Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN
DAKDEKKER DAKAFDICHTER
fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33
De beroepscompetentieprofielen zijn tot stand gekomen dankzij de bijdrage van de volgende organisaties :
WTCB
2
BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN
DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
VOORWOORD Aangepaste beroepsprofielen uitwerken neemt een belangrijke plaats in binnen de problematiek van het aanpassen van de opleidingen aan de behoeften van de arbeidsmarkt. Beroepsprofielen zijn immers de belangrijkste inspiratiebron bij het uitwerken van opleidingsprofielen, zeker bij de start. In een latere fase komen daar de opleidingsprogramma’s bij. Met deze gegevens in gedachten heeft het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (fvb-ffc Constructiv) in samenwerking met het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) en het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (navb-cnac Constructiv) de bestaande beroepsprofielen aangepast. Daarbij werd vooral rekening gehouden met de talrijke ontwikkelingen als gevolg van de eisen inzake duurzaam bouwen. De aangepaste beroepsprofielen hebben betrekking op een groot aantal materies, zowel uit de ruwbouw- als de afwerkingssector, en werden goedgekeurd door deskundigen uit de sector. Zo dragen ze bij aan het concretiseren van één van de belangrijkste aspecten van de opdracht van het fvb: ze vormen namelijk de link tussen de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten en opleiding in de bouwsector.
Rik Hinnens Voorzitter fvb-ffc Constructiv
3
BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN
DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
Contact Voor opmerkingen, vragen en suggesties kunt u terecht bij: fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33 Fax: +32 2 210 03 99 website : fvb.constructiv.be © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2011 Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen. 4
BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN
DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
EEN WOORDJE UITLEG Zoals u in het voorwoord kon lezen, was er nood aan een herwerking van de beroepscompetentieprofielen. Een aantal profielen zijn namelijk niet meer up-to-date. Daarnaast is er meer en meer vraag naar competenties in het kader van ecologisch en duurzaam bouwen. Maar ook veiligheid verdient de nodige aandacht. Bij de herwerking van de profielen vertrekken we vanuit het “competentie-denken”. Een competentie is een set van “kennis”, “vaardigheden” en “attitudes” die zich uiten in observeerbaar gedrag. In dit document wordt deze indeling steeds gehanteerd. Onder “kennis” verstaan we alles wat een dakdekker of een dakafdichter moet kennen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld bij het leggen van een onderdak: de types, eigenschappen en handelsafmetingen van platen en materialen die gebruikt worden voor het onderdak, kennen. Onder “vaardigheden” verstaan we alles wat een dakdekker of een dakafdichter moet kunnen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld bij het leggen van een onderdak: het correct plaatsen van een onderdak conform de normen en de technische instructies van de fabrikant. “Attitude” verwijst naar de houding, de denkwijze, het gedrag dat een dakdekker of een dakafdichter moet hebben om zijn beroep te kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld bij het leggen van een onderdak: nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. De activiteiten binnen het beroepscompetentieprofiel worden in vier blokken opgedeeld. 1. Gemeenschappelijke activiteiten eigen aan alle bouwvakarbeiders, zoals bijvoorbeeld de werfinrichting. 2. Basisactiviteiten eigen aan het beroep, zoals bijvoorbeeld de diagnose van de staat van het dak. In het beroepscompetentieprofiel dakdekker/dakafdichter behoren deze activiteiten toe aan zowel de dakdekker als de dakafdichter. 3. Specifieke activiteiten eigen aan het beroep, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van traditionele dakbedekkingsmaterialen voor de dakdekker. Of ook, het aanbrengen van bitumineuze afdichtingslagen voor de dakafdichter. 4. Transversale “groene” activiteiten, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van isolatiemateriaal of het implementeren van het luchtdichtheidsscherm. Deze activiteiten zijn van groot belang voor een duurzaam bouwproces. Ze kunnen integraal in meerdere beroepsprofielen voorkomen. Het is echter niet zo dat deze competenties gemeenschappelijk zullen zijn voor alle bouwvakarbeiders. Voor sommige activiteiten werken we met een kleurencode. “Groen” staat voor ecologische en duurzame activiteiten, “oranje” staat voor activiteiten die handelen over veiligheid. Deze activiteitenblokken worden ook nog eens opgedeeld in sleutelactiviteiten. Per sleutelactiviteit worden de kennis, vaardigheden en attitudes benoemd. Zoals u kan lezen, bevat dit beroepscompetentieprofiel twee beroepen: dakdekker en dakafdichter. De specifieke activiteiten eigen aan de respectieve beroepen vindt u in blok drie. Het plaatsen van zonnepanelen is geen basisactiviteit, maar wel een specifieke activiteit die zowel op hellende als op platte daken gelijkaardige specifieke competenties vereist van dakdekkers én dakafdichters. Het volledige profiel voor een dakafdichter bestaat dus uit het hele document, met uitzondering van de specifieke activiteiten die enkel voor de dakdekker gelden (hoofdstuk 2.1). En voor het profiel van een dakdekker mag dan weer het hoofdstuk 2.2 met de specifieke activiteiten van de dakafdichter weggelaten worden. Het beroep van de daktimmerman werd niet mee opgenomen in dit profiel omdat er weinig overlap van competenties is tussen daktimmerlui enerzijds en dakdekkers/dakafdichters anderzijds. Het beroep daktimmerman vereist een eigen profiel. Binnen het profiel voor dakdekkers en dakafdichters wordt wel een klein gedeelte gewijd aan de competenties rond daktimmerwerken die beiden moeten beheersen.
5
0 ACTIVITEITENBLOK
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
SLEUTELACTIVITEIT
COMPETENTIES KENNEN
KUNNEN
WERKEN IN EEN BOUWONDERNEMING
Teamwork
Communicatie
Zelfstandig werken
Administratief beheer
Een planning bijhouden. Invullen van de eventuele fiches/documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft.
ATTITUDES In teamverband kunnen werken. Met anderen kunnen samenwerken en hen helpen met hun werk. Flexibiliteit. Zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden (andere gereedschappen, andere personen, andere procedures en taken). Contactvaardigheid: sociaal vaardig, contacten kunnen aanknopen Oog hebben voor de tevredenheid van de klant. Een professionele ingesteldheid bezitten, fouten identificeren en oplossingen suggereren. Op een constructieve en gebruiksvriendelijke wijze informatie uitwisselen met collega's en klanten. Leergierigheid - zelf situaties en kansen zoeken om de eigen kennis te verhogen. Doorzettingsvermogen - ondanks opduikende moeilijkheden een doel willen bereiken. Zin voor initiatief - Problemen en werk zelf aanpakken, zonder daarom gevraagd te moeten worden. Resultaatgerichtheid - het beoogde resultaat willen bereiken, ondanks tijd- en budgetbeperkingen; en zonder daarom de kwaliteitsnormen uit het oog te verliezen. Autonomie - een taak individueel uitvoeren, zonder hulp of toezicht. Anticipatie - de mogelijke gevolgen van een situatie overzien. Rekening houden met nog uit te voeren taken. Eventuele problemen opmerken die geen direct verband houden met de eigen taak. Stiptheid. Op tijd komen. Een taak in de voorgeschreven tijd uitvoeren.
6 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
0
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
MILIEUBEWUSTZIJN, KWALITEIT EN WELZIJN
Energieprestatie gebouwen (EPB)
Kwaliteitsbewaking
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
De algemene principes van de energieprestatie van gebouwen. De gevolgen van het slecht plaatsen van isolatie en ventilatie.
Traceerbaarheid van producten, bewijsstukken van wat uitgevoerd werd.
ATTITUDES Er zich van bewust zijn waarom elke tussenkomst in het gebouw belangrijk is voor het binnenklimaat en de globale energieprestatie van het gebouw. Met zorg en toewijding werken. Zin voor precisie. Oog voor detail bezitten en het geduld om detailwerk zorgvuldig uit te voeren.
De etiketten en markering van de gebruikte materialen bijhouden.
Economische ingesteldheid - op een economische wijze omgaan met materialen, gereedschappen en tijd. Verspilling vermijden. Zin voor esthetiek - wanneer mogelijk esthetische overwegingen laten meespelen bij de uitvoering van het werk. Zin voor zelfcontrole en kwaliteit. Professionele houding. Het melden als anderen werk van slechte kwaliteit afleveren.
Onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen.
Afvalbeheer
De sorteercategorieën (recycleerbare producten, te storten producten - categorieën van storten en/of specifieke evacuatierichtingen, speciaal geval van asbest). Belang van de rol van de onderneming bij het sorteren en recycleren van sommige afvalstoffen, en de voordelen daarvan voor het bedrijf zelf en het milieu. De risico’s van behandeling en de reglementaire bepalingen inzake de verwijdering van asbesthoudend en ander gevaarlijk afval. Eigenschappen en risico’s van gevaarlijke producten.
Beheer van de veiligheid en gezondheid
De veiligheidsregels voor het gebruikte gereedschap; de risico’s die kunnen ontstaan bij het gebruik van een stelling, een ladder, een bouwplaatsmachine, etc. De middelen en technieken die gebruikt worden voor het verwijderen van asbesthoudende materialen.
Het milieu beschermen tegen de schadelijkheid van bepaalde materialen en substanties.
Zich bewust zijn van het ecologische belang en van de mogelijkheden tot dwangsommen als gevolg van een slecht afvalbeheer.
Zichzelf en collega's beschermen tegen de schadelijkheid van bepaalde materialen en substanties.
Voorzichtig zijn. Systematisch verzamelen van afval. Motivatie om afvalstoffen te sorteren.
Het sorteren organiseren (in bakken, containers, …) en het afval sorteren.
Zich informeren in geval van twijfel over de bestemming van afvalstoffen. Zorgvuldig werken. Actie ondernemen wanneer container vol is.
Asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten identificeren, apart houden van de andere afvalstromen, op een veilige manier verpakken en verwijderen. Opslaan en veilig gebruiken van gevaarlijke producten. Gepaste maatregelen nemen bij ongelukken met gevaarlijke producten. In werking stellen van individuele en collectieve beschermingsmiddelen.
Zich informeren over risico's inherent aan de gebruikte producten. Aandacht voor alle gevaarlijke situaties.
De verplichte opleidingen volgen.
De moed hebben om de opmerkingen van collega's om veilig te werken te aanvaarden en zelf gevaarlijke situaties te signaleren.
De asbesthoudende producten tijdens verschillende handelingen herkennen.
Reageren ten opzichte van verschillende situaties, de juiste reacties als er asbest aanwezig is (bescherming, verwittigen chef), etc.
7 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
0
WERFINRICHTING
MILIEUBEWUSTZIJN, KWALITEIT EN WELZIJN
ACTIVITEITENBLOK
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
SLEUTELACTIVITEIT Ergonomisch werken
Persoonlijke Beschermingsmiddelen
Materialen / gereedschappen
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
Kennis van tiltechnieken en tilhulpmiddelen.
Gebruiken van tilhulpmiddelen.
De veiligheidsuitrusting en de kledingvereisten die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep (handschoenen, bril,...).
De aanwezigheid van PBM's op de werf controleren. De specifieke voorschriften voor de PBM's toepassen (handschoenen, bril,...).
De materialen en gereedschappen.
ATTITUDES Hulp aan collega's om ergonomisch werken mogelijk te maken. Aandacht voor ergonomisch correcte werkhoudingen. Aandachtig zijn voor alle situaties waarin het dragen van PBM's noodzakelijk is. PBM's met de nodige zorg behandelen.
PBM's gebruiken.
Waken over het gebruik van de PBM's.
Het materiaal en gereedschap controleren.
Een kritische blik hebben.
Het correcte materiaal en gereedschap selecteren. Het verkeer naar en op de werf controleren.
Zin voor analyse hebben.
Gebruiken van machines die stofemissie beperken.
Opslag
Signalisatie
Voor elk soort aanvoer en gereedschap de plaats en opslagwijze.
Het goede gereedschap gebruiken en het op een veilige plaats bewaren, tijdens en na de werken.
De geschikte beschermingsmiddelen tegen vallen van opgeslagen materiaal en gereedschap.
Geschikte beschermingsmiddelen tegen de val van gereedschappen en materiaal plaatsen. Materialen ook op hoogte met de nodige omzichtigheid behandelen en stapelen.
De verschillende middelen om een werf af te sluiten.
Zin voor orde. Materialen en gereedschappen in goede en veilige omstandigheden bewaren. Effectief gebruiken van de beschermingsmiddelen. Niet werken als de bescherming afwezig is.
De signalisatie respecteren.
De verschillende veiligheidspictogrammen.
8 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
0
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
BEHEER VAN DE STROMEN EN GELUIDSHINDER
WERKEN OP HOOGTE
Opbouw en demontage van steigers
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
De van kracht zijnde regels voor de opbouw en vrijgave van steigers.
De van kracht zijnde regels voor de opbouw en vrijgave van steigers toepassen.
De juiste ladders, overeenkomstig de regelgevingen, normen en veiligheidsvoorschriften.
Een ladder correct opstellen.
De van kracht zijnde regels voor de demontage van steigers.
De van kracht zijnde regels voor de demontage van steigers toepassen. Een geschikte toegang tot het dak installeren.
ATTITUDES Elke tekortkoming aan de beschermingsinrichtingen aan de rechtstreekse leidinggevende melden.
Zich niet in gevaarlijke situaties brengen.
Een ladder correct opstellen.
Zichzelf en anderen niet in gevaarlijke situaties brengen.
Bepalen wanneer ladders niet meer gebruikt mogen worden.
Voorwaarden voor het gebruik van ladders naleven.
Gebruik van ladders
De juiste ladders, overeenkomstig de regelgevingen, normen en veiligheidsvoorschriften. Voorwaarden voor gebruik van ladders: lichte werken van korte duur en op beperkte hoogte uitvoeren op een ladder. Voor langdurige werken op hoogte moeten andere arbeidsmiddelen voor werken op hoogte gebruikt worden (hoogwerker, schaarlift,…).
Opbouw en zekering van goederenliften
De voorschriften voor het gebruik van een goederenlift en de instructies van de fabrikant (normen, klassen, stabiliteit).
Installatie van een randbeveiliging
De verschillende soorten randbeveiliging in functie van de helling van het dak.
De geschikte randbeveiliging installeren.
Aandacht hebben voor het valrisico.
Persoonlijke Beschermingsmiddelen
De persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het werken op hoogte (levenslijn, veiligheidsharnas, etc.).
De aanwezigheid van veiligheidsuitrusting op de werf controleren. Plaatsen van ankers. De juiste uitrusting gebruiken.
Waken over hun gebruik.
Gebruik van een hoogtewerker
De gevaren en opleidingsverplichtingen bij het gebruik van hoogwerkers of schaarliften.
Waterverbruik
De regels omtrent lozen van water. Eindigheid van drinkwater.
Efficiënt gebruiken van water voor taken & schoonmaak.
Economisch en ecologisch bewustzijn. Streven naar zuinigheid bij gebruik van water.
Energieverbruik
Milieubewustzijn - eindigheid van fossiele energiebronnen. Energieverbruikers op de werf (generatoren, transport, machines, werfkeet).
Efficiënt gebruik machines en gereedschappen.
Reflex & verantwoordelijkheidszin (uitschakelen energieverbruikers wanneer niet nodig: verlichting, verwarming, koeling, …; passief ipv actief koelen; ).
Beperking van het lawaai
Oorzaken van lawaai voor omgeving (bronnen). Mogelijke preventie- en beschermingsmaatregelen tegen lawaai.
Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. Preventiemaatregelen voor omgeving kunnen implementeren.
Respectvolle houding tegenover omgeving en collega's.
De toestellen opstellen en de materialen correct stapelen. De goederenlift bedienen.
Verifiëren of het materieel in orde is met de certificatie.
Een hoogwerker of schaarlift enkel laten bedienen door competente personen, die de vereiste opleiding hebben gevolgd.
9 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
1 ACTIVITEITENBLOK
BASISACTIVITEITEN DIE GEMEENSCHAPPELIJK ZIJN VOOR DE VERSCHILLENDE SPECIALISATIES VAN HET BEROEP DAKDEKKER/DAKAFDICHTER
SLEUTELACTIVITEIT
SCHOONMAAK
WEGHALEN VAN ELEMENTEN
LEGGEN VAN EEN ONDERDAK
DIAGNOSE VAN DE STAAT VAN HET DAK
Analyse van de dakopbouw
Diagnose van de dragende structuur
Diagnose van de dakbedekking
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
Verschillende types van dakopbouw.
Identificeren van het type dakopbouw.
Opbouw en plaatsing van de dakstructuren.
Goede uitvoering en staat van dragende structuur beoordelen. Rekening houden met mogelijke toekomstige accessoires (dakvensters, zonnepanelen, ...).
Opbouw van het daktimmer.
Goede uitvoering van het daktimmer nagaan.
Niet werken op een dak alvorens de conformiteit van de samenstelling geanalyseerd (en, indien nodig, aangepast) is.
Schadefenomenen van hout (huisboktor, etc.).
Reageren op diverse reacties, analyse, stand van zaken, diagnoses, etc.
Op de juiste manier opmerkingen formuleren. Verslag uitbrengen aan de hiërarchische lijn.
De verschillende materialen die op een dak worden toegepast (of aanwezig zijn).
Inschatten van de bestaande toestand (type ondergrond, kwaliteit, stabiliteit, …).
Nieuwsgierig zijn. Voorzichtig zijn.
Hygrothermische eigenschappen
Diagnose van de kwaliteit van isolatie en andere samenstellende materialen.
Toegankelijkheid beoordelen
Toegankelijkheid beoordelen.
Onderdak en zelfdragende dakplaten aanbrengen
ATTITUDES
Het onderdak: types, eigenschappen en handelsafmetingen van platen en materialen die gebruikt worden voor het onderdak. Zelfdragende dakplaten.
Correct plaatsen conform de normen en de technische instructies van de fabrikant.
Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid.
De normen en de technische instructies van de fabrikant.
Oude of slechte dakafdichting verwijderen.
Elementen die een gespecialiseerde tussenkomst vereisen (HVAC, …).
Demonteren van elementen en afbreken van dakonderdelen. Dakgoten, hemelwaterafvoeren, zonnepanelen en andere daktoebehoren verwijderen. Herkennen van de elementen die een gespecialiseerde tussenkomst vragen.
De juiste reinigingswijze van elk dakbedekkingselement.
Het dakoppervlak reinigen met borstels, stofen waterafzuigers, …
Dakelementen verwijderen
Schoonmaak
Respect voor materialen en de omgeving. Aandacht voor selectieve sloop (zorgvuldig demonteren zodat het element kan gerecupereerd worden).
Milieu respecteren. Orde en netheid op de werf.
10 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.1. DAKBEDEKKING - Hellende daken 2.1.1. Traditionele dakbedekking (dakpannen, leien)
VOORBEREIDING
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Uitlijnen en uitzetten
KENNEN
De verschillende gegevens voor het uitzetten.
Invloed van de minimale dakhelling op de keuze van de dakbedekkingsmaterialen.
PLAATSEN VAN TRADITIONELE DAKBEDEKKINGSMATERIALEN
Algemene plaatsing
Plaatsen van pannen
Een efficiënte plaatsings- en bevestigingsmethode.
Net en precies werken.
In acht nemen van de juiste overlappingen.
Rekening houden met de lokale architecturale tradities.
Controleren of de juiste dakbedekking is gekozen. Uitvoeren van luchtin- en uitgangen, verluchtings- en ventilatieaccessoires. Plaatsing van veiligheidshaken. Plaatsen van de pannen. Aanmaken en aanbrengen van de geschikte mortel (kalkmortels, cementmortels). Plaatsen van leien volgens het toegepaste spijker- of haaksysteem.
De eigenschappen, verwerkingsvoorschriften en bevestigingstechnieken van verschillende soorten leien.
Plaatsen van golfplaten in vezelcement
De eigenschappen, verwerkingsvoorschriften en bevestigingstechnieken van verschillende soorten golfplaten.
Aanhouden van de vereiste legrichting.
De richtlijnen ter bescherming van het hout.
Leggen van shingles op een dak.
De technieken voor het plaatsen van een bebording.
Correct uitvoeren van bebordingen.
De technieken voor het plaatsen van prefabelementen.
Toepassen van de plaatsingstechnieken.
De systemen van waterafvoer op en van het dak. De technische details (dakrand, nokafwerking, verluchtingspannen).
Aanbrengen van afwerkingsdetails en versieringen.
De werkwijze voor het uitsnijden en aanbrengen van afwerkingen.
Uitsnijden van metalen afwerkingen en aanbrengen rond openingen, dakdoorbrekingen en andere accessoires.
Plaatsen van houten daken
Afwerken van de rand, aansluiting, de nok, de kielgoot, veiligheidsaccessoires, …
ATTITUDES
Correct uitlijnen en uitzetten van het dak in functie van het dakoppervlak, de helling en de te gebruiken dakbedekking.
Plaatsen van natuur- en kunstleien
Plaatsen van prefabelementen
AFWERKING
Gebruik van luchtin- en uitgangen, verluchtings- en ventilatieaccessoires.
COMPETENTIES KUNNEN
Correct uitvoeren van overlappingen.
Net en precies werken. Rekening houden met de lokale architecturale tradities.
Kiezen van de bevestigingsmiddelen.
Zich informeren bij de fabrikant.
Net en precies werken. Oog voor detail.
11 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.1. DAKBEDEKKING - Hellende daken 2.1.2. Metalen dakbedekking
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Analyse dakopbouw
VOORBEREIDING
Leggen van het onderdak
Het metaal kiezen overeenkomstig de uit te voeren werken
Het dak opmeten rekening houdende met overlappingen Meten en aanduiden van de lengte van het bladmetaal en het metaal op spoelen Uittekenen van de verdeling van de metaalstroken op het dak
KENNEN De samenstelling: onderzijde: houtsoorten (kastanje, eik, tropisch hout, …), houtveredelingsproducten, beton, cement, plaaster, … bovenzijde: bitumen, roetuitval, … boven- en onderzijde: galvanisch koppel
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES Niet werken aan een dak zonder eerst de opbouw te zijn nagegaan.
Identificeren van het type dakopbouw.
Verslag uitbrengen aan de hiërarchische lijn. Nieuwsgierig zijn. Voorzichtig zijn.
De verschillende daktypes. Voor- en nadelen, eigenschappen en bewerkingsmogelijkheden van zink, koper, aluminium, lood, verzinkt staal, inox. Compatibiliteit van metalen onderling (galvanisch koppel). De eigenschappen en plaatsingsprincipes van metaalstroken, banden, metalen ruiten, pannen en gegolfde of geprofileerde metaalstroken. Bepalen diktes van de metaalsoort in functie van het te vervaardigen gedeelte. Handelsmaten: nummers, maten, gewichten van bladmetaal.
Instructies van de architect volgen.
Bepalen welke metaalsoort gebruikt moet worden in functie van het uit te voeren dakdeel.
Een kritische houding ten opzichte van de reële werksituatie.
Maken van maatschetsen. Het meetmateriaal correct gebruiken. Gebruik maken van aangepaste informaticatoepassingen. Eenvoudige rekensommen maken. Het meetmateriaal correct gebruiken.
Net en precies werken.
De uitzettingsproblematiek. Eenvoudige rekensommen maken. Aftekenen van de banen op het dak. Het meetmateriaal correct gebruiken. Rekening houden met het uit te voeren naadtype (staande naad, roefnaad).
12 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.1. DAKBEDEKKING - Hellende daken 2.1.2. Metalen dakbedekking
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
METALEN DAKBEDEKKING VERVAARDIGEN, VERBINDEN EN AANBRENGEN
Aanbrengen tussenlaag
Snijden en bewerken van het metaal
Vervaardigen van de metalen dakbedekking
KENNEN De eigenschappen van materialen die gebruikt worden voor de tussenlaag. Voorschriften van de fabrikant bij verschillende uitvoeringen.
ATTITUDES
Nagaan of de ondergrond of de structuur waarop men de tussenlaag aanbrengt, voldoet. De materialen van de tussenlaag (scheidingslaag, structuurmat, onderdak) soepel of strak plaatsen.
Het gereedschap voor de bewerking van het metaal: buigmachine, rolmachine, kraalmachine, kartelmachine, boordmachine.
De verschillende verbindingen van bladen (staande naad, roefnaad, solderingen, klangverbindingen, …). De normen inzake de samenstelling van soldeersel. Risico's bij het gebruik van lasbranders en brandbestrijding. De verschillende types daken (geventileerd of niet) en de verschillende onderlagen. Aandachtspunten bij het gebruik van gevaarlijke stoffen (lasmiddelen en andere). De werkwijze voor het opkanten en felsen van de bladen, hetzij manueel, hetzij met een elektrische machine.
Verbindingen met staande naad
Verbindingen met roefnaad
COMPETENTIES KUNNEN
De verschillende types roeflatten.
Gebruiken van gereedschappen voor de bewerking van het metaal: buigmachine, rolmachine, kraalmachine, kartelmachine, boordmachine. Rekening houden met de obstakels en ornamenten op het dak. Verschillende verbindingen maken (staande naad, roefnaad, solderingen, klangverbindingen, …). Respecteren van de normen inzake soldeersel. Gebruik van lasbranders en brandbestrijding. Erover waken dat de dakbedekking niet in aanraking komt met stoffen die het metaal kunnen beschadigen. Veilig hanteren van gevaarlijke stoffen (lasmiddelen en andere).
Net en precies werken. Oog voor detail.
Felsen (verticale aanhaking met dubbele vouwnaad). Bevestigen vaste en schuifklangen met spijkers of schroeven, rekening houdende met bijkomende druk (zonnepanelen, …) en natuurlijke elementen (wind, …) waaraan het dak blootstaat. Metalen banen langs de langszijden verbinden met staande naad. Bevestigen van roeflatten d.m.v. een spijker of schroef die loodrecht én door de klang én door de roeflat wordt gedreven. Verstevigen van de bevestiging.
Dakbedekking met lood
De technieken bij werken met lood. Risico's bij het werken met lood.
Autogeen lassen. Kraaiverbinding maken.
13 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.1. DAKBEDEKKING - Hellende daken 2.1.2. Metalen dakbedekking
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
Structuur van de doorbouwen controleren en beoordelen. Elementair metselwerk uitvoeren. Opplooien van bladen. Slabben maken en bevestigen. Uitvoeren van aansluitingen met diverse doorbouwen (schoorstenen, lichtkoepels, liftschachten, verluchtingselementen, dakvensters, ...). Trapsgewijze uitvoering van de slabben bij schoorstenen op hellende daken. Aansluiting met staande naad uitvoeren. Aansluiting met roeflatten uitvoeren. Aansluiting met verlengde roeflatten uitvoeren. Versnijden van bladen. Waterdichte vouwnaad zonder soldeerwerk vormen. Inwerken van de slabbe in een groef van het metselwerk of het beton. Vervaardigen van een opgaande boord. Bevestigen van een slabbe. Plaatsing van luchttoevoer/ventilatie.
Aansluitingen met diverse doorbouwen
AANSLUITINGEN
COMPETENTIES KUNNEN
Aansluitingen met bovenrand van het dak
ATTITUDES
Net en precies werken. Oog voor detail.
Eenvoudige overlapping om de verticale naad tussen twee stukken slabbe tot stand te brengen. Oplossingen om uitzettingskrimp te vermijden. Uitvoeren van de aansluiting, afhankelijk van de metaalsoort. Solderen. Uitvoeren van kilaansluitingen. Plaatsing van luchttoevoer / dakvoetventilatie. Overlappingen en dubbele aanhakingen maken. Opplooien van bladen. Afdekken van de opkant met een slabbe. Trapsgewijs uitvoeren van verschillende types slabben. Uitvoeren van een zijrandaansluiting.
Aansluitingen met onderrand van het dak
Aansluitingen met de flank
Hoogtes van roeflatten in relatie tot de helling van het dak.
Bevestigen van een randplank of roeflat.
14 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.1. DAKBEDEKKING - Hellende daken 2.1.3. Hemelwaterafvoer en recuperatie
DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN MAKEN EN AANBRENGEN
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Vervaardigen van bakgoten
KENNEN Verschillen tussen bak- en hanggoten. De kenmerken van diverse types bakgoten. De werkwijze voor het vervaardigen van metalen bakgoten. Technische normen en plaatsingsregels.
