BEROEPSPROFIELEN IN DE BOUWNIJVERHEID
RESTAURATIEVAKMAN DAKDEKKER
In samenwerking met: Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid Vlaams Centrum voor Ambachten en Restauratie Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed Medegefinancierd door ESF-doelstelling 4
1
Inhoud
Inleiding
Deel I:
Afbakening en Omschrijving 1 2 3
Deel II:
Domein Beroepsinhoud Afbakening
Profiel Restauratievakman Dakdekker
1
Taken en activiteiten 1.1 Voorbereidende taken 1.2 Uitvoerende taken 1.3 Ondersteunende taken
2
Beroepsondersteunende kennis en vaardigheden 2.1 Vereiste kennis 2.2 Vereiste vaardigheden
3
Beroepshoudingen
4
Bijzondere arbeidsomstandigheden 4.1 Veiligheidsrisico’s 4.2 Gezondheidsrisico’s 4.3 Psychische risico’s
5
Specifieke kwalificatieproblemen
6
Toekomstige evoluties
7
Deelnemers conferentie
2
Inleiding
Dit beroepsprofiel behandelt de kwalificatiebehoeften voor het beroep ‘restauratievakman dakdekker’. In een eerste deel bakenen we het beroep ‘restauratievakman dakdekker’ af ten opzichte van aanverwante beroepen. Na een definiëring van het beroep, wordt gespecifieerd wat we wel en niet onder dit beroep verstaan in het kader van dit beroepsprofiel. Dit gebeurt aan de hand van een omschrijving van het domein, de beroepsinhoud en de afbakening. In het tweede deel volgt een uitgebreider overzicht van de taken, activiteiten en de vereiste kennis en vaardigheden voor het beroep ‘restauratievakman dakdekker’. Het beroepsprofiel behandelt de modale beroepsuitoefening; abstractie makend van verschillen die kunnen voorkomen tussen de bedrijven betreffende schaalgrootte, takenvolgorde en werkverdeling. In hoofdstuk 1 sommen we de activiteiten op die onder de omschreven takendomeinen ressorteren. De weergegeven takenanalyse spoort de kennis en de vaardigheden op die vereist zijn voor de uitoefening van het beroep. De taken worden opgesplitst in voorbereidende, uitvoerende en ondersteunende taken. Hoofdstuk 2 bevat een beperkt overzicht van de vereiste beroepskennis en vaardigheden die een minimale basis vormen voor het goed functioneren van de ‘restauratievakman dakdekker’. Daarbij aansluitend geeft het derde hoofdstuk de beroepshoudingen weer die essentieel zijn voor een goede beroepsuitoefening. In het vierde hoofdstuk staan we stil bij de bijzondere arbeidsomstandigheden. We maken hier een onderscheid tussen veiligheidsrisico's, gezondheidsrisico's en welzijnsrisico's. De volgende hoofdstukken geven kort de specifieke kwalificatieproblemen en de toekomstige evoluties weer. Dit beroepsprofiel is geschreven in de mannelijke vorm. Hierachter schuilt geen enkele vorm van discriminatie, dit is enkel gedaan om de leesbaarheid en duidelijkheid van de tekst te vergemakkelijken.
3
DEEL 1: AFBAKENING EN OMSCHRIJVING
4
1
Domein
De hoofdtaak van een dakdekker is het aanbrengen van een deklaag op daken. Bij wet wordt er een onderscheid gemaakt tussen dakdekkers die enkel niet-metalen dakbedekkingen aanbrengen en zij die metalen dakbedekkingen aanbrengen. Bij de dakdekkers die niet-metalen dakbedekkingen aanbrengen wordt een onderscheid gemaakt naargelang het hoofdmateriaal dat ze verwerken. Een bijzondere plaats wordt ingenomen door de dakdichtingswerker. Hij werkt overwegend op platte daken en brengt bitumineuze of kunststofdakbedekkingen aan1. In het voorliggende profiel van de restauratievakman dakdekker worden de dakdichtingsactiviteiten verder buiten beschouwing gelaten. Hier kunnen, op basis van de materialen, vier relevante specialismen onderscheiden worden: - steenachtige materialen: o natuurlijke materialen (gebakken pannen, natuurleien, …) o kunstleien (vezelcementleien, …) - metalen (zink, lood, koper, …) - riet - hout
2
Beroepsinhoud
De restauratievakman dakdekker is een gekwalificeerde arbeider die instaat voor het onderhouden, herstellen en uitvoeren van dakbedekkingen en andere bekledingen (gevels) van gebouwen met leien, pannen, metalen platen of plantaardige dekmaterialen2. Net als de nieuwbouw dakdekker, waarvan hij de basiskennis en –vaardigheden moet beheersen, is deze dakdekker een veelzijdig vakman. Vooraleer hij met pannen, leien of andere materialen het dak dicht legt, brengt hij diverse ondersteuningen aan. Hij treft voorzieningen voor lichtkoepels, rookgasafvoeren of hemelwaterafvoer. Hij brengt zinken en andere afdichtingen, isolatiematerialen, beschermfolies, … aan. Net als de nieuwbouw dakdekker werkt de restauratievakman met verschillende materialen: - hout voor het ondersteunen van de bedekking (dakbeschot, panlatten, …) - het onderdak, isolatiematerialen en een dampscherm - de eigenlijke dekmaterialen (leien, gebakken pannen, shingles, …) - metalen zoals zink of verzinkte platen, koper, lood, … - voor het verrichten van vastzettingen gebruikt hij krammen, haken en nagels - voor het aansluiten of inwerken gebruikt hij cement, pleister, kalk, zand, … - soms moet hij beschermingsproducten aanbrengen 1
Bij de nieuwbouwberoepen werden voor de dakdekker en de dakdichtingswerker twee afzonderlijke beroepsprofielen opgesteld.
2
Zoals hierboven reeds aangegeven, worden hedendaagse bitumineuze en kunststofdakbedekkingen, die conventioneel tot het werkterrein van de dakdichter behoren, verder buiten beschouwing gelaten.
5
Daarenboven werkt de restauratievakman dakdekker per definitie in een bestaande historische omgeving. Daardoor zijn de werken minder voorspelbaar dan bij nieuwbouw. Ook treft hij vaker bijzondere beschermingsmaatregelen om schade aan het gebouw (en zijn interieur) te voorkomen. Bij het verwijderen van oude dakbedekkingen en andere bouwelementen wordt bijzondere aandacht gevraagd voor hun recupereerbaarheid. Verder ziet de restauratiedekker zich vaker geconfronteerd met complexe of geornamenteerde dakvormen (torenspitsen, gebogen vormen, …) en met minder courante vormen, afmetingen of dekkingswijzen van de materialen. Tot slot moet hij de hedendaagse kwaliteitseisen voor dakbedekkingen soms verzoenen met een bestaande toestand of gewenste eindvorm die hierop niet voorzien is (bv. bij het aanbrengen van isolatie).
3
Afbakening
Dit beroepsprofiel geeft een globaal overzicht van al de onderscheiden beroepstakken van het vakgebied restauratie dakbedekking. Dit wil zeggen dat wij de verschillende deeltakken niet als afzonderlijke beroepen behandelen, maar ze wel in hun globaliteit opnemen in de takenanalyse. De bedoeling is een algemeen beeld te geven van het beroep restauratievakman dakdekker. Wel wordt de opdeling naar de hoofdmaterialen gehandhaafd. Het gaat hier om de activiteiten van een ervaren polyvalent vakman die alle aspecten van het beroep beheerst. De zaakvoering en de commerciële activiteiten worden in dit takenpakket niet beschreven. Verder heeft het profiel betrekking op een modale beroepsuitoefening en wordt abstractie gemaakt van de verschillen tussen bedrijven op het gebied van schaalgrootte, takenvolgorde en werkverdeling.
