervaltermijn vergunning (vervallen) Artikel 4:17 Bijzondere vergunningsvoorschriften 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant. Indien een gemeentelijk bestemmings-, bomen-, groen- of landschapsplan de te vellen houtopstand direct of indirect als waardevol omschrijft, wordt, zo vaak mogelijk, een herplantplicht opgelegd. 2. Wordt een voorschrift als in het eerste lid bedoeld opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen behoren aanwijzingen ter bescherming van de in en rond de houtopstand voorkomen van flora en fauna. Artikel 4:18 Herplant- / instandhoudingsplicht 1. Indien de houtopstand, waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond, dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen herplant te plegen overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn. 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Indien de houtopstand, waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen waardoor die bedreiging wordt weggenomen. Artikel 4:19 Schadevergoeding Het bevoegd gezag beslist op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 juncto artikel 13 vierde lid van de Boswet. Artikel 4:20 Afstand tot erfgrenslijn De afstand als bedoeld in artikel 5:42 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek voor bomen die eigendom zijn van de gemeente wordt vastgesteld op een halve meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters. Artikel 4:21 Bestrijding iepziekte 1. Dit artikel verstaat onder: a. iepziekte: de aantasting van iepen door de schimmel Ophi-ostoma ulmi (Buism.), Nannf. (syn. Ceratocytis ulmi (Buism.), C. Moreau); b. iepenspintkever: het insect, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F) en Scolytus multistriatus (Marsh). 2. Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkever, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn: a. indien de iepen in de grond staan, deze te vellen; b. de iepen te ontbarsten en de barst te vernietigen; c. of de niet ontbarsten iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen.
3
2. Voorts: a. Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren; b. Het verbod is niet van toepassing op geheel ontbarsten iepenhout en op iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 cm; c. Het college kan ontheffing verlenen van het onder a van dit lid gestelde verbod. 3. Het niet voldoen aan de aanschrijving zoals bedoelt in lid 1 biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene door of namens de gemeente kunnen worden ver-richt. Artikel 4:22 Samenloop kapvergunning en bouw- of aanlegvergunning (Vervallen) Artikel 4:23a lijst waardevolle bomen 1. Het college stelt een lijst met waardevolle bomen vast welke particulier in eigendom zijn. 2. De in lid 1 bedoelde lijst bevat bomen welke aan de volgende voorwaarden voldoen 1. De leeftijd van de boom is minimaal 50 jaar, en 2. De boom heeft een levensverwachting van minimaal 20 jaar, en 3. De boom is zichtbaar vanaf de openbare weg 4. De natuurlijke vorm en bijbehorende kroonomvang van de boom aanwezig zijn en daardoor geeft de boom een goed beeld van de soorteigen habitus Daarnaast moeten de bomen ten minste één van de volgende specifieke kenmerken hebben: a. Beeldbepalend boomwaarde b. Cultuurhistorische boomwaardec. Dendrologische boomwaarde. 3. Het college stelt iedere vijf jaar deze lijst opnieuw vast. ARTIKEL 4:23B . MONUMENTALE BOMEN 1. Het college stelt een lijst met monumentale bomen vast . Deze lijst bevat bomen welke: in aanmerking komen voor een bijdrage ineens als bedoeld in artikel 2 van de Subsidieverordening instandhouding waardevolle bomen 2. De in lid 1 bedoelde lijst kan ambtshalve en op verzoek van belanghebbenden aangepast worden. 3. Het college deelt haar besluit omtrent plaatsing op de lijst van gemeentelijke . monumentale bomen schriftelijk mede aan de eigenaar en andere zakelijk gerechtigde en, voor zover van toepassing, aan degene die om plaatsing heeft verzocht. 4. De gemeente bezit een bijzondere onderhoudsplicht voor de .monumentale houtopstanden in eigendom van de gemeente. ARTIKEL 4:24 BOMENFONDS (Vervallen) ARTIKEL 4:25 BESCHERMING BOMEN (Vervallen) Artikel 4:25 Bescherming bomen 1. Het is verboden om houtopstanden die openbaar eigendom zijn: - te beschadigen, te bekladden of te beplakken; - daaraan snoeiwerk te verrichten behoudens door of namens ambtenaren ter uitoefening van hun opgedragen boomverzorgende taak. Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een openbare houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van het college
4
2.
Te bepalen, dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag na die van publicatie.
Zuidwolde, 14 juli 2011 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, P.H. Snijders
5