Dagopvangcentrum voor wezen in Malawi Stichting FloJa Malawi Future Life Orphans Join All Projectvoorstel 2008
Floor Willemen Jan de Groot
********
Er is een Chichewa gezegde over de opvang van wezen: Mwana wa mnzako ndi wako yemwe Ukuchenjera manja udzadya naye “Your friend’s child is your own child if you are flexible (or fast) with your hands you will benefit from him/her”
Voor meer informatie: www.flojamalawi.nl
2
Inleiding Voor u ligt een projectvoorstel om een dagopvangcentrum voor weeskinderen en kwetsbare kinderen te beginnen in het noorden van Malawi. Met kwetsbare kinderen bedoelen we kinderen die bijvoorbeeld ondervoed of HIV besmet zijn. Floor Willemen en Jan de Groot uit Drunen gaan in 2008 in Malawi wonen en werken om dit project op te zetten en uit te voeren in samenwerking met lokale partners. Dit projectvoorstel heeft als doel informatie te verschaffen over het FloJa Malawi Project. Als eerste vindt u in de samenvatting een korte beschrijving van het project. In hoofdstuk 1 leest u belangrijke gegevens over het land Malawi en het gebied Karonga, waar het dagopvangcentrum komt. In hoofdstuk 2 geven we een beschrijving van de problematiek rondom het weeskind en een nadere toelichting waarom we kiezen voor het starten van een dagopvangcentrum voor weeskinderen. In hoofdstuk 3 vindt u het logframe, dit is de uitwerking van het projectdoel en de specifieke doelstellingen. Ook wordt beschreven welke activiteiten en middelen nodig zijn om deze doelstellingen te realiseren. Hoofdstuk 4 beschrijft de implementatiestrategie; hoe is het project opgebouwd en wanneer vinden bepaalde activiteiten plaats. Verder komt aan de orde hoe en met wie er geëvalueerd wordt. In hoofdstuk 5 beschrijven we de personele bezetting die nodig is voor de uitvoer van het project. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de kosten per jaar en het totale budget wat nodig is. In hoofdstuk 7 leest u wat de toekomstplannen zijn m.b.t. het dagopvangcentrum. Verder is er een literatuurlijst en bijlagen. In de bijlagen vindt u ondersteunende informatie. We hopen, dat door het lezen van dit projectvoorstel, uw belangstelling wordt gewekt en dat het u aanzet tot actieve bijdrage om dit project te doen slagen. Alvast hartelijk bedankt.
Floor Willemen Jan de Groot
Rekeningnummer: 1265.57.039 T.a.v. Stichting FloJa Malawi, te Drunen
3
Inhoudsopgave Samenvatting
5
Hoofdstuk 1. Contextanalyse 1.1. Malawi 1.1.1. Economische situatie 1.1.2. Politieke situatie 1.2. De populatie 1.3. Gezondheidssysteem 1.4. Het Karonga district
6 6 6 6 7 7 8
Hoofdstuk 2. Probleemanalyse 2.1. De omvang van de wezenpopulatie in Malawi 2.2. De plaats van weeskinderen in de samenleving van Malawi 2.2.1. Het Traditional Child Care System 2.3. De gevolgen van het ‘wees’ zijn Probleemboom
9 9 10 10 11 12
Hoofdstuk 3. Logframe Activiteiten
13 15
Hoofdstuk 4. Implementatiestrategie 4.1. Voorbereidingsfase in Nederland 4.2. Voorbereidingsfase in Malawi 4.3. Uitvoeringsfase in Malawi 4.4. Monitoring en evaluatie
17 17 17 18 18
Hoofdstuk 5. Personele bezetting 5.1. Voorbereidingsfase in Nederland 5.2. Voorbereidingsfase in Malawi 5.3. Uitvoeringsfase in Malawi
20 20 20 20
Hoofdstuk 6. Budgetplan
21
Hoofdstuk 7. Exit strategie
23
Bronvermelding
24
Bijlagen Bijlage 1: Cijfers over Malawi Bijlage 2: Spatial distribution of orphans at the Traditional Authority level, 1998 Census Bijlage 3: Gezondheidszorgsysteem Bijlage 4: Gantt-Chart
25 26 27 28 29
4
Samenvatting In het dorp Ngara, dit ligt in het noorden van Malawi, willen we een dagopvangcentrum voor weeskinderen en kwetsbare kinderen opstarten. Het doel van dit dagopvangcentrum is: Weeskinderen en kwetsbare kinderen in Ngara, die bij hun familie wonen, hebben d.m.v. deelname aan het dagopvangcentrum, geen gebrek aan: voeding, gezondheidszorg, onderwijs, liefde en aandacht. In Malawi is er een groeiend aantal weeskinderen. Het totaal is nu geschat op 1.500.000. Dat dit aantal nog zal vermeerderen komt hoofdzakelijk door de HIV/Aids pandemie. Hierdoor vallen, vaak jonge, ouders weg en blijven de kinderen alleen over. Deze kinderen worden zoveel mogelijk door overige familie opgevangen. Deze families bestaan vaak al uit meerdere kinderen en doordat de zorg voor het weeskind er bij komt vormt dit een belasting voor de families. Het weeskind komt achteraan in de rij en heeft daardoor een grotere kans op onvoldoende voeding, geen toegang tot gezondheidszorg en onderwijs en een gebrek aan liefde en aandacht. Om hierin tegemoet te komen is het oprichten van een dagopvangcentrum de oplossing. Een belangrijk punt is dat de kinderen dus thuis blijven wonen en niet uit hun eigen cultuur worden gehaald. Het is de bedoeling om te beginnen met 20 weeskinderen in de leeftijd van 3 jaar. Deze kinderen worden 5 halve dagen opgevangen en krijgen dan 1 voedzame maaltijd. Een verpleegkundige zal i.s.m. de oprichters van het dagopvangcentrum de gezondheidstoestand van de kinderen controleren en waar nodig doorsturen naar een arts voor behandeling. De kinderen volgen tot de leeftijd van 6 jaar een préschool programma, daarna zullen ze kunnen doorstromen naar de primary school. Door de opvang zullen de kinderen liefde en persoonlijke aandacht krijgen die ze nodig hebben, gezien de traumatische ervaring van het verlies van één of beide ouder(s). Voor dit project gaan we in eerste instantie uit van de duur van 3 jaar. Tijdens de uitvoering van het project wordt 1 keer per maand de voortgang m.b.t. de gestelde doelen geëvalueerd. De verwachting is dat het project na die 3 jaar zal worden voortgezet. Na 3 jaar zullen dan de weeskinderen, waar mee gestart is, kunnen doorstromen naar de primary school. Het dagopvangcentrum zal blijven voorzien in de opvang voor weeskinderen vanaf 3 jaar doordat er weer nieuwe kinderen bij komen. De verwachting is dat het aantal beschikbare plaatsen verder uit zal breiden. In eerste plaats richten we ons op de weeskinderen. Maar na verloop van tijd zal er ook gekeken worden naar de mogelijkheid om niet alleen de weeskinderen, maar ook de kwetsbare kinderen uit het dorp een plaats aan te bieden in het dagopvangcentrum. Het project heeft de intentie om op de langere termijn zichzelf in stand te kunnen houden. Met andere woorden: het project moet duurzaam zijn. Bij een duurzame aanpak hoort het bevorderen van samenwerken met bestaande lokale organisaties in het Zuiden door capaciteitsopbouw. De contacten met lokale organisaties zijn inmiddels gelegd en op hun advies is het idee voor een dagopvangcentrum tot stand gekomen. De samenwerking met lokale organisaties zal een leerproces worden waarin mensen, organisaties en samenlevingen hun mogelijkheden vergroten om ontwikkelingsproblemen op te lossen. Dit alles kan bijdragen dat op de langere termijn het project overgedragen en gedraaid kan worden door de dorpsbewoners en/of medewerkers.
Het budget wat nodig is voor de uitvoering, is berekend op €150.000,• voor de eerste 3 jaar.
5
Hoofdstuk 1. 1.1.
Contextanalyse
Malawi Malawi is het smalste land van Afrika (840 km lang en 160 km breed). Het grenst aan Zambia, Mozambique en Tanzania. De oostelijke grens wordt voornamelijk gevormd door Lake Malawi, ook wel Lake Nyasa genoemd. De hoofdstad van Malawi is Lilongwe. Het land is onderverdeeld in 27 districten. In Malawi heerst een subtropisch klimaat. Er is een regenseizoen van november tot mei. Het droge seizoen is in de overige maanden. De officiële talen zijn het Engels en Chichewa. Verder zijn er verschillende lokale talen. De godsdienstverdeling is als volgt: Protestants (55%), katholiek (20%), moslim (20%), inheems (3%).
1.1.1. Economische situatie Sinds 1994 is er een op export gericht, markt georiënteerd economisch stelsel. Dit heeft maar een beperkt succes door een aantal, veelal externe en weinig beïnvloedbare, factoren. Genoemd kunnen worden: de geografische “land locked” ligging en een ontoereikende economische diversiteit door de concentratie op landbouw. In het bijzonder de tabaksteelt. Daar de laatste meer dan 50% van de export voor haar rekening neemt, oefenen fluctuaties in de wereldmarktprijzen een aanzienlijke invloed uit op de Malawiaanse economie. Andere negatieve factoren zijn de geringe omvang van de binnenlandse markt, een matige infrastructuur, een zwakke munteenheid en bij de verwachtingen achterblijvende binnen- en buitenlandse investeringen. In het algemeen geldt dat Malawi sterk afhankelijk is van substantiële economische hulp van IMF Fig. 1.1. kaart van Malawi (Internationaal Monetair Fonds), Wereld Bank en individuele donoren. Het economische klimaat in Malawi blijft permanent onder druk staan. De te sterke focus op één product (tabak), overstromingen, droogte en het hieruit voortvloeiende wijdverspreide gebrek aan voedselveiligheid mondden in de afgelopen jaren uit in een hongersnood. Verder heeft de HIV/Aids pandemie een vernietigende invloed in alle sectoren op de toch al beperkte capaciteit (Minbuza (Ministerie van buitenlandse zaken), Malawi).
1.1.2. Politieke situatie Malawi is sinds 6 juli 1964 onafhankelijk en heeft sinds 1994 een parlementaire democratische republiek. De wetgevende macht wordt gekenmerkt door de Nationale Vergadering met 193 leden. Parlementariërs worden direct via een districtenstelsel voor een periode van vijf jaar gekozen. In praktijk is de positie van het parlement zwak ten opzichte van de president en een centralistische, door de president gedomineerde uitvoerende macht. De huidige president is Bingu wa Mutharika (Minbuza, Malawi).
6
1.2. De populatie In Malawi wonen zo’n 13 miljoen mensen. Het merendeel (85%) woont op het platteland. In Malawi zijn veel verschillende etnische groeperingen. De belangrijkste groepen zijn Chewa, Yao en Tumbuka. Anderen omvatten Ngoni, Nyanja, Lomwe, Sena, Ngonde en Tonga. Er zijn ook een klein aantal Aziaten en Europeanen aanwezig die hoofdzakelijk in de steden wonen. De meeste mensen werken in de landbouw en visserij (87%), verder is een klein deel werkzaam in de industrie(5%) en in de handel en diensten (8%) (Minbuza,1990). Het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking is 600 dollar per jaar en ongeveer 50% van de bevolking leeft onder de armoedegrens (=minder dan 1 dollar per dag). De gemiddelde levensverwachting van een vrouw in Malawi is 42,6 jaar, die van een man 43,3. Gemiddeld krijgt een vrouw 6 kinderen in Malawi. 1.3. Gezondheidssysteem Malawi heeft een goed netwerk van gezondheidsfaciliteiten die tot verschillende ministeries en agentschappen behoren. Ongeveer 85% van de bevolking leeft binnen 10 km van een gezondheidsfaciliteit. De faciliteiten strekken zich van kleine apotheken op landgoederen uit tot aan de grote ziekenhuizen in steden. Onderstaande tabel toont aan dat er 729 gezondheidsfaciliteiten in het land in 1998 waren, ongeveer 85% van hen zijn primaire centra (gezondheidscentra, apotheek/verloskunde).
Type
Central hospital Mental hospital District hospital Hospital Health centre Maternity centre Rehabilitation centre Clinic Voluntary counselling clinic Dispensary Total %
Government Nongovernment MoH LG CHAM BLM NGO 4 1 22 19 288 2 2 -
12 12 4 -
1 27 115 1 1 8 -
1 27 -
1 3
54 392 46.5
4 32 3.9
8 161 19.2
28 3.3
4 0.5
Private for-profit Total Firms Private facilities 4 2 22 7 3 56 416 15 1 42 3
119 126 14.9
97 100 11.7
282 843 100
Tabel 1.1 Source PER 2005, Health Information System Data Base and Manpower Development Unit Survey (1996, 1997)
MoH Ministry of Health and Population LG Local Government CHAM Christian Health Association of Malawi NGO Nongovernmental Organisation BLM Banja La Mtsogolo (Integrated Sexual and Reproductive Health Programme)
7
Hoewel Malawi dit goede netwerk van gezondheidsfaciliteiten heeft, vond een JICA/MoH- inventaris in 2002 dat slechts ongeveer 9% van overheids- en de missie gezondheidsfaciliteiten in staat waren om het EHP (Essential Health Package) te kunnen verstrekken. In elk district, hadden slechts één of twee faciliteiten adequate EHP capaciteit*. Deze diensttekorten zijn het gevolg van gebrek aan gezondheidsarbeiders, leveringsvoorraad, en gebrek aan basisbehoeften (water, elektriciteit, telefoon of radioverbinding) (Malawi NHA report, 2002-2004). Het gezondheidszorgsysteem bestaat uit een traditionele en moderne sector. Voor een overzicht hiervan verwijzen wij u naar bijlage 3. De meest voorkomende gezondheidsproblemen zijn: HIV/Aids (14% van de totale bevolking), Malaria, Tuberculose, Cholera, Hepatitis. 1.4. Het Karonga district De regio waar ons project plaats gaat vinden ligt in het noorden van Malawi. De naam van het dorp is Ngara, een vissersdorp gelegen aan Lake Malawi. Dit is ongeveer 700 km van de hoofdstad Lilongwe. De mensen in Ngara voorzien in hun levensonderhoud door te vissen (de mannen). Daarnaast worden er producten verbouwd als tomaten, cassave, maïs en pinda’s die getracht verkocht te worden op de markt in de omgeving of in de stad (de vrouwen). Karonga is de dichtstbijzijnde stad (50 km) waar faciliteiten aanwezig zijn als ziekenhuis, supermarkt, scholen, bouwmaterialen etc. Op 10 km. van Ngara is het dichtstbijzijnde health centre.
Fig. 1.2. detail kaart van het Karonga district, Malawi
*
De studie JICA paste de volgende criteria toe in het bepalen of een faciliteit de capaciteit had om de EHP diensten te leveren: (1) het moet poliklinische patiëntzorg, gezinsplanning, moederzorg, en inentingen kunnen leveren; en (2) het moet de volgende personele bezetting hebben - medische medewerker of klinische ambtenaar (één per faciliteit), en een verpleegster/vroedvrouw (twee per faciliteit).
8
Hoofdstuk 2.
Probleemanalyse
In dit hoofdstuk wordt de problematiek rondom de weeskinderen in Malawi beschreven. Dit doen we aan de hand van de probleemboom die wij opgesteld hebben. Het hoofdprobleem is als volgt: Weeskinderen in Malawi, die door hun familie worden opgevangen, hebben gebrek aan: voeding, gezondheidszorg, onderwijs en liefde/aandacht. Voor dit project richten wij ons op de weeskinderen die in Ngara wonen. Dit is een dorp wat in het Karonga district (Noord-Malawi) ligt. De meeste hulp gericht aan weeskinderen bevindt zich in het zuiden van Malawi. Uit eerder bezoek van ons aan het Karonga district, bleek dat er hier zeer weinig projecten zijn die zich richten op de weeskinderen. Ook is in de lijst van geregistreerde NGO’s (CONGOMA (Council for Non-Governmental Organisation in Malawi), 2003) geen NGO die is gevestigd in het Karonga district. Dit is voor ons een belangrijk aspect waarom we ons juist in deze regio willen vestigen. We willen ons als eerste richten op de weeskinderen. Uit literatuurstudie blijkt dat ook kinderen die geen wees zijn te maken kunnen hebben met de problemen zoals hieronder verder beschreven. We willen die groep kinderen (kwetsbare kinderen) zeker niet links laten liggen. Tijdens het uitvoeren van het project zal duidelijk worden hoe groot de groep weeskinderen precies is en of er kwetsbare kinderen zijn. Naarmate het project goed draait zal er zeker ook ruimte komen om meer kinderen en dus ook kwetsbare kinderen, in het opvangcentrum op te nemen. 2.1. De omvang van de wezenpopulatie in Malawi In Malawi worden naar schatting per jaar 70.000 kinderen wees. De definitie van een wees die wij verder zullen gebruiken is: Een kind, jonger dan 18 jaar, die één of beide ouders heeft verloren door overlijden. (The orphanhood trend in Malawi) De leeftijden van weeskinderen die in Malawi wonen is in percentages als volgt weer te geven (zie ook bijlage 2): 15% 0-4 jaar 35% 5-9 jaar 50% 10-14 jaar Het percentage van 15-18 jaar is voor ons onbekend. Hier hebben we geen gegevens kunnen vinden. Door de HIV/Aids pandemie wordt er een stijging van het aantal weeskinderen verwacht, zie onderstaande tabel.
Tabel 2.1. (2005 and 2010 estimates based on extrapolations from the NACP & UNAIDS) In onderstaande tabel vindt u het aantal weeskinderen per categorie, per regio in Malawi. In het noorden is een sterke stijging te zien van het aantal kinderen dat wees is geworden in het jaar 2004 in vergelijking tot het jaar 2000.
9
Tabel 2.2. aantal weeskinderen in Malawi per regio In Malawi zijn 31% huishoudens die wezen opvangen van overleden familieleden. 2.2. De plaats van weeskinderen in de samenleving van Malawi De regering van Malawi heeft het wezen probleem erkent en hiervoor een beleidsplan ontwikkeld. Hierin staat dat de overheid samen met organisaties het “Traditional Child Care System” wil verbeteren. Wat dit systeem inhoudt wordt hieronder kort samengevat. 2.2.1. Het Traditional Child Care System In Malawi hebben de kinderen meerdere ouders. Dit omdat ooms, tantes en oma’s ook ouders worden genoemd. Als de ouders of alleen de moeder van de kinderen overlijd dan vangt de familie de kinderen/wezen als eerste op. Hierdoor worden de gezinnen vaak erg groot. Een gezin bestaat gemiddeld al uit 5 tot 6 kinderen, hierbij krijgen ze dan de kinderen nog van de overleden familieleden. De zorg voor de wezen is dus een grote belasting voor de familie die ze opvangt. Zoals uit fig. 2.1. blijkt is de naaste familie (nuclear family) in eerste instantie verantwoordelijk voor de opvang van weeskinderen. Als zij het niet meer kunnen, omdat ze zelf zijn overleden of door andere omstandigheden, dan verschuift deze verantwoording naar de gemeenschap (community). Dit zijn de mensen uit de buurt die tot dezelfde stam behoren. Verder weg is er dan nog de samenleving/maatschappij (society) en de staat (state). Deze heeft een aantal maatregelen waaronder de wetten, het sociale beleid en variërende welvaart programma’s (Nordic Journal of Africa Studies, 2002).
State
Society
Community
Nuclear family
Fig. 2.1. Traditional Child Care System Wanneer een kind wees wordt en in een weeshuis geplaatst zou worden, haal je het kind uit de eigen omgeving en groeit het op in een andere leefomgeving met andere tradities. Voor weeskinderen die in een weeshuis opgroeien is het later heel moeilijk om als volwassene het land van hun ouders weer terug te krijgen en hun familie te leren kennen. Ze hebben hun ‘roots’ verloren. Dit wordt door de regering gezien als nadeel.
10
De laatste jaren eist HIV/Aids zijn tol. Er overlijden veel ouders door de gevolgen van aids, waardoor het wezenaantal oploopt (zie tabel 2.1.). Een hele generatie valt weg, waardoor het Traditional Child Care System helaas niet makkelijk haalbaar is. Ook door armoede wordt de druk op de opvangende families steeds groter. 2.3. De gevolgen van het ‘wees’ zijn Doordat de weeskinderen bij de families worden opgevangen en dan in een groot gezin (extended family) terecht komen, hebben deze kinderen vaak te kampen met een aantal problemen. Uit de praktijk blijkt dat de weeskinderen meestal voor het huishouden en broertjes/zusjes moeten zorgen, of in een ander geval, onderworpen worden aan kinderarbeid, omdat ze moeten werken om inkomsten binnen te brengen. Hier wordt vaak misbruik van gemaakt. Zo worden weeskinderen geronseld om te werken op tabak-, koffie- en theeplantages waar ze maar minimaal geld voor krijgen en in het ergste geval helemaal niets. Een ander probleem, wat vooral in de grotere steden voorkomt, is dat de meisjes gedwongen worden in de prostitutie te gaan werken. Soms gaan ze vrijwillig, omdat ze zelf een bestaan proberen op te bouwen, maar vaak worden ze gedwongen door de familie bij wie ze wonen. 17% van de kinderen in de leeftijdsgroep van 5-14 jaar zijn betrokken in deze vormen van kinderarbeid. Omdat de ‘extended families’ te kampen hebben met armoede is de kans dat het weeskind voldoende voeding, kleding, aandacht, scholing en gezondheidszorg krijgt minimaal. De eigen kinderen gaan voor in deze basisbehoeften en zo komt het weeskind dus achter in de rij. Een gebrek aan voldoende voedsel is o.a. te wijten aan de oogst die regelmatig mislukt. Dit omdat de weersomstandigheden verre van gunstig zijn. Malawi heeft regelmatig te maken met grote droogte. Soms heeft de familie weinig/geen eigen land om voldoende voedsel op te verbouwen. Ook ontbreekt het vaak aan de kennis over wat goede voeding is en vaak zijn de maaltijden dus eenzijdig. Door mislukte oogsten is er ook weinig inkomen wat er weer voor zorgt dat er geen geld is voor gezondheidszorg en school. Het weinige geld dat er is zal door de familie eerst worden besteed aan de ‘eigen’ kinderen. Ook overige zaken als aandacht en liefde geven aan het weeskind, komen in het gedrang. De financiële situatie van een gemiddeld gezin in Malawi loopt als een rode draad door het bovenstaande. Als er onvoldoende inkomsten zijn is het onmogelijk om optimale zorg te kunnen bieden aan de weeskinderen. Een ander aspect van het wees zijn is de traumatische ervaring die ze hebben doordat één of beide ouder(s) zijn overleden. Vaak zijn ouders of één van de ouders lange tijd ziek geweest en kregen de kinderen de zorg voor hun ouder(s) en andere broertjes/zusjes op zich. Ook komt het voor dat ze al op jonge leeftijd moeten werken om voor inkomsten te zorgen. Voor het kind is deze situatie niet altijd goed te begrijpen. Dit lijdt vaak tot schuldgevoel, depressie, angst, verdriet, schaamte, afstandelijkheid/terugtrekken en verwarring door stigmatisering. Al met al is het worden van wees een traumatische gebeurtenis. Dit alles kan dus lijden tot psychische- en gezondheidsproblemen. Hoe langer het ziekbed van de ouder(s), hoe groter de gevolgen voor de wees (Nordic Journal of Africa Studies, 2002).
11
Probleem boom Groot risico voor: Ondervoeding, ziektes, achterstand in algemene ontwikkeling
Wezen in Ngara* , die bij hun familie wonen, hebben gebrek aan: Voeding Gezondheidszorg Onderwijs Liefde en aandacht
Geen toegang tot gezondheidszorg Weeskind krijgt weinig liefde en aandacht Er ligt een grote druk/belasting op de familie waar het weeskind woont
Het ontbreekt aan een goed georganiseerd gezondheidszorgsysteem
Geen/te weinig voedsel Geen toegang tot Scholing
Familie heeft weinig/geen eigen land om voedsel te verbouwen. Mislukte oogst
Grote gezinnen Weeskind moet werken
Wezen wonen bij hun familie
WEERSOMSTANDIGHEDEN Traumatische ervaring
Onvoldoende inkomsten Ouders overlijden
REGERING
ARMOEDE
HIV/AIDS
Psychische problemen en gezondheidsproblemen
Groeiend aantal weeskinderen
* Ngara is een dorp in het Karonga district. Dit ligt in het noorden van Malawi.
12
Hoofdstuk 3.
Logframe
Algemeen doel: Het risico voor ondervoeding, ziektes en achterstand in de algemene ontwikkeling, voor weeskinderen in Ngara, is verminderd. Project doel 3 jaar na het starten van een dagopvangcentrum voor weeskinderen (in de leeftijd van 3 jaar) in Ngara, hebben weeskinderen die bij hun familie wonen: - voldoende voeding, - toegang tot onderwijs en - toegang tot gezondheidszorg
Indicatoren van succes * Bij opening van het dagopvangcentrum zijn er 20 weeskinderen die hier gebruik van maken. * Binnen 2 maanden na het starten van het dagopvangcentrum zijn er bij de weeskinderen, die hier gebruik van maken, geen tekenen van ondervoedingsverschijnselen.
Bronnen van verificatie * Registratie in een persoonlijk dossier van alle weeskinderen die naar het dagopvangcentrum komen. * Elk weeskind heeft een * medisch paspoort .
Aannames * De families die weeskinderen opvangen brengen ze naar het dagopvangcentrum. * Er is een health centre binnen 10 km van Ngara. * Binnen 3 jaar is er een primary school gebouwd.
* School registratie.
* Bij opening van het dagopvangcentrum is er voor de weeskinderen, die hier gebruik van maken, toegang tot gezondheidszorg.
Specifieke doelstelling 1 De opvang voor weeskinderen is d.m.v. een dagopvangcentrum, waar de weeskinderen 5 dagdelen per week naar toe komen, verbeterd.
* Binnen 3 jaar na het starten van het dagopvangcentrum gaan alle weeskinderen, die hier gebruik van maken en 6 jaar of ouder zijn, naar een primary school. * Binnen 6 maanden is er een dagopvangcentrum voor weeskinderen binnen een straal van 1 km van waar zij nu wonen. * Binnen 6 maanden zijn er 20 weeskinderen in de leeftijd van 3 jaar toegelaten op het dagopvangcentrum voor 5 dagdelen per week. * Binnen 6 maanden is er gekwalificeerd personeel aanwezig om de weeskinderen op het dagopvangcentrum te begeleiden. * Binnen 2 maanden na het starten van het dagopvangcentrum is er vooruitgang te zien in het welzijn (gezondheids- en voedingstoestand/psychische gezondheid) van de weeskinderen.
* Het dagopvangcentrum voorziet in opvang, voeding, medische verzorging en aandacht voor de weeskinderen. * I.s.m. het dorpshoofd van Ngara en het Karonga District Assembly kantoor zijn a.d.h.v. een checklist de wezen geselecteerd met de zekerheid dat de weeskinderen bij ‘extended families’ ondergebracht zijn.
* De huidige leefwijze van weeskinderen bij ‘extended families’ is in kaart gebracht. * Er zijn weeskinderen die bij ‘extended families’ wonen. * Families willen meewerken. * De bevolking en overheid van het land stemmen in met onze aanpak.
* A.d.h.v. ervaringen/diploma’s zullen medewerkers een aanstelling krijgen. * Observatie van de weeskinderen en rapportage over de gezondheids- en voedingstoestand/ psychische gezondheid van de weeskinderen in hun persoonlijk dossier.
13
Specifieke doelstelling 2 Bij alle weeskinderen die naar de dagopvang komen, wordt hun gezondheid gecontroleerd en wordt er op toegezien dat ze de juiste medische verzorging krijgen.
Specifieke doelstelling 3 Alle weeskinderen die naar het dagopvangcentrum komen krijgen daar elke dag voldoende voeding.
* Na het starten van het dagopvangcentrum worden alle weeskinderen, die hier gebruik van maken, 1 x per maand door een verpleegkundige gecontroleerd op aanwezige lichamelijke letsels en symptomen van ziekte. * Dagelijks worden alle weeskinderen die naar de dagopvang komen geobserveerd op hun lichamelijke gezondheid door medewerkers van de dagopvang. Indicatoren van succes * Binnen 2 maanden na het starten van het dagopvangcentrum is er bij alle weeskinderen, die hier gebruik van maken, een verbeterde voedingstoestand.
* Elk weeskind heeft een medisch paspoort. * Observatie van de lichamelijke gezondheidstoestand van de weeskinderen en rapportage hiervan in hun medisch paspoort.
Bronnen van verificatie * Bij elk nieuw weeskind wordt de voedingstoestand vooraf beoordeeld en gerapporteerd in het medisch paspoort.
* Er is een verpleegkundige bereid om samen te werken met de medewerkers van het dagopvangcentrum. * De medewerkers van het dagopvangcentrum hebben kennis m.b.t. tot de symptomen van de meest voorkomende ziektes in het noorden van Malawi. * Veel gebruikte medicijnen zijn aanwezig in het dagopvangcentrum.
Aannames * Weeskinderen die te weinig voeding krijgen. * Kok aanwezig. * Voeding aanwezig. * Keuken aanwezig.
* Medisch paspoort voor elk kind.
Specifieke doelstelling 4 Alle weeskinderen die naar het dagopvangcentrum komen hebben toegang tot scholing.
* Bij de opening van het dagopvangcentrum nemen alle weeskinderen, in de leeftijd van 3 tot 6 jaar, deel aan het préschool programma.
* 1 maaltijd per dag per weeskind. * Registratie van de weeskinderen die naar het dagopvangcentrum komen. * Schoolregistratie.
Specifieke doelstelling 5 Bij de families waar de weeskinderen wonen wordt de druk/belasting verminderd.
* 3 jaar na starten van het dagopvangcentrum gaan de weeskinderen in de leeftijd vanaf 6 jaar naar de primary school. * De druk/belasting op families neemt af zodra de weeskinderen 5 dagdelen per week naar het dagopvangcentrum komen.
* Registratie van de weeskinderen die naar het dagopvangcentrum komen. * Op huisbezoek bij de families van de wezen om in gesprek te gaan of ze vinden dat de druk/belasting op de familie is verminderd door de opvang van het weeskind.
* Er zijn medewerkers aanwezig die een préschool programma opzetten en uitvoeren. * In 3 jaar wordt er een primary school gebouwd.
* Weeskinderen zijn toegewezen. * Families maken gebruik van de mogelijkheid om de weeskinderen naar het dagopvangcentrum te brengen. * Families zijn bereid om mee te werken aan het huisbezoek.
Voorwaarden: * De oprichters van het dagopvangcentrum krijgen een werkvisum. * Het ingediende projectvoorstel wordt goedgekeurd door de Malawiaanse regering. * Het project wordt door het dorpshoofd van Ngara gesteund en hij is bereid om samen te werken met de oprichters van het dagopvangcentrum.
*
Medisch paspoort, dit houdt in dat per kind de volgende gegevens worden genoteerd: persoonsgegevens, ziektegeschiedenis + huidige situatie, de vaccinatiestatus en evt. medicatie gebruik. Na elke medische controle (door zowel arts als verpleegkundige) worden de bevindingen gerapporteerd en, voor zover van toepassing, rapportage over de gegeven medicatie/behandeling.
14
Activiteiten Specifieke doelstelling 1: De opvang voor weeskinderen is d.m.v. een dagopvangcentrum, waar de weeskinderen 5 dagdelen per week naar toekomen, verbeterd. Activiteiten 1.Bouwen van het dagopvangcentrum.
2.Verkrijgen van de weeskinderen. 3. Op zoek gaan naar geschikt personeel (kinderjuffrouw, medewerkers, kok, bewaker). 4. Rapportage systeem aanleggen over de ontwikkeling van de weeskinderen.
Bronnen Materialen/transport Staf * Bouwmaterialen (stenen, * 4 bouwvakkers. deuren, golfplaten, hout, verf). * Auto. * Checklist welke kinderen * Oprichters van het wees zijn. dagopvang centrum. * Dorpshoofd. * Checklist waar medewerkers * Oprichters van het aan moeten voldoen. dagopvangcentrum. * Dorpshoofd. * Accommodatie. * Voeding. * Rapportage systeem over het welzijn (gezondheids- en voedingstoestand/ psychische gezondheid) van de kinderen.
* Oprichters van het dagopvangcentrum.
Aannames * Er is beschikbare grond. * Er is een bouwtekening en een tijdsplanning. * Er is een systeem waar wezen geregistreerd staan. * Er is een instantie waar gediplomeerde medewerkers te vinden zijn. * De kinderjuffrouw spreekt ook Engels (om tolk te zijn voor oprichters dagopvang centrum en kinderen). * Kinderen komen 5 dagdelen per week om continuïteit te waarborgen.
Specifieke doelstelling 2: Bij alle weeskinderen die naar de dagopvang komen, wordt hun gezondheid gecontroleerd en wordt er op toegezien dat ze de juiste medische verzorging krijgen. Activiteiten 1. Elk nieuw weeskind wat naar de dagopvang komt wordt door een arts gezien en er wordt een medisch paspoort opgesteld. 2. De medewerker van de dagopvang rapporteert in het medisch paspoort bijzonderheden m.b.t. de lichamelijke gezondheid van het weeskind. 3. Elke maand komt er een verpleegkundige naar het dagopvangcentrum en controleert alle weeskinderen op aanwezige lichamelijke letsels en symptomen van ziekte. 4. Weeskinderen krijgen de medicatie/de medische zorg die nodig is voor de behandeling van aanwezige ziekte/ondervoeding of lichamelijk letsel. Ze worden, indien nodig, doorverwezen voor verdere behandeling naar het health centre/ziekenhuis.
Materialen/transport * Medisch paspoort. * Auto of ander vervoermiddel. * Onderzoekskamer. * Medisch paspoort. * Pennen.
Bronnen Staf * Een arts.
* Onderzoekskamer + materialen.
* Medicatie. * Onderzoekskamer. * Vervoersmiddel (auto/fiets).
Aannames * *
* Medewerkers voor de dagopvang, voor 5 halve dagen per week. * Oprichters van het dagopvangcentrum. * Een verpleegkundige 1x maand.
* Medewerkers voor de dagopvang, voor 5 halve dagen per week. * Een verpleegkundige 1x per maand. * Oprichters van het dagopvangcentrum. * Arts van het health centre.
*
*
Weeskinderen werken mee aan de medische controle. Er is een arts/verpleegkundige aanwezig. Samenwerking tussen arts/verpleegkundige/ medewerkers/oprichters van het dagopvangcentrum. Er worden door zowel de arts, verpleegkundige als de medewerkers/oprichters van het dagopvangcentrum relevante gegevens/bevindingen gerapporteerd in het medisch paspoort van de weeskinderen.
Specifieke doelstelling 3: Alle weeskinderen die naar het dagopvangcentrum komen krijgen daar elke dag voldoende voeding. Activiteiten 1. Beginsituatie van de voedingstoestand van de weeskinderen onderzoeken door ze te wegen en te meten.
2. Voedingspatroon van het weeskind onderzoeken.
Bronnen Materialen/transport Staf * Medisch paspoort per kind. * Familie van het * Weegschaal. weeskind. * Meetlat. * Oprichters van het * Anamnese. dagopvangcentrum. * Medewerkers van het dagopvangcentrum. * Verpleegkundige 1x per maand. * Anamnese. * Oprichters van het dagopvangcentrum.
Aannames * Weeskinderen zijn bereid mee te doen aan de checkup. * Families zijn bereid mee te werken aan check-up. * Gekwalificeerde verpleegkundige die bereid is mee te werken. * Gemotiveerde kok met kennis van voeding.
15
3. Tijdens de dagopvang een goede maaltijd geven. 4. Aan het eind van de dag een stuk fruit aanbieden.
* * * *
Voeding. Keuken. Borden/ bekers/ bestek. Fruit.
* Kok 5 dagdelen per week.
* Behoefte aan vitamine.
* Kok 5 dagdelen per week.
Specifieke doelstelling 4: Alle weeskinderen die naar het dagopvangcentrum komen hebben toegang tot scholing. Activiteiten 1. Voor de weeskinderen van 3 tot 6 jaar wordt een préschool programma opgesteld.
2. Leerkrachten voor de primary school zoeken.
Materialen/transport * Spel- en leermateriaal.
* Auto of ander vervoersmiddel.
Bronnen Staf * Oprichters van het dagopvangcentrum. * Kinderjuffrouw. * Medewerkers van het dagopvangcentrum . * Oprichters van het dagopvangcentrum.
Aannames * Kinderjuffrouw, medewerkers en de oprichters van het dagopvangcentrum zijn gemotiveerd om samen te werken. * Er zijn lokale leerkrachten die op de primary school willen werken.
Specifieke doelstelling 5: Bij de families waar de weeskinderen wonen wordt de druk/belasting verminderd. Activiteiten 1. Opvang voor weeskinderen van 3 jaar op maandag t/m vrijdag van 7.30-13.00 uur.
2. 1 x per kwartaal een activiteit organiseren voor de families waar de weeskinderen wonen.
3. 1 x per jaar op huisbezoek bij de families waar de kinderen wonen.
Bronnen Materialen/transport Staf * Het dagopvangcentrum * Kinderjuffrouw. (gebouw). * Medewerkers van het dagopvangcentrum. * Oprichters van het dagopvangcentrum. * Het dagopvangcentrum * Kinderjuffrouw. (gebouw). * Medewerkers van het * Spelmateriaal. dagopvangcentrum. * Oprichters van het dagopvangcentrum. * Vervoersmiddel. * Oprichters van het * Gespreks/vragenlijst. dagopvangcentrum samen met de kinderjuffrouw.
Aannames * Dagopvangcentrum is af. * Personeel is geregeld. * Personeel werkt mee.
* Families zijn bereid om aan deze activiteit deel te nemen. * Personeel is bereid om mee te werken. * Families staan open voor het krijgen van huisbezoek.
16
Hoofdstuk 4.
Implementatiestrategie
In dit hoofdstuk geven we een beschrijving van de manier waarop de activiteiten zullen worden vormgegeven en uitgevoerd. Het project wordt onderverdeeld in de volgende 3 fases: de voorbereidingsfase in Nederland, de voorbereidingsfase in Malawi en de uitvoeringsfase. We hebben voor deze strategie gekozen omdat het op deze manier overzichtelijk is welke activiteiten wanneer plaats zullen vinden. Dit alles wordt ondersteund door de Gantt-Chart die u kunt vinden in bijlage 4. De voorbereidingsfase in Nederland vindt u niet terug in het logframe, dit komt omdat we deze fase niet meerekenen in de 3 jaar van het project. Deze fase gaat hieraan vooraf. Toch vinden we het belangrijk om deze fase hier wel te benoemen. Het vormt de basis van dit project en maakt dat dit project kan worden gestart. 4.1. Voorbereidingsfase in Nederland * Het analyseren van de problematiek rondom weeskinderen in Malawi, zoals beschreven in de probleemanalyse (hoofdstuk 2) en het schrijven van een projectvoorstel. * Het oprichten van Stichting FloJa Malawi*. Deze stichting heeft als doel sponsors te werven voor het project en informatie te verstrekken over het project in Malawi (het dagopvangcentrum) via een website. Deze stichting bevindt zich in Nederland en zal de financiële administratie bijhouden (inkomsten + uitgaven). * Op werkbezoek naar Ngara, Malawi, om de situatie te bezien. Tijdens dit werkbezoek is het projectplan voorgelegd aan het Karonga District Assembly kantoor en aan het dorpshoofd (chief) van Ngara. Zodra zij dit goedkeuren zal er een geschikt stuk grond gekocht worden in Ngara, waar het dagopvangcentrum gebouwd kan worden. * Inschrijven als NGO bij de organisatie CONGOMA. * Na dit werkbezoek zal in Nederland alles geregeld worden m.b.t. emigreren naar Malawi. 4.2. Voorbereidingsfase in Malawi * Bouwvakkers inhuren voor de bouw van het dagopvangcentrum. * Aanschaffen van bouwmaterialen en van de inventaris voor het dagopvangcentrum. * Samen met het dorpshoofd worden nogmaals de projectplannen besproken en zal samen met hem beslist worden welke 20 kinderen in aanmerking komen voor deelname aan het dagopvangcentrum. * Contact zoeken met de families waar de 20 kinderen wonen en dit contact onderhouden (zie uitvoeringsfase). * Vacatures uitzetten voor: - 1 kinderjuffrouw - medewerkers voor de dagopvang - 1 kok - 1 tuinman - 1 bewaker * Zodra er een kinderjuffrouw en medewerkers zijn aangenomen wordt samen met hen een préschool programma opgezet. * Naar het dichtstbijzijnde health centre gaan om contact te leggen met een arts en verpleegkundige om zo een samenwerkingsrelatie aan te gaan voor de medische verzorging van de weeskinderen in het dagopvangcentrum.
*
FloJa: Future Life Orphans Join All
17
* Registratiesysteem ontwikkelen, zodat alle kinderen die van de dagopvang gebruik maken, geregistreerd kunnen worden. * Rapportagesysteem ontwikkelen waarin alle gegevens m.b.t. de ontwikkeling van de weeskinderen wordt vastgelegd. Dit is inclusief het medisch paspoort. * Medisch paspoort ontwikkelen voor elk weeskind. Hierin komen alle gegevens m.b.t. het verloop van de gezondheid van het kind. * Onderzoeken van de leef-/voedingsgewoonten van de gezinnen die in Ngara wonen. 4.3. Uitvoeringsfase in Malawi * Elk nieuw kind wat naar de dagopvang komt, wordt in het registratiesysteem opgenomen en krijgt ook een medisch paspoort. * Elk nieuw kind wordt door een arts gezien en beoordeeld op de lichamelijke gezondheid (aanwezigheid van ziekte, de voedingstoestand, lichamelijk letsel). Deze bevindingen worden gerapporteerd in het medisch paspoort. * Elke maand worden de kinderen door een verpleegkundige gezien en gecontroleerd op hun lichamelijke gezondheid. Deze bevindingen worden gerapporteerd in het medisch paspoort. * Op advies van de arts/verpleegkundige krijgen de kinderen de nodige medische zorg (medicatie/wondverzorging, etc.). Wanneer doorverwijzing nodig is zal het kind naar het health centre worden gebracht of indien nodig naar het ziekenhuis. Dit zal ook altijd in samenspraak gaan met de familie van het kind. * Dagelijks observeren de medewerkers van het dagopvangcentrum de lichamelijke gezondheid van de kinderen. Bij verslechtering wordt dit gemeld aan de oprichters van het dagopvangcentrum. Zij beslissen dan of verwijzing naar het health centre nodig is. Dit zal ook altijd in samenspraak gaan met de familie van het kind. * Het dagopvangcentrum is 5 dagdelen geopend van 7.30 uur tot 13.00 uur. In deze tijd worden de kinderen opgevangen en volgen het préschool programma. Zij krijgen 1 voedzame maaltijd aan het begin van de dag en voordat ze naar huis gaan krijgen ze nog een stuk fruit. * Als bij medische controle door arts/verpleegkundige blijkt dat een kind ondervoed is, zal dit kind een aangepast voedingspatroon krijgen op het dagopvangcentrum en thuis. * Een stuk grond bij het dagopvangcentrum gaat gebruikt worden als groentetuin, zodat we op de lange termijn zelf kunnen voorzien in het voedsel wat nodig is voor de maaltijden. * 1 x per kwartaal wordt er een activiteit georganiseerd voor de gezinnen waar de kinderen wonen. Dit kan een spelmiddag zijn, een gezamenlijke maaltijd, o.i.d. * Contact onderhouden met het dorpshoofd over de voortgang van het project. * Contact onderhouden met de families van de kinderen door het organiseren van de familieactiviteit en door 1 x per jaar de familie te bezoeken waar het kind woont. Deze huisbezoeken worden over 2 maanden per jaar verspreid. 4.4. Monitoring en evaluatie Elke maand zal er worden geëvalueerd of geplande activiteiten bijdragen aan de doelstellingen zoals beschreven in het logframe (hoofdstuk 3). Op deze manier kunnen er, waar nodig, aanpassingen plaatsvinden. De evaluatie wordt gedaan door de oprichters van het dagopvangcentrum samen met de kinderjuffrouw, de medewerkers en indien nodig het dorpshoofd. Als meetinstrument voor het evalueren van de doelstellingen wordt gebruik gemaakt van de ‘bronnen van verificatie’ zoals beschreven in het logframe. Van de gehouden evaluaties wordt een verslag geschreven. Dit is belangrijk om de voortgang van het project te kunnen verantwoorden.
18
De oprichters van het dagopvangcentrum zijn ten allen tijde eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het project. Zij onderhouden de contacten met het dorpshoofd, de betreffende organisaties in Malawi, bouwvakkers, de arts, de verpleegkundige, de kinderjuffrouw, de medewerkers, de kok, de bewaker en families van de kinderen. Belangrijk is dat er een tolk aanwezig zal zijn. Dit zal hoogst waarschijnlijk de kinderjuffrouw of één van de medewerkers van het dagopvangcentrum zijn. De administratie zal door één van de oprichters van het dagopvangcentrum gedaan worden. De andere oprichter houdt zich voornamelijk bezig met de opvang van de kinderen. 3 jaar na het starten van het dagopvangcentrum wordt beslist of deze op de huidige manier wordt voortgezet. Gelijktijdig met de bouw van het dagopvangcentrum wordt ook al begonnen met de bouw van de primary school. De kinderen die het préschool programma gevolgd hebben kunnen doorstromen naar de primary school en zo kunnen er nieuwe kinderen bij komen, van 3 jaar, voor het préschool programma. Op deze manier kan er steeds meer opvang geboden worden aan een grotere groep.
19
Hoofdstuk 5.
Personele bezetting
Dit hoofdstuk beschrijft de mensen die nodig zijn voor de uitvoering van het project en hun verantwoordelijkheden. 5.1. Voorbereidingsfase in Nederland Zoals genoemd in hoofdstuk 4 is deze fase niet meegerekend bij de 3 jaar van dit project. De genoemde personen, uitgezonderd de projectleiders, vind u dus niet terug in het activiteitenframe en het budgetplan. * * *
Projectleiders (2): verantwoordelijk voor het opzetten en de uitvoering van het project. Stichting FloJa Malawi: verantwoordelijk voor het zoeken van sponsoren/donoren en de financiële administratie in Nederland. Webmaster: verantwoordelijk voor het beheer van de website en zorgt er voor dat de informatie correct en up to date is.
5.2. Voorbereidingsfase in Malawi * Dorpshoofd: verantwoordelijk voor het toewijzen van de wezen, betrokkenheid bij het project i.v.m. grote zeggenschap in het dorp en hij geeft de dorpsbewoners juiste informatie over het doel van het dagopvangcentrum. * Bouwvakkers (4): bouwen van het dagopvangcentrum en de primary school. * Extended families: zij dragen zorg voor de opvang van weeskinderen in hun familie en zorgen ervoor dat de weeskinderen naar het dagopvangcentrum komen. Ze zijn betrokken bij het welzijn van de weeskinderen. 5.3. Uitvoeringsfase in Malawi * Projectleiders: verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van het dagopvangcentrum. Zij hebben de eindverantwoording en supervisie over het totale project. * Kinderjuffrouw: zal fungeren als tolk tussen de kinderen/de families en de projectleiders. Verder is zij nauw betrokken bij de begeleiding van de kinderen en het uitvoeren van een dagprogramma (préschool programma) met de kinderen. Dit zal ze samen doen met andere medewerkers en de oprichters van het project. * Kok: verantwoordelijk voor de maaltijden van de wezen en medewerkers van het dagopvangcentrum. * Verpleegkundige: verantwoordelijk voor de maandelijkse medische controle van de kinderen. * Arts: verantwoordelijk voor behandeling van de kinderen en eerste medische controle van de kinderen. * Medewerkers: zij zijn verantwoordelijk voor de groentetuin, het onderhoud van de gebouwen, de bewaking van het terrein.
20
Hoofdstuk 6. Budgetplan Het budgetplan voor de periode van 3 jaar. Prijzen zijn in Euro. 1. Materiaalkosten dagopvangcentrum primary school keuken wc waterpomp watertank overige bouwmaterialen onderhoud gebouwen Totaalkosten: 2. Transportkosten auto benzine onderhoud auto fiets onderhoud fietsen Totaalkosten: 3. Personeelskosten bouwvakkers (6mnd) kinderjuffrouw/tolk kok extra medewerkers verpleegkundige (1x p/mnd) arts Totaalkosten: 4. Inrichting dagopvang centrum tafels stoelen kasten schoolborden borden bekers pannen bestek spelmateriaal lesmateriaal toiletartikelen overige artikelen Totaalkosten:
Benodigd aantal 1 1 1 2 1 1
Benodigd aantal 1
Prijs per jaar 8.000 7.500 1.000 350 2.000 500 1.500 1.000 Prijs per jaar
Totaal prijs 8.000 7.500 1.000 700 2.000 500 1.500 3.000 + 24.200 Totaal prijs
7
20.000 4.000 2.000 50
20.000 12.000 6.000 350 150 + 38.500
Benodigd aantal
Prijs p/p/p/jaar
Totaal prijs
4 1 1 4 1 1 Benodigd aantal 25 25 4 3 30 30 8 30
30 (per maand)
210 360 300 300 120 100 Prijs per stuk 15 10 40 20 1,50 1,50 5 2
2
840 1.080 900 3.600 360 300 + 7.080 Totaal prijs 375 250 160 60 45 45 40 60 400 600 2.160 300 + 4.495
21
5. Kosten maaltijden
Benodigd aantal
maaltijden fruit Totaalkosten: 6. Communicatiekosten
30 30
Benodigd aantal
laptop radio registratiekaarten andere communicatiemiddelen Totaalkosten: 7. Overige kosten
1 4 20
Benodigd aantal
voorraad medicijnen medische hulpmiddelen groentetuin algemene spelletjesdag Totaalkosten: 8. Vervoerskosten naar Benodigd aantal Malawi vliegticket Nederland-Malawi 2 9. Onvoorziene uitgaven onvoorziene uitgaven
Totaaluitgaven
Prijs per jaar 11.700 3.900
Prijs per stuk 700 50 2,50
Prijs per jaar 5.000 1.000 500
Prijs per stuk 1.000
Totaal prijs 35.100 11.700 + 46.800 Totaal prijs 700 200 50 300 + 1.250 Totaal prijs 15.000 600 3.000 1.500 + 20.100 Totaal prijs 2.000
5.575
150.000
22
Hoofdstuk 7.
Exit strategie
Dit project zal na de beoogde 3 jaar worden voortgezet. De oprichters zullen in eerste instantie de eindverantwoording houden maar het is de bedoeling dat het project op zichzelf gaat draaien met lokale betrokkenen waardoor het een duurzaam project wordt. Om door te kunnen groeien wordt bij de aanvang van het project gestart met de bouw van een primary school. Op deze manier kunnen de kinderen die bij aanvang worden opgevangen na 3 jaar doorstromen naar de primary school. In de toekomst zal mogelijk verdere uitbreiding plaatsvinden door het bouwen van een secondary school en een vakschool (vocational school). Hierdoor kunnen de kinderen een opleiding afronden en hebben ze de mogelijkheid om in hun eigen onderhoud te voorzien. Zodra de kinderen de opleiding hebben afgerond zullen ze vanuit het dagopvangcentrum begeleiding krijgen bij het vinden van een baan. Het dagopvangcentrum zal, voor de financiering, volledig afhankelijk zijn van de giften van sponsors. Potentiële sponsors worden door middel van dit projectvoorstel aangeschreven en verder is het werven van sponsors een taak van Stichting FloJa Malawi. We starten met de opvang van 20 weeskinderen, maar dit aantal zal zeer zeker worden uitgebreid. Dit naar aanleiding van de gehouden evaluaties. Ook zal de doelgroep, de weeskinderen, worden uitgebreid met de kwetsbare kinderen uit de omgeving zodat het dagopvangcentrum uitgroeit tot een plaats waar weeskinderen en kwetsbare kinderen welkom zijn en voorziet in hun behoefte aan voeding, scholing, gezondheidszorg en aandacht.
23
Bronvermelding www.aids.online.com http://ccih.org/compendium/tableofcontents.htm - Models of orphan care in Malawi, Betty and John Beard, Frank Dimmock, and Larry Sthreshley, 2005 www.cia.gov/the-world-factbook www.congoma.org (Council for non-governmental organisations in Malawi) www.ifpri.org - Orphans in Malawi, prevalence, outcomes and targetting of service, Manohar Sharma, International Food Policy Research Institute, 2005 - Mortality, Mobility, and Schooling Outcomes Among Orphans Evidence from Malawi, Mika Ueyama, 2007
www.malawi.gov.mw - Republic of Malawi National Policy on Orphans and other Vulnerable Children, 2003 www.malawimacs.org www.newsfromafrica.org www.njas.helsinki.fi - Nordic Journal of African Studies 11(1): 93-113 (2002), Social Exclusion and Inclusion: Challenges to Orphan Care in Malawi, Wiseman Chijere Chirwa, University of Malawi www.sdnp.org.mw/ngo/ngo-mw-list.html (Lijst van geregistreerde NGO’s in Malawi) www.unicef.com www.who.org - Malawi National Health Accounts (NHA), a broader perspective of the Malawian health sector, Planning Department Ministry of Health and Population - Malawi National Health Accounts (NHA) 2002-2004, with sub-accounts for HIV and Aids, reproductive and child health - WHO Child Growth Standards, Length/height-for-age, weight-for-age, weight-for-length, weight-for-height and body mass index-for-age, Methods and development www.wikipediamalawi.nl
24
Bijlagen
25
Bijlage 1:
Cijfers over Malawi
(Bron: CIA, the World Fact Book, Malawi, 2007)
Oppervlakte:
Klimaat: Hoogste punt: Landgebruik:
Natuurlijke hulpbronnen: Milieuproblemen: Bevolkingsaantal: Leeftijdsopbouw: Bevolkingsgroei: Kindersterfte: Levensverwachting: HIV/Aids: Besmettingen HIV/Aids: Doden door HIV/Aids: Aantal wezen: Alfabetisme: Etnische groepen: Talen:
Religies:
Totaal: 118,480 km2 Land: 94,080 km2 Water: 24,400 km2 Subtropisch: regenseizoen (november-mei) droge seizoen (mei-november) Mount Mulanje: 3000 meter Landbouwgrond: 20,68% Permanente landbouwgrond: 1,18% Overig: 78,14% (in 2005) Kalksteen, landbouwgrond, uranium, kolen en bauxiet Ontbossing, watervervuiling, afname vispopulatie door veelvuldig vissen in Lake Malawi 13,603,181 in 2007; dit getal kan ernstig worden beïnvloed als gevolg van de ziekte Aids 0-14 jaar: 46,1% - 15-64 jaar: 51,2% - 65 jaar en ouder: 2,7% (2007) 2,383% (2007) (<1jaar) 92,1 per 1000 geboorten totale bevolking: 42,98 jaar – man: 43,35 jaar – vrouw: 42,61 jaar (2007) 14,2% (2003) van de bevolking 900,000 (2003) 84,000 (2003) 1,5 miljoen (2007) 40% van de bevolking (2003) Chewa, Nyanja, Tumbuka, Yao, Lomwe, Sena, Tonga, Ngoni, Ngonde, Asian, European De officiele voertalen zijn Engels en Chichewa. Daarnaast worden vele lokale talen gesproken waaronder Chinyanja, Chiyao, Chitumbuka, Chisena, Chilomwe en Chitonga Christendom 79,9% - Moslim 12,8% - overig 7,3%
26
Bijlage 2: Spatial distribution of orphans at the Traditional Authority level, 1998Census
Karonga
27
Bijlage 3:
Gezondheidszorgsysteem Gezondheidszorgsysteem in Malawi
Moderne sector Traditionele sector
Traditional healers
Traditionele vroedvrouwen (TBA’s)
Verantwoordelijk voor de verspreiding van het nationaal beleid, algemene coördinatie van gezondheidsdiensten en programma's en voorziening van openbare diensten op districtsniveau
Openbare sector
Het Ministerie van Gezondheid en Bevolking (MOPH)
Particuliere sector zonder winstbejag
De Christelijke Vereniging van de Gezondheid van Malawi (CHAM)
Privé sector voor winst
Artsen en paramedics die zich van de volksgezondheidssector terugtrekken of deze verlaten
26 district gezondheidsbureaus
28
Bijlage 4: Activiteiten
Gantt-Chart Aantal maanden dat het project loopt 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Werkbezoek in Malawi Analyseren van de problematiek rondom weeskinderen Een projectplan schrijven Contact zoeken met dorpshoofd Ngara Projectvoorstel indienen bij de regering van Malawi Locatie bepalen waar dagopvangcentrum komt Grond aankopen waar het dagopvangcentrum komt Stichting FloJa Malawi oprichten Sponsors werven Oprichters regelen alles m.b.t. hun vertrek naar Malawi Bouwvakkers inhuren Bouwmateriaal aanschaffen Start bouw van het dagopvangcentrum en de primary school Aanschaffen van inventaris voor het dagopvangcentrum Met het dorpshoofd 20 kinderen selecteren Familie van weeskinderen benaderen Vacatures uitzetten voor benodigd personeel Contact leggen met plaatselijke verpleegkundige Contact leggen met plaatselijke arts Arts controleert (nieuwe) weeskinderen Voedings- en leefgewoontes onderzoeken van de weeskinderen en hun familie Registratiesysteem opzetten en bijhouden Préschool programma opzetten Opening dagopvangcentrum Verpleegkundig controleert de weeskinderen Evaluaties (zoals beschreven in hoofdstuk 4) Huisbezoek familie (1x per jaar voor elk kind) Familie programma Groentetuin aanleggen onderhoud Maand 0 geeft alle activiteiten weer die gedaan zijn voordat de oprichters definitief vertrekken naar Malawi
Voorbereidingsfase in Nederland/ Malawi Uitvoeringsfase in Malawi
Opening van het dagopvangcentrum Uitvoerings- en evaluatiefase
29