PERSDOSSIER
WALVISSEN & DOLFIJNEN
TIJDELIJKE TENTOONSTELLING VAN HET MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN Van 14 oktober 2009 tot 29 augustus 2010
A. VOORSTELLING VAN DE EXPO
Persbericht Parcours van de tentoonstelling Verleng je bezoek en passeer langs de Walvissenzaal van het Museum Praktische informatie
B. WETENSCHAPPELIJKE INHOUD: EEN UITGELEZEN SELECTIE Evolutie van de walvisachtigen Bedreigingen in België Internationale Walvisvaartcommissie (IWC)
C. ACHTER DE SCHERMEN VAN DE EXPO: BEROEPEN IN HET MUSEUM Wetenschappelijk onderzoek bij strandingen Zoom op ons multimediateam
D. ACTIES VAN ANDERE INSTELLINGEN IN HET RAAM VAN BESCHERMING VAN WALVISSEN E. ACTIVITEITEN MUSEUM F. NIEUW IN HET MUSEUM 2010-2011
Biodiversiteit 2010 Nieuwe permanente Galerij van de Biodiversiteit – oktober 2010 G. ONZE PARTNERS
Persverantwoordelijke: Yannick Siebens – 02 627 43 77
[email protected]
A. VOORSTELLING VAN DE EXPO Persbericht “Ik ben de enige tentoongestelde bultrug in België. Ik hang al bijna 30 jaar in de inkomhal van het Museum waar ik dagelijks bezoekers zie passeren onder mijn imposant skelet. Mijn broers en zussen kunnen tot 30 ton wegen en toch bestaat onze maaltijd hoofdzakelijk uit garnaal. Verrassend, is het niet?” Kom de fascinerende wereld van zeezoogdieren bezoeken in onze nieuwe tijdelijke tentoonstelling
Walvissen & dolfijnen van 14 oktober 2009 tot 29 augustus 2010 in het Museum voor Natuurwetenschappen Lichtspel, filmprojecties en klankeffecten dompelen je onder in de sfeer van de oceaan. Van potvis tot dolfijn, van orka tot beloega, alle walvissen verbazen en fascineren. Achter de welgekende sterren van de oceaan schuilen meer dan 80 verschillende soorten. Kom ze ontdekken tijdens een ‘diepzeeduik’ in onze tentoonstelling! Walvissen lijken in veel aspecten op ons, landzoogdieren. Toch overstijgt hun uniek aanpassingsvermogen aan het watermilieu grotendeels ons begrip van deze zeezoogdieren. In een ver verleden dartelden hun voorouders immers vrolijk rond op het vasteland. We nodigen je dan ook uit om de drie grote stappen te herbeleven van hun terugkeer naar de zee. Dankzij interactieve opstellingen, projecties en levensgrote sculpturen van walvissen kan je het leven van deze zeezoogdieren ontdekken. Leer alles over hun gastronomisch menu, hun verleidingskunsten en hun zangrepertorium. Beleef de geboorte van een kalf en verbaas je over de gulzigheid van deze jonge walvis die wel 850 zuigflessen melk per dag drinkt. Probeer je adem net zo lang in te houden als de potvis, voor je naar de oppervlakte stijgt. En zoek in deze duikwedstrijd je weg met de sonar van de dolfijn. En, wie wint? Tijd om de feeërieke oceaan en haar rijkdom aan fauna achter te laten en terug met de voeten op de grond te komen. Ben je je bewust van de gevaren die deze dieren bedreigen? Jacht, vervuiling, verstrikkende visnetten, aanvaringen, klimaatopwarming… Al deze gevaren kunnen de walvissen op termijn met uitsterven bedreigen. Luister naar de mening van de experts en neem deel aan het debat. Wist je dat ook de Noordzee zeezoogdieren herbergt? Een korte wandeling langs de Belgische kust volstaat om hen op te merken. Er spoelen nog geregeld walvissen en dolfijnen bij ons aan. Dit fenomeen wordt bovendien al eeuwenlang geobserveerd. Hoewel tragisch, staan deze aangespoelde slachtoffers ons toe de walvissen beter te leren kennen. Wat moet er gebeuren bij de stranding van zeezoogdieren aan onze kust? Onze wetenschappers vertellen je er alles over. Walvissen & dolfijnen, een speelse reis onder water waarbij je de boeiende wereld ontdekt van deze meest aan het leven in de diepzee aangepaste zeezoogdieren, vanaf 6 jaar. Wil je het avontuur nog verder zetten? Ga dan naar de Walvissenzaal op de vierde verdieping. Je zal er in een stoet van 18 skeletten de ongelofelijke diversiteit aan walvissen ontdekken. Walvissen & dolfijnen, een reizende tentoonstelling ontworpen en gerealiseerd door het Muséum national d’Histoire naturelle (Parijs) en voor het Belgische gedeelte door het Museum voor Natuurwetenschappen (Brussel), met steun van FOD Leefmilieu, de BMM en het IWC.
Parcours van de tentoonstelling De tentoonstelling Walvissen & dolfijnen blikt terug op de evolutie van walvissen en geeft tevens een kijk op hun dagelijks leven en op de actuele en kritieke periode waarin vele walvissoorten zich bevinden. Reuzen van de zee, guitige speelvogels, drieste rovers… Potvissen, bruinvissen, orka’s of de minder gekende narwals en beloega’s… Al deze grote en minder grote zeezoogdieren behoren tot de Cetacea. Ontdek deze fantastische dieren, met het hoofd onder water of de voeten op de grond, in de volgende vier zones: Van land naar zee Als een zoogdier in het water De huidige bedreigingen En bij ons? Van land naar zee Reis terug in de tijd en volg in drie grote etappes hoe de walvissen de zee heroverden. Want ooit liepen deze dieren rond op het vasteland! Langzaamaan hebben zij zich aangepast aan het leven in water, om zich uiteindelijk helemaal los te koppelen van het land. Dankzij doorgedreven onderzoekswerk en archeologische opgravingen zijn nu de belangrijkste fases van deze fascinerende evolutie gekend. Ondertussen weten we ook dat de dichtste neven van onze walvisvrienden het nijlpaard, de koe en zelfs het varken zijn! Niet overtuigd? Vergelijk de radiografie van een mensenarm, een varkenspoot en de ‘vin’ van een dolfijn. Je zal tot de verrassende ontdekking komen dat de drie soorten dezelfde beenderen hebben. Als een zoogdier in het water In het tweede deel zal je je als een vis, pardon zoogdier, in het water voelen! Lichtspel, filmprojecties van walvissen en klankeffecten dompelen je onder in de sfeer van de diepe oceaan. In deze zone ervaar je hoe walvissen communiceren, wat ze eten, waarom ze zo goed zwemmen en nog veel meer. Je komt er ook alles te weten over hun fysiologie, biologie en levenswijze. Aan tafel! Hier geen vork of mes, maar filterende baleinen en netjes geplaatste tanden. Iedere walvis heeft zijn eigen eetstrategie ontwikkeld. Kom daarna naar het waterspektakel “Sea, sex & walvissen”, vergaap je aan de verleidingskunsten en het paren van walvissen en aan de geboorte van een kalf. Jonge walvissen zijn niet alleen schattig, het zijn ook echte gulzigaards! Een verbluffende stapel van wel 850 zuigflessen melk geeft je een beter idee van het dagelijks menu van onze jonge walvis. Wie gelooft dat de zeewereld kalm en vredig is, vergist zich schromelijk. De oceaan zit vol geluiden. Luister naar het gezang van de walvissen en doorprik het geheim van de echolocatie, een ingenieus systeem waarmee dolfijnen zich kunnen oriënteren, communiceren met hun soortgenoten en hun prooien lokaliseren. Vergelijk ten slotte de duiktechnieken van de mens met die van de walvis. Hoewel deze dieren geregeld naar adem moeten happen aan de oppervlakte, zal je ondervinden dat ze schitterende zwemmers zijn. De huidige bedreigingen Decorwisseling: walvissen zijn vandaag met uitsterven bedreigd. Hier staan de grootste gevaren voor deze dieren centraal. De jacht vormde de belangrijkste bedreiging, maar is nu gereglementeerd. Helaas gaat deze jacht in bepaalde landen nog gewoon door. Om zelf een oordeel te kunnen vellen over de kwestie, krijg je de standpunten van de verschillende betrokken actoren voorgeschoteld, in het bijzonder die van Alexandre de Lichtervelde, Belgische Commissaris bij de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC), Voorzitter van de Werkgroep Aanvaringen met walvisachtigen.
Maar de jacht is niet het enige juk dat weegt op de walvissen. Wel integendeel! Ook menselijke invloeden als vervuiling van de oceanen, verstrikkende visnetten, klimaatopwarming, aanvaringen en vernietiging van habitats brengen de walvissen verder in gevaar. Je bewust worden van de risico’s is een eerste stap in de goede richting. Oplossingen voorstellen is nog veel beter! Een audiovisuele installatie presenteert je de verschillende acties die worden ondernomen om de zeezoogdieren te beschermen. En bij ons? Wist je dat de Noordzee een van de rijkste zeeën ter wereld is? Hier kan je talrijke zeezoogdiersoorten tegenkomen, van walvissen tot zeerobben. Al eeuwenlang worden strandingen opgemerkt zoals afgebeeld op etsen uit die tijd. Tijdens het laatste decennium is het aantal gestrande walvissen aan de Belgische kust aanzienlijk toegenomen. Meestal gaat het om kleine walvissen die al gestorven zijn wanneer ze aanspoelen. In België tracht een netwerk van universiteiten en het KBIN de bedreigingen en doodsoorzaken van de aangespoelde dieren op onze stranden te identificeren. Een van de grootste gevaren wordt rechtstreeks gekoppeld aan een menselijke activiteit: de onopzettelijke vangst waarbij zeezoogdieren in visnetten terechtkomen (bijvangst). In deze zone leer je welke soorten bij ons te vinden zijn en welke plaatselijke acties Belgische wetenschappers leiden, met het oog op het bestuderen en bewaren van de zeefauna.
Verleng je bezoek en passeer langs de Walvissenzaal van het Museum Met hetzelfde toegangsticket kan je je bezoek aan de wereld van de walvissen verderzetten in de vaste collectie, op de vierde verdieping van ons Museum. Een bezoek aan de walvissenzaal is een betoverende reis… Je zinkt er weg in het zachte halfduister, terwijl kolossale skeletten boven je hoofd lijken te zwemmen.
Een gigantische potvis duikt er langs slanke dolfijnen en goedaardige doejongs. Walrussen en zadelrobben kijken toe van de kant. Let vooral op het skelet van de zeer zeldzame dwergwalvis waarvan er over de hele wereld maar zes in musea te bewonderen zijn.
Praktische info Museum voor Natuurwetenschappen Vautierstraat 29 – 1000 Brussel Info tijdens kantooruren: 02 627 42 11
[email protected] www.natuurwetenschappen.be Openingsuren Van dinsdag tot vrijdag: 9.30 tot 17.00 uur. Tijdens het weekend en de (Belgische) schoolvakanties: 10 tot 18 uur (dinsdag tot zondag). Gesloten op maandag, op 25/12, 1/1 en 1/5 Bereikbaarheid Onze parking is klein… Gebruik bij voorkeur het openbaar vervoer. Metro Lijn 1-5 Maalbeek of Lijn 2-6 Troon Station Brussel Luxemburg Bus 34 of 80, halte Museum – 38 of 95, halte Parnassus Je kan een B-dagtrip kopen in elk station: nr. 510 of 511 (trein en toegang). Tarieven Bezoek aan Walvissen & dolfijnen en vaste collecties. Individuele bezoekers: € 9: volwassenen € 8: studenten, senioren, Vrienden van het KBIN, personen met een handicap € 6,50: jongeren 6-17 jaar € 2 : abonnees van het Museum Groepen (vanaf 15 personen) – reserveren verplicht op +32 (0)2 627 42 52 (ook voor picknickruimte) € 8: volwassenen € 5: jongeren (2 tot 25 jaar) Gratis - Eerste woensdag van de maand vanaf 13 uur (geen reservering) - Kinderen < 6 jaar in gezinsverband - ICOM - Leraren op vertoon lerarenkaart - Begeleiders van personen met een handicap Dino Café Voor een hapje en drankje of iets stevigers, hou je pauze in het Dino Café. Dinoshop Iedereen kan terecht in onze museumwinkel voor een leuk aandenken (films, boeken, knuffels, T-shirts, gadgets). Open tijdens de openingsuren van het Museum. Fotograferen en filmen voor persoonlijk gebruik is toegelaten, zolang het de andere bezoekers niet stoort. Fotograferen en filmen voor professionele doeleinden is enkel toegestaan via de persdienst op 02 627 43 77 (dit nummer niet publiceren aub, enkel voor de pers).
B. WETENSCHAPPELIJKE INHOUD: EEN UITGELEZEN SELECTIE Van landzoogdier tot walvis: een duik in de evolutie van de walvisachtigen Olivier Lambert, paleontoloog
Dankzij een aantal paleontologische ontdekkingen van de voorbije 25 jaar is de evolutie van de walvissen uitgegroeid tot een (spectaculair) schoolvoorbeeld van een geslaagde overgang naar een fundamenteel verschillend leefmilieu. De overgang van een leven aan land naar een wateromgeving kwam in de geschiedenis van de zoogdieren herhaaldelijk voor (bij zeeroofdieren, otters en zelfs de poolbeer). Maar de radicale anatomische veranderingen bij dolfijnen en walvissen zijn uniek, en enkel de zeekoeien (lamantijnen en doejongs) ruilden op een gelijkaardige wijze hun leven aan land voor een bestaan in het water. Toen de walvissen onder de zoogdieren geclassificeerd werden, rees bij de natuuronderzoekers van de 19de eeuw (waaronder Darwin) een belangrijke vraag: als de meeste huidige zoogdieren op het vasteland leven, hoe kon een op het land levende voorouder met vier poten zich op zo’n spectaculaire manier aan het zeeleven aanpassen? Of anders gezegd: wat waren de grote stappen in de evolutie van de walvissen, waardoor ze de meest gediversifieerde groep zeezoogdieren werden? Sinds een kwarteeuw beschikken we over steeds meer paleontologische gegevens over de eerste walvissen, dankzij allerlei opgravingen op sites in India, Pakistan en Egypte, waarvan de sedimenten dateren uit het eoceen. Tussen het eoceen (56 tot 34 miljoen jaar geleden) en de grote crisis van de krijt-tertiairgrens (65 miljoen) liggen ‘slechts’ enkele miljoenen jaren. Die crisis betekende niet alleen het einde van de dinosauriërs, maar ook het uitsterven van heel wat groepen zeereptielen en liet een aantal ecologische niches in de zeeën leeg achter. De eerste walvissen worden gemakshalve ondergebracht bij de archeoceti. Dit is de groep die overblijft als we uit de orde van de walvissen de twee subordes die tot op vandaag nog vertegenwoordigd zijn, schrappen: de odontoceti (tandwalvissen met daarbij de dolfijnen, bruinvissen, potvissen, spitssnuitdolfijnen, beloega's, de narwals en meerdere groepen rivierdolfijnen) en de mysticeti (baleinwalvissen). De oudste gekende archeoceti zijn allen ontdekt tussen 53 en 47 miljoen jaar geleden in India en Pakistan. De paleontologen op deze sites begrepen al snel dat ze op het punt stonden de evolutiegeschiedenis van de walvissen te onthullen. Die eerste walvissen bleken allemaal achterpoten te hebben! Een van die bijzondere ontdekkingen was de Pakicetus. De Pakicetus was zo groot als een wolf en had robuuste voor- en achterpoten die zo geproportioneerd en geleed waren dat hij zich wellicht nog gemakkelijk op het vasteland kon voortbewegen. Daarnaast vertoonde zijn wervelkolom niet de typische beweeglijke zones van bepaalde zeezoogdieren (zoals de otter, die kan zwemmen door golfbewegingen met zijn lichaam te maken) en zaten zijn neusgaten nog op het uiteinde van zijn snuit, zoals bij de landzoogdieren. Hier ontwaren we dus maar weinig aanpassingen aan het zeeleven. Zijn tanden en duidelijk langgerekte schedel zijn de belangrijkste eigenschappen van de Pakicetus waardoor hij als walvis kon beschouwd worden. In iets jongere lagen werd het skelet van een andere archeocetus ontdekt. Dit dier kreeg de naam Ambulocetus natans (de walvis die loopt en zwemt). Hij was groter dan de Pakicetus, bijna zo groot als een walrus. Hij had bovendien al een amfibisch leven, een beetje zoals de krokodil. Zijn robuuste achterpoten met lange middenvoetsbeentjes en kootjes dienden voor de voortstuwing in het water. De slagbewegingen van de poten werden versterkt door de rug-buikgolfbeweging van de wervelkolom. Er is dus nog geen sprake van
een staartvin zoals bij de hedendaagse walvisachtigen. De morfologie van zijn voorpoten laat vermoeden dat de Ambulocetus zich nog als een zeeleeuw aan land kon voortbewegen. In tegenstelling tot de Pakicetus vertoont de schedel van de Ambulocetus auditieve eigenschappen waaruit een grotere gevoeligheid aan onderwatergeluiden blijkt. In Beloetsjistan (Pakistan) stuitte men op de Rhodocetus, een tijdsgenoot van de Ambulocetus, met een lengte van ruim drie meter. Net als de Ambulocetus heeft hij achterpoten met lange tenen, waarop de paleontologen spieraanhechtingsgebieden ontdekten. De poten waren kennelijk voorzien van zwemvliezen. Dit dier bewoog zich dus nog hoofdzakelijk voort door met deze zwemvliezen te stampen. Een andere belangrijke ontdekking bij zowel de Pakicetus als de Rhodocetus: het sprongbeen. Dit botje in de enkel duidt bij deze twee archeoceti op een bijzondere articulatie als een dubbele katrol: het ene met het scheenbeen, het tweede met de andere botten in de enkel. Een dergelijke bouw van het sprongbeen werd lange tijd beschouwd als uniek voor de evenhoevigen, de groep van hoefdieren met een even aantal tenen, zoals de koe, het varken, de lama, het nijlpaard... Deze ontdekkingen bevestigen dus de eerdere hypothese van genetici over een verwantschap tussen de walvissen en de evenhoevigen. De walvis staat dichter bij de koe of het nijlpaard dan bij elke andere groep van landzoogdieren. We trekken nu even naar Egypte waar zeer rijke zeeafzettingen uit het boven-eoceen van het Fajoem (~ 37 miljoen jaar) tal van skeletten van archeoceti hebben opgeleverd. Daarvan is de Basilosaurus hét symbool van de fossiele walvissen. Dit dier is eveneens gekend van Noord-Amerikaanse afzettingen en werd aan het begin van de 19de eeuw als een zeereptiel beschouwd (vandaar zijn naam ‘koningshagedis’). Deze verkeerde identificatie – die weliswaar vlug werd rechtgezet – was gebaseerd op het langgerekte lichaam van de Basilosaurus, dat wel 18 meter lang kon worden! De slangachtige wervelkolom mondt uit in een naar verhouding kleine kop met robuuste kaken en grote tanden. De opvallendste eigenschap van de Basilosaurus, pas ontdekt in 1990, zijn de immens kleine achterpoten, nauwelijks 3 % van de totale lengte van het dier. Deze poten speelden ongetwijfeld geen enkele rol meer bij het voortbewegen. De vorm van de laatste staartwervels, waarvan de breedte groter is dan de hoogte, duiden echter op de aanwezigheid van een horizontale staartvin, zoals we ook nu bij de moderne walvissen zien. In dit geval kunnen we dus spreken van een walvis die net de overgang heeft gemaakt van een voortstuwing met zijn achterpoten naar een voortbeweging met een staartvin. De archeoceti uit het boven-eoceen konden reeds grote afstanden in zee afleggen, ze hadden zich volledig van het vasteland losgemaakt. De weg was vrij voor het eerste uitzwermen van hun directe afstammelingen, de odontoceti en de mysticeti. Op het einde van het eoceen komt het verval van de archeoceti op gang, terwijl de eerste leden van de twee moderne subordes van de walvissen zich aandienen. De odontoceti en de mysticeti zullen zich allebei perfect aan het zeeleven aanpassen: de voorpoten maken plaats voor stevige vinnen, de verschillende wervelkolomzones gaan zich specialiseren en de neusgaten komen bovenop de schedel te staan. Dankzij twee fundamentele nieuwigheden in de voedingswijze kunnen de odontoceti en de mysticeti van elkaar onderscheiden worden. Vanaf het oligoceen (34 tot 23 miljoen jaar) gaan de odontoceti een uiterst doeltreffend systeem ontwikkelen voor de opsporing van prooien en obstakels onder water. Net als de vleermuizen – een andere groep zoogdieren die overgingen naar een compleet andere leefomgeving – zijn de odontoceti voorzien van een echolocatiesysteem. Ter hoogte van het voorhoofd zenden zij ultrasone geluiden uit en bundelen die via de ‘meloen’ (vetrijk weefsel op het voorhoofd) op de prooi. De echo wordt via een holte in de onderkaak naar het binnenoor doorgeseind. De schedels en de gehoorsbeentjes van heel wat odontoceti uit het oligoceen wijzen erop dat deze voorgangers van de dolfijnen, bruinvissen en potvissen zich reeds met behulp van een sonar oriënteerden. Een belangrijke factor trouwens van hun succes.
De mysticeti (vinvissen, bultruggen, Groenlandse walvissen...) rekenen op een andere originele voedingswijze. Hun snuit werd breder en platter, hun kaken verloren hun tanden, en een aantal baleinen ontwikkelden zich vanuit het tandvlees op de bovenkaak. Via deze baleinen kunnen de walvissen enorme hoeveelheden zeewater filteren en er enorm veel kleine organismen uithalen: schaaldieren, visjes … De meest primitieve mysticeti uit het oligoceen beschikten nog over tanden, maar hadden ondanks hun brede kaken nog geen baleinen. Al vlug zien we iets meer gespecialiseerde soorten die tanden en baleinen combineren (ontdekt via de observatie van kleine voedingsspleetjes langs de rand van de bovenkaak!). Alweer een overgang die prachtig geïllustreerd wordt door fossielen. Dankzij deze aanwinst gaan de baleinwalvissen stukje bij beetje groeien. Denk maar aan de huidige blauwe vinvis, die wel 30 meter lang kan worden.
Bedreigingen in België Sigrid Maebe, mariene bioloog Walvisachtigen in gevaar Niet alleen de jacht bedreigt de walvissen. Ook door andere menselijke activiteiten raken ze gewond, uitgemergeld, gedesoriënteerd, in netten verstrikt… De industrialisering en verstedelijking van de kustgebieden en de toename van het verkeer op zee brengen milieuvervuiling, geluidsoverlast en aanvaringen met zich mee en dragen daarenboven bij tot habitatverwoesting en klimaatopwarming. We moeten hiertegen collectief en individueel reageren, opdat alle walvissoorten zouden kunnen blijven bestaan. Deze dieren zijn van het allergrootste belang voor de biodiversiteit van de oceanen! Chemische verontreiniging Walvissen krijgen bijzonder veel problemen door het giftig afval dat in oceanen en rivieren terechtkomt. Ze bevinden zich aan het eind van de voedselketen en hun voedsel bevat veel afvalstoffen die in hun organisme blijven. De wijfjes geven die dan met de moedermelk aan hun kalveren door. In de weefsels van besmette dieren vinden we vooral organische chloorverbindingen en zware metalen uit industrie en landbouw en PAKs (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) uit aluminiumfabrieken. Deze giftige stoffen kunnen tumoren, immuunstoornissen en voortplantingsproblemen veroorzaken. Geluidshinder Bijna iedereen denkt dat er onder de zeespiegel absolute stilte heerst, maar het tegendeel is waar. Bovenop de natuurlijke geluiden is er ook lawaai van menselijke oorsprong. Door zeevaart, militaire oefeningen en de petroleum- en gaswinning worden de oceanen elke dag rumoeriger. De wetenschappers vragen zich af in welke mate die geluiden balein- en tandwalvissen hinderen: zorgen ze voor stress of gehoorstoornissen of verstoren ze de geluidssignalen die walvissen gebruiken om te communiceren en hun weg te vinden? Omdat er nog niet voldoende geweten is over de exacte effecten van geluidshinder, zijn er nu wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s opgezet om na te gaan wat de langetermijneffecten van door de mens veroorzaakte geluiden zijn. Ondertussen vragen wetenschappers aan industriëlen en militairen of ze bij hun activiteiten rekening willen houden met de walvissen. Klimaatveranderingen De invloed van klimaatveranderingen op de walvissen is een wereldomvattend probleem en daarom moeilijk te duiden. Toch zouden waarnemingen erop wijzen dat bepaalde populaties hun trekpatroon en hun voedingswijze gewijzigd hebben. Zo zouden er hier bij ons meer bruinvissen voorkomen, omdat de populatie verhuisd is om meer voedsel te vinden. Aanvaringen Schepen zorgen niet alleen voor geluidshinder, maar botsen ook wel eens met baleinwalvissen of potvissen. Vooral waar walvissen komen eten en zich voortplanten is het gevaar voor aanvaringen nog groter. In 2006 spoelde bij ons een bultrug aan die duidelijk slachtoffer was geweest van een aanvaring en in 2009 een gewone vinvis. Bijvangst Sinds er op alle zeeën ter wereld steeds intensiever gevist wordt, neemt het aantal onbedoelde vangsten toe. Walvissen raken vaak gevangen tussen de mazen van de vang- of sleepnetten. Ze verwonden zich of stikken. Maar is deze bijvangst te vermijden? De laatste jaren zijn er andere middelen ingezet om de bijvangst te beperken: akoestische afschrikmiddelen, luiken waardoor de dieren kunnen wegglippen… De vissers werken mee want zij willen natuurlijk ook geen dolfijnen in hun netten!
Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) België en de bescherming van walvisachtigen op internationaal niveau België is sinds 2004 lid van de Internationale Walvisvaartcommissie (de IWC telt momenteel 88 lidstaten, waaronder 24 EU lidstaten), waar het een actieve rol speelt binnen de groep landen die geen jacht maken op walvissen en een effectieve regeling - en zelfs de afschaffing - van de commerciële jacht op de walvis willen bereiken. Het thema van dierlijk welzijn is ook van belang voor België. Sinds het in voege treden van het moratorium op de commerciële jacht in 1986 werden, onder het mom van wetenschappelijk onderzoek, meer dan 25 000 walvissen behorende tot vijf verschillende soorten gedood door een klein aantal jagende landen. Deze cijfers slaan echter niet op de kleine walvisachtigen, noch op de slachtoffers van botsingen met schepen, toevallige bijvangst in vissersnetten (300.000 walvisachtigen per jaar) of het stranden ten gevolge van blootstelling aan de krachtige, militaire sonars of vervuiling. Zowel in het Noordelijk als in het Zuidelijk halfrond ontwikkelt het observeren van walvissen zich echter tot een toeristische activiteit met de allures van een industrie, en wordt het beschouwd als een alternatief voor de jacht (met een omzet van 1 miljard dollar per jaar overtreft het in omvang de walvisindustrie). Natuurbehoudsaspecten In 2003 werd een Comité voor Natuurbehoud opgericht om te beantwoorden aan de bovengenoemde bedreigingen anders dan de jacht. Een van de steeds weerkerende thema’s van de zeer gemediatiseerde jaarlijkse vergaderingen van de Internationale Walvisvaartcommissie heeft betrekking op walvisreservaten. Tot op heden bestaan enkel het toevluchtsoord van de Indische Oceaan en het toevluchtsoord van de Australische zeeën. Reeds verschillende jaren stellen Argentinië en Brazilië de creatie van een nieuw toevluchtsoord in de ZuidAtlantische Oceaan voor, en zijn Australië en Nieuw-Zeeland voorstander van het instellen van een toevluchtsoord in de Stille Zuidzee. Deze voorstellen halen echter niet het vereiste aantal stemmen. Naast de walvisreservaten zou de instelling van beschermde mariene zones in volle zee een belangrijk bijkomend instrument vormen om het voortbestaan van de populaties van walvisachtigen te verzekeren, en België draagt ook in dit kader actief bij tot de onderhandelingen. Het werkprogramma van België Deze omvat met name: - Actieve deelname aan de jaarlijkse vergadering van de Commissie en van het Wetenschappelijk Comité; - Deelname aan de intersessionele werkgroepen; - Politieke en wetenschappelijke steun aan landen die in principe gekant zijn tegen de jacht, maar momenteel nog niet actief deelnemen aan de onderhandelingen; - Opmaak van een vooruitgangsverslag gericht op de Belgische wetenschappelijke activiteiten inzake walvisachtigen; - Vulgariserende artikelen en wetenschappelijke publicaties. In juni 2005 heeft België, in het kader van het Comité voor Natuurbehoud, een Natuurbehoudsagenda voorgesteld dat goedgekeurd werd door de IWC. Het bevat drie hoofdstukken: vermindering van de menselijke impacten, bescherming van de soorten en van de populaties en natuurbehoud van habitats. Botsingen met schepen België is bovendien sinds 2005 voorzitter van de werkgroep voor de botsingen tussen schepen en walvisachtigen, een belangrijke doodsoorzaak. Een gecentraliseerde databank over botsingen is in ontwikkeling om de omvang van het probleem te evalueren. Om het risico op botsingen te verminderen, zal men in de
toekomst de informatie over de schepenroutes vergelijken met de migratieroutes en leefgebieden van walvisachtigen. Botsingen werden ook door de IWC op de agenda van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) geplaatst. Agreement on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic and North Seas (ASCOBANS) België is eveneens lid van het ASCOBANS-verdrag. Dit verdrag beschermt kleinere walvisachtigen, zoals de bruinvis en verschillende dolfijnensoorten, in de Noordzee en Baltische Zee. In tegenstelling tot grotere walvisachtigen is het niet de rechtstreekse jacht die een bedreiging vormt voor deze soorten in dit deel van de wereld. Vele dieren blijken echter verstrikt te raken in netten uitgezet door recreatieve of professionele vissers. Daarnaast ondervinden ze ook steeds meer druk van negatieve invloeden als habitatdegradatie, vervuiling of geluidsoverlast (bijvoorbeeld sonar of het slaan van heipalen op zee). In het kader van ASCOBANS werd niet alleen de jacht op deze soorten verboden. Ook werd recent een herstelplan voor de bruinvis in de Baltische Zee goedgekeurd, en is een herstelplan voor de bruinvis in de Noordzee in ontwikkeling. Ondertussen worden veranderingen in de populatie in de gaten gehouden door geregelde tellingen. Naast de actieve deelname aan bovenstaande programma’s, wordt door België de ontwikkeling van bruinvis in onze eigen wateren opgevolgd. De doodsoorzaak van dieren die op onze kust aanspoelen wordt systematisch onderzocht. In de Belgische professionele visserij werden reeds inspanningen gedaan om mogelijke onbedoelde bijvangst tot een minimum te beperken. Het gebruik van warrelnetten in het kader van de recreatieve visserij, nog steeds toegelaten in België, blijft jammer genoeg nog steeds slachtoffers eisen.
Contacten Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Dienst Internationale Zaken Dhr. Alexandre de Lichtervelde, Belgische Commissaris bij de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC), Voorzitter van de Werkgroep Aanvaringen met walvisachtigen. Tel.: 32 2 524 96 17 e-mail:
[email protected] Dienst Mariene Milieu Dhr. Paulus Tak, vertegenwoordiger bij ASCOBANS Tel.: 32 2 524 96 31 e-mail:
[email protected]
C. ACHTER DE SCHERMEN VAN DE EXPO : BEROEPEN IN HET MUSEUM Wetenschappelijk onderzoek van het Museum Sigrid Maebe, marien bioloog Wetenschappelijke actualiteit van de BMM (www.mumm.ac.be) 22 september 2009 — Vinvis in Antwerpen Op 22 september 2009 werd een walvis opgemerkt op de boeg van een schip dat Antwerpen binnenvaarde. Het gaat om een volwassen vinvis. Het kadaver wordt naar het Sint-Anna strand gesleept en daar zullen wij een autopsie uitvoeren.
23 september 2009 — Autopsie gewone vinvis Antwerpen Vannacht werd de autopsie op de gewone vinvis van Antwerpen gehouden. De eerste resultaten zijn de volgende: - soort: gewone vinvis, volwassen vrouwelijk dier - goede lichaamsconditie (dikke laag vet) - lengte: 20 meter! - geschat gewicht: 40 ton! - talrijke inwendige verwondingen in de buikholte, gebroken ribben, kneuzingen - doodsoorzaak: gestorven ten gevolge van een aanvaring met een schip 2 tot 3 dagen geleden. Met dank aan de Stad Antwerpen, de Civiele Bescherming, politie en brandweer, Dienst Maritieme Toegang, Universiteit Luik, Universiteit Gent, DG Leefmilieu.
De BMM, het Noordzeedepartement van het KBIN, coördineert het onderzoek van zeezoogdieren die bij ons op het strand terechtkomen, die op zee gevonden of per ongeluk gevangen worden. Onderzoekers zorgen voor dat kadavers van gestrande zeezoogdieren beschikbaar zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoek van de kadavers kan de problemen waarmee deze populaties geconfronteerd worden aan het licht brengen. Problemen zijn onder meer vervuiling door olie, pesticiden, zware metalen en PCB's, overbevissing, en bijvangst in visnetten. Elke dolfijn of walvis wordt aan een autopsie onderworpen om de doodsoorzaak vast te stellen. Grote walvissen worden op het strand zelf onderzocht en het kadaver wordt opgeruimd. Bij dolfijnen wordt de autopsie uitgevoerd in de Universiteit van Luik. Het kadaver wordt gemeten, gewogen en uiterlijk op parasieten en verwondingen gecontroleerd. De vetlaag van de zeezoogdieren wordt gemeten: het is een goede indicator van de algemene gezondheidstoestand van het dier vóór zijn dood. Een dikke vetlaag geeft aan dat de dieren een goede lichaamsconditie hadden. Wanneer ze lange tijd niet genoeg voedsel hebben gegeten, wordt de vetlaag dunner, en zijn ze minder beschermd tegen koude. Er wordt ook gezocht naar uiterlijke kenmerken van verwondingen door visnetten of door een aanvaring met een schip. Verder worden alle organen onderzocht op parasieten
(wormen in longen, maag…) of andere ziekten. Wetenschappers nemen ook stalen van alle organen voor toxicologisch of histologisch onderzoek. Extra stalen worden bijgehouden in een grote reële gegevensbank (koelkasten, diepvriezers en bewaarplaatsen) en een digitale gegevensbank. Sinds de start van dit wetenschappelijk onderzoek in 1991 hebben we in 2009 al meer dan 20.000 stalen genomen tijdens de 1000 uitgevoerde autopsies! De digitale databank bevat gegevens die teruggaan tot de middeleeuwen met enkele historische gegevens over walvisstrandingen. Informatie over waarnemingen en strandingen van zeezoogdieren is belangrijk om te bepalen hoe groot de populatie is en hoe deze evolueert. Deze databank is beschikbaar op het internet: http://www.mumm.ac.be/NL/Management/Nature/search_strandings.php Interessante beenderen, schedels, tanden of zelfs hele skeletten worden hier in het Museum voor Natuurwetenschappen bewaard voor tentoonstellingen zoals deze! De BMM beschikt ook over materieel voor het transport van levende gestrande dolfijnen. Deze dieren worden overgebracht naar het gespecialiseerde opvangcentrum in Nederland (Harderwijk) waar ze verzorgd en later terug vrijgelaten worden. Als walvissen levend stranden, is er weinig hoop op een goede afloop. Het is ontzettend moeilijk om zulke grote dieren terug in zee te drijven. Meestal sterven ze van uitputting of door verstikking door hun eigen gewicht, omdat hun lichaam niet meer gedragen wordt door het water. Samen voor walvissen en dolfijnen Op internationaal gebied is België lid van verschillende organisaties die walvissen en dolfijnen wetenschappelijk onderzoeken en hun instandhouding willen verzekeren. ASCOBANS werd opgericht in 1991 om kleine walvisachtigen van de Baltische zee en Noordzee te beschermen: Agreement on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic and North Seas (ASCOBANS). Nu zijn er al tien partners: België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Letland, Nederland, Polen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Deze landen zijn er zich van bewust dat de bedreigingen zoals bijvangst, vervuiling van de habitat en andere menselijke effecten aangepakt moeten worden. Toen hun prooien zeldzaam werden, beslisten de walvisjagers in 1947 om de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) op te richten. Deze organisatie brengt wetenschappers samen die moeten zoeken naar geschikte manieren om deze kostbare dieren te beheren. Als gevolg hiervan zijn bepaalde walvissoorten er na zestig jaar weer bovenop. Andere zijn nog steeds bedreigd, ook al worden ze sinds 1986 niet meer bejaagd. Die vaststelling verdeelt de IWC: een groep landen is voor de heropening van de jacht, maar de andere landen blijven er fel tegen gekant. Die vinden dat het nog onvoldoende geweten is hoe groot de walvispopulaties zijn. Sinds 2003 pakken ze ook de andere bedreigingen buiten de jacht aan: vervuiling, bijvangst, aanvaringen, onderwatergeluid… In 2004 werd België lid van de IWC.
Zoom op ons multimediateam Walvisachtigen op de dissectietafel Voor het aanmaken van materiaal voor de tentoonstelling ‘Walvissen & dolfijnen’ deinsden Greet Boey, Stéphane Van Israël en Stijn Pardon, de leden van het multimediateam van het Museum, er niet voor terug om de ingewanden van een bruinvis te doorzoeken… Een unieke ervaring voor onze multimediaprofessionals die vaak meer vertrouwd zijn met de verstikkende warmte van hun kantoor en de koele onverschilligheid van hun computerschermen. Greet, Stéphane en Stijn zijn zoals men zegt “van verschillende markten thuis”. Het zijn autodidacten voor wie elke dag een bevoorrecht contact met een verschillend medium brengt. In hun beroep kunnen ze bijna alles realiseren wat ze willen, met behoorlijk wat autonomie. Het nadeel van hun werk? Het speelt zich grotendeels af binnen de besloten omgeving van een informaticalokaal, waar ze een groot deel van de dag voor het computerscherm gekluisterd zitten. De tentoonstelling ‘Walvissen & dolfijnen’ bood hen een nieuwe ervaring, ver van hun duistere lokalen. En wanneer ze met een project starten, gaan ze er ook voor, zoals nu, met laarzen, overalls en latex handschoenen. Onze vrienden van het multimediateam hadden echter niet het flauwste idee van wat hen te wachten stond… Een duizelingwekkende duik in de vaak ondraaglijke wereld van de dissectie. Ze maakten zich op voor een virtuele dissectie, maar het bleek wel degelijk een avontuur uit de reële wereld. De wereld van de walvisachtigen roept een beeld met veel blauw op, maar ons team kwam tot hun eigen verbazing terecht in een onwelriekende, bloedrode omgeving. Stijn filmde alles: het bewegingloze dier, het dissectiemateriaal, de huidstalen, de stalen van spiervezels, van maag en longen, met daarin krioelende wormen, tot en met de weke, zorgvuldig uitgelepelde hersenen. Professor Thierry Jauniaux, dierenarts en verantwoordelijke voor de autopsieën op zeedieren bij de universiteit van Luik, bracht onze “groentjes in de operatiezaal” enkele analysetechnieken bij. Stilaan raakten ze meer vertrouwd met zijn manier van werken, snijden en verklaren, waardoor ons team na twee dagen met een schat aan beelden en klank naar het Museum terugkeerde. Deze rijkdom aan materiaal werd vervolgens gemonteerd voor de tentoonstelling ‘Walvissen & dolfijnen’. Enkel door van dichtbij enkele dissecties te beleven, konden onze avonturiers nadien alles minutieus tonen. Opnieuw weergeven wat ze ter plaatse hadden ervaren, bleek allesbehalve eenvoudig. Een minimum aan artistieke feeling, pedagogie en tijdsmanagement bleek essentieel om dit project tijdig tot een goed einde te brengen. Het kiezen van de juiste beelden en de klank, het is een vak apart, tenslotte wilden ze een visueel resultaat brengen dat de bezoekers van de tentoonstelling ‘Walvissen & dolfijnen’ zou aanspreken. Om die reden werden ook de ziekste bruinvissen gefotografeerd. Stéphane: “De tekens van ziekte of een ongeval moet je gestileerd in beeld brengen, anders lijkt het niet echt”. Tegelijkertijd waren ze beducht voor hang naar sensatie. Ze moesten voortdurend een goed evenwicht vinden tussen wat de aandacht van het publiek trekt en wat wetenschappers wensen. Voor deze missie stelde het Museum heel wat vertrouwen in het team. Dankzij het creatieve werk van ons multimediateam kunnen bezoekers in de huid van een dissectiespecialist kruipen. Ze kunnen virtueel het kadaver van een bruinvis meten, hem wegen, de tekens van uitwendige verwondingen onderzoeken, de dikte van zijn vetlaag inschatten, zijn organen observeren en zo zijn doodsoorzaak nagaan. Door de bezoekers de kans te geven om dode walvisachtigen te onderzoeken, kunnen ze actief deelnemen aan de tentoonstelling. Ze ondervinden haast aan den lijve de bedreigingen waarmee deze zeedieren te maken krijgen. Waarom zijn ze aan onze kust aangespoeld? Kwamen ze in botsing met een boot of raakten ze verstrikt in netten? Kregen ze een ziekte onder de leden, en zo ja, dewelke (longontsteking, parasitisme, enz.)? De bezoeker wordt uitgenodigd om zelf plaats te nemen aan de dissectietafel en zich te ontpoppen tot de Hercule Poirot van de zeebodem. Maar let op, vóór een dissectie kan je maar best iets gegeten hebben, want in tegenstelling tot wat Stéphane dacht, kan wie voor een “operatie” niet eet, juist flink “ziek” worden… Greet, Stéphane en Stijn zijn technici, maar evengoed artiesten, met multimedia als uitdrukkingsmiddel. Ze gebruikten de nieuwe tools van de digitale wereld, zowel in 2D als in 3D, om het publiek een boodschap, een gevoel, een gewaarwording mee te geven.
D. ACTIES VAN ANDERE INSTELLINGEN IN HET RAAM VAN BESCHERMING VAN WALVISSEN Perstekst van Etienne Schouppe (CD&V), Staatssecretaris voor Noordzeebeleid Staatssecretaris Etienne Schouppe zal zijn bevoegdheid voor het Noordzeebeleid uitdrukkelijk omzetten in een beleid dat een antwoord zal bieden op de uitdagingen van de wereld van vandaag. Om de natuurlijke rijkdommen van mariene biodiversiteit in harmonie te laten samenleven met de activiteiten die de mens uitoefent op zee, is een globale en transversale aanpak nodig. In deze context past het beleid van bescherming van het mariene milieu dat door Etienne Schouppe wordt gevoerd. Het duurzaam beheer en de bescherming van het mariene milieu is toegespitst op vier beleidspijlers: 1) Duurzaam beheer van de menselijke activiteiten op zee: Staatssecretaris Etienne Schouppe engageert zich om een significante bijdrage te leveren tot de opzetting van een Mariene Ruimtelijke Planning (MRP) op zee, zodat visvangst, scheepvaart, windmolenparken, zandextractie, aquacultuur en natuurbehoud rustig naast elkaar kunnen bestaan. Binnen het toepasselijke milieuvergunningssysteem voor activiteiten in de Belgische zeegebieden wordt gewerkt aan een betere afstemming tussen de beoordeling op wetenschappelijke basis van de impact van de geplande activiteit op het mariene milieu en de integratie daarvan, samen met de economische en sociale impact, in een duurzaam ontwikkelingsmodel voor de Belgische zeegebieden. Bovendien zal de Staatssecretaris toezien op een verduidelijking en vereenvoudiging van de procedures en de andere administratieve verplichtingen. De samenwerking met andere landen rond de Noordzee is tevens een belangrijk element. Volgens Etienne Schouppe ‘is de Noordzee een ruimte waar een echt beleid van duurzame ontwikkeling in werking kan worden gesteld’. 2) Bescherming en behoud van mariene soorten en habitats: Om te komen tot een efficiënte bescherming van walvissen, dolfijnen, of ook mangroven, is de deelname van België aan internationale fora, zoals de Internationale Walvisvangstcommissie (IWC) en ASCOBANS* van groot belang. Etienne Schouppe stelt: ‘het begrip gemeenschappelijk erfgoed krijgt zijn volle betekenis in het licht van de verontrustende snelheid waarmee sommige soorten achteruit gaan’. 3) Opvolging van de kwaliteit van het mariene milieu: Ons mariene milieu is de enige plaats waar de federale overheid aan milieumonitoring doet. De ontwikkeling van een monitoringsstrategie is noodzakelijk. Het beleid is erop gericht werkwijzen of problemen te beheren. Kennis hiervan verrechtvaardigt actie. Staatssecretaris Schouppe handelt vanuit de bezorgdheid om de uit te voeren metingen te laten overeenstemmen met problemen die men tracht te vertalen in cijfers en die men op die manier kan beheren.
