De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 7 en 8
1
Kannerkavalkad Morgen is het kindercarnaval, het kannerkavalkad. Opgewonden zit Nicole in de schoolbus. Die gaat véél te langzaam vandaag. Als ze eindelijk bij de stopplaats is, holt ze meteen door naar het benzinestation van haar ouders. Om te kijken of Guy er al is. Ze had Guy beloofd om op tijd te zijn, zodat ze samen hun carnavalskostuum kunnen maken. Guy woont aan de overkant van de weg, naast de banketbakkerij van mevrouw Mercier. Waar ze het lekkerste snoep in het hele dorp verkopen. Guy’s vader vindt snoep niet gezond, maar na schooltijd is zijn vader nog niet thuis van zijn werk en dan komt Guy vaak bij hen in het benzine station om samen klusjes te doen. Daar krijgen ze meestal wat geld voor. Daarmee kunnen ze bij de banketbakkerij snoep kopen. “Guy, hé Guy!” roept Nicole, als ze Guy vanuit de verte ziet staan. Gelukkig, ze hebben nog tijd genoeg. Nicole woont vlakbij, in de straat achter het benzinestation, maar ze kennen elkaar nog maar net. Dat komt doordat Guy in België woont, en Nicole in Luxemburg. Guy zit in België op school en Nicole in Luxemburg. Door hun dorp loopt de grens. Over de beek in het midden is één brug en daar stond vroeger de slagboom. Nu is die slagboom voorgoed open, maar je merkt toch dat hun dorp een grensdorp is. Aan de benzinestations bijvoorbeeld. Het zijn er dertien op een rij. Allemaal van een ander ben zinemerk. Allemaal aan de Luxemburgse kant van de weg, want daar is de benzine goedkoop. Ze verkopen ook meteen goedkope sigaretten en goedkope drank. Toeristen of zakenmensen die langskomen op weg naar Frankrijk stoppen er meestal wel. De Belgen proberen ook geld aan de toeristen te verdienen, dus die verko pen bonbons, frites en vleeswaren, maar toch verdienen de Luxemburgers veel meer. Daardoor zijn de Belgen uit het dorp soms jaloers en ze gaan niet al teveel om met ‘die lui van de andere kant’. Aan allebei de kanten spreken de kinderen Frans, maar de Belgische kin deren leren ook nog Nederlands op school, en de Luxemburgse kinderen spreken Luxemburgs én leren Duits. Natuurlijk vinden ze allebei dat hun eigen school beter is. Nicole dacht ook altijd dat de Belgische kinderen stom waren. Tot Guy vorig jaar een keer de straat over stak om te vragen of ze in het benzinestation ook kauwgom hadden. Het gekke is, Guy is drie
De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 7 en 8
2
jaar jonger dan Nicole, maar ze vond hem meteen aardig. Net een beertje. Hij bleef maar kletsen die middag, en sindsdien zien ze elkaar bijna elke dag na school. Omdat Guy al heel lang geen moeder meer heeft, vindt hij het wel gezellig bij Nicole. En als ze helpen in het benzinestation is het juist heel handig dat ze samen zoveel talen kennen. Guy is erg trots op zijn Nederlands, want dat spreekt niemand bij Nicole thuis. Maar als Nicole in het Duits begint, heeft hij geen idee wat ze zegt. Nicole wil ook heel gauw Engels leren. Ze kent al best wat zinnetjes en Guy kent ook al een paar woorden. Guy en Nicole willen als snoepje verkleed gaan naar het kindercarnaval. Guy’s vader vindt dat onzin en Nicole’s moeder ook: ze had al een prachtig clownspak gekocht. Daarom heeft Nicole een plan bedacht. Met het geld dat ze de afgelopen tijd met klusjes hebben verdiend, willen ze bij de ban ketbakkerij goudfolie en snoeppapier kopen om zelf kostuums te maken. Als Nicole aan komt lopen is Guy net bezig te helpen om de spullen in de winkel allemaal netjes recht te zetten. “Hé, Guy, ga je mee?” vraagt ze meteen. “Moeten jullie je klusje niet afmaken?” vraagt haar vader. “Vandaag niet,” zegt Nicole, en samen hollen ze het benzinestation uit. Ze steken de drukke weg over, naar het huis van Guy. Omdat daar niemand thuis is kunnen ze hun plannen goed voorbereiden. Eerst tellen ze voor de zekerheid hun geld nog eens: achttien euro twintig. Dan schrijven ze op wat ze nodig hebben. Schmink heeft Nicole nog wel van vorig jaar, maar vooral snoeppapier en van dat gekleurde lint moeten ze zelf kopen. “We kopen van dat glimfolie, weet je wel. Wat mevrouw Mercier ook om de snoepjes doet. Dan geeft het niet als we nat worden en het knispert ook nog eens lekker.” Guy is bang dat mevrouw Mercier dat niet wil verkopen, maar Nicole denkt dat ze haar wel kan overhalen. Mevrouw Mercier heeft nou een maal een beetje de pik op Guy, omdat hij altijd bij de deur rondhangt om chocoladelucht op te snuiven. Helaas heeft Guy toch gelijk. Mevrouw Mercier heeft helemaal geen zin om haar verpakkingspapier te verkopen. Nicole heeft alles geprobeerd om haar over te halen, maar ze werden gewoon de winkel uitgestuurd. Teleurgesteld zitten ze even later weer op het bed van Guy. Wat nu? “Ik weet het,” zegt Nicole ineens. “Als dat akelige mens ons niets wil verkopen, dan pakken we het gewoon.”
De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 7 en 8
3
Ze ziet dat Guy schrikt. “We betalen wel, maar we leggen het geld gewoon neer. Moet ze maar niet zo vervelend doen.” Guy kijkt nog steeds een beetje benauwd, maar Nicole belooft dat zij voor op zal gaan. “We wachten tot vlak voor sluitingstijd. Zodra het druk is lopen we de win kel in, zogenaamd om snoep te kopen. We lopen achter mevrouw Mercier om en verstoppen ons in de achterkamer. We pakken wat we nodig heb ben, leggen het geld neer, en klimmen achter door het raam naar buiten, jouw tuin in.” Ze heeft er nu al zin in. Een echt spannend veroveringsplan! Guy wordt gelukkig ook al wat enthousiaster. De geur van chocolade en koek is buiten op straat zo sterk dat het water je in de mond loopt. Ze staan al zeker een half uur te wachten op drukte in de winkel, maar het blijft vandaag heel rustig. Té rustig. Nog tien minuten, dan is het vijf uur en sluit de zaak. Nicole kijkt steeds zenuwachtig op haar horloge. Hun plan lijkt te mislukken, maar dan stopt ineens een Nederlandse touringcar vlak voor de winkel. Een club oude dames stapt uit. Ze gaan opgewonden giechelend de winkel in. Allemaal! Nicole kijkt Guy grijnzend aan en zegt: “Zie je wel? Ik zei toch dat het een goed plan was?” Het is een geweldig plan. In de winkel staan de Nederlandse dames van alles uit te zoeken om mee naar huis te nemen. Mevrouw Mercier staat achter de toonbank het ene pakje na het andere in te pakken. Rits! Met de schaar maakt ze krullen in de gekleurde linten. De dames kwebbelen honderduit. Mevrouw Mercier doet net alsof ze alleen Frans spreekt, wat natuurlijk flauw is, want ze spreekt best Nederlands. Ze is alleen te trots om fouten te maken. Guy helpt de Nederlandse dames die vragen hebben en ze vinden hem allemaal schattig. Mevrouw Mercier kijkt hem boos aan, maar ze durft hem ook niet weg te jagen. Nicole sluipt naar achteren en gebaart Guy dat hij ook moet komen. Maar Guy krijgt net een chocolaatje van de dames, waardoor hij het hele plan lijkt te vergeten. Gelukkig komt hij even later toch haar kant op lopen. “Hier! Kom snel in de kast.” Giechelend zitten ze samen in het donker tussen de bezems. Het duurt eindeloos voordat de dames weg zijn, maar dan begint mevrouw Mercier gelukkig meteen met afsluiten en ze heeft zo’n haast om weg te komen, dat ze nergens op let. Ze horen hoe ze de deur achter zich dichtslaat en
De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 7 en 8
4
dan… wordt het doodstil. Guy vindt het nog steeds eng, maar Nicole ver zekert hem dat het heus goed af zal lopen. Ze hebben nog even gewacht in de stilte. Toen hebben ze papier en linten bij elkaar gezocht en het geld op de toonbank gelegd met een briefje. Nu staan ze klaar om door het raam naar buiten te gaan. Maar wat is dat? Het raam zit dicht! Ze proberen het nog eens. Dat is het enige waar ze niet aan hadden gedacht, dat mevrouw Mercier ook sloten op de ramen heeft. Als hij merkt dat hij er niet uit kan, begint Guy te huilen. “En nu?” snikt Guy, “hoe komen we er nu uit?” Nicole moet natuurlijk laten zien dat zij als oudste van de twee dit wel even zal oplossen. Ze probeert alle andere deuren en ramen, alles is potdicht. Ze zoeken samen in laatjes en kasten naar sleutels, maar er is geen sleutel te vinden. Het enige dat ze zeker weten is dat hun ouders verschrikkelijk ongerust zullen zijn en mevrouw Mercier woedend, als ze hen morgen ochtend vindt. Zo dicht bij al het snoep voelen ze zich toch doodongelukkig. Het wordt al snel helemaal donker en licht aandoen, durven ze zeker niet. Het enige dat Nicole nog kan verzinnen is om van een paar schorten en theedoeken, die ze in de werkkast hebben gevonden, een soort bed te maken. Maar erg lekker slaapt het niet. In een donkere winkel, opgesloten. Terwijl je weet dat je de volgende ochtend betrapt wordt. Gelukkig hoefde het zolang niet te duren. Iedereen was zo vreselijk ongerust, dat ze al om half tien ’s avonds worden bevrijd. De vader van Guy was er al snel achter gekomen dat mevrouw Mercier hen als laatste gezien had, en toen ze om negen uur nog niet terug waren, heeft hij haar overgehaald om in de winkel te kijken. Ineens floept het licht aan. Met zijn vieren tegelijk stormen ze naar binnen: Guy’s vader voorop, dan de ouders van Nicole en tenslotte mevrouw Mercier. Nicole’s moeder knuffelt haar helemaal plat. Guy’s vader is heel boos, vooral op Guy. Maar eigen lijk komt dat alleen maar omdat hij zo ongerust was geworden. Arme Guy! En mevrouw Mercier? Die heeft meteen het briefje op de toonbank gezien en voelt zich schuldig. Schuldig! Als zij niet zo streng was geweest over dat papier, was er niets gebeurt. Ze moet er bijna van huilen. Daar staan ze met z’n allen. Twee boze vaders, twee snotterende vrouwen en twee beteuterde kinderen. Mevrouw Mercier belooft hen al het papier dat ze morgen maar nodig hebben en ze krijgen allebei een doos chocola mee voor de schrik. Ongelofelijk! Beleefd en geschrokken stotteren ze: “Dank u wel, mevrouw”
De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 7 en 8
5
“Zeg maar Anna,” zegt ze. Nicole fluistert zacht tegen Guy als ze de deur uitlopen. “Zie je nou wel dat ze eigenlijk best aardig is.” Maar dan trekt zijn vader hem ruw mee. “En nou als de donder naar bed, jij!” Even was Nicole bang dat Guy’s vader alles zou verpesten door Guy voor straf thuis te houden. Maar gelukkig is hij de volgende dag al minder boos. Ze komen samen naar de Luxemburgse optocht en de volgende avond gaan Nicole en haar ouders de grens over naar het Belgische vreugdevuur. Tot verrassing van iedereen staat mevrouw Mercier aan alle kinderen fuesendkichelcher uit te delen: lekkere zoete carnavalskoeken. Verkleed als lelijke toverheks. Als ze Nicole en Guy ziet, geeft ze ze niet alleen een koek, maar ook een dikke knipoog. Nicole kan het niet laten om weer in Guy’s oor te fluisteren: “Is dat geen leuke moeder voor je?” Maar zó aardig vindt Guy haar nou ook weer niet. © 2007 Nancy Wiltink.
Dit verhaal is onderdeel van DE EUROPESE VERHALENKOFFER. © 2010 Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland.