dagkalender 2015
Ds. W.A. Capellen Ds. J. Oosterbroek Ds. S. Otten Ds. J.M.J. Kieviet Ds. H. Korving Ds. J. Westerink
Ds. A.G.M. Weststrate Ds. P.D.J. Buijs Dr. J.W. Maris Ds. B. de Graaf Ds. R.G. den Hertog Ds. G. van de Groep
Buijten & Schipperheijn Motief Amsterdam
ISBN 978-90-5881-801-0 (gewone editie) ISBN 978-90-5881-819-5 (grote letter editie) © Buijten & Schipperheijn Motief – Amsterdam www.buijten-motief.nl Foto omslag: Gerda Sneep, Koog aan de Zaan
Ten geleide
Dit nieuwe exemplaar van Goede Moed maakte de redactie voor u gereed in de zomer van 2014. Dat was een zomer waarin we ondanks de zonneschijn werden overspoeld met beelden vanuit een gebroken wereld: vernietigende beschietingen tussen Israël en Gaza, dodelijke terreur tegen christenen en Yezidi’s door ISIS, gewelddadig getouwtrek om de macht in Oost-Oekraïne, strompelende slachtoffers van het ebolavirus in Afrika, diep verdriet en nationale rouw om de omgekomen passagiers van vlucht MH17. Vooral dat laatste heeft ons indringend bepaald bij de broosheid en kortstondigheid van ons menselijk bestaan. Elke dag kan onze laatste zijn
Bij de beelden voegden zich de woorden. Woorden die de gebeurtenissen probeerden weer te geven en te duiden. Woorden die in stelling werden gebracht en woorden die trachtten te troosten. Woorden die tekort waren en dus ook al gauw te veel. Hunkert de wereld niet naar een verlossend woord? De schrijvers van de stukjes van Goede Moed 2015 zijn ervan overtuigd u het verlossende woord aan te reiken. Niet hun eigen woorden maar het Woord van onze God. Dat is het verlossende woord, omdat het ons de weg wijst van het Godsrijk van gerechtigheid en vrede. De aard van dat Rijk maakt dat u geen pasklare oplossing mag verwachten voor de wereldnood van elke dag. Maar – mits niet alleen gelezen maar ook geloofd – het geeft ons wel een goed vertrouwen voor elke nieuwe dag, zelfs als het onze laatste zou zijn. En intussen laten wij ons door Gods Woord inspireren om goed te doen, te troosten en te helpen, waar we kunnen. De redactie, ds. P.D.J. Buijs ds. J. Oosterbroek ds. J.G. Schenau
Inhoud
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
Lucas 9-12 ds W.A. Capellen Spreuken 20-24:22 ds. J. Oosterbroek De lijdensgeschiedenis naar het Marcusevangelie ds. S. Otten Pastorale Brieven - 1 en 2 Timoteüs ds. J.M.J. Kieviet Gezinsleven in het Oude en Nieuwe Testament ds. H. Korving Daniël 7-10 ds. J. Westerink Handelingen 14-20 ds. A.G.M. Weststrate Deuteronomium 1-6 ds. P.D.J. Buijs De Schrift in de Schrift dr. J.W. Maris Richteren 17-21 en 1 Samuël 1 en 2 ds. B. de Graaf 1 Korintiërs 8-16 ds. R.G. den Hertog Jesaja 62-66 ds. G. van de Groep
1 januari donderdag
nieuwjaarsdag Lezen: Lucas 9:1-6
Getuige zijn in Zijn kracht Op de eerste dag van een nieuw jaar kijk je vooruit. Je hoopt dit jaar af te studeren, te trouwen, een kindje te krijgen, van baan te veranderen, ambtsdrager te worden, met pensioen te gaan. Het kan zijn dat je vol goede moed uitziet naar datgene wat, als de Heere het geeft, op je wacht. Vanuit het gelezen Schriftgedeelte komt er een dringend appel op ons af: vergeet niet dat je getuige mag zijn van wie God in Zijn Zoon voor een zondig mens wil zijn. De discipelen krijgen een bijzondere opdracht. Voordat Jezus’ Galilea verlaat, worden de discipelen uitgezonden om in Zijn kracht overal het Koninkrijk van God te preken en tekenen daarvan op te richten. Een staf om zich tegen geweld te verweren, eten en drinken, geld en extra kleren hoeven niet meegenomen te worden omdat de Heere voor hen zal zorgen. En als ongeloof en vijandschap de reactie is? Jezus zegt: schud het stof van je voeten als teken dat je het contact met hen verbreekt. Wie in ongeloof het evangelie verwerpt, in of buiten de kerk, doet dit tot eigen onheil. In eigen kracht kan ik geen getuige zijn van Hem. Ik kan het alleen door Hem. Vanuit een levend geloof. Daarom vouw ik aan het begin van een nieuw jaar mijn handen: ‘Heere, kom mij ook dit jaar te hulp en laat mij getuige zijn van Uw oneindige liefde!’ Wie in geloof en vertrouwen op Hem ziet krijgt goede moed! 2 januari vrijdag