4) Milieu-toezicht en preventie van mariene verontreiniging: Het is de taak van de Staat om er op toe te zien dat de bestaande regels worden nageleefd. Op het vlak van vervuiling op zee waakt Staatssecretaris Etienne Schouppe erover dat de nultolerantie wordt toegepast. Etienne Schouppe zal er voor zorgen dat ons land beschikt over voldoende middelen om de strijd tegen de vervuiling aan te gaan en dat deze middelen bovendien geschikt zijn om ‘nieuwe types vervuiling’ op te sporen. Meer info:
Jan Pauwels, woordvoerder Kabinet van de Staatssecretaris voor Mobiliteit Koningsstraat 180, 1000 Brussel Tel. 02/209.33.15 of 0495/89.15.67
[email protected]
E. ACTIVITEITEN MUSEUM Educatieve omkadering voor de tentoonstelling Walvissen & dolfijnen Rondleiding Samen met de gids duik je onder in de fascinerende leefwereld van walvissen en dolfijnen. De gids neemt je eerst mee naar de oerwalvissen die je het verhaal vertellen van hun evolutietocht van land naar zee. Je komt te weten welke aanpassingen hun lichaam hierbij onderging. Vervolgens laat de gids je kennis maken met hun levenswijze als zoogdier onder water: hoe en wat ze eten, welke vorm van communicatie ze voeren, hoe hun zintuigen onder water functioneren, welke duikprestaties ze leveren en hoe ze hierin slagen, hoe ze zich voortplanten en hun kalveren grootbrengen … Maar ook de gevaren voor de walvissen gaat de gids niet uit de weg. Bedreigingen zoals jacht, vervuiling en bijvangst komen tijdens de rondleiding aan bod. Tenslotte presenteert de gids de walvissen en dolfijnen aan onze kust en kom je te weten hoe het wetenschappelijke onderzoek gebeurt bij strandingen. Doelgroep: basisonderwijs vanaf het derde leerjaar, secundair onderwijs, studenten, jeugdgroepen, volwassenen en senioren. Duur: 75 minuten Max.: 15 deelnemers per gids Natuuratelier Kijk goed uit je doppen en zet je oren maar wijd open als je met de animator in de tentoonstelling Walvissen en dolfijnen een boeiende reis onder water maakt. Nadien volgt immers een spannende en actieve quiz over deze reuzen van de oceanen en hun pientere neefjes. Stroop daarna je mouwen maar op voor een leuk knutselwerkje over deze fascinerende zeezoogdieren. Je zal na dit atelier de walvissen en dolfijnen op een heel andere wijze bekijken. Doelgroep: van derde leerjaar basisonderwijs tot tweede jaar secundair onderwijs Duur: 2 uur (rondgang in de tentoonstelling Walvissen en dolfijnen inbegrepen) Max.: 15 deelnemers per animator
Werkbladen Met onze werkbladen krijgt een zelfstandig klasbezoek aan de tentoonstelling Walvissen en dolfijnen meer diepgang. Op onze webstek www.natuurwetenschappen.be/educa zijn na de herfstvakantie 2009 de werkbladen beschikbaar die we uitgewerkt hebben in twee moeilijkheidsgraden: niveau 2 voor de derde graad van het basisonderwijs, niveau 3 voor de jongere leerlingen van het secundair onderwijs.
F. NIEUW IN HET MUSEUM 2010-2011 Biodiv 2010: Internationaal Jaar van de Biodiversiteit Biodiversiteit is leven! Zeventien jaar na de ondertekening van het Verdrag inzake Biologische Diversiteit (VBD, Rio 1992) wordt het verlies aan biodiversiteit nog steeds erkend als één van de grootste bedreigingen voor onze planeet. Overheden over de ganse wereld hebben zich ertoe verbonden het verlies aan biodiversiteit, en dan vooral het tempo van dit verlies, sterk te verminderen tegen 2010. Een echte uitdaging voor ons allen! 2010 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot ‘Internationaal Jaar van de Biodiversiteit’. Dit jaar vormt een echte uitdaging voor alle bewoners van onze planeet. Het is hoogst noodzakelijk het verlies aan biodiversiteit te stoppen, omdat biodiversiteit immers een vitale rol speelt in het welzijn van de mens. Een gelegenheid voor België en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen 2010 wordt een bijzonder belangrijk jaar voor België. Tijdens de tiende Conferentie der Partijen over het Verdrag inzake Biologische Diversiteit, die zal plaatsvinden in oktober 2010 in Nagoya (Japan), zullen alle staten die het VBD ondertekenden, verantwoording afleggen over het behalen van de doelstelling van 2010 en samen beslissen over toekomstige acties. België zal als uitvoerend voorzitter de Europese Unie vertegenwoordigen en dus een toonaangevende rol spelen. Een thematisch jaar: BIODIVERSITEIT 2010 De wetenschappers van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen zijn actief in vele domeinen zoals de paleontologie, zoölogie, ecologie, genetica, geologie en oceanografie. Het Instituut is vandaag toonaangevend voor wat het bestuderen van biodiversiteit betreft. Voor het Instituut en voor ons Museum betekent 2010 een sterk engagement op alle niveaus: onderzoek, collecties, wetenschappelijke expertise, activiteiten voor het grote publiek… In het kader van dit thematische jaar bereiden we een uitgebreid activiteitenprogramma voor een divers publiek voor.
In avant-première Afspraak met de pers op dinsdag 17 november 2009 waarbij het Museum je zijn wetenschappelijke acties en evenementen voor het publiek voorstelt, een uitgebreid programma om uit te leggen wat biodiversiteit is, het belang van de voortdurende interactie in ons leven en de dagelijkse handelingen die je kan stellen om de biodiversiteit te bewaren. De uitnodiging voor dit persbezoek volgt nog.
Nieuwe permanente Galerij van de Biodiversiteit – 6 oktober 2010 Vanaf oktober 2010 kan je in een nieuwe permanente tentoonstelling in het Museum de biodiversiteit van de stad verkennen. Ontdek wat biodiversiteit is en hoe ze te beschermen, en probeer zelf de biodiverse stad te beheren. Een innovatieve en unieke aanpak voor een natuurwetenschappelijk museum!