22
NIEUWS
& ACHTERGRONDEN
Dagboek van een excursie naar Neurenberg met gastschrijver Arnon Grunberg
Niels Gerson Lohman
Vrijdag, 6 mei 2005 De Techniek van het Lijden.
Gastschrijver Grunberg schenkt nog eens in op de weg terug.
Om meer inzicht te verkrijgen in het menselijk lijden, reisde
De herinneringen aan de treinreis naar de velden van het
TU-gastschrijver Arnon Grunberg afgelopen maand met
onvoorstelbare in Zuid-Polen zullen de romanschrijver
zeventien van zijn Delftse masterclass-deelnemers af naar
vermoedelijk niet verlaten hebben, toen hij aanvang mei
Neurenberg. Grunbergs werkstudenten waren op het
maar nu voor de TU Delft in de trein stapte.
ogenblik van de excursie nog volop bezig met het afmaken
Met Grunberg naar Neurenberg: op de plek waar eens
van hun ‘lijdensmachines’. (Het aangekondigde Handboek
Adolf Hitler stond, toegejuicht door stramme massa’s,
Over Lijden, ‘met handige tips, praktische informatie en
wordt het gezelschap aankomende Nederlandse
plekken waar het best geleden kan worden’, is onvoltooid
ingenieurs nu overweldigd door voetbalgeluiden uit een
gebleven – hij zal er na die drukke Delftse arbeidsmaanden
nabijgelegen volksstadion.
nog een keer voor terug moeten komen, beloofde de
‘Dwalen in de topografie van de terreur’ , ‘Glimlachen tegen
gastschrijver.)
het nazisme’, ‘We zijn hier om met Kaïn te slapen.’
In de vorige editie van Delft Integraal opperde Arnon
Bouwkunde-student Niels Gerson Lohman hield voor
Grunberg dat hij Neurenberg als reisdoel voor zijn
Delft Integraal een dagboek bij.
masterclass had gekozen ‘omdat het ook een romantische bestemming is’. Ten tijde van het DI-interview werd de
Overpeinzingen en persoonlijke aantekeningen
gastschrijver in beslag genomen door nog een andere reis:
rond een bijzondere reis, met een succesauteur als
naar Oswicziem/Auschwitz. Het verslag van deze zoektocht,
hotelkamermakelaar resp. verkoper van vriendschap.
begeleid door zijn gesprekspartner Paul Rosenmöller,
‘De gastschrijver spreekt geen schertsend of veroordelend
was kortgeleden te zien in een tv-documentaire. Voor
woord.’ En: ‘De techneut is eerder Eichmann dan ethisch.’
het eerst ter plekke geconfronteerd met de restanten van de vernietigingsmachine van zijn voorouderen maakten
[red. – bhs]
vooral de beelden van een ingehouden, bijna aangedane Arnon Grunberg indruk op kijkers. 2005.2
We droegen de technieken van het lijden niet netjes in onze rugzakjes toen we – amper een paar uur na bevrijdingsdag - op de trein stapten. Onderweg naar Nürnberg werd gedwee en sadistisch met het gastschrijversthema gespeeld (al hadden we het graag anders gewild). De lijdenstechnieken waren nog niet af, maar onze hoofden liepen er al van over. Het was de thematiek van het lijden, niet zozeer de techniek, die we meebrachten; gegoten in een mierzoete lading ironie en absurdisme. Een collectieve state of mind die al eerder, tijdens de masterclass, kortstondig doorschemerde maar die tijdens dit weekeinde volledig tot zijn recht zou komen. Geen van ons, zoals de gastschrijver terecht opmerkte, heeft hem dat weekeinde belaagd met vragen over onze projecten. En dat was maar goed ook. De lichtvoetigheid waarmee we de lijdensweg van de excursie zouden bewandelen was meeslepend genoeg. De treinreis was (afgezien van de hotelkamerveiling 1) niet bijzonder noemenswaardig. We zaten netjes in de stoelen terwijl de gastschrijver, met krant gewapend, onrustig om ons heen circuleerde - als een grootvader die het niet kan uitstaan dat zijn kleinkinderen nog niet kunnen praten. Uiteindelijk trok grootvader zich terug in de restauratiewagen, waar zijn kleinkinderen vervolgens schuchter het hoofd om de deur staken om trots hun eerste woordjes te kraaien. Bij Venlo ontwaakten we en pas na de overstap in Düsseldorf kwamen we een beetje los, maar ja: Duits landschap maakt dan ook veel emoties los!
1
De veiling is tijdens de Vermeerlezing-2005, waarmee Arnon Grunberg eind mei jl. zijn Delftse gastschrijverschap afrondde, uitgebreid aan de orde gekomen. Grunberg organiseerde onderweg naar Neurenberg in de trein een soort kamerveiling waarbij zijn ‘werkstudenten’ aan elkaar gekoppeld werden. Ieder van ons had 30 seconden om zichzelf bij medestudenten aan te prijzen. Met de hoogste bieder moest bij aankomst de hotelkamer worden gedeeld. Zelf claimde ik als scribent na 03:00 a.m. ontoerekeningsvatbaar te zijn en stelde de voorwaarde als tweede onder de douche te mogen. Misschien kwam het doordat ik enige tijd in de nabijheid van de Wallen heb gewerkt of door mijn dramatisch ingevlochten haren, maar als lid van Grunbergs Masterclass bleek de schrijver van dit dagboek relatief hoog van de hand te worden gedaan: Vriendschap werd geboden, de gastschrijver taxeerde die royaal op F 10.
NIEUWS
23
& ACHTERGRONDEN
Een lichtvoetige lijdensweg Het bijzondere van deze masterclass-reis was dat niet de Technische Universiteit Delft de gemeenschappelijke deler was: de gastschrijver en het programma zorgden er voor dat onze technische kwaliteiten volstrekt ondergeschikt waren. Wat ons bond was een, noem het, adoratie voor de gastschrijver: een zooi studenten, vrijwel allemaal true blue Grunberg-fans, who all wanted a piece of
him. Dat zou nog soms hilarische taferelen opleveren.
Gotische onzin, markten uitpuilend van de bierpullen, menora’s, tegeltjes “Verboten zu Schwingtanzen” tegen woekerprijzen, kebab en fetisj onder pittoreske koperen torentjes. Ja: het ziet ernaar uit dat Hitler een aardige beslissing nam door Nürnberg te verheffen tot één van de kloppende harten van zijn Derde Rijk. Boven de Kartoffelsalat, Sauerkraut en acht minstens zo pittoreske Bratwürste in Bratwurst Röslein (officieus het grootste Bratwurst- restaurant ter wereld) werd mij duidelijk wat wij hier deden: ik had straks nog een hoop uit te leggen thuis. We zijn hier om met Kaïn te slapen.
De nazi-ideologie - waar de Nürnberger hoofden van doorspekt zijn - is één van mijn favoriete vijanden, en naar ik hoop evenzeer een van de lezer. Maar ook het antisemitisme is klant en dus ergens koning, zo leert Grunberg ons vandaag. Toen ik drie jaar geleden de voormalige concentratiekampen in Polen bezocht, zag ik daar het product van de verleidelijke techniek van het nazisme. Er staat hier verleidelijk, omdat het onmiskenbaar een schoonheid kent die velen heeft verleid en misschien nog zal verleiden. We zijn nu in Duitsland om dat te begrijpen: we zijn hier niet om het nazisme als vijand te zien omdat het iets verschrikkelijks was en ís. Dat is voor u, mij en de enigszins ontwikkelde medemens vanzelfsprekend; er is zelfs geen kunst aan om dat te vinden. Nee: we zijn hier omdat ook het nazisme, net als u ten opzichte van mij en u ten opzichte van uw broeder, een klant is - en de klant is per definitie vijand. Tegen een vijand glimlachen we. Ook dat hield Grunberg ons voor. We zijn hier om – al is het smalend - tegen het nazisme, of op zijn minst tegen Nürnberg te glimlachen.
Tribunaal: tijdens de excursie werd een bezoek gebracht aan de rechtzaal waar de Neurenberger processen vlak na de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden.
De gastschrijver maakt intussen de vreugde compleet met het aanbod ons ’s avonds desgewenst persoonlijk in te zullen komen stoppen. Een deel van de groep gaat, zoals het studenten betaamt, die nacht naar sleazy toko’s. Ik val om. Ik ben kapot. Ik heb moeite met de dood van een vriend in Engeland, een gebeurtenis waarvan ik kort voor ons vertrek heb vernomen.
Toen ik de concentratiekampen in Polen bezocht, zag ik daar het product van de verleidelijke
Zaterdag
techniek van het nazisme.
Het Neurenberg-tribunaal: een frisse start van de dag.
“Besichtigung nur mit Führung”. Ik beken: ik had graag in de schoenen gestaan van Robert H. Jackson, de openbare aanklager indertijd tijdens de oorlogsmisdaden-processen. Het voormalige gerechtsgebouw doet me denken aan een overtrokken spookhuis of een obscuur Shoot-dem-Gerries-up-spelletje. Het tribunaal zelf is nog in gebruik voor minder sensationele, want bestuurlijke doeleinden, iets dat onze gewaarwording nauwelijks ten goede komt. Wat dachten we er eigenlijk te vinden? Hier was het, maar nu we hier zijn hebben we er een standaardfilmpje en een struise en rechtschapen Duitse voor nodig om ons daarbij iets te kunnen voorstellen. Het hoofd van onze gids heeft iets weg van Göring, entschuldige bitte vielmals – iets dat al een beetje helpt.
De braadworstjes smaken ons dan ook uitstekend. Evenwicht moet er zijn, en hoewel we ons tussen de Würste al aardig thuis beginnen te voelen, gaan we after ’en in een lounge die we - uiteraard - vinden in een straat met Japanse snackbar en een Urban Gear Store. De lounge bestaat uit een pijpenla met het interieur van een gestripte badkamer: vol natuurprojecties en obscene elementen die doen denken aan een abstractie van de baarmoeder. Hier opent Livia Verstegen (onze godmother voor drie dagen en de big cheese van de K.L. Poll-stichting voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap) de excursie officieel. Ze bedeelt ons allen – gepast – met een Voodooopschrijfboekje. 2005.2
24
NIEUWS
& ACHTERGRONDEN
Een lichtvoetige lijdensweg
Per U-Bahn begeven we ons naar een van kitsch sprankelende hotellobby. Daar begint een collectief debat, met koffie. Grappen over hiërarchie vormen de rode draad. De gelijkwaardigheid binnen de groep is immers zó vanzelfsprekend dat het begint te kriebelen als eczeem in de lymfestreken: we zoeken koortsachtig naar winnaars en verliezers. De criteria zijn onschuldig: wie zoent, is winnaar en wie slaapt, heeft verloren. Herhaaldelijk verlies ik.
komt toch zelden voor. Na een lunch op eigen gelegenheid springen we op de tram naar de voormalige Kongreshalle van de NSDAP, waar nu - neue Architektur? - het documentatiecentrum gevestigd is. De tentoonstelling aldaar biedt een zeer compleet overzicht van de structuur van de partijleiding en de propagandamachine (Faszination und Gewalt). Hol van de leeuw. Nest van de adelaar. Op deze plek word ik me meer dan ook bewust van het
De gastschrijver spreekt geen schertsend of veroordelend woord.
Tegen een vijand glimlacht men.
Wie een twijfelachtig standpunt inneemt, zal door hem net zo lang onbewogen worden ondervraagd totdat de onzinnige gedachte komt bovendrijven. De ander blijft tegenover hem achter met trillende snorhaartjes en een nat neusje dat zich dieper in het stro wil begraven. Al heeft Arnon zijn kooitje wagenwijd opengezet. De schat. Je kunt schreeuwen of bedeesd zwijgen, hoezeer we ook vette rode hiërarchische lijnen door de groep trachten te trekken: het mag niet baten. Eenieder wordt gehoord, eenieder komt aan bod. En of het nu Djoser-groepsreizen door Thailand of kleuteruitstapjes naar de Apenheul betreft: zoiets
er als mens het begrip ‘product’ niet aan kan verbinden. Een melkpak is een product, een flesje zonnebrand wellicht, maar aan een stapel lijken kunnen we die term niet verbinden. Wat de TU-student aardig kenmerkt is dat hij doorgaans gevrijwaard lijkt van sentimentele begrippen als ‘menselijkheid’. Wie dagelijks met technologie werkt begrijpt alles van oorzaakgevolg en invoer-verwerking-uitvoer. Het valt nauwelijks te ontkennen dat het nazisme als propaganda- en vernietigingsmachine uiterst geolied liep; Riefenstahl en Eichmann deden hun werk vakkundig. De techneut is eerder Eichmann dan ethisch; meer Riefenstahl dan esthetisch. De wetenschap pelt de sentimentaliteit en moraliteit. De kunst hobbelt er eerst wat sukkelend, maar tenslotte snerpend achteraan. Men neme een massa. De massa verlangt, om welke reden dan ook, een leider. De massa verkrijgt zijn leider. ‘Hulde!’ roept de massa. De leider stelt als voorwaarde dat de massa de vuile was uitstoot. De massa gehoorzaamt. De leider is het plaatsvervangend geweten in deze. Hoe de vuile was
Ook dat houdt Grunberg ons voor. feit dat de concentratiekampen eigenlijk niet veel meer dan bijzaak voor de nazi’s waren. De Endlösung was geen doel maar middel, en dat lijkt een relatief geruststellende maar ongrijpbare gedachte. Geruststellend, omdat deze gedachte het antisemitisme relatief ontkracht. Ongrijpbaar, omdat wie de concentratiekampen heeft bezocht
In Schwurgerichtssaal 600 kregen gastschrijver Arnon Grunberg, rector magnificus Fokkema en de studenten van de masterclass tekst en uitleg over de Neurenberger processen.
2005.2
zichzelf heeft bevlekt is niet relevant, want de mythe neemt het vanaf hier over. De leider gaat nu over de vuile was, want alleen hí´j heeft het wasmiddel, het geweten. Pas wanneer de leider ten val is gebracht, ontwaakt het geweten van de massa. Maar heeft deze massa schuld, wanneer de leider het geweten als een slabbetje is nagedragen? Vergeef ze vader, want ze weten precies wat ze niet doen! Het is niet verfoeilijk oogkleppen te dragen bij de lotgevallen van onze buurman (de martelaar en zijn sadist). We kennen de motieven van de sadist nauwelijks. Wanneer we ingrijpen, zou de martelaar verstoord op kunnen kijken, want hem ontnemen we bovenal identiteit. De sadist vindt zijn lustobject nog wel, maar de martelaar moet weer iets zijn dat hij niet meer kán zijn, want juist om wát hij was werd hij gemarteld. Nee: werkelijk verwerpelijk is het als we naar onze gemartelde buurman kijken, er van gruwen, erover debatteren, op het volgende kanaal zien dat hij daar nog steeds gemarteld wordt en uiteindelijk doorzappen naar Temptation Island.
NIEUWS
25
& ACHTERGRONDEN
Foto’s: Livia Verstegen
Een lichtvoetige lijdensweg
Koffie onderweg naar Neurenberg. V.l.n.r. Arnon Grunberg, Hidde van der Lijn, Walter Vroom (op de rug), Diederik Apotheker, Tom
klant en dus ergens koning, zo leert de gastschrijver ons vandaag. Vanaf 1933 was Neurenberg officieel het centrum van de Reichsparteitage en natuurlijk had Albert Speer hier een dikke bouwkundige vinger in de pap. Wat was hij, nu ik hier sta, toch een slechte architect: een visieloze, genadeloze hoer! Ons gezelschap doet een kleine regenmars naar het Zeppelinfeld. We kennen allemaal de beelden, die speeksel maken tot iets dat je moet uitspugen. Vier
Arnon Grunberg treedt op als veilingmeester bij het veilen van studenten als hotelkamergenoot.
Het wordt tijd voor ons laatste avondmaal.
tribunes omsluiten het veld. Drie tribunes staan er begroeid en verwaarloosd; de vierde, die van de partijleiding, is intact gebleven, met hier en daar een eenzaam stuk op het weerbarstige beton. Het veld is nu trainingsveld en parkeerterrein van de lokale voetbalclub, het stadion staat er pal naast. Toevallig speelt de 1.FC Nürnberg vandaag thuis. De kreten die uit de voetbalarena zinderen ondersteunen even verderop onze sensatie voortreffelijk.