Vervaardigen van bakgootdetails
Aanbrengen en bevestigen van bak- en hanggoten
Compatibiliteit van dak- en gootmaterialen. De functies en karakteristieken van de diverse bakgootdetails. De werkwijze en de werkvolgorde bij het vervaardigen van bakgootdetails.
De werkwijze voor aanbrengen.
Het aangepaste gereedschap en hulpmiddelen voor de plaatsing.
COMPETENTIES KUNNEN
Bakgoten in metaal vervaardigen. Berekenen van afmetingen en een uitzettingssnede uitvoeren.
Vervaardigen van bakgootonderdelen en bakgootdetails. Aanbrengen en bevestigen van bakgoten op hun draagconstructie. Vastmaken van de boeiboord. Plaatsing van haken en vasthechting van een hanggoot.
Net en precies werken. Oog voor detail.
Verzekeren van de hellingsgraad.
Hemelwaterafvoer vervaardigen
Uitvoeren van hemelwaterafvoeren met verschillende doorsneden (rond, vierkant, rechthoek of combinatie van de drie).
Aanbrengen van hemelwaterafvoer en aansluiten op het rioleringssysteem
Plaatsen en bevestigen van hemelwaterafvoer.
Verbindingselementen maken en aanbrengen
ATTITUDES
Water- en geurdicht aansluiten van leidingen. Plaatsen en bevestigen van de verbindingselementen.
15 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.2. DAKAFDICHTING - Platte daken
PRIMERS
MATERIALEN EN MATERIEEL OP DE WERKPLEK
VOORBEREIDING
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Reinigen draagvloer en verwijderen van afval
Voorbereiden van de ondergrond bij nieuwbouw en renovatie
KENNEN
De geldende milieureglementeringen inzake afvalverwijdering.
Verschillen tussen dakafdichting bij nieuwbouw en bij renovatie.
Droogmaken van vochtige zones.
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van de gebruikte materialen (volgens fabrikant, ATG’s).
Oordeelkundig ordenen van materiaal, rekening houdend met de draagkracht van de vloer. De dakrollen op de juiste plaats en de juiste manier klaarzetten, rekening houdend met het draagvermogen van: - de ondergrond (draagvloer) - het isolatiemateriaal (niet alle isolatiematerialen kunnen belast worden) Aanbrengen van materialen in de geschikte volgorde, de installatie en veiligheidsvoorschriften i.v.m. het materiaal naleven.
Aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen (doodgewicht anker, levenslijn,…). Veiligheidsvoorschriften inzake gebruik van smeltketels, branders, gasflessen toepassen. Types blustoestellen in functie van de gebruikte materialen.
Aanbrengen van een primer of hechtvernis
Veilig omgaan met dit afval. Dakvloer reinigen met geschikt gereedschap bij nieuwbouw. Daksnijmachine en/of dakschraapmachine gebruiken bij renovatie. Met hamer en beitel afbreken van dakranden en kraallatten bij renovatie. Bij renovatie daktoebehoren en regenwaterafvoeren die vernieuwd of verbeterd moeten worden, wegnemen. Stof- en waterzuigers gebruiken.
ATTITUDES
Aandacht hebben voor het milieu en het sorteren van afval.
Plooien en blazen verwijderen.
Aanvoer van materiaal & materieel
Gebruik van materieel
COMPETENTIES KUNNEN
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van verschillende primers (volgens fabrikant, ATG's). Wisselwerking met andere producten.
Het ontploffingsrisico.
Corrigeren van hellingen van draagvloeren bij renovatie.
Aandacht voor de waterdichtheid van het dak tijdens de voorbereidingswerken.
Methodisch werken en de organisatie bewaren.
Beschermingsmiddelen correct gebruiken. Veilig gebruiken van smeltketels, branders, gasflessen. Een blustoestel op een correcte manier gebruiken. Reduceerventielen op gasflessen correct gebruiken.
Aandacht hebben voor risico’s en voorzichtig te werk gaan. De veiligheidsvoorschriften volgen.
Plaatsingsvoorschriften respecteren. Verschillende primers kunnen onderscheiden. Gelijkmatig aanbrengen van hechtvernis met een rol, borstel, trekker, spuit- of sproeimachine op een gereinigde ondergrond. Aanpassen van de arbeidsomstandigheden bij risico op ontploffing.
16 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.2. DAKAFDICHTING - Platte daken
DAMPSCHERM
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Plaatsen van een dampscherm
ISOLATIE
Plaatsen van de isolatie
KENNEN
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van verschillende types dampschermen (volgens fabrikant, ATG's).
Uitrollen van de rollen zonder plooien, rekening houdend met de door de fabrikant voorgeschreven overlappingen. Op maat snijden van het materiaal. Onderscheid maken tussen de verschillende types dampschermen. Losliggend plaatsen en overlappingen hechten volgens voorschriften. Kleven van een dampscherm op de ondergrond. Hechten van de overlappingen volgens de voorschriften (met kleefmethode of de lasmethode - afhankelijk van het gebruikte materiaal).
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van verschillende types isolatie (volgens fabrikant, ATG’s).
Lezen van een legplan van (afschot)isolatie. Op maat snijden van het materiaal. Plaatsingsregels en materiaalkeuze volgens de regels van de fabrikant respecteren. Vermijden dat isolatie vochtig wordt bij het aanbrengen of bij de stockage. Aangepaste bevestigingstechnieken voor de isolatie gebruiken. Doorboringen van de isolatieschil vermijden. Onderscheid maken tussen de verschillende types isolatie.
Losliggend plaatsen van isolatie
ATTITUDES
Zorgvuldig werken.
Losliggend plaatsen van isolatie volgens voorschriften. Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van verschillende types lijm (volgens fabrikant, ATG's).
Kleven van isolatie met bitumen door een warme laag bitumen uit te gieten en de isolatieplaten erin te drukken voor het bitumen opstijft.
De atmosferische omstandigheden waarbij de lijm mag gebruikt worden.
Kleven met koudlijm of met synthetische lijm. Volvlakkig (volkleven), met kleefpunten of streepsgewijs (deelkleven) kunnen aanbrengen op de ondergrond en de isolatie erop aanbrengen.
De verschillende types schroeven voor de verschillende types isolatie op verschillende types ondergronden.
Schroeven van verschillende types isolatie op verschillende ondergronden. Los leggen en bevestigen met bevestigingsplaatjes van isolatie op de ondergrond. Op basis van het legplan de verschillende zones (hoekzone, middenzone, randzone, …) van elkaar kunnen onderscheiden.
Gekleefd plaatsen van isolatie
Mechanisch bevestigen van isolatie
COMPETENTIES KUNNEN
Zorgvuldig werken.
17 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.2. DAKAFDICHTING - Platte daken
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van de gebruikte bitumineuze afdichtingsmaterialen (volgens fabrikant, ATG’s).
BITUMINEUZE AFDICHTINGSLAGEN AANBRENGEN
Losliggend plaatsen van bitumineuze afdichting
Invloed van temperatuursomstandigheden bij zelfklevende lagen.
De evenwaardige en veiligere alternatieven voor de gevaarlijke gietmethode. De gevaren van de gietmethode. Veiligheidsvoorschriften bij gebruik van gietketels.
Hechten met de lasmethode Hechten met lijm
De verschillende afdichtingsmaterialen van elkaar onderscheiden. Aanbrengen en afwerken van de afdichtingslaag volgens de voorschriften van de fabrikant.
Plaatsen van de afdichting
Hechten met de gietmethode
ATTITUDES
Uitlijnen van de rollen op de ondergrond. Rollen plaatsen zodat tegennaden worden vermeden.
Uitleggen van de dakrollen
Plaatsen van zelfklevende bitumineuze afdichting
COMPETENTIES KUNNEN
De nodige hoeveelheid en kleefkracht van de lijm volgens de specifieke dakzone.
Verbinden van de overlappingen, rekening houdend met de wijze waarop de afdichting bevestigd wordt aan de ondergrond. Afdichting losliggend op de ondergrond plaatsen. Respecteren van de overlappingen van de membranen (volgens plaatsingsvoorschriften van de fabrikanten). Plaatsen van zelfklevende bitumineuze afdichtingen. Respecteren van de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant. Vasthechten van verschillende lagen met vloeibaar bitumen.
Methodisch zijn, de organisatie bewaren en zorgvuldig werken.
Veiligheidsvoorschriften bij gebruik van gietketels toepassen. Bevestigen van afdichtingsrollen met een brander op de gepaste wijze (smelttemperatuur). Dichtingsmateriaal op de de koudlijm kleven. De laag bevestigen met schroeven en verdeelplaatjes volgens een bepaald bevestigingsschema.
Mechanisch bevestigen van de bitumineuze afdichting
Een kimfixatie aanbrengen.
Verbinden van overlappingen
Plaatsen van een lichte of zware schutlaag
Verschillen tussen een lichte schutlaag (UV-bestendig, brandbestendig, beloopbaar) en een zware schutlaag (bescherming tegen wind, …) in gebruik en toepassingsmogelijkheden.
Uitvoeren van de naadverbinding
De verschillende uitvoeringstechnieken van naadverbindingen.
Verbinden van zelfklevende overlappingen. Verbinden van overlappingen met hete lucht, een brander of koudlijm. Aanbrengen van contactlijm. Aanbrengen van voorgelijmde of zelfklevende banden en/of kleefstrippen. Zware schutlaag aanbrengen met rolkiezels of tegels. De nodige hoeveelheid ballast berekenen. Lichte schutlaag aanbrengen met leischilfers, verflaag of metaalfolie. Bij eenlaagse afdichtingssystemen de naadverbinding afzonderlijk en met bijkomende zorg behandelen.
18 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.2. DAKAFDICHTING - Platte daken
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
SYNTHETISCHE AFDICHTINGSLAGEN AANBRENGEN
Uitleggen van de dakrollen
Plaatsen van losliggende lagen
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van losliggende afdichtingsmaterialen (volgens fabrikant, ATG’s).
Plaatsen van gekleefde lagen
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van gekleefde afdichtingsmaterialen (volgens fabrikant, ATG’s).
Plaatsen van zelfklevende lagen
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van zelfklevende afdichtingsmaterialen (volgens fabrikant, ATG's). Invloed van temperatuursomstandigheden bij zelfklevende lagen.
Plaatsen van mechanisch bevestigde lagen
Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van mechanisch te bevestigen afdichtingsmaterialen (volgens fabrikant, ATG’s).
Plaatsen van vloeistoflassen
Toepassingsmogelijkheden van de verschillende vloeibare afdichtingsmaterialen. Compatibiliteit van vloeibare afdichtingsmaterialen met andere types afdichtingen. Vochtigheid van de ondergrond. Veiligheidsvoorschriften.
Afdichten van de naden met hete lucht Afdichten van de naden met contactlijm Afdichten van de naden met zelfklevende strip Plaatsing van een lichte of zware schutlaag
Verschillen tussen een lichte schutlaag (UVbestendig, brandbestendig, beloopbaar) en een zware schutlaag (bescherming tegen wind, …) in gebruik en toepassingsmogelijkheden.
COMPETENTIES KUNNEN Uitlijnen van de dakrollen op de ondergrond. Rollen plaatsen zodat kruisnaden en tegennaden worden vermeden. De verschillende afdichtingsmaterialen van elkaar onderscheiden. Afhankelijk van de gebruikte folies, de overlappingen verbinden, rekening houdend met de voorschriften van de fabrikant. Losliggend plaatsen van de laag met een ballast. De verschillende afdichtingsmaterialen van elkaar onderscheiden. Afhankelijk van de gebruikte folies, de overlappingen verbinden, rekening houdend met de voorschriften van de fabrikant. Dichtingsmateriaal op de koudlijm kleven. De verschillende afdichtingsmaterialen van elkaar onderscheiden. Afhankelijk van de gebruikte folies, de overlappingen verbinden, rekening houdend met de voorschriften van de fabrikant. Plaatsen van zelfklevende synthetische afdichtingen. De verschillende afdichtingsmaterialen van elkaar onderscheiden. Afhankelijk van de gebruikte folies, de overlappingen verbinden, rekening houdend met de voorschriften van de fabrikant. De laag bevestigen met schroeven en verdeelplaatjes volgens een bepaald bevestigingsschema. Een kimfixatie aanbrengen. Aanbrengen en afwerken van de afdichtingslaag volgens de voorschriften van de fabrikant.
Uitrollen van de wapening. Aanbrengen van voldoende hoeveelheid afdichting. De instructies van de fabrikant i.v.m. de verbindingstechniek begrijpen en toepassen. Verbinden van overlappingen met hete lucht. De instructies van de fabrikant i.v.m. de verbindingstechniek begrijpen en toepassen. Aanbrengen van contactlijm. Verbinden van overlappingen met koudlijm. De instructies van de fabrikant i.v.m. de verbindingstechniek begrijpen en toepassen. Aanbrengen van voorgelijmde of zelfklevende banden en/of kleefstrippen. Zware schutlaag aanbrengen met rolkiezels of tegels. Lichte schutlaag aanbrengen met verflaag. De nodige hoeveelheid ballast berekenen.
ATTITUDES
Zorgvuldig zijn en de technische richtlijn volgen.
19
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.2. DAKAFDICHTING - Platte daken
AFDICHTING VAN OPKANTEN EN DAKRANDEN
AFDICHTING VAN DAKTOEBEHOREN
ACTIVITEITENBLOK
20
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
Afdichten van dakgoten
Afdichten van goten met de verschillende uitvoeringstechnieken en materialen die er gebruikt worden. Rekening houden met de compatibiliteit van verschillende materialen.
Plaatsen en afdichten van tapbuizen en spuwers
Bevestigen van verschillende types tapbuizen en spuwers en ze verbinden met de verschillende afdichtingssystemen d.m.v. de respectievelijke specifieke technieken.
Plaatsen en afdichten van andere daktoebehoren
Met schroeven of met speciale lijm of bitumen aanbrengen en bevestigen van regenwaterslikkers, verluchting, koepels, schouwen, … Afdichtingsmateriaal zodanig snijden dat er zo weinig mogeijk naden ontstaan. Toebehoren afdichten met synthetische technieken. Toebehoren afdichten met vloeibare afdichtingslagen. Insmeren met bitumineuze pasta en aanbrengen van een bekledingslaag door middel van vlamlassen. Aansluiten met behulp van metaalfolie/ metaalplaat bij pvc-daken. Herstel van de integriteit van de isolatieschil (doorboringen bij plaatsing van accessoires vermijden). De functie van de verschillende opstanden (bv.: spouwmuren, dorpels, koepels en lichtstraten, beklede muren, …). De technische voorschriften.
Afdichten van opkanten
Afwerken van opstanden
Afdichten van dakranden
Welk type opstand op welke wijze dient afgewerkt te worden (slabben bij dorpels en gemetselde muren, schroven van profielen bij betonwanden, gebruiken van voorgevormde hulpstukken, …).
ATTITUDES
Zorgvuldig zijn.
Opkant insmeren met bitumineus vernis. Afdichten van de opkant van de opstand met mechanische bevestiging, lasmethode of kleefmethode. Bepalen of een bijkomende mechanische bevestiging noodzakelijk is. Aanbrengen van afzonderlijke stroken afdichtingsmateriaal. Aanbrengen van de aangepaste kleefvernissen, bitumen en mechanische bevestigingen.
Zorgvuldig zijn en de technische richtlijn respecteren.
Factoren die de afdichting van opstanden beinvloeden: bv.: uitvoering ruwbouw, corrosie, hoogte van de opstand, …). Afwerken van de dakranden met profielen (die rechtstreeks met de afdichting verbonden zijn), met muurkappen, met dekstenen, met samengestelde dakrandprofielen, of met profielen waarop de afdichting rechtstreeks geschroefd wordt. BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
SLEUTELACTIVITEIT Plaatsen van uitzettingsvoegen
GROENDAKEN
HEMELWATERAFVOEREN MAKEN EN AANBRENGEN
ACTIVITEITENBLOK
UITZETTINGSVOEGEN
2.2. DAKAFDICHTING - Platte daken
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Types uitzettingsvoegen. Eigenschappen en voorschriften van de fabrikant bij verschillende uitzettingsvoegen.
Uitvoeren van uitzettingsvoegen bij verschillende afdichtingsmaterialen.
Hemelwaterafvoer vervaardigen
Uitvoeren van hemelwaterafvoeren met verschillende doorsneden (rond, vierkant, rechthoek of combinatie van de drie).
Aanbrengen van hemelwaterafvoer en aansluiten op het rioleringssysteem
Plaatsen en bevestigen van hemelwaterafvoer. Net en precies werken. Oog voor detail. Water- en geurdicht aansluiten van leidingen.
Verbindingselementen maken en aanbrengen
Plaatsing van groendaken
Zorgvuldig zijn.
Plaatsen en bevestigen van de verbindingselementen.
Compatibiliteit van afdichting en scheidingslagen bij groendaktoepassingen.
Bij de keuze van de daksamenstelling rekening houden met aanwezigheid of latere plaatsing van een groendak.
Indien nodig inschakelen van groendakspecialisten.
Plaatsing van extensieve groendaken.
21 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.3. ZONNEPANELEN - Hellende en platte daken
MONTAGE VAN DE INSTALLATIE
ACTIVITEITENBLOK
COMPETENTIES KUNNEN
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
Diagnose van de staat van de draagstructuur
De voornaamste oorzaken van instabiliteit van een dragende structuur.
Zich verzekeren van de goede staat van de bestaande structuur: opsporen van scheuren, schimmel, steungebreken, …
De werfleider waarschuwen bij problemen met de stabiliteit van de draagstructuur.
Versterking van schrijnwerk en/ of dakbedekking
De technieken om het schrijnwerk te versterken (verdubbeling van de hoofdstukken of steunstukken, versterking met metalen delen, herstelling van de steunstukken en/of vervanging door paalschoenen, …).
Het schrijnwerk of de dakbedekking versterken.
Zich ervan verzekeren een permanente installatie te monteren.
Diagnose van de hygrothermische eigenschappen van het dakcomplex
De prestaties evalueren: - van het onderdak (algemene staat, verbindingen, dampdichtheid, capillaire eigenschappen, …) - van het isolatiemateriaal (thermische prestatie + uitvoering) - van het dampwerende scherm (algemene staat, verbindingen, doorbrekingen, dampdichtheid, ...)
Diagnose van de invloed van het type installatie
De verschillende systemen waarop collectorsystemen geplaatst kunnen worden.
Afbraak/heropbouw van de dakbedekking organisatie van de overgangsfase
De veiligheidsregels voor het bewerken van zonnepanelen. Waar te staan/te bewegen op het dak tijdens de werken.
Montage van zonnecollectoren
Soorten plaatsing: Bij een plat dak: - Stabilisatie door verzwaring - Stabilisatie door mechanische verankering - In het dichtingsmembraan geïntegreerde zonnemodules Bij een hellend dak: - Uitgestelde plaatsing - Halfgeïntegreerde plaatsing - Volledig geïntegreerde plaatsing - Membraan (op metalen dakbedekking) De verschillende soorten bevestigingstoebehoren.
ATTITUDES
Nieuwsgierig zijn en een kritische geest hebben.
Beoordelen van de invloed die het gekozen systeem zal hebben op het dak: - perforaties - beloopbaarheid - onderhoud van het dak De dakelementen demonteren zodat de pannen geplaatst en/of verankerd kunnen worden. Deze elementen en het dak beveiligen tegen onweer tijdens de fase van de werken. De nodige elementen voor het behoud van de integriteit van het dakcomplex na de werken opnieuw monteren.
Oplettend zijn.
Een montageplan lezen en toepassen. De bestaande dakelementen die niet beschadigd mogen worden bij de montage, beschermen. Waterdichte doorbrekingen realiseren in het dak. De bevestigingen verankeren en/of de collectoren verzwaren. De sensoren waterdicht aansluiten en erover waken dat ze gemakkelijk gedemonteerd kunnen worden. De waterdichtheid van de verbindingen tussen de sensoren en de dakbedekking verzekeren met compatibele materialen. Het isolatiemateriaal van de hydraulische buitenleidingen beschermen tegen zonnestraling, knaagdieren en onweer.
Zorgvuldig en precies zijn. Zich ervan verzekeren het werk van de elektricien en/of de installateur die de installatie in dienst zal stellen, correct voorbereid te hebben.
22 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
2
SPECIFIEKE / GESPECIALISEERDE ACTIVITEITEN
2.3. ZONNEPANELEN - Hellende en platte daken
ONDERHOUD
DIAGNOSE/ OPSPORING VAN TEKORTKOMINGEN
INDIENSTSTELLING / ONTVANGST VAN INSTALLATIES
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
De waterdichtheid van de verbindingen en de globale waterdichtheid van het dak controleren. Voorbereiden van ontvangst installatie / indienststelling
Zich verzekeren van het behoud van de integriteit van de functies van het dakcomplex.
Nieuwsgierig zijn en een kritische geest hebben.
De aanbevelingen volgen van een checklist die bij een kwaliteitsprocedure hoort.
Lekken in luchtdichting en problemen met waterdichtheid opsporen.
Controle
De stevigheid van de verankeringen controleren.
Nieuwsgierig zijn en een kritische geest hebben.
De staat van de bedekkingsmaterialen controleren (onderdaken, bitumenmembranen, …)
Onderhoud
De zonnepanelen reinigen zonder hun stabiliteit en/of hun werking in gevaar te brengen.
Zorgvuldig zijn.
23 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
3
TRANSVERSALE “GROENE” ACTIVITEITEN
3.1. ISOLATIE
KEUZE VAN HET ISOLATIEMATERIAAL
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Materiaalkeuze
KENNEN Basisprincipes van thermische isolatie - Complementariteit van isoleren, luchtdichting & ventilatie - Koudebruggen & bouwknopen (bv. overgang dak en gevel): verliezen en risico op schimmelvorming - Convectielekken De verschillende soorten isolatiematerialen en hun thermische (geleiding λ) en mechanische (soepele, starre isolatoren, ...) eigenschappen, hun brandwerendheid, duurzaamheid en stabiliteit in de tijd, milieu-impact, invloed op de gezondheid, ... De basisprincipes van waterdampdiffusie: - Klimaatklasses - Verspreiding/convectie - Rol van de dampwerende laag - Rol en aard van het onderdak De verschillende soorten materialen voor het onderdak (pannen, membranen, …) en hun eigenschappen (SD-waarde). De gezondheidsrisico's van de verschillende isolatiematerialen.
PLAATSING VAN HET ISOLATIEMATERIAAL
De isolatie analyseren
Het isolatiemateriaal plaatsen
De aansluitingsstukken beheren
COMPETENTIES KUNNEN
Het belang van een goede keuze en correcte plaatsing van de isolatie begrijpen.
Het vereiste onderdak kiezen in een catalogus en/of identificeren op de werf. Zich ervan verzekeren dat het onderdak waterdampdoorlatender is dan de dampwerende laag.
Bij de plaatsing de volgorde van de dakbedekkingslagen kunnen evalueren voor de realisatie van een dak met meerdere lagen. De plaatsings- en bevestigingsmethodes van isolatiematerialen: Volgens het type isolatiemateriaal: - soepel isolatiemateriaal - halfstar isolatiemateriaal - al dan niet getand-gegroefd star isolatiemateriaal - sandwichpanelen Volgens de plaatsing in het dak: - isolatie in of op de zoldervloer - isolatie onder de ribben - isolatie tussen de ribben - isolatie boven de ribben (sarking-dak) - isolatie tussen en boven de ribben - isolatie onder, tussen en boven de ribben De eventuele gevolgen van een koudebrug begrijpen: - Risico op thermische verliezen - Risico op schimmelvorming De technische eisen i.v.m. brandveiligheid.
ATTITUDES
Het belang van een correcte plaatsing van de isolatie begrijpen.
Het isolatiemateriaal op uniforme en continue wijze plaatsen. - Erover waken geen luchtkamers te creëren in het dakcomplex. - Aandacht besteden aan de continuïteit van de isolatie.
Erg zorgvuldig zijn. Zich ervan bewust zijn dat een goede coördinatie met de andere vakgebieden nodig is.
Bouwknopen analyseren en zich verzekeren van de continuïteit van de isolatie. Technische voorschriften i.v.m. brandveiligheid respecteren.
24 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
3
TRANSVERSALE “GROENE” ACTIVITEITEN
3.2. LUCHTDICHTHEID
IMPLEMENTATIE VAN HET LUCHTDICHTHEIDSSCHERM
ONTWERP VAN HET LUCHTSCHERM
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Prestaties
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Weten hoe de luchtdichtheid van een gebouw uitgedrukt wordt (v50, n50, …), hoe deze prestatie gemeten wordt (blowerdoor test) en wat de grootte-ordes zijn volgens de energieprestatie van het gebouw. Het relatieve belang van de verschillende soorten lekken. Weten hoe ze geïdentificeerd kunnen worden (infrarood, rooktest).
Keuze van het dampwerende materiaal
De klimaatklasses (I tot IV). Het principe van waterdampdiffusie. De verschillende soorten dampwerend materiaal (pannen, membranen, …) en hun eigenschappen (SD-waarde - klasses E1 tot E4, weerstand tegen scheuren, weerstand tegen hoge temperaturen, ...).
De vereiste dampdichte laag in een catalogus kiezen en/of identificeren op de werf.
Keuze van het materiaal voor het onderdak
De verschillende soorten materiaal voor een onderdak (pannen, membranen, …) en hun eigenschappen (SD-waarde - klasses E1 tot E4, weerstand tegen scheuren, weerstand tegen hoge temperaturen, ...).
Het vereiste onderdak in een catalogus kiezen en/of identificeren op de werf. Zich ervan verzekeren dat het onderdak waterdampdoorlatender is dan de dampwerende laag.
Uitvoering van de banen
Weten waar het luchtscherm geplaatst moet worden.
- Een dampwerende laag plaatsen langs boven, op de draagconstructie of de ribben. - Een dampwerende laag plaatsen langs onder de draagstructuur of de ribben.
Doorbrekingen en integratie van dakelementen
De snijmethodes en benodigdheden (fittings, onderdakkragen, ...) waarmee door de verschillende lagen van het dakcomplex gegaan kan worden.
De doorbrekingen luchtdicht uitvoeren om plaats te maken voor de installatiekanalen en de integratie van elementen als ramen etc.
Afwerkingen
De verschillende afdichtingsproducten (kleefbanden, lijmen, stopverven, coatings, …) en hun duurzaamheid in de tijd. De voorbereidingswijze van de draagconstructies.
De verbinding maken tussen banen van de dampwerende laag, tussen dakelementen (dakvensters, dakramen, ...) en tussen de andere delen van het gebouw ( (dakvoet, gevelmuren, etc.).
Het belang van een goede keuze en correcte plaatsing van het luchtscherm begrijpen.
Erg zorgvuldig zijn. Zich ervan bewust zijn dat een goede coördinatie met de andere vakgebieden nodig is.
25 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN
DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
NOTITIES
26 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER
fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5, 1000 Brussel t +32 2 210 03 33 • f +32 2 210 03 99 fvb.constructiv.be •
[email protected] © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2011. Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen
27
BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN Ruwbouw
Machinale beroepen Bagger
Steen
Afwerking
Dak Hout
Glas Metaal
Verf Transversale beroepen
Werktuigkundige voor baggervaart Baggerwerker Kraanbestuurder Torenkraanbestuurder Bestuurder mobiele kraan en verreiker Weg- en waterbouw Boorder - Bronbemaler Chauffeur Bouwplaatsmachinist Andere machinale beroepen Plaatser nutsleidingen Wegenwerker Stratenmaker Asfalteerder Rioollegger Steenhouwer / Marmerbewerker Ruwbouw Metselaar Bekister IJzervlechter Werfbediener Asbestverwijderaar Betonhersteller Prefab-monteerder Spoorwerker Afwerking ruwbouw Dekvloerlegger Tegelzetter Stukadoor Dakdekker Dakafdichter Schrijnwerker - Timmerman Daktimmerman Buitenschrijnwerker Binnenschrijnwerker Interieurbouwer Glaswerker Stellingbouwer Industrieel isolateur Monteur centrale verwarming Sanitair installateur Schilder-decorateur Industrieel schilder Magazijnier Heftruckbestuurder volgens info op 01/12/2011
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid