Dada in de Nationale Bank van België Antwerpen 28 november 2009
Woord vooraf Een eerste werkgenootschap Paul van Ostaijen, in 1962 opgericht door Gerrit Borgers, Eugène de Bock en Paul de Vree, met morele steun van prof. Herman Uyttersprot, kende naar de mening van de kenner eerder een teruggetrokken bestaan. Het tweede genootschap ontstond in 1967. Het was een gezamenlijk initiatief van het AMVC (Antwerpen) en het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum (Den Haag), maar werd vooral voortgestuwd door het enthousiasme van Gerrit Borgers. Hij verzorgde een aantal fraaie uitgaven, die nog steeds zeer gegeerd zijn, maar na de voltooiing van Paul van Ostaijen, een documentatie doofde ook dit genootschap langzaam uit. Veertig jaar later is er weer een Van Ostaijengenootschap. De vraag die menigeen stelt, ligt dan ook voor de hand: “Derde keer, goede keer?” Ik denk terug aan die avond met mijn collega-oprichters van het derde Genootschap. Die dag hadden we ook juridisch vastgesteld dat onze voorganger een stille dood was gestorven. Het vergeelde dossiertje dat men nog bewaarde op de ‘dienst vennootschappen’ van de Rechtbank van Koophandel liet daar geen twijfel over bestaan. Men had zijn “débâcle” toegegeven en zijn “faljiet” gegeven. Maar ons lag niets meer in de weg. Wij waren bloot en konden beginnen. De voorbije bijna twee jaren vlogen voorbij. Het genootschap was tweemaal present op Zuiderzinnen, het Antwerpse festival van het woord, en dat heeft het ons zin gegeven om in de toekomst ook aan grotere evenementen deel te nemen én zelf te organiseren. Uiteraard zullen we onze activiteiten dan ook wat verruimen. Tot nog toe bleven die beperkt tot het verkopen van boeken van en over Van Ostaijen. Op die manier probeerden we het werk van ‘zot polleken’ onder de aandacht te brengen van de festivalbezoeker. Dat werd altijd wel gewaardeerd, zeker als er een 3
pastis bij geschonken werd Onze aanwezigheid werd altijd kracht bijgezet door muziekensembles. De eerste keer was dat het overweldigende Fabula Rasa, onlangs mochten we het Paul van Ostaijen Strijkkwartet, bestaande uit musici verbonden aan resp. de Filharmonie en de Vlaamse opera, verwelkomen. Beide ensembles gingen op zoek naar een synthese tussen muziek en poëzie en hopelijk kan het Genootschap hen ook in de toekomst nog vaak een podium geven. Een eerste deelname in 2008 aan Zuiderzinnen werd gevolgd door de aanwezigheid van het genootschap op de jaarlijkse feesten van de wijkvereniging Klein Antwerpen (geboortewijk Van Ostaijen), met onder andere een lyrische en dus vrolijke causerie, gebracht door Marc Reynebeau. Nadat we meerdere kleine en charmante boeken- en kerstmarkten hadden aangedaan, was het tijd voor de eerste Paul van Ostaijendag. Deze vond plaats op 22 februari 2009, de geboortedag van de dichter. Onder anderen Geert Buelens vergastte het publiek op een aangename en interessante lezing gevolgd door de presentatie van het essay Ziek van de zee van Jan Oegema, dat handelt over de zoektocht van Van Ostaijen naar de mystieke ervaring. Het hoogtepunt van de dag was echter de onthulling van een gedenkplaat aan het geboortehuis. Wat in het Van Ostaijenjaar 1996 niet lukte, lukte en een receptie met live muziek uit het interbellum. Op 27 mei 2009 werd het swingende, door Paul van Ostaijen op de puinhopen van Europa geschreven filmscenario van De Bankroet Jazz voorgesteld in België. Het publiek kon bovendien voor het eerst genieten van de verfilming van het scenario. Het Genootschap kon hierbij niet afwezig blijven en zocht samen met de filmprocucent Roxy Movies naar een geschikte locatie voor de presentatie, die werd gevonden in MuHKA_Media in Antwerpen. Dat het niet altijd verantwoord hoeft te zijn, bewijst de aanwezigheid 4
van het Genootschap op het bijna groteske jaarlijkse Palingfestival te Mariekerke. De link tussen Van Ostaijen en Klein Brabant aan de Schelde is niet eenvoudig te leggen. Reden om in 2010 nog eens terug te keren. De afgelopen twee jaar heeft het Paul van Ostaijengenootschap zijn eerste stapjes gezet. Misschien af en toe nog wat twijfelend, maar niet minder overtuigd van het uiteindelijke doel. Gelukkig hoefden we dat niet helemaal alleen te doen. Het Genootschap prijst zich namelijk gelukkig dat het een actief lid van het vorige Genootschap onder zijn leden telt. Graag laat ik hier de heer Luc Van Immerseel aan het woord. “Terugdenkend aan het vorige Van Ostaijengenootschap. Kerstvakantie 1963. Ik was zestien. Op zolder bij mijn grootouders, in een koffer met oude kranten en tijdschriften vond ik een boek: “De Vlaamsche poëzie tusschen 1918 en 1941” van André Demedts, 364 bladzijden. Tien hoofdstukken essays gevolgd door een ruime bloemlezing gedichten. Ik las en herlas hoofdstuk 3: Op zoek naar de zuivere poëzie. Bleef hangen bij gedichten getiteld Maskers, Folies Bar, Polonaise, Melopee, Het dorp, Jong landschap, De oude man ... Ik was gebeten en mijn vader gaf mij het mooiste cadeau: het Verzameld Werk, poëzie 1 en 2, van Paul van Ostaijen. Ik leefde met die gedichten. Het kon niet op. In 1967 werd het Paul van Ostaijengenootschap opgericht. De wervingsfolder wekte mijn geestdrift: het stimuleren, organiseren of ondersteunen van studies, uitgaven, lezingen en andere activiteiten met betrekking tot Paul van 5
Ostaijen en zijn kring. Natuurlijk werd ik lid. Bedeesde jongeman tussen professoren en literatoren. Enkele namen van oprichters: Prof. Dr. J.J.M. Aerts, Bert Bakker, Gerrit Borgers, Maurice Gilliams, Prof. H.A. Gomperts ,Karel Jonckheere, Prof. Dr. H. Uyttersprot, Mr. Ridder René Victor, Prof. Dr. J. Weisgerber, Dr. E. Willekens. Na de inzet van Gaston Burssens, later van Paul De Vree, gaven zij Van Ostaijen eindelijk de erkenning die hem toekwam. Zo werd, in samenwerking met het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, in dit museum op 2 en 3 maart 1968 een colloquium “Actualiteit van Paul van Ostaijen Aspecten” georganiseerd. De praktische uitvoering was in handen van de bestuursleden Henri-Floris Jespers en Paul De Vree. En in decemder van datzelfde jaar, herinner ik mij, organiseerde het Genootschap in het AMVC-Letterenhuis een grote Van Ostaijententoonstelling, die door middel van handschriften, brieven, foto’s, kunstwerken en diverse documenten - voor het eerst - een indringend beeld gaf van het werk van de dichter. Het initiatief trok meer dan tweeduizend bezoekers. Daarop besloot het Genootschap in het najaar van 1970 een tweede tentoonstelling in te richten in het Gemeentemuseum van Den Haag.
Ook verschenen voor het eerst twee hoofdstukken van de onvoltooide romans “Het landhuis in het dorp” en “De jongen”, eveneens uitgegeven en ingeleid door Gerrit Borgers. Maar het spannendste en langverwachte ogenblik was wanneer mij per post Gerrit Borgers’ Paul van Ostaijen, een documentatie (uit 1970) werd bezorgd. Hét monument voor de dichter. Na al deze publicaties vielen de activiteiten van het genootschap stil. Leek alles gezegd. Maar het huidige genootschap en een jongere generatie specialisten zorgen weer voor dynamiek. Er moet niet over alles een groot kruis worden getrokken, toch is het misschien niet onmogelijk om iets nieuwer en juister te zeggen. Dus boem, paukeslag, marsj!”
Met groot ongeduld keek ik uit naar de geschriften van de dichter zelf, naar de facsimile-uitgaven, waar de leden van het Genootschap in de loop der jaren konden op intekenen, alle verzorgd en ingeleid door Gerrit Borgers: De jazz van het bankroet, Diergaarde voor kinderen van nu, Avontuur (de drie nummers van het tijdschrift waar Van Ostaijen op het einde van zijn leven aan meewerkte).
6
7
En nu: dada De Marsj! bracht het Genootschap bij de ‘Dada in de Nationale Bank van Belgie’. De plek van deze bijeenkomst is ongetwijfeld betekenisvol: de Nationale Bank te Antwerpen is een gebouw van architect Hendrik Beyaert (1823 - 1894) in een uitbundige Vlaamse neorenaissance trant. Niet alleen ten tijde van de geboorte van Paul van Ostaijen, ook vandaag nog, straalt dit gebouw pracht en praal uit. Het Genootschap mocht dan ook promotie voeren voor dit groots opgezette evenement met slogans als:
die zich liet kennen als een groot liefhebber van het werk van Paul van Ostaijen. Wij zijn hem en de KBC zeer erkentelijk.
Voorts…
Dat hebben we in de eerste plaats te danken aan de gastheer van vanavond, de heer Luc Muylaert, beheerder van de Nationale Bank,
Na vanavond is het Genootschap natuurlijk nog lang niet uitgezongen. Ondertussen heeft het Genootschap Jean Emile Driessens en Matthijs de Ridder in zijn de Stichtende Vergadering opgenomen en beide heren hebben het een en ander in petto. Dankzij Jean Emile Driessens is het vandaag mogelijk om u in te schrijven via het Genootschap op de wandeling In de voetsporen van Paul van Ostaijen. Met Matthijs de Ridder haalt het Genootschap heel wat kennis in huis. Zo promoveerde hij dit jaar op het proefschrift Staatsgevaarlik! De activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren 1912-1933, waarin Van Ostaijen een prominente rol speelde. Daarnaast bezorgde hij bovendien Alles is mogelijk in een gedicht. Verzamelde verzen 1914-1965 (Meulenhoff/Manteau 2005) van Van Ostaijens spitsbroeder Gaston Burssens. Onder zijn redactie start het Genootschap vanaf volgend jaar met een aantal initiatieven om de literaire erfenis van Paul van Ostaijen bij een breder publiek bekend te maken en te promoten. In eerste instantie zal er een rijk gestoffeerde website komen (www.paulvanostaijen.be), waarop zo veel mogelijk informatie (korte biografie, uitgebreide kroniek, primaire en secundaire bibliografie, foto’s, etc.) omtrent Paul van Ostaijen wordt verzameld. Deze site zou moeten uitgroeien tot het startpunt van elke zoektocht (zowel die van de kenner als die van de noviet) door het werk van Van Ostaijen. Uiteraard zal u op deze webstek ook alle gebruikelijke informatie aantreffen over het Genootschap. Daarnaast zullen we starten met een reeks voorpublicaties van het Brievenproject, dat An Blommaert en Bjorn Gabriels hebben
8
9
C’est la banqueroute
Transformatie van de nationale bank in: GRAND DANCING NATIONAL
Elk burger een rentenier allen daar heen
Hetgeen op het internet iemand inspireerde tot de hiernavolgende quote: “Just got an e-mail from ‘Paul Van Ostaijen’, an invitation for a chic dinner ‘Dada in de Nationale Bank’. Someone is turning in his grave! ...” Inderdaad, maar wie weet draait hij wel van het lachen. Wie had het immers voor mogelijk gehouden dat deze dichter van het bankroet ooit zou worden gevierd in een van de paleizen van de Belgische haute finance. Ca c’est la véritable banqueroute!
uitgevoerd aan de Universiteit Antwerpen en dat Matthijs de Ridder als volgt omschrijft: “Dat Paul van Ostaijen brieven schreef, wisten we natuurlijk al. Er zijn zeer beroemde brieven die menig literatuurliefhebber kan citeren, zelfs al heeft hij ze nooit gelezen. Wat te denken van de ontboezeming dat hij ‘tans’ veel voor ‘novellen’ voelde ‘waar je zo heerlik in kunt zwansen’, die Van Ostaijen deed in 1919 in een brief aan zijn vriend Geo van Tichelen? Of van de formule ‘poëzie is woordkunst’, die hij naar verluidt in 1925 in een brief aan Eddy du Perron zou hebben opgetekend? Bekend of onbekend, de brieven van Paul van Ostaijen hebben hun bestemming bereikt. Natuurlijk heeft hier vooral de mythevorming rond Van Ostaijen zijn werk gedaan. De gevleugelde uitspraken hebben hun weg gevonden naar de talloze verhalen die er in de loop der jaren over de Antwerpse dichter zijn verteld. Ze werden herhaald en herhaald, totdat de referentie er eigenlijk niet eens meer toe deed. Wie vraagt zich immers nog af in welke context Van Ostaijen zijn plotselinge liefde voor grotesk proza beleidde, en wie is de laatste die zich nog de vraag heeft gesteld of die fameuze brief over de woordkunst ooit echt heeft bestaan? Wie vermoedt er met andere woorden nog een brief om de slogans waarmee we zot polleken trachten te definiëren? Het wordt ons natuurlijk ook niet echt gemakkelijk gemaakt. De meeste brieven zitten enigszins verstopt in Gerrit Borgers’ Paul van Ostaijen, een documentatie uit 1970. Hoe geweldig rijk dat boek ook is, even snel door de brieven bladeren op zoek naar een uitspraak die je vagelijk is bijgebleven, is lastig. Daar komt nog bij dat in de veertig jaar die tussen nu en de uitgave van de documentatie liggen er wel het een en ander boven tafel is gekomen. Dat materiaal is in een aantal 10