6
DEEL II: PROFIEL RESTAURATIEVAKMAN DAKDEKKER
7
1
Taken en activiteiten
We delen het takenpakket in voorbereidende, uitvoerende en ondersteunende taken in. De voorbereidende taken zijn die taken die voorafgaand aan de uitvoerende taken verricht moeten worden. Het kan onder meer gaan om het plannen van de uit te voeren activiteiten, het klaarzetten van materiaal, … Het gaat dus heel specifiek om taken die verricht worden ter voorbereiding van het eigen werk en niet ter voorbereiding van het werk van anderen. De uitvoerende taken maken de kern van de functie uit. De ondersteunende taken maken dat de uitvoering van het werk ongestoord en vlot kan plaatsvinden. Dit kan gaan om onderhoud, kwaliteitscontrole, … Ook hier wordt de ondersteuning van het eigen werk bedoeld, niet de taken die ter ondersteuning van het werk van anderen worden uitgevoerd. Naast de opsomming van taken, kennis en vaardigheden schenken we aandacht aan het feit of het belang van de taken zal toenemen of afnemen in de toekomst (trend). Ook de moeilijkheidsgraad van de taken geven we weer. Een taak is eenvoudig als ze routinematig wordt uitgevoerd of als men beslissingen moet nemen die keuzes uit bekende opties inhouden. Een eenvoudige taak leert men gemakkelijk aan. Een taak is moeilijk als er steeds nieuwe oplossingen gezocht moeten worden voor nieuwe problemen. Het vergt meer inspanningen om een moeilijke taak aan te leren.
8
We onderscheiden de volgende taken: 1.1
VOORBEREIDENDE TAKEN
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
Plannen van de werkzaamheden (tabel 1) Inrichten van de bouwplaats (tabel 2) Installeren van materiaal voor het werken in de hoogte (tabel 3) Controleren van de dakstructuur en eventueel verwijderen van oude dakbedekking (tabel 4)
1.2
UITVOERENDE TAKEN
1.2.1 Herstellen of vernieuwen van een onderdak bij hellende daken (tabel 5) 1.2.2 Vernieuwen of plaatsen van isolatie (tabel 6) 1.2.3 Controleren en/of plaatsen van ladderhaken en andere beveiligingsvoorzieningen (tabel 7) 1.2.4 Herstellen of vernieuwen van traditionele dakbedekkingsmaterialen op hellende daken (tabel 8) 1.2.4.1 Pannendaken (tabel 9) 1.2.4.2 Dakbedekking met natuur- en kunstleien (tabel 10) 1.2.4.3 Houten dakbedekking (tabel 11) 1.2.5 Herstellen of vernieuwen van metalen dakbedekkingen 1.2.5.1 Gebruik van het metaal (tabel 12) 1.2.5.2 Dakgoten en hemelwaterafvoeren vervaardigen en aanbrengen (tabel 13) 1.2.5.3 Verbindingen met staande naad (tabel 14) 1.2.5.4 Verbindingen met roefnaad (tabel 15) 1.2.5.5 Aansluitingsbewerkingen (tabel 16) 1.2.6 Herstellen of vernieuwen van dakbedekkingen met riet (tabel 17) 1.2.7 Gevelbekledingen herstellen of uitvoeren (tabel 18) 1.2.8 Onderhouden of herstellen van daken (tabel 19) 1.2.9 Restauratie van metalen dakonderdelen (lood, koper, zink, …) (tabel 20) 1.2.10 Restauratie met lood (tabel 21)
1.3
ONDERSTEUNENDE TAKEN
1.3.1 Letten op veiligheid en hygiëne (tabel 22) 1.3.2 Opruimen van de bouwplaats (tabel 23) 1.3.3 Kwaliteitszorg (tabel 24)
9
1.1 Voorbereidende taken
1.1.1 Plannen van de werkzaamheden Tabel 1 Activiteiten •
Lezen van plannen en werkschetsen
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
•
• •
•
De staat/toestand van de dakstructuren en/of -gebinten visueel controleren
M
• •
• •
•
Noteren, schetsen, fotograferen van de bestaande situatie in functie van de uitvoering van het werk
M
• •
• •
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kunnen lezen en begrijpen van een plan of werkschets, de legende, de symbolen en de schaal Lengte van noordbomen en kielgoten kunnen berekenen Afmetingen van nokken, schoorsteeninwerkingen en dakvlakken kunnen lezen Kunnen beoordelen van de toestand van het dak Basiskennis van historische dakstructuren, materialen en methodes Basiskennis van pathologieën (zwam- en insektaantasting) Basiskennis van de problematiek van beschermde diersoorten Verslag kunnen uitbrengen Kunnen observeren en beschrijven, schetsen van bestaande toestand Kunnen onderscheiden van (historische) materialen Fototoestel kunnen gebruiken = = status-quo
Opmerking: Planlezen gebeurt door de ploegbaas en is geen vereiste voor arbeiders.
10
1.1.2
Inrichten van de bouwplaats Tabel 2 Activiteiten •
•
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker
Nakijken of water, elektriciteit, en stockagemogelijkheden beschikbaar zijn Nakijken of veiligheidsvoorzieningen beschikbaar zijn en of ze adequaat zijn
M E
T =
•
Kennis van de praktische organisatie van de bouwplaats
M
•
Kennis van veiligheidsvoorschriften en persoonlijke beschermingsmiddelen Kennis van specifieke valbeschermingsmiddelen Kunnen controleren van de leveringen op basis van de bestelstaat Kennis van materiaal en gereedschap: kunnen identificeren en kennis van de kenmerken Op de hoogte zijn van de gepaste wijze om de diverse goederen te stockeren (eventueel rekening houden met zonlicht, warmte, vochtigheid, …) Kunnen bepalen van benodigde materialen en gereedschappen en de aanvoer en bevoorrading ervan Inzicht hebben in vereiste hoeveelheden materiaal en gereedschap Kennis van de wetgeving inzake inrichting van de bouwplaats en kunnen naleven ervan Kennis van de wetgeving inzake bouwplaatsmachines en kunnen naleven ervan Kunnen bepalen hoe de goederen en de werkplek beveiligd en beschermd moet worden Kunnen inschatten van de risico’s en gevolgen van een gebrekkige bescherming
• •
Toezien op de levering van materiaal en nakijken van de staat en het aantal
E
=
•
•
•
Klaarzetten van materialen en gereedschap: - bepalen van opslag en opstelling op de bouwplaats - nagaan van de goede staat van materiaal en gereedschap - installeren van een ladderlift, dakkraan en hoogtewerker - beschermen van breekbare voorwerpen
E
•
•
•
•
•
•
Beveiligen van het materiaal en de bouwplaats
E
•
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
= = status-quo
11
1.1.3
Installeren van materiaal voor het werken in de hoogte Tabel 3 Activiteiten •
•
Op kleine werven: bouwen en verankeren van steigers (vaste stellingen of rolsteigers), monteren van hangsteigers en demonteren ervan - de juiste verankeringen aanbrengen - zich vergewissen van de stevigheid van de steunen Bevestigen van verankeringsmiddelen voor gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
• •
•
•
• •
•
Opstellen en gebruiken van ladders en hun toebehoren
E
•
•
Aanbrengen van wegsignalisatie: - voorzien van beschermde en verboden zones - voorzien van verkeerstekens Stabiel opstellen van ladderliften en kranen en verankeren ervan
E
•
E/M*
•
•
• •
Het benodigde materiaal en gereedschap op het dak brengen
E
=
• •
•
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de montageregels voor eenvoudige stellingen Kennis van en kunnen toepassen van de voorschriften van de fabrikant (normen, klassen, stabiliteit) Kunnen inschatten van de toelaatbare belasting t.o.v. de afstand van de staanders en de gebruikte stellingvloer (bv. toelaatbaar aantal personen en materialenlast) Kunnen inschatten van bevestigingsplaatsen met respect voor het historisch materiaal Kennis en gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen naleven Kunnen toepassen van de geldende regels bij het demonteren van steigers Kunnen kiezen van geschikte ladders met inachtname van de betreffende reglementeringen, normen en veiligheidsvoorschriften Kennis van de geldende reglementen, kunnen naleven en toepassen ervan
Kunnen opstellen van de toestellen en correct kunnen stapelen van de materialen Kunnen verankeren of vastleggen van de bouwliften Kennis van de wetgeving inzake werken in de hoogte Gebruik kunnen maken (bedienen) van hoogwerkers met gondel Gebruik kunnen maken van een goederenlift volgens de wettelijke voorschriften De materialen ook op dakhoogte met de nodige omzichtigheid kunnen behandelen en stapelen = = status-quo
* Deze taak kan eenvoudig of moeilijk zijn afhankelijk van de stabiliteit van de ondergrond, de plaats van het gebouw binnen de wijk, …
12
1.1.4
Controleren van de dakstructuur en eventueel verwijderen van oude dakbedekking Tabel 4 Activiteiten •
Visueel controleren van de dakstructuur en de dakspanten
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T
• • • • •
•
Eventueel de bestaande dakbedekking demonteren en verwijderen met respect voor het historisch materiaal
E
=
•
•
• •
•
•
Het dakoppervlak reinigen en de oude materialen verwijderen met respect voor het historisch materiaal
E
=
•
•
•
Het occasioneel vervangen van elementen van eenvoudige houten dakconstructies
M
=
• •
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Elementaire kennis van de diverse houtsoorten Kennis van de correcte uitvoering van een dakstructuur Kunnen vaststellen van verzwakte structuuronderdelen Visueel kunnen vaststellen van zwam- en insektaantastingen Kennis van het vervangen en herstellen van kleine gebintonderdelen Kunnen verwijderen van oude, slechte, vervormde dakbedekkingen Kunnen verwijderen van dakgoten, hemelwaterafvoeren en andere daktoebehoren Kunnen uitklinken van oude en/of herbruikbare pannen Kennis van (beschermings- en) stockeringsmethodes voor herbruikbare materialen Inzicht hebben in de opeenvolging (de opbouw) van de meerlagige dakbedekking, in de functie van de lagen of de onderdelen ervan Kunnen reinigen van het dakoppervlak met hulpmiddelen zoals borstel, stof- en waterafzuigers, … Kennis van de schadelijkheid van bepaalde stoffen en materialen Afval kunnen sorteren Kennis van houtmaten, de afstand van de gordingen kunnen bepalen in functie van de dakhelling en dakbelasting Eenvoudige houtverbindingen kunnen toepassen = = status-quo
Opmerking: Tot stand brengen van eenvoudige gebinten voor hellende daken, wordt niet gedaan door de dakdekker maar door de schrijnwerker-timmerman.
13
1.2
Uitvoerende taken
1.2.1
Herstellen of leggen van een onderdak bij hellende daken Tabel 5 Activiteiten •
•
1.2.2
Verwerken van de materialen voor het stijve of buigzame onderdak
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T =
• • •
M
Plaatsen van het latwerk (tengels)
=
•
Kennis van de materialen die gebruikt worden voor het onderdak Kunnen nagaan van de dakopbouw Kennis van de normen en technische instructies van de fabrikant en kunnen toepassen ervan Kunnen aanbrengen van de tengellatten
Vernieuwen of plaatsen van isolatie Tabel 6 Activiteiten •
•
Aanbrengen van isolatiematerialen in, op en onder het gebinte of de vloeren met respect voor het historisch materiaal: - afmeten, afschrijven, zagen/ snijden, samenvoegen en bevestigen van de isolatiematerialen volgens soort, positie en ondergrond/drager - verzekeren van de continuïteit van de isolatie bij de dak/muuraansluitingen Aanbrengen van een luchten/of dampscherm met respect voor het historisch materiaal
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
•
•
• M
• • •
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de verschillende werkwijzen voor het aanbrengen van isolatie Kunnen in acht nemen van technische vereisten op basis van een werkschets en uitleg ter plekke (koudebruggen, opstijgend vocht, dichtheid, …) voor het werken met het isolatiemateriaal Inzicht hebben in de opeenvolging (de opbouw) van de meerlagige dakbedekking Kennis van de verschillende plaatsingtechnieken Kennis van de richtlijnen van de fabrikant en toepassen ervan Er kunnen voor zorgen dat het materiaal intact blijft = = status-quo
14
1.2.3
Controleren en/of plaatsen van ladderhaken en andere beveiligingsvoorzieningen Tabel 7 Activiteiten •
Controleren en/of plaatsen van ladderhaken en andere beveiligingsvoorzieningen (ogen, …)
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
• •
•
•
• •
Kennis van dakopbouw Kennis van het dakbedekkingsmateriaal in functie van de toe te passen techniek Kennis van de wettelijke veiligheidsvoorschriften, de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant en de voorschriften van Monumentenwacht Vlaanderen vzw Rekening houden met de consequenties van materiaalcombinaties (galvaniserende koppels, …) Correct kunnen inschatten van de stevigheid van de structuur Kunnen inschatten van bevestigingsplaatsen met respect voor het historisch materiaal
1.2.4 Herstellen of vernieuwen van traditionele dakbedekkingsmaterialen op hellende daken Tabel 8 Activiteiten •
Uitlijnen en uitzetten van het dak
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
•
•
•
•
Uitsnijden van de metalen afwerkingen (slabben, …) en aanbrengen rond openingen, dakdoorbrekingen en andere accessoires
E/M*
• •
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Correct kunnen uitlijnen en uitzetten van het dak in functie van het dakoppervlak, de helling en de te gebruiken dakbedekkingsmaterialen In acht kunnen nemen van de juiste overlappingen bij het uitlijnen en uitzetten van het dak Kunnen rekening houden met de situatie ter plekke en eventuele vereisten van esthetisch uitzicht Kennis van systemen voor waterafvoer op en van het dak Kennis van de werkwijze voor het uitsnijden en aanbrengen van de afwerkingen Kennis van de technische details (dakrand, nokafwerking, verluchtingspannen, …) = = status-quo
* Deze taak kan eenvoudig of moeilijk zijn afhankelijk van het bestek. Opmerking: Uitlijnen en uitzetten van het dak, wordt altijd door de ploegbaas gedaan 15
1.2.4.1 Pannendaken Tabel 9 Activiteiten •
Plaatsen van de panlatten
•
Leggen van pannendaken (leipannen, gewelfde pannen, pannen met sluiting)
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T =
•
E
=
•
• • •
Afwerken van de rand, dakgootaansluiting, nok, hoekkeperlijn, kielgoot, …
M
=
•
•
•
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de vigerende normen met betrekking tot de bevestiging en de tussenafstand en kunnen aanhouden ervan Kennis van een efficiënte plaatsings- en bevestigingsmethode Kennis van het oorspronkelijk patroon van de dakbedekking Kunnen aanmaken en aanbrengen van de geschikte mortel Kennis van de opbouw en de uitvoering van de specifieke technieken bij de verschillende soorten detailafwerking Kennis van en kunnen gebruiken van de accessoires volgens de richtlijnen van de fabrikant Kennis van de aansluiting van lood, zink, koper, … op nieuwe materialen bij o.a. de aansluiting van nieuwbouwelementen op een historisch gebouw = = status-quo
16
1.2.4.2 Dakbedekkingen met natuurleien en vezelcementleien Tabel 10 Activiteiten •
•
Plaatsen van het latwerk en/of de beschieting (dakbeschot, schalieberd) Plaatsen van de leien volgens hun dikte en het toegepaste spijker- of haaksysteem conform het oorspronkelijk patroon van de dakbedekking
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T =
•
E
=
•
• • •
•
Afwerken van de rand, dakgootaansluiting, nok, hoekkeperlijn, kielgoot, … en alle dakdoorbouwingen
M
=
•
•
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de technieken voor het plaatsen van het latwerk en/of de beschieting Kennis van de eigenschappen, verwerkingsvoorschriften en bevestigingstechnieken van verschillende soorten leien Kennis van het oorspronkelijk patroon van de dakbedekking Leien kunnen sorteren naar dikte Correct kunnen uitvoeren van overlappingen Correct kunnen maken van de aansluitingen met lood volgens de bijzondere omstandigheden of situaties Kennis van de opbouw en de uitvoering van de specifieke technieken bij verschillende soorten afwerking = = status-quo
17
1.2.4.3 Houten dakbedekking Tabel 11 Activiteiten •
Plaatsen van het latwerk en/of de beschieting
•
Leggen van houten shingles (ceder, eik) en sheds op daken
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T =
•
E
=
•
• • • •
Uitsnijden van metalen afwerkingen bij randen, dakvlakontmoetingen en -doorbrekingen
• •
•
Leggen van de bebording
E
=
•
•
Afwerken van de rand, nok, hoekkeperlijn, kielgoot, … en alle dakdoorbouwingen
M
=
•
•
•
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; M= moeilijk Trend: = toenemend belang; = afnemend belang;
Kennis van de technieken voor het plaatsen van latwerk en/of beschieting Kennis van het hout als dakbedekkingsmateriaal in verschillende toepassingen Kennis van te gebruiken shingles op de verschillende plaatsen Kunnen leggen van shingles en sheds op een dak Kennis van richtlijnen ter bescherming van het hout Kennis van de systemen voor waterafvoer Kennis van de technische details voor de afwerking van dakranden, nok en kielgoot Kennis van de technieken voor het plaatsen van bebording Correct kunnen maken van de aansluitingen volgens de bijzondere omstandigheden of situaties Kennis van de opbouw en de uitvoering van de specifieke technieken bij de verschillende soorten afwerking Kennis van reacties en te nemen voorzorgen bij contact van metaalsoorten met hout en andere materialen = = status-quo
18
1.2.5
Herstellen of vernieuwen van metalen dakbedekkingen
1.2.5.1 Gebruik van het metaal Tabel 12 Activiteiten •
Het metaal (lood, koper, zink, …) voor het te vervaardigen gedeelte (goten, hemelwaterafvoeren, dakbedekkingen) gebruiken overeenkomstig de instructies en het plan
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T =
•
•
•
• •
Het dak afmeten rekening houdende met de vereiste overlappingen
M
=
• • •
•
Meten en aanduiden van de benodigde lengte van het bladmetaal en het metaal op spoelen
M
• •
• • •
•
Verdelen van het metaal op het dak in functie van de uit te voeren werkzaamheden
M
•
Snijden, bewerken en wellen van het metaal
M
• •
•
• •
•
Kennis van voor- en nadelen, eigenschappen en bewerkingsmogelijkheden van zink, koper, lood Kennis van de eigenschappen en bewerkingsprincipes van ruiten en leien in metaal, bladen in gegolfd en gegroefd metaal Kunnen bepalen van de metaalsoort in functie van het te vervaardigen gedeelte Kennis en kunnen toepassen van elektrolyse Kennis van het maken van maatschetsen Overweg kunnen met het meetmateriaal Kunnen maken van de nodige berekeningen Zin voor nauwkeurigheid Kennis van de handelsmaten: nummers, maten, gewicht en dikten van bladmetaal Overweg kunnen met meetlat en andere hulpmiddelen Kunnen maken van de nodige berekeningen Kennis van de uitzettingsproblematiek Idem Rekening houden met het uit te voeren naadtype (staande naad, roefnaad) Kennis van het gereedschap voor de bewerking van het metaal: buigmachine, rolmachine, kraalmachine, kartelmachine, boordmachine Kunnen uitvoeren van het wellen Kunnen rekening houden met de obstakels en ornamenten die zich op het dak bevinden Kunnen uitsnijden, plooien en solderen van platen bij obstakels
19
•
Vervaardigen van de metalen dakbedekking
E
=
•
•
• •
•
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de verschillende uitvoeringswijzen: vlak, hellend, gebogen en samengestelde vorm Kennis van de handelsmaten: nummers, maten, gewicht en dikten van bladmetaal Kennis van soldeer-, aanhakingsen klisverbindingen Kennis van de normen inzake de samenstelling van het soldeersel en deze respecteren Erover kunnen waken dat de metalen dakbedekking niet in aanraking komt met stoffen die het metaal kunnen beschadigen - onderzijde: houtsoorten (kastanje, eik, tropisch hout, …), houtveredelingsproducten, beton, cement, pleister, … - bovenzijde: bitumen, roetuitval, … - boven- en onderzijde: galvanisch koppel = = status-quo
20
1.2.5.2 Dakgoten en hemelwaterafvoeren herstellen, vervaardigen en aanbrengen Tabel 13 Activiteiten •
Vervaardigen van dakgoten in metaal
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
• •
•
•
• •
• •
•
Vervaardigen van gootdetails zoals: - broekstukken - eindstukken - verstek - uitzettingen - tapgaten - aansluitingen met hemelwaterafvoeringen Aanbrengen en bevestigen van zelfvervaardigde goten op: - een houten draagconstructie - verzinkte stalen beugels
M
•
•
•
M
•
• •
•
Hemelwaterafvoeren vervaardigen, inclusief historische vormen
M
•
• •
Kunnen beoordelen van de toestand van goten en aflopen Kennis van de karakteristieken en onderdelen van de diverse types dakgoten (bakgoten, overhoekse goten, zakgoten, kielgoten, verholen goten) Kennis van de werkwijze voor het vervaardigen van metalen dakgoten Kennis van de normen en reglementeringen terzake (wateren sneeuwdichtheid, vlotte afvoer, stormvastheid, warmte-, koude- en geluids-isolatie, brandpreventie, duurzaamheid, …) Kunnen opmeten van de goot ter plekke Kunnen berekenen van de respectieve afmetingen en uitzetting (o.a. in debieten) De grootte van een dakgoot kunnen bepalen i.f.v. debiet Kennis van de functies en karakteristieken van de diverse gootdetails Kennis van de werkwijze en de werkvolgorde bij het vervaardigen van gootdetails Kunnen rekening houden met het debiet van het dak bij het vervaardigen van hulpstukken Kennis van de werkwijze en werkvolgorde voor het vervaardigen en aanbrengen van goten Kennis van het benodigde gereedschap en hulpmiddelen Bij het aanbrengen rekening kunnen houden met de vrije werking, juiste bevestiging, waterdichte uitvoering, vlotte afvoer van hemelwater Kennis van de werkwijze voor het vervaardigen van een hemelwaterafvoer met verschillende doorsneden (cirkel, vierkant, rechthoek, combinatie van de drie) Kennis van het bewerken en leggen van leidingen Kennis van het plooien en solderen van neus of afzakkingsringen 21
Aanbrengen van hemelwaterafvoeren en de aansluiting op het rioleringssysteem verzekeren
M
•
Vervaardigen en aanbrengen van verbindingselementen en andere onderdelen
M
•
•
Vervaardigen en aanbrengen van vergaarbakken, inclusief historische vormen
M
•
•
•
•
•
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de juiste werkwijze voor het bevestigen van hemelwaterafvoeren Waterdicht kunnen uitvoeren van de verbindingen Kennis van de werkwijze voor het vervaardigen van verbindingselementen (bv. steekpijpje, bajonet, spuwer bij platte daken) Kennis van de verschillende types vergaarbakken (rechthoekige, cilindervormige en decoratieve) Kennis van de werkwijze voor het vervaardigen en aanbrengen van vergaarbakken Kennis van het uittekenen van complexe vormen op ware grootte = = status-quo
22
1.2.5.3 Verbindingen met staande naad Tabel 14 Activiteiten •
Metalen bladen langs de langszijden met staande naad verbinden en aanbrengen: - opkanten van de bladen - felsen (verticale aanhaking met dubbele vouwnaad) - bevestigen d.m.v. klangen d.m.v. spijkers of schroeven
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
•
•
•
•
•
•
• •
•
Kennis van de werkwijze voor het opkanten en felsen van de bladen hetzij manueel, hetzij door het gebruik van een elektrische machine Het opkanten voldoende hoog boven de dakbedekking kunnen uitvoeren om infiltratie door aflopend water te kunnen voorkomen Rekening houden met de tussenruimte aan de voet van de naden om de uitzetting op te vangen Kennis van de werkwijze voor het bevestigen van klangen en van het benodigde aantal, rekening houdende met de windsterkte waaraan het dak blootstaat Kennis van de helling van het dak om uit te maken welke van de drie verbindingen moet worden gebruikt Kennis van de werkwijze voor de uitvoering van een enkele en dubbele aanhaking en overlapping en een trapvormige aanhaking
Metalen bladen langs de dwarszijden verbinden (dwarsnaad) d.m.v.: - enkele aanhaking - dubbele aanhaking en overlapping - trapvormige aanhaking
M
Metalen banen langs de langszijden verbinden met een staande naad Zelfde procedure als bij de bladen Bevestiging met andere types klangen (vaste en schuifklangen) Metalen banen langs de dwarszijden verbinden (dwarsnaad): trapvormige aanhaking
M
• •
Idem als bij de metalen bladen Kennis van de dakhelling om de plaats te bepalen waarop de klangen moeten komen
M
•
Kennis van de werkwijze voor het uitvoeren van een trapvormige aanhaking
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
•
•
M= moeilijk = afnemend belang;
= = status-quo
23
1.2.5.4 Verbindingen met roefnaad Tabel 15 Activiteiten •
Metalen bladen langs de langszijden verbinden met een roefnaad: - opplooien van de randen van de bladen - plaatsen van roeflatten tussen de opgeplooide randen - bevestigen van de bladen d.m.v. roefklangen - bevestigen van de roeflatten op de dakbedekkingsdrager
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
•
•
• • •
•
• • •
Metalen bladen langs de dwarszijde verbinden (dwarsnaad) Metalen banen langs de langszijden verbinden met roefnaad Metalen banen langs de dwarszijden verbinden (dwarsnaad): - enkele of dubbele aanhaking en overlappende naad - trapnaad
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M
•
M
•
M
•
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de werkwijze voor het opplooien van de randen hetzij manueel, hetzij elektrisch Kennis van de verschillende types roeflatten (de gewone en de verbeterde) Kunnen bevestigen van klangen d.m.v. spijkers of schroeven Kunnen verstevigen van de bevestiging Kunnen bevestigen van roeflatten d.m.v. een spijker of schroef die loodrecht én door de klang én door de roeflat wordt gedreven Kunnen vermijden van een te grote verdikking door de hoeken van de bladen af te snijden (voorkomen van waterlekken door capillariteit) Idem als voor verbinden van bladen met staande naad Idem als voor het verbinden van bladen met roefnaad Kennis van de werkwijze voor de uitvoering van deze twee naden
= = status-quo
Opmerking: Fabrikanten leveren op de bouwplaats platen, voorzien van de vereiste profielen. Op het dak worden de naden meestal machinaal gevormd. Het is echter wel nodig dat de arbeider manueel deze bewerkingen kan uitvoeren bij aanpassingswerken.
24
1.2.5.4 Aansluitingswerken Tabel 16 Activiteiten •
Vervaardigen van aansluitingen met diverse doorbouwen (schoorstenen, lichtkoepels, liftschachten, verluchtingselementen)
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
•
•
• • • •
De aansluiting van de metalen dakbedekking aan de nok tot stand brengen
M
•
• •
•
•
De aansluiting van de metalen dakbedekking aan het snijpunt van een noklijn en twee hoekkepers tot stand brengen
M
• •
• • • •
Een opkant tegen een muur vervaardigen Een slabbe vervaardigen
M
M
•
• •
•
•
•
Aansluiting met de goot tot stand brengen
M
•
•
Kennis van de werkwijze voor het uitvoeren van bepaalde aansluitingen Kunnen aanpassen van de plaatbreedte en plooien van benodigde opkant Slabben kunnen maken en bevestigen De structuren kunnen controleren en beoordelen Elementair metselwerk kunnen uitvoeren Kennis van de werkwijze voor het uitvoeren van de aansluiting met staande naad Kennis van de handelsmaten van de roeflatten Kennis van de werkwijze voor het uitvoeren van de aansluiting met roeflatten Kennis van de werkwijze voor het uitvoeren van de aansluiting met verlengde roeflatten Kunnen versnijden van bladen Kunnen vormen van een waterdichte vouwnaad zonder soldeerwerk Zin voor nauwkeurigheid Vereist een zekere ervaring
Kunnen inwerken van de slabbe in een groef van het metselwerk of het beton Kunnen vervaardigen van een opgaande boord Kunnen bevestigen van een slabbe, uitvoering is verschillend naargelang het type/de metaalsoort Kennis van de oplossingen om de gevolgen van krimp en uitzetting te vermijden Kennis van een eenvoudige overlapping om de verticale naad tussen twee stukken slabbe tot stand te brengen Kennis van de werkwijze voor het uitvoeren van de aansluiting, uitvoering is afhankelijk van de metaalsoort Kennis van het solderen
25
•
Kilaansluiting tot stand brengen
M
• • •
•
Het vervaardigen en aanbrengen van een zijrand tegen een opgaande wand
M
• • • •
•
Zijrandaansluiting tot stand brengen
M
•
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de werkwijze voor het uitvoeren van kilaansluitingen Ervoor kunnen zorgen dat de doorsnede voldoende groot is Kennis van het maken van overlappingen en dubbele aanhakingen Kunnen opplooien van bladen Muur kunnen inslijpen Kunnen afdekken van de opkant met een slabbe Trapsgewijs kunnen uitvoeren van een slabbe Kennis van de werkwijze voor het uitvoeren van een zijrandaansluiting Kunnen bevestigen van een randplank of roeflat = = status-quo
26
1.2.6
Herstellen of vernieuwen van dakbedekkingen met riet Tabel 17 Activiteiten •
Plaatsen van het latwerk
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T =
• • •
•
Plaatsen van de verschillende rietlagen
M
•
• • • •
•
Leggen van het riet bij de verschillende dakvlakontmoetingen, hoekkeper, kielgoot
M
Binden van het riet op de rietlatten
M
•
• =
•
•
•
•
Opkloppen van het riet
M
• •
•
Afwerken van dakramen, schoorstenen, en andere dakdoorbrekingen
M
=
•
•
•
Afwerken van de rand, onderkant, nok, hoekkeper
M
=
•
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de technieken voor het plaatsen van het latwerk Kennis van de tussenafstanden tussen de rietlatten Kunnen bevestigen van de rietlatten Kennis van de materialen, hun eigenschappen, de verwerkingsvoorschriften en de bevestigingstechnieken gebruikt voor het binden van de rietlagen Kennis van het riet voor de verschillende rietlagen Kennis van het riet voor de verschillende plaatsen op het dak Correct kunnen uitvoeren van herstellingen aan rieten daken Kennis van de legmethoden bij de verschillende dakvlakontmoetingen Kunnen binden van rietlagen bij de dakvlakontmoetingen Kennis van de gebruikte materialen voor de gaarden, de bevestigingsmethoden en tussenafstanden Kennis van de gebruikte materialen voor het binden van het riet op het dak Correct kunnen uitvoeren van oude en moderne bindingstechnieken op het dak Kennis van de vereiste laagdikte Kunnen opkloppen van het riet: - tot een vlak oppervlak bij dakvlakken - tot vloeiende overgangen bij dakvlakontmoetingen - tot rechte uiteinden bij randen Kennis van de materialen en technieken van toepassing bij dakramen en dakdoorbrekingen Correct kunnen uitvoeren van aansluitingen bij dakramen en dakdoorbrekingen Kennis van de materialen en technieken voor de afwerking van de nok en dakranden Correct kunnen uitvoeren van de verschillende aansluitingen en afwerkingen = = status-quo
27
1.2.7
Gevelbekledingen herstellen of uitvoeren* Tabel 18 Activiteiten •
De drager realiseren: - nazien van de draagstructuur - vastzetten van de metalen armaturen (bouten, speciale krammen, ankers, injecties, …) - vastzetten van het houtbeslag (pistoolpluggen, stalen schietnagels, …)
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T
•
M= moeilijk = afnemend belang;
Kunnen kiezen van het raamwerk en de bijbehorende bevestigingsmiddelen in functie van de draagstructuur en het geveltype
= = status-quo
* Bij het uitvoeren van gevelbekledingen horen ook de taken en vaardigheden met betrekking tot het plaatsen van metalen dakbedekkingen en het plaatsen van traditionele dakbedekking (met uitzondering van asfaltleien en riet), maar dan toegepast op gevels.
1.2.8
Onderhouden of herstellen van daken Tabel 19 Activiteiten
Dakdekker M T M =
Bijzondere kennis en/of vaardigheden •
•
Herstellen van schoorstenen
•
Herstellen van dakdoorboringen
M
=
•
•
Herstellen van aansluitingen op het dak
M
=
•
• • •
Controleren van de bliksemafleiders Plaatselijk een losgekomen bevestiging herstellen
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M
=
• •
M= moeilijk = afnemend belang;
Kunnen uitvoeren van eenvoudig metselwerk met gebruik van dezelfde materialen (nieuwe of recuperatie) Kunnen aansluiten van nieuw materiaal op bestaand materiaal (zink, koper, lood, inox, …) Kunnen aansluiten van nieuw materiaal op bestaand materiaal (zink, koper, lood, inox, voegmortels, …) Kennis en kunnen maken van compatibele voegmortels Kennis van te gebruiken bevestigingsmiddelen Eenvoudige bevestiging kunnen doen = = status-quo
28
1.2.9
Restauratie van metalen dakonderdelen (lood, koper, zink, …) Tabel 20 Activiteiten •
Opmeten van het te restaureren onderdeel
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T =
• •
•
Detailtekeningen (uitslagen of ontvouwingen) maken
M
• • • • • •
• • •
Maken van mallen
M
=
• • • •
• •
Drijven van het metaal voor het bekomen van de vereiste vorm
M
=
•
• •
• • • •
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Meetmateriaal kunnen gebruiken Kunnen maken van maatschetsen Fototoestel kunnen gebruiken Kennis van meetkundig tekenen Kunnen uittekenen op ware grootte van onderdelen Kennis van de te gebruiken grondstoffen en handelsmaten Kennis van de structuur van het te maken werkstuk Kennis van uitvoeringstechnieken en methoden Kunnen opstellen van een materiaalstaat Kennis van hulpmiddelen, beschikbaar in de handel Kennis van te gebruiken grondstoffen Kennis van de structuur van mallen Kennis van het vormpersen en vormgieten Kunnen bepalen van de bouw van de mallen volgens de aard van het werkstuk Kunnen maken van montagemallen Kennis en gebruik van benodigde gereedschappen en hulpmiddelen Kennis van de eigenschappen van het metaal Kunnen beoordelen van de benodigde thermische toestand van het metaal bij het drijven Kennis van het opwarmen van het metaal Kennis van de passende werkmethode bij het drijven Kunnen evalueren van de vormevolutie tijdens het drijven Kunnen realiseren van verschillende vormen en verbindingsstukken = = status-quo
29
1.2.10 Restauratie met lood Tabel 21 Activiteiten •
Plaatsen van bakgoot in lood
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T =
•
• • • •
• •
Bekleden van dorpels en hardstenen randplateaus met bladlood Hoek indrijven HWA buigen door middel van pater-noster
•
M
• • •
• •
HWA plaatsen door middel van loden bledden Gieten van bevestigingsproppen en andere vormen
E
•
M
• • • •
•
Met de maatklos werken
E
•
M
•
•
Separatiestuk (uitzetvoeg) plaatsen, inclusief deksel Tapbuis plaatsen
E
•
•
Plaatsen van voeglood en loketten
E
•
Moeilijkheidsgraad: Trend:
•
Kennis van de te gebruiken houtsoorten als drager van de goot Kennis van gewichtenberekening Kennis van te gebruiken las- en soldeermiddelen Kunnen solderen en lassen in verschillende standen Kunnen uitvoeren van aanhakingen Kennis van drijftechnieken Kennis hebben van passend gereedschap Werkmethode beheersen voor de maatvoering, de vormgeving en de wanddikte Kennis van de passende techniek Maken van de vereiste vormen Kennis van de benodigde grondstof Kennis van het smelten en gieten van lood Veiligheidsvoorschriften kunnen toepassen Kennis van de passende techniek Kennis van de passende techniek Kennis van de passende techniek Kennis van de passende techniek
E= eenvoudig; M= moeilijk = toenemend belang; = afnemend belang;
= = status-quo
30
1.3 Ondersteunende taken
1.3.1
Letten op veiligheid en hygiëne Tabel 22 Activiteiten •
•
De individuele en collectieve veiligheidsregels respecteren en veiligheidsvoorzieningen aanbrengen (bv. vangnetten, valbeveiliging, …)
Veilig omgaan met snij- en slagwerktuigen, handgereedschappen, elektrische machines, …, zorgen voor hun goede werking en signaleren van defecten
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T
•
• E
• •
•
•
Zware lasten en grote stukken op een (fysiologisch en materieel) veilige manier optillen, hijsen, dragen, behandelen, zowel manueel als met toestellen
E
•
• •
Nagaan van de aanwezigheid van ontvlambare, giftige of gevaarlijke producten en deze reglementair opslaan en zorgen voor bescherming
M
•
•
•
•
De werkplaats in goede staat en in orde houden
E
•
•
Meewerken aan een veilig en gezond werkklimaat op de bouwplaats Zorg dragen voor de omgeving en het milieu
E
•
E
•
•
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van de voorschriften inzake werkkleding eigen aan het beroep (handschoenen, bril, …) en toepassen ervan Kennis van de individuele en collectieve beschermingsmiddelen en toepassen ervan Potentieel gevaarlijke situaties kunnen herkennen Kennis van de veiligheidsvoorschriften van de werktuigen en machines en toepassen ervan Kennis van onderhoudsrichtlijnen van de werktuigen en de machines en toepassen ervan Kennis van lichamelijke veiligheidsvoorschriften en fysische regels inzake het optillen, dragen en hanteren van zware lasten en toepassen ervan Kennis van ergonomische arbeidsomstandigheden De agressiviteit van bepaalde stoffen en de gevolgen van hun gebruik kennen (technische fiches uithangen in de bouwplaatskeet) Kennis van en kunnen toepassen van de wetgeving op de brandveiligheid Rekening houden met brandgevoeligheid van sommige materialen Kennis van de voorschriften inzake de netheid en hygiëne van de werkplaats Kennis en respecteren van regels met betrekking tot arbeidshygiëne Kennis van de principes van afvalverwerking Kennis van de problematiek van radioactieve bliksemafleiders en asbest = = status-quo
Opmerking: Nagaan van de aanwezigheid van ontvlambare, giftige of gevaarlijke producten en deze reglementair opslaan en zorgen voor bescherming. Controle hiervan is een specifieke taak voor de ploegbaas, doch het veiligheidsbewustzijn moet bij alle arbeiders aangemoedigd worden 31
1.3.2
Opruimen van de bouwplaats Tabel 23 Activiteiten •
Reinigen van de bouwplaats
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M E
T
• •
•
•
•
Verwijderen van tijdelijke beschermingen en aanbrengen van blijvende voorzieningen Opruimen en afvoeren van puin en afval
E
•
E
•
Demonteren van het oude dak en de oude dakbedekking afnemen
E
=
•
• Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
1.3.3
M= moeilijk = afnemend belang;
Kennis van verschillende opknaptechnieken Kunnen gebruiken van geschikt gereedschap Kennis van de betreffende richtlijnen en kunnen toepassen ervan Kunnen sorteren van het afval en naar een aangewezen stort voeren Kunnen verzekeren van de stabiliteit van de materialen, het gereedschap en de bewegende toestellen Kunnen inschatten van de risico’s van het destabiliseren (vallen, afschuiven, kantelen) = = status-quo
Kwaliteitszorg Tabel 24 Activiteiten •
•
Het werk op het (positief en negatief) resultaat analyseren: - eigen werk plannen - vastgestelde termijnen respecteren Een professionele ingesteldheid aannemen die de kwaliteit van het werk en de ontwikkeling van de onderneming bevordert: - zich informeren over de eisen van de klant en van de leverancier - een verantwoordelijke verwittigen bij niet-conformiteit
Moeilijkheidsgraad: E= eenvoudig; Trend: = toenemend belang;
Bijzondere kennis en/of vaardigheden
Dakdekker M M
T
• • •
M
•
•
M= moeilijk = afnemend belang;
Het werk kunnen evalueren op kwaliteit en kwantiteit Zelfcontroles kunnen uitoefenen Beschikken over beroepsfierheid Kunnen vaststellen van de technische, organisatorische en relationele tekortkomingen Kennis van systemen van kwaliteitszorg
= = status-quo
32
2
Beroepsondersteunende kennis en vaardigheden
We zullen in dit punt zowel de vereiste kennis als de elementaire basisvaardigheden en vereisten weergeven die een dakdekker verondersteld is te bezitten. In de volgende paragraaf komen de beroepshoudingen aan bod. Omdat het verschil tussen kennis en vooral vaardigheden en beroepshoudingen dikwijls tamelijk kunstmatig aandoet, geven we telkens kort weer hoe wij ze opvatten. Summier gezegd, maken wij het onderscheid tussen kennen, kunnen en zijn. Het betreft hier telkens een indicatieve lijst die een minimale basis vormt voor het uitoefenen van het beroep.
2.1
Vereiste kennis
Met vereiste kennis bedoelen we die kennisinhouden die werkelijk beroepsondersteunend werken en die noodzakelijk zijn voor het verwerven van de vereiste vaardigheden. -
-
-
-
-
2.2
Planlezen/schetsen: Plannen kunnen lezen en begrijpen en werkschetsen kunnen maken. Materiaalkennis: Kennis van de aard, samenstelling, herkomst, eigenschappen en gebreken van niet-metalen (schaliën, kunstleien, pannen, riet, roofing, …) en metalen (zink, koper, lood, aluminium) dakbedekkingen. Gereedschapskennis: Kennis van de werking, toepassingsmogelijkheden en veiligheidsvoorschriften van gereedschappen en toebehoren die aangewend dienen te worden om het werk efficiënt uit te voeren (handgereedschap: hamers, zagen, tangen, … en machines: buigmachines, rolmachines, …). Meetkunde: Elementaire kennis van rekenen, het metrieke stelsel, meetkunde en vaktekenen om een ontwerptekening te kunnen maken, lezen en interpreteren. Veiligheid: Kennis van individuele en collectieve beschermingsmiddelen en voorzorgsmaatregelen en het gebruik ervan. Bouwplaatsorganisatie: Kennis van de bouwplaatsorganisatie, de technische termen en hun gebruik en van de gebruikelijke voorschriften en normen. Dakvormen en dakopbouw: Kennis van de verschillende dakvormen, hun samenstelling en uitvoering. Kennis van verschillende types dakopbouw, van de materialen, behandeling en bescherming en van factoren die de dakopbouw beïnvloeden. Plaatsingstechnieken van dakbedekking: Kennis van de plaatsing van dakbedekking en van de verschillende uitvoeringstechnieken voor verschillende types daken, hun toebehoren en afwerkingstechnieken. Letten op veiligheid en hygiëne: Kennis van EHBO.
Vereiste vaardigheden
Hiermee bedoelen we de specifieke vaardigheden die vereist zijn en die, indien er niet aan wordt voldaan, het technische verloop van het werkproces in het gedrang brengen. Deze vaardigheden vallen de facto samen met de taken zelf, zodat we kunnen verwijzen naar het takenoverzicht in het voorgaande punt. Enkele opvallende vaardigheden zijn:
33
-
Beoordelen van de ondergrond in functie van de bedekking Opnemen en overbrengen van maten en afmetingen Zich eigen maken van de verschillende plaatsingstechnieken Zorgvuldig afwerken van de bedekking en haar toebehoren Kunnen onderhouden en ordelijk houden van de bouwplaats Kunnen evalueren van het werk Vaardigheid in het snijden, plooien en solderen van de materialen Een goed evenwicht hebben bij het werken op een hoogte Kunnen hanteren van zware lasten …
34
3
Beroepshoudingen
Onder beroepshoudingen verstaan we de meer algemene, minder aan een specifieke uitvoering gebonden eigenschappen, attitudes, persoonlijkheids- en gedragskenmerken die functioneel kunnen zijn in het arbeidsproces. Het is het geheel van cognitieve, affectieve en actiecomponenten die wezenlijk zijn voor de uitoefening van een beroep.
Beroepshouding Accuratesse Doorzettingsvermogen Veiligheids- en milieubewustzijn Beslissingsvermogen Imagobewustzijn Leergierigheid Zelfstandigheid Zin voor samenwerking Organisatievermogen
Resultaatgerichtheid
Omschrijving Erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig te voltooien Erop gericht zijn, ondanks moeilijkheden, een doel te bereiken Actief en pro-actief gericht zijn op veiligheid, op het voorkomen van situaties die personen en milieu kunnen schaden Durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan en er ook de verantwoordelijkheid voor opnemen Aandacht hebben voor de impact die het eigen gedrag en voorkomen op anderen kan hebben Actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen Bereid zijn om zelfstandig, zonder hulp of toezicht, gedurende lange tijd aan een taak te werken Bereid zijn om gemeenschappelijk aan een zelfde taak te werken Erop gericht zijn de taken zodanig te plannen en te coördineren dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden Erop gericht zijn binnen een bepaalde tijd en budget een vooropgesteld resultaat te bereiken met inachtname van gedefinieerde kwaliteitsstandaarden
3 = zeer belangrijk; 2 = belangrijk;
3 x
2
1
x x x x x x x x
x
1 = wenselijk
Opmerking: De x in de kolommen geeft de classificatie volgens het beroepsprofiel dakdekker.
35
4
Bijzondere arbeidsomstandigheden
Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld die typisch zijn voor het werk van een dakdekker. Deze omstandigheden worden doorgaans ingedeeld volgens de soort risico’s waartoe ze aanleiding kunnen geven. We onderscheiden veiligheidsrisico’s (gevaar voor arbeidsongevallen), gezondheidsrisico’s (gevaar voor ziekte) en psychische risico’s (risico op stress en afwezigheid van leermogelijkheden).
