Daarna rijden we toch echt naar de zoutvlakte. We gaan over een laag heuveltje en rijden dan op de zoutvlakte. We stoppen als eerste bij een man, die wel wat uit wil leggen over zijn werk, na een geldbedrag ervoor van Pauline. Hij schraapt het zout bij elkaar tot hoopjes, die dan eerst hier verder moeten drogen. Hij draagt een soort van bivakmuts met daarboven een pet. En een zonnebril. Allemaal tegen de felle zon, nemen we aan. Wat een eenzaam en zwaar werk!
81
En weer verder. Gek idee, dat we op een zoutkorst rijden, waaronder water is. En toch rijden we er met een stevige vaart overheen. We rijden en rijden en lijken niet dichter bij de horizon te komen.
Na een heel eind rijden stoppen we. Er is niets dan witte zoutvlakte om ons heen, op onszelf na en onze jeeps. Al snel zijn we foto’s aan het maken, die spelen met perspectief en afstanden. Doordat het zo oneindig is en je geen afstanden meer kunt schatten, kun je allerlei grapjes uithalen. Bijvoorbeeld een foto van een persoon, die een andere persoon heel klein op de hand lijkt te dragen. We verzinnen steeds wat nieuws: op colaflesjes staan, op een banaan liggen enzovoort. Pauline maakt nog groepsfoto’s waarbij we allemaal in stervorm op de grond liggen. En André maakt foto’s van ons op colaflesjes (zie voorpagina).
82
foto Anouk Dan heeft de kokkin het eten klaar. Met de belofte dat we straks nog verder mogen fotograferen gaan we eten. Onze beste maaltijd van de hele reis, vinden we. We zitten allemaal op stapelbare krukjes, die ze ook op het dak van één van de jeeps hadden meegenomen. En we scheppen zelf op uit de pannen en schalen, die op een ook meegebrachte klaptafel staan. Daarna hebben we zoals beloofd weer de tijd om te fotograferen. In de verte zien we twee fietsers. Door de luchttrillingen lijkt het alsof ze zweven boven een laagje water.
83
Als iedereen door alle ideeën heen is, gaan we verder. Dat kan pas nadat met een ingenieus apparaatje een band van één van de jeeps is opgepompt die was leeggelopen. We rijden naar het cactuseiland: Inka Wasi. Op dit eiland staan metershoge reuzencactussen. Sommige hebben prachtige bloemen! We maken een rondwandeling over het eilandje. Bovenop heb je een prachtig uitzicht over de Salar met een blik op de Andes in de verte.
84
Onze volgende stop is een zouthotel, waar alles van zoutblokken is gemaakt. Dus ook de tafels en stoelen. Het hotel wordt niet meer echt gebruikt, maar nog wel illegaal door bijvoorbeeld de fietsers. Je haalt het nooit in 1 dag over de vlakte op de fiets. Daarna nog een stop bij een plek, waar de zoutkorst erg dun of zelfs helemaal weg is en waar het borrelt en bij een plek, waar heuveltjes zout liggen te wachten om opgehaald te worden. 85
86
Dan gaan we terug naar het hotel. Gisteren beschreven we dit hotel als een fout soort jeugdherberg. Vandaag, nu het niet zo hectisch en vol is, blijkt het een heel vriendelijk soort jeugdherberg. Vrijdag 15 november: Uyuni – Potosí Vandaag vertrekken we weer vroeg: om half 6. De reden is, dat we anders zo laat in Potosí aankomen, en we geen tijd hebben om daar rond te kijken. Na het ontbijt probeer ik eerst ergens in het plaatsje water te kopen, maar het is allemaal nog dicht natuurlijk. Dus maar wat water in het hotel gekocht. En dan rijden we door een schitterend ruig berglandschap. Her en der kuddes lama’s, eentje met een kleintje, dat aan het drinken is. Dat kleintje probeert ons daarna rennend bij te houden. Helaas hebben we geen tijd om ergens te stoppen om wat langer rond te kijken. Een korte stop bij een brug is het enige, wat nog wel kan.
87
In Potosí aangekomen moeten we ergens uitstappen om in kleinere busjes verder te gaan naar ons hotel. Eentje voor ons en eentje voor de bagage. Potosí was in de 16de en 17de eeuw groter en belangrijker dan Parijs. Het is de hoogst gelegen stad van Bolivia (het ligt op meer dan 4000 meter hoogte). In 1545 ontdekten de Spanjaarden de enorme hoeveelheid zilvererts in de belangrijkste berg (de Cerro Rico). Dat was het begin van de 300 jaar lange uitbuiting van de oorspronkelijke bevolking en van negerslaven. Op dit moment werken nog steeds tienduizenden mijnwerkers voor de mijncoöperaties. We hebben allebei rugpijn. Dus in het hotel rusten we even kort uit en gaan dan toch snel de stad in. Eerst even het klooster Santa Theresa van buiten bekijken op het einde van het straatje, waar ons hotel aan ligt. Dan lopen we terug omhoog langs ons hotel richting het centrum. Ook hier weer de houten uitgebouwde balkonnetjes, zoals we ze in Lima al zagen. Overal op de drempels bij de deuren zitten mensen. Soms alleen, maar vaker met een aantal samen, lekker kletsend. Een vrouw trekt een zak met zich mee, waar ze het afval in verzameld. 88
89
Langs de weg staan karretjes met koopwaar. We passeren een ander kerkje en uiteindelijk bereiken we het witte Casa de Moneda, de plek waar in 1773 Bolivia’s eerste zilveren munten werden geslagen. Daar gaan we naar binnen. Op het binnenplein staat nog het apparaat waarmee de munten werden geslagen. Mooie bogen om het middenplein heen met galerijen en in het midden een fontein. Op de bovenverdieping ook nog een (wat kleinere) galerij. We kunnen ook nog met een trap omhoog, maar gaan niet echt het museum in.
Dan komen we op het centrale plein. Een mooi plein met een standbeeld op een sokkel, mooi ingedeeld met boogvormige stenen banken, waar mensen op zitten, terwijl kinderen de duiven aan het voeren zijn. Bij een gehandicapte vrouw kopen ze zakjes zaad om de vogels te voeren. Om het plein heen wordt van alles verkocht. Vrouwen in prachtige kleding. Een oude ambulanceauto wordt gebruikt voor het vervoer van de tafel van de marktkraam. Mannen met gekleurde puntmutsen, die net klaar lijken te zijn met een optreden.
90
91
We gaan op zoek naar een nieuw slotje voor Greetje’s koffer. Door een gezellige winkelstraat bereiken we de mercado central. Meerdere gangen met kraampjes in een gebouw. En deze kraampjes zijn er niet om spullen aan toeristen te verkopen. Er hangen halve koeien bij de slagerij bijvoorbeeld. We worden heel vriendelijk geholpen als we vragen waar we een slotje kunnen vinden. Dat moet achter de markt zijn. En inderdaad: daar vinden we een kraampje met allerlei sloten. Vlakbij die kraam is een kerkje met prachtig snijwerk in de façade.
92
We lopen terug naar het centrum, waar op het plein iets opgebouwd wordt. Er staan al grote geluidsboxen klaar. Gelukkig is ons hotel een eindje hier vandaan. We gaan eten bij restaurant 4060. Als we ons eten bijna op hebben komt Pauline binnen. Die kan heel snel eten en is ongeveer gelijk met ons klaar. Zij moet nog gaan bellen. Wij gaan terug naar ons hotel en op tijd naar onze kamer. Drinken nog koffie en thee, checken de mail, slaan de gemaakte foto’s en video’s op en gaan vroeg slapen. Zaterdag 16 november: Potosí - La Paz Ook vandaag weer vroeg op. Om half 5. Dan om 5 uur ontbijt en om half zes weg. We moeten nog een klein eindje lopen met onze koffers om bij de bus te komen. Gelukkig is dat wel naar beneden en niet omhoog. We hebben vandaag weer een lange busrit voor de boeg. En het zal helaas nog niet de laatste zijn. 93
We vinden allemaal, dat de tijd, die we in de bus zitten, niet in een goeie verhouding staat tot de tijd, die we hebben om ergens te zijn. Het eerste deel van de busrit is nog door een bergachtige omgeving. Toch weer anders dan we eerder hadden. Het zonlicht zorgt voor verschillende tinten en voor afwisseling door schaduw.
Na ruim tweeëneenhalf uur rijden stoppen we bij een meertje. Iedereen zoekt een plaatsje om te plassen en daarna kunnen we nog even rondkijken. Er staan in de verte flamingo’s in het water. Vlakbij het meer een aantal vruchtbare landbouwveldjes. Na deze pauze rijden we weer verder. En moeten even halt houden bij een dorpje, waar we een vrouw vlees zagen hakken met een groot mes, waarbij ze een gele gasfles als snijplank gebruikt! Onze volgende stop is op een zelfde plek als op de heenweg vanaf La Paz, waar de chauffeur en zijn bijrijder eten. 94
Na deze stop gaan we in een keer door naar La Paz, is de bedoeling. Het gebied, waar we nu doorheen rijden is niet meer zo bijzonder, dus we gaan een beetje slapen, suffen of … typen aan het reisverslag, als het wegdek dat toestaat. Zo af en toe is er iets, dat wel de moeite waard is. Zo waarschuwt Yvette me nog net op tijd, dat we langs een optocht met fanfare rijden. Het lukt nog net om er iets van te fotograferen. We hadden graag gehad, dat de chauffeur hier even had gestopt.
Als we de 6300 meter hoge berg Illimani weer zien, weten we: we zijn er bijna. Gelukkig hebben we morgen niet weer zo’n lange busrit. Nog een laatste korte pitstop vlak voor we de stad weer inrijden. En nog een stop van waar we ook een mooi uitzicht hebben over La Paz (een andere plek dan die waar wij eerder waren met Chantal en Anouk). 95
In La Paz slapen we weer in hetzelfde hotel en in dezelfde kamer. Als we de belangrijke papieren weer in de koffer hebben opgeborgen, gaan we op pad. Met alleen een portemonnee met wat geld en 50 dollar om te wisselen. Het is toch ook wel eens heel fijn om zonder rugzak en zonder fototoestel rond te lopen. In een winkeltje vinden we leuke ovenwanten, die als souvenirgeschenkjes voor het thuisfront kunnen dienen. Terwijl we naar schoenen kijken, komen we Pauline tegen. “Heb je zin om een biertje met ons te gaan drinken op een plek, waar je er een sigaretje bij kan roken?” Ja, daar was ze wel aan toe, maar ze moest eerst nog even naar Peru bellen. Dus we hebben even op haar gewacht. Vonden in die tijd nog zo´n rode hoed, zoals ik er bij de Salar in het geel had gekocht. Met Pauline naar het restaurant, waar Greetje en de anderen de eerste avond in La Paz al hebben gegeten. Dat is één van de verschillende restaurants, die een Belg (Lucas) heeft in La Paz. We bestellen er ook bitterballen bij, die heerlijk zijn! Pauline moet dan terug naar het hotel om de groepsleden op te halen, die met haar mee zouden gaan eten. Ze gaan eten even verderop van waar wij nu zitten, dus wij besluiten toch mee te gaan. Het is het Italiaanse restaurant van Lucas, en hij staat zelf in de keuken. Buiten begint het serieus te regenen. Het eten is lekker, en voor het sigaretje na het eten kunnen we met z´n zessen op een rijtje staan op een heel smal balkonnetje. Nadat we afgerekend hebben, gaan we (vanwege die regen) met een taxi naar het hotel. Pauline, die schat, rijdt met ons mee, en gaat later te voet nog even terug. Wij checken nog even onze mail en gaan dan slapen. Zondag 17 november: La Paz – Copacabana Omdat niemand de excursie naar het eiland Isla del Sol wil doen, kunnen we iets later vertrekken. Om acht uur ontbijt en om half negen vertrek. Voor het ontbijt gaan we nog even geld pinnen, want voor de taxi moesten we gisteren geld lenen bij Pauline. We willen ook water kopen, maar alles is dicht, behalve hotels en toeristenbureautjes, waar je tripjes kan boeken. Als ik na het ontbijt water wil gaan kopen, zie ik onze bus al aankomen. Het water moet ik toch in het hotel kopen, alles is nog steeds dicht. Zal wel komen, doordat het zondag is. We rijden naar Copacabana vandaag. In de verte besneeuwde bergtoppen. Vlak voor we de straat van Tiquina over gaan steken, stoppen we nog voor een mooi uitzicht. 96
Dan zijn we in het plaatsje San Pedro de Tiquina waar we de oversteek maken. We moeten uit de bus en gaan met een boot. Onze bus met alle bagage gaat op een aparte duwbak. De motor van ons bootje vertoont wat kuren, maar we bereiken veilig de overkant. Het is een pracht gezicht hoe onze bus wordt vervoerd en weer aan land komt. De planken waar hij overheen moet rijden, zien er niet erg stevig meer uit, maar het gaat allemaal goed.
97
We rijden langs de kust verder naar Copacabana en hebben uitzicht over het Titicacameer. Vlak voor Copacabana stoppen we nog een keer om het stadje onder ons te zien liggen. In Copacabana (op 3842 meter hoogte) ligt ons hotel direct aan de boulevard. We hebben een leuke frisse kamer met een balkonnetje met zicht op het meer met verschillende piertjes en een heleboel bootjes. Het ziet er gezellig uit.
98
We gaan snel op pad. Copacabana is wel toeristisch. Langs de weg naar de Moorse kathedraal zijn allemaal souvenirwinkeltjes. Voor de kathedraal is het een drukte van belang. Vandaag wordt alles wat rond kan rijden en wat net gekocht is (nieuw of tweedehands) gewijd door een priester, die kwistig met zijn wijwaterkwast rond spettert. Ook onder de motorkap en binnen in de auto. Nooit zo gezien, dat zo’n kwast eigenlijk erg op een wc-borstel lijkt. Van het geheel wordt een familiefeestje gemaakt. Iedereen is er bij en op zijn zondags gekleed in de mooiste kleren, fototoestel erbij, want iedereen moet op de foto, liefst met de priester erbij. Als alles klaar is, wordt er afgerekend met de priester. Benieuwd wat hij op zo’n dag verdiend. Want de rij wachtenden is groot en wordt steeds aangevuld. Er staan kraampjes waar je versieringen voor de auto kunt kopen. Bloemen, bloemblaadjes om over de auto te strooien. Strikken, slingers, rozetten. Tot slot wordt er dan nog een fles bubbeltjeswijn of bier over de auto heen gesprenkeld. Wat knalvuurwerk erbij maakt het feestje compleet. Wij mogen ook foto’s van de auto’s en van de mensen maken. Pauline legt naderhand uit: “Omdat ze in hun mooie kleren rondlopen vinden ze het niet erg om gefotografeerd te worden. Juist als ze in hun oude werkkleding rondlopen vinden ze het niet leuk.”
99
100