gevallen beschikbaar gemaakt voor het publiek, maar vaak ook niet, of slechts half. De correspondentie met de schilder Fritz Stuckenberg, zijn vriendin Emmeke Clément en de brieven over het ontstaan van Bezette stad zijn keurig uitgegeven in handzame boeken. De brieven die Van Ostaijen stuurde naar collegaschrijver Paul Kenis zijn ook zonder al te veel moeite te vinden, maar de retourbrieven zijn bijvoorbeeld alleen te lezen in het archief. En daar - in het AMVC-Letterenhuis en diverse privé-archieven - hebben zich in de loop der jaren wel meer brieven opgehoopt. Niet alles is helemaal onbekend. De echte fanaat kan al sprokkelend een redelijk beeld krijgen van Van Ostaijens epistolaire oeuvre, maar alleen de specialist die alle archieven en collecties heeft bezocht, kan het hele corpus overzien. Daar wil het project De brieven van Paul van Ostaijen van het L.P. Boon-documentatiecentrum van de Universiteit Antwerpen een einde aan maken. De afgelopen twee jaar hebben onder anderen de onderzoekers An Blommaert en Bjorn Gabriels zich ingezet om alle brieven te verzamelen en in te geven in een database. De teller staat ondertussen op 740, maar het totaal aantal brieven ligt mogelijk nog veel hoger. De zoektocht blijft met andere woorden doorgaan en ondertussen wacht ons de schone taak om de brieven te annoteren én te illustreren. Want hoe mooi de brieven van Van Ostaijen vaak ook zijn, voor de gemiddelde eenentwintigste-eeuwer zijn ze doorgaans nog maar moeilijk te volgen. Uiteraard ligt dat in de eerste plaats aan de aard van het genre. Briefschrijvers delen kennis, die de geïnteresseerde lezer van vandaag - een voyeur die zich met het predikaat literatuurliefhebber nog een klein beetje status toeeigent - zelden heeft. Maar ook de politieke achtergrond is vaak niet tot in de details bekend, laat staan dat de lezer in staat mag worden geacht alle schilderijen waarover Van Ostaijen met zijn Duitse en Vlaamse kunstvrienden schreef, te kennen. 11
Enige verlichting is dus wel op zijn plaats. De uitgave van de verzamelde, geannoteerde en geïllustreerde brieven van Paul van Ostaijen is een project dat nog een aantal jaren zal vergen. Niet alleen de zoektocht in binnen- en buitenland naar onbekende en wie weet zelfs verloren gewaande brieven zal nog veel tijd in beslag nemen, ook het identificeren van de talloze vaak obscure referenties naar gebeurtenissen, boeken en kunstwerken is monnikenwerk. Over het resultaat kunnen we echter al volop dromen. Het zal een boek worden dat niet alleen alle bekende brieven bevat, maar die brieven bovendien - en voor het eerst - lees - en bruikbaar zal maken door middel van verhelderende annotaties en illustraties. Gelukkig hoeven we niet alleen te dromen. In de aanloop naar de publicatie van het Grote Boek zal het Genootschap van Ostaijen namelijk regelmatig kleine voorpublicaties verzorgen in boekvorm. Kleine deelcorrespondenties, bijvoorbeeld, of betekenisvolle episodes uit deelcorrespondenties of zelfs eenzame brieven met een bijzonder poëtische of anderszins boeiende inhoud. Het wordt een reeks fraai vormgegeven boekjes, rijk geannoteerd en/of geïllustreerd en voorzien van exclusieve essays van Van Ostaijenexperts. Deel 1 zal de korte en heftige correspondentie bevatten tussen Paul van Ostaijen en Wies Moens, waarvan vier wonderlijke brieven ongepubliceerd bleven. Ze vertellen het verhaal van een tot mislukken gedoemde poging tot toenadering van twee dichters die elkaar zowel op politiek als poëticaal gebied niet langer konden volgen. ‘Wij moeten inzien dat wij hier een mekaar vreemde taal spreken’, luidde de conclusie van Van Ostaijen. Waarom? Lees het binnenkort in de eerste voorpublicatie…” 12
Die eerste voorpublicatie wordt verwacht op de Paul van Ostaijendag in 2010. Alle leden zullen een exemplaar krijgen. De rest van de mensheid zal in staat worden gesteld om het kleinood aan te schaffen, via de website en in een beperkt aantal winkels. Op langere termijn moet dit project uitgroeien tot de uitgave van de complete correspondentie en tegencorrespondentie van Paul van Ostaijen; een boek waar de liefhebbers al jaren op wachten. Wil u deze publicaties volgen en wilt u tijdens de vele activiteiten op de eerste rij zitten? Aarzel dan niet, en word lid van het Paul van Ostaijen Genootschap!
Binnenkort… in een ander theater Tot slot vestigen wij graag uw aandacht op de door SCHUNCK (www.glaspaleis.nl) op 11 en 12 december 2009 georganiseerde literaire manifestatie die zal plaatsvinden in het Nederlandse Heerlen.
Maar nu dus… dada In dit boekje treft u het detailprogramma aan van de Dada in de Nationale Bank van België, informatie over de sprekers en performers en een eervolle vermelding van de mensen zonder wie dit evenement onmogelijk gerealiseerd had kunnen worden. Het Genootschap wenst u veel luisterplezier en een smaakvol banket toe.
Dirk Rochtus Voorzitter van het Genootschap van Ostaijen 13
Programma Dada in de Nationale Bank van België, Bijbank Antwerpen
Podiumevenement •
Inleiding door Valère Vereecke, Penningmeester van het Genootschap Paul van Ostaijen;
•
Tentoonstelling “Ik wil bloot zijn en beginnen” van kunstenaar Thé van Bergen, ingeleid door Ernest Van Buynder (Pro - Voorzitter MuHKA);
•
Nagelaten gedichten “Marc groet ’s morgens de dingen” en “Polonaise” getoonzet door Kapelmeester Sebastiaan Van Steenberge van het Antwerps Kathedraalkoor, uitgevoerd door Gijs Van der Linden, tenor.
