"Niemand heeft door zijn onderwijs en voorbeeld een grotere invloed op mij gehad dan Majoor Ian Thomas. En geen onderwijs is fundamenteler geweest in mijn leven en bediening dan zijn krachtige uiteenzetting van het inwonende leven van de opgestane Christus." D. Stuart Briscoe, voorganger van Elmbrook Church "Ware bekering zegt: Ik kan het niet, en echt geloof zegt: Christus kan het wel. Wij kunnen het christelijke leven op onszelf of in eigen kracht niet leven, en Jezus zegt: 'Ik heb nooit gezegd dat je dat kon. Ik heb altijd gezegd dat Ik het zou doen.' Dat waren voor mij als dertienjarige, die in 1949 naar Majoor Thomas zat te luisteren, krachtige en bekoorlijke woorden, en ze zijn nog steeds krachtig en waar. Het leven in Christus is een zeer opwindend avontuur, hou dus vol! Laat het door Jezus doen, en zeg Hem elke dag 'Dank U wel' voor alles wat Hij in en door jou heen zal doen. Het Inwonende Leven van Christus zal je in staat stellen om er te komen." Terence Kelshaw, Bisschop, bisdom van Rio Grande "Door mislukking en ontmoediging ontdekte Ian Thomas op jonge leeftijd dat hij het christelijke leven niet kon leven — alleen Christus kon het in hem en door hem heen leven. Hij heeft deze tijdloze waarheid zes decennia op elk continent met mensen gedeeld, met de enorme verrijking en metamorfose van talloze mensen als gevolg. Hij spreekt in dit boek opnieuw tot een nieuwe generatie: het zal je denken aanvuren, je hart verwarmen, en je wil aantrekken om te rusten in de toereikendheid van het Leven dat woont in elke gelovige — het leven van Christus Zelf." Charles Price, Voorganger van The Peppel's Church, Toronto, Ontario
Inleiding De Herontdekking van Jezus
Om heel eerlijk te zijn, ik weet niet of er iets bestaat wat saaier is dan een Christendom zonder Christus. Talloze mensen zijn ermee gestopt naar een plaats van aanbidding te gaan, gewoon omdat zij het beu zijn de plichtmatige tredmolen van een dode religie te lopen. Zij zijn het moe te proberen een auto te starten met een lege tank. Wat jammer dat er niet méér mensen zijn die hun kunnen tonen dat Jezus Christus leeft. Ik ken niets wat zo opwindend is als christen zijn, op aarde te spreken over het leven van Jezus Christus hier en nu, met Hem meegenomen te worden in de nimmer falende, onoverwinnelijke doelstellingen van de almachtige God, en al de onbeperkte middelen van de Godheid tot je beschikking te hebben om die doelstellingen te bereiken. Kun jij je iets voorstellen dat opwindender is dan dat? DIEPE EENVOUD Elke week krijg ik brieven van mensen die die opwinding kennen, die in het verleden op de een of andere manier in aanraking zijn gekomen met de bediening waar ik nu al meer dan zeventig jaar deel van uitmaak. Het zijn mensen die op één van onze conferenties zijn geweest, of één van onze boeken hebben gelezen, of een bandje hebben gehoord. Zij nemen contact met mij op om mij uit te leggen wat hun overkomen is toen zij uiteindelijk, door de genadevolle openbaring die de Heilige Geest zo ontzettend graag geeft, Jezus opnieuw ontdekten. Het gebeurt niet ineens. Eerst zijn zij vaak een beetje van hun stuk gebracht door wat zij horen, en het lijkt hun verstand welhaast te boven te gaan. Dan, langzaam, beetje bij beetje, komt die openbaring en dan een moment van waarheid. Het wordt zo duidelijk, zo op goddelijke wijze voor de hand liggend. Zo totaal logisch. Op diepzinnige wijze eenvoudig, en eenvoudig diepzinnig. Deze diepe eenvoud is iets waar Paulus in zijn tweede brief aan de Korinthiërs over sprak. Zijn lezers waren mensen die Christus als hun Verlosser kenden. Zij waren wedergeboren, hun naam stond geschreven in het Boek des Levens van het Lam, en zij waren op weg naar de hemel, en toch maakte Paulus zich zorgen over hen: "Maar ik vrees dat, zoals de slang met zijn sluwheid Eva verleid heeft, zo misschien ook uw gedachten bedorven worden, weg van de eenvoud die in Christus is." (2 Korinthiërs 11:3)
Paulus was er ernstig om bekommerd dat niets in hun leven afbreuk zou doen aan de pure eenvoud die in Christus is, het allerhoogste belang van een Persoon, de Here Jezus Christus Zelf, op de troon binnen in hun verloste menselijkheid. ONZE GROOTSTE NOOD Er is vandaag de dag in heel de wereldwijde kerk niets waar méér nood aan is dan aan het ervaren van deze eenvoud. Waar in elke groep van bediening, elk zendingswerk en kerkgenootschap het meeste tekort aan is, is de herontdekking van de Here Jezus Christus en de absolute noodzaak van Zijn inwonende tegenwoordigheid binnen in de gelovige. Dit betekent een ontmoeting met de opgestane levende Heer Die Zijn leven met ons op aarde deelt, terwijl wij op weg zijn naar de hemel … zodat Hij door ons heen kan bewerken wat Hij in Zijn eigen fysieke lichaam tweeduizend jaar geleden begonnen is. Wat een geweldig voorrecht! Om ons te helpen die herontdekking en de beleving van dat voorrecht dichterbij brengen, zullen wij ons in dit boek voortdurend op de Here Jezus concentreren, omdat Christus de enige is die in staat is het christelijke leven te leven, en wel om de voor de hand liggende en eenvoudige reden dat Hij het christelijke leven is. Wij zullen naar Hem kijken om te leren hoe Hij als Mens in Zijn relatie met de Vader leefde toen Hij naar deze aarde kwam. Hij zal ons tonen hoe Hij bedoeld heeft dat wij in onze relatie met Hem zouden leven, en Hij zal ons helpen een diepere ontdekking te doen over wat het wil zeggen niet alleen christen te worden, maar er ook een te zijn, en Hij zal ons een nieuwe visie geven op wat het werkelijk allemaal betekent om christen te zijn. EEN DOELBEWUST CHRISTELIJK LEVEN Weet jij wat het is doelbewust te leven? Heb jij het gevoel dat je een missie hebt, of heb je een onweerstaanbaar streven in je waardoor het leven één groot avontuur wordt, zoals God het altijd bedoeld heeft? Of is het leven voor jou een strijd om het bestaan? Of, erger nog, zit jij in de moordende carrièrejacht van het concurrerende bestaan? Word je achtervolgd door de angst bij de eerstvolgende gelegenheid door anderen ingehaald te worden? Probeer je amechtig de over elkaar heen tuimelende gebeurtenissen vóór te blijven. Zo ja, dan is er goed nieuws, en wel over een schat aan doelstellingen en waarheid en wijsheid die in de Persoon van Christus te vinden zijn, want doelbewust leven betekent dat wij onze armoede voor Christus' rijkdom … en onze zwakheid voor Christus' kracht inruilen. Wij ruilen het bankroet van de gevallen Adam in voor heel de volheid van het leven van Christus, en wij ontdekken het onversneden avontuur van Jezus Christus toe te staan God te zijn in onze eigen ervaring, want God is Hij! Wanneer je je Christendom loskoppelt van Christus, maak je er een dode religie van, onpersoonlijk voor Hem en onpersoonlijk voor jou, niet meer dan een
intellectuele godsdienstoefening of een sentimentele formule — en het Christendom is geen van beide. Het Christendom is Christus. Het houdt een levensprincipe in dat trilt van goddelijk leven en het kan zonder de Persoon van God Zelf niet verklaard worden. Het is in de kern wonderbaarlijk, ook al is het niet per se spectaculair. Het is altijd bovennatuurlijk en het ligt, zonder de inwonende tegenwoordigheid van de opgestane Zoon van God, buiten het bereik van de sterfelijke mens. Zoals Jezus optrad in de zondeloze menselijkheid die de Vader in de drieëndertig jaar van Zijn leven op aarde voor Hem bereid had, zo wil Hij Zich in jouw menselijkheid gedragen, die jij Hem nu aanbiedt. Het christelijke leven is niets minder dan het leven dat Hij toen leefde … nu door Hem in jou geleefd.
OVER DIT BOEK
Een kort woordje over de opzet van dit boek: je vindt er vijftig hoofdstukken in, allemaal kort. Maar ik moedig je aan er elke dag niet meer dan één te lezen — en de tijd te nemen om bij elk stil te staan. Na elk hoofdstuk vind je een paar vragen om over na te denken en om toe te passen. Neem de tijd om erover na te denken, zodat je wat je leert kunt toepassen en ervan overtuigd raakt — want dan alleen zul je de bevrijdende kracht van de waarheid ervaren.
1. God vinden op aarde
Stel je voor dat er ver van hier in de ruimte, in een ander sterrenstelsel, een planeet is die bewoond wordt door intelligente wezens. Natuurlijk zijn die schepselen en hun planeet en sterrenstelsel geformeerd door de God Die alles geschapen heeft. Maar zij weten niet hoe God is, hoewel zij een onstilbare honger hebben om meer over Hem te weten te komen. Dan ontdekken zij op een dag door hun hoog ontwikkelde waarnemingsposten het bestaan van de planeet Aarde. Ook doen zij aanvankelijk ontdekkingen over de menselijke wezens die daar wonen. Onmiddellijk en met intense opwinding verzamelen zij hun middelen om een ruimteschip te bouwen waarmee zij een delegatie naar die afgelegen Aarde kunnen sturen met het specifieke doel om ernaartoe te gaan en te weten te komen over God. Waarom de Aarde? Omdat uit hun eerste bevindingen geconcludeerd kan worden dat daar een verslag bestaat van wat God gezegd heeft, toen Hij voor het eerst menselijke wezens op deze planeet geschapen heeft — dat Hij ze naar Zijn eigen beeld en gelijkenis gemaakt had. Een dergelijke openbaring is absoluut het meest aangrijpende nieuws dat deze buitenaardse wezens ooit gehoord hebben. Door de mensheid van dichtbij te bekijken, zullen zij hun eerste glimp opvangen van God. Wanneer het ruimteschip af is en de delegatie met zorg is samengesteld en klaar staat om aan boord te gaan, verzamelt zich een grote menigte om ze uit te wuiven en goede reis te wensen. Na een lange reis langs verschillende sterrenstelsels klopt het hart van elk lid van de delegatie sneller wanneer de Aarde in zicht komt. Deze prachtige planeet wordt steeds mooier naarmate zij dichterbij komen. "Wij zullen nu de mens snel te zien krijgen," zeggen zij tegen elkaar, "het schepsel dat God gemaakt heeft naar Zijn volmaakte beeld. Dan kunnen wij naar huis terug met kennis uit de eerste hand en een begrip van hoe God werkelijk is." Langzaam en zachtjes landt het ruimteschip op Aarde … en de buitenaardse wezens stappen uit. Zij zijn geland op een braakliggend stuk grond in een stad (die veel lijkt op de stad die jij het beste kent). Zij verlaten hun ruimteschip en wandelen de dichtstbijzijnde straat door. De eerste mens die zij tegenkomen is een lichaam dat over de stoeprand heen ligt, een dronkaard (maar de buitenaardsen weten niets van dronkenschap) die daar in zijn eigen braaksel ligt. Zij proberen met hem te praten, maar de man kreunt alleen en rolt zich terug op zijn zij.
Zij laten de dronkaard achter, lopen de hoek van de straat om en staan plotseling midden tussen twee rivaliserende groepen jonge mannen die elkaar met messen bedreigen. Ze hebben littekens op hun armen en een levenloze blik in de ogen (maar de buitenaardsen weten niets over drugverslaving). Met stomheid geslagen door dit plotselinge gevaar keren zij zich snel om en horen geluiden komen uit een open deur onder het uithangbord van een café, en zoeken daar een veilig heenkomen. De paar mensen daar binnen bekijken hen niet eens. Zij kijken nors voor zich uit aan tafeltjes in de schaduw langs de muur. Het geluid dat de buitenaardsen hoorden, komt van een tv die aan het plafond hangt en op het scherm wordt het 'wereldnieuws' voorgelezen. De buitenaardsen stromen toe om een samenvatting te horen van wat zich op Aarde afspeelt. Het 'nieuws' dat zij horen, gaat over terroristische bomaanslagen en moordenaars. Het gaat over corruptie in de zakenwereld en de regering. Het gaat over het kinderachtige en absurde gedrag van beroemdheden in de wereld van het amusement en de sport. De buitenaardsen staren gechoqueerd naar het scherm, totdat een van hen zich tot de anderen richt en zegt: "Ik stel voor dat wij hier vertrekken. Dit is een zooi." Met vastberaden stappen gaan zij, bezwaard door walging en ontgoocheling na het zien van deze weergave van Gods karakter, op weg naar het ruimteschip. En tijdens hun lange droevige tocht naar huis worstelen zij met de vraag hoe zij hun geliefden thuis deze tragische ontdekking gaan mededelen. Natuurlijk weten jij en ik dat hetgeen zij nu in feite geleerd hebben, helemaal niet is hoe God is, maar hoe zonde is. Maar zaten zij er naast met hun logica toen zij verwachtten dat zij op onze planeet God te zien zouden krijgen? Nee, zij hadden het helemaal bij het rechte eind, zoals wij duidelijker zien wanneer wij de Schrift zorgvuldig lezen.
Op de dag dat God Adam schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis van God … naar het beeld Gods heeft Hij de mens gemaakt Genesis 5:1, 9:6
➸ Wat is voor jouw de volle betekenis van het feit dat je naar Gods beeld en gelijkenis geschapen bent? ➸ Wat mag je logischerwijs verwachten van iemand die naar Gods beeld en gelijkenis geschapen is?
2. Ben jij Normaal?
Ben jij normaal? Waarschijnlijk antwoord je 'ja' op die vraag, maar weet jij werkelijk wat normaal zijn voor een mens inhoudt? Tenslotte is kennis van wat normaal is de enige basis om een juiste diagnose te stellen. Daartoe moeten wij heel duidelijk begrijpen hoe God ons geschapen heeft; eerder kunnen wij geen intelligent begrip hebben van wat verkeerd is gegaan, de gevolgen daarvan en wat God gedaan heeft om het recht te zetten. In Psalm 8 vraagt David aan God: "… wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt?" Dan geeft David toe: "Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond. U doet hem heersen over de werken van Uw handen, U hebt alles onder zijn voeten gelegd" (Psalm 8:4-6). Dit beschrijft de mens in zijn onschuld, de mens die normaal is, de mens zoals God hem in Adam geschapen had: met eer en glorie gekroond! Wat was die heerlijkheid waarmee God de mens gekroond had? God had gezegd: "… Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis ..." (Genesis 1:26). De mens als het evenbeeld van God zou toegerust worden met Zijn goddelijke inwoning, waarbij de Heilige Geest in de menselijke geest zou wonen, zodat de mens Gods eigen heerlijkheid zou weerspiegelen. Het was een afgeleide heerlijkheid, uitsluitend afhankelijk van de aanwezigheid van de Schepper binnen in het schepsel. Net zo zou de autoriteit die de mens op aarde uitoefende, uitsluitend afgeleid zijn van zijn onderwerping aan Gods autoriteit. De Bijbel maakt meer dan duidelijk dat God Zelf (de Schepper binnen in het schepsel) de oorsprong moet zijn van Zijn eigen beeltenis. Nadat God Zijn scheppingswerk voltooide door de mens te scheppen "zag God alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed." (Genesis 1:31) Wat zag Hij toen Hij op dat moment naar de mens keek, die Hij naar Zijn volmaakte beeld geschapen had? Hij zag Zichzelf. Want "… God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem …" (Genesis 1:27). God Zelf, als onze Schepper, heeft altijd bedoeld dat Hij in ons zou wonen; Hij koesterde de ambitie dat Hij gezien en gehoord zou worden in degenen die Hij schiep. Dat is wat voor een mens normaal is, wanneer God Zelf Zich in en door een man of vrouw heen manifesteert. Dit is het doel waar Hij ons voor geschapen heeft, dat wij op deze aarde een fysieke, zichtbare uitdrukking zouden zijn van de God die anders onzichtbaar is, zoals Johannes ons zegt: "Niemand heeft ooit God gezien …" (Johannes 1:18)
God schiep elk menselijk wezen met een fysiek, zichtbaar en hoorbaar lichaam om door een onzichtbare God bewoond te worden, om Zichzelf zichtbaar te maken door wat die mens doet en zegt en is. God Zelf moet de oorsprong zijn van die activiteit binnen in ons, en dat heet gerechtigheid. God is de stichter van alle gerechtigheid en willen jij en ik die gerechtigheid voortbrengen, dan moet Hij Zelf binnen in ons de oorsprong zijn van Zijn eigen beeltenis, de bron van Zijn eigen activiteit, de stuwkracht van Zijn eigen eisen, en de oorzaak van Zijn eigen gevolg. Daarom is het zo dat, als een mens in zijn of haar gedrag werkelijk normaal is, er maar één Persoon is die gefeliciteerd moet worden, en dat is God Zelf. Een mens voldoet aan de norm, wanneer God gezien kan worden in alles wat die persoon doet en zegt en is. Onze 'natuurlijke' mens, of wie wij zijn in het vlees, mist alle gerechtigheid evenals alle ware geestelijkheid. "… de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden." (1 Korinthiërs 2:14) De natuurlijke mens kan de dingen van de Geest van God niet kennen omdat hij er moreel en intellectueel onbekwaam toe is. De natuurlijke mens is niet normaal; hij is niet datgene waar God de mens voor geschapen en bedoeld heeft. In zijn gevallen staat is hij berooid, leeg en vervreemd van de persoon van zijn Schepper. Op het moment dat je beseft dat alleen God een mens rechtvaardig en godvruchtig kan maken, heb je nog maar één mogelijkheid en dat is God te vinden en te kennen en Hem God te laten zijn in jou en door jou heen, wat dat ook moge inhouden. Dan heb je geen enkele marge meer om zelf te kiezen, want er is maar één God en Hij is absoluut, en Hij heeft jou uitdrukkelijk voor Zichzelf gemaakt.
… dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid. Efeziërs 4:23-24
➸ Hoe normaal ben jij? Wat betekent het voor een mens werkelijk normaal te zijn? ➸ Wat houdt dat in: God God te laten zijn in en door jou heen?
3. Het Ene Onmisbare voor Onze Menselijkheid
Een olielamp heeft olie nodig om licht te geven. Waarom? Omdat de lamp gemaakt is om op die manier te functioneren. Een auto heeft brandstof nodig om te rijden. Waarom? Omdat de auto gemaakt is om op die manier te functioneren. Waarom heeft een mens God nodig om te functioneren? Omdat wij zo gemaakt zijn. Lang geleden besloot God een schepsel op deze kleine planeet, die Aarde heet, te zetten. Hij ontwierp dit schepsel specifiek als het middel, waarmee Zijn potentieel en Zijn leven vrijgegeven kon worden, en dat gerechtigheid kon produceren. Maar de mens kan op zichzelf geen gerechtigheid produceren, evenmin als een auto kan rijden zonder brandstof of een olielamp kan schijnen zonder olie. Een olielamp waar geen olie in zit proberen aan te steken is onlogisch en zinloos; je zult in de duisternis blijven zitten. Een auto proberen te rijden zonder benzine is net zo onredelijk; je zult tenslotte uitstappen en hem moeten duwen, en alleen zó ver komen als je fysieke kracht toelaat en je zult totaal uitgeput raken. Met mensen is het niet anders. Ze aansporen om braaf te zijn, tegen ze zeggen dat zij het moeten opdiepen uit hun persoonlijkheid, ze een introductie geven in de gedragswetenschappen, proberen hun daden te reguleren met regels, voorschriften en religie, en ze dreigen met straf of gevangenis — uiteindelijk kan geen enkele van deze methodes in menselijke wezens gerechtigheid voortbrengen. Als je wilt dat je olielamp licht gaat geven, is het alleszins redelijk om hem eerst met olie te vullen. Als je wilt dat een auto rijdt, is het uiterst logisch dat je de tank met brandstof vult. Op dezelfde wijze bevestigt de goddelijke logica dat je alleen gerechtigheid van een man of vrouw krijgt wanneer die persoon gevuld is met God. Olie in de lamp, brandstof in de auto … en Christus in de christen. Er is God voor nodig om een mens te zijn, en dat is de reden waarom er Christus voor nodig is om een christen te zijn, omdat Christus God terug in een mens brengt, en dit is de enige manier waarop wij weer gaan functioneren. Het heet de nieuwe geboorte, wederomgeboren worden, aangezien onze ziel door Gods Geest wakker geschud wordt. Het kan alleen geschieden op Gods voorwaarden, en het brengt ons terug naar het doel waarvoor God ons geschapen
heeft — functioneren enkel door Zijn tegenwoordigheid binnen in ons. Voor de waarlijk normale mens is God onmisbaar. De mens is uniek geschapen, op zo'n manier dat hij een morele relatie met zijn Schepper kan genieten, omdat God liefde is, en het enige dat liefde kan bevredigen is geliefd te worden. Het enige wat vriendschap voldoening kan schenken is beantwoorde vriendschap. Maar liefde en vriendschap kunnen niet afgedwongen worden. Als God een mens wilde die Zijn liefde kon beantwoorden, dan moest die mens anders zijn dan welk ander schepsel ook, dat geen moreel vermogen had om God ofwel te behagen of te mishagen. Zo'n schepsel zou amoreel zijn, dat doet wat het doet omdat het dat moet, in plaats van een gunstige ingesteldheid tegenover Zijn Maker aan de dag te leggen. Maar jij en ik zijn zo geschapen dat wij met alles wat wij doen, wat het ook is, tegen onze Schepper zeggen, ofwel: "God, ik hou van U," of "God, U laat mij koud." De menselijke geest is het deel van ons waar God binnen in ons woont in de persoon van de Heilige Geest, zodat God, met onze morele instemming (en nooit er zonder), toegang krijgt tot onze menselijke ziel. Dit is waar Hij Zelf, als de Schepper binnen in het schepsel, ons denken kan onderwijzen, onze emoties kan reguleren, en onze wil richting kan geven, zodat Hij, als God van binnenuit, over ons gedrag regeert terwijl wij God God laten zijn. "Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen" (Galaten 5:25), en door de Geest wandelen wil zeggen: één stap tegelijk zetten, en bij elke nieuwe situatie waar elke nieuwe stap je toe leidt, wat dat ook moge zijn, Christus tegen je hart te horen zeggen: "IK BEN," en Hem dan door geloof in de ogen kijken en zeggen: U bent! Meer hoef ik niet te weten, Heer, en ik dank U, want U schiet nooit tekort."
De HEERE is mijn levenskracht. Psalm 27:1
➸ Heb je ingezien dat je God in je dagelijkse leven nodig hebt? ➸ Hoe zeg jij, in hetgeen je zegt en doet, tegen je Schepper, ofwel "God, ik hou van U," of "God, U laat mij koud"?
4. Het Instinct voor Dieren, de Heilige Geest voor de Mens
God heeft ieder mens geschapen met een lichaam, een fysieke gestalte. Dit is iets wat wij met alle geschapen levensvormen op aarde delen, met dieren zowel als met planten. God heeft ieder menselijk wezen het vermogen gegeven om te denken, te reageren en te beslissen — denken, emotie en wil. Wij kunnen deze psychologische gedragsmechanismen als één geheel groeperen en ze samen zien als de ziel. Het is binnen in de ziel dat menselijk gedrag bepaald wordt, want het is hier dat besluiten genomen en plannen bedacht worden, en de wil uitgeoefend wordt om het lichaam tot actie aan te zetten. De wil wordt aangewend onder invloed van het denken en de emoties; wat ons denken en onze wil beïnvloedt, zal uiteindelijk onze wil beheersen. Door het gedrag dat voortvloeit uit deze actieve daadkracht van onze ziel, worden de gedachten en de bedoelingen van ons hart met de buitenwereld gecommuniceerd. Als je de ziel zo definieert, dan is deze een kenmerk dat wij delen met dieren, maar niet met planten. Misschien ben je verbaasd als ik dieren een ziel toedicht — verstand om mee te denken, emoties om mee te reageren, en een wil om beslissingen mee te nemen. Als dat je inderdaad verbaast, neem dan eens het volgende experiment: Neem een stok, zoek een wespennest en draai die stok er eens in rond. Dan zul je ontdekken dat wespen een hoogontwikkeld emotioneel vermogen bezitten: Zij kunnen heel boos worden. Je zult er ook achterkomen dat ze een hoogontwikkeld intellectueel vermogen hebben om te achterhalen wie er precies hun nest heeft verwoest. Dat niet alleen, je zult ook merken dat ze een hoogontwikkeld wilsvermogen hebben, een wil om wraak te oefenen aan hun vijanden. Maar tegen die tijd zul je daar waarschijnlijk niet lang meer in de buurt blijven om nog meer ontdekkingen te doen. Dieren lijken dus op mensen doordat zij een ziel hebben, het vermogen om te denken, te reageren en te besluiten. Maar God heeft dieren niet geschapen met het vermogen om, zoals de mens, door hun Schepper bewoond te worden. In plaats daarvan heeft God in dieren een uniek en prachtig mechanisme ingebouwd dat instinct heet. Dit is het onmisbare ingrediënt waarmee Hij ze beschermt en hun gedrag regelt. Door het instinct herhaalt het gedragspatroon van dieren zich en is het voorspelbaar, maar dieren hebben geen morele relatie met hun Schepper, zoals dat het geval is tussen mensen en God. Elke vogel en elk beest of insect doet wat het doet omdat het dat moet. Het wordt beheerst door een wet van dwang, die in
de ziel van elk dier werkt om zijn denken te onderwijzen, zijn emoties te reguleren en zijn wil richting te geven. Het instinct is voor dieren net zo onmisbaar als de Heilige Geest dat is voor ons mensen. Mensen zijn uniek gemaakt met het vermogen om door God Zelf geregeerd te worden, terwijl Hij in een intieme identiteit met de menselijke ziel binnen in de menselijke geest woont, zodat God, binnen in de menselijke geest, toegang krijgt tot de menselijke ziel. Daar speelt Hij die rol in de ziel van de mens, die het instinct speelt in het dier — Hij onderwijst het denken, reguleert de emoties en geeft de wil richting. Op deze manier regeert Hij, volgens Zijn voorgenomen ontwerp en doelstelling, ons gedrag, zodat Hij in ons de oorsprong is van Zijn eigen beeltenis, de stuwkracht van Zijn eigen eisen en de oorzaak van Zijn eigen gevolg is. God heeft ons geschapen om te functioneren enkel krachtens Zijn tegenwoordigheid, en Hij oefent Zijn goddelijke soevereiniteit uit binnen onze menselijkheid, zodat wij vanuit onze liefde voor Hem, in totale afhankelijkheid van Hem leven. Bovendien is het enige bewijs dat wij van die afhankelijkheid van Hem kunnen leveren, onze onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan Hem. Dat is de drievoudige morele relatie — liefde voor Hem, afhankelijkheid van Hem, en gehoorzaamheid aan Hem — die Hem toestaat God in actie te zijn binnen in een menselijk wezen. Dit is ook de drievoudige morele relatie die Jezus Christus drieëndertig jaar lang op aarde tegenover Zijn Vader tot uiting bracht. Zijn liefde voor de Vader eiste absolute, onvoorwaardelijke afhankelijkheid van de Vader en totale gehoorzaamheid aan de Vader. Daarom zei Hij dat Hij zonder Zijn Vader niets kon doen. (Johannes 5:19, 30) De ware zondeloosheid van Jezus was Zijn voortdurende vertrouwen op de Vader, zonder ooit een greep naar eigen middelen te doen. Als jij en ik willen kunnen functioneren, dan moet diezelfde relatie, die bestond tussen Jezus Christus en Zijn Vader in de hemel, ook bestaan tussen onszelf en de Here Jezus. Wij zijn geen van allen onontbeerlijk voor God, maar Hij is wel absoluut onmisbaar voor ieder van ons. God heeft jou en mij zo ingericht dat Zijn tegenwoordigheid onmisbaar is voor onze menselijkheid, terwijl Hij ons denken onderwijst, onze emoties in toom houdt, onze wil de weg wijst, en ons gedrag regeert. Jouw wedergeboorte brengt God in actie in jou. Het ontketent God in Zijn geheel, en bekleedt Hem met de verloste menselijkheid van jouw eigen vlees en bloed als een vergeven zondaar, zodat jij tenslotte een normale mens wordt zoals Jezus dat was.
En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn. 2 Korinthiërs 9:8 ➸ Op welke wijze ontketen jij God in Zijn geheel in jouw leven? ➸ Hoe sta jij God op dit moment toe jou denken te onderwijzen, je emoties in toom te houden, je wil de weg te wijzen en je gedrag te regeren?
5. Gods Redelijke Eisen
Vanuit Gods standpunt gezien is elke eis die Hij aan ons stelt, volledig logisch. Alleen vanuit ons gevallen menselijk standpunt is het totaal onredelijk. Wat eist God van ons? In het laatste vers van Mattheüs 5 zegt Jezus: "Gij dan zult volmaakt zijn … ." Wanneer wij dat lezen, lopen wij misschien een beetje rood aan en vragen wij: "Hoe volmaakt?" Jezus antwoordt: " … zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is." (Mattheüs 5:48) Met andere woorden, wanneer je zo volmaakt bent als de Vader in de hemel, dan ben je oké. Wanneer anderen naar je kunnen kijken en werkelijk zien hoe God is, dan ben je in orde. Hoor ik daar iemand klagen? Is er ook maar één reden waarom een God die ons geschapen heeft naar Zijn eigen volmaakte, absolute beeld en gelijkenis niet het recht heeft ook maar iets anders van jou en mij te verwachten dan volmaaktheid? Is er een logische reden waarom Hij dat niet zou mogen eisen? Geen enkele! De gevallen mens komt een dergelijke eis alleen als onredelijk voor, omdat er volgens de goddelijke logica in de menselijke rede van de gevallen mens een verborgen factor ontbreekt. Die verborgen factor is, in heel zijn sublieme eenvoud, God Zelf. Hij heeft ons zo ingericht dat de aanwezigheid van de Schepper binnen in het schepsel onmisbaar is voor onze menselijkheid. Toen God jou en mij maakte, was het Zijn intentie dat wij, als wij aan de norm voldeden, van het dierenrijk onderscheiden zouden kunnen worden door een kwaliteit van leven en gedrag, waarvoor in de verste verte geen enkele andere verklaring zou kunnen zijn dan God binnen in ons. Gods geschreven Woord staaft deze maatstaf voor het gedrag. Op de berg Sinaï kreeg Mozes van God wat wij de Tien Geboden noemen, of de morele wet. Wat is de kern van deze morele wet? Wel, onder andere: "Gij zult niet liegen." Misschien reageer je met te zeggen: "Waarom zouden wij niet liegen? Soms komt liegen mij goed uit. Is Gods wet alleen gegeven om mij het leven moeilijk te maken?"
Nee, de wet is eenvoudig gegeven opdat jij en ik zouden weten wat de Heilige God eist van de menselijke wezens die Hij geschapen heeft, om Zijn Goddelijkheid bekend te maken. Dus als de wet zegt: "Gij zult niet liegen," zegt God eenvoudig, "Jij bent gemaakt om Mijn heerlijkheid als God te weerspiegelen, en Ik ben geen leugenaar." Wanneer Gods wet zegt, "Gij zult niet stelen," zegt Hij ons: "Ik heb je naar Mijn beeld geschapen zodat de hele schepping naar jou kan kijken en weten hoe God is, en Ik ben geen dief." Zijn wet zegt: "Gij zult geen overspel plegen." Hij zegt eenvoudig: "Jij bent een schepsel dat Ik een lichaam gegeven heb om het feit uit te drukken dat jouw fysieke en zichtbare gestalte bewoond en geregeerd wordt door de God die Geest is en onzichtbaar. Ik heb het zo ontworpen zodat iedereen, door naar jouw gedrag te kijken, weet hoe Ikzelf Mij gedraag, en ik ben geen overspelige; Ik doe niet aan losbandige seks." Nu, dat is de wet. Het maakt de minimale eisen bekend die een heilige God stelt, Die het absolute recht heeft om die eisen te stellen aan hen die Hij met het doel geschapen heeft dat zij Zijn karakter zouden openbaren. Deze eisen en het soort leven dat zij weerspiegelen heet in de Schrift "de gerechtigheid van God" (Romeinen 3:21-22; 10:3; 2 Korinthiërs 5:21), want het is de activiteit van God Zelf. God erkent geen enkele andere gerechtigheid in ons — alleen die van Hem Zelf.
God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. 1 Johannes 1:5
➸ Welke bevelen in Gods Woord ben je soms geneigd geweest als onredelijk te beschouwen? ➸ Hoe kun je, vanuit Gods standpunt bekeken, zien dat het eigenlijk een logische en redelijke verwachting is? ➸ Wat is, vanuit Gods standpunt gezien, ware gerechtigheid?
6. Wanneer juist handelen verkeerd is
In de woestijn gaf Mozes het volk van Israël het bevel: "U mag niet doen zoals al wat wij hier heden doen: iedereen doet wat juist is … ." (Deuteronomium 12:8) Waarom zei hij hun er niet mee door te gaan te doen wat juist was? Juist handelen is toch wat wij altijd behoren te doen, of niet? Luister naar al Mozes' woorden: "U mag niet doen zoals al wat wij hier heden doen: iedereen doet wat juist is in eigen oog." (Deuteronomium 12:9) Het volk deed enkel wat het zelf juist achtte, zonder Hem te raadplegen Die als enige het recht heeft te beslissen wat juist en onjuist is. Dit is tot op de dag van vandaag de vloek van Gods volk. Wij raadplegen Hem niet Die alleen Koning is in Zijn koninkrijk, en Die als enige het recht heeft om de lakens uit te delen. Waarom was het volk in de woestijn niet in staat om te onderscheiden wat werkelijk juist was? Mozes zegt verder: "Want u bent tot nu toe nog niet gekomen in de rust en in het erfelijk bezit dat de HEERE, uw God, u geven zal." (Deuteronomium 12:9) Zo lang christenen druk bezig zijn voor God te doen wat juist is in eigen oog, zullen zij nooit Zijn rust en de ware erfenis binnengaan die van hun is en die zij nu kunnen genieten. Dan zullen zij zich alleen maar in het zweet werken, en zij zullen moe, ontmoedigd en gedeprimeerd raken. Dan is het waarschijnlijk dat zij zeer cynisch worden. Tenslotte zullen zij het willen opgeven, en opgeven moeten zij het. Zij moeten ermee ophouden te vertrouwen op hun eigen inspanning, en in plaats daarvan de waarheid erkennen: "Ik kan het niet — God heeft nooit gezegd dat ik het kon; maar God kan het wel, en Hij heeft altijd gezegd dat Hij het zou doen!" Ware bekering zegt: "Ik kan het niet," en waar geloof voegt eraan toe: "Maar God, U kunt het!" Dan kun je in het leven regeren terwijl je God toelaat God te zijn, en Hem toestaat jou te laten zien dat Hij het werk aankan. Denk nog eens na over deze waarheid: Gerechtigheid is juist handelen in Gods oog, en alleen God is de stichter van gerechtigheid. Als jij en ik iets doen, wat het ook is, wil het gerechtigheid voortbrengen, dan moet God Zelf de bron ervan zijn. Sta jij Hem toe dit in je leven te doen?
… onze bekwaamheid is Gods werk … 2 Korinthiërs 3:5
➸ In welk aspect van je leven moet jij op dit moment leren tegen God te zeggen: "Ik kan het niet, maar U kunt het"? ➸ In welke onderdelen van je leven moet jij het hoofd bieden aan ontmoediging of cynisme? ➸ Sta jij God toe in jouw leven de stichter van gerechtigheid te zijn?
7. Wat Voor Christen?
God is de absolute bron van gerechtigheid, maar er is ook een absolute bron van ongerechtigheid — de duivel. Alle menselijke activiteit is afkomstig van de ene of de andere van deze twee bronnen. Daarom zegt de Bijbel: "En alles wat niet uit geloof is, is zonde." (Romeinen 14:23) Alles wat niet afkomstig is van jouw houding van totale afhankelijkheid van God, alles wat niet Gods activiteit in jouw leven aan het werk zet, is zonde. Het is zonde omdat het voortspruit uit een houding van onafhankelijkheid, die jou kwetsbaar maakt voor elk van satans misleidingen in zijn lange geschiedenis waarin hij zich onrechtmatig Gods autoriteit heeft toegeëigend. Elke stap die je zet, elke houding die je aanneemt, elke beslissing die je neemt, alles wat je doet en hoopt te worden, is ofwel in afhankelijkheid van de God die jou geschapen heeft als Zijn eigen woonplaats, of het is het nevenproduct van de demonische geest van deze wereld, "die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid" (Efeziërs 2:2), en die zijn leugens in de gevallen mensheid handhaaft door een denkrichting van op zichzelf te vertrouwen. De Bijbel noemt deze houding van onafhankelijkheid een "vleselijk denken" (Romeinen 8:7). Het is een denken dat gericht is "op de dingen van het vlees" in plaats van zich te richten op "de dingen van de Geest" (Romeinen 8:5). Het betekent dat je de vermogens van je persoonlijkheid laat gelden op manieren die niet afhankelijk zijn van God: het is alleen Zijn tegenwoordigheid die jou de kwaliteit van de ware menselijkheid schenkt, die Hij altijd al voor jou in petto had. Het betekent dat je goddeloos denkt. Met andere woorden, denken zonder licht, met een denken dat nog steeds in de duisternis is. Je zet een stap, je neemt een beslissing, je denkt je plannen uit, je neemt een verantwoordelijkheid op je, en dat allemaal zonder de situatie in verband te brengen met God en Zijn licht en alles wat Hij binnen in jou is. Dit vleselijke denken kan evenzeer in de gelovige gevonden worden als in de ongelovige. Vleselijke christenen zijn wedergeboren door het teruggeven van de Heilige Geest aan hun menselijke geest, maar op bepaalde manieren verwerpen zij nog steeds het legitieme recht van de Geest om de heerschappij van Christus opnieuw te vestigen in hun denken, in hun emoties en in hun wil. Zij belijden Christus wel als hun Verlosser, maar hun daden en beslissingen worden karakteristiek nog steeds genomen met hun eigen belangen in gedachten en wie zij in zichzelf zijn, in plaats van rekening te houden met Gods belangen en wie Hij is. Hun denken is nog steeds een speelbal en het werkterrein van de duivel, want die is slim en doortrapt genoeg om talloze christenen ertoe over te halen te
proberen christen te zijn zonder Christus. Zij zijn bereid alles wel om Jezus' wil te doen, maar zij begrijpen niet, dat Zijn tegenwoordigheid er absoluut noodzakelijk voor is, en dat wij zonder Hem niets zijn, niets hebben en niets kunnen doen. Als je een vleselijke christen bent, dan eis je nog steeds het recht op je eigen zeggenschap te hebben, je eigen beslissingen te nemen, je eigen plannen te maken, en je eigen weg te kiezen. Maar voor God ben je onbruikbaar, en je haalt de hemel alleen "als door vuur heen" (1 Korinthiërs 3:15). Wat voor christen wil je zijn? Als je ervoor kiest een vleselijke christen te zijn, dan kies je voor de geestelijke vergetelheid. Maar als je echt besluit dat Christus alles moet zijn en alles in je leven moet hebben, als jij in je hart zegt: "Ik wil niets minder dan alles zijn waar het bloed van Gods lieve Zoon voor vergoten is," dan staat Hij klaar om je ontdekkingen te laten doen, die jouw hele menselijkheid totaal en radicaal voor tijd en eeuwigheid kunnen veranderen.
Wie de zonde doet, is uit de duivel. 1 Johannes 3:8
➸ Op wat voor manieren zou er zelfstandigheid kunnen zitten achter plannen van dit moment of besluiten die je misschien genomen hebt? Van welke opvattingen of daden van onafhankelijkheid in je leven van dit moment moet je je misschien bekeren? ➸ Wat betreft de verantwoordelijkheden, verplichtingen, en activiteiten die nu onmiddellijk in het verschiet liggen, wat kun je daarin herkennen als Gods doelstellingen en belangen? Wat wil Hij tot stand brengen? ➸ Wat voor christen wil je werkelijk zijn? Zeg dit eens met je eigen woorden.
8. De Verbrijzelde Drieschakel
God waarschuwde Adam: " … op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven." (Genesis 2:17) Stierf Adam lichamelijk op de dag dat hij voor satans verleiding zwichtte en de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad at? Nee, Adam stierf pas lichamelijk toen hij meer dan negenhonderd jaar was. Maar toen hij die dag in de Hof van Eden God weerstond en ongehoorzaam was, stierf hij inderdaad. Wat voor dood was dat? Dood is de afwezigheid van leven. Welk leven verloor Adam op die dag? Het leven van God! God trok Zijn Heilige Geest terug uit Adams geest. Dit was de geestelijke dood. Zoals wij gezien hebben, was het Gods bedoeling dat een drievoudige samenhang onze relatie met God en Gods relatie met ons zou regeren: 1. Onze liefde voor God, die Gods liefde voor ons beantwoordt. Deze liefde vindt haar bewijs uitsluitend door … 2. Onze afhankelijkheid van God, omdat Hij ons zo geschapen heeft dat Zijn tegenwoordigheid onmisbaar is voor onze menselijkheid, willen wij echt kunnen functioneren. Deze afhankelijkheid kan alleen geuit worden door … 3. Onze gehoorzaamheid aan God. Deze drievoudige morele samenhang werd op die dag in de Hof van Eden verbrijzeld toen de mens de leugen van de duivel geloofde, de leugen dat de mens op een of andere manier mens kan zijn zonder God, dat de Schepper niet onmisbaar is voor het schepsel, dat wij ons eigen lot kunnen bepalen, koning kunnen zijn in ons eigen koninkrijk, onze eigen god kunnen zijn. Op dat moment van morele keuze viel Adam en onmiddellijk ging het mis, en zo is het mis blijven gaan. Stel je een bijenkorf voor (om maar één voorbeeld te nemen van de uitgestrektheid van het dierenrijk), waar tienduizenden bijen allemaal instinctmatig te werk gaan wanneer zij elk hun eigen taak verrichten — de koninginnenbij die haar eieren legt, de verkenners, de werkbijen, de verzorgers, de bewakers en anderen. Ieder voert zijn taak uit volgens Gods ontwerp ten behoeve van de gezondheid en het voortbestaan van de korf.
Nu stel je voor dat op een dag die rigide samenhang tussen de instinctmatige stuwkracht en de ziel van elke bij het begaf. Plotseling moest elke bij zelf maar zien te overleven. Wat zou er gebeuren? Het resultaat zou natuurlijk anarchie zijn, chaos, en zelfvernietiging, wat precies is wat de geschiedenis van de mensheid door de eeuwen heen heeft opgeleverd. Door satans leugenachtige spitsvondigheid is de mensheid begonnen aan het krankzinnige experiment van ongehoorzaamheid en menselijke zelfgenoegzaamheid, waar wij vandaag de dag nog steeds zo zwaar en tragisch in verwikkeld zijn, met alle verschrikkelijke gevolgen van dien. Zonder God zijn wij als een dier, alleen erger. God heeft de mens niet geschapen om een dier te zijn, slechts geregeerd door instinct. Onze "natuurlijke" mens, wie wij zijn in het vlees, ontbreekt het aan alle ware geestelijkheid. Als erfgenamen van een gevallen Adam worden wij geboren zonder enig bewust idee van ofwel een relatie met God of een vermogen om zo'n relatie te hebben, ook al laat dit gebrek instinctief een religieus verlangen in ons achter. Er is een ingeboren besef van een leegte in ons, die wij proberen te vullen met alles behalve God Zelf (Efeziërs 4:17-18), en satan werkt daar maar al te graag aan mee. Het is verbazingwekkend met wat voor enthousiasme mensen bereid zijn hun menselijkheid te laten misbruiken door de duivel! Niettemin is er, ofschoon zij proberen zichzelf te rechtvaardigen en trachten overtuigd te zijn van de verdienste van hun daden, toch een ongrijpbare rusteloosheid van binnen, die ze van hun stuk brengt en hen verbijstert. Ken jij in jouw leven ook die momenten van verbijstering — een rusteloze ziel die fluistert, dat niet alles wel oké is met jou?
… dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart. Efeziërs 4:17-18
➸ Heb jij een rusteloosheid in je ziel ervaren, een fluistering van binnen dat niet alles wel in orde is met jou? Zo ja, wat zie jij, vanuit Gods standpunt gezien, als de reden hiervoor?
9. Een Kwestie van Herkomst
Elke zondige daad vindt haar oorsprong in satan; het is zijn verstokte karakter. "Wie de zonde doet, is uit de duivel; want de duivel zondigt vanaf het begin." (1 Johannes 3:8) Evenzo is God de herkomst van elk rechtvaardige daad; Hij is de belichaming ervan. In alles wat jij doet, kan het ware karakter van een bepaalde daad altijd waargenomen worden in de oorsprong van die daad. Het is geen kwestie van patroon, maar van herkomst. Datgene in jou dat uit God geboren is, is Jezus Christus, en Hij is het die geen zonde doet, en Hij kan dat ook niet, want Hij is God! Dit is wat de apostel Johannes bedoelt wanneer hij schrijft: "Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad (Gods) blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren." (1 Johannes 3:9) Het goddelijke zaad in ons is de waarachtige aard van God Zelf, en de aard die Hij met jou wil delen door Zijn Zoon. Deel in de aard van Christus en je deelt in Zijn overwinning. Je behaalt hem niet; je ontvangt hem, want Christus Zelf "is ons van God geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing." (1 Korinthiërs 1:30) Als je gedomineerd wordt door het "vlees", dan word je gedomineerd door de duivel; en als je gedomineerd wordt door de Heilige Geest, word je gedomineerd door God. Wat is feitelijk dit "vlees" waar de Bijbel over spreekt? Het vlees is het verwrongen principe in mensen, dat satans hoogmoedige vijandelijkheid en haat jegens God in stand houdt. In onze gevallen toestand wordt de ziel van ieder mens gedomineerd door het vlees en is deze verstoken van God. Jij en ik zijn in deze niet hervormde toestand geboren. De Heilige Geest en het vlees zijn aartsvijanden: "Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen." (Galaten 5:17) Dat is de reden waarom er uit alle macht weerstand tegen God geboden wordt bij elke stap die Hij onderneemt om opnieuw Zijn wet in ons hart te leggen. Het vlees is van nature zozeer binnen in de menselijke ziel ingegraven, dat het een autoritaire positie inneemt om het denken, de emoties en de wil van niet wedergeboren mensen (èn vleselijke christenen) te prikkelen tot het uitdagen en weerstaan van Zijn genade.
De Heilige Geest legt altijd de ware aard van het vlees bloot, en de vleselijk ingestelde christen wordt nergens zo razend van als wanneer degenen die geestelijk onderscheid hebben, weigeren onder de indruk te zijn wanneer de vleselijke christen zichzelf zo in de kijker zet. Enkel de gekruisigde, opgestane, en levende Here Jezus kan de strop om de nek leggen van jouw vlees en je vlees daar houden waar het thuishoort, en dit doet Hij door Zijn Heilige Geest. Jij kunt de executie niet ten uitvoer brengen, maar jij en jij alleen hebt de morele verantwoordelijkheid om het doodvonnis te bevestigen. Dit is het besluit waar God op wacht tot jij het neemt, want in Zijn soevereiniteit beperkt God Zich door die eenvoudige wet van geloof, die jou het morele vermogen geeft om Hem voor jezelf te kennen en zo ook van Hem te houden. Stem er dus mee in te sterven voor alles wat je bent dat niet afstamt van alles wat Christus is, en dank Hem dat Hij bereid is om het in jouw ervaring tot een realiteit te maken.
Want het bedenken van het vlees is de dood, maar het bedenken van de Geest is leven en vrede.
➸ Op welke stap in geloof wacht God tot jij die zet, als het gaat om het sterven aan je vlees? ➸ Heb je al in voldoende mate je dankbaarheid geuit tegenover God voor het werk van de Heilige Geest dat Hij doet om de zondigheid van je vlees bloot te leggen? Doe het nu.
10. De Wegen van het Vlees
Misschien heb je wel de energie van het vlees gemobiliseerd in een overigens oprecht verlangen om de Here Jezus in je leven te eren. Het vlees, dat zijn oorsprong heeft in satan, zal erin meegaan; om te overleven is het vlees alleszins bereid om zich in te zetten voor elke vorm van christelijke activiteit, zelfs als het lijkt of dit Christus eert. Het vlees zal in het koor zingen, zondagschoolwerk werk doen, de vergadering van diakenen voorzitten, achter de preekstoel staan, een evangelisatiecampagne organiseren, naar de Bijbelschool gaan, als vrijwilliger deelnemen aan een zendingsreis, en duizend andere dingen, welke alle op zichzelf legitieme activiteiten zijn, als het maar zijn nek uit de strop kan houden. Het vlees zal dreigen, roepen, paraderen, domineren, pruilen, samenzweren, kruipen, smeken, pleiten, of snikken, wat in de gegeven situatie ook nodig moge zijn, als het maar niet hoeft te sterven. Geen enkel middel is te bont om te zorgen dat elke christen leeft in eigen kracht in plaats van door de kracht en genade van de Here Jezus, en om te kunnen concluderen dat het ook nog goed is zo! Het kenmerk van de geestelijk onvolwassenen is dat zij niet in staat zijn om te onderscheiden tussen goed en kwaad (Hebreeën 5:13-14), en de baby christen probeert nog steeds, net als de dwaze Galaten, nadat hij is begonnen met de Geest, te eindigen met het vlees (Galaten 3:3). Wij moeten bijzonder veel geduld hebben met hen die door een gebrek aan begrip nog steeds in hun oprechte liefde voor de Here Jezus tevreden zijn met, en soms heel enthousiast zijn over, christelijke activiteiten waarin middelen en methoden gebruikt worden die zwaar verontreinigd zijn door het vlees. In hun geval is onderwijs meer op zijn plaats dan berisping, want het zijn geestelijk nog baby's. Echte geestelijke overtuiging is een activiteit van de Heilige Geest binnen in de menselijke geest, en wanneer de Heilige Geest ermee begint je te overtuigen van je onvolwassenheid, en er tegenover je geweten getuigenis van aflegt dat de Here Jezus Christus Zijn rechtmatige plaats in jouw leven niet krijgt, zal de oude Adamsnatuur binnen in jou geprikkeld raken en nerveus worden. Tegelijkertijd zal het met de meest aannemelijke argumenten komen aanzetten om zijn eigen ongewettigde activiteiten te rechtvaardigen, ook al zijn deze activiteiten slechts wat de Bijbel "dode werken" noemt (Hebreeën 6:1; 9:14) en niet de "goede werken" die echt het werk van God zijn. "Goede werken" zijn die welke hun oorsprong hebben in Jezus Christus, wanneer Christus' activiteit vrijgezet wordt door jouw lichaam heen omdat jij het als een levend offer aan Hem aanbiedt. Dit doe je alleen door geloof als een uitdrukking
van totale afhankelijkheid, in tegenstelling tot de Adamitische onafhankelijkheid (Romeinen 12:1-2). God eert mannen en vrouwen en hun daden of hun boeken of hun organisaties niet. De Vader in de hemel schept er de allergrootste vreugde in Zijn Zoon te eren. Enkel het leven van de Here Jezus — Zijn activiteit, met jou bekleed en door jou heen zichtbaar gemaakt — zal uiteindelijk Gods goedkeuring wegdragen.
En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem! Kolossenzen 3:17
➸ Welke "christelijke activiteiten" heb je meer nagejaagd vanuit de energie van het vlees dan in ware afhankelijkheid van de activiteit van Christus? ➸ Hoe kun je van elke activiteit in je leven achterhalen of je het najaagt in afhankelijkheid van Christus in plaats van met de energie van het vlees? ➸ Op welke manieren probeert jouw vlees zijn eigen onrechtmatige activiteiten in jouw leven te rechtvaardigen?
11. Van Onwetendheid naar Gerechtigheid
Er is een leugen die satan vandaag de dag met schitterend succes in het hart van talloze mensen blijft verspreiden. Het is het idee dat zij door zichzelf terug te geven aan de God die hen gemaakt heeft, en door zich aan Zijn soevereiniteit te onderwerpen, beroofd zullen worden van de vrijheid die het leven de moeite waard maakt. Die mensen zijn niet per se onoprecht in deze overtuiging, maar zij zijn het slachtoffer van hun eigen onwetendheid, waarmee de duivel ze beetneemt, die er de allergrootste vreugde in schept die onwetendheid uit te buiten. Gods Woord beschrijft deze onwetendheid en het aandeel dat de duivel erin heeft tot in detail: Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen. (2 Korinthiërs 4:4) … verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. (Efeziërs 4:18) Dit verharde hart is het wezen van de "oude mens" binnen in ons (Efeziërs 4:22), ons vlees. De ziel van de niet-wedergeborene is verkocht aan het vlees, en het gedrag van die persoon is onderworpen aan de eisen van een opstandig regime, dat God Zijn recht ontzegt God te zijn. De menselijke ziel, gedomineerd door het vlees, neemt, hoe onwetend ook, deel aan elke vleselijke ambitie die de stem van God het zwijgen oplegt en de aanspraken van de Heilige Geest weerstaat. De Here Jezus wil zó graag, door Zijn tegenwoordigheid binnen in jou, de plaats innemen van al je aangeboren potentieel tot het kwade onder invloed van het vlees. Hij biedt jou al Zijn onbeperkte potentieel tot het goede aan door de energie en de kracht van Zijn inwonende Heilige Geest. Geestelijke wedergeboorte houdt het principe in van goddelijke vervanging, en ofschoon jij overtuigd behoort te zijn van jouw ingewortelde zwakheid, moet je even overtuigd zijn van Christus' ingewortelde gerechtigheid en alles wat dat voor jou betekent.
Als wat uit het vlees geboren is, vlees is, kun je er net zo zeker van zijn dat wat uit de Geest geboren is, Geest is — dat God God is! Wat zo totaal verbazingwekkend is, is dat God bereid is God in jou te zijn, niet figuurlijk maar feitelijk. Jij kunt werkelijk deel hebben aan Zijn leven en hervormd worden naar Zijn beeld.
Immers, Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem Die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en Zijn deugd. Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken, opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent. 2 Petrus 1:3-4
➸ Op welke manieren ben je in de verleiding gekomen te denken dat je, door jezelf aan God te geven, bepaalde vrijheden en genoegens zou mislopen? ➸ Wat betekent het in praktische zin voor jou dat Christus' ingewortelde gerechtigheid door je geestelijke wedergeboorte nu de jouwe is? ➸ Hoe weet je dat, op dit moment in je leven, jouw deel hebben aan het leven van Christus harde realiteit is?
12. Wat Is Zonde Echt?
Bij zonde is in begrepen elke leugen die het menselijk ras door de eeuwen heen over God de Schepper verteld heeft. Zonde is universeel en bevindt zich in het grensgebied tussen alles wat God is (naar wiens beeld wij gemaakt zijn) en wat wij zijn in onszelf. Zonde is alles wat niet voldoet aan Gods heerlijkheid (Romeinen 3:23), zodat God alles als zonde zal bestempelen wat niet strookt met wat Hij doet, wat Hij zegt en wat Hij is. Daarom komt zonde eenvoudig aan het licht door het te vergelijken met Gods gedrag. God is volmaakt, en door die volmaaktheid kunnen jij en ik zonde herkennen, omdat zonde alles is wat niet voldoet aan Zijn volmaaktheid. Daarom is God Zelf de enige maatstaf waarmee zonde herkenbaar is. Zonde wordt in de Bijbel ook omschreven als trouweloze onafhankelijkheid: " … al wat niet uit geloof is, is zonde." (Romeinen 14:23) Het is een houding van "wetteloosheid" (1 Johannes 3:4). Wat houdt dan, in het licht van dit begrip van wat zonde is, bekering in? Bekering betekent dat je uit de onafhankelijkheid terug stapt in de afhankelijkheid, en je hebt je bekeerd in de mate waarin je afhankelijk wordt. Op elk gebied van je leven waar je niet geleerd hebt echt afhankelijk te zijn van God, heb je je nog niet echt bekeerd. Christus is voor ons gestorven opdat Hij, verrezen en actief, nu binnen in ons zou komen wonen, opdat wij niet langer baatzuchtig, op onszelf gericht zouden zijn en alleen leven voor onze eigen belangen: " … voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt." (2 Korinthiërs 5:15) Treur nooit om jezelf. Treur om je zonde!
Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, … Romeinen 3:23
➸ Is er een gebied van je leven waar je niet geleerd hebt echt afhankelijk te zijn van God? Zo ja, wat voor bekering is op dit moment dan noodzakelijk en gepast? ➸ Wat betreft je eigen gedrag op dit moment, hoe schiet jij tekort ten opzicht van alles wat God doet, alles wat Hij zegt, en alles wat Hij is?
13. De Volmaakte Mens
Sinds Adam gevallen is, is er maar één mens normaal geweest. Drieëndertig jaar lang wandelde de Here Jezus op deze aarde om te demonstreren wat normaal is, om de mens aanschouwelijk te maken zoals God hem geschapen had dat hij moest zijn. Hij was bereid om mens te zijn zoals God de mens geschapen had dat hij moest zijn, en de Vader voortdurend in het middelpunt te plaatsen. Nadat hij ons eraan herinnerd heeft dat God onzichtbaar is — "Niemand heeft ooit God gezien … " — gaat Johannes in zijn evangelie verder met ons dit over Jezus te zeggen: " … de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen." Of, zoals de Amplified Bible die laatste vier woorden weergeeft: "Hij heeft Hem geopenbaard en Hem op de voorgrond geplaatst waar Hij gezien kan worden; Hij heeft Hem uitgebeeld en bekend gemaakt." (Johannes 1:18) Ofschoon een mens nooit God kan worden, kan God te allen tijde ervoor kiezen zich als mens te gedragen. Dit is precies wat er gebeurd is in de persoon van onze Here Jezus. Eeuwig en boven de tijd verheven als Hij is, is Hij nooit minder dan God, maar Hij koos er bewust voor om Zich gedurende die drieëndertig jaar ten volle als mens te gedragen. Door bereid te zijn Zichzelf te ontledigen en Zich te vernederen door, bekleed met onze menselijkheid, als mens geboren te worden (Filippenzen 2:6-8) heeft de Here Jezus de Godheid geëtaleerd door alles wat Hij deed, zei en was, en liet Hij die Godheid horen, zien, en bekend en bemind worden. Dit is de reden waarom Jezus tegen Filippus kon zeggen: "Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien … De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken." (Johannes 14:9-10) Hij vervulde de rol waarvoor God jou en mij geschapen heeft: naar het beeld van God te leven en handelen, en ten volle de waarheid over Hem zichtbaar te maken. Op de Eerste Pinksterdag beschreef Petrus Christus als volgt: "Jezus de Nazarener, een Man Die u van Godswege aangewezen is door krachten, wonderen en tekenen, die God in uw midden door Hem gedaan heeft … ." (Handelingen 2:22) Het was God Zelf Die deze wonderbare werken deed door Christus de Mens heen. God was in en door de Here Jezus heen aan het werk in de volkomenheid, zondeloosheid en perfectie van Zijn menselijkheid. Dit was een mens zoals God hem bedoeld had! Hier zag je echte overeenstemming met de norm, zoals de goede werken aantoonden, die God de Vader tot stand bracht door Zijn Zoon heen en die Hij nu door jou heen wil bewerken.
Dit is de goddelijke roeping waar jij toe verlost bent: "Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen." (Efeziërs 2:10) Jij bent geroepen en in Christus Zelf geschapen voor een van te voren bepaald leven van goede werken. Deze roeping kan alleen volbracht worden in de energie en kracht van Degene Die nu door Zijn Geest in jou woont, net zoals Hij ooit uitsluitend in de energie en kracht van de Vader wandelde Die door Zijn Geest in Hem woonde. Van Zichzelf zei Hij: " … de Zoon kan niets doen van Zichzelf … " (Johannes 5:19), en over jou zegt Hij: " … zonder Mij kunt u niets doen." (Johannes 15:5) Daarom, verwacht dat Christus in en door jou heen zal werken en sta het toe, net als Christus in Zijn leven op aarde verwachtte en toestond dat de Vader werkte in en door Hem heen. Verwacht dat Hij het doet … en Hij zal het doen. Zeg alleen "Dank U" — en laat je door Hem verrassen!
Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf.
➸ Wat is, voor zover jij het nu begrijpt, jouw taak en roeping — de goede werken in dit leven waar jij voor geschapen bent om die in Christus Jezus te doen? ➸ In welke mate geef jij Christus in jou de vrije hand en laat je Hem toe om in en door jou heen te werken?
14. De Hemel Uit en Bij Ons Naar Binnen
Je rijdt over de autoweg en je ziet een man die naast zijn langs de weg geparkeerde auto staat. Je bent zo vriendelijk dat je stopt en vraagt: "Kan ik helpen?" Je verneemt dat hij geen benzine meer heeft. Zonder brandstof rijdt een auto nu eenmaal niet. Toevallig heb je een sleeptouw bij je, dus bied je aan zijn auto weg te slepen naar de dichtstbijzijnde stad waar hij de tank kan vullen, en hij gaat akkoord. Nadat je het tankstation hebt bereikt en hij getankt heeft, vertelt de man je met het schaamrood op zijn kaken dat hij net heeft gemerkt dat hij geen geld heeft en ook geen credit card om af te rekenen. En opnieuw kom je hem tegemoet en je betaalt uit goedheid de rekening. Jij betaalt een schuld af die de jouwe niet is, omdat hij een schuld heeft die hij niet betalen kan. Herken je dit? Dat is verlossing! Dat is wat voor ons aan het kruis gebeurd is. Dat jij die man zijn schuld betaalt dient een doel. Welk doel? Dat jij die tank voor hem vult en de man geeft wat hij nodig heeft om in zijn auto te rijden, zodat hij zijn weg kan vervolgen. Nadat je die man zijn benzine betaalt, bedankt hij je overvloedig. Je draait je om en loopt weg. Je stapt in je eigen auto, en kijkt om om nog even te zwaaien. Tot je verbazing zie je dat de man achter zijn auto staat en hem wil duwen. Dus je gaat naar hem terug. En wat zeg je tegen hem? Waarschijnlijk zoiets als: "Arme, domme, onbezonnen, onnadenkende, verstandeloze man!" — wat Paulus ook zei tegen de Galaten (Galaten 3:1, Amplified Bible), omdat zij niet door eenvoudig geloof in de kracht van de inwonende Christus door Zijn Geest leefden. Toen jij en ik Christus als onze Verlosser ontvingen, gaf Hij ons, door Zijn Heilige Geest, de volheid en de kracht van Zijn opstanding. Hij heeft ons alles gegeven wat wij ooit, wanneer dan ook, onder welke omstandigheid dan ook, nodig zouden kunnen hebben. Hij gaf ons een auto met een volle tank; en jij hebt geprobeerd hem te duwen?
Als de benzine op is, dan is het geen tijd voor andere binnenbekleding, nieuwe bougies, of en nieuw stel banden; dan is het tijd om de tank te vullen! Net zo wanneer onze geestelijke tank leeg is, dan is het tijd om hem te vullen. Waarmee? Met Christus. De Here Jezus is van de hemel naar de aarde gekomen, niet slechts om ons uit de hel te halen en de hemel in te brengen — hoewel Hij de enige is die dat doet en kan, als wij Hem dat toelaten — maar om Zichzelf uit de hemel te halen en bij ons binnen te brengen. Hij gaf Zichzelf voor ons om Zichzelf te geven aan ons, het geschenk van Zijn leven, opdat wij een heerlijke, persoonlijke relatie met Hem zouden genieten, die nooit verandert, omdat "Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid." (Hebreeën 13:8). Grijp dit stevig vast, want anders blijft je Christendom oninteressant, onvruchtbaar, en onpersoonlijk. Christus Zelf is de waarachtige levensinhoud van het Christelijk geloof. Hij is olie voor de lamp en brandstof voor de auto. Hij alleen is de kern van alles. Christus is niet voor jou gestorven om je enkel te redden van een slecht geweten, maar om alle obstakels op te ruimen zodat Hij Zijn goddelijke activiteit door jou heen kan uitoefenen.
… Christus is alles in allen. Kolossenzen 3:11
➸ In welke opzichten is jouw relatie met Christus op dit moment heel fijn en persoonlijk? Dank Hem hiervoor. ➸ In welke opzichten is jouw Christendom op enigerlei wijze oninteressant, onvruchtbaar of onpersoonlijk?
15. Wat Is Eeuwig Leven?
Is het eeuwige leven eenvoudig een plek waar jij na je dood naartoe gaat? Is het een bijzonder gevoel van binnen? De apostel Johannes zegt ons duidelijk wat het is: "God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon." (1 Johannes 5:11-12). Jezus Christus en het eeuwige leven zijn woorden met dezelfde betekenis; eeuwig leven is niets anders dan Jezus Christus Zelf, van wie geschreven staat: "In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen." (Johannes 1:4). Als je al eeuwig leven hebt, dan betekent dat dat je Iemand hebt; dan heb je de Zoon, Jezus Christus, net zoals Hij zelf bevestigde: "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven." (Johannes 14:6) Eeuwig leven is noch een gevoel van binnen, noch een uiteindelijke bestemming na je dood. Als je wederomgeboren bent, dan is eeuwig leven die kwaliteit van het leven dat je op dit moment bezit, nu, en dat in je lichaam woont, met beide voeten op de grond en in deze wereld vandaag. Waar komt dit leven vandaan? Alleen van Hem. Hij is dat Leven. Het leven dat je bezit is geheel van Hem, en dit is ware redding. Toen ik twaalf was, vertelde een man mij over Jezus op een manier die ik kon begrijpen. Toen, zonder medeweten van hem of iemand anders, zei ik om kwart voor negen op een zaterdagavond, 13 augustus 1927, in mijn hart: "Here Jezus, niemand heeft mij ooit verteld dat U in mijn plaats gestorven bent. Ik wil U graag ontvangen zodat U mij kunt vergeven." Ik wist dat Hij mijn Redder was geworden, en die zekerheid ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Ik heb de Here Jezus Christus daarna nooit meer in mijn leven hoeven te ontvangen, omdat Hij het toen gedaan heeft, naar Zijn belofte, en Hij meent altijd wat Hij zegt. Maar die gebeurtenis en dat moment waren niet mijn redding. Mijn redding is, en dat begreep ik zeven jaar later pas, dat Christus, nadat Hij voor mij gestorven was om mijn bestemming te veranderen wanneer ik zou sterven, ook weer opstond uit de dood om Zijn Leven in mij te leven en mijn karakter te veranderen. Zijn inwonende Leven in mij overwint die oude Adamsnatuur, het vleselijke denken dat vijandschap is tegen God en dat alleen maar mijn menselijkheid kan onteren, misbruiken en verlagen. Redding is zoveel meer dan een verandering van einddoel van de hel naar de hemel! De ware geestelijke inhoud van ons evangelie is niet slechts de hemel op zekere dag, maar Christus hier en nu. In Gods stelsel is bekering slechts een
essentiële voorbereiding op discipelschap, en dat houdt in dat je Christus een leven lang toestaat in je te leven en Zijn werk door jou heen te doen. Jouw redding is ook een miljoen maal meer dan simpelweg weten dat je zonden vergeven zijn. Als vergeven zondaar moet je opnieuw bewoond worden door je Maker, opnieuw aangegrepen worden door de Godheid, zodat jouw menselijkheid op een intelligente manier ter beschikking komt te staan van een intelligente God met het intelligente doel waarvoor Hij jou op intelligente wijze geschapen heeft. Dat is ware heiliging, zoals de Bijbel het verklaart.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt. Johannes 17:3
➸ Heb jij volle en voortdurende zekerheid van je redding in Jezus Christus? ➸ Wat betekent eeuwig leven voor jou? ➸ Wat betekent redding voor jou?
16. Het "Veel Meer" van Jouw Redding
Als ik je zou vragen wat de Here Jezus gedaan heeft om jou te redden, zou je bijna intuïtief zeggen: "Hij stierf om mij te redden." Dat is wat de meeste mensen zeggen. Maar let eens goed op wat Paulus in Romeinen 5:10 zegt. Door Jezus' dood zijn wij inderdaad "met God verzoend" en desondanks "hoeveel te meer zullen wij behouden worden door Zijn leven." Het is waar dat Jezus' dood ons redt van de strenge gevolgen van de zonde en die dood brengt ons terug in een echte relatie met God nadat wij geestelijk dood geboren waren, vervreemd van het leven van God. En toch is juist het doel van die nieuwe relatie dat die ons in staat stelt om daarna "gered te worden door Zijn leven," en dit is het "veel meer" van onze redding. Ben jij door Christus' dood met God verzoend? Ik hoop dat je kunt zeggen: "Ja, ik kan mij de dag herinneren toen de Heilige Geest mij overtuigde van het feit dat ik een schuldige zondaar was, en dat het kostbare bloed van Christus ons reinigt van alle zonde. Ik herinner mij de dag dat ik Hem bewust als mijn persoonlijke Verlosser aannam en ik mijn vertrouwen in Hem stelde." Als je echt met God verzoend bent, dan zou de volgende een perfect logische vraag zijn: Word je gered door Christus' leven? Die vraag is belangrijk omdat dit het "veel meer" is van jouw redding. Als jouw christelijke ervaring beperkt is tot het met God verzoend zijn door Christus' dood, maar je toch niet gered wordt door de huidige realiteit van Zijn leven, dan is het duidelijk dat je het "veel meer" van je redding misloopt. In feite ontgaat jou het hele doel waarvoor Christus gestorven is. Jij maakt Hem datgene waarvoor Zijn bloed gevloeid heeft, afhandig. Met God verzoend door Christus' dood … en gered door Zijn Leven — het ene is de crisis van een moment; het andere is een proces dat een leven lang duurt en doorgaat tot in de eeuwigheid. De crisis verhaast het proces. De crisis, als die echt is, behoort gevolgd te worden door het proces. Met God verzoend zijn door Christus' dood en gered worden door Zijn leven — voor de crisis is een eerste daad van geloof nodig, die Christus aanneemt voor wat Hij gedaan heeft; het proces vergt een houding van geloof waarin je blijft genieten van alles wat Christus is. Want Hij is niet alleen gestorven voor wat jij gedaan hebt; Hij is opgestaan uit de dood om de plaats in te nemen van wat jij bent, hetgeen Hij doet door Zijn Heilige Geest Die in jou woont.
Dit is het evangelie, en wel het hele evangelie. Alles wat minder is dan dit, voldoet niet aan het evangelie zoals dat in het Woord van God geopenbaard wordt.
Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij behouden worden door Zijn leven, … . Romeinen 5:10
➸ Wat is voor jou het "veel meer" in jouw relatie met Christus? Hoe begrijp jij dit volgens jouw denken? ➸ Waar heeft Christus jou vandaag van gered? Uit je dankbaarheid tegenover Hem. ➸ Een houding van waar geloof zal van Christus genieten voor wie Hij is. Waarvan geniet jij dat Christus op dit moment is?
17. Het Eigenlijke Doel Waarvoor Jij Er Bent
Ik vraag mij af of jou een ogenschijnlijk vreemde uitspraak van Jezus in Johannes 12:44 is opgevallen: "Jezus nu riep en zei: Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Míj maar in Hem Die Mij gezonden heeft." Wat Jezus bedoelde was dat als je in Hem gelooft, dan geloof je eigenlijk in de Vader Die Hem gezonden heeft. Met andere woorden: "Wanneer je naar Mij als Mens kijkt en naar Mij als Mens luistert (vanwege Mijn voldoen aan de norm en de absolute perfectie van Mijn menselijkheid), dan zie je en luister je naar Mijn Vader. Want alles wat Ik zeg, is wat Mijn Vader zegt. Alles wat Ik doe, is wat Mijn Vader doet. Alles wat Ik ben, is wat Mijn Vader is, want als mens ben ik gekomen om de volmaakte Menselijkheid aan jou te demonstreren, de volledige, onbesmette uitdrukking van het goddelijke leven van Mijn Vader." Dus als je in Jezus als de Zoon van God gelooft, dan geloof je in God die in de Mens Jezus woont en Hem met Zichzelf vervult. Dit is voldoen aan de norm, d.w.z. het beeld van Hem Die de eigenlijke Mens Jezus met Zichzelf vervult en in Hem woont. Daarom ging Jezus op dat moment verder met te zeggen: " … wie Mij ziet, ziet Hem Die Mij gezonden heeft." (Johannes 12:45) Dit was volmaakte menselijkheid, menselijkheid in haar volkomenheid. Begrijp mij nu niet verkeerd. Er was nooit een moment waarop de Here Jezus als mens, niet God was. Hij is de eeuwige God, en was God in den beginne, bij God Zijn Vader. Maar toen Hij deze wereld binnenkwam, kwam Hij om Mens te zijn zoals God heel de mensheid altijd bedoeld had. Voor zowel Jezus als voor ons bestaat deze volmaakte menselijkheid uit de duidelijke en volledige manifestatie van de Vader. Daarom antwoordde Jezus, toen Filippus zei: "Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg," als volgt: "Ben Ik zo'n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien." (Johannes 14:8-9) Jezus te zien in Zijn perfecte menselijkheid staat gelijk met God te zien. De Here Jezus kwam naar deze wereld om ons te verlossen en ons terug te brengen naar onze ware menselijkheid en functie, om ons het Leven dat in Adam verloren was gegaan terug te geven, zodat wij in Hem kunnen zijn en Hij in ons. Daarom is de mate waarin Zijn doel met de verlossing in ons vervuld is, ook de
mate waarin wat wij zijn wat Hij is, en is wat wij doen wat Hij doet, en is wat wij zeggen wat Hij zegt. Dit heet heiliging, en het is de hoogste gradatie van Christus' werk van herstel dat in ons leven bereikt wordt. In haar eenvoudige essentie verwijst het woord heiliging naar iets wat op de juiste wijze wordt aangewend; het betekent de vervulling van het plan waar het oorspronkelijk voor bedoeld was. Toen de Here Jezus als Mens op aarde wandelde, bood Hij Zijn lichaam aan de Vader aan, zodat Zijn menselijkheid gebruikt kon worden voor het voorgenomen plan, en dat plan was de demonstratie en uiting van het goddelijke leven — om God de Vader zichtbaar te maken. Voor jou en mij is het niet anders. Wat de Vader voor Jezus in Zijn menselijkheid tijdens Zijn leven op aarde was, dat is wat Jezus is voor ons in onze menselijkheid nu. Net zoals Jezus' menselijkheid ten volle een manifestatie was van de Godheid van de Vader, net zo moet onze menselijkheid nu een volle uitdrukking van de Godheid van de Zoon zijn. Het is een relatie met Jezus die Hem toestaat Zijn Leven door ons heen te leven, zodat wij Zijn werk op Zijn manier doen, wanneer en waar Hij daarom vraagt. Wanneer wij ons als mens op dezelfde manier beschikbaar stellen aan Jezus Christus zoals Jezus Zich als Mens aan de Vader beschikbaar stelde, dan zal Jezus voor ons in onze menselijkheid zijn wat de Vader voor Hem was in Zijn menselijkheid. Dat is het hele christelijke leven in een notendop! Dit is de heiliging die Gods wil is voor jou, zodat onze menselijkheid gebruikt kan worden voor het doel waarvoor God ze geschapen heeft.
Want dit wil God: uw heiliging. 1 Thessalonicenzen 4:3
➸ Wat is het "correcte gebruik" waar jouw eigen leven voor bedoeld is? Wat is Gods wil voor jou? Hoe ga jij dit begrijpen vanuit jouw eigen perspectief? ➸ Heb jij, voor de eerstkomende dagen en momenten, geloof dat de Here Jezus Zijn woorden zal spreken door jouw woorden heen en Zijn daden door jouw daden heen zal doen? Dank Hem, met al je geloof in Hem, voor wat Hij gaat doen. ➸ Hoe kun jij je, in de eerstkomende dagen en momenten, meer volledig beschikbaar stellen aan Christus?
18. God in Actie Zien
Op een dag zag Jezus tijdens een van zijn wandelingen een man "die sedert zijn geboorte blind was." Zijn discipelen zagen de man ook en meteen stelden zij Hem een van hun domme vragen (ik ben altijd bemoedigd als ik ze dat zie doen): "Rabbi, wie heeft er gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind geboren zou worden?" (Johannes 9:1-2) Jezus antwoordde: "Hij heeft niet gezondigd en zijn ouders ook niet" (Johannes 9:3). Natuurlijk zei Jezus niet dat de blinde of zijn ouders geen zondaars waren. Jezus wist heel goed dat "er niemand rechtvaardig is, ook niet één" (Romeinen 3:10). Nee, Jezus zei dat de fysieke handicap van deze man op geen enkele wijze het directe gevolg was van een bepaalde zondige daad, van zijn kant of van de kant van zijn ouders. Natuurlijk bestaat er zoiets als de blijvende schadelijke gevolgen in iemands leven als gevolg van zijn of haar eigen verkeerde en domme daden (geef God daar niet de schuld van), maar het idee dat elke fysieke handicap haar oorsprong vindt in een of andere zondige daad is onzin. Toen gaf Jezus de waarlijk belangrijke reden voor deze man zijn blindheid: " … de werken Gods moesten in hem openbaar worden." (Johannes 9:3) Jezus zei: "Deze man is blind zodat jullie zouden kunnen zien hoe God te werk gaat. Je gaat nu God aan het werk zien; jullie zullen nu Gods daden zien." In aanmerking genomen dat de Here Jezus beloofd heeft ons te zenden zoals de Vader hem gezonden had (Johannes 20:21), zouden jij en ik iets uit dit verhaal moeten leren. Dit voorval toont ons hoe de Here Jezus, als God, te werk zal gaan in ons en de werken Gods zal openbaren. Hoe moeten wij "de werken Gods" omschrijven? Het spreekt voor zich: het werk Gods is God Zelf aan het werk. Als het niet God Zelf is die het werk doet, dan is het geen werk van God. Dit is precies wat Jezus de wereld in Zijn eigen leven op aarde liet zien. Met het verslag in de Schrift van dat leven zegt Hij ons het volgende: "Zoals Ik leef door Mijn Vader en de wereld Mijn Vader aan het werk ziet in Mij, zo zullen ook zij die zich Mij toe-eigenen, zij die binnengaan in een levende en dynamische geloofsrelatie met Mij, de wereld laten zien hoe Ik in hen aan het werk ben." Dus wanneer wij Jezus gadeslaan terwijl Hij in actie is ten aanzien van de blinde man in Johannes 9, zullen wij God in actie zien. Wat zien wij het eerst?
"Nadat Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond" (Johannes 9:6). Hier staan wij met de discipelen te wachten om God in actie te zien, en Jezus spuugt. De Here Jezus heeft een geweldig gevoel voor humor! Van Zijn spuug op de grond maakte Jezus toen slijk, zalfde de man zijn ogen ermee, en zei hem dat hij het moest gaan afwassen. "Hij dan ging weg en waste zich en kwam ziende terug." (Johannes 9:7) Wie genas de blinde? God genas hem! Dit was één van de "krachten, wonderen en tekenen, die God in uw midden door Hem gedaan heeft" (Handelingen 2:22). Jezus stond in Zijn totale menselijkheid tot beschikking van de Vader; Hij werd "vol van de Heilige Geest" (Lukas 4:1), net zoals ons bevolen wordt dat te zijn. (Efeziërs 5:18) Jezus zei: "Ik doe altijd wat Hem behaagt." (Johannes 8:29) Hij zei ons: "Als Mijn Vader door Mijn lippen heen wil preken, dan sta Ik tot Zijn beschikking. Als Mijn Vader iemand uit de dood wil opwekken, dan zal Ik het bevel daartoe geven. Als Mijn Vader op het water wil lopen, dan staan Mijn voeten tot Zijn beschikking. En o, trouwens, als Mijn Vader wil spugen, dan spuug Ik!" Jezus was gewoon een Man Die volledig aan de norm voldeed, en bewoond werd door de Vader. Hij had Zijn Vader volledige voorrang in Zijn leven gegeven om te doen wat Hij graag wilde. Geweldig is dat! Wanneer werd de Here Jezus het meeste vervuld met de Heilige Geest? Dat was te allen tijde, of Hij nu preekte of spoog. Hij stond dag en nacht tot Zijn Vaders beschikking — prekend of spugend. Sta jij tot Christus' beschikking?
God heeft Jezus van Nazareth gezalfd met de Heilige Geest en met kracht. 1 Thessalonicenzen 4:3
➸ Heb jij je lichaam aan de Heer, Die in jou woont, aangeboden zodat Hij Zijn werken in jouw lichaam kan doen? Doe dit vandaag op een nieuwe en zuivere manier.
19. Echte Geestelijkheid
Niet de aard van wat je doet, bepaalt hoe geestelijk een daad is, maar de oorsprong van wat je doet, bepaalt dat. In het leven van de Here Jezus droeg elk moment goddelijke betekenis in zich, omdat alles wat Hij zei, elke stap die Hij zette, van goddelijke oorsprong was. Er was niets in Zijn leven dat niet de activiteit van de Vader in en door de Zoon heen was. Hij leefde drieëndertig jaar van beschikbaarheid aan de Vader, zodat de Vader in en door Hem het programma kon uitvoeren dat tussen de Vader en de Zoon afgesproken en vastgesteld was, nog voordat de wereld geschapen werd. Waarom gaf de Vader alles in handen van de Zoon? Omdat Jezus Christus volledig Mens was, en Hij was volledig Mens omdat Hij volledig beschikbaar was. Voor het eerst sinds Adam in zonde viel, was er op aarde een mens zoals God hem bedoeld had. Welke van Zijn activiteiten was "geestelijker": de Bergrede prediken, Lazarus uit de dood opwekken, of het wassen van de voeten van de discipelen? Het antwoord op deze vraag is natuurlijk dat ze allemaal even geestelijk waren, want zij vonden allemaal hun oorsprong in de Vader, die door de Zoon heen handelde. Daarom kon Jezus zeggen: "Ik doe altijd wat Hem behaagt." (Johannes 8:29) De Here Jezus vatte dit samen in Johannes 14:10, waar staat: "Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken." Met andere woorden: "Ik heb Mijn lichaam aan de Vader, Die in Mij woont, aangeboden, zodat Hij Zijn werken kan doen in Mijn lichaam. Mijn Vader doet Zijn werken door Zijn Geest, Die in Mij woont, en door Zijn Geest heb Ik Mijzelf onberispelijk aan Mijn Vader aangeboden." Alle activiteit van de Here Jezus op aarde als Mens was de Vader Zijn activiteit in de Zoon, door de eeuwige Geest, aangezien Jezus Zijn lichaam aan Zijn Vader aanbood door de Geest. Dit geldt ook voor ons. Onze geestelijkheid is eenvoudig onze beschikbaarheid aan God voor Zijn goddelijke activiteit, en de vorm die deze activiteit aanneemt, doet niet ter zake. Als jij er plezier in hebt altijd en alleen maar te doen wat God fijn vindt … dan kun je doen wat je maar wilt!
Hoe … Jezus van Nazareth … goeddeed … want God was met Hem. 1 Thessalonicenzen 4:3
➸ Hoe begerig ben jij om alles, wat het ook is, te doen wat God behaagt?
20. De Situatie aan de Vader Overlaten
De Here Jezus deed altijd wat Hij deed in de veronderstelling dat de Vader de situatie afhandelde, en Hij zorgde er gewoon voor dat Hij Zijn Vaders instructies gehoorzaamde. Zelfs toen Hij bespot en gefolterd werd, gaf Hij het over in de handen van God. (1 Petrus 2:23) Door deze onderwerping aan Zijn Vader, "leerde Jezus gehoorzaamheid" (Hebreeën 5:8) als Mens en die gehoorzaamheid was totaal: " … Hij heeft Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood." (Filippenzen 2:8) Nu vraagt Hij, als God, hetzelfde van ons. Dit ging de discipelen hun verstand te boven. Er waren tijden dat zij gedacht moeten hebben dat Jezus totaal passief was en dat Hij het probleem niet aanpakte. Het leek dan of Hij geneigd was het uit de hand te laten lopen. Zij moeten zich hebben afgevraagd, Waarom regel Je het niet? Waarom zou Hij geen munt slaan uit Zijn populariteit of aan de politieke touwtjes trekken? Per slot van rekening, geld opent alle deuren en als je een beweging van de grond wilt krijgen, dan is die rijke jongeling toch een aanwinst, maar nee, deze "ging bedroefd heen" (Marcus 10:21-22) nadat Jezus hem zei dat hij al zijn bezittingen moest verkopen en "kom dan, neem het kruis op en volg Mij." (Marcus 10:21-22) Waarom liet Hij, telkens wanneer Hij een of ander opmerkelijk wonder verrichtte en er iemand genezen werd, zulke onmiskenbare kansen op grotere publiciteit liggen en zei Hij dat zij moesten zwijgen? Waarom liet Hij Zich niet gelden, plaatste Hij Zijn persoonlijkheid niet op de voorgrond, buitte Hij Zijn autoriteit niet uit, deed Hij Zijn vijanden niet eens voor altijd versteld staan door een of ander overweldigend bewijs van Zijn goddelijkheid? Waarom liet Hij de mensen niet nadrukkelijk weten wie Hij precies was en waar Hij vandaan kwam? Waarom rechtvaardigde Hij niet op doortastende wijze Zijn bewering dat Hij gelijk was aan de Vader en veegde Hij de vloer niet aan met Zijn vijanden? Waarom die zielige vertoning van zwakheid en die schijnbare dwaasheid? Waarom? "Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen." (1 Korinthiërs 1:25) Daarom " … is Hij gekruisigd door zwakheid" (2 Korinthiërs 13:4). De Here Jezus kon het Zich permitteren zwak te zijn; Hij kon het zich permitteren dom te lijken in de ogen van dwaze, zondige mensen; Hij kon het Zich permitteren bespot en beschimpt en bespuugd te worden, omdat Hij wist dat Hij door de Vader gezonden was, en dat Hij Zijn Geest in de handen van Zijn Vader had bevolen,
niet alleen in Zijn dood maar heel Zijn leven lang. Jezus kon het Zich permitteren gehoorzaam te zijn, omdat Hij wist dat Iemand anders de gevolgen afhandelde: "Want hoewel Hij gekruisigd is door zwakheid, leeft Hij toch door de kracht van God." (2 Korinthiërs 13:4) De opgewekte Christus leeft nu om Zijn leven in jou voort te zetten. Als jij nog steeds niet bereid bent om te doen wat je gezegd wordt, hoe zwak of dwaas je er misschien ook door moge lijken, dan is wat het ook is dat jij gelooft over de opstanding van Jezus Christus, nog steeds theorie. Dan ben je nog steeds niet binnengegaan in het nut ervan. Wanneer het aankomt op het punt van gehoorzaamheid aan Gods duidelijke instructies, doen, door het Leven van Jezus Christus in jou, de menselijke omstandigheden niet ter zake; want als je nu deelt in Zijn Leven, zoals Hij eens op aarde deelde in het Leven van Zijn Vader, dan weet je, net zoals Jezus, dat Iemand anders de gevolgen afhandelt. Hier bedoel ik niet mee dat Gods doelstellingen in het licht van menselijke omstandigheden altijd onlogisch zijn, en ook niet dat er een bepaalde verdienste ligt in zonderling of onbezonnen gedrag. Waar ik op aandring is dat je zalig onverschillig wordt ten aanzien van de druk van de omstandigheden, zodat ze geen maatstaf meer zijn voor de beslissingen die je neemt. Je doet wat je opgedragen wordt, of Gods opdrachten nu met de situatie van het moment verenigbaar lijken te zijn of niet, en je laat het aan God over om Zich van blaam te zuiveren en die onderneming, waar je op Zijn bevel aan begonnen bent, te rechtvaardigen. Jij hoeft niet Zijn plannen met jou te kennen … jij hoeft alleen maar Hem te kennen.
… wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig. 2 Korinthiërs 12:10
➸ Ben jij volledig bereid te doen wat God je zegt dat je doen moet? ➸ Merk jij, tijdens je voorbereiding om Gods wil te doen, dat je heerlijk afstand gedaan hebt van de druk van de omstandigheden, zodat die druk niet meer het criterium is voor de beslissingen die je neemt? ➸ Waarom kun je je veroorloven "zwak" of "dom" te lijken in de ogen van anderen, terwijl je de wil van de Heer gehoorzaamt?
21. Uitzonderlijk en Buitengewoon
Stel je eens het volgende tafereel voor: Eerst geroffel op de deur. Klop, klop, klop, klop. "Binnen." Een man opent de deur, zet één stap naar binnen, knikt en zegt: "Dank u. Zo laat nog op?" "Ja, natuurlijk," zegt de Here Jezus. "Ik zat op je te wachten." "Hoe bedoelt U? Hoe kon U weten dat ik midden in de nacht op komst was?" "Jij bent voor Mij geen vreemde," antwoordt Jezus, "ook al ben Ik een vreemde voor jou. Kom binnen, Nicodemus, en ga zitten." Het evangelie van Johannes vertelt ons dat Nicodemus 's nachts naar Jezus kwam en aldus sprak: "Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is." (Johannes 3:2) Hij zei: "Meester, U bent uitzonderlijk. U bent buitengewoon. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de enige mogelijke verklaring voor wat U doet en wat U zegt, God Zelf is." Ik stel mij zo voor dat Jezus als volgt antwoordde: "Je hebt volkomen gelijk, Nicodemus. Er is geen andere verklaring voor wat Ik doe en wat Ik zeg, behalve God. Maar begrijp Mij alsjeblieft niet verkeerd, Nicodemus. Dit is waar, niet omdat Ik God ben, ook al ben Ik God, maar omdat Ik ervoor gekozen heb als Mens te leven zoals God de mens geschapen heeft. Ik stel heel Mijn menselijkheid aan Mijn Vader ter beschikking. Ik sta tot Zijn beschikking in lichaam, geest en ziel — in Mijn denken, emoties en wil. "Je hebt gelijk, Nicodemus. Ik ben uitzonderlijk. Om je de waarheid te zeggen, Ik ben de uitzondering. "Je hebt ook gelijk wanneer je zegt dat ik buitengewoon ben, maar ik zal je eens wat zeggen: Hoe gewoon iemand ook moge zijn, stop God in die persoon, en het gewone wordt buitengewoon." Dit alles zou voor Nicodemus verbazingwekkend nieuws zijn. Deze man, die 's nachts naar Jezus kwam, was oprecht en diep religieus, maar hij was ook een
gevallen mens, en dus liet Jezus hem weten dat religie hem niet kon redden: "Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien." (Johannes 3:3) Nicodemus was wel een leider onder de Farizeeën, maar in zijn meelijwekkende onwetendheid had hij een groot probleem, en velen onder de hooggeplaatsten in de kerken van vandaag de dag hebben dat probleem ook. Hij begreep niet echt waarom en hoe God de mens ontworpen had om te functioneren, en evenmin wat er mis gegaan was. In plaats daarvan was Nicodemus op religieus gebied gedresseerd om zich aan te passen aan bepaalde religieuze manieren van denken en handelen. Hij had vrome taal … maar geen Leven; ritueel … maar geen realiteit. Hij had niet meer dan een steriele religie, een triest surrogaat voor het echte. Het echte, zoals Jezus Nicodemus vertelde, is "wat uit de Geest geboren is" (Johannes 3:6). De Heilige Geest geeft ons het echte terug en verbindt ons ermee: de realiteit van de menselijkheid zoals God die bedoeld had. De allereenvoudigste verklaring en definitie van de persoon van de Heilige Geest is: Door de Heilige Geest kan de mens zich beschikbaar stellen aan God, en door de Heilige Geest is God bereid Zich beschikbaar te stellen aan de mens. De Geest wordt de tussenpersoon voor een wederzijdse onderlinge beschikbaarheid: Alles wat er bestaat van God is beschikbaar voor elke mens die beschikbaar is voor alles wat er van God bestaat, en de Heilige Geest brengt ons in onze realiteit binnen. Het geloof waardoor wij aanspraak maken op de verlossing door het bloed van Christus is precies het geloof waardoor wij de Heilige Geest ontvangen, en wij mogen niet de ene ontvangen zonder de andere. Wanneer je in geloof op de verlossing en de vergeving van je zonden aanspraak maakt door het bloed van Christus, dat plaatsvervangend voor jou is vergoten, is God in staat Zijn Heilige Geest in jouw geest te zenden. Ons lichaam is ontworpen als tempel van de levende God, en het bijzondere werk van de Heilige Geest in jouw en mijn leven is dit lichaam opnieuw te vullen met Zijn heerlijkheid, en het te reinigen om het te gebruiken als wapen van de gerechtigheid.
… wordt vervuld met de Geest, … dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles. Efeziërs 5:18, 20
➸ Neem de tijd om de levende God te danken voor het speciale werk van Zijn Heilige Geest bij het opnieuw vullen van jouw lichaam met Zijn heerlijkheid, en het reinigen van je lichaam voor Zijn gebruik als een wapen van de gerechtigheid.
22. Heel de Waarheid
Waarheid is tijdloos. Waarheid was toen waar en is nu waar en zal altijd waar zijn, omdat waarheid niet een leerstelling is of een geloofsbelijdenis. Waarheid is een Persoon. De Here Jezus heeft gezegd: "Ik ben … de waarheid … ." (Johannes 14:6) Waarheid is niet slechts een theologie, de bestudering van God, maar een theocratie — door God geregeerd worden. Dit betekent dat er voor jou en mij geen beslissingen zijn die genomen moeten worden, maar alleen instructies om te gehoorzamen. Jezus Christus Zelf is het laatste woord op het gebied van de uitleg van elke waarheid. Hij is alles wat wij over God dienen te weten, en Hij is alles wat wij dienen te weten over de mens. Als de waarheid over de mens demonstreert Hij aan ons (door de manier waarop Hij toen in Zijn relatie met de Vader leefde) precies hoe wij nu in onze relatie met Christus moeten leven, als wij er tenminste voor gekozen hebben Adam los te laten en in Christus binnen te stappen om hersteld te worden, zodat wij kunnen functioneren door Hem toe te staan om door ons heen te leven. Daarom moeten wij onze blik voortdurend vestigen op de persoon van de Here Jezus Zelf. Hij was in het begin bij God, en was God, en is God, en alle dingen werden door Hem, als het Scheppende Woord, gemaakt. Maar toen Hij naar deze aarde kwam, werd Hij Mens in de volste zin van het woord, Mens zoals God de mens bedoeld had. Hij gedroeg Zich zoals God bedoeld had dat de mens zich zou gedragen, door van dag tot dag te wandelen in die relatie met de Vader, waarvan God altijd bedoeld had dat die tussen de mens en Hemzelf zou bestaan. "Ik ben de weg en de waarheid en het leven" (Johannes 14:6). Toen Jezus zei: "Ik ben de weg," zei Hij ons: "Ik ben hoe jij een christen kunt worden, want Ik ben voor jou gestorven." Toen Hij zei: "Ik ben het leven," zei Hij ons: "Ik ben hoe jij de christen kunt zijn die je geworden bent." Jezus is de Waarheid over de Weg en Hij is de Waarheid over het Leven. In al Zijn bezigheden, in al Zijn reacties, bij elke stap die Hij zette, bij elk woord dat Hij sprak, bij elke beslissing die Hij nam, deed Hij dat als Mens, ook al was Hij God. Hij wist dat Hem in Zijn perfectie als Mens door de Vader alles toegekend was wat God oorspronkelijk aan de mens had willen toekennen, en wel "alle dingen" (Johannes 16:15, Romeinen 8:32; 1 Korinthiërs 3:21). Met andere
woorden, een functionerende mens doet een onbeperkte aanspraak gelden op de onuitputtelijke voorziening van de Godheid. Jezus Christus was een Volmaakte Mens, totaal, onverminderd en onvoorwaardelijk beschikbaar, en daarom stonden Hem "alle dingen" ter beschikking: "Alles wat de Vader heeft, is het Mijne" (Johannes 16:15) Dit is de Christus, de geweldige Redder die Paulus zo absoluut vastberaden was te leren kennen, toen hij zei: "om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden." (Filippenzen 3:10) Paulus' hoogste ambitie was niet om meer technieken en werkmethodes voor de bediening te leren, of nieuwe inzichtelijke psychologische oplossingen voor menselijke problemen te kennen, maar Jezus Christus te kennen en de onmetelijke kracht die voortvloeit uit Zijn opstanding. Paulus hield ook de blik gericht op het beloofde resultaat van dit intieme kennen van Christus en het Opstandingsleven dat in Hem woonde: "of ik … zou mogen komen tot de opstanding uit de doden." Door in ons te wonen tilt de opgestane Heer, onze Schepper-Verlosser, ons boven de dood uit, nog terwijl wij in het lichaam zijn, omdat wij in Zijn leven delen. God wil dat wij allemaal weten waar Paulus zo naar verlangde om het te weten. Hij wil dat wij kennen " … wat de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht, die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten" (Efeziërs 1:19-20).
… de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. Johannes 1:17
➸ Hoe heb jij gemerkt dat Gods machtige kracht binnen in jou "onmetelijk en allesovertreffend" is, zoals Paulus dat merkte? ➸ Ben jij totaal vastbesloten Christus te kennen zoals Paulus — zodat je Hem steeds beter en intiemer leert kennen?
23. Gods DNA
De Here Jezus, als de ware Zoon van God, werd op wonderbaarlijke wijze in de schoot van Maria ontvangen, en Hij werd volkomen geboren met het DNA van de Vader — de Goddelijke Natuur uit den Hoge. "Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk." (Kolossenzen 2:9) De ware gelovige in Christus deelt nu in hetzelfde DNA, diezelfde volkomenheid: "En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het Hoofd is van iedere overheid en macht." (Kolossenzen 2:10) Wat een geweldig geboorterecht hebben wij in Christus! Door Gods "kostbare en zeer grote beloften" (2 Petrus 1:4) ontkomen wij niet alleen aan "het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst" maar krijgen wij ook "deel … aan de goddelijke natuur." (2 Petrus 1:4) Het was Gods oorspronkelijk voornemen dat elke mens door de inwoning van de Geest van Christus ten volle Zijn Leven zou ervaren en deelgenoot zou worden van de goddelijke natuur. Wanneer dit geestelijk binnen in jouw ziel vast is komen te staan, betekent dat niet alleen dat de Here Jezus Christus door Zijn Heilige Geest binnen in jouw menselijke geest leeft, maar nu beheerst Hij ook jouw denken, jouw emoties en jouw wil. Met alles wat jij doet en zegt en bent, worden Zijn Leven en gelijkenis door jou heen tot uitdrukking gebracht. Mensen om jou heen worden zich bewust van het feit dat jij, ofschoon zij het misschien niet begrijpen, door iets wat God Zelf gedaan heeft, deel hebt gekregen aan alles wat Hij is.
… en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht. … daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt. Kolossenzen 2:10, 12
➸ In welke mate laat jij de Here Jezus door Zijn Heilige Geest bepalen wat je denkt en hoe je je voelt en wat je wil?
➸ Worden de mensen om jou heen zich er steeds meer bewust dat jij deel hebt aan de goddelijke natuur?
24. Die Blik van Vertrouwen
Er spreekt een bijna beangstigende autoriteit uit de blik van een rustig, onbevreesd vertrouwen op het aangezicht van iemand die weet, dat hij recht staat voor God en vrede met Hem heeft. Het gezicht van Stefanus, de eerste martelaar, straalde dit uit toen de oversten in Jeruzalem hem op valse beschuldigingen voor de rechter sleepten: " … allen die in de Raad zaten, hielden hun ogen op hem gericht en zagen zijn gezicht als het gezicht van een engel." (Handelingen 6:15) Stefanus stelde hun schuld aan de kaak zonder een zweem van verontschuldiging, zonder de minste vrees: "Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij." (Handelingen 7:54) Toen zij dit hoorden " … sneed het hun door het hart en zij knersten de tanden tegen hem." (Handelingen 7:54) Het was deze blik op het gezicht van de Here Jezus Christus die, misschien meer dan al het andere, Herodes en Pontius Pilatus beangstigde op die dag toen Jezus bij hun terecht stond, en zij zwichtten voor valse beschuldigingen en het geroep van de menigte om Hem te kruisigen. Een slecht geweten voelt zich altijd ongemakkelijk in de tegenwoordigheid van de waarheid. Je kunt de waarheid een kogel door het hoofd schieten wanneer zij jou rustig aankijkt, maar ze zal niet door de kogel ten onder gaan. Het was niet de waarheid die bloedend en stervend op de grond lag op de dag dat Stefanus dood gestenigd werd; en ook was het niet de waarheid die aan een kruis hing om in een graf begraven te worden, waar de zonde veroordeeld werd en over satan zelf vonnis geveld en hij verslagen werd. Dat is de reden waarom jij nu vrede met God kunt hebben, en die vrede genieten die jou dat gevoel van rustig, onverschrokken vertrouwen geeft, een vertrouwen dat alleen van God komt, door jouw vertrouwen in Hem. Paulus kon zeggen: "Zulk een vertrouwen hebben wij door Christus op God." (2 Korinthiërs 3:4) Het was een blijvend vertrouwen, ondanks Paulus' vele beproevingen. Misschien kun jij je persoonlijk identificeren met wat Paulus bedoelde toen hij zei: " … bovenmate en boven vermogen hebben wij een zware last te dragen gehad, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten." (2 Korinthiërs 1:8) Zo ja, ben je toen verder gegaan, zoals Paulus, om God te kennen als Degene die overweldigend toereikend is in de meest hopeloze situatie? " … ja," zo ging Paulus verder, "voor eigen besef achtten wij ons als ter dood verwezen, opdat wij niet op onszelf vertrouwen zouden stellen, maar op God, die de doden opwekt. En Hij heeft ons uit zulk een groot doodsgevaar verlost … ." (2 Korinthiërs 1:9-10)
Paulus vertrouwde op alles wat God is, want God kan zelfs de doden opwekken. Paulus kende deze waarheid: Alles wat God is … is beschikbaar voor hem die zelf open staat voor alles wat God is.
God … heeft ons de Geest tot onderpand gegeven … . Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed … . 2 Korinthiërs 5:5-6
➸ Hoe solide is jouw niveau van vrede en vertrouwen dezer dagen? ➸ Heb jij, toen je oog in oog stond met wat een hopeloze situatie leek, geleerd hoe overweldigend toereikend God is?
25. Voorbij de Noodzakelijke Stilte
Er waren tijden dat Jezus het nodig achtte Zijn discipelen het zwijgen op te leggen om te verhinderen dat zij anderen over Hem zouden vertellen — omdat zij niet genoeg wisten om verstandig te praten. Zelfs toen Petrus beleed: "U bent de Christus, de Zoon van de levende God." (Mattheüs 16:16), lezen wij: "Toen verbood Hij Zijn discipelen dat zij tegen iemand zouden zeggen dat Hij Jezus, de Christus, was." (Mattheüs 16:20) Later, toen Jezus en drie van Zijn discipelen van de berg afdaalden waar zij Zijn heerlijkheid gezien hadden, zei Hij hun opnieuw: "Vertel niemand van wat u gezien hebt, totdat de Zoon des mensen opgewekt is uit de doden." (Mattheüs 17:9) Behalve als jij Jezus kent als de opgestane, levende, en inwonende Verlosser, als een realiteit in je eigen hart en leven op dit moment, wil Jezus dat je je mond houdt, omdat je niet genoeg weet dat de moeite waard is om te zeggen. God wil dat je deze realiteit kent, die de moeite waard is om erover te spreken, dat je Hem voor jezelf op een nieuwe en spannende manier kent. Dan is het leven het avontuur geworden dat God bedoeld heeft. Dood voor jezelf en springlevend voor God, zul je delen in het Leven van Jezus Christus en in Zijn overwinning, ook al word je door duizend verzoekingen bestookt. Dan zul je ook delen in Christus' mededogen voor de verlorenen en voor God bruikbaar worden ten dienste van de mensheid. Het zal de vurige hartstocht van je ziel worden Christus beter te kennen en Hem bekend te maken. Je zult je herinneren hoe het uur kwam toen er, in de zondeloosheid van Christus' menselijkheid, waarin Hij de onschuld van de Adam van vóór de zondeval demonstreerde, de schuld van een heel ras van gevallen mensen op Hem gelegd werd: "Ik ga sterven, Vader, voor hun, zodat Wij, zonder de gerechtigheid van een heilige God geweld aan te doen, de mensheid het Leven kunnen teruggeven, dat verloren was gegaan op de dag dat Adam viel — het Leven van God. Wij kunnen ze weer inspireren en weer doen functioneren." Toen de Here Jezus voor jouw stierf, betaalde Hij niet alleen de prijs voor jouw verlossing, maar jouw Adamsnatuur — die oude zondige natuur die jouw ziel zo lang gedomineerd heeft en al je hoop heeft verijdeld — werd met Hem geïdentificeerd en aan Zijn kruis genageld. Dit is iets wat God wil dat je het weet: "Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen." (Romeinen 6:6)
Hij droeg onze zonden in Zijn eigen lichaam op het hout. Hij leed, de Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen. Toen stond Hij op uit de dood, omdat de reden voor Zijn dood was dat wij zouden delen in Zijn opstanding. Christus gaf Zichzelf voor ons om Zich te geven aan ons. Zijn tegenwoordigheid plaatst God terug in de mens. Hij kwam opdat wij Leven zouden hebben — Gods Leven. In de jaren voorafgaand aan Zijn dood was het leven dat Jezus leefde zondeloos, volledig, volmaakt en prachtig. Was dat dan alles wat Jezus kwam doen — ons enkel een prachtig voorbeeld geven dat wij moesten nastreven? Zei Hij: "Hou je oog op Mij gericht en doe je best om het bij te benen"? Nee. Dat zou een zinloze boodschap zijn geweest. Het had ons niets dan wanhoop gebracht. Het is niet een kwestie van ons best doen voor Hem, maar van Christus Die Zijn beste is in ons. Alles wat Hij is in alles wat wij zijn! Meer kunnen wij nooit hebben … en nooit hoeven wij het met minder te stellen. Ontvang alleen en zeg: "Dank U!" Dit is het goede nieuws dat wij te vertellen hebben.
… het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard … . 1 Johannes 1:2
➸ Ken jij genoeg van de levende en inwonende tegenwoordigheid van de opgestane Jezus om erover te kunnen spreken? ➸ Ben jij vurig gepassioneerd om Christus te kennen en Hem te verkondigen?
26. Het door God gegeven Leven
God wil dat je een heerlijke ontdekking doet, een ontdekking die absoluut fundamenteel is voor een intelligent begrip van het christelijke leven. Deze ontdekking is niet alleen verzadigd van troost en bemoediging voor je ziel, maar ook erop berekend om jou vrij te maken van het hartzeer, de frustratie en de wanhoop die het lot zijn van oprechte christenen, die met ernstige pogingen God proberen te behagen in de kracht van het vlees. Het is niet een kwestie van verbetering of hervormd worden, maar van vervanging: het ontvangen van het door God gegeven Leven, een leven waar wij God niets in ruil voor kunnen teruggeven. God zegt ons dat het oude Adamsleven binnen in jou, dat "het vlees" genoemd wordt, niets in zich heeft dat gered kan worden. Het is reddeloos verloren. Dit was Paulus' overtuiging: "Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet." (Romeinen 7:18) Het is voor jouw geestelijk welzijn absoluut noodzakelijk dat je inziet, dat die oude natuur nooit van aard zal veranderen. Alle slechtheid waar die natuur vandaag toe in staat is, daar zal die morgen toe in staat zijn, en ook over vijftig jaar, als jij dan nog leeft. Het vlees dat er dan in jou zit, zal net zo slecht zijn als je vlees van vandaag, en er zit totaal niets in wat gered kan worden. Wat een opluchting moet het voor je zijn te ontdekken dat God, van al je pogingen om het vlees in te voeren in het dienen van Jezus Christus, en bij al je pijnlijke ondernemingen om het in te leiden in goddelijke principes van leven en gedrag, nooit iets anders van je heeft verwacht dan de hopeloze mislukking die je tot nu toe geweest bent! Je hebt geprobeerd te doen wat onmogelijk is! De christenen in Galatië hadden dezelfde fout gemaakt, want zij hadden geprobeerd heiligheid te bereiken in eigen kracht. Zij probeerden zich te onderwerpen aan regels en verordeningen, die hun werden opgelegd door wettische mensen, die wilden roemen op hun gehoorzaamheid aan Joodse gebruiken. Uiterlijke vorm en rituele gedragspatronen waren een vervanging geworden voor de spontane uiting van het inwonende Leven van Christus.
Dus sprak Paulus hen aan als "arme en domme en onnadenkende en onzinnige en onverstandige Galaten!" (Amplified Bible) Hij vroeg ze: "Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof? Bent u zo dwaas? U die met de Geest begonnen bent, gaat u nu eindigen met het vlees?" (Galaten 3:1-3) Het vlees in jou is er nooit mee opgehouden van de zonde te houden, en dat zal het ook nooit doen. Bij de geringste gelegenheid zal het altijd zijn ontaarding en verdorvenheid tonen. Daarom hebben de godvruchtigste mensen nog steeds het verborgen potentieel in zich tot het meest verschrikkelijke kwaad. Het zijn de godvruchtigste mensen die dat het beste weten, want juist de erkenning van dit feit is het geheim van hun godsvrucht. Zij hebben geleerd, vaak door bittere ervaring, dat hun natuur niet verandert ten goede door het vlees te verbeteren, maar alleen als zij het laten vervangen door de Heilige Geest. Enkel de Heilige Geest kan de verderfelijke lusten ervan buiten werking stellen. "Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het … ." (Jeremia 17:9) Wees daarom overtuigd van de slechtheid van je eigen hart, en belijd het nederig voor Gods aangezicht. Wees nooit gechoqueerd of met wanhoop vervuld door het verbazingwekkend vermogen tot zonde dat in je ligt, want dat is je aard. Pas wanneer je eerlijk genoeg bent om deze feiten onder ogen te zien, zul je enerzijds een beeld hebben van datgene waarvoor de Here Jezus Christus in de wereld kwam om het voor je te doen; en anderzijds zul je het verlangen hebben om het door Hem te laten doen!
Christus … Die ons leven is … . Kolossenzen 3:4
➸ Op wat voor manieren heb jij geprobeerd het onmogelijke te doen door te trachten de energie van het vlees aan te wenden in de dienst aan Christus? ➸ Heb jij ten volle erkend het feit dat jouw vlees nooit verbeterd of hervormd zal worden, en nooit zal ophouden van de zonde te houden? ➸ Ken jij de waarheid dat je nog steeds, sluimerend in jou, het verschrikkelijkste potentieel hebt tot het kwade? Indien dat zo is, belijd dit dan aan God in een vernieuwde waardering voor Zijn geschenk aan jou van de gerechtigheid in Jezus Christus.
27. Het Eindproduct van Ware Evangelisatie
Het einddoel van evangelisatie is niet slechts om jou de hel uit en de hemel in te halen, maar om God uit de hemel bij jou naar binnen te halen, zodat Christus, Die in je hart leeft, God weer in de openheid naar buiten kan brengen waar Hij gezien kan worden. Dit is wat glorie brengt aan God. Dit gebeurt wanneer wij bereid zijn onszelf met Christus te identificeren in Zijn dood en te delen in Zijn opstandingsleven: Jij erkent als verloste zondaar dat Jezus verrezen is uit de dood en gekomen is om jouw menselijkheid weer in bezit te nemen, zodat jij Hem alles wat jij bent ter beschikking kunt stellen. Anderen die naar jou kijken, zien dan hoe Hij Zich gedraagt, net zoals mensen naar Jezus keken en het gedrag van de Vader zagen. Dit is het evangelie. Wat is dan het uiteindelijke eindproduct wanneer wij dit evangelie gehoorzamen en het goede ontvangen van datgene wat ons in Christus geschonken is met als doel om ons de ware functie als menselijke wezens terug te geven? God heeft ons voorbestemd tot "gelijkvormigheid aan het beeld van Zijn Zoon" (Romeinen 8:29). Daarom, wanneer jij ten volle geëvangeliseerd bent en mensen naar jou kijken, moeten zij het beeld zien van de Here Jezus Christus. Dit is wat God altijd voor ons in petto heeft gehad, van het begin der eeuwen af aan. Daarom is Jezus het eindproduct van evangelisatie — Zijn Leven inwonend in jou is precies wat God in gedachten had, toen Hij Zijn Zoon zond om jou te verlossen en te verzoenen met een heilige God. Hij stuurde Zijn Zoon niet slechts om jou en mij uit de hel en in de hemel te krijgen, maar om de God van de hemel bij jou en mij naar binnen te krijgen, zodat Christus in ons hart zou wonen en onze hoop zou zijn om God weer in de openheid naar buiten te brengen waar Hij gezien kan worden, tot Zijn verheerlijking! Wij identificeren ons met Hem en zeggen, zoals Paulus in Galaten 2:20: "Met Christus ben ik gekruisigd," en wij delen in Zijn opstanding, net zoals Paulus voortging met in hetzelfde vers uit te leggen: "Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij" — niet ik, maar Christus. Paulus zegt: "Ik ben een verloste zondaar, en de opgestane Jezus is gekomen om mijn menselijkheid weer in bezit te nemen, zodat Hij met mijn handen kan dienen, met mijn voeten kan wandelen, met mijn lippen kan spreken, met mijn ogen kan zien, met mijn oren kan horen, met mijn denken
kan nadenken, met mijn hart kan liefhebben, zodat het leven voor mij nu Christus is. (Filippenzen 1:21) Het is mijn voorrecht als vergeven zondaar mijn menselijkheid aan Hem ter beschikking te stellen, zodat anderen zullen zien hoe Hij Zich gedraagt, net zoals de mensen die Jezus zagen, het gedrag van de Vader zagen." Dit is het evangelie zoals wij het moeten begrijpen, omdat de Here Jezus zei: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u." (Johannes 20:21) — Hij zendt ons op dezelfde voorwaarden en met hetzelfde doel. Hij is de Zender, en wij zijn de gezondenen, en om deze reden is de enige autoriteit die jij en ik met recht kunnen uitoefenen, op welk gebied van het leven dan ook, de autoriteit die voortvloeit uit onze onderwerping aan Zijn autoriteit.
Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. Johannes 20:21
➸ Sta jij de Here Jezus toe met jouw handen te dienen? En hoe dan? ➸ Kun je Hem toestaan met jouw voeten te wandelen? Hoe? ➸ Hoe kun je Hem toestaan met jouw lippen te spreken? ➸ Laat jij Hem kijken met jouw ogen? En hoe? ➸ Als Hij met jouw oren wil horen, laat jij Hem dat toe? ➸ Stel, Hij wil met jouw denken nadenken? Kan Hij dat dan? Hoe dan wel? ➸ Hij wil met jouw hart liefhebben. Hoe kun je Hem dat laten doen?
28. Hoe Hij Ons Rust Geeft
Stel dat jij een gat aan het graven was, en ik bood aan je wat rust te gunnen? Hoe zou ik dat doen? Terwijl jij doorging met scheppen, zou ik je een suggestie kunnen toeroepen, zoals: "Probeer eens de grond over je linker- in plaats van je rechterschouder te gooien." Ik zou een lied kunnen zingen over graven, of de laatste filosofische opvattingen die ermee te maken hebben, kunnen bespreken. Zou je daarvan rust krijgen? Nee, je zou er eerder een hartaanval van krijgen! En toch lijkt dat veel op de aanpak van het Christendom van vandaag om worstelende gelovigen rust te geven, en allemaal tevergeefs. Hoe zou ik je echt rust kunnen geven terwijl jij in die put staat te graven? Er is duidelijk maar één manier: jij moet uit die put en mij erin laten. Jij moet de schop laten vallen en hem door mij laten oppakken. Jij moet ophouden en het mij laten overnemen. Jij moet uit dat gat in de grond, zodat ik erin kan. Dat is de manier waarop de Here Jezus jou en mij rust wil geven. "Kom naar Mij toe," zegt Hij, "allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven." (Mattheüs 11:28) Dit is Zijn aanbod. Hij zegt tegen ons: "Kom eruit en laat Mij erin. Ontruim en laat Mij innemen. Laat die schop vallen, en laat Mij graven!" Dit is wat er gebeurt als je Christus op Zijn woord neemt, wanneer je naar Hem toe komt en zegt: "Here Jezus, ik wil het soort rust dat alleen U kunt geven." Jij gaat met een buiging weg en laat Hem met een buiging binnen. Bij ware bekering zeg jij: "Here Jezus, ik kan het niet, en U heeft nooit gezegd dat ik het kon. U heeft nooit van mij verwacht dat ik het alleen zou doen. Het enige wat U van mij verwachtte, los van U Die Uw leven met mij deelt, was de mislukking die ik op eigen kracht geweest ben. "Het is waar: ik kan het niet — maar in oprecht vertrouwen erken ik dat U het wel kunt! Daarom zal ik wat ik weet en waar ik van overtuigd ben, omzetten in geloof, en ik zal het door U laten doen. Ik zal uit dit gat stappen en U erin laten. Ik ontruim zodat U erin kunt. Ik laat de schop vallen zodat U hem kunt oprapen." Wat een opluchting is het dit te weten èn te doen! Wat gebeurt er dan? Nadat jij eruit bent gestapt, het is niet te geloven, neemt de Heer inderdaad in bezit. Hij maakt jouw stoutste dromen waar. Eindelijk ontdek je
dat God het aankan. Je hart is vol vreugde, en deze ervaring schraagt je geloof voor de volgende situatie die zich voordoet, wanneer je je nood aan Hem inziet, jouw nood aan Zijn rust en verlichting van je eigen incompetente inspanning. Dan, wanneer de volgende test komt en je begint je weer moe en belast te voelen, kun je zeggen: "Here Jezus, dank U wel voor wat U de vorige keer gedaan heeft. Het was fantastisch. Het ging mij te boven en ik zag geen mogelijke oplossing voor het probleem waar ik voor stond, maar U kwam geweldig over de brug. Maar de situatie waar ik nu in zit, is tien keer zo erg, maar dat is spannend, Here Jezus, want dit geeft U tien keer meer de kans om te demonstreren dat U als God nooit tekortschiet. Dus dank ik U, want ik klim eruit en laat U erin." Tot je verbazing handelt Hij op Zijn eigen manier en tijd de situatie geweldig af. Je hebt geleerd te wandelen door geloof, en elke nieuwe ervaring van Zijn toereikendheid schraagt jouw vertrouwen, naarmate je steeds meer van Zijn genade ontvangt. Zo leren wij te groeien in genade.
Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel. Mattheüs 11:29
➸ Op welke gebieden waar jij je inspant, moet je het aan Christus overlaten? ➸ Hoe heb je ontdekt dat de Heer het werk van jouw leven te runnen aankan, wanneer je Hem in geloof vertrouwt? ➸ Wat voor groei zie je in je vertrouwen en in je geloof in Christus?
29. Ware Rust
Christelijke rust is geen passiviteit. Christelijke rust is: rusten terwijl Hij de last draagt. Sommige mensen denken dat als je zelf met een buiging van het toneel verdwijnt en Jezus met een buiging binnenhaalt, als je sterft voor eigen inspanning en het door God laat doen, dat dat passiviteit is. Wel, het is alleen passiviteit als je God als passief beschouwt, en alleen als je de Here Jezus als een zwakkeling ziet die Zijn eigen Koninkrijk niet als Koning kan runnen, en dat is natuurlijk godslasterlijk. Als ik denk dat, wanneer ik een stap opzij zet en het door God laat afhandelen, er dan niets gebeurt, dan wil dat alleen zeggen dat ik niet echt in God geloof of in Jezus Christus' kundigheid. Dan veronderstel ik dat, als ik er niet was die het werk doet en God aan de bak houdt, Hij er slecht aan toe zou zijn. Dat is de enige logische conclusie die wij kunnen trekken wanneer iemand veronderstelt: "Als ik het door Jezus laat doen, dan gebeurt er niets." Als je echt ontspannen bent in de Heer en Zijn ware rust ervaart, dan is er bijna altijd meer activiteit dan wij anders zouden zien. Dat is omdat Christus dan in actie is, en jij in je menselijkheid slechts de bekleding van Zijn goddelijke activiteit bent. Dit is de rust van het geloof. Jij ontspant je, bijna als een toeschouwer, behalve dat het jouw handen zijn waar Hij mee aan het werk is, jouw lippen waar Hij mee spreekt, jouw ogen waar Hij de nood mee ziet, jouw oren waarmee hij het roepen hoort, en jouw hart waarmee Hij van de verlorenen houdt. "Los laten en God laten" is geen passiviteit, maar Christus' activiteit — God in actie, Die goddelijke doelstellingen verwezenlijkt door menselijke persoonlijkheden heen. Dit verlaagt nooit onze status of waarde, maar geeft ons het kaliber van een koning: " … zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, zullen in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus." (Romeinen 5:17) Dit is niet een of andere automatische, zondeloze volmaaktheid. Want alleen jouw geloof en jouw gehoorzaamheid staan Christus toe nu in jou te zijn wat Hij toen was (volmaakt!), en jij zult slechts zijn wat Hij toen was in de mate waarin jij Hem toestaat in jou te zijn wat Hij nu is (volmaakt!).
Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel. Mattheüs 11:29
➸ Hoe zou je de ware Bijbelse betekenis uitleggen van te sterven aan eigen inspanning en God toe te staan te werken? ➸ Hoe zou je beschrijven wat het werkelijk betekent rust in Jezus Christus te ervaren?
30. Jouw Leven is een Wonder
Het ware leven van een echte christen is wonderbaarlijk. Wat bepaalt of iets een wonder is? Een wonder is iets wat gebeurt waarvoor geen enkele andere verklaring is behalve God. De Here Jezus Christus openbaart ons dat ons christelijk leven, als het echt is, niet verklaard kan worden los van God. Hij zegt over ons: " … zonder Mij kunt u niets doen" (Johannes 15:5), zoals Hij van Zichzelf zei: "Ik kan van Mijzelf niets doen." (Johannes 5:30) Wat Hij van jou verwacht is niet het wereldschokkende of het opvallende, maar gewoon het wonderbaarlijke, hetgeen jij ervaart door geloof. Hoe wandel je door geloof? Door elke nieuwe situatie bekend te maken aan de Here Jezus Die, als God, in jou leeft door de Heilige Geest. Niets wereldschokkends, niets opvallends, maak elke situatie aan Christus bekend: elk dreigement, elke belofte, gelegenheid, verantwoordelijkheid, elk probleem, wat het ook is. Zet een stap achteruit en zeg: "Dank U voor dit alles, Here Jezus. Dank U voor wat U zult doen zodat ik op wonderbaarlijke wijze kan leven. U heeft op mij gewacht tot ik beschikbaar ben, zodat U Uw Leven door mij heen kunt leven, want anders zou dit voor mij totaal onmogelijk zijn." Als je zo dankt, dan is dat het bewijs van waar geloof. De Here Jezus Christus eist het gebruik van jouw lichaam, jouw hele wezen, jouw complete persoonlijkheid op, zodat, naarmate jij je aan Hem door de eeuwige Geest geeft, Hij Zichzelf aan jou door de eeuwige Geest kan geven, zodat al jouw activiteit als mens op aarde Zijn activiteit mag zijn in en door jou heen; zodat elke stap die je zet, elk woord dat je spreekt, alles wat je doet, alles wat je bent, een uitdrukking mag zijn van de Zoon van God Die in jou leeft. Het betekent dat je Hem laat denken door jouw denken heen, Hem laat reageren door jouw daden heen, Hem beslissingen laat nemen door jouw besluiten heen. Je ontdekt dan dat het Leven dat je als wedergeboren christen bezit, elk moment dat je hier op aarde bent, "uit Hem, door Hem en tot Hem" is. Misschien denk je nu: "Als een dergelijk leven totaal van Hem is, door Hem en tot Hem, waar kom ik dan te pas?" Helemaal niet. Dat is precies waar jij van het toneel verdwijnt. Dit is wat Paulus bedoelde, toen hij zei: "Want het leven is mij Christus" (Filippenzen 1:21). God kent maar aan één Persoon het recht toe om in jou te leven, en dat is Jezus Christus; dus reken jezelf dood voor alles wat je bent los van alles wat Christus is, en houd jezelf in alles wat je bent alleen voor springlevend voor God, omwille van alles wat Hij is. (Romeinen 6:4-11)
Jij moet zijn; Hij moet handelen. Rust in Hem, ten volle beschikbaar voor het reddende Leven van Christus. Waarom genieten zo weinig christenen dit wonderbaarlijke opstandingsleven? Meestal omdat men het hun uit het hoofd gepraat heeft. Hun wordt geleerd de inwonende tegenwoordigheid van de opgestane Heer te ontkennen, en in plaats daarvan wordt hun verteld hun best te doen voor Jezus, Zijn voorbeeld na te streven, hun eigen geestelijke spieren te spannen, zich te doen gelden, hun vuisten te ballen en hun borst naar voren te gooien. Hun wordt alles geleerd behalve dat zij zich moeten bekeren en erkennen dat jij en ik geschapen zijn om door onze Maker bewoond te worden. Hun wordt geleerd in het gebed te smeken en "Alstublieft" te zeggen, in plaats van "Dank U" terwijl zij zich ontspannen en in Christus rusten.
Laten wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden. Hebreeën 13:15
➸ Op wat voor manieren zijn jouw gebeden erop gericht God te smeken in plaats van Hem te danken? ➸ Waarvoor moet jij Hem op dit moment danken?
31. Wat is Echte Bekering?
Echte bekering is niet spijt hebben over iets verkeerds wat je gedaan hebt. Nu, als je iets verkeerds gedaan hebt, dan behoor je spijt te hebben; maar dat is geen echte bekering. Echte bekering is dolkomisch en spannend. Het is de feiten van het leven onder ogen zien, erkennen hoe God je gemaakt heeft, hoe je bedoeld was om te functioneren, en dan hersteld worden tot die relatie van wederzijdse onderlinge afhankelijkheid die de Here Jezus genoot met Zijn Vader, een wederzijdse onderlinge afhankelijkheid waarin je bereid bent Hem God te laten zijn. Dat is echte bekering. Bekering vindt plaats op het moment dat jij echt toegeeft: "Ik kan het niet — en alleen God kan het wel." Uit die bekering komt de houding voort die de Bijbel geloof noemt. Het betekent dat je buigt voor het feit dat jij het niet kunt en God alleen het wel kan. Het betekent dat je handelt in de veronderstelling dat dit waar is, en van moment tot moment elke situatie aan Hem bekend maakt, zodat Hij tot stand kan brengen wat jij niet kunt, terwijl jij "Dank U wel!" tegen Hem zegt. Jij geeft Hem jouw handen om mee te werken, jouw voeten om mee te lopen, jouw lippen om mee te spreken, jouw ogen om mee te kijken, jouw oren om mee te horen, jouw denken om mee na te denken, jouw hart om mee lief te hebben. Jij zegt tegen Hem: "Dank U dat U mijn Schepper binnen in het schepsel bent. U bent begonnen!" Dan wordt je leven een wonder. Jij maakt dan een kwaliteit van leven zichtbaar die voor anderen een raadsel is. Maar als je niet voor dit feit buigt dat jij het niet kunt en alleen God het wel kan, als jij niet toegeeft dat dat waar is, dan wil dat nog niet zeggen dat je het opgeeft te proberen je christelijke leven te leven. De overgrote meerderheid van hen die verlost zijn, wier namen ingeschreven staan in het Boek des Levens, en die op weg zijn naar de hemel, is niet bereid te handelen in de veronderstelling dat zij het niet kunnen en alleen God het wel kan. Zij proberen het christelijke leven voor Hem te leven, en brengen er niets van terecht. Wanneer Paulus in het Nieuwe Testament "de laatste dagen" beschrijft, heeft hij het over mensen die "een schijn van godsvrucht hebben, maar zij hebben de kracht ervan verloochend." (2 Timotheüs 3:1, 5) en die "laatste dagen" vormen de wereld waar wij vandaag in leven. Zo velen hebben een dode religie, verstoken van datgene waardoor het zou kunnen functioneren. Zij missen de verborgen factor en verloochenen de ware kracht: God Zelf. Zij laten God niet God zijn.
Geloof betekent Hem te laten. In elke situatie die jij tegenkomt, elke nood en verantwoordelijkheid waar jij voor komt te staan, zul je Hem pas laten wanneer je bereid bent toe te geven dat jij het niet kunt en dat alleen God het wel kan.
HERE, mijn God, bij U schuil ik, … . Psalm 7:2
➸ Op welke manieren heb jij geprobeerd het christelijke leven voor de Here Jezus te leven, in plaats van Hem het door jou heen te laten leven? ➸ Wat moet je in groeiend geloof de Heer in deze tijd laten zijn in je leven?
32. Wat God tot Stand Zal Brengen
Alles wat God van ons eist, is vanuit Zijn standpunt bezien volkomen logisch om de volgende simpele reden: "Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen." (1 Thessalonicenzen 5:24) Wat God in jouw leven eist, is wat Hij Zelf getrouw tot stand zal brengen. Nu, als God jou geroepen heeft en als God Zelf tot stand zal brengen waar Hij jou toe geroepen heeft, wat zou er dan ook maar enigszins onlogisch kunnen zijn aan iets waar Hij jou toe geroepen heeft? " … want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt." (Filippenzen 2:13) Als God het gewild heeft, en als God Zelf in jou gaat werken om tot stand te brengen wat Hij wil, wat zou er dan ook maar enigszins onlogisch kunnen zijn aan Zijn wil voor jouw leven? In elke eis die God aan ons stelt, zit er een verborgen factor die ontbreekt in de redenering van de gevallen mensheid. Die verborgen factor zou je nu onderhand moeten kunnen raden: het is God Zelf. God heeft ons zo ingericht dat de tegenwoordigheid van de Schepper binnen in het schepsel onmisbaar is voor 's mensen menselijkheid, zodat wij er, als wij aan de norm voldoen, door een kwaliteit van leven en gedrag zo bovenuit steken dat er geen andere verklaring voor kan zijn dan God Zelf binnen in ons. God roept jou tot een leven van gerechtigheid en met jouw toestemming leeft Hij dat leven van gerechtigheid door jou heen. God roept jou om de wereld in te trekken en het evangelie te prediken aan elk schepsel, en met jouw toestemming gaat Hij door jou heen heel de wereld in en preekt het evangelie aan elk schepsel. Dat is wat ons redt van de zinloosheid van eigen inspanning. Als je op Christus vertrouwt voor het Leven dat Hij door jou heen wil leven, dan zet je de eerstvolgende stap met de energie en de kracht van God Zelf. Dan ben je begonnen met een leven te leven dat in de kern bovennatuurlijk is, maar toch nog bekleed met de alledaagse menselijkheid van jouw fysieke lichaam. Dan ben je totaal afhankelijk geworden van het Leven van Christus binnen in je, en nooit eerder ben je zo afhankelijk geweest, zo los van de druk van je omstandigheden en eindelijk bevrijd van op jezelf te vertrouwen. Je zult vrij zijn van de tirannie van een verslagen vijand van binnen. Je krijgt je ware menselijkheid terug om de menselijke drager te zijn van het goddelijke Leven.
Je moet sterven aan je eigen natuurlijke vermogen om met het vlees af te rekenen, want je kunt niet jezelf kruisigen. Dat is Gods zaak. In de Geest wandelen wil zeggen dat je zo'n totaal vertrouwen in Hem hebt dat je eerst Zijn instructies zoekt, en dan geen vragen meer stelt, maar gewoon doet wat je opgedragen is. Voor iedereen die dit doet, geldt de belofte dat hij niet zal wandelen in de begeerten van het vlees. (Galaten 5:16) De Heilige Geest binnen in jou is meer dan capabel om met je vlees af te rekenen en het in de dood te plaatsen en te houden. Laat Hem dat doen!
Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen. 1 Thessalonicenzen 5:24
➸ Ben jij in je relatie met de Here Jezus Christus zover gekomen dat je Hem geen vragen meer stelt over Zijn bedoelingen of instructies of methodes?
33. Keuzes van moment tot moment
Stel je een christen voor die in zijn auto stapt, de motor start en de weg oprijdt. Dat is slechts een reeks handelingen waar zijn morele geweten en morele wil totaal niet bij te pas komen, tot op het moment dat hij bij een bepaalde splitsing komt, waar hij moet besluiten links- of rechtsaf te slaan. Rechtsaf gaat hij naar de club waar hij zich als alcoholist altijd bezatte. Linksaf gaat hij naar huis naar zijn vrouw en kinderen. Deze man is wel wederomgeboren, maar het zondeprincipe dat nog steeds binnen in hem werkzaam is, zal trachten zijn natuurlijke wil te domineren en hem tot beslissingen te brengen, die zijn vlees kan gebruiken om met zijn vleselijke lusten zijn lichaam te bevredigen. Tegelijkertijd zal het proberen zijn morele geweten het zwijgen op te leggen en hem ervan te overtuigen dat hij kan doen wat hij wil en zonder onprettige gevolgen ermee wegkomen. Terzelfder tijd zal zijn morele geweten, dat tot leven gewekt is en geschraagd wordt door de Heilige Geest binnen in zijn menselijke geest, zijn morele wil uitoefenen om hem ervan te overtuigen te doen wat Gods Woord ons zegt dat wij moeten doen: "En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God." (Romeinen 6:13) Als het het vlees lukt deze man zijn morele geweten het zwijgen op te leggen en zijn invloed uit te oefenen op zijn wil, zal hij bij de kruising rechts afslaan en bij de club uitkomen, als morele verliezer. Maar als de Heilige Geest zijn morele wil bekrachtigt om controle uit te oefenen op zijn gedrag, zal hij linksaf slaan en tot grote blijdschap van zijn vrouw en kinderen en tot de onuitsprekelijke vreugde van zijn eigen ziel thuis aankomen, als morele overwinnaar. "Dat is het hem juist," zeg je misschien. "Het is daar waar ik in de problemen raak, precies daar waar ik een keuze moet maken, net als de man bij de kruising. Daar word ik telkens weer verslagen! Hoe krijg ik mijn natuurlijke wil in harmonie met mijn morele geweten?" Het antwoord ligt in jouw houding tegenover de Here Jezus Christus en Zijn Leven, waar jij deelgenoot van bent. Bij elk treffen tussen jouw morele wil en het vlees, als het gaat om de vraag hoe jouw natuurlijke wil uitgeoefend moet worden bij het bepalen van de dingen die je denkt en zegt en doet, moet je tegen Christus zeggen:
"Lieve Heer, dank U voor Uw Heilige Geest. Ik geef mijn wil over aan Hem, en door Zijn genadige tegenwoordigheid deel ik in Uw Leven en Uw overwinning. Ik weet dat ik het principe van de zonde binnen in mij niet kan overwinnen, en ook niet mijn vlees kan doden, maar ik dank U dat U het wèl kunt en ook gedaan heeft toen U aan het kruis gestorven bent en ik met U stierf. "Dank U voor Uw Heilige Geest, want Hij alleen kan dit werkelijkheid maken in mijn ervaring, en die daden van mijn lichaam doden, welke hun oorsprong hebben in satan. Ik ben gewillig dat U mijn ziel in bezit neemt, mijn denken en mijn emoties en mijn wil bestuurt, zodat elke beslissing binnen in mijn ziel in perfecte harmonie zal zijn met mijn geest, en mijn geest in volmaakte harmonie zal zijn met U, zodat mijn hele wezen Uw lof zal verkondigen. "Here Jezus, ik kan het niet, maar U kunt het wel! Dank U daarvoor." Als jij bereid bent de tegenwoordigheid van Christus zo te beoefenen en met Hem door Zijn Heilige Geest niet alleen het vlees in de plaats van de dood te houden, maar ook Zijn goddelijke soevereiniteit binnen elk onderdeel van jouw ziel hoog te houden, dan zul je die heerlijke metamorfose van je karakter ervaren, waardoor je steeds meer gelijkvormig gemaakt zult worden aan het beeld van Gods dierbare Zoon.
… want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen … . 2 Korinthiërs 5:7
➸ Wat betekent het voor jouw dagelijkse leven "de tegenwoordigheid van Christus te beoefenen"? ➸ Met welke soort morele keuzes in jouw leven heb jij gewoonlijk de meeste moeite?
34. Een Moment van Waarheid
Er is voor elke menselijke ziel aan wie de Heilige Geest, door de menselijke geest, de slechtheid van de zonde heeft geopenbaard, een moment van waarheid. Wij kunnen zo makkelijk vertrouwd raken met de Bijbelse taal zonder echte openbaring erdoor te ontvangen. God wil jou, hoe bitter de ervaring ook moge zijn, tot de plaats brengen van zelfontdekking, dit moment van waarheid. De waarheid, zoals die door Paulus uitgedrukt wordt, kan in haar schokkende realiteit tot je ziel doordringen: " … ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde." (Romeinen 7:14) Deze passage in Romeinen openbaart hoe de menselijke ziel uitgebuit wordt door het subtiele innerlijke principe van de zonde, en kenschetst duidelijk het conflict dat zich binnen in jou afspeelt. Eén deel van jou zegt: " … ik stem toe, dat de wet goed is. … want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods," (Romeinen 7:16) In jouw menselijke geest legt de Heilige Geest getuigenis af van alles wat goed en juist en nobel is; voor jouw verlichte morele geweten is elke daad en houding van zonde een aanstoot. Dan is er dat andere deel van jou: " … de zonde die in mij woont." (Romeinen 7:20) Jij beseft dat: "als ik het goede wil doen, is het kwade dicht bij mij." (Romeinen 7:21) Het moment van waarheid komt wanneer je ermee ophoudt beleefdheidsbetuigingen uit te wisselen met het vlees en recht in zijn gezicht weigert er iets mee te maken te willen hebben en het benoemt voor wat het is: verraderlijk, verdorven en waardeloos. Op deze climax in je christelijke leven besef je dat je geen compromis kunt sluiten met het vlees: dat een vreedzaam samenleven met een principe dat satanisch is en vijandig staat tegenover de wet van God en tegenover het opnieuw vestigen van Zijn soevereiniteit binnen in jouw ziel, nu in alle opzichten buiten de grenzen der mogelijkheden ligt. Je beseft dan dat het nooit Gods doelstelling is geweest het vlees te verbeteren, het te onderwijzen of te temmen, laat staan er een christen van te maken. God heeft Zich altijd ten doel gesteld dat het vlees — veroordeeld, gevonnist en met Christus gekruisigd — dood in het graf gelaten moest worden en vervangen door het opstandings-Leven van de Here Jezus Christus Zelf.
De verrezen Christus moet controle uitoefenen op je denken, je emoties en je wil, en Zichzelf door jou persoonlijkheid heen uiten. Paulus beschreef dit duidelijk in zijn zorg om de christenen in Efeze, toen hij voor hen bad: "Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, … opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning make." (Efeziërs 3:14-17)
… daar gij de oude mens met zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper … . Kolossenzen 3:9-10
➸ Heb jij jouw vlees verstoten en ingezien hoe waardeloos en slecht het is en het zo ook benoemd? Ben jij tot het volle inzicht gekomen dat er geen compromis kan zijn met het vlees in je leven? ➸ Hoe sta jij de Here Jezus Christus toe Zich door jouw persoonlijkheid heen te uiten?
35. Het Voorrecht om Jou te Zijn
Je mag nooit je eigen hart breken door te proberen iemand anders te zijn. Op de eerste plaats zul je dat nooit zijn. Jij zult altijd jij zijn en niemand anders. De persoon die 's morgens opstaat zal dezelfde zijn als degene die de avond tevoren naar bed gegaan is; verzoen je dus maar met het feit dat jij de persoon bent waar je de rest van je leven mee zult doorbrengen. Op de tweede plaats, dit is hoe God het wil! Het is nooit Zijn bedoeling geweest dat je iemand anders zou zijn, en Hij wil dat je de persoon bent die Hij bedoeld heeft. Je kunt dit beter begrijpen als tot je doorgedrongen is wat Hij over jou "ik" zegt: "Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen … " (Mattheüs 16:24) Uit deze verklaring blijkt heel duidelijk dat er in ieder van ons een "ik" zit, dat verloochenend moet worden, een ik dat afgewezen moet worden. Maar bij een andere gelegenheid zei Jezus: "U zult uw naaste liefhebben als uzelf." (Mattheüs 22:39) Als jij je naaste moet liefhebben als jezelf, dan moet je eerst van jezelf houden, anders zou het liefhebben van je naaste zonder betekenis zijn. Dus het lijkt erop dat eigenliefde op zijn plaats en gewettigd is. Behalve dat er een "ik" is dat moet worden afgewezen, moet het "ik" ook gerespecteerd worden. Hoe moet je dan het "ik" respecteren en tegelijkertijd ook afwijzen? Hoe kunnen die twee naast elkaar bestaan? Het "ik" dat je moet afwijzen is het "ik" dat het vlees van je maakt, wanneer het jouw ziel domineert en je persoonlijkheid uitbuit en misbruikt. Het "ik" dat je het recht hebt om te respecteren is het "ik" dat Christus van jou maakt en met de Heilige Geest vult, wanneer Hij je persoonlijkheid opheft en gebruikt. Er is zeer zeker een gewettigde plaats voor gezond zelfrespect als christen, maar dat is het zelfrespect dat voortvloeit uit jouw relatie met Jezus Christus. Op die basis kun je leren de meest afstotelijke van je naasten lief te hebben, omdat jij weet dat, als er ook maar iets is wat jij kunt liefhebben en respecteren aan jezelf, dat alleen is door wat Christus van jou gemaakt heeft. Al ligt je naaste dronken in de goot, je kunt hem liefhebben, niet om de persoon die de zonde van hem gemaakt heeft, maar om de persoon die jij weet dat Christus van hem maken
kan als Hij eenmaal het heft in handen genomen heeft. Jij weet dat wat Christus van jou gemaakt heeft, Hij ook van hem maken kan. Jij verliest je eigen persoonlijkheid niet wanneer je met Christus in geloof je plaats inneemt in de dood. In tegendeel, er vindt een metamorfose plaats binnen in jouw persoonlijkheid. Je valt dan onder een nieuw bewind. "Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden." (2 Korinthiërs 5:17) Dit nieuwe leven dat begonnen is, is natuurlijk het Leven van de Here Jezus Christus en jouw persoonlijkheid wordt Zijn middel om Zich te uiten. " … want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen." (Filippenzen 2:13) Wanneer je bereid bent om de Here Jezus Christus zo het heft in handen te laten nemen, wil je niemand anders zijn! Dan vind je het veel te spannend om te ontdekken wat Hij wil dat je bent.
… want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Kolossenzen 3:3
➸ Hoe begrijp jij het praktische verschil tussen het "ik" dat je moet verloochenen (afwijzen) en het "ik" dat je moet liefhebben (respecteren)? ➸ Hoe gezond is jouw zelfrespect? Wat is de basis van jouw zelfrespect?
36. Expireren om te Inhaleren
Als jongeman ben ik een keer naar een logopediste geweest. Ze was groot van stuk — niet corpulent of patserig, maar gewoon stevig gebouwd. Ik was nog niet over de drempel van haar werkvertrek heengestapt of zij blafte: "Blaas je adem uit!" Ik zei: "Mijn laatste adem uitblazen? Maar daar ben ik te jong voor!" (wat ik heel erg grappig van mijzelf vond) Zij dacht er anders over en dat maakte zij heel erg duidelijk. Dus blief ik mijn adem uit. "Zo doe je dat niet," zei zij heel snel. Toen liet zij mij zien hoe het moest, en tjonge, kon die uitblazen! Whoe-oe-oe-oe. Tegen de tijd dat zij ermee klaar was, leek zij de helft van haar omvang kwijt te zijn. Toen blafte zij weer: "Blaas je adem uit!" Dus haalde ik diep adem. Zij zei: "Zo adem je niet in." Zij blies haar adem weer uit, en haalde toen adem — en tjonge, inademen dat zij kon! Zij zoog zo hard dat ik dacht dat de schilderijen van de muur af zouden komen. Ik zag de vleugel, die in de hoek van de kamer stond, al op mij afkomen en haar mond leek groot genoeg om hem op te slokken. Toen gaf zij mij een geweldige preek. "Je zult nooit leren inhaleren," zei ze, "tot je leert te expireren; anders transpireer je alleen maar!" Goed, hè? Met Christus gekruisigd worden wil zeggen: gerechtelijk met Hem geëxecuteerd worden, expireren. Aan hen die zo expireren, heeft God dàt Leven gegeven dat Hij aan de Here Jezus teruggegeven heeft toen Hij Hem uit de dood opwekte, zodat wij niet alleen kunnen zeggen: "Met Christus ben ik gekruisigd," maar ook, "ik leef niet meer, maar Christus (de Messias) leeft in mij" (Galaten 2:20) Dat is inhaleren. Bij elke stap die ik richting mijn toekomst zet, kunnen wij zeggen: "Met Christus ben ik gestorven en nu leef ik door Hem, terwijl Hij Zijn Leven, nu ik onderweg ben naar de hemel, op aarde en daarna voor altijd met mij deelt."
Bij elke stap die je zet, expireer je eerst: "Here Jezus, ik kan het niet; U heeft nooit gezegd dat ik het kon." Dan inhaleer je: "Here Jezus, U kunt het, en heeft altijd gezegd dat U het kunt en zou doen!" Dit weerhoudt jou van de zinloosheid van niets anders te doen dan transpireren.
Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Romeinen 6:5
➸ Wat betekent het voor jou zowel te "expireren" als te "inhaleren"?
37. Het Volledige Antwoord
De christenen van de eerste gemeente zijn al beschreven als "onuitroeibaar blij, totaal onbevreesd en bijna altijd in moeilijkheden." Wat een heerlijke waarheid, en Paulus geeft ons een illustratie van deze houding in de tweede brief aan de Korinthiërs van toen hij in een situatie zat die menselijk gezien ondraaglijk was: " … wij hebben het uitermate zwaar te verduren gekregen, boven ons vermogen," zegt hij, "zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten." Dan gaat hij verder: " … ja, voor eigen besef achtten wij ons als ter dood verwezen, opdat wij niet op onszelf vertrouwen zouden stellen, maar op God, die de doden opwekt." (2 Korinthiërs 8:9) Hij nam de volgende houding aan: Onze moeilijkheden van het moment zijn niet ons probleem; ze zijn Zijn probleem. Het ligt in Gods handen, Die de doden opwekt. Hier zien wij Paulus die aan zijn eigen ik sterft, en dit sterven aan het eigen ik gaf hem de gelegenheid de hele situatie over te dragen aan Degene Die in hem woonde, Jezus Christus, de God met opstandingskracht. Sterven aan het eigen ik is een heerlijke omstandigheid om mee te maken, omdat dode mensen niet kunnen sterven, en dode mensen hebben ook geen problemen. Wat is namelijk het geval: iedere keer als je jezelf het recht toekent om een probleem te hebben of het recht om je over iets zorgen te maken, geef je jezelf het recht je eigen leven te leiden. Maar als je een houding aanneemt van totale afhankelijkheid van het Leven van de Here Jezus, het enige leven dat God je ooit zal schenken, dan kun je het aan Hem overgeven, hoe bedreigend een situatie ook moge zijn. Je kunt dan zeggen: "Dank U, Heer! Dit is niet meer mijn probleem of mijn zorg; het is Uw zorg." Dit is de kwaliteit van leven die jou "de vrede Gods" geeft "die alle verstand te boven gaat." Het is de kwaliteit van leven die jouw naasten onthutst, zij kijken er verward naar en het gaat hun verstand te boven, wanneer zij zien dat je zo gelijkmoedig blijft in situaties die hun totaal zouden ontmoedigen. Dit is jouw en mijn voorrecht in Jezus Christus. Het is zonder uitzondering van toepassing op elke situatie in het leven, elke beslissing die je nemen moet, elke verzoeking die je aanvalt, en elke verantwoordelijkheid die van je gevraagd wordt om op je te nemen. Deze waarheid is altijd van kracht: De Here Jezus, de God met het opstandingsleven, woont lichamelijk in je met heel de toereikendheid van de Godheid: "En u bent volmaakt geworden in Hem." (Kolossenzen 2:10)
Ik vind Paulus' gedachten in Filippenzen 4:13 geweldig, zoals ze in de Amplified Bible worden weergegeven: "Ik ben klaar voor alles en tegen alles opgewassen, door Hem die mij bezielt met innerlijke kracht; ik sta in Christus' toereikendheid op eigen benen." Paulus had geen krukken nodig, want hij was, door afhankelijkheid van Christus' volledigheid en bekwaamheid, zelf volledig bekwaam. Geheel en volledig en exclusief afhankelijk te zijn van Christus' competentie — dat is het christelijke leven. Dit is niet slechts het alleenrecht van de uitzonderingen, en ook is het niet het voorrecht van uitsluitend Gods speciale lievelingetjes. Het is het leven waarvoor jij verlost bent. Christus' kostbare bloed is vergoten om jou met God te verzoenen, zodat Christus, nu Hij is opgestaan uit de dood, Zijn opstandingsleven met jou zou delen. Het betekent niet dat je de druk en de dreigementen en de ongemakken vermijdt, maar je kunt in elke situatie weten dat je het complete, totale en absolute antwoord hebt … in Christus, Die jouw leven is. Als je een leven leidt dat minder is dan dit, dan heb je de essentie van de verlossing gemist.
Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft. Filippenzen 4:13
➸ Voor welke problemen van dit moment heb je jezelf "het recht" gegeven om je er zorgen over te maken? Hoe kun je in plaats daarvan elk van deze moeilijkheden aan God geven, en ze aan Zijn verantwoordelijkheid overlaten? ➸ Welke specifieke besluiten of verantwoordelijkheden eisen jouw aandacht op, maar die je in Gods handen moet leggen? ➸ Tegen welke uitdagingen in je leven ben je, door echt afhankelijk te zijn van Christus' toereikendheid, echt opgewassen? Breng tegenover Hem je dankbaarheid daarover onder woorden.
38. Wat Je Weet of Niet Weet
Om het soort christen te zijn dat God wil dat je bent, hoef je geen graad in de theologie te hebben. Je hoeft niet zo heel slim te zijn, of buitengewoon begiftigd. Natuurlijk mag je niets wat God jou gegeven heeft, minachten, en je behoort een diepe dankbaarheid te hebben voor alles wat je gekregen hebt. Maar bedenk dat Zijn activiteit in jouw menselijkheid nooit beperkt of bepaald zal worden door een of andere gave of vaardigheid die jij bezit. De enige beperking op wat God in jou en mij kan doen, is onze beschikbaarheid. Wees voor Christus beschikbaar en Zijn goddelijke dynamiek zal vrijkomen. Bijna vijf eeuwen geleden bracht de Duitse theoloog en hervormer Johann Bugenhagen het als volgt bondig onder woorden: Als je de Here Jezus echt persoonlijk kent, dan doet wat je niet weet er niet echt toe; maar als je de Here Jezus niet persoonlijk kent, dan is wat je wèl weet, niets waard. Hoe onbelangrijk wij onszelf ook mogen vinden, wij kunnen pulseren van de goddelijke energie en een onvernietigbaar vertrouwen hebben dat Christus in actie is terwijl wij persoonlijk op Hem vertrouwen. In een dergelijke relatie is het mooie dat Hij ons niet hoeft te zeggen wat Hij aan het doen is. He enige wat wij moeten weten is dat Hij bezig is het te doen. Soms zegt Hij het ons, om ons vreugde te bereiden of om Zijn doel daarmee te bereiken, maar Hij kan er ook jaren voor uittrekken om ons te openbaren wat de onvoorstelbare gevolgen zijn van wat Hij gedaan heeft. Dat is wat voor mij het leven zo fantastisch opwindend maakt, en dat steeds meer naarmate de jaren verstrijken. Het gaat in het christelijke leven niet om ons vermogen of onze rol, maar om die van God; niet om wie wij zijn, maar wie Hij is; niet om wat wij te bieden hebben, maar wat Hij aanbiedt, d.w.z. heel Zijn wezen, als wij maar voor Christus beschikbaar zijn zoals Christus dat was voor Zijn Vader. Alles van de Vader was beschikbaar voor alles van de Zoon, omdat door Zijn relatie van liefde en geloof, alles van de Zoon de Vader ter beschikking stond; dit is wat Zijn volmaakte menselijkheid vormde. Net zo zul jij de beschikbaarheid van de Zoon voor jou ervaren, in de mate dat jij beschikbaar bent voor de Zoon door jouw relatie van liefde voor en geloof in Hem.
Alles wat God geeft, wat alles is wat jij nodig hebt, geeft Hij jou in Christus, "opdat geen vlees voor Hem zou roemen. Maar uit Hem bent u in Christus Jezus, Die voor ons is geworden wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing." (1 Korinthiërs 1:29-30)
Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus. 2 Korinthiërs 4:6
➸ Maak eens een inschatting van hoe het is gesteld met jou beschikbaarheid voor Christus? Leg jij beperkingen op aan wat de Heer door jou heen kan doen? ➸ Krijg jij er een steeds dieper inzicht in dat God jou in Christus alles geeft wat je nodig hebt? En hoe krijg je dat dan?
39. Aan een Zijden Draadje
Er komt in het leven van elk kind van God een moment wanneer Gods doel voor je leven aan een zijden draadje hangt. De vervulling ervan komt alleen wanneer je beseft dat jij niet in huis hebt wat nodig is. De dood aan alles wat je in je eigen ontoereikendheid bent, is de enige toegangspoort waardoor je kunt binnengaan in alles wat Christus is, zodat je op wonderbaarlijke wijze gaat leven in de kracht van Zijn opstanding en vanuit je hart uitroept: "Here Jezus, ik kan het niet — maar U kunt het wel, en meer hoef ik niet te weten. Laten we ervoor gaan!" Toen de Bijbelse figuur Esther ermee instemde haar leven te wagen door naar de Perzische koning te gaan om te pleiten voor bevrijding van Gods volk, zei zij: "Kom ik om, dan kom ik om" (Esther 4:16). Haar reactie was bondig en moedig tegelijkertijd, en het schetst een beeld van waar discipelschap dat aangrijpend en indrukwekkend is. De kwestie waar zij mee geconfronteerd werd, was beslissend en alle minder belangrijke aangelegenheden vielen erbij in het niet. Esther leefde nu alleen voor God en was dood voor zichzelf en alle eigenbelang. Alsof zij gedrongen werd door een onzichtbare, innerlijke kracht, gooide Esther haar leven weg. Toen Esther haar doorslaggevende beslissing nam, besloot zij drie dagen en drie nachten te vasten voordat zij naar de koning ging. Drie dagen en drie nachten — doet dat je ergens aan denken? Bereid zijn om te sterven is de prijs die je moet betalen als je uit de dood opgewekt wilt worden om te leven en werken en wandelen in de kracht van de derde ochtend, en in het opstandingsleven van Jezus Christus wilt delen, Degene die zei dat Hij "drie dagen en drie nachten in het hart der aarde" zou zijn (Mattheüs 12:40), en Die beloofde dat Hij, nadat Hij gekruisigd was, zou "verrijzen op de derde dag" (Mattheüs 16:21). Als wij eenmaal bereid zijn om te sterven, zijn er geen verdere problemen meer, alleen instructies die wij moeten gehoorzamen. Vel het doodvonnis over jezelf, zoals Esther deed, en je kunt het je veroorloven te doen wat je gezegd wordt. Jezus toont ons dit doodvonnis en onderwijst er ook over:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort. Johannes 12:24
Toen die woorden gesproken werden, had Jezus het op de eerste plaats over Zichzelf. Hij was de zondeloze, smetteloze graankorrel die door de Vader op Golgotha gezaaid werd. Maar Hij sprak ook over ons. Als wij niet bereid zijn te sterven, worden wij nooit datgene waarvoor wij bedoeld zijn. Dode mensen kunnen niet sterven, en zij kunnen ook niet bang gemaakt worden, en de verantwoordelijkheid drukt ook niet al te zwaar op hun schouders. In feite is er niets zo rustgevend als dood zijn — ik bedoel 'dood' voor je eigen vermogen om ook maar iets tot stand te brengen los van Jezus Christus. Voor veel pragmatisch ingestelde mensen is deze totale verwerping van eigen inspanning afschuwwekkend. De gedachte eraan kan uitmonden in een vijandigheid die haar oorsprong vindt in zelfrechtvaardiging. Zulke mensen zijn vaak heel toegewijd in hun verlangen om God te dienen, maar het hele idee van een christelijk leven waarin niets meer en ook niets minder dan uitsluitend Jezus Christus Zelf in actie is, verbijstert hen. Maar je kunt het je permitteren te sterven als je eenmaal duidelijk inziet en er totaal van overtuigd raakt, dat dood zijn voor jezelf betekent dat je wat jij bent, inruilt voor wat Christus is. Dit is waar ongeloof zo vaak zijn lelijke kop opsteekt. Als jij er niet helemaal van overtuigd bent dat Jezus bereid en in staat is om het van je over te nemen, dan zul je wanhopig vasthouden aan hetgeen jij denkt dat je in jezelf bent. En als je daaraan vasthoudt, kun je er absoluut zeker van zijn dat je nooit de diepe, diepe vrede zult kennen die voortkomt uit het toestemming geven aan de Here Jezus om de verantwoordelijkheid voor je leven over te nemen.
Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en
volmaakte wil van God is. Romeinen 12:1-2
➸ In welke opzichten heb jij vastgehouden aan wat jij denkt dat je in jezelf bent? ➸ Ben jij ten volle bereid om aan jezelf te sterven? ➸ Ben jij er duidelijk en totaal van overtuigd geraakt dat de dood voor jezelf betekent dat je wat jij bent, inruilt voor wat Christus is?
40. Geloof is als een Koppeling
Als jij de Here Jezus hebt aangenomen en een kind van God bent geworden, dan is het voor de Heilige Geest een voortdurende vreugde voor jou naar gezondheid en welzijn te streven en vrede te spreken tot je ziel. Maar een belangrijke les die wij leren moeten, is het verbazingwekkende feit dat God, ondanks dat Hij almachtig is, Zichzelf in Zijn relatie met ons laat beperken door de wet van geloof. Hoewel de Heilige Geest in jouw menselijkheid woont, waarbij Hij zowel de Vader als de Zoon vertegenwoordigt, zal Hij nooit de soevereiniteit van jouw wil geweld aandoen en je evenmin jouw morele verantwoordelijkheid afnemen om te kiezen. Hoewel Hij God in eigen Persoon is, heeft de Heilige Geest ervoor gekozen om altijd en uitsluitend door jouw vrije wil en met jouw blijde instemming over jouw gedrag te regeren en de allerhoogste controle uit te oefenen over elk onderdeel van jouw wezen. Het is dit vetorecht, dit recht om zelf te kiezen, dat jou uittilt boven het dierenrijk en jou tot het morele wezen maakt waar God je toe geschapen heeft. Dit en dit alleen stelt jou in staat God lief te hebben en Zijn liefde voor jou te beantwoorden. Dit is de reden waarom jouw zelfgekozen "ja", wanneer je het ook maar uitspreekt, Zijn hart met meer vreugde vervult dan al de opwindende wonderen van een miljoen universums die door het Woord van Zijn kracht langs de hemel geworpen zijn. Niets anders in het heelal heeft het vermogen Hem lief te hebben, omdat niets anders het vermogen heeft om voor Hem te kiezen. Het voorrecht jou te zijn is, dat jij God kunt kennen en liefhebben voor jezelf. In zo'n relatie is geloof als de koppelingspedaal in een auto met handbediening. Stel je een jonge chauffeur in een cabriolet voor, die met een vriend aan zijn zijde de autoweg oprijdt, en van versnelling verandert, terwijl hij voort zoeft van 100 naar 120 naar 140 kilometer per uur (nergens politie te bekennen). Terwijl de wind door zijn haren blaast, draait de chauffeur zich naar zijn vriend en zegt: "Tjonge, wat een koppeling!" Is dat wat hij zou zeggen?
Natuurlijk niet. Hij zou zeggen: "Tjonge, wat een motor!" Het enige wat de koppeling doet is de chauffeur in staat te stellen de kracht onder motorkap in te zetten om overgebracht te worden op de wielen. Soms zeggen wij: "Wat een man van geloof!" of "Wat een vrouw van geloof!" Maar feliciteer mensen nooit met hun geloof, want op zich richt geloof niets uit. Als mensen geloof oefenen en er gebeurt iets prachtigs, is dat niet door dat geloof; hun geloof is alleen de koppeling. De activiteit die vrijkomt door ons geloof heen is van God, en Hij moet gefeliciteerd worden. Hij is de kracht onder de motorkap.
Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen die men niet ziet. Hebreeën 11:1
➸ Keer jij je uit vrij wil en met blijde instemming in geloof naar God? ➸ Wat voor groei ervaar jij bij het persoonlijk liefhebben van God?
41. De Wet van Geloof
Gods soevereiniteit is absoluut onbetwistbaar. Hij is God. Hij kan alles doen wat Hij wil, maar wat zo ongelooflijk is: Om in ieder van ons een schepsel te hebben dat Zijn liefde kan beantwoorden, heeft Hij er in Zijn onbetwistbare soevereiniteit welbewust voor gekozen om de uitoefening van die soevereiniteit te beperken door de keuzemogelijkheid die Hij mensen gegeven heeft. Dat is de reden waarom jou en mij de grootst mogelijke vrijheid geschonken is: de beschikking over onze eigen keuze jegens de God Die ons geschapen heeft. God brengt ons tot de overtuiging dat het Woord van God waar is, maar dan wacht Hij tot wij reageren met "gehoorzaamheid des geloofs" (Romeinen 16:26). Het is inderdaad zo dat ons geloof door God Zelf in het leven geroepen en gekoesterd en gevoed wordt, want "zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus" (Romeinen 10:17), maar ons geloof werkt pas wanneer wij gehoorzaamheid toevoegen aan het geloof dat God in het leven heeft geroepen. Met andere woorden, wij mengen Zijn Woord met gehoorzaamheid des geloofs; dan komt Hij in actie en demonstreert de heerlijke waarheid van Zijn Woord. Anders zijn wij als die ongehoorzame mensen die in Hebreeën 4:2 beschreven worden: "Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben." Jij moet handelen naar wat je te weten bent gekomen en waar je in bent gaan geloven, vooraleer je door persoonlijke ervaring beseft dat Jezus leeft, niet alleen in de hemel maar in jou, elk moment van elke dag, zoals de Vader in Hem leefde. Dan zijn jouw daden de activiteit van het geloof. Zonder geloof kun je niet doen wat alleen Christus kan. Dan sta je werkeloos toe te kijken. Met geloof sta jij Christus toe door jou heen te doen wat alleen Hij kan. Geloof is de wet die onze relatie met God en Gods relatie met ons regelt. Net zoals God een rigide tussenschakel heeft ontworpen tussen de instinctmatige stuwkracht en de dierlijke ziel, net zo is geloof de morele tussenschakel tussen de Heilige Geest en de menselijke ziel, om onze liefde voor God vast te stellen, in afhankelijkheid van God, door onze totale gehoorzaamheid aan God. Die drievoudige morele relatie staat God toe Zijn wil in jou en door jou heen tot stand te brengen. Hij doet dat met één stap tegelijk, in elke situatie waar die stap jou heenbrengt.
Geloof van jouw kant nodigt Christus' activiteit uit en roept die op; want zonder jouw geloof en die morele relatie zou Hij jouw menselijkheid geweld aandoen. Dan zou Hij jou behandelen als een dier, dat door de wet van dwang moet doen wat het instinct beveelt. Maar jij en ik zijn geschapen om te handelen en reageren op basis van een wet van liefde. In liefde en afhankelijkheid en gehoorzaamheid laten wij het door Hem doen. Dit is wat het betekent te wandelen door geloof, in de Geest, en dit is wat God genoegen schenkt. Een naleving van religieuze eisen, die jou in een religieuze dwangbuis persen, kan God nooit tevreden stellen. Wat Hem wel bevredigt is te zien dat jij in elke situatie met een buiging van het toneel afstapt en Hem met een buiging binnenhaalt en zegt: "God, ik geloof exact wat U mij gezegd heeft. Zonder U ben ik niets, heb ik niets, en kan ik niets, want de enige manier waarop ik U kan behagen is door geloof. Ik laat het door U doen. Dank U!" Dan wordt het leven een wonder.
Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde, … . 1 Petrus 1:8
➸ Hoe nodig jij in jouw leven Christus' activiteit uit en roep je die door geloof op? Wat betekent dit in de praktijk? ➸ Hoe zie jij dat jouw leven een wonder is, terwijl je God behaagt door geloof?
42. Hoeveel Kan Jezus Doen?
Op het moment dat jij durft te zeggen: "Ik ben christen, ik ben een lid van het Lichaam van Christus, ik deel in Zijn Leven, Hij is het Hoofd van het Lichaam, en ik ben enkel en totaal beschikbaar voor Hem" — vanaf dat moment heb je geen recht meer om jezelf te behagen. Natuurlijk heb je vanuit het standpunt van de wereld gezien altijd het recht om eraan vast te houden je eigen ding te doen. Maar als christen heb je dat recht niet; dat heb je voor altijd uit handen gegeven. Wij kunnen "niet onszelf behagen." Paulus zegt: " … want ook Christus heeft Zichzelf niet behaagd." (Romeinen 15:1-3) Ook Christus! Wij vragen ons misschien af: "Heeft God niet het recht Zichzelf te behagen?" Als God wel; maar om de rol van de mens te vervullen, nooit — en wat voor Jezus in Zijn menselijkheid gold, geldt ook voor ons in onze herstelde menselijkheid. Moeilijk, hè? Maar zo is het echte Christendom. Wat God in gedachten had toen Hij Zijn Zoon zond, was om ons de kwaliteit van het leven terug te geven, die voortvloeit uit de tegenwoordigheid van de Schepper binnen in het schepsel. Dit is hoe Jezus leefde, waardoor Hij van Zijn Vader zei: "Ik doe altijd wat Hem welgevallig is." (Johannes 8:29) Hij toonde ons Zijn ware menselijkheid, omdat wij geschapen zijn om God te behagen. "Maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn" (Hebreeën 11:6). Wij zijn geschapen om God welgevallig te zijn, maar zonder geloof is dat onmogelijk. Wat ontdekken wij dus over geloof? Dat het geen optie is; het is geen luxe; het is geen persoonlijk standpunt. Het is een verplichting en een absolute noodzaak voor onze menselijkheid. Hoeveel kan Jezus dan doen door ons heen terwijl wij leven door zulk geloof? Alles, niets uitgezonderd. God wordt alleen beperkt door de mate van onze beschikbaarheid voor alles wat Hij ons ter beschikking stelt, want "in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. En u bent volmaakt geworden in Hem … ." (Kolossenzen 2:9-10) Wat brengt de goddelijke activiteit in ons leven dan op gang? Dit is de cruciale vraag in de christelijke ervaring en het antwoord is eenvoudig: "de rechtvaardige zal uit het geloof leven." (Romeinen 1:17) Geloof in al haar eenvoud. Kinderlijk
geloof, dat God precies op Zijn Woord neemt. Geloof dat gewoon zegt: "Dank U, lieve Heer." Als je de volheid van het Leven in Christus wilt kennen, dan moet je je de werkzaamheid van wat Hij is toe-eigenen, zoals je je al de werkzaamheid van wat Hij gedaan heeft hebt toegeëigend. Van moment tot moment moet je alles wat er gebeurt in verband brengen met de toereikendheid van wat Hij in jou is, en ga ervan uit dat Zijn toereikendheid werkzaam zal zijn. Op basis hiervan word je opgeroepen je altijd te verblijden. (1 Thessalonicenzen 5:16) Jij behoort onverbeterlijk opgewekt te zijn, want je hebt gegronde redenen om je te verheugen. Kan er zich mogelijkerwijs een situatie voordoen, wat er ook gebeurt, ten aanzien waarvan Jezus zal tekortschieten? Druk, belofte, probleem, verantwoordelijkheid of verzoeking? Als Hij echt God is, dan zal Hij altijd genoeg zijn! Als dat zo is, dan heb je bij het toepassen van Zijn toereikendheid op elke situatie zoals die zich voordoet, geen andere mogelijkheid dan Zijn bevel te gehoorzamen: "dankt onder alles" (1 Thessalonicenzen 5:18). Onder hoeveel dingen? Onder alles, zonder uitzondering, want "dit is de wil van God in Christus Jezus voor jou." Als er een situatie is waarin je niet bereid bent om te danken, dan ben niet in de wil van God.
Christus … is uit de doden opgewekt, opdat wij vrucht zouden dragen voor God. Romeinen 7:4
➸ In welke opzichten heb je gezien dat je in je leven nog steeds jezelf probeert te behagen? ➸ Waardoor komt Gods activiteit vrij in jouw leven? ➸ In welke problemen en moeilijkheden in jouw leven heb je de toereikendheid van de Here Jezus gezien, toen je op Hem vertrouwde?
43. Is Zondeloze Perfectie Mogelijk?
Misschien vraag je je af: "Wordt mijn oude, zondige natuur met wortel en tak uitgeroeid op het moment dat ik in geloof mijn identiteit met Christus in de dood opeis?" Er bestaat geen climax in mijn ervaring waardoor de slechte invloed van het vlees eens voor altijd geneutraliseerd wordt, hoewel het vlees zelf ons dat graag zou willen doen geloven, al was het maar omdat het zich dan nog kan handhaven. Als jij ervan overtuigd bent dat het vlees niet meer bestaat, dan zul je het waarschijnlijk blijven tegemoetkomen zo lang het zijn slechte activiteiten in jouw ziel blijft uitoefenen. Je kunt de duivel geen groter plezier doen! Voor een toe-eigening van Christus' overwinning is meer nodig dan één daad van geloof. Er is een houding van geloof voor nodig. Het is een rekenen van moment tot moment, en jouw rekenen van dit moment volstaat nooit voor het volgende moment. Er is een voortdurende houding voor nodig, een wandel voorwaarts van moment tot moment: "Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen." (Galaten 5:16) Jij moet in elke situatie die zich voordoet, samen met de Heilige Geest positief rekenen om het vlees in de dood te houden. Ik benadruk positief omdat wij moeten rekenen, niet alleen dat wij "dood zijn voor de zonde", maar ook dat wij "leven voor God in Christus Jezus onze Heer" (Romeinen 6:11). Ons genieten van het Opstandingsleven van de Here Jezus Christus, door positief rekening te houden met Zijn tegenwoordigheid, is wat ons vrijmaakt van de wet van de zonde en de dood. De zekerste manier om jezelf dood te rekenen voor de zonde (die oude Adamsnatuur) is jezelf voor levend te houden in Jezus Christus en totaal afhankelijk te zijn van Hem. Dan zal Hij voor de gevolgen voor jou zorg dragen. Is in zo'n leven zondeloze perfectie mogelijk? Als je van moment tot moment in afhankelijkheid van Hem in de Geest wandelt, en als dat betekent dat je aan de lusten van het vlees niet zult voldoen, zoals Paulus in Galaten 5:16 duidelijk zegt, dan is het tegenovergestelde net zo waar: Niet in de Geest wandelen betekent dat je ten prooi zult vallen aan de begeertes van het vlees. De Bijbel houdt ons overduidelijk voor, dat je als christen overwinning kunt hebben, zo lang je bereid bent om aan de voorwaarden te voldoen en je je in geloof het overwinnende Leven van Jezus Christus Zelf toe-eigent. Maar er staat nergens in de Bijbel een belofte voor zondeloze perfectie, behalve op die heerlijke
dag wanneer wij de Here Jezus Christus van aangezicht tot aangezicht zullen zien. (1 Johannes 3:2) Laat je daarom nooit op dit punt misleiden, want dit mondt alleen uit in oneerlijkheid, hoe oprecht je ook bent, omdat je dan probeert een slecht geweten te verzoenen met jouw bewering dat je al zondeloos volmaakt bent. Je zult dan gewoon een andere naam moeten verzinnen voor de zonde, terwijl je doet alsof de zonde niet bestaat. De Heilige Geest is je Trooster en je Vriend; als zodanig zal Hij getrouw zijn en je overtuigen van zonde. Hij is in jou om je voor struikelen te behoeden, wees dus gevoelig voor alles wat Hij je te zeggen heeft. Wanneer de Heilige Geest het noemt, noem het dan bij naam! Beken het en belijd het voor de zonde die het is. Maak onmiddellijk aanspraak op de reiniging die God door de dood en opstanding van Christus beloofd heeft, want "het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde" (1 Johannes 1:7), en wees dankbaar dat de Heilige Geest in je woont, en voortdurend alert en ogenblikkelijk bereid is om slechtheid en verkeerdheid te openbaren.
Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet. 1 Johannes 1:8
➸ Wat is volgens jou het Bijbelse antwoord op deze vraag: Is zondeloze perfectie mogelijk tijdens jouw leven nu op aarde? ➸ Wat betekent het in de praktijk onszelf dood te rekenen voor de zonde en levend voor God in Christus Jezus (volgens Romeinen 6:11)? ➸ Wat is de Bijbelse basis voor het ervaren van overwinning over de zonde in ons leven?
44. Wanneer Jouw Werk Bedorven Wordt
Er wordt het verhaal verteld over een beroemde kunstenaar die bezig was onder de koepel van een grote kathedraal een muurschildering aan te brengen. Op een dag stonden hij en een assistent op een steiger, die onder de koepel was aangebracht, en de kunstenaar stond zijn werk te bewonderen. Hij vond het ongelooflijk mooi, en hij raakte in vervoering over wat hij met zijn geniale vermogen tot stand had gebracht. Hij kon zijn ogen niet van zijn meesterwerk afwenden. Om het allemaal nog beter te kunnen zien zette hij langzaam een stap achteruit, en toen nog een, totdat nog één stap achteruit hem het leven had kunnen kosten doordat hij naar beneden was gevallen. Zijn assistent zag aankomen wat er zou gebeuren. Met verbazingwekkende tegenwoordigheid van geest nam hij een emmer verf en gooide die tegen de muurschildering. De kunstenaar bleef stokstijf staan en riep woedend: "Je hebt mijn schildering verpest!" "Ja, meneer," antwoordde de assistent, "maar ik heb u het leven gered! Schilderen kunt u altijd nog." Jou lijkt het wel of God van tijd tot tijd jouw schildering verknoeid — alles wat je met jouw eigen talent en gave, jouw eigen geweldige ideeën, succes en prestatie gehoopt had te bereiken. Je bent verontwaardigd over wat Hij heeft toegelaten, maar de Heilige Geest zal zachtjes tegen je zeggen: "Ja inderdaad, ik heb je schildering verknoeid, maar ik heb je leven gered! Schilderen zul je zeker nog, maar de hand die de borstel vasthoudt, zal Gods hand zijn!" Als jij de Here Jezus als je Verlosser hebt aangenomen, als de Heilige Geest in jouw menselijke geest is komen wonen en je wederomgeboren bent, maar die oude Adamsnatuur, het vlees, nog steeds over je ziel heerst en je persoonlijkheid voor zich opeist door je denken te bepalen, je ambities aan te vuren, je genegenheid op te wekken, en je wil op subtiele wijze over te halen tot onderdanigheid aan zijn aanspraken op je, dan ben je een vleselijke christen. Dan ben je wat het Nieuwe Testament beschrijft als slechts een baby in Christus, en de Heilige Geest heeft verdriet over je onvolwassenheid.
Ben je verbijsterd over je levenswandel als christen? Je weet dat je verlost bent, maar onder de uiterlijke praktijk en belijdenis van je geloof ben je je bewust van het innerlijke knagen van een verontruste geest. Ware innerlijke vrede ontgaat je en je zucht om verlossing. Misschien heb je zoals vele anderen bij jezelf gezegd: "Ik heb een nieuwe thuisgemeente nodig, een nieuwe geestelijke omgeving." Maar als je weer eens een nieuwe kerk uitprobeert, dan zul je in de nieuwe even veel moeilijkheden ondervinden als in de vorige. Er is niets mis met jouw geestelijke omgeving, maar er scheelt des te meer aan jou. Als je dat niet rechtzet, zul je je leven lang een geestelijke zwerver zijn. Bedenk opnieuw dit essentiële feit: Hoeveel kun je doen zonder Christus? Niets. Jezus heeft gezegd: "De Zoon kan niets doen van Zichzelf," en tegen ons zegt Hij: "zonder Mij kunt gij niets doen." (Johannes 5:19; 15:5) Maar het is wonderlijk hoe druk wij het kunnen hebben met nietsdoen! "Het vlees," alles wat je doet los van Hem, "doet geen nut" (Johannes 6:63), en er is altijd de vreselijk mogelijkheid dat je, als je dit principe niet ontdekt, een leven lang in de dienst aan Jezus Christus niets doet. Dat moeten wij boven alles proberen te voorkomen.
God … maakt de doden levend. Romeinen 4:17
➸ Heb jij de verbijstering ervaren over jouw levenswandel als christen? Ben jij je bewust van het innerlijke knagen van een verontruste geest? Zo ja, wat denk je dat, vanuit Gods standpunt gezien, de reden hiervoor is? ➸ Zou er onvolwassenheid in jouw christelijke leven kunnen zijn, waar de Heilige Geest verdriet over heeft?
45. Evangelisch Gedresseerd
Er zijn ontelbare duizenden jonge mensen die belijden dat zij christen zijn en in hun gedrag zijn zij aangepast aan bepaalde patronen die in evangelische kringen van hun worden verwacht. Zij volgen die gedragspatronen, niet omdat zij er zo diep van overtuigd zijn, maar eenvoudig omdat zij evangelisch gedresseerd zijn. Wanneer zij ouder worden en naar een wereldse universiteit gaan, of bij het leger, of voor een ander milieu kiezen dat hen losweekt van het evangelische model waar zij zich aan aangepast hadden, zijn de resultaten onvermijdelijk rampzalig. Wanneer zij geconfronteerd worden met de nuchtere feiten van het leven in een wereld met totaal andere maatstaven, ontdekken zij dat zij nooit echt een moreel geweten hadden ten aanzien van wat dan ook; zij deden slechts wat hen aanvaardbaar maakte voor die ene religieuze groep waar zij indertijd lid van waren. Zij volgden een geweten van het gemak, dat het gedrag regelt volgens wat juist of onjuist is al naar gelang de gevolgen van dat gedrag. Maar een geweten van innerlijke overtuiging bepaalt wat op moreel vlak juist of onjuist is. Terwijl het geweten van het gemak onderhevig is aan elke veranderlijke wind van de tijdgeest, is het geweten van innerlijke overtuiging, dat ten volle onder controle staat van de Heilige Geest, verankerd in de waarheid. Wanneer de Heilige Geest woning komt maken in de geest van een mens, brengt Hij die absolute maatstaven van gerechtigheid met Zich mee naar binnen, die de eigenlijk aard en hetzelfde karakter van God weerspiegelen. Wanneer de Heilige Geest ermee begint de onopgesmukte slechtheid van je vlees aan jouw geest te openbaren, dan kan zulk een beangstigend overtuigingswerk maken dat je je afvraagt of je wel ooit echt gered bent geweest of niet. Dit is een gezond teken en een van de zekerste bewijzen van echte geestelijke wedergeboorte. Het werk van de Heilige Geest is als het binnendragen van een lamp in een duistere, vuile kamer; iets waarmee je in het donker hebt leren leven, wordt plotseling afstotelijk wanneer het in het licht gebracht wordt. Het is altijd een akelige ervaring als de Heilige Geest je laat kennismaken met de ware aard van je vlees, en het masker van het walgelijk gezicht ervan afrukt. Je hebt het gevoel dat je wilt wegrennen en, zoals Petrus, bitter moet wenen. (Lukas 22:62) Het dringt tot je door dat je een dieper werk van de genade nodig hebt dan een simpele schikking die je uit de hel en de hemel in helpt. Vanuit de bitterheid van de zelfontdekking begin je te roepen zoals David deed:
Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen. Zie, U vindt vreugde in waarheid in het binnenste, … Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg. Psalm 51:7-8; 11-13
En je zult de vreugde vinden die David ervoer: "Ik zal de HEERE te allen tijde loven, Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn." (Psalm 34:2)
Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren. Handelingen 3:19
➸ Aangaande welke zonden in jouw leven is de Heilige Geest jou aan het overtuigen? ➸ Welke maatstaven van gerechtigheid is de Heilige Geest tegenover jouw geweten aan het benadrukken?
46. Een Ontwakende Ziel
Het bekende verhaal in Johannes hoofdstuk 9, over de man die blind geboren was, is een mooie illustratie van de bediening van de Heilige Geest: het uit de slaap wekken van de ziel. Toen de voormalige blinde herhaaldelijk ondervraagd werd over hoe hij genezen was, vertelde hij hun zonder schaamte wat Jezus gedaan had. Was die man op dat moment christen? Nee. Hij wist niet genoeg om christen te kunnen zijn. Hij wist niet hoe zijn zonden vergeven konden worden door het vergoten bloed van onze vleesgeworden Verlosser. Hij wist niet wat het betekent door de persoon van de Heilige Geest Gods geschenk van Zichzelf te ontvangen en hersteld te worden tot die geestelijke Levensstatus waar de mens in geschapen was om in te functioneren. De uitdrukking "wederomgeboren" betekende voor hem niets. Maar hij wist wel dat een Man Die Jezus heette, stormenderhand in zijn leven was binnengekomen. Toen hij dit aan de Farizeeën probeerde uit te leggen, veranderden zij het volledig in een theologisch debat, net zo koud en ijselijk als het academische Christendom vandaag de dag zo vaak is. Toen zij hem opnieuw over Jezus ondervroegen, antwoordde hij dapper: "Hij is een profeet." (Johannes 9:17) Was hij daarom christen? Nee, maar er was wel duidelijk een ontwaken binnen in de ziel. Terwijl de polemiek zich voortzette, zei de man iets wat voor de Farizeeën werkte als een rode lap op een stier. Hij vroeg ze: "Wilt u soms ook Zijn discipelen worden?" (Johannes 9:27) Toen "scholden zij hem uit" (Johannes 9:28), en de man begon op rustige toon tot hen te preken. Hij eindigde met deze vlijmscherpe opmerking: "Als Deze niet van God was, zou Hij niets kunnen doen." (Johannes 9:33) Met andere woorden: "Dit is niets minder dan God aan het werk" — precies datgene wat Jezus op het oog had gehad om dat te demonstreren. Deze man was een ontwakende ziel, maar nog geen christen; hij was nog niet aangekomen bij die morele optie waar hij zijn keuze moest maken: ja of nee zeggen tegen Christus. De Farizeeën hadden al snel genoeg van de preek van de man die blind geweest was, en "En zij wierpen hem de synagoge uit." (Johannes 9:34) Toen brak de Here Jezus opnieuw in de man zijn leven binnen. Jezus wist dat er, voordat iemand geestelijk wederomgeboren kan worden, een ontwaken van de ziel moet zijn, waardoor wij weten wat wij nodig hebben en dan nederig genoeg zijn om het toe te geven, en te ontvangen wat alleen God kan geven. Dus toen Hij deze man aantrof, vroeg Hij hem: "Gelooft u in de Zoon van God?" De man
antwoordde: "En wie is Hij, Here, dat ik in Hem moge geloven?" (Johannes 9:35-36) Hij zei eigenlijk: "Als Hij een vriend van U is, dan is Hij een vriend van mij; als deze Zoon van God Degene is die U maakt tot het soort man dat U bent, dan kan ik niet wachten tot ik Hem ook leer kennen." Jezus zei hem: "Gij hebt Hem niet slechts gezien, maar die met u spreekt, die is het." (Johannes 9:37) Toen brak het moment aan dat de blind geboren man tot een besluit moest komen, want deze uitspraak van Jezus eiste van hem een morele reactie. De man antwoordde direct: "Heer, ik geloof!" Wij weten dat hij de waarheid over Jezus echt erkende omdat hij Hem onmiddellijk aanbad. (Johannes 9:38) Hij had God aan het werk gezien en nu erkende hij dat de Man die Jezus heette, God in het vlees was. Wanneer een ontwaakte ziel voldoende wordt geïnstrueerd en bereid is zich in "gehoorzaamheid des geloofs" (Romeinen 16:26) over te geven, is dat het moment dat God in actie komt om die ziel opnieuw geboren te doen worden. Op dat moment kijk je Jezus in de ogen en je zegt: "Nu weet ik genoeg en geloof ik genoeg zodat U mij kunt verzoenen en ontvangen en door de Heilige Geest voor altijd verzegelen als Uw kind, bewoond door het Leven van Christus."
Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten. Efeziërs 5:14
➸ Wie van de mensen rondom jou herken jij als "ontwakende zielen", mensen die hun behoefte erkennen aan wat alleen God geven kan?
47. Anderen in Staat Stellen om Jezus door Ons Heen te Ontmoeten
Jij en ik zitten altijd, vierentwintig uur per dag, in de business van evangelisatie, wanneer wij de Here Jezus toestaan Zijn Goddelijkheid te bekleden met onze menselijkheid, zodat anderen de Man Die Jezus heet, in ons kunnen ontmoeten. Daarom kun je nooit andere mensen helpen bij het begrijpen van het geloof in Jezus door eenvoudig voor ze op te sommen wat voor grote dingen jij in Zijn naam doet. Deze zijn slechts het bewijs van het geloof dat jij zelf hebt. Het Christelijke leven kan alleen verklaard worden met Jezus Christus, en zo lang jouw leven als christen nog steeds verklaard kan worden met jouw kwaliteiten — jouw persoonlijkheid, jouw wilskracht, jouw gave, jouw talent, jouw geld, jouw moed, jouw intellect, jouw toewijding, jouw offers, of jouw 'wat dan ook' — dan, ofschoon je het Christelijke leven misschien wel hebt, leef je het nog niet. Als jouw leven als christen verklaard kan worden met jou, wat heb jij jouw buurman dan te bieden? De manier waarop hij zijn leven leeft, kan al verklaard worden met hem, en wat hem betreft is het enige verschil tussen hem en jou, dat jij toevallig "religieus" bent, en hij niet. Het "Christendom" is misschien jouw hobby, maar niet die van hem, en niets aan de manier waarop jij het praktiseert, komt hem voor als opmerkelijk. Er is niets aan jou waar hij van opkijkt, en er is niets aanbevelenswaardigs aan jou waarvan hij vindt dat hij het niet even goed zou kunnen doen zonder het ongemak van ook christen te worden. Pas wanneer jouw kwaliteit van leven je buren versteld doet staan, zul je de aandacht op jezelf vestigen. Het moet voor hun overduidelijk worden, dat het soort leven dat jij leidt niet alleen prijzenswaardig is, maar menselijk gezien onverklaarbaar. Jouw levenswijze moet het gevolg zijn van enkel Gods vermogen om Zichzelf in jou te reproduceren, hoe weinig ze er ook van mogen begrijpen. De mensen rondom jou moeten ervan overtuigd raken dat de Here Jezus Zelf het onmisbare bestanddeel is van het leven dat jij leeft. Wij worden omringd door zoekende zielen die door de Heilige Geest op allerlei prachtige manieren wakker geschud zijn, opdat zij zich bewust worden van de ontbrekende factor in hun bestaan — ook al kunnen zij die behoefte waarschijnlijk niet verklaren of onder woorden brengen. Die ontbrekende factor is God Zelf, en zonder Hem is het menselijke leven geen echt leven, maar slechts een menselijk bestaan.
Wees dus oplettend en gevoelig voor Hem Die jouw menselijkheid bewoont. Hij kijkt de aarde rond, en kijkt niet naar de buiten- maar naar de binnenkant van hen die jou omringen. (1 Samuël 16:7), en hun ontwakend hart verlangt ernaar de realiteit van God in jou te zien.
… de liefde van Christus dringt ons … . 2 Korinthiërs 5:14
➸ Staan zij die jou omringen versteld van wat God in jouw leven doet? ➸ Wie zijn de zoekende zielen rondom jou?
48. Het Getuigenis van een Klein Jongetje
Na de Tweede Wereldoorlog hadden wij, terwijl onze bediening in Engeland zo in de groei was, duizenden jonge Duitsertjes die de Heer zochten. Wij noemden ze "Fakkeldragers" ("Fackelträger"). Eéntje was een prachtig kereltje dat wij Hubie noemden, wiens vader gesneuveld was in het Duitse leger. Hubie kwam op een dag mijn studeerkamer binnen en wij baden samen en hij nam Jezus Christus aan. Daarna was zijn honger naar de Heer niet te stillen. Toen hij naar Duitsland terugging, stelde men de ziekte van Hodgkin bij hem vast. De dokters gaven hem nog maar een paar weken te leven, maar door Gods goedheid bleef hij nog ongeveer vijf jaar leven, waarvan hij een groot deel bij ons in het tehuis doorbracht. Ofschoon hij vaak heel moe was en soms naar het ziekenhuis moest, was hij verder vrij actief en had hij maar één verlangen: iemand anders tot de Heer te leiden. Op een zondag in die dagen sprak ik met Jean, een Belgische jongen die op bezoek was, en vroeg hem of hij mee wilde doen aan het Avondmaal, dat wij die ochtend zouden gebruiken. "Nee," antwoordde Jean, "dat kan ik niet doen." Hij legde uit dat hij, sinds hij bij ons was gekomen, ontdekt had dat hij geen christen was. Ik had op dat moment geen tijd meer om met hem te praten, maar toen ik een paar minuten later Hubie zag, vertelde ik hem wat Jean gezegd had en vroeg ik hem een oogje in het zeil te houden. Die middag kwam Hubie met een stralende glimlach naar mij toe en vertelde mij dat hij met Jean gesproken had, en dat de jongen nu wederomgeboren was. Toen zei Hubie mij het volgende: "Ik ben er God zo dankbaar om, want vanaf de dag dat ik christen geworden ben, heb ik God gevraagd om mij tot zegen te stellen voor een jongen uit België. Je moet namelijk weten dat het een Belg was, die in het Verzet zat, die mijn vader heeft doodgeschoten. Ik wil graag een Belgische jongen terugbetalen met de gave van het leven, voor wat een Duitse jongen heeft geleden om de dood van zijn vader." Wie is die Belgische jongen tegengekomen in de menselijkheid van een stervend Duits jongetje met nog maar korte tijd te leven? Niet Hubie, maar de Man die Jezus heet.
Dat is evangelisatie, vierentwintig uur per dag, zodat degenen die met jou omgaan, wanneer of waar dan maar ook, de Man ontmoeten die Jezus heet, terwijl hun ziel begint te ontwaken. Op duizend en één manieren kunnen jij en ik aan anderen doorgeven dat er Iemand is Die binnen in ons woont, en dat Hij regeert. De allergrootste bijdrage die jij kunt leveren aan degenen om jou heen — jouw vrienden en familie — is dat zij de Man die Jezus heet, in jou herkennen, door alles wat jij doet en zegt en bent, en zelfs door de blik in je ogen en de toon van je stem heen. Dat is evangelisatie. Als wat dit boek uitlegt werkelijk waar is, en dit niet allemaal maar fantasie is, een of ander nobel ideaal, als Christus Zelf als persoon werkelijk in de kracht van Zijn opstanding binnen in jou en mij woont, wat zouden anderen dan logischerwijs en rechtmatig van ons moeten kunnen verwachten? Wat voor activiteit zouden zij moeten verwachten? Het antwoord op deze vraag is: Niets anders dan het gedrag van Christus Zelf. Het eerste hoofdstuk van het boek Genesis vertelt ons dat God twee grote lichten maakte en ze aan het uitspansel van de hemel plaatste, een groter licht (de zon) om over de dag te heersen, en een kleiner licht (de maan) om over de nacht te heersen. Maar de maan heeft van zichzelf geen licht. Zij schijnt in de duisternis door haar relatie met het grotere licht, de zon. Zelf heeft zij de wereld in duisternis niets te bieden; zij heeft alleen het zonlicht, dat zij ontvangt en getrouw weerkaatst, net zoals wij alleen het licht van de Heer hebben, en niets van onszelf, om de wereld in duisternis om ons heen aan te bieden.
… het Licht schijnt in de duisternis … . Johannes 1:5
➸ Herkennen anderen in jou de Man die Jezus heet, door alles wat jij doet en zegt en bent heen?
49. Gaan Waar je Gezonden Wordt
Het onvoorstelbare voorrecht dat God jou en mij gegeven heeft, is dat ons gezegd wordt wat wij moeten doen en dan te doen wat ons gezegd wordt. Wij kunnen dat met alle genoegen verwachten, want God weet wat Hij wil en Hij heeft alles in huis om Zijn goddelijke doelstellingen te bereiken. Ons leven wordt dan het ongelooflijke avontuur van opgenomen te worden in Zijn eeuwige, redding brengende doel. In het boek Handelingen ging de diaken, Filippus genaamd, nadat Stefanus gestenigd was en de kerk vervolgd en verstrooid werd, "naar de stad van Samaria en predikte hun Christus." (Handelingen 8:5) Het schokeffect was onmiddellijk voelbaar en verbazingwekkend: "En toen de scharen Filippus hoorden en tekenen zagen, die hij deed, hielden zij zich eenparig aan hetgeen door hem gezegd werd. Want van velen, die onreine geesten hadden, gingen deze onder luid geroep uit en vele verlamden en kreupelen werden genezen; en er kwam grote blijdschap in die stad." (Handelingen 8:6-8) De diaken Filippus werd evangelist Filippus, de grote campagneleider Filippus. Maar weldra gebeurde het volgende: " … een engel des Heren sprak tot Filippus en zeide: Sta op en ga tegen de middag de weg op, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza. Deze is eenzaam." (Handelingen 8:26) Deze engel des Heren, die natuurlijk een vertegenwoordiger was van de Here Jezus, deed niet meer dan Zijn instructies doorgeven aan een gezond lid van Zijn Lichaam: "Sta op en ga naar de woestijn." Er waren geen verdere instructies. Misschien hadden wij verwacht dat Filippus in discussie was gegaan: "Ik ben Filippus de evangelist! Ben je vergeten wat er in Samaria gebeurd is, toen ik in die stad gepreekt heb? Wat wil je dat ik in de woestijn ga doen, een stel geiten bekeren? Maar Filippus stribbelde niet tegen, omdat hij een man vol van de Heilige Geest was. Hoe weten wij dat? Omdat Filippus onmiddellijk na het ontvangen van de instructies "opstond en vertrok" (Handelingen 8:27). Wanneer je gezonden wordt en je gaat, dan word je geplaatst waar Christus je plaatst, en niets boezemt je dan vrees is. Dat is waarom deze eerste gelovigen de reputatie kregen van onverbeterlijk blij, totaal onbevreesd en bijna altijd in de problemen te zijn. Je weet hoe het Filippus vergaan is. Er was een andere reiziger op diezelfde woestijnweg, een Ethiopiër, een eunuch wiens ziel bezig was te ontwaken. Hij was naar de tempel in Jeruzalem geweest waar hij verwacht had te horen hoe hij God
kon vinden, maar daar was niemand die hem dat kon vertellen. Dus ging hij met een leeg hart terug naar huis, maar God liet het er niet bij zitten. Hij stuurde Filippus naar hem toe, een gezond lid van Zijn Lichaam, die op het ongelooflijke avontuur inging van te doen wat hem gezegd werd. Niemand die vandaag de dag op de wegen, of de straten van onze woonbuurten, wandelt, zal de Here Jezus tegenkomen in Diens eigen lichaam, maar Hij heeft nu wel een lichaam hier op aarde. Jij en ik zijn de handen, voeten, lippen, ogen, oren, het verstand en hart van Jezus Christus. Wij zijn hier om de Godheid bekend te maken. Onze lichamen zijn de enige die Hij op aarde heeft, maar door die lichamen heen kunnen onze medemensen een fysieke, zichtbare en hoorbare uitdrukking krijgen van de heerlijkheid van de onzichtbare God. Christus werd gevonnist, geëxecuteerd en begraven, maar nu Hij verrezen is, is Hij in jou en mij komen wonen. Met onze handen kan een klein kind Zijn aanraking voelen. Door onze lippen kan een wanhopige, eenzame vrouw Zijn stem horen, en een angstige man die ontredderd door de omstandigheden voor het leven wegrent, kan ons in de ogen kijken en Christus' glimlach zien. Dus bidden wij: "Herstel mij, lieve Heer, om te functioneren. Ik verdien het niet, en U heeft nooit gezegd dat ik het verdiende, maar ik wil dat U binnen in mij het recht heeft wat alleen U verdient — het recht God te zijn in een mens."
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Mattheüs 28:19
➸ Ben jij bereid om op te staan en te gaan, onmiddellijk wanneer Gods roepstem klinkt? ➸ Hoe heb jij het vertrouwen en de onverschrokkenheid ervaren van te weten dat je volledig in Gods wil was?
50. Sta Op en Ga
"Sta op en ga" was het bevel dat de Heer aan Filippus in Handelingen 8 gaf, en in het volgende hoofdstuk hoort een ander gezond lid van Christus' lichaam op aarde hetzelfde bevel in een andere situatie: "Sta op en ga naar de straat, die de Rechte heet, en vraag ten huize van Judas naar iemand uit Tarsus, genaamd Saulus, want zie, hij is in gebed." (Handelingen 9:11) Deze oproep was verontrustender dan de instructie die Filippus kreeg om naar de woestijnweg te gaan. Ananias vroeg zich onwillekeurig af: "Here, ik heb van velen over deze man gehoord, hoeveel kwaad hij uw heiligen te Jeruzalem aangedaan heeft; en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om allen, die uw naam aanroepen, gevangen te nemen." (Handelingen 9:13-14) In Zijn goedgunstigheid vertelde de Here Jezus Zijn uiteindelijke doel, waarbij Hij ook zijn duidelijk bevel herhaalde: "Ga," zei Hij Ananias, "want deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en de kinderen Israëls … ." (Handelingen 9:15) Het is begrijpelijk dat Ananias ongerust was over het lijden dat Saulus al veroorzaakt had en nóg kon veroorzaken. In plaats daarvan openbaarde Jezus aan Ananias het lijden dat Saulus zelf (later bekend als Paulus) zou ondergaan: " … want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet ter wille van mijn naam." (Handelingen 9:16) Ananias ging niet in discussie, maar gehoorzaamde gewoon: "En Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de heilige Geest vervuld worden." (Handelingen 9:17) Weer was er een leven van ongelooflijk avontuur begonnen, alleen maar omdat Ananias beschikbaar was. In het volgende hoofdstuk zien wij alweer dat bevel: " … sta dan op … en reis … " (Handelingen 10:20), deze keer van de Heilige Geest aan de apostel Petrus, die gestuurd werd om het evangelie te brengen naar Cornelius, een heiden en Romeinse centurio. Weer was er onmiddellijk gehoorzaamheid: "Petrus vertrok" (Handelingen 10:23). Nog een beschikbaar lid van het Lichaam van Christus ging naar een ontwakende ziel, en weer begon er een ongelooflijk avontuur. Wie zei Filippus te gaan? Wie zei het tegen Ananias? En van wie kreeg Petrus zijn orders?
De Here Jezus, als hoofd van Zijn lichaam, de Kerk, verloste zondaars, die bewoond werden door Zijn Geest en beschikbaar waren voor Christus. Wie was bezig de Kerk in het boek Handelingen te leiden? Niet een of ander bestuur of kerkelijke hiërarchie, maar Jezus. De gelovigen werden onder Zijn bevel tot actie aangezet; hun werd gezegd te gaan en zij gingen. Zij wisten wat het betekende christen te zijn, d.w.z. slechts de bekleding te worden die Jezus draagt, zodat er maar één mogelijke verklaring kon zijn voor de resultaten: Christus op de troon binnen in het hart van elke vergeven zondaar. Dit is de ware Kerk in actie: op het juiste moment de juiste persoon op de juiste plaats, die de juiste dingen zegt tegen de juiste mensen. De Kerk in actie is waar de Here Jezus nog steeds aan het werk is, bekleed met de menselijkheid van gezonde leden van Zijn Lichaam. Wanneer jij en ik, bij het uitvoeren van onze verantwoordelijkheid, anderen vertellen over Jezus, kunnen wij de uitgelaten verwachting hebben dat er iets bezig is te gebeuren van tijdloze waarde, of wij het ten volle zien of niet. Dat is wat het christelijke leven zo geweldig opwindend maakt!
Wij zijn dus gezangen van Christus … . 2 Korinthiërs 5:10
➸ Ben jij een gezond lid van het Lichaam van Christus, klaar en bereid om te gaan waar je heen gezonden wordt en te doen wat je gezegd wordt? ➸ Is jouw leven gevuld met datgene wat van tijdloze waarde is? ➸ Is jouw leven het ongelooflijk spannende avontuur dat God wil dat het is?
Een Laatste Woord De Voornaamste Stuwkracht
Nadat zij een punt in haar leven had bereikt waar zij totaal uitgeput was, was Bonnie Hain tot de conclusie gekomen dat het de worsteling gewoon niet waard was om door te gaan. In de verwachting dat haar man laat thuis zou komen, schreef zij op een dag een briefje en liet het op de keukentafel achter. Er stond op: "Ik heb het in bad gedaan zodat je de rommel niet zou hoeven op te ruimen." In Gods voorzienigheid kwam haar echtgenoot die dag vroeg naar huis. Hij trof zijn vrouw met beide polsen doorgesneden in bad aan, maar hij was op tijd om haar leven te redden. EEN SMEEKBEDE WORDT BEANTWOORD Bonnie en haar man waren geen christen, en ook hadden zij geen enkele voorstelling van wat het echt betekent christen te zijn. Maar toen zij later van het ziekenhuis terugkeerden, pleegde Bonnies echtgenoot een telefoontje naar een voorganger uit de buurt, die hij nooit ontmoet had. "Wilt u alstublieft komen?" smeekte hij. "Dit is een noodgeval." De voorganger, Bob Hobson, was ooit zelf door een tijd van diepe wanhoop in zijn leven en bediening heen gegaan, en het was toen dat ik de vreugde gekend had van Bob tot een begrip en toe-eigening te brengen van het inwonende Leven van Christus. Nu ging Bob, als antwoord op dit verzoek van een echtpaar dat hij nooit ontmoet had, bij hun op bezoek. Hij leidde hen beiden tot Christus, en hij wist precies wat dat betekent. Hij nodigde ze niet slechts uit om naar zijn kerk te komen of zelfs maar een besluit te nemen voor Jezus, zodat zij naar de hemel konden in plaats van naar de hel. Hij leidde ze tot Christus. Hij nodigde ze uit Iemand te ontvangen, zodat Iemand in hen kon leven, Iemand die in iemand woont. Een dergelijke waarheid was revolutionair voor dit echtpaar. Vanaf het moment van hun echte bekering begrepen zij ten volle wat het betekent geboren te zijn uit den hoge en het opstandingsleven te ontvangen van Degene Die gekruisigd was en toen uit de dood opstond om Zijn Leven op aarde met hun te delen, terwijl zij op weg waren naar de hemel. Nog steeds zijn zij razend enthousiast over dit leven.
Ik heb Bonnie goed leren kennen, en vaak citeer ik een gedicht dat zij schreef drie maanden nadat zij de hand aan zichzelf had willen slaan: CHRISTUS ONTDEKKEN IN MIJ! Dagelijks ontdekken Wie God echt is, Hem dagelijks danken dat Hij van mij is en ik van Hem, Dagelijks Gods grote liefde voor mij ontdekken Zulke genade, vergeving, helemaal gratis. Dagelijks ontdekken dat God om mij geeft, Dagelijks ontdekken dat Hij gebeden verhoort, Dagelijks ontdekken wat genade echt betekent: Onverdiende gunst die mijn verbeelding tart. Dagelijks te ontdekken dat God tegen mij spreekt; Hij spreekt door de Bijbel, Eens was ik blind, nu kan ik zien. Elke dag ontdekken, ontdekken dat ik leef, Dat ik alles wat ik nodig heb, gratis van Hem krijg. Dagelijks ontdekken dat Christus door mij heen werkt, dagelijks bewerkt Hij, wat anders niet zou kunnen. Dagelijks ontdekken dat ik het niet kan, maar Hij wel Hem dagelijks danken voor mijn plaats in Zijn plan. Dagelijks ontdekken hoe het echte leven zijn kan Wanneer ik leef in Christus en Hij in mij. Dagelijks een lied in mijn hart ontdekken Met een verwachting voor elke dag die begint. Mij verheugen en mij koesteren in een liefde zo goddelijk, Veilig in de wetenschap dat ik van Hem ben en Hij van mij. Behalve tevredenheid, zie ik opwinding! Een dagelijks avontuur: Christus die in mij woont!
EEN LAATSTE VERMANING Sta mij toe om, als afsluitende bemoediging om het spoor te houden in je dagelijkse avontuur van "Christus die in mij woont", de boodschap van dit boek samen te vatten. Waarheid is net zo tijdloos als God Zelf — zij verandert nooit. Zij kan vergeten, verdraaid, tegengewerkt, verworpen, vervalst of verdrongen worden, maar veranderen doet zij niet.
Waarheid is niet de nadruk die je legt, een idee, een partijprogramma, of slechts een keuze. Waarheid is gebiedend. God heeft ons zo geschapen dat de tegenwoordigheid van God als Schepper in mensen als schepsel, strikt noodzakelijk is voor onze menselijkheid. Als wij aan de norm voldoen, onderscheiden wij ons van het dierenrijk door een kwaliteit van leven en gedrag, die geen andere verklaring toelaat dan God Zelf Die door Zijn Heilige Geest in ons woont. Dit feit is de waarheid. Zij staat niet ter discussie en is niet vatbaar voor overleg. Het is geen keuze die wordt aangeboden, maar een feit dat verkondigd moet worden. Waarheid evolueert niet door de jaren heen, net zo min als God of Christus evolueert. ONMISBAAR VOOR ONZE MENSELIJKHEID Toen Hij onze menselijkheid aannam, nam de Here Jezus de rol van een mens aan, zoals God de mens bedoeld had. Degene door Wie "alle dingen geschapen waren" (Kolossenzen 1:16) koos ervoor het soort Mens te zijn dat Hij Zelf, als Schepper, gemaakt had. Toen Hij verklaarde dat Hij als Mens zonder de Vader niets kon doen (Johannes 5:19), demonstreerde Christus de waarheid die er altijd geweest is — dat wij als mensen niets kunnen doen zonder Hem. Op dezelfde manier als de Vader, als God, onmisbaar was voor Christus als Mens, is Christus als God nu onmisbaar voor ons als mensen in ons leven. Als je deze waarheid erkent en praktiseert, heb je de ware aard van bekering te pakken, en zonder die bekering heb je geen echt geloof, want echte bekering dwingt ons totaal afhankelijk te zijn van Christus, zoals Hij totaal afhankelijk was van de Vader. Christus in ons moet nu het werk doen, zoals de Vader in Hem het werk toen deed. Op deze wijze 'ontketenen' wij God in de wereld. God Zelf wordt de uiteindelijke grens van wat mogelijk is, naar het Hem goeddunkt. DE KERN VAN HET EVANGELIE Dit geeft ons een totaal nieuwe dimensie in ons begrip van het evangelie en de genezende maatregelen die het proclameert. Wij gaan erdoor begrijpen dat Christus niet alleen in de verlossing brengende daad gestorven is voor ons, maar ook dat Hij weer uit de dood opstond om Zijn leven te leven in ons, met het doel dat God met de wedergeboorte had. Het is door de opstanding van Christus dat wij wederomgeboren zijn, zoals de apostel Petrus ons leert: "Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden … ." (1 Petrus 1:3) Daarom proclameerde Paulus dat "als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud … ." (1 Korinthiërs 15:14) Christus' opstanding vormt de kern van het evangelie!
Elke afwijking van deze waarheid is een verwatering in ons denken en vindt haar oorsprong in de sluwheid van satan. Paulus was zich van dit gevaar bewust en uitte zijn grootste zorg hierover: "Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige [en loutere] toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden." (2 Korinthiërs 11:3) VRUCHTBAAR EN BEVRIJD Deze wedergeboorte, die door de opstanding van Christus mogelijk gemaakt is, is een goddelijk vinding met bovennatuurlijke resultaten. Net als een man die met een vrouw trouwt zodat zijn leven, aan haar doorgegeven, in en door haar heen gereproduceerd kan worden, zo ook behoren wij Eén Man toe, Christus: opdat wij "het eigendom zouden worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen." (Romeinen 7:4) Zijn Leven wordt dan, wanneer het bij onze wedergeboorte door de Heilige Geest aan ons toegediend is, gereproduceerd in en door ons heen, om "de grondvesten van vorige geslachten te herstellen" (Jesaja 58:12). Wij dragen vrucht die Hem eeuwig lof bereidt. De Here Jezus bracht het feit tot stand dat onze geestelijke eenheid met Hem, net als Zijn eigen eenheid met de Vader, de ware en ultieme basis is voor alle ware evangelisatie, zendingswerk en gemeentestichting. Zijn gebed tot Zijn Vader in Johannes 17:21-23 was in wezen dit: "De wereld zal weten en geloven dat U, de Vader, Mij gezonden heeft, als Mijn volgelingen in Ons zijn zoals Ik ben in U, Vader, en Ik in hun ben zoals U in Mij bent!" Het inwonende Leven van Christus — dat is de waarheid die ons vrij maakt!