Cycle Talk Jaargang 7 nr. 3
Cycletalk
Nazomer 2011
Colofon Cycle Talk jaargang 7, nr. 3
In dit nummer:
Cycle Talk verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder alle leden en sponsors van Cycle Sport Groningen. Elk lid van de vereniging kan bijdragen aan de inhoud van het blad. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten en anonieme en kwetsende bijdragen te weigeren.
Van de veurzitter
2
In de voorvork
4
Nieuws
5
De Cyclesporter
7
Monstertijdrit
10
Dames NCK
17
Les Ballons Vosgiens
21
Crosstraining
25
Koersauto
27
Miguel Down Under
30
De CT-keuken
34
Redactie Cycle Talk Bert Platzer, Tessa Nederhof Layout Cycle Talk Eelko Steenhuis Redactieