ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
BOUW-INFRA
DAKDEKKER DRACHTEN
22004 DAKDEKKER 93841 DAKDEKKER BITUMEN EN KUNSTSTOF 93853 ALLROUND DAKDEKKER BITUMEN EN KUNSTSTOF WWW.ROCFRIESEPOORT.NL
CHRISTELIJK BEROEPSONDERWIJS
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
VOORWOORD Voor je ligt de onderwijs- en examenregeling (OER) van jouw opleiding. In deze OER staat informatie over hoe de opleiding is ingericht en hoe de examinering eruit ziet. Verder is er informatie opgenomen over de beroepspraktijkvorming. Lees deze OER goed door. Zo weet je precies wat je kunt verwachten tijdens je opleiding. Het lezen van deze OER is niet alleen handig aan het begin van je opleiding, het is ook verstandig om de OER goed te bewaren. Ook tijdens de opleiding kun je er veel antwoorden vinden op je vragen. Wij wensen je veel plezier en succes bij deze opleiding. ROC Friese Poort/TECTUM
2
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
INHOUDSOPGAVE 1. BEROEPSBEELD 1.1 HOE ZIET HET BEROEP ERUIT?
2. HOE ZIET JE OPLEIDING ERUIT? 2.1 INLEIDING 2.2 KERNTAKEN EN WERKPROCESSEN 2.2.1 KERNTAKEN 2.2.2 WERKPROCESSEN 2.3 LENGTE EN PLANNING VAN DE OPLEIDING 2.3.1 JAARINDELING VAN DE OPLEIDING 2.4 OVERIGE VAKKEN 2.4.1 GENERIEKE EISEN NEDERLANDS EN REKENEN 2.4.2 LOOPBAAN EN BURGERSCHAP 2.4.3 LEVENSBESCHOUWELIJKE ONTWIKKELING (LEVO) 2.4.4 BEROEP EN BEWEGEN
4
5 5 5 5 5 7 7 9 9 10 10 10
3. BEROEPSPRAKTIJKVORMING (BPV)
11
4. TOETSEN EN EXAMENS
12
4.1 HOE ZIEN DE EXAMENS ERUIT? 4.2 SLAAG-/ZAKREGELING NEDERLANDS, REKENEN EN ENGELS 4.3 REGELS BIJ HET EXAMEN
3
4
12 16 17
BIJLAGE I STUDIEDUUR/SBU
18
BIJLAGE II (SUB)EXAMENCOMMISSIES
19
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT
20
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
1. BEROEPSBEELD HOE ZIET HET BEROEP ERUIT? Wat doet een dakdekker? Waar werk je, wat moet je kunnen?
1.1
HOE ZIET HET BEROEP ERUIT?
Je volgt een opleiding tot het beroep dakdekker of allround dakdekker. Je werkt meestal in kleine ploegen van 2 tot 4 mensen. Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen werk.
ALLROUND DAKDEKKER BITUMEN EN KUNSTSTOF (93853) Als allround dakdekker heb je naast je werkzaamheden als dakdekker ook nog de taak om de werk zaamheden van je collega’s te organiseren. Als dakdekker voer je ook de meer complexe werkzaamheden uit zoals het vervaardigen van dak- en gevelcomponenten en het aanbrengen en indekken daarvan. Als allround dakdekker organiseer je de werkzaamheden onder de ploegleden en controleer je de kwaliteit van de werkzaamheden, de voortgang en de veiligheid.
HET WERK Het werk van een dakdekker bestaat uit het bedekken van daken en/of gevels en het onderhouden van daken en/of gevels. Je richt je werkplek in en controleert of het gereedschap en het materieel veilig te gebruiken zijn. Je controleert of de juiste materialen geleverd zijn en zet ze op de goede plek om te verwerken. Je maakt de ondergrond geschikt voor de bedekking, brengt vensters en doorvoeren aan en brengt de bedekking aan. Je controleert de bestaande bedekking en onderconstructie op beschadigingen en repareert die eventueel. Je sloopt bestaande bedekking om te vervangen door een nieuwe bedekking. Bij alles wat je doet zorg je voor een veilige werksituatie en ga je op een verantwoorde wijze om met het milieu. Als (allround) dakdekker bitumen en kunststof werk je op platte of flauw hellende daken in nieuwbouw en renovatie van woningen en utiliteitsgebouwen. Je werkt met bitumen en kunststof van woningen en utiliteitsgebouwen.
DAKDEKKER BITUMEN EN KUNSTSTOF (93841) Als dakdekker werk je nauwkeurig, gedisciplineerd, resultaatgericht en ben je veiligheidsbewust. Je weet dat slordigheden en onjuist handelen grote schade of ongevallen tot gevolg kunnen hebben en je werkt op zodanige wijze dat deze voorkomen worden. Je bent bekend met de regelgeving op het gebied van veiligheid, arbo en milieu en handelt daar ook naar. Om een goede dakdekker te zijn moet je ruimtelijk inzicht hebben, milieubewust zijn en efficiënt met materialen omgaan, in een team kunnen werken, altijd letten op de veiligheid voor jezelf en anderen en geen last van hoogtevrees hebben.
4
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
2. HOE ZIET JE OPLEIDING ERUIT? WAT GA IK TIJDENS MIJN STUDIE DOEN? 2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk kun je informatie vinden over de opleidingen dakdekker (93841) en allround dakdekker (93853). Beide opleidingen beslaan elk één opleidings jaar. Aansluitend op de opleiding dakdekker (niveau 2) kun je de opleiding allround dakdekker (niveau 3) gaan volgen.
2.2 KERNTAKEN EN WERKPROCESSEN 2.2.1 KERNTAKEN In het beroep dakdekker heb je een aantal taken die heel bepalend zijn voor je werk. We noemen dit kerntaken. Een kerntaak is bijvoorbeeld: ‘Dekt uitwendige scheidingsconstructies’.
2.2.2 WERKPROCESSEN Bij een kerntaak horen handelingen die je goed moet beheersen. Deze handelingen worden werkprocessen genoemd. Een werkproces is bijvoorbeeld: ‘Richt een werkplek in’. In de volgende tabel vind je een overzicht van alle kerntaken en werkprocessen die horen bij jouw opleiding.
5
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
LEGENDA: K2 = Dakdekker bitumen en kunststof K6 = Allround dakdekker bitumen en kunststof
KERNTAAK
WERKPROCES
Kerntaak 1: dekt uitwendige scheidingsconstructies 1.1 Richt werkplek in 1.2 Controleert gereedschappen, materiaal en materieel 1.3 Verdeelt materialen 1.5 Bereidt de ondergrond voor 1.6 Brengt componenten aan 1.7 Brengt bedekking aan 1.8 Ruimt werkplek op Kerntaak 2: repareert en onderhoudt uitwendige scheidingsconstructies 2.1 Richt werkplek in 2.2 Controleert gereedschappen, materiaal en materieel 2.3 Inspecteert de constructie 2.4 Maakt actieplan 2.5 Sloopt constructiedelen 2.6 Repareert en onderhoudt constructieonderdelen 2.7 Ruimt werkplek op Kerntaak 3: vervaardigt dak- en gevelcomponenten 3.1 Bepaalt constructieve oplossing 3.2 Meet componenten in 3.3 Controleert gereedschappen, materiaal en materieel 3.4 Vervaardigt componenten 3.5 Ruimt werkplaats op Kerntaak 4: organiseert de dagelijkse werkzaamheden van collega’s 4.1 Verdeelt de werkzaamheden en instrueert collega’s 4.2 Bewaakt de kwaliteit en controleert op naleving van voorschriften 4.3 Overlegt en stemt af met derden 4.4 Bewaakt de voortgang 4.5 Rapporteert aan leidinggevende
6
K2
K6
• • • • • • •
• • • • • • •
• • •
• • • • • • •
• • •
• • • • • • • • • •
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
2.3 LENGTE EN PLANNING VAN DE OPLEIDING 2.3.1 JAARINDELING VAN DE OPLEIDING Het schooljaar voor een student dakdekker loopt, afhankelijk van het instroommoment, van september tot en met juni het volgende jaar of van februari tot en met december van een kalenderjaar. Het lesprogramma van de opleidingen is als volgt opgebouwd: Niveau 2: 8 blokweken verspreid over het leerjaar en 4 dagen praktijktoetsing
BLOKWEEK 1
BLOKWEEK 2
BLOKWEEK 3
BLOKWEEK 4
Vaktheorie: B 1, 2, 3 V1
Vaktheorie: V 4, 5, 6 V2 Oefenen tekening PT Vakpraktijk: Werktekening Plat model – APP zwart met ontluchting Verdieping: HWA AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B
Vaktheorie: B 7, 8, 9, 10 V4 Oefenen tekening PT Vakpraktijk: Plat model – APP zwart met ontluchting en hwa Verdieping: trim met koppelstuk AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Bitumen 1
Vaktheorie: B 11 t/m 15 V 3, 5, 6 Oefenen tekening PT Vakpraktijk: Werktekening Plat/schuin SBS Ontluchting, HWA, trim Verdieping: kraal AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets veiligheid
Vakpraktijk: Plat model – APP zwart Verdieping: schoorsteen
AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B
BLOKWEEK 5
BLOKWEEK 6
BLOKWEEK 7
BLOKWEEK 8
Vaktheorie: B 16, 17, 18 O 4, 5, 6, 7 Oefenen tekening PT Vakpraktijk: Plat/schuin APP-SBS Ontluchting hwa, trimkraal Reparatie blaas, plooi en scheur AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Geen
Vaktheorie: B 19 t/m 22 Oefenen tekening PT
Vaktheorie: K 1 t/m 11
Vaktheorie: O 1, 2, 3, 8 t/m 12
Vakpraktijk: Werktekening Model plat/schuin Oefenen praktijktoets
Vakpraktijk: Vakpraktijk: PVC-model met prefab hoeken EPDM-model, extra model PVC
AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Bitumen 2
AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Kunststof
AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Onderhoud
Aansluitend: Praktijktoets Kunststof en Praktijktoets Bitumen
7
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
Niveau 3: 10 blokweken, 6 blokken van 5 dagen en 3 blokken van 3 dagen, praktijktoetsing 4 dagen.
BLOKWEEK 1 BLOK 3 EN 7, 5 DAGEN
BLOKWEEK 2 BLOK 4 EN 5, 5 DAGEN
BLOKWEEK 3 BLOK 6 EN 1, 5 DAGEN
BLOKWEEK 4 BLOK 2, 3 DAGEN
Vaktheorie: Bouwkunde B 01 t/m 03 Bestek lezen Tekening lezen Vakpraktijk: Vakpraktijk: Schuin/plat/schuin Werktekening Gemin. SBS met vlakverdeling Model plat wedeflex crt Materiaal berekening Rondje om de schoorsteen Planningsschema AVO: AVO: • Nederlands • Nederlands • Rekenen • Rekenen • L&B • L&B Beoordeling: Beoordeling: Toets Organisatie (3) Toets Veiligheid (7)
Vaktheorie: Bouwkunde Tekening en bestek lezen PVC 1 K 01 t/m K 06 Vakpraktijk: PVC Model zonder prefab hoeken
Vaktheorie: EPDM K 07 t/m 10
AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Bouwkunde (4+5+6)
AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Kunststof (1+2) PT Kunststof (2 dagen)
BLOKWEEK 5 BLOK 8 EN 9, 5 DAGEN
BLOKWEEK 6 BLOK 11 EN 12, 5 DAGEN
BLOKWEEK 7 BLOK 10 EN 13, 5 DAGEN
BLOKWEEK 8 BLOK 14, 3 DAGEN
Vaktheorie: Bouwfysica Ond 1 t/m 3
Vaktheorie: Gieten Bitumenleien B 04, 06, 07 Vakpraktijk: Werktekening Gieten en shingelen AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B
Vaktheorie: NEN 6050 B 05 Onderhoud 04 t/m 08 Vakpraktijk: Werkstuk Organisatie NEN 6050 model AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Bitumen (10 t/m 12)
Vaktheorie: Metalen waterkerende afwerkingen
Vaktheorie: Organisatie en veiligheid Org 1 t/m 11 Vlakverdeling org 4
Vakpraktijk: Damprem & 446K14 (Derbigum) AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Bouwfysica (8+9)
8
Vakpraktijk: Werktekening EPDM Model zonder prefab hoek
Vakpraktijk: Inspectieverslag Lood, zink PT AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Metalen (14)
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
BLOKWEEK 9 BLOK 15, 3 DAGEN
BLOKWEEK 10 2 DAGEN
Vaktheorie: Oefenen PT Bitumen Tekening Vakpraktijk: Werktekening Oefenen PT Bitumen AVO: • Nederlands • Rekenen • L&B Beoordeling: Toets Ouderhoud (13)
PT Bitumen
PT Bitumen
Beoordeling: PT Bitumen
2.4 OVERIGE VAKKEN Een goede beroepshouding en kennis en vaardigheden zijn belangrijk voor het beroep dat jij wilt leren. Daarnaast is er een aantal andere vakken waar je examen in moet doen. Vakken die je, naast je beroepsgerichte examens, moet halen zijn: rekenen en Nederlands.
2.4.1 GENERIEKE EISEN NEDERLANDS EN REKENEN GENERIEKE NIVEAUS Aan het begin van de opleiding worden instaptoetsen afgenomen, waarbij bepaald wordt welk niveau je hebt. De niveaus heten referentieniveaus. De referentieniveaus worden gebruikt in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het mbo, zodat je ze met elkaar kunt vergelijken. Omdat deze referentieniveaus voor alle opleidingen op hetzelfde niveau gelden, worden ze ook wel ‘generieke’ niveaus genoemd. Op basis van de resultaten van de instaptoets krijg je passend onderwijs aangeboden. Aan het einde van elke opleiding moet worden aangetoond (door examens) dat je de vereiste niveaus (nog) beheerst.
OVERZICHTEN NIVEAUS In de onderstaande overzichten kun je zien welk niveau jij moet beheersen voor de opleiding die je volgt. Wil je meer weten over wat het niveau precies inhoudt, dan kun je een overzicht vinden op de ELO (http://elo.rocfriesepoort.nl/) of je kunt het vragen aan je docent.
9
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
NEDERLANDS Niveau 1, 2 en 3
MONDELINGE TAALVAARDIGHEID*
LEZEN
SCHRIJVEN
BEGRIPPENLIJST EN TAALVERZORGING
VERHOUDINGEN
METEN EN MEETKUNDE
VERBANDEN
3F 2F 1F
REKENEN Niveau 1, 2 en 3
GETALLEN 3F 2F 1F
2.4.2 LOOPBAAN EN BURGERSCHAP Tijdens je opleiding wordt aandacht besteed aan Loopbaan en Burgerschap (L&B). Loopbaan en Burgerschap gaan over studievaardigheden, je loopbaan en over jouw rol in onze samenleving. Het onderdeel loopbaan komt uitgebreid aan bod tijdens je studieloopbaanbegeleiding. Voor het onderdeel burgerschap, worden aparte lessen en projecten of activiteiten georganiseerd.
2.4.3 LEVENSBESCHOUWELIJKE ONTWIKKELING (LEVO) ROC Friese Poort is een christelijke school. Daarom staat het vak LevO op het rooster, in wekelijkse uren of themadagen. LevO staat voor levensbeschouwelijke ontwikkeling. Thema’s die aan de orde komen zijn o.a.: jouw kijk op het leven en op geloven; verhalen, symbolen en rituelen uit het christendom en andere religies; basiservaringen (zoals omgaan met afscheid, verantwoordelijkheid, lijden en met de mooie dingen die het leven juist zin geven). Dit gebeurt op een open manier, waarbij ruimte is voor iedereen, of je nu christelijk bent of niet.
2.4.4 BEROEP EN BEWEGEN Beroep en Bewegen is een onderdeel van Burgerschap. Naast het voldoende sporten is het belangrijk dat er aandacht is voor gezond en actief leven. Op school krijg je de mogelijkheid sportclinics te volgen, dit zijn Sport en Bewegingsuren op het rooster.
10
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
3. BEROEPSPRAKTIJKVORMING (BPV) Kennismaken met de dagelijkse beroepspraktijk is erg belangrijk bij ROC Friese Poort. Je gaat daarom tijdens je opleiding ervaring opdoen in een leerbedrijf, dit noemen we de beroepspraktijkvorming (BPV). Tijdens je BPV leer je het werkveld kennen en breng je kennis in de praktijk. Gedurende de BPV-periode houd je je aan de regels van de BPV-overeenkomst. Alle specifieke informatie over begeleiding tijdens, leren in en beoordeling van de BPV vind je in de BPV-gids.
BEOORDELING BPV Om een diploma te kunnen krijgen, dient je BPV met minimaal een voldoende te zijn beoordeeld. Je wordt beoordeeld op je functioneren als werknemer in het BPV-bedrijf. Hierbij gaat het om de volgende criteria: • Je komt op tijd en bent uitgerust; • Je gaat adequaat gekleed; • Je houdt rekening met de bedrijfscultuur; • Je houdt je aan de afspraken; • Je geeft grenzen aan; • Je stelt je coöperatief op; • Je stelt je flexibel op; • Je draagt bij aan een positieve werksfeer.
POK Voor aanvang van de BPV worden afspraken gemaakt tussen de onderwijsinstelling, de student en de BPV-instelling waar de BPV plaatsvindt. Deze afspraken worden vastgelegd in een praktijkovereenkomst (POK). Voor de aansprakelijkheid en de verzekeringen is het noodzakelijk dat dit document door alle partijen is ondertekend, voordat je aan de BPV begint.
VAO-DAK (VOORLICHTING, ADVIES EN ONDERSTEUNING) Om de afstemming tussen de dagelijkse werkpraktijk en de opleiding optimaal te laten verlopen is in de bedrijfstak VAO-Dak in het leven geroepen. Elke leermeester die een leerling dakdekker in de praktijk begeleidt krijgt in een opleidingsjaar twee werkplekbezoeken door een VAO-Dakfunctionaris van ROC Friese Poort/TECTUM. De leermeester wordt op de werkplek vaardigheden bijgebracht die bij de begeleiding en beoordeling van een leerling dakdekker van pas komen. Ook tijdens dit bezoek neemt de Trajectmap een belangrijke plaats in.