•
Lezingen uit en interpretaties van het werk van Paul van Ostaijen door Herbert Flack;
•
Receptie in aanwezigheid van Les Liseuses Fabuleuses met live klassieke muziek gebracht door Krissie de Waard aan de piano (conservatorium Antwerpen).
•
Ragout van Zeevruchten met Zwarte Noedels;
•
Filet van Wilde Eend met Rode Wijnsaus;
•
Eerbetoon aan Paul van Ostaijen: rede gebracht door Vic Anciaux, ingeleid door Dirk Rochtus, Voorzitter van het Genootschap van Ostaijen;
•
Tarte Tatin van het Huis met Vanille Roomijs en Calvados;
•
Mokka met Versnaperingen.
Receptie en banket verzorgd door traiteur Marc Truyens www.marctruyens.be
Bankroetbanket •
Aperitief met live jazz muziek gebracht door Raf Stroobants aan de piano, afgewisseld met een voordracht door Jean Emile Driessens van de gedichten “Music-Hall 5” (uit: Music-Hall), “Koffiehuis” en “Vreugde” (uit: Het Sienjaal), “Asta Nielsen” (uit: Bezette Stad), uit de nagelaten gedichten “Het Dorp” en “Avondgeluiden” 14
15
Wie is wie?
Het Genootschap van Ostaijen vzw Zetelend in het geboortehuis van Paul van Ostaijen gelegen aan de Lange Leemstraat 53 te 2018 Antwerpen, KBO 0898.131.512. Het Genootschap stelt zich tot doel de literaire erfenis, de figuur en de invloed van de scheppende kracht van Paul van Ostaijen bij een breder publiek bekend te maken en te promoten. Stichtende leden
Dirk Rochtus Filip van Bergen Valère Vereecke Chris Van Vliet Jean Emile Driessens Matthijs de Ridder Luc Van Immerseel Thomas De Brabanter (webdesign)
www.paulvanostaijen.be
[email protected]
Antwerpen (MuHKA). Thans is hij Voorzitter van de Vrienden van het Museum voor Hedendaagse Kunst te Antwerpen en Vast Secretaris van de Universiteit Antwerpen, en voorzitter van de Commissie Kunst op de Campus van de Universiteit Antwerpen.
Publicaties: Laureaat van de prijs “Edgard Castelein” voor een studie over “Het zeekanaal van Brussel” (1971); Medewerker aan het project van de Europese Economische Gemeenschap: “De Vlaamse Economie in internationaal Perspectief” waarin hij het boekdeel over industrieterreinen verzorgde; Talrijke studies over regionaal-economische onderwerpen in de provincie Antwer¬pen; Talrijke publicaties over economische onderwerpen in diverse tijdschriften: ERA-berichten, Economisch en Sociaal Tijdschrift UFSIA, Rechtskundig Weekblad; Van 1969 tot heden: talrijke publicaties over moderne strekkingen van de plastische kunst, cultuurbeleid en universitaire problematiek in het algemeen.
Voordrachten en mededelingen:
Ernest Van Buynder °Temse, 10 februari 1945, gehuwd met Pascal Van der Veken. Ernest Van Buynder was gedurende 16 jaar (1992 - 2008) Voorzitter van het Museum voor Hedendaagse Kunst te 16
Talrijke voordrachten over regionaal-economische onderwerpen, de artistieke sector, het sociaal-cultureel beleid en de universitaire politiek in binnen- en buitenland.
17
Thé van Bergen “Kunsthistorisch zou men het huidig werk van Thé van Bergen kunnen plaatsen binnen de traditie van die schilders die op een eigenzinnige wijze met het beeld omgingen, van Hiëronymus Bosch over Arnold Böcklin, Joan Miro, René Magritte, tot de Canadees Philip Guston, voorloper van de New Image Painting. Thé van Bergen zou kunnen omschreven worden als de atelierschilder die onder de hedendaagse Vlaams-Nederlandse kunstenaars vermoedelijk het diepst is geworteld in de westerse schilderstraditie en zich bewoog tussen een fundamentele abstractie en een figuratie met metaforische beelden. Thé van Bergen heeft een boeiend oeuvre opgebouwd op dat grensgebied van abstractie en figuratie, met respect voor de traditie, maar de blik volop gericht naar de vernieuwing. Hij heeft in een totaal eigen, herkenbare stijl een arsenaal van beelden gecreëerd. Aan die complexe menselijke existentie vorm geven, is voor hem een noodzakelijke levensbehoefte geworden.”
Ernest Van Buynder, Pro - Voorzitter MuHKA (tekstfragment inleiding)
Sebastiaan Van Steenberge
kathedraal van Mechelen, en het Meesterdiploma voor compositie in de klas van Luc Van Hove. Hij volgde les o.a. bij Reitze Smits, Frans Geysen, Christian Vereecke en Kurt Bikkembergs. Hij nam deel aan masterclasses te Bonn, Londen en Leeds. Op achttienjarige leeftijd werd hij laureaat van de Nationale muziekwedstrijd van België en opgenomen in de reeks “Musikalische Talente Europas”. Hij maakte toen zijn eerste opnames voor cd, radio en tv. In april 2000 werd hij benoemd tot Kapelmeester van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen en heeft er als dirigent de leiding over het knapenkoor, de meisjescantorij en de capella. Sedert 2002 is hij de dirigent van de Capella Academica van de Katholieke Universiteit Leuven. In februari 2009 werd hij aangesteld als voorzitter van de Pueri Cantores Vlaanderen. Hij vervolmaakt zich bij Edmond Saveniers voor een Master Orkestdirectie. Oeuvre: Missa pueri cantores (1992), uitgevoerd in de Abdij van Keizersberg (Benedictijnen Leuven) ter gelegenheid van het 90-jarig bestaan van de koristen en cantores van Keizersberg; Cantus fictus voor orgel (1997) in opdracht van Pro Civitate;
°Zottegem, 20 mei 1974. Vlaamse organist, dirigent en componist. Van Steenberge studeerde aan het Lemmensinstituut te Leuven en behaalde het Meesterdiploma en het Specialisatiediploma voor orgel in de klas van Peter Pieters, de organist van de 18
Chant d’Axion voor klavecimbel (2000); Samadamas voor orkest, gecomponeerd in opdracht van de Hoge Raad voor Diamant en uitgevoerd onder leiding van Dirk Brossé in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen;
19
Requiem en de Eerste Symfonie voor groot orgel (2002);
voor ongeveer 20 jaar duidelijk wel nog het geval was.
Livinusmis (2007), gecomponeerd op poëzie van Patrick Lateur.
Gijs Van der Linden
Antwerps Kathedraalkoor
In de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen wordt sinds eeuwen gemusiceerd. Sinds 1382 bestaat er reeds een Choraelhuys, waarin onder verschillende vormen zangers werden opgeleid. Uit deze traditie van het opleiden van jonge zangers, werd in 1927 een Knapenkoor opgericht. In 1985 werd er ook een Meisjescantorij opgericht zodat de Kathedraal sinds dan 2 volwaardige jeugdkoren heeft. Zingen in het AKK is een veeleisende bezigheid. De koren zijn alle drie rechtstreeks verbonden aan de kathedraal en het is hun plicht om wekelijks de eucharistie muzikaal te verzorgen. In tegenstelling tot alle andere kathedralen in België wordt deze taak in Antwerpen slechts zelden door gastkoren waargenomen. Daarnaast moeten de koren ook een programma van concerten, huwelijks-en begrafenisdiensten afwerken en tevens jaarlijks een prestigieus jaarconcert in de Kathedraal verzorgen. Deze zware taak kan enkel tot een goed einde gebracht worden door een stricte en goed geregelde organisatie, die erin slaagt om het pakket uitvoeringen en diensten te vervolledigen, en tevens het koor zodanig te organiseren dat het concept ervan niet vloekt met de huidige normen in de ‘vrijetijdsmaatschappij’: zingen in een kathedraalkoor wordt immers niet meer als een ‘eer’ gezien of een ‘dienst aan God en gemeenschap’, hetgeen tot 20
Gijs Van der Linden begon zijn zangopleiding nadat hij met twaalf jaar werd gevraagd om lid te worden van het Antwerps Kathedraalkoor onder leiding van Jan Schrooten. De dagelijkse repetities vormden een zeer gegronde basis. Zijn eerste zanglessen genoot hij bij Marc Van Daele. Op zijn negentiende werd hij toegelaten tot het Conservatorium te Antwerpen om er te studeren bij Guy De Mey, Anne Cambier en later ook Bernadette Degelin. Op dit moment studeert Gijs bij Gidon Saks en diens assistent Marcos Pujol te Gent. Hij zingt de volgende seizoenen reeds kleinere partijen bij de Vlaamse Opera en in de Koninklijke Muntschouwburg. Gijs volgde tal van masterclasses bij ondermeer Bart Van Oort, Lucienne Van Dijck, Pascal Bertin, Greta De Reyghere, Carol Yahr en Jan Van Elsacker. Daarnaast volgde hij ook en stage rond Duitse barokmuziek bij het Franse Ak@demia waar hij coaching kreeg op samenzang en interpretatie van Françoise Lasserre, Claire Michon en Agnes Melon. Vanaf het volgend academiejaar (09/10) zal hij voortgezette zangstudies volgen bij de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Als freelance zanger werkt Gijs regelmatig mee aan producties van het Vlaams Radio Koor, Cappella Bruggensis, In Ex Tempore, Octopus en Het Antwerps Mannenkoor en de Beethoven Akademie. Hierdoor werkte hij samen met dirigenten als Johan Duyck, Bo Holten, Yvan Meylemans, Mark de Smet, Bart Van Reyn en Benjamin Pope.