De groep is te groot om zich zonder reservering in een restaurant te wurmen. Bovendien is de stad in de ban van de ‘Blaue Nacht’, waarin alle musea, clubs en voet- en bubbelbaden hun deuren openzetten. Weer lukt het ons niet om de groep op degelijke wijze hiërarchisch onder te verdelen: de gelijkwaardigheid speelt ons opnieuw parten. Gelukkig ontstaat een natuurlijke selectie op culinaire gronden: een deel van de groep verkiest kebab. De rest kiest voor coherentie, maar wie de drempel van de Italiaanse grot het laatst passeert, moet bakzeil halen en komt terecht in een archetypische Italiaan ernaast. Deze groep bestaat uit de Rector Magnificus en vier studenten, onder wie ik.
We klimmen - zonder schroom - naar waar Hitler ooit heeft gestaan. Om neer te kijken op onze hedendaagse onderdanen: wat gras en een handvol volkswagens. Daar had Wolfie Dolfie het toch beter getroffen. Ik houd het er niet lang uit, het voelt zondig daar zo te staan. Liever doe ik een stapje terug om naar Arnon te kijken, die er nu lang en roerloos staat: een held van velen, met een licht schlemielig postuur, je zou hem bijna een joodse Messias noemen. We hebben hier te lang gestaan, al is het overgrote deel van de groep nog aan het dwalen in de topografie van de terreur. Men moet niet te lang met de vijand flirten, want die knipoogt maar wat graag terug. Gelukkig komt er een tram uit onverwachte hoek, anders waren om de tijd te doden weer braadworstjes op de kop getikt. Terug in de hotelsalon trekt Arnon zich terug om te schrijven. Wij, zo zonder onze gastschrijver, staan er wat verwilderd bij. Nog meer studenten druppelen binnen en we duiken met bier en pinda’s de lobby in.
Het tafelgesprek begint met een eenvoudig rondje levensverhalen om te eindigen met een theolo-
Foto Niels Gerson Lohman
Ook het antisemitisme is
Vandeputte, Alex Visser.
Rector “King” prof. dr. ir. J. T. Fokkema, bekend om zijn scherpe blik, met rechts naast zich in de trein drs. L. Verstegen, hispanologe, directeur van de K. L. Poll-stichting en drijvende kracht achter de organisatie van het jaarlijkse Delftse gastschrijverschap.
2005.2
26
NIEUWS
gisch debat dat zelfs Sartre tot een schietgebedje zou hebben verleid. We verlaten onze Italiaan met lippen als gedroogde tomaten - van de wijn - en vervuld van een diep respect voor onze rector. In Amsterdam zouden we zeggen: Jacob Fokkema is een ongekende King! We voegen ons weer bij de groep in de grot waar Luigi (de eigenaar van het restaurant) aan een kostelijke travestie is begonnen om de ogen van de exorbitant hoge rekening af te leiden. De Blaue Nacht versnippert de groep en het spijt mij dat ik wederom niet in staat ben de lezer het nachtprogramma te beschrijven; ik geloof dat minimale techno en roemloze jazz de voornaamste bestemmingen waren. Na een stukje aftandse lasershow voor de Lorenzkirche ga ik terug naar de veilige Ibis-bar.
Zondag 8 mei, ’s ochtends Opnieuw sieren uiterst brakke hoofden de ontbijttafel. We halen de trein naar Nederland met groot gemak. Ondanks het feit dat zelfs filosoof en voormalig industrieel ontwerper Roderick Hageman (de reisleider van de K.L. Poll-stichting voor okw) de nacht al beschouwend niet zonder kleerscheuren is doorgekomen. In Düsseldorf ontstaat - onverwacht – een gepast afscheid: verschillende treinen vertrekken er naar Delft en Amsterdam. De Amsterdammers onder ons duiken in de laatste trein – niet geheel volgens het boekje, nu ja zonder kaartje. Om aan de toorn van de conducteur te ontkomen bewapenen we ons met champagne en aardbeien. De controleur staren we agressief bescheiden aan met ogen van de blauwe nacht. Het lukt!
Arnon Grunberg in Delft, voorjaar 2005
Sam Rentmeester / FMAX
Misschien had de lezer op deze plaats sensationele uitspraken over de gastschrijver verwacht. Ik beperk me tot een handvol: Arnon Grunberg is kleiner dan in zijn boeken, uitstekend gekleed, buitengewoon voorkomend, en hij maakt er zelden een kliederboel van - al heb ik hem niet zien dansen. Misschien heeft u met hem aan tafel gezeten. Het zal u niet zijn opgevallen.
2005.2
& ACHTERGRONDEN
Een lichtvoetige lijdensweg