Je krijgt vanuit school opdrachten mee die in het leerbedrijf uitgevoerd moeten worden. Deze opdrachten worden beoordeeld door de leermeester, die verantwoordelijk is voor de begeleiding vanuit het leerbedrijf. De opleidings begeleider van TECTUM zal regelmatig het leer bedrijf bezoeken om te beoordelen of de beroepspraktijkvorming naar wens verloopt. Om te kijken of je genoeg uren maakt, moet je in de trajectmap bijhouden hoeveel uren je werkt. De toetsing van de competenties van de basisberoeps opleiding BBL (niveau 2) en de opleiding Allround Dakdekker BBL (niveau 3) vindt plaats door je leer meester in het leerbedrijf. De leermeester wordt weer gecontroleerd door Fundeon. Fundeon is het kenniscentrum voor de Bouw, Infra en gespecialiseerde aannemerij. Daarnaast zal tijdens je opleiding de VAO- Dakmedewerker van TECTUM twee keer per schooljaar de werkplek bezoeken en samen met jou kijken hoe jouw opleiding zich vordert.
TRAJECTMAP Om je door de opleiding te loodsen is de Trajectmap ontwikkeld. Deze map is het spoorboekje dat jou door de opleiding leidt. Je hebt de trajectmap altijd bij je, op school en tijdens de beroepspraktijkvorming. Hierdoor hebben je docent, je opleidingsbegeleider en je leermeester op elk moment inzicht in waar jij mee bezig is, op school, bij het opleidingsbedrijf en bij het leerbedrijf. In de trajectmap zit alle informatie die docent, opleidingsbegeleider en leermeester nodig hebben om jou goed te begeleiden en te kunnen beoordelen. Aan het begin van de opleiding zal veel aandacht besteed worden aan de uitleg en functie van de trajectmap.
11
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
4. TOETSEN EN EXAMENS Je krijgt diverse ontwikkelingsgerichte toetsen (formatieve beoordelingen) om de voortgang te meten. Hierdoor krijg je zicht op je voortgang, je sterke en zwakke punten en de punten waar je aan moet werken. De resultaten van de ontwikkelingsgerichte toetsen worden bijgehouden in een studievoortgangsysteem. Hier wordt ook regelmatig een rapport van gemaakt. De kwalificerende (summatieve) beoordelingen vormen de examens. Een examen is nodig om te bepalen of je de kerntaken en werkprocessen voldoende beheerst. De examens van jouw opleiding staan vermeld in de examenplannen. De resultaten hiervan moeten voldoende zijn om een diploma te kunnen krijgen (kwalificeren).
4.1 HOE ZIEN DE EXAMENS ERUIT? Alle examens van je opleiding worden vermeld in een examenplan. In een examenplan staat waar het examen over gaat. Je hebt een examenplan voor het beroepsdeel (de kerntaken en werkprocessen die horen bij jouw opleiding) en examenplannen voor Nederlands, rekenen en Engels (niveau 4).
12
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
EXAMENPLAN Kwalificatiedossier: Dakdekker (22004) Uitstroom en crebo: Dakdekker bitumen en kunststof (93841) Cohort: 2015 Niveau: 2
BEROEPSDEEL Code
WP
Vorm Planning
Duur
Bitumen 1
BE 0362
TE
Variabel
50 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5
Bitumen 2
BE 0365
TE
Variabel
50 min. Cijfer, 1 10 dec. ≥ 5.5
Kunststof
BE 0364
TE
Variabel
50 min. Cijfer, 1 10 dec. ≥ 5.5
Onderhoud, slopen en repareren Veiligheid
BE 0363
1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 1.8 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 1.8 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 1.8 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7 1.1 t/m 2.7
TE
Variabel
50 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5
TE
Variabel
50 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 12 uur Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 12 uur Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 8 uur Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5
BE 0361
Uitslag
Weging (%) KT 1 KT 2 KT 3 KT 4 KT 5 KT 6 10
Examen
Dak bedekken BE 2950 1.1 t/m 2.7 PE Variabel met bitumen Dak bedekken BE 2474 1.1 t/m 2.7 PE Variabel met kunststof Repareren en BE 2951 1.1 t/m 2.7 PE Variabel slopen van dakbedekking Kerntaakbeoordeling: O: resultaat KT/100 = < 5,5 | V: resultaat KT/100 = 5,5 - < 8 | G: resultaat KT/100 = 8 of hoger
20
10
20
20
20
20
20
20
20
100 100
PvB = proeve van bekwaamheid | WP = werkproces | TE = theorie-examen | PE = praktijkexamen | ME = mondeling examen TeE = tekenexamen | SE = schriftelijk examen | PbP = portfoliobeoordeling praktijkdeel | O = onvoldoende | V = voldoende G = goed | KT = kerntaak
CESUUR Alle kerntaken (KT) dienen minimaal met een voldoende te zijn beoordeeld.
13
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
EXAMENPLAN Kwalificatiedossier: Dakdekker (22004) Uitstroom en crebo: Allround dakdekker bitumen en kunststof (93853) Cohort: 2015 Niveau: 3
BEROEPSDEEL Examen
Code
WP
Vorm Planning Duur
Bitumen
S_0372
1.1 t/m 1.8 TE
Kunststof
S_0371
1.1 t/m 1.8 TE
Reparatie en onderhoud Metalen dakcomponenten Werkorganisatie
S_0373
2.1 t/m 2.7 TE
S_0374
3.1 t/m 3.5 TE
S_0375
4.1 t/m 4.5 TE
Bouwfysica
S_0376
1.1 t/m 1.8 TE
Bouwkunde
S_0377
1.1 t/m 1.8 TE
Veiligheid
S_0378
Bitumen
Alle TE kerntaken P1_93853 1.1 t/m 1.8 PE
Kunststof
P2_93853 1.1 t/m 1.8 PE
Reparatie en onderhoud Metalen dakcomponenten Werkorganisatie
P3_93853 2.1 t/m 2.7 PE P4_93853 3.1 t/m 3.5 PE P5_93853 4.1 t/m 4.5 PE
Uitslag
Variabel 40 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 35 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 30 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 30 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 30 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 30 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 30 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 30 min. Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 16 uur Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 16 uur Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 16 uur Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 8 uur Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5 Variabel 16 uur Cijfer, 1 dec. ≥ 5.5
Weging (%) KT 1 KT 2 KT 3 KT 4 KT 5 KT 6 8 8 25 25 25 8 8 8
15
15
15
30 30 60 60 60
Kerntaakbeoordeling: 100 100 100 100 O: resultaat KT/100 = < 5,5 | V: resultaat KT/100 = 5,5 - < 8 | G: resultaat KT/100 = 8 of hoger PvB = proeve van bekwaamheid | WP = werkproces | TE = theorie-examen | PE = praktijkexamen | ME = mondeling examen TeE = tekenexamen | SE = schriftelijk examen | PbP = portfoliobeoordeling praktijkdeel | O = onvoldoende | V = voldoende G = goed | KT = kerntaak
CESUUR Alle kerntaken (KT) dienen minimaal met een voldoende te zijn beoordeeld.
14
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
EXAMENPLANNEN NEDERLANDS EN REKENEN Niveau 2 en 3
NEDERLANDS 2F
Vorm Planning Duur Beoordeling Lezen en luisteren CE, D 2e helft opleiding 90 min Cijfer, 1 dec. Schrijven IE, D of S Variabel Variabel Cijfer, 1 dec. Gemiddelde Spreken IE, M Variabel Variabel Cijfer, 1 dec. Gesprekken voeren IE, M Variabel Variabel Cijfer, 1 dec. Eindcijfer Nederlands (heel eindcijfer van 1 -10) = gemiddelde van CE + instellingsexamens Vorm Planning Duur Beoordeling REKENEN 2F e Getallen, verbanden, (Pilot-) CE, D 2 helft opleiding 90 min Voldoende/onvoldoende of cijfer meten en meetkunde, verhoudingen
Weging (%) 50 50 100 Weging (%) 100
CE = centraal examen | Pilot-CE = pilot centraal examen | IE = instellingsexamen | D = digitaal | S = Schriftelijk | M = mondeling Voor meer informatie over de examens kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider.
15
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
4.2 SLAAG-/ZAKREGELING NEDERLANDS, REKENEN EN ENGELS GENERIEKE EISEN NIVEAU 4 Vanaf schooljaar 2015-2016 tellen Nederlands, Engels en rekenen mee voor het behalen van het mbo-4 diploma. Dit betekent dat elke student die vanaf dat schooljaar zijn diploma wil behalen, moet voldoen aan de eisen voor Nederlands, Engels en rekenen. Bij het schrijven van deze OER is nog niet precies bekend hoe de slaag-/zakregeling eruit zal zien. Een student die minimaal een 6 heeft behaald voor rekenen, Engels en Nederlands, voldoet voor deze onderdelen in ieder geval aan de slaag-/zakregeling. Zodra duidelijk is hoe de slaag-/zakregeling voor de generieke onderdelen er definitief uit gaat zien, word je hierover geïnformeerd.
GENERIEKE EISEN NIVEAU 2 EN 3 Vanaf schooljaar 2015-2016 telt Nederlands mee voor het behalen van het mbo 2 en 3 diploma. Wanneer je een diploma haalt in schooljaar 2016-2017 of later telt rekenen ook mee voor het behalen van het mbo 2 en 3 diploma. Bij het schrijven van deze OER is nog niet precies bekend hoe de slaag-/zakregeling eruit zal zien. Een student die minimaal een 6 heeft behaald voor rekenen en Nederlands voldoet voor deze onderdelen in ieder geval aan de slaag-/zakregeling. Zodra duidelijk is hoe de slaag-/zakregeling voor de generieke onderdelen er definitief uit gaat zien, word je hierover geïnformeerd.
WANNEER BEN JE GESLAAGD? Je bent geslaagd als je de volgende examens met minimaal een voldoende hebt afgesloten: • Alle examenonderdelen van het beroepsgerichte deel, inclusief eventuele branchevereisten die onderdeel zijn van het kwalificatiedossier (vraag hiervoor je studieloopbaanbegeleider) • Nederlandse taal en rekenen (zie slaag-/zakregeling) • Engels voor niveau 4 (zie slaag-/zakregeling) Daarnaast moet je: • Voldoen aan de verplichtingen van Loopbaan en Burgerschap (L&B) • Minimaal een voldoende hebben op je BPV
16
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
17
4.3 REGELS BIJ HET EXAMEN
BELANGRIJKE ADRESSEN
ROC Friese Poort heeft een examenreglement (zie bijlage). Hier staan alle regels in die belangrijk zijn wanneer je een examen moet doen. Hieronder staan de belangrijkste regels. • Je bent verplicht om aan de examens van je opleiding mee te doen. • Als je niet aanwezig bent, heb je één examenkans gemist. • Je hebt recht op een herkansing, kijk voor het aantal in het examenreglement. • Ben je meer dan 15 minuten te laat, dan mag je niet meer meedoen aan het examen. • Je mag bij het examen alleen hulpmiddelen gebruiken als dit op het examen staat. • Er is een aantal dingen die jij tijdens het examen niet mag doen, bijvoorbeeld frauderen en hulp middelen gebruiken die niet toegestaan zijn. Als je je niet aan deze regels houdt, kan het zijn dat je niet meer mee mag doen aan het examen. De (sub)examencommissie beslist wat voor gevolgen dit heeft. • De school moet de uitslag van het examen binnen 20 werkdagen schriftelijk of digitaal (ELO/Edu-Mail) bekend maken. • Je kunt bij de subexamencommissie een vrijstelling (of meer) aanvragen voor een examen. Het formulier dat hiervoor nodig is kun je krijgen bij je studieloopbaanbegeleider. • Als je een beperking hebt (bijv. dyslexie), kan het examen aangepast worden. Informatie hierover kun je krijgen bij je studieloopbaanbegeleider. • Je mag jouw gemaakte examen en de beoordeling inzien en de beoordelaar vragen om uitleg te geven bij de uitslag van het examen. • Je mag een bezwaar indienen bij de subexamencommissie als je het niet eens bent met de uitslag van jouw examen. Dit moet je wel doen binnen vijf kalenderdagen nadat jij de uitslag hebt ontvangen.
BEZWAARSCHRIFT: ROC Friese Poort Techniek en Vormgeving Aan de voorzitter van de examencommissie Dhr. M. Scheweer Postbus 15 9200 AA Drachten
BEROEPSCHRIFT: (M.b.t. examenreglement artikel 5.1 - 5.3) Aan de commissie van Beroep voor de Examens P/a College van Bestuur Postbus 140 8900 AC Leeuwarden
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
BIJLAGE I STUDIEDUUR/SBU Niveau 2 en niveau 3
1E LEERJAAR School begeleid School onbegeleid Totaal school BPV begeleid BPV onbegeleid Totaal BPV Totaal SBU (min. 1600 p.jr) Waarvan begeleid Waarvan onbegeleid Percentage BPV
18
368 16 384 1280 1280 1664 1648 16 76,9%
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
BIJLAGE II (SUB)EXAMENCOMMISSIES EXAMENCOMMISSIE Voorzitter Secretaris Lid Lid
Dhr. M. Scheweer Dhr. P. Jansma Dhr. D. Hol Mevr. G. Sinnema
SUBEXAMENCOMMISSIES
19
LOCATIE
DRACHTEN
Voorzitter Secretaris Lid Lid
Dhr. P. Goslinga Dhr. H. de Vries Dhr. S. Timmermans Dhr. A. de Voest (Tectum)
LOCATIE
LEEUWARDEN
Voorzitter Secretaris Lid Lid
Dhr. R. Schut Dhr. O. Touwen Dhr. R.R.J.H. Gooijert Dhr. J.W. Hulst
LOCATIE
EMMELOORD
Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid
Mevr. A.L. Oosterhuis Dhr. G. Dijkstra Dhr. A. Brander Dhr. A.H.J. Agaart Dhr. E. Vonk
LOCATIE
SNEEK
Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid Lid
Mevr. M. Roorda Dhr. G.A. van der Weg Dhr. H. Nijholt Dhr. M. Visser Dhr. S. van der Meer Dhr. J. Roest
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT COHORT 2015-2016 INLEIDING Het examenreglement is een verzameling regels, die gaat over procedures en voorschriften rond de totstandkoming, organisatie en beoordeling van examens. Het examenreglement is onderdeel van de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. Het examenreglement geeft geen inzicht in de inhoud van het examen, deze informatie staat in het examenplan van de betreffende opleiding (zie OER). Voor de centrale examinering Nederlands, rekenen en Engels (mbo-4) gelden de regels zoals beschreven op de website van examenbladmbo.nl (onder wet- en regelgeving).
1. RELEVANTE WETSARTIKELEN Het examenreglement vindt zijn basis in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). In dit deel worden wetsartikelen geciteerd of genoemd die direct betrekking hebben op dit reglement. WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) Artikel 7.4.8 1 Het bevoegd gezag zorgt voor en goede organisatie en kwaliteit van het onderwijsprogramma en de examinering. 2 Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat studenten volledig en tijdig worden geïnformeerd over het onderwijsprogramma en de examens. 3 Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat voltijdse beroepsopleidingen aantoonbaar voldoen aan de
eisen van artikel 7.2.7, derde lid. 4 Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de instelling beschikt over een studentenstatuut waarin de rechten en plichten van de studenten zijn opgenomen. 5 De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van de toetsen, het examen of de examenonderdelen. 6 Indien ten aanzien van een beroepsopleiding toepassing is gegeven aan artikel 7.4.4a, dan treedt de examenregeling van de instelling of examen instelling die de examinering verzorgt in de plaats van de examenregeling van de instelling die het onderwijs verzorgt. Artikel 7.5.1 e.v. Deze artikelen gaan over de commissie van beroep voor de examens. Artikel 8.1.1 Dit artikel gaat over toelating tot de onderwijsinstelling en de bevoegdheid om al dan niet als onderwijsvolgende gebruik te mogen maken van de examenvoorzieningen. Artikel 8.1.3 Dit artikel gaat over de onderwijsovereenkomst. Deze overeenkomst heeft niet direct met examens te maken. In het reglement wordt echter een enkele keer naar de onderwijsovereenkomst verwezen.
2. BEGRIPPENLIJST Afnamecondities Assessment Assessor Authenticiteit
Beoordelaar Beoordelingscriterium
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 1
Beschreven voorwaarden en omstandigheden waaronder een exameneenheid wordt afgenomen. Het instrument waarmee studenten – in de praktijk of op school – kunnen aantonen dat zij de vereiste competenties hebben verworven. Beoordelaar die een prestatie van een examenkandidaat beoordeelt op basis van een beoordelingsvoorschrift. 1. Mate waarin kan worden vastgesteld of de prestatie bij een exameneenheid daadwerkelijk van de examenkandidaat afkomstig is. 2. Criterium dat bepaalt of de prestatie van de examenkandidaat bij een exameneenheid geleverd is in een relevante beroepscontext. Beoordeelt een prestatie van een examenkandidaat op basis van een beoordelingsvoorschrift. Criterium aan de hand waarvan de beoordeling plaatsvindt.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
Beoordelingsvoorschrift
Beroepspraktijkvorming
Beroepsprocedure
Betrouwbaarheid Bevoegd gezag Bezwaarprocedure
Certificaat
Certificeerbare eenheid
Cesuur
Cohort Competentie
College van Bestuur Commissie van Beroep voor examens
Constructeur Dekkingsgraad Diploma Diploma-eisen Educatie EVC Examen
Examenbureau
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 2
Document waarin is voorgeschreven op grond waarvan een prestatie van een examenkandidaat met een bepaalde score moet worden gewaardeerd. Dat deel van de beroepsopleiding dat in de praktijk van het beroep wordt uitgevoerd. Het kan bestaan uit één of meer praktijkperioden, al dan niet in een reëel dienstverband. Wettelijk geregelde procedure langs welke de examenkandidaat bij een Commissie van beroep voor examen in beroep kan gaan tegen een uitspraak van de Examencommissie. Aan een beroepsprocedure kan een bezwaarprocedure vooraf gaan. Mate waarin men erop kan vertrouwen dat het resultaat van een examen consistent , nauwkeurig en reproduceerbaar is. Het Bestuur van de Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland/Flevoland te Leeuwarden. Procedure langs welke de examenkandidaat bij de subxamen commissie bezwaar kan aantekenen over de gang van zaken rondom examinering. Een (door overheid en bedrijfsleven) erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat een met een certificeerbare eenheid corresponderend deel van een opleiding met goed gevolg is doorlopen. Deel van de werkzaamheden in een bepaald beroep dat binnen een kwalificatiedossier apart wordt onderscheiden wanneer dat deel arbeidsmarktrelevatie heeft. Grens tussen de hoogste score waaraan een onvoldoende wordt toegekend en de laagste score waaraan een voldoende wordt toegekend. Groep examenkandidaten die op basis van hetzelfde kwalificatiedossier en hetzelfde examenplan, examen aflegt. Een samenhangend geheel van vaardigheden, kennis, attituden en inzicht, dat een beroepsbeoefenaar nodig heeft om een bij zijn of haar rollen en verantwoordelijkheden passende taak in de praktijk uit te oefenen in overeenstemming met de proces- en producteisen. Eén of meer leden van het College van Bestuur ROC Friese Poort. Onafhankelijke commissie, ingesteld door het bevoegd gezag, die het beroep behandelt dat door een examenkandidaat is ingesteld tegen een uitspraak van de subexamencommissie of het team/de beoordelaar. Persoon die examens ontwikkelt of samenstelt. Mate waarin de te behalen onderdelen van de kwalificatie opgenomen zijn in het examenplan. Krachtens de wet erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat de eigenaar een omschreven kwalificatie behaald heeft. Geheel aan vereisten waaraan studenten moeten voldoen om een diploma te behalen. Educatie is gericht op het bevorderen van de persoonlijke ontplooiing ten dienste van het maatschappelijk functioneren van volwassenen. Erkenning verworven competenties. Door een daartoe bevoegde instantie ingesteld onderzoek naar kennis, houding en vaardigheden, die de examenkandidaat zich op grond van de diploma-eisen moet hebben eigen gemaakt en de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek aan de hand van beoordelingscriteria en beslisregels. Organisatorische eenheid binnen de onderwijsinstelling die zich onder verantwoordelijkheid van een hoofd examinering bezighoudt met het logistieke en administratieve proces van de examinering en diplomering.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
Examencommissie Examendeelnemer Examendossier
Exameninstelling Exameninstrument
Examenkandidaat Examenleverancier Examenplan
Examenreglement Examenvorm Gesimuleerde examenomgeving
Handboek examinering
Herkansing Inschrijving Kenbaarheid Kerntaken
Kwalificatie
Kwalificatieniveau
Leerweg
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 3
De commissie die verantwoordelijk is voor examinering en diplomering binnen de instelling. Het College van Bestuur benoemt de leden. Een persoon die is ingeschreven bij een instelling, (uitsluitend) voor deelname aan (extraneus) examenactiviteiten. Totaal van examengerichte resultaten en onderliggende bewijsstukken op grond waarvan kan worden besloten over diplomering van de examenkandidaat. Instelling die wettelijk bevoegd is om examens, examenonderdelen en/of exameneenheden uit te voeren. Concrete uitwerking van een exameneenheid die wordt gebruikt om de prestaties van de examenkandidaat te beoordelen. Deze bestaat in ieder geval uit een vastgestelde set van: - Opdracht(en) met bijbehorende afnamecondities; - Instructie voor de examenkandidaat; - Criteria en instructie voor beoordelaars en andere betrokkenen; - Beoordelingsmodel, beoordelingscriteria en de cesuur. Persoon die deelneemt aan een examen. Instantie die examens (-onderdelen/-eenheden) levert. Overzicht van examenonderdelen en – eenheden die per kwalificatie per cohort ingezet worden voor een kwalificerende beoordeling. Dit betreft zowel informatie over de examenvormen en de planning als beslisregels om te komen tot de uitslag. Formele regels en afspraken die gelden bij examinering en diplomering. Wijze waarop een examen wordt afgenomen. Omgeving waar een examen wordt afgenomen die lijkt op de beroepspraktijk, maar hiervan afwijkt doordat de examencondities zijn vastgesteld en worden beheerst. Document waarin ten behoeve van de direct bij de examinering betrokkenen alle relevante processen, procedures en verantwoordelijkheden met betrekking tot de examinering zijn weergegeven. Een herkansing is de mogelijkheid om een examen opnieuw te maken. De inschrijving van studenten, die door het College van Bestuur zijn toegelaten tot de onderwijsinstelling. Het principe waarbij iedereen die betrokken is bij examens op tijd alle informatie op toegankelijke wijze ter beschikking heeft. Kerntaken omschrijven de essentie van wat een beginnend beroeps beoefenaar kan bij de start op de arbeidsmarkt. De verrijkte kerntaken staan in het kwalificatiedossier. Een kwalificatie is een geheel aan kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen, dat voor de uitoefening van een beroep, verdere studie en/of het maatschappelijk functioneren vereist wordt. Kwalificaties zijn primair afgeleid van beroepsprofielen, instroomprofielen van het vervolgonderwijs en maatschappelijke en culturele situaties en worden geformuleerd door de sociale partners. Een aanduiding van het niveau van beroepsuitoefening, gebaseerd op de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer, dat de gediplomeerde heeft bereikt. De WEB onderscheidt 4 kwalificatieniveaus: - Entreeopleiding - niveau 2: basisberoepsopleiding - niveau 3: vakopleiding - niveau 4: middenkaderopleiding en specialistenopleiding De opleidingen kunnen worden verzorgd in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en de beroepsopleidende leerweg (bol). Bij het vaststellen van de inhoud bepaalt de minister in welke leerweg of leerwegen de opleiding kan worden verzorgd.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
Methodenmix
OER Onderwijsovereenkomst
Onderwijsinstelling Opleiding Portfolio
Praktijkbeoordelaar
Praktijkovereenkomst
Praktijkexamen Proeve van bekwaamheid Student Studiejaar Studielast
Subexamencommissie
Surveillant Transparantie Validiteit Vaststeller Vaststellingscommissie
Verificatie Weging Wettelijke beroepsvereisten
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 4
Samenhangend stelsel van verschillende examenvormen dat in zijn geheel een valide en betrouwbaar oordeel oplevert over de bekwaamheid van de te kwalificeren examenkandidaat. Onderwijs- en examenregeling. Een overeenkomst tussen student en College van Bestuur, die ten grondslag ligt aan de inschrijving. De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen tussen instelling en student. Een organisatie die bevoegd is certificaten of diploma’s van de landelijke kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs uit te reiken. Een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op het behalen van een diploma. In het portfolio neemt de student bewijsstukken op die aangeven (bewijzen) dat hij de betreffende kerntaak/werkproces uit kan voeren in een bepaalde beroepscontext. Mogelijke bewijsstukken zijn: door de begeleider of praktijkopleider ondertekende documenten waaruit blijkt dat de student een kerntaak/werkproces uitgevoerd heeft volgens de daarvoor geldende criteria, foto’s, reflectieverslagen, brieven, commentaren van collega’s enzovoort. Beoordelaar die een prestatie van een examenkandidaat in de beroepspraktijk of in een gesimuleerde beroepsomgeving beoordeelt op basis van een beoordelingsvoorschrift. De praktijkovereenkomst vormt de grondslag voor de beroepspraktijk vorming. De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van partijen en omvat bepalingen met betrekking tot inhoud, begeleiding en beoordeling. Examen van praktijkvaardigheden in een leer‑ of stagebedrijf of een examencentrum. Een instrument waarmee studenten – in de praktijk of op school – kunnen aantonen dat zij de vereiste competenties hebben verworven. Een student is een persoon, die zich met het oog op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat inschrijven bij een onderwijsinstelling. Een normatief studiejaar bestaat uit veertig weken van elk veertig uren, waaronder begrepen de beroepspraktijkvorming. De studielast van elke opleiding wordt uitgedrukt in normatieve studiejaren. De normatieve studielast is de studielast die een student gemiddeld geacht wordt nodig te hebben om de opleiding te voltooien. Is namens de examencommissie belast met de uitvoerende taken die voortvloeien uit de ontwikkeling, vaststelling, planning en afname, beoordeling en uitslag van examens. Iemand die bij afname van examens toezicht houdt. Mate waarin betrokkenen een helder beeld hebben van hoe het examen er uit ziet en hoe het wordt uitgevoerd en beoordeeld. Mate waarin een examen meet wat deze beoogt te meten. Persoon die de bevoegdheid heeft de toetstechnische kwaliteit van exameneenheden vast te stellen. Commissie die, onder verantwoordelijkheid van de examencommissie, de taak heeft om examens te borgen op hun toetstechnische kwaliteit (o.a. validiteit en betrouwbaarheid). Vaststellen van voorlopige examenuitslagen. Zwaarte van een examen (onderdeel) in het examenprogramma. In wet- en/of regelgeving vastgelegde eisen waaraan de beginnen beroepsbeoefenaar uitvoering moet kunnen geven om het beroep te mogen uitvoeren.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
3. REGELS RONDOM EXAMINERING 1. DE REGELING VAN DE EXAMENS Artikel 1.1 Begrippenlijst en bijlagen De begrippenlijst en de bijlagen zijn een onderdeel van het examenreglement. Bijlage I en II over aangepaste examens en het examenreglement voor centrale examens taal en rekenen zijn te vinden op de ELO. Artikel 1.2 Toegang en toelating lid 1: Degenen die aan een onderwijsinstelling als student zijn toegelaten, hebben toegang tot de examenvoorzieningen. lid 2: Degenen die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wensen te worden toegelaten, kunnen zich als examendeelnemer in laten schrijven. Artikel 1.3 Aanwezigheid Kandidaten zijn verplicht deel te nemen aan de examens waarvoor zij zijn ingeschreven. lid 3: Artikel 1.4 Vrijstellingen De subexamencommissie kan op verzoek van de betrokkene op basis van vooropleiding of ervaring, vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of meer examenonderdelen. De subexamencommissie baseert zich bij het verlenen van vrijstellingen op de richtlijnen opgesteld door het domein (beroepsgericht; op te vragen bij de opleidingsmanager van de opleiding) en de examencommissie (generiek; in te zien op de ELO). Artikel 1.5 Onderwijs- en examenregeling Gegevens met betrekking tot de inhoud en organisatie van de examens worden in de onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding bekend gemaakt. Artikel 1.6 Fraudebepalingen lid 1: De subexamencommissie kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van examinering onregelmatigheden plegen. lid 2: Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: - plagiaat (woorden, gedachten, analyses, redeneringen, afbeeldingen, technieken, computerprogramma’s enz. die van een ander afkomstig zijn, maar die bedoeld of onbedoeld gepresenteerd worden als eigen werk) - fraude, waaronder: a. tijdens het examen in het bezit zijn van hulpmiddelen waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan;
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 5
lid 4:
b. tijdens het examen afkijken of, binnen of buiten de examenruimte uitwisselen van informatie; c. zich tijdens het examen uitgeven voor iemand anders; d. zich tijdens het examen door iemand anders laten vertegenwoordigen; e. zich voor de datum of het tijdstip waarop het examen zal plaatsvinden, in het bezit stellen van de opgaven van het desbetreffend examen; - het niet opvolgen van instructies van surveillanten. Verder staat het ter beoordeling van de subexamencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel. Indien kandidaten tegen wie maatregelen zijn getroffen beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep, wordt het College van Bestuur schriftelijk in kennis gesteld van de getroffen maatregelen. De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn: - ongeldigheidverklaring van de uitslag van het betreffende examen; - uitsluiting van (verdere) deelname aan het betreffende examen.
Artikel 1.7 Toezicht De Inspectie van het Onderwijs houdt namens de minister toezicht op het onderwijs en de examinering. Artikel 1.8 Uitslag De uitslag van elk examenonderdeel wordt door het team binnen twintig schooldagen na afname van het examenonderdeel definitief vastgesteld en aan de kandidaten bekend gemaakt. Het team kan besluiten van deze termijn af te wijken en maakt dit voor het examen aan de kandidaten bekend. Ook bij afname van examens door externe instellingen kan van deze termijn afgeweken worden. Voor de uitslagen van generieke examens Nederlands, rekenen en Engels (mbo-4), gelden andere termijnen (zie examenbladmbo.nl). Artikel 1.9 Bezwaar/beroep Examenkandidaten kunnen tegen de uitslag van examenonderdelen en tegen maatregelen als bedoeld in artikel 1.6 lid 4 bezwaar aantekenen volgens de regels van Artikel 5.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
Artikel 1.10 Uitslagregels lid 1: Per examen wordt door het team vastgesteld of een student daarvoor geslaagd is of niet. De eindwaardering wordt minimaal weergegeven in 3-puntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed), maar een tussenliggende puntsschaal mag ook, of in één van de volgende cijfers:
10 9 8 7 6 lid 2:
lid 3:
lid 4:
= uitmuntend = zeer goed = goed = ruim voldoende = voldoende
5 4 3 2 1
= bijna voldoende = onvoldoende = ruim onvoldoende = slecht = zeer slecht
Een student heeft een examen met goed gevolg afgerond indien de eindbeoordeling afgerond een 6 of hoger is, of is uitgedrukt in het begrip “voldoende”, “ruim voldoende”, “goed”, “zeer goed” of “uitmuntend”. Een student is geslaagd voor de opleiding indien aan alle eisen, noodzakelijk voor het behalen van het diploma, is voldaan (diploma-eisen). Indien gebruik wordt gemaakt van cijfers, worden de deelcijfers vastgesteld op één decimaal. Eindcijfers worden vastgesteld op een heel getal. Bij afronding worden breuken van een half of meer naar boven afgerond en breuken van minder dan een half naar beneden. In geval van afname door externe instellingen kan van deze regeling afgeweken worden.
Artikel 1.11 Het herkansen van examens Praktijkexamen Een student heeft, gedurende de opleiding, recht op herkansing van het praktijkexamen (d.w.z. een examen in de praktijk of een praktijksimulatie op school), waarbij de student van de eerstvolgende herkansingsmogelijkheid gebruik moet maken. Wanneer een examen uit meerdere onderdelen bestaat, geldt herkansing van één onderdeel als herkansingsmogelijkheid voor het hele examen, tenzij de onderdelen apart benoemd worden in het examenplan. Overige examens Een student heeft, gedurende de opleiding, recht op twee herkansingen van een examen, anders dan een praktijkexamen, waarbij de student van de eerstvolgende herkansingsmogelijkheid gebruik moet maken Artikel 1.12 Beroepspraktijkvorming Het team beoordeelt of de betreffende kerntaken/ werkprocessen zijn behaald. Het team betrekt het
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 6
oordeel van het opleidend bedrijf of de opleidende organisatie bij haar beoordeling. Bij een onvoldoende beoordeling van de BPV, kan de student eenmalig in aanmerking komen voor een verlenging van een gehele BPV-periode of een deel daarvan. De duur van de verlenging hangt af van het onderwerp/onderdeel waarop de student onvoldoende resultaat behaald heeft. Een BPV periode mag eenmalig verlengd worden tot maximaal 10 weken. De verlenging mag de duur van de reguliere BPV periode waar een onvoldoende voor behaald is in ieder geval niet overschrijden (vb. reguliere BPV duur 8 weken, dan verlenging maximaal 8 weken, minder mag ook; reguliere BPV 15 weken, verlenging maximaal 10 weken). Artikel 1.13 Diploma, certificaten en resultatenlijst Een diploma met resultatenlijst wordt uitgereikt aan een student die geslaagd is voor alle examens die behoren bij de opleiding en voldaan heeft aan de overige diploma-eisen. De examen- en diploma-eisen zijn beschreven in de OER van de betreffende opleiding. In sommige gevallen is het mogelijk om voor bepaalde onderdelen een certificaat te ontvangen, als dit het geval is, staat dit in het desbetreffende kwalificatiedossier. Artikel 1.14 Onvoorziene omstandigheden In geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist het College van Bestuur in samenspraak met de examencommissie.
2. DE ORGANISATIE VAN DE EXAMENS Artikel 2.1 Examencommissie Het College van Bestuur stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens per domein een examencommissie samen, en bestaat minimaal uit een voorzitter van een domein, een onderwijskundige en een kwaliteitszorgmedewerker. De taken van de examencommissie zijn uitgewerkt in het Handboek Examinering ROC Friese Poort. Een aantal taken van de examencommissie wordt uitgevoerd door de subexamencommissies op de vestigingen. Artikel 2.2 Bekendmaking Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van de examens worden in de examenprogrammering van de opleiding bekend gemaakt. Artikel 2.3 Wijze van aanmelding Studenten die staan ingeschreven voor een opleidingstraject zijn automatisch aangemeld voor de bijbehorende examens.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
Artikel 2.4 Hulpmiddelen Voorafgaand aan de afname van het examen ontvangt de student informatie over de hulpmiddelen die eventueel bij het examen gebruikt mogen worden. Artikel 2.5 Surveillant Het team wijst de surveillant(en) aan. Artikel 2.6 Oproep Tenminste vijf schooldagen voor de vastgestelde examendatum worden studenten op de hoogte gesteld van tijdstip, plaats en examenonderdeel. Artikel 2.7 Overmacht Indien een student door overmacht niet in staat is om aan het examen deel te nemen, blijft deze kans bestaan. De subexamencommissie bepaalt in welke gevallen er sprake is van overmacht. Artikel 2.8 Begin- en eindtijd Een student die te laat komt, kan tot uiterlijk 15 minuten na het verstrekken van de examenopgaven tot het examen worden toegelaten. De eindtijd van het examen is voor een laatkomer gelijk aan die van de overige studenten. De subexamencommissie kan hier van afwijken, maar maakt dit bij de aankondiging van het examen bekend. Artikel 2.9 Afwikkeling van de examinering De gang van zaken voor, tijdens en na de examinering is omschreven in het Handboek Examinering ROC Friese Poort. Artikel 2.10 Inzagerecht, bewaartermijn en recht op bespreking De kandidaat mag het gemaakte examen en de beoordeling inzien en de beoordelaar vragen om uitleg bij de uitslag van het examen. Beoordelingsformulieren, gemaakt werk en andere examendocumenten worden, indien aard en omvang dat toelaten, door het examenbureau bewaard tot 12 maanden na de vaststelling van diplomering. Na afloop van deze periode wordt het materiaal vernietigd. Artikel 2.11 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 7
Artikel 2.12 Afwijkende examinering lid 1: Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan de subexamencommissie toestaan dat een examen in afwijkende vorm (op andere wijze, plaats of tijdstip) wordt afgenomen (zie bijlage 1). De afwijkende vorm moet voldoen aan de technische eisen zoals validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende examenvorm mogen niet anders zijn dan de doelstellingen en het niveau van het oorspronkelijke examen. lid 2: Als een student een afwijkende examinering wenst, moet hij dat schriftelijk aanvragen bij de betreffende subexamencommissie. De student stelt het verzoek tot afwijkende examinering op in samenspraak met de studieloopbaanbegeleider (of ander lid van het opleidingsteam) en eventueel in overleg met een medewerker van Bureau TAB. In het verzoek wordt een aanpassing voorgesteld qua vorm, plaats of tijdstip van het examen. Bij het verzoek wordt, indien mogelijk, een verklaring gevoegd van een arts, psycholoog of orthopedagoog, of een audiologisch/diagnostisch onderzoek van een erkend instituut waaruit blijkt dat de uitvoering op de gewenste wijze noodzakelijk is. De subexamencommissie kent de afwijkende examinering toe en legt de verklaring vast in een dossier dat gebruikt en geraadpleegd kan worden. De subexamencommissie verstrekt de student een schriftelijk bewijs van het besluit over zijn verzoek. lid 3: De student kan een verzoek indienen bij de subexamencommissie om een verslag van de beroepspraktijkvorming of afstudeerverslag in het Fries te schrijven. De subexamencommissie willigt dit verzoek in indien: - een begeleidende docent de Friese taal voldoende beheerst; - er een regeling getroffen is voor correctie op het taalgebruik; - het BPV-bedrijf of externe opdrachtgever hiertegen geen bezwaar heeft; - er een samenvatting in het Nederlands wordt toegevoegd. Student en beoordelaar kunnen bij mondelinge examens overeenkomen ieder voor zich of beiden het Fries in plaats van het Nederlands te hanteren.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
3. DE RICHTLIJNEN VOOR DE INHOUD VAN DE EXAMENS Artikel 3.1 Vaststelling van de examens De vaststellingscommissie stelt de examens vast. Artikel 3.2 Inhoud en vorm van de examens De doelen en de vorm van elk examenonderdeel worden tijdig aan de student bekend gemaakt. Artikel 3.3 Kerntaken/werkprocessen Het examen gaat de omvang van de kerntaken en werkprocessen niet te buiten. Artikel 3.4 Spreiding Spreiding van de examenonderdelen over de kerntaken/werkprocessen wordt tijdig aan de student kenbaar gemaakt. Artikel 3.5 Moeilijkheidsgraad Elk examenonderdeel dat gebaseerd is op bepaalde kerntaken/werkprocessen, heeft een zoveel mogelijk vergelijkbare moeilijkheidsgraad als elk volgend examenonderdeel met dezelfde doelen, ongeacht de doelgroep waarvoor dit examenonderdeel bestemd is en ongeacht de vorm waarin dit examenonderdeel gesteld is. Artikel 3.6 Duur van examenafname De duur van elk examen wordt tijdig bekend gemaakt.
4. DE RICHTLIJNEN VOOR DE BEOORDELING VAN DE EXAMENS Artikel 4.1 Objectiviteit Elke student wordt objectief beoordeeld. Artikel 4.2 Gelijkheid Elke student wordt aan de hand van dezelfde normen op gelijke wijze beoordeeld. Artikel 4.3 Beoordelingscriteria Elke student wordt beoordeeld aan de hand van normen die vastgelegd zijn in een beoordelingsvoorschrift. Artikel 4.4 Motivering Beoordelaars moeten hun beoordeling kunnen motiveren. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria.
5. BEZWAAR EN BEROEP Artikel 5.1 Bezwaar en beroep Een student kan tegen een beslissing van het team of van een beoordelaar bezwaar in dienen bij de
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 8
subexamencommissie van betreffende opleiding. Tegen de beslissing van de subexamencommissie op het bezwaarschrift kan vervolgens beroep worden aangetekend bij de Commissie van Beroep voor de Examens. De student kan ook rechtsreeks beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Artikel 5.2 De bezwaarprocedure lid 1: Een student kan tegen een beslissing van het team of van een beoordelaar bezwaar aantekenen bij de subexamencommissie van de betreffende opleiding. lid 2: De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt vijf volledige schooldagen, te rekenen vanaf het moment waarop de student van de beslissing in kennis wordt gesteld. lid 3: Bezwaarschriften worden schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de subexamencommissie. Het moment waarop het bezwaarschrift aan de voorzitter wordt verzonden, wordt aangemerkt als het moment waarop het bezwaarschrift wordt ingediend. lid 4: Het bezwaarschrift moet voldoen aan de voorwaarden zoals vastgelegd in het reglement Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor de interne commissies voor bezwaar en beroep (zie ELO). lid 5: De subexamencommissie kan voor de behandeling van het bezwaarschrift een hoorzitting vaststellen, maar is ook bevoegd om het bezwaar schriftelijk af te handelen. lid 6: Tenzij in de voorgaande bepalingen daarvan expliciet is afgeweken, geldt voor de behandeling van ingediende bezwaarschriften het reglement Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor de interne commissies voor bezwaar en beroep, met uitzondering van artikel 2. lid 7: Als de student het niet eens is met de beslissing van de subexamencommissie op zijn bezwaarschrift, kan hij tegen de uitspraak van de subexamencommissie beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Artikel 5.3 De interne Commissie van Beroep voor de Examens De interne Commissie van Beroep voor de Examens bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en twee leden. Alle leden worden benoemd door het College van Bestuur van de instelling. In afwijking van artikel 2 lid 2 van het reglement Algemene Bepalingen worden alle leden van deze commissie benoemd voor een periode van drie jaar. Na afloop van deze termijn zijn zij herbenoembaar.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
Artikel 5.4 De taak van de Commissie van Beroep voor de Examens. De commissie is belast met de beoordeling van beroepschriften tegen beslissingen van de subexamencommissie of van het team/de beoordelaar ten opzichte van examenkandidaten. Artikel 5.5 De beroepsprocedure lid 1: Beroepschriften worden ingediend bij het College van Bestuur. Na ontvangst worden de beroepschriften voorzien van een dagstempel en onmiddellijk doorgestuurd naar de Commissie van Beroep voor de Examens. Het moment waarop het beroepschrift aan het College van Bestuur wordt verzonden, wordt aangemerkt als het moment waarop het beroepschrift wordt ingediend. lid 2: Het beroepschrift moet voldoen aan de voorwaarden zoals vastgelegd in het reglement Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor de interne commissies voor bezwaar en beroep. lid 3: De termijn waarbinnen een zaak aan de commissie moet worden voorgelegd, de termijn waarbinnen de commissie beslist, de mogelijke inhoud van de beslissing, de personen of organen die een exemplaar van de beslissing moeten ontvangen, de mogelijkheid van een voorlopige voorziening of de mogelijkheid van een herziening van de beslissing van de commissie, zijn geregeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (hoofdstuk 7, titel 5: commissie van beroep voor de examens). lid 4: De leden van de subexamencommissie en de betrokken beoordelaar(s)/het team verstrekken aan de commissie alle inlichtingen die de commissie voor de uitoefening van haar taak noodzakelijk acht. lid 5: Tenzij in de voorgaande artikelen daarvan expliciet is afgeweken, geldt voor de behandeling van ingediende beroepschriften het reglement Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor de interne commissies voor bezwaar en beroep.
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 9
ADRESSEN BEZWAARSCHRIFT: ROC Friese Poort Sneek Aan de voorzitter van de subexamencommissie
(Economie en Dienstverlening; Zorg en Welzijn; Techniek en Vormgeving; UB, UV en Entreeopleiding) Postbus 184 8600 AD Sneek
ROC Friese Poort Drachten Aan de voorzitter van de subexamencommissie (Economie en Dienstverlening; Zorg en Welzijn; Techniek en Vormgeving; UB, UV en Entreeopleiding) Postbus 15 9200 AA Drachten
ROC Friese Poort Leeuwarden Aan de voorzitter van de subexamencommissie (Economie en Dienstverlening; Zorg en Welzijn; Techniek en Vormgeving; UB, UV en Entreeopleiding) Postbus 6090 8902 HB Leeuwarden
ROC Friese Poort Emmeloord Aan de voorzitter van de subexamencommissie (Economie en Dienstverlening; Zorg en Welzijn; Techniek en Vormgeving; UB, UV en Entreeopleiding) Postbus 118 8300 AC Emmeloord
BEROEPSCHRIFT: Aan de Commissie van Beroep voor de Examens P/a College van Bestuur Postbus 140 8900 AC Leeuwarden
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
BIJLAGE BIJ EXAMENREGLEMENT: AFWIJKENDE EXAMINERING INLEIDING In artikel 2.12 van het examenreglement wordt voorzien in de mogelijkheid van afwijkende examinering voor enkele specifieke doelgroepen. Hieronder verstaan we studenten met een handicap, langdurig zieken, topsporters en studenten die leerstoornissen hebben of last van examenvrees. In deze bijlage worden de richtlijnen beschreven die ROC Friese Poort hanteert met betrekking tot aangepaste examens voor deze groep studenten. ROC Friese Poort hanteert de volgende uitgangspunten ten aanzien van aangepaste examinering voor studenten met een beperking: 1. Opleidingen stellen op verantwoorde wijze vast of een student met een beperking over de in het kwalificatiedossier aangegeven competenties beschikt. 2. Aanpassingen mogen er niet toe leiden dat het eindresultaat van de opleiding voor een student met een beperking van minder waarde is dan voor iemand zonder beperking. 3. Zolang de aanpassingen voor onderwijs en examens niet strijdig zijn met de uitstroom eisen, is er voldoende ruimte voor eventuele aanpassingen. 4. De examinering is voor alle studenten gelijkwaardig, maar behoeft niet op gelijke wijze plaats te vinden. 5. Afspraken met betrekking tot hulpmiddelen, aanpassingen en begeleiding in relatie met het te volgen onderwijs, waaronder de beroepspraktijkvorming en de examinering, moeten worden vastgelegd en gearchiveerd in een dossier dat gebruikt en geraadpleegd kan worden. De gemaakte afspraken met de student zijn dan in principe geldig gedurende de hele opleiding. 6. Gegeven de grote variatie aan beperkingen en de verschillen tussen opleidingen, is het niet doenlijk een vast stramien voor het bepalen van wel of niet toelaatbare aanpassingen te ontwerpen. Aanpassingen zijn altijd maatwerk en verschillen per student met een beperking. De verantwoordelijkheid voor het toekennen van aanpassingen ligt bij de subexamencommissie van de opleiding 7. De WEB schrijft niet voor dat aanpassingen van examens voor beroepsopleidingen moeten worden gemeld bij de inspectie van het onderwijs.