4.1 Veiligheidsrisico’s Deze hebben vooral betrekking op de aard en de plaats van de uit te voeren werken, het gebruik van hulpmiddelen, toestellen en machines en het risicogedrag van de uitvoerders. Het werk van een dakdekker vindt hoofdzakelijk plaats op een dak. Dit brengt gevaar met zich mee bij het bereiken van de werkplek en de toegang tot het dak (bv. door een slecht geplaatste ladder) en bij het werken op het dak zelf (van het dak vallen of in een opening in het dak vallen). Daarnaast heeft men bij het werken op een hellend vlak een grotere kans om zijn evenwicht te verliezen of uit te glijden. Preventie: Maatregelen nemen voor de collectieve en individuele veiligheid, stevig en stabiel monteren van stellingen en ladders, dakrandbeveiliging installeren, antislipschoenen en een veiligheidshelm dragen. Er bestaat gevaar voor verwonding van armen of benen als gevolg van slecht bevestigde lasten en het niet of verkeerd gebruiken of verplaatsen van materiaal of gereedschap, of door het gebruik van gereedschap dat niet aangepast is aan het uit te voeren werk. Preventie: Voor het begin van het werk moeten wegen en toegangen ontruimd worden van hinderlijk materiaal en gereedschap. Het dragen van aangepaste beschermkledij is noodzakelijk. Tevens is een regelmatige controle van de toestellen en een grondige kennis van het te gebruiken gereedschap en de omstandigheden waarin het gebruikt dient te worden, vereist. Het werken met vuur, gas, bitumen en ontvlambare stoffen houdt een risico in op brand, brandwonden, vergiftiging, … Daarnaast bestaat er bij het werken met elektrische toestellen gevaar voor elektrocutie. Gevaarlijke situaties kunnen ontstaan door het indringen van water en voorwerpen in elektrische toestellen, onderhoud, rondslingerende kabels en/of stekkers. Preventie: Zorgen voor voldoende brandblussers en weten hoe ze te gebruiken, dragen van aangepaste kledij die niet gemakkelijk ontvlambaar is. Kennis van richtlijnen voor de omgang met giftige stoffen. Erop toezien dat elektrische toestellen voldoen aan de geldende voorschriften, goed onderhouden en afschermen en/of ophangen van kabels.
36
4.2 Gezondheidsrisico’s De gezondheidsrisico’s houden ondermeer rechtstreeks verband met de invloed van de gebruikte schadelijke stoffen en producten op het menselijk lichaam, met de hygiënische aspecten van het werk en met de omgevings- en de fysische belasting (belasting die het lichaam ondergaat door de inspanning) van het werk. Gezondheidsproblemen kunnen ontstaan wanneer men vaak in aanraking komt met gevaarlijke producten. Het gaat niet alleen om giftige stoffen, maar ook om schadelijke, ontplofbare, oxiderende, corrosieve en/of irriterende producten. Er kan een risico ontstaan op huid- en oogirritaties, jeuk en ontstekingen en irritaties van de luchtwegen (allergieën). Preventie: Men kan zich beschermen door op de hoogte te zijn van de mogelijke gevaren en de maatregelen om die gevaren tegen te gaan, door beschermende kledij te dragen en/of oog- en gelaatsbescherming te gebruiken wanneer men met het betreffende product werkt. Er wordt vaak gewerkt in belastende houdingen. Het beroep vereist dat men veelal in een gebogen houding werkt en dat er geregeld zware materialen verplaatst worden. Dit kan op termijn de wervelkolom overbelasten. Preventie: 1) Een veilige houding aannemen: de rug recht houden, een zo goed mogelijk evenwicht bewaren, zo dicht mogelijk bij de last gaan staan, de benen gebruiken (door de knieën buigen), de last opheffen in de richting van de verplaatsing. 2) Die houdingen aannemen die inspanningen sparen: letten op de richting van de beweging, het gewicht van het lichaam gebruiken om te duwen of te trekken, het voorwerp degelijk vastgrijpen, bewegingen coördineren. 3) Hef- en hijstoestellen gebruiken. Blootstelling aan het lawaai van machines gedurende een belangrijk deel van de werkdag kan gehoorvermoeidheid of beroepsdoofheid veroorzaken. Preventie: Het dragen van aangepaste oorbescherming kan doeltreffend zijn om de arbeider tegen lawaai te beschermen. De dakdekker wordt tijdens zijn dagtaak blootgesteld aan wisselde klimatologische factoren zoals warmte, koude, regen, wind. Deze weersinvloeden kunnen in belangrijke mate een rol spelen ten aanzien van de gezondheids- en veiligheidsaspecten. Dit heeft invloed op de arbeidsprestaties en de productiviteit. Preventie: Het dragen van doelmatige werkkledij is een vereiste. Bij het uitvoeren van restauratiewerken worden de arbeiders geconfronteerd met oude en verweerde materialen die door de soms slechte staat waarin zij zich bevinden een extra risico kunnen meebrengen voor de gezondheid.
37
Preventie: Het bestaan van deze risico’s vraagt van de arbeiders een hoge alertheid voor eventuele verborgen gebreken en gevaren. Bij twijfel dienen zij de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen. De omstandigheden waarin gewerkt wordt, zorgen ook vaak voor moeilijk te bereiken plaatsen. De nodige kennis van de ergonomie dringt zich dan ook op. De dakdekker kan tijdens de uitoefening van zijn beroep in contact komen met asbest (vezelcementleien) en radioactieve materialen (bliksemafleiders). Preventie: De arbeiders moeten alert zijn voor mogelijk contact met asbest of radioactiviteit. Afstand houden en de geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, is aan te bevelen.
4.3 Welzijnsrisico’s De belasting van de werkpost is niet alleen afhankelijk van de fysieke inspanningen die de arbeid vereist, maar ook van de psychische draagkracht van de arbeider. Zowel een mentale over- als onderbelasting kan aanleiding geven tot klachten van psychische aard, zoals prikkelbaarheid, verhoogde nervositeit, slapeloosheid, e.d. De snelheid waarmee het werk moet worden uitgevoerd en een te hoog arbeidsritme kunnen een mentale overbelasting tot gevolg hebben, een te laag arbeidsritme zal daarentegen eerder een mentale onderbelasting veroorzaken. Het melden van ondraaglijke stresserende situaties of het formuleren van klachten, dient gestimuleerd te worden.
38
5
Specifieke kwalificatieproblemen
Restauratievakman dakdekker is een beroep waarvoor geen specifieke opleidingen bestaan. Opleidingen tot nieuwbouw dakdekker worden slechts beperkt aangeboden en besteden niet de vereiste aandacht aan de bijzondere restauratie-aspecten van het werk. In het huidige systeem bestaat in Vlaanderen een klein aantal scholen die een derde leerjaar in de derde cyclus van het beroepssecundair onderwijs ‘restauratietechnieken’ aanbieden. Geen van hen richt zich echter op dakbedekking. De specifieke kwalificaties worden verworven door scholing op de werkplek (inzicht in uitvoeringsprocédés, methodes, materialen en werkvolgorde), door oefening op de werkplek (aanleren van vaardigheden door de uitvoering van de taken aan een gewenste snelheid en volgens de gewenste kwaliteit) en door imitatie en het eigen maken van werkattitudes. Verschillende aspecten beperken ook het rekruteringsveld. Kandidaat-restauratievakman dakdekkers moeten over voldoende specifieke voorkennis beschikken. Bovendien mogen zij geen hoogtevrees hebben. Het beroep vergt zwaar werk en heeft een imago dat mogelijke kandidaten kan afschrikken.
6
Toekomstige evoluties
De recente evolutie in de dakwerken situeert zich voornamelijk in het gebruik van nieuwe materialen. Deze nieuwe materialen hebben ook hun invloed op de werkzaamheden van de restauratievakman dakdekker. Vooral bij hun integratie in bestaande structuren. De toenemende gebruiks- en comforteisen van de bouwheer spelen hierin ook een rol. Door de ontwikkelingen rond veiligheidsvoorschriften en beschikbaarheid van materialen, moet de restauratievakman dakdekker alternatieve materialen en technieken kunnen vinden en toepassen. Gezien deze evolutie zal de gekwalificeerde restauratievakman dakdekker nood hebben aan bijscholingen op regelmatige basis. Door de toename van het maatschappelijk belang van monumentenzorg en de aangroei van het aantal beschermde monumenten, zal er meer vraag komen naar restauratievakman dakdekkers.
39
7
Deelnemers conferentie
De volgende personen namen deel aan de conferentie ter validatie van het beroepsprofiel ‘restauratievakman dakdekker’ op donderdag 22 november 2007: -
Mevrouw Frieda Barremaecker, Eucora vzw Mevrouw Evelien Oomen, Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed De heer Danny Platteau, Platteau bvba De heer Walter Slock, Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed De heer Ludo Somers, Renotec nv Mevrouw Erna Stevens, ECR vzw Mevrouw Birgit van Laar, Monumentenwacht Vlaanderen vzw De heer Kristof Van Roy, Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
40