Lezen: Lucas 9:7-9
Jezus ontmoeten Herodes Antipas, de viervorst, hoort allerlei verhalen over mensen die in Jezus gaan geloven en door Hem worden genezen. Bij velen leeft de hoop dat nu het Koninkrijk van God zal aanbreken. Sommigen beweren dat Jezus Johannes de Doper is. Was hij het niet geweest die als geen ander het Koninkrijk van God had verkondigd? Johannes zou dan uit de doden zijn opgewekt. Anderen denken aan Elia. Hij zou toch de voorloper zijn van het Koninkrijk van God? Nog weer anderen denken dat Jezus één van de oude profeten is. Herodes weet zich met al die berichten geen raad. Nee, Johannes kan het niet zijn, dat is uitgesloten. Met grote stelligheid zegt hij: díe heb ik laten doden. Maar wie is Déze dan toch? Hij wil Jezus graag ontmoeten. Was hij bang voor zijn eigen positie? Wilde hij Hem laten doden? Wilde hij van heel dichtbij getuige zijn van Zijn wonderlijke kracht? Wat arm! Wij mogen, anders en rijker dan Herodes, horen wie God in Christus is. Is er bij ons het verlangen Hem werkelijk te ontmoeten?
7
3 januari zaterdag
Lezen: Lucas 9:10-17
Overvloed Als de kinderen thuiskomen van een schoolreisje willen ze maar al te graag vertellen over wat ze hebben meegemaakt. Vol enthousiasme brengen ze (doorgaans) verslag uit om dan ’s avonds moe maar voldaan in bed te kruipen. De discipelen brengen ook verslag uit. Ze vertellen aan hun Meester wat ze hebben gedaan en meegemaakt. Jezus gunt hun vervolgens rust en trekt Zich met hen terug op een rustig plekje. Veel rust is hun echter niet gegund. De mensen weten hen te vinden. Wat doet Jezus dan? Ook Hij doet wat de discipelen hadden gedaan: laten zien dat in Hem het Koninkrijk van God gekomen is. Met vijf broden en twee visjes weet Hij vele mensen te voeden. Is Hij in dit opzicht veranderd? Hij voedt nog steeds. Hij laat mensen op kracht komen. Lichamelijk en geestelijk. Door brood en vis. Door Woord en sacrament. In Hem is er een volheid van genade. Er is voor iedereen genoeg! Hij sluit niemand buiten. Willen wij ons laten voeden door Hem? Hij is het Brood van God dat uit de hemel is neergedaald en aan de wereld het leven geeft (Joh. 6:33). Hij wil verkwikken en laven met hemelse gaven. Ik zie de twaalf discipelen na het eten elk een mand wegdragen. Ze zitten nog vol. Zouden ze gezongen hebben ‘gedachtig aan de milde overvloed’ (Ps. 145)? 4 januari zondag
8
Lezen: Lucas 9:18-22
Jezus reactie Er zijn van die momenten dat je nieuwsgierig bent wat anderen van jou of je werk vinden. Je levert een verslag in bij de docent waaraan je vele uren gewerkt hebt. Je denkt: wat zou hij ervan vinden? Je hebt een sollicitatiegesprek gehad. Je denkt: zouden ze mij geschikt vinden voor de baan? Jezus lijkt ook nieuwsgierig te zijn naar wat anderen en Zijn discipelen over Hem zeggen. Toch is het geen nieuwsgierigheid dat Hem drijft. Hij wil Zich speciaal bekendmaken aan Zijn discipelen. Op zijn vraag wie Hij is, belijdt Petrus Hem als de Messias, de Christus die van God is uitgegaan. Jezus’ reactie op deze mooie belijdenis valt misschien tegen. Hij zegt: vertel dat aan niemand. Waarom niet? Omdat bij een Messias wordt gedacht aan een koning, aan een kroon. Aan iemand die het Romeinse juk zal afwerpen. Kruis en graf horen daar niet bij. Hij gaat hun duidelijk maken dat Hij Messias is op een totaal andere manier dan gedacht wordt. Ook door hen. Het gaat van lijden tot heerlijkheid. Dat moeten de discipelen goed voor ogen houden. Als wij Hem, ondanks allerlei twijfels, aarzelingen en aanvechtingen, mogen belijden als de Zaligmaker, zijn we nog niet uitgeleerd. We hebben elke dag veel te leren en af te leren.
5 januari maandag
Lezen: Lucas 9:23-27
Geroepen om achter Jezus te komen Achter iemand aanlopen is wat anders dan achter Jezus komen. Als je achter Jezus komt, is er sprake van zelfverloochening. Dan draait het niet in de eerste plaats om mijn wil, maar om Zijn wil. Dat is in een samenleving waar je wordt geacht op te komen voor jezelf en vooral moet doen waar jíj je goed en lekker bij voelt niet eenvoudig. Het is trouwens sinds de zondeval nooit eenvoudig geweest. Jezus leert ons dagelijks te bidden: Uw wil geschiedde. Bedenk dat achter Jezus komen betekent dat spot en smaad je ten deel zal vallen. Dat kan heel ver gaan. Denk aan de Vervolgde Kerk. Lijden vanwege Zijn naam, zelfs tot in de dood, is vandaag de dag realiteit voor hen. Dat heet kruisdragen. Achter Christus komen betekent ook dat je Hem volgt. Hem volgen is Hem voorop laten gaan en in het oog houden. Dat is tegelijkertijd geweldig bemoedigend! Hij die voorop gaat, leidt, kijkt achterom en neemt bij de hand als ik bijna niet verder kan. Hij die trouw is, zal mijn voet voeren uit der bozen netten/strikken. Hij zal zelf mijn Leidsman wezen, leren hoe ik wandelen moet. Een leven met God is een oneindig goed leven! 6 januari dinsdag
Lezen: Lucas 9:28-36
Van lijden tot heerlijkheid Bepaalde gebeurtenissen in je leven die diepe indruk op je maken, vergeet je niet. Petrus, Johannes en Jakobus zullen niet snel vergeten wat er gebeurde op de berg der verheerlijking. Jezus’ gezicht glansde, Zijn kleding werd hemels wit en ondertussen was Hij in gesprek met Mozes en Elia die vanuit de hemel tot Hem waren gekomen en met Hem spraken over Zijn heengaan. Jezus had er met Zijn discipelen eerder ook al over gesproken (vers 22). Hij wil hen voorbereiden op Zijn lijden en sterven. Op Zijn reis naar Golgota klinkt de stem van de Vader die Jezus aanwijst als Zijn geliefde Zoon die zondaren wil terugbrengen bij de Vader. De drie discipelen moeten dit horen. Net zo goed als zij mogen horen en zien dat Jezus de Overwinnaar zal zijn op dood, zonden en satan. Het gaat van lijden tot heerlijkheid! Petrus wil dit heerlijke moment graag vasthouden, maar dat kan niet. Er zal geen heerlijkheid zijn zonder kruis. De bergtop moet weer verlaten worden. Had Jezus niet gezegd dat een leven achter Hem een leven van kruisdagen is? Maar als we het mogen zoeken bij Hem die alles volbracht heeft, kom je niet beschaamd uit! Eens zal je voor Zijn troon staan in witte kleren en met een glanzend gezicht Zijn heerlijkheid bezingen!
9