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 10
Bij het bepalen van mogelijke aanpassingen bij xaminering van een student met een beperking, e zijn voor de subexamencommissie richtlijnen geformuleerd. Dit is geen uitputtende opsomming en aanvullingen zijn altijd mogelijk. Voor het nader bepalen van de mogelijkheden met betrekking tot aangepaste examinering kan advies worden ingewonnen bij specialisten van Bureau TAB.
RICHTLIJNEN De richtlijnen ten aanzien van aangepaste examinering zijn gerubriceerd naar: - Aanpassingen in het algemeen - Handicap en chronische ziekte - Leerstoornissen - Examen- en beoordelingsvrees
AANPASSINGEN IN HET ALGEMEEN In deze paragraaf is een aantal mogelijke aanpassingen in kernwoorden aangegeven.
ALGEMENE AANPASSINGEN Verlenging examentijd. Gebruik van speciale hulpmiddelen (bv. leesloep, doventolk). Aanpassing van examendocumenten (bv. braille, grootletterdruk, diskette, geluidsdragers). Aanpassing van de examenlocatie (bv. aparte ruimte gebruiken, verandering van de inrichting). Aanpassing van de wijze van examineren (bv. schriftelijk i.p.v. mondeling of vice versa). Aanpassing van het examenmoment (bv. minder examens op één dag, ander tijdstip). Computeraanpassingen (apparatuur en programmatuur). Rekening houden met de Bereikbaarheid, Toegankelijkheid en Bruikbaarheid (BTB) van de examenlocatie (denk aan studenten in een rolstoel, akoestiek gebouw, lichtinval, e.d.). Extra zorg m.b.t. tijdig informeren over exameninstrumenten, duidelijke mededelingen bij wijzigingen, duidelijkheid in structuur en aanpak in het algemeen. Assistentie bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL-assistentie) (bv. voor toiletgebruik, klaarleggen en gebruik materiaal).
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
HANDICAP EN CHRONISCHE ZIEKTE In deze paragraaf is een aantal mogelijke aanpassingen opgenomen van de meest voorkomende beperkingen binnen ROC Friese Poort. Het uitgangspunt voor het toekennen van mogelijke aanpassingen is, dat de student door middel van een verklaring van een deskundige kan aantonen dat er sprake is van een beperking. Adviezen van een deskundige worden (daar waar mogelijk) opgevolgd.
VISUEEL Blind
Slechtziend
Kleurenblind
Examenopgaven op diskette aanleveren voor omzetting met bijv. brailleleesregel op de computer. Rekening houden met omgevingsgeluiden. Mondeling examen i.p.v. schriftelijk. Examentijdverlenging. Examenopgaven aanleveren in grootletterdruk. Examenopgaven op diskette aanleveren en toets op de computer maken. Mondeling beoordeling i.p.v. schriftelijk. Gebruik maken van een leesloep. Rekening houden met lichtinval in examenruimte (wijziging verlichting). Examentijdverlenging. Nummercodering voor kleuren (bv. rood = 1, blauw = 2, enz).
AUDITIEF Doof
Slechthorend
Gebruik maken van een doventolk/audiotolk. Schriftelijk beoordeling i.p.v. mondeling. Examentijdverlenging. Gebruik maken van soloapparatuur. Gebruik maken van doventolk/audiotolk. Schriftelijk beoordeling i.p.v. mondeling. Examentijdverlenging.
De onderstaande opsomming (categorie: motorisch, chronische ziekte en overigen) is lang niet volledig en dient te worden gezien als voorbeelden uit deze categorieën. Er valt ook niet altijd precies aan te geven welke aanpassing noodzakelijk is. Het betreft altijd maatwerk en gebruik daar waar mogelijk is het advies en de richtlijn die door een specialist, behandelaar en/of deskundige wordt gegeven!
MOTORISCH (BV. BIJ LOPEN, STAAN, BEWEGEN, FIJNE MOTORIEK, RUGKLACHTEN, E.D.) Stoornis arm-/handfunctie Stoornis beenfunctie Rugklachten
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 11
Exameninstrument maken op de computer. Examentijdverlenging. Aanpassing van de examenlocatie (bv. bij studenten in een rolstoel). Andere examenopstelling bij praktijkopdrachten. Aangepast meubilair.
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
CHRONISCHE ZIEKTE (BIJV. ASTMA, NIERAANDOENING, DIABETES, STOFWISSELINGSZIEKTE, MS, ME, ALLERGIE, ENZ.) Aandoening luchtwegen Nieraandoening Diabetes Chronische vermoeidheid (bijv. bij ME, MS, whiplash)
Goede luchtconditie examenruimte. Ander examenmoment i.v.m. dialyseren. Tijdens beoordeling eten en/of drinken toestaan. Rustruimte ter beschikking stellen.
OVERIGE Autisme Epilepsie Aangeboren hersenletsel / niet aangeboren hersenletsel / ADHD/ADD Psychische problemen (in behandeling geweest) Moeilijk lerend (MLK, LOM) Spraak- en taalproblemen
Persoonlijke (beoordeling)instructie. Prikkelarme omgeving Zie tevens aandachtspunten bij examen- en beoordelingsvrees. Prikkelarme omgeving. Student vooraan in het lokaal laten zitten. Zie tevens aandachtspunten bij leerstoornissen. Nader te bepalen (het betreft altijd maatwerk). Nader te bepalen (het betreft altijd maatwerk). Examentijdverlenging bij mondeling beoordeling bij (extreem) stotteren.
LEERSTOORNISSEN In deze paragraaf zijn mogelijke aanpassingen opgenomen van de twee meest voorkomende leerstoornissen: dyslexie en dyscalculie. Het uitgangspunt voor het toekennen van mogelijke aanpassingen bij deze leerstoornissen is, dat er via de weg van de onderkennende diagnostiek deelonderzoeken zijn afgenomen bij de student waarin symptomen van leerstoornissen beschreven worden. Voortkomend uit de diagnose kan een advies volgen voor het nemen van bepaalde maatregelen met betrekking tot examinering.
DYSLEXIE Examentijdverlenging van 30% - 50%. Examenopgaven in grootletterdruk. Examenopgaven op cassettebandje (de zgn. leesmeetmethode). Gebruik van tekstverwerker (met spellingcontrole). Spellingfouten niet meerekenen. Gebruikmaken van oplossingsschema’s/steunkaarten door de vakdocent verstrekt. Mondeling i.p.v. schriftelijk (evt. mondelinge herkansing). Lay-out in lettertype (punt 12) ‘Times New Roman’ (geschikt lettertype voor dyslectici). Mondelinge toelichting na het schriftelijk examen (recht op nabespreking). Aanpassing van het examenmoment (niet twee beoordelingen op één dag, geen examendagen direct op elkaar volgend). Aparte ruimte gebruiken (evt. opgaven voorlezen in een apart lokaal) (evt. ‘take home’ beoordelingen). Bij voorkeur geen multiple choice vragen. Stimulerende houding surveillant: erkenning van de leerstoornis. Andere maatregelen, samenhangend met de specifieke vorm van dyslexie, zoals vastgelegd in het onderzoeksverslag of maatregelen die zijn vermeld in een psychodiagnostisch onderzoeksverslag van de student.
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 12
< INHOUDSOPGAVE
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING COHORT 2015
DYSCALCULIE Examentijdverlenging van 30% - 50%. Opgaven in verzorgde lay-out. Lay-out in lettertype (punt 12) ‘Times New Roman’. Opgaven op cassetteband. Gebruikmaken van oplossingsschema’s/steunkaarten door de vakdocent verstrekt. Mondelinge toelichting na het schriftelijk examen. Aanpassing van het examenmoment (niet twee toetsen op één dag, geen toetsdagen direct op elkaar volgend). Stimulerende houding surveillant: erkenning van de leerstoornis. Andere maatregelen, samenhangend met de specifieke vorm van dyscalculie, zoals vastgelegd in het onderzoeksverslag of maatregelen die zijn vermeld in een psychodiagnostisch onderzoeksverslag van de student.
ANDERE LEERSTOORNISSEN Maatregelen, samenhangend met de specifieke vorm van de leerstoornis.
EXAMEN- EN BEOORDELINGSVREES In deze paragraaf zijn de mogelijke aanpassingen opgenomen voor studenten met examen- en beoordelingsvrees. Het uitgangspunt voor het toekennen van mogelijke aanpassingen bij examen- en beoordelingsvrees is, dat de student door middel van een verklaring van een psychodiagnostisch geschoolde psycholoog, orthopedagoog of een daartoe binnen ROC Friese Poort bevoegde functionaris, kan aantonen dat de diagnose examen- en beoordelingsvrees is gesteld. Voortkomend uit de diagnose kan een advies volgen voor het nemen van bepaalde maatregelen met betrekking tot examinering.
EXAMEN- EN BEOORDELINGSVREES Examentijdverlenging. Student mag de beoordeling in een aparte ruimte maken. Student mag een koptelefoon gebruiken met een rustgevend muziekje. Er is een speciale surveillant om de student (evt. ook vooraf) gerust te stellen. Een exameninstrument in delen afnemen en niet in één keer. Aanpassing van het examenmoment (niet twee beoordelingen op één dag, geen examendagen direct op elkaar volgend).
EXAMENREGLEMENT ROC FRIESE POORT - 13
< INHOUDSOPGAVE