21
Als solist maakte Gijs zijn debuut als tenor in het Mozart Requiem in 2005 olv Sir Rbert Ruscoe en later ook met Bart Van Reyn. Inmiddels was hij te horen in werken als de Carmina Burana (Orf), Messa di Gloria (Rossini), Johannes Passie (Telemann) e.a. Dit onder leiding van dirigenten als Patrick Peire, Florian Heyerick, Marc de Smet, Jaak Gregoor, Flip Rathé, Klaas Stok en vele anderen. Herbert Flack Herbert Flack was 25 jaar lang verbonden aan de Koninklijke Nederlandse Schouwburg te Antwerpen, waarbij hij talrijke hoofdrollen speelde in zowel het klassieke als het moderne repertoire. Dat hij niet alleen een podiumbeest is, maar ook een gegeerd filmacteur bewijst zijn palmares van meer dan dertig langspeelfilms. Ondermeer de jonge minnaar Eric in Vrijdag (Hugo Claus), de ambitieuze politieman in Zaman (Lebon), de tragische playboy in Springen, de komische rivaal van Urbanus in Hector en Koko Flanel, en de ijdele journalist in Film 1. Voor televisie speelde hij zowel in Vlaamse, Franse en Nederlandse topseries waaronder Medisch Centrum West, Wittekerke, Plantage Allee, Les Steenforts en in de ontspoorde rijkswachter uit de vermaarde serie Diamant naar Jef Geeraerts. Tot 2003 hadden zijn grijzende slapen letterlijk een Thuis gevonden bij TV1soap. Sindsdien werd Herbert Flack hoofdinspecteur Pieter Van In in de VTM-serie Aspe. In 2002 startte Herbert Flack met een monoloog, die hem op het lijf geschreven is: Vrouwen!!! De reis van een verleider… 22
Van april 2004 tot februari 2005 stond hij dan weer samen op de planken met An Nelissen in de relatiekomedie Wat van de nacht wordt verwacht!. Flack speelde een belangrijke rol in het Mozartjaar 2006 met zijn bejubelde vertolking van hofcomponist Salieri in de Geert Allaertproductie Amadeus. En in 2008 was het grote publiek weer present in Stadsschouwburg Antwerpen en Capitole Gent om Herbert zijn flamboyante soldaat-dichter Cyrano de Bergerac ontdekken … www.herbertflack.com
Les Liseuses Fabuleuses Les Liseuses Fabuleuses is een literaire stemmenclub rond Anne-Marie Segers en Wim Goossens. Bijna tien jaar geleden begonnen ze ermee, geïnspireerd door de literaire salons in Wenen & Parijs, en door de film La Lectrice. Daarin verdient een vrouw haar brood door bij mensen thuis voor te lezen. Les Liseuses Fabuleuses lezen voor op alle woordvriendelijke plaatsen: op kantoor, op de zeedijk aan de Belgische kust, in bibliotheken, musea, café’s, op cd & dvd, in de Poëzie-taxi. Ze brengen pakketten rond thema’s als liefde, koffie en eeuwige jeugd, maar ze stellen ook graag een nieuwe bundel samen. Literatuur is heel gewoon, als brood eten en tanden poetsen. De stemmen van Les Liseuses kiezen voor toegankelijke & lichtvoetige gedichten. De liseuses hebben een professionele woordachtergrond. Sinds kort kun je bij Les Liseuses ook poëzie-installaties huren.
23
Tot nu toe lazen Les Liseuses Fabuleuses voor in Antwerpen, Brussel, Gent, Oostende, Brugge, Madrid, Barcelona... Ook voor Man Bijt Hond, Vitaya, en in supermarkten. Les Liseuses werkten samen met o.a. Behoud De Begeerte, Passa Porta Brussel, Stichting Lezen, Creatief Schrijven, Antwerpen Averechts. www.lesliseusesfabuleuses.be
Krissie de Waard °Antwerpen, 1983 Krissie de Waard heeft haar eerste muzikale stappen gezet aan de muziekacademie van Hemiksem, waar ze pianoles kreeg van Kris Daelemans. Daarnaast volgde ze er ook lessen zang, klavecimbel en fluit. Alvorens haar hogere muziekstudies aan te vatten, volgde ze een 7de specialisatiejaar muziek aan de Kunsthumaniora te Antwerpen. Aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen kreeg ze pianoles van respectievelijk Pascal Sigrist en Robert Groslot en ze studeerde er af in 2008. Ze volgde masterclasses en extra lessen bij o.a. Irene Russo, Jard van Nes en Vitaly Samoshko. Lessen kamermuziek kreeg ze van Robert Groslot, Jan Guns, Johan Rycken e.a.. Naast de basisopleiding muziek werkte ze er ook de Initiële Lerarenopleiding van Academisch Niveau (ILAN) af. Momenteel is Krissie de Waard verbonden aan de Kunsthumaniora als pianoleerkracht en pianobegeleider en geeft zij lessen muzische vorming in verschillende lagere scholen. Ze begeleidt de musicalklassen van Dansstudio Arabesque in 24
Deurne, geeft ook privé-lessen piano en begeleidt regelmatig zangers en koren tijdens repetities, audities en concerten. Als pianiste van de vroegere zanggroep ‘Perlefine’ gaf ze concerten in Vlaanderen, Frankrijk, op het ‘Festival du Mont Noir’ en in het Vlaams Parlement.
Raf Stroobants Raf Stroobants is een Belgisch keyboardspeler uit Antwerpen. Voor en na zijn studies (Jazz studio) begon hij als live performer in verscheidene bands en stijlen, v.b. Cute (Pop), Coco Spirit (Coverband), Buckshot De La Funk (Jazz), The Rooftops (Soul), Blooze (Blues), Bal Mystique (Ambient), Vijf Na Twaalf (Chanson), … Vandaag componeert Raf Stroobants zijn eigen muziek, schrijft songs, is uitvoerend musicus bij de Belgische Iimprovisatie Liga (http//:www.bil.be) en geniet met volle teugen van zijn plaats in de groep Generation Dallas (http//:www.generationdallas. com). Zuiver voor het plezier en uit liefde voor de muziek groeide onlangs door wekelijks samenspel een nieuwe groep. Een Franstalige bovenbuur begroette deze mensen op een avond met:”Bonjour les musicos” en dat werd licht aangepast meteen de bandnaam. Les Musicaux: gezelligheid is er troef.
Jean Emile Driessens
°Wilrijk, 1956. Jean Emile Driessens is sinds 1989 werkzaam als gids en 25
voordrachtgever. Veel bijval kenden zijn cultuurhistorische en literaire wandelingen op het Schoonselhof waaraan hij enkele publicaties wijdde w.o. Schoonselhof - Een Hommage, alsook zijn poëzievoordrachten uit het werk van o.m. Gaston Burssens, Hugues C. Pernath en uit eigen werk. Sinds 1996, het grote Paul van Ostaijenjaar, is Driessens actief bezig rond de figuur Van Ostaijen met literaire wandelvoordrachten. Het Genootschap besloot dan ook de krachten te bundelen met deze bevlogen spreker. Thans is het mogelijk om via het Genootschap in te schrijven op de wandeling In de voetsporen van Paul van Ostaijen. Ook dient vermeld, sinds 2002, de literaire wandeling en voordracht Willem Elsschot, alsook de architectuurwandeling Art Nouveau in Antwerpen.
Fractievoorzitter VU van 1974 tot 1977 en van 1977 tot 1979; Staatssecretaris Nederlandse Cultuur en Sociale Zaken / Brussel van 1977 tot 1979; Algemeen partijvoorzitter VU van 1979 tot 1986; Lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 1989 tot 1997; Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1989 tot 1997;
Na de politiek: Voorzitter van de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) van 1998 tot 2007;
Vic Anciaux °Boechout, 24 december 1931, gehuwd met Marie-Paule Quix. Professionele loopbaan Huisarts te Machelen (Brabant) van 1957 tot 1967; Arbeidsgeneesheer aan de KULeuven, part-time van 1968 tot 1991. Politieke loopbaan: Volksvertegenwoordiger (VU) van 1965 tot 1995; Voorzitter Kamercommissie Volksgezondheid van 1972 tot 1977; 26
Voorzitter vzw Cubido (Cultuurspreiding bij Bijzondere Doelgroepen) van 1998 tot 2007; Voorzitter vzw NT2 (Nederlandse taallessen volwassen anderstaligen) van 1998 tot 2007; Voorzitter van het Lokaal Overleg Platform van de Brusselse; secundaire scholen, eerst inzake non-discriminatie en later in functie van het Gelijke Kansen Onderwijs van 1998 tot heden; Voorzitter vzw Het Voorplan van 2001 tot heden; Lid Raad van Bestuur Vrije Universiteit Brussel (VUB) van 27
1995 tot heden; Lid Raad van Bestuur Universitair Ziekenhuis Brussel van 1999 tot heden.
28
Het Genootschap dankt haar gelegenheidssponsoren
KBC Bank & Verzekering, Schoenmarkt 35, 2000 Antwerpen
“Laat ons stappen over de lijken van ons prinsiepen” (Fragment, december 1915)
“En PLOTS binnen de kring van haar moedeloosheid begon de stad te leven”
Het Onze Lieve Vrouwecollege, Frankrijklei 91, 2000 Antwerpen
(uit: Bezette Stad)
www.evclaw.com
30
31
Het Genootschap dankt in het bijzonder de hiernavolgende personen
Marianne Moehlig Christiaan Ketele
Luc Muylaert
De wijkvereniging Klein Antwerpen
Ernest Van Buynder
Traiteur Marc Truyens
Thé van Bergen
...
Het Antwerps Kathedraalkoor o.l.v. Sebastiaan Van Steenberge Herbert Flack
ERELEDEN
Les Liseuses Fabuleuses Krissie de Waard Raf Stroobants
AMVC-Letterenhuis Luc Rochtus
Jean Emile Driessens Vic Anciaux Thomas De Brabanter Stijn Houtman Rose van Bergen Luc Van Immerseel Annelies Peeters
32
33