Dag 1 (zondag 6 juli 2008: Vlissingen - Zierikzee | 75km) U leest het goed, ook voor deze trip lag het startpunt bij het wondermooie Vlissingen te Nederland. Verschil met de Denemarken-ride is dat we ditmaal met z’n vijven rijden, wat ook duidelijk blijkt uit de dagkilometerteller. Je ziet op de eerste foto van links naar rechts: Michiel (M’r), Ben (BOC), Evert (Turtle), Giliam (Robot) & Cédric (de Pathé). Ik en Michiel hadden min of meer professionele mountainbikes ter beschikking, Evert had een goedkoper exemplaar, en Giliam & Cédric reden met gewone fietsen. Als laatste pittig detail vermeld ik nog dat Evert de enige was zónder bagagerekje, hij moest dus alles in een loodzware rugzak meesleuren. We vertrokken dus in Vlissingen voor onze eerste kilometers. Na 5km had de Phaté al door dat fietsen met een jeans niet zo evident is, wat in een broek-wissel resulteerde. De arme kerel ondertussen even ambeteren met een fotoshoot zorgde voor de eerste frustraties. (1, 2, 3, 4 & 5) Even daarna werden we geconfronteerd met de eerste regendruppels op deze reis. Deze waren, spijtig genoeg, maar een klein voorsmaakje van wat we op de rest van onze tocht te verduren zouden krijgen. Later, bij het middageten waren we bezig over onze T-shirts. De mijne vermeldde ‘Slettestrand’, als verwijzing naar een gelijknamig dorp in Denemarken (lees: route Vlissingen – Skagen, 2006). Toen ik zei dat ‘slet’ waarschijnlijk Deens was voor ‘krab’, vond iemand het nodig om out loud ‘eeeey, lekker sletjeuuuu’ te roepen. Natuurlijk kwam er toen juist een dame van de derde leeftijd voorbij, die wel erg verontwaardigd in de richting van onze roeper keek. Of hoe Giliam altijd voor een propere eerste indruk zorgt… Na de eerste boot, die ons van Veere naar Kamperland bracht, begon het harder te regenen. We besloten om onze bagage in te pakken met vuilzakken en regenkledij. Met deze kledij rond de rugzak, ontpopte Evert zich tot een ware schildpad, vandaar z’n bijnaam. Hij werd dan ook gedwongen om enkele posities aan te nemen, die eigen zijn aan het beest. Eens aangekomen in Zierikzee stelden we onze tenten op en gingen we eten in een multiculturele pizzeria. Een Hollandse Griek bakte er Turkse pizza’s voor 5 Belgen, stel u voor… Om een onverklaarbare reden kregen we nog 5 aanstekers en 5 ‘biertjes’ mee. En wij maar denken dat we er pas na een dag of 3 meelijwekkend zouden uitzien. Na ’s avonds op café een broek onder te smossen, een kaars af te breken en het bijhorende vet op Michiel’s hand te laten druipen, werd onze eerste indruk in Nederland weeral bevestigd.
Dag 2 (maandag 7 juli 2008: Zierikzee - Brielle | 97km) Veel regen, veel wind, totale vernieling, frustratie en irritatie zijn de kernwoorden van dag 2. Vakantie kan toch leuk zijn. Het weer zat dus helemaal niet mee, en op de koop toe zijn we nog eens goed verkeerd gereden ook. Dat zie je ook duidelijk aan de dagteller, we hadden er 50 gepland, maar dat werden er dus 97. Er was maar één iemand waarbij de benen niet verzuurd waren en dat was den Ben. Ik was dus veel te happy door de regen aan het cruisen en liedjes aan het zingen à la ‘ik ken een lieke da de mense ambeteert…’ en deze miste zijn effect niet. 2 minuten later reed ik alleen. Menig frustraties werden vergeten toen we een sixpack Jupiler tegenkwamen in een supermarkt. Die hebben we een eindje meegenomen en op de brug van Overflakkee naar Beijerland opgedronken. Ondertussen was het al laat geworden en we waren dringend op zoek naar een camping. We vonden er niet meteen een, dus besloten we om het eens te gaan vragen in een politiekantoor. En jullie, trekkers allemaal, dit is een échte aanrader. Een heel team van het korps werd op de zaak gezet en begon via internet campings en routebeschrijvingen af te drukken. En wij wachtten ondertussen, met ne warme choco in onze handen. Wat een ontvangst. Eens gesetteld op de camping, hebben we nog een tentfeestje gehouden met het eten en drinken dat we die dag gekocht hadden. Dat winderigheid en tentfeestjes niet goed samen gaan, weet iedereen. Maar wie weet, wie de dader is van deze brats?
Dag 3 (dinsdag 8 juli 2008: Brielle - Scheveningen | 57km) Ontwaken is sowieso al niet onze sterkste kant, zeker niet als je tent half onder water blijkt te staan. Op de een of andere manier kon er water tot in Evert’s binnentent geraken. Ondanks z’n bijnaam, was hij hier toch niet echt gelukkig mee. Je zou er niet mee mogen lachen, maar we hebben het toch gedaan. Door het slechte weer die voormiddag waren we verplicht om in onze tenten te blijven tot op de middag. Na ons ontbijt en een kleine traktatie voor de lokale meeuwenpopulatie, was het 14u en waren we eindelijk vertrekkensklaar. Op de overzetboot van Nieuw-Beijerland naar Spijkenisse, werden Michiel en ik aangesproken door een oudere man, die dacht dat we een tweeling waren. Komaan zeg, oordeel zelf… Een wildplas en een tamme vos later rijden we langs een winkel die de bijnaam draagt van een van de onzen. Natuurlijk hoort daar een sexy pose bij door de Pathé himself. Toen we na deze korte dag aankwamen op de camping, zijn we eerst lekker gaan eten. We waren nog geen 5 minuten binnen, of we werden al gechoqueerd door de plaatselijke serveuse. Terwijl ze ons drinken op tafel zette, vroeg ze letterlijk: “Nou, lekker gespoten?” Geef toe, als je met 5 kerels rond de tafel zit… Maar blijkbaar had ze het over onze parfums. Nadat we uitgebreid gegeten hadden, zijn we uitgebreid beginnen te drinken. Giliam illustreert voor u het verloop van de avond in fasen 1, 2, 3, 4 en 5. Blijkbaar waren we niet de enigen die goed gedronken hadden, want midden in de nacht is er nog een zatte Hollander tegen hoge snelheid met z’n fiets tegen een lage afsluiting geknald, vlakbij onze tenten. Hij bleef verdacht stil liggen, maar naar eigen zeggen was alles in orde, dus zijn we maar gaan slapen.
Dag 4 (woensdag 9 juli 2008: Scheveningen – Velsen-zuid | 81km) Voor het eerst in deze trip zijn we eens op tijd opgestaan, mede dankzij het goede weer. We startten onze ochtend met een hapje en een drankje (Duitse Bockworstensap). Van dat drankje heeft onze Pathé nog heel de dag last gehad. Opmerkelijk aan deze dag is dat we ontzetten veel tegenslag hadden wat de dieren betreft. Zo hadden we bij het ontbijt een wesp op bezoek die nogal veel interesse had voor Giliam’s oog. Er stormde een vogel op me af en scheerde rakelings langs m’n hoofd, en een ander exemplaar deed z’n behoefte op de rits van Cédric’s rugzak. Tot slot waren de bizons, die we op de Denemarken-trip tegenkwamen, dit jaar spijtig genoeg nergens te bespeuren. Om nu terug even over dat Bockworstensap te beginnen, daar kon het natuurlijk niet bij blijven. Toen we in de namiddag een soepje gingen eten op een terrasje, kregen we daar een zakje peper bij. Onthoud het volgende goed, zeg nooit tegen een Cédric dat hij geen zakje peper durft opsnuiven. Want dan krijg je zoiets… (1, 2, 3, 4, 5, 6 & 7) Door het overslaan van het middagmaal had iedereen nogal veel honger toen we ’s avonds op de camping arriveerden. Na het omkleden zijn we uitgehongerd een pizzeria gaan zoeken, en ze zullen het geweten hebben. Een voorgerecht, 2 hoofdgerechten, een rare blik van de serveuse en een gepeperde rekening waren het resultaat van een dagje honger. Daarna zijn we nog een pintje gaan drinken in een naburig café. Daar ondervond onze vriend Cédric dat sommige (zatte, zware) Nederlanders het woord ‘bezet’ niet goed verstaan. Terwijl hij z’n behoefte aan’t doen was, beukte er een 170 kilo zware Hollander op de deur in. Terugduwen was de boodschap. Ondanks de hevige regen werden we rond 2u buitengezet, dus gingen we naar een ander café. Maar na een Dutch Dynamite (drankje met sterke dropsmaak) werd het al laat en besloten we dan maar door de hevige regen terug naar de camping te rijden. Natte jeans en schoenen waren de onaangename afsluiters van dag 4.
Dag 5 (donderdag 10 juli 2008: Velsen-zuid – De Koog | 104km) De hoge kilometerstand na deze dag is vooral te wijten aan een gunstige wind. Hierdoor haalden we een volledige dag bij en liepen we dus voor op schema. Na een Aldi-ontbijt met veel te veel vlees kruipen we op onze fietsen en rijden zonder veel pauzes (1x middageten en 1 terrasje) tot in Den Helder. Daar namen we de boot naar ’t Horntje (Texel). We zijn dus aanbeland op het eerste eiland. Daar aangekomen zochten we een camping en dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Tot hiertoe zei elke campinguitbater (behalve één) dat we mochten blijven als we geen herrie maakten. Nu waren we ergens aangekomen waar men ons radicaal weigerde, enkel en alleen omdat we jongeren in groep waren. Dan zat er niets anders op om een eindje verder te rijden. De camping waar we uiteindelijk aanbelandden, had een jeugdafdeling. Ik wil geen negatieve reclame maken voor camping Kogerstrand, maar het trok daar op niks. We moesten 100EUR borg betalen, het was tevens onze duurste camping, de receptie functioneerde allesbehalve efficiënt, de douches en bijhorende munten gaven problemen en de toestand van de toiletten was vergelijkbaar met die van de fransen, nadat er een niezende neushoorn met diarrea nervosa en een kapotte sluitspier op bezoek was geweest. Het is ook de enige camping die ons dwong om rond 10u volgende ochtend onze spullen bijeen te pakken. In geval van regen kan dat voor problemen zorgen. Kortom, we waren niet echt tevreden. Na ons avondmaal zijn we nog een beetje gaan pintelieren op een duinrug (Kogerstront is een duincamping), maar toen de security (heel gezellig, op een camping) ons K3 en Captain’ Jack hoorde zingen, hebben ze ons het zwijgen opgelegd en zijn we maar gaan slapen.
Dag 6 (vrijdag 11 juli 2008: De Koog – Oost-Vlieland | 32km) Na onze reeds beruchte ontbijten in de supermarkt en Evert’s gelukzalige smile bij het verlaten van een toilet waren we vertrokken voor deze voorlaatste dag. De voorlaatste, omdat we op dag 5 een dag hadden ingehaald. Dag 6 was onze eerste dag met mooi weer. Geen druppel regen gezien. En dat was eraan te zien, tegen de avond was iedereen verbrand. Dat mooie weer was mooi meegenomen omdat we later op de dag een vrij toeristische overzet hadden naar het tweede eiland, Vlieland. We hebben lang moeten wachten op onze dure overzet, maar je kreeg er wel wat voor in de plaats. Eerst ging het per boot naar een onbewoond gedeelte van Vlieland. Daar moest je even wachten op de zogenaamde Vliehors, die je naar het bewoonde gedeelte bracht. Speciaal aan deze vrachtwagen is, dat er uit de achterste band letters zijn gehouwen, die op het strand worden gedrukt wanneer de truck rijdt. De letters zijn verzen uit een gedicht over de eilanden (Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog) en gaan als volgt: Ik kan je wilde ziel niet vangen zilte druppels vluchten uit mijn hand Mijn eiland van verlangen, zacht streel ik je witte zand (Marianne Lookman) Bij onze aankomst op Vlieland hebben we nog geprobeerd om de overzet naar Harlingen te halen, maar dat is ons niet meer gelukt. Dan maar op zoek gegaan naar een camping. Gelukkig bracht dat minder problemen teweeg dan de dag ervoor. Eens uitgepakt zijn we een stukje gaan eten, eigenlijk eerder een ‘stuk’, want het was nogal veel. Je rijdt door het dorp en ziet een bord staan met ‘onbeperkt spareribs’.. Hoe zou je zelf zijn? We hebben daar meer dan 3 uur getafeld en het heeft ons meer dan gesmaakt. Later op de avond wilden we uitgaan in Vlieland, maar alles bleek al gesloten te zijn om 1u, dus zijn we maar in onze tenten gekropen.
Dag 7 (zaterdag 12 juli 2008: Oost-Vlieland - Leeuwarden | 34km) Als je dacht dat je bijna aan’t eind van dit verslag was, moet ik je teleurstellen. Wat we op onze laatste dag allemaal meegemaakt hebben, overklast alles. Maar laat ons eerst rustig starten bij het begin van de dag. Deze keer waren we wel op tijd voor de boot met eindbestemming Harlingen, het binnenland dus. De overzet duurde iets meer dan anderhalf uur. Tijd genoeg dus om onze vers gekochte broodjes en koffiekoeken op te eten. Eens ontscheept te Harlingen, was het nog een kleine 30km rijden tot de absolute eindbestemming, Leeuwarden. De wind was met ons meegedraaid, dus die korte afstand zou normaal gezien geen probleem mogen zijn. Let hier vooral op de woordcombinatie ‘normaal gezien’… Jawel, 8km voor Leeuwarden vond Robot himself het nodig om in een vijs te rijden. Deze was zo lang, dat ze de buitenband en de binnenband langs 2 kanten had geperforeerd. We hadden geen reserve binnenband bij voor de betreffende wielmaat, dus moesten we ons behelpen met plakkers. Na zowat een halve stickerboek op de binnenband te hebben geplakt, lekte hij nog steeds. De vijs was binnengedrongen via de buitenband, maar het wiel heeft toen nog enkele toeren gedraaid en maakte zo vele gaatjes over de omtrek van de binnenband. Liften was de enige oplossing. Na 2 uren band geplakt te hebben werd het wel eens tijd voor wat geluk, en dat hadden we ook. We waren nog geen minuut aan het liften en er stopte al een bestelwagen, die ons aanbood Giliam’s fiets en ook de arme stakker zelf op te laden en naar Leeuwarden te brengen. De vriendelijke man heeft onze brokkenmaker en z’n materiaal zelfs vlak aan het station afgezet. Even later kwamen ook wij daar aan. Nog snel tickets gekocht en een paar treinen later dan voorzien waren we onderweg. Dan zit je op de trein en heb je een gevoel van: ‘fioew, wat een dag, dat hebben we weeral gehad’. Maar we hadden helemaal nog niets gehad. (Spijtig genoeg zijn er door al het gestress geen foto’s getrokken van ons treinavontuur, je zal het dus met tekst alleen moeten stellen) Op onze eerste trein werden we er nog eens aan herinnerd dat we in Nederland zaten. Een wel zeer joviale conducteur stapt zelfverzekerd onze wagon binnen (we zaten daar alleen, vanwege stank en uitzicht waarschijnlijk) en ’t eerste wat hij zei was: ‘als er één ding is dat ik niet wil zien, dan zijn het jullie kaartjes’. Ik moet m’n definitie van conducteur toch nog eens gaan bijschaven denk ik… Maar goed, na een gezellige babbel met de man moesten we al na korte tijd overstappen op bussen, door werkzaamheden aan de sporen. Die bracht ons naar een punt na de werkzaamheden, waar we weer overstapten op het originele traject. Na een alweer korte rit moesten we weer een overstap doen, deze was wel gepland. In deze trein krijgen we te horen dat er even verderop een ‘aanrijding met een persoon op het spoor’ heeft plaatsgevonden. Aan het station, het kortst bij dat van de aanrijding moesten we dus overstappen op een trein die fungeerde als omleiding. Deze laatste bracht ons naar Deventer. Het gevaarlijke aan Deventer is dat er een snackbar op het perron staat. Wat het allemaal nog veel gevaarlijker maakt, is dat we door Giliam’s rijd-eens-door-een-vijs-move, een veel latere trein moesten nemen en ook nog eens geen tijd hadden om te eten in Leeuwarden. Dat alles zorgde ervoor dat we in Deventer nogal veel honger hadden. Combineer dat met een snackbar… Enfin, belangrijk om weten is dat ik, Michiel en Cédric aan een andere wagon stonden aan te schuiven dan Giliam en Evert. Michiel was even een snack gaan halen terwijl ik z’n fiets met bagage
vasthield, daarna gingen ik en Evert. De trein ging bijna vertrekken, dus we haasten ons terug uit die snackbar naar de trein. Ik naar mijn wagon, Evert naar de zijne. Wij (Michiel, Cédric en ik) zijn nog op de trein geraakt, maar Giliam en Evert niet meer. Dat wisten we pas zeker, toen we een sms aankregen van die 2. Vanaf Deventer waren we dus gesplitst. Van daaruit ging het richting Amersfoort, waar er een (geplande) overstap plaatsvond. De trein waarop we overstapten had als eindbestemming Rotterdam. We waren bijna in Den Haag en ik moest dringend naar het toilet. Ik ging binnen in de ruimte en daar stond een bordje dat je niet mocht ‘gaan’ als de trein in een station stond. We bijna in een station, dus ik besloot even te wachten en ging op een bankje zitten. De trein vertraagde bij Den Haag harder dan verwacht, zodat ik met m’n kop tegen een kastje stootte dat voor me hing. Geen probleem, ik ging terug zitten. Even later vertrok de trein weer, en ik stootte m’n kop tegen dat zelfde kastje… ‘Hola, da kan hier ni’, dacht ik bij mezelf en ik stormde naar buiten en daar stond Michiel al met wilde, half doorbloede ogen. De trein was terug aan’t rijden. Blijkbaar stond er een trein op een verkeerd spoor en is onze trein halverwege het traject ergens gesplitst. Een gedeelte ging naar Rotterdam, de rest naar Den Haag, en wij zaten natuurlijk weer op het verkeerde stuk. Dan zijn we maar aan het eerstvolgende station uitgestapt, Gouda, waar we dus al eens voorbijgereden waren. Daar hebben we dan de trein genomen naar Rotterdam. In deze havenstad zijn we dan overgestapt op een trein met eindbestemming Bergen op Zoom. Normaal gezien moesten we overstappen in Roosendaal op een trein richting Antwerpen, maar we dachten dat de laatste trein al geweest was. We waren dus van plan om door te rijden tot Bergen op Zoom. Met het laatste beetje batterij hebben we dan naar Michiel’s vader gebeld om te vragen of hij ons daar kon komen halen. Toen de trein stilstond in Roosendaal, waren we aan het praten met de conducteur (lang leve sociaal Nederland), en die wist ons te vertellen dat we nog een laatste trein naar Antwerpen konden nemen als we hier snel uitstapten. Zo gezegd, zo gedaan, we stonden op het perron van Roosendaal te wachten op de trein naar Antwerpen. De trein komt binnengereden in het station, de deuren gaan open en groot is de verbazing wanneer we plots… Op Evert’s en Giliam’s smoel zitten te staren!! Zij waren via een iets simpelere verbinding (lees: niet Gouda – Den Haag – Gouda) op deze laatste trein geraakt en hadden dus een relatief rustige rit gehad. Na een telefoontje naar Michiel’s vader om te zeggen dat Antwerpen ook goed was, zijn we in alle rust verder gebold. Giliam en Cédric zijn dan nog overgestapt om in Antwerpen-Berchem te geraken. Door deze laatste is Cédric dus de winnaar der overstappen en mag hij er 10 op z’n naam schrijven. Al keken de mensen ons raar aan, al zag je ze soms denken van ‘rare Belgen’, al stak het weer wat tegen, al werden we van de pot geramd door oversized Hollanders, al waren de treinen compleet in’t honderd gelopen,… We hebben er van genoten en houden nog steeds van Holland. Tot de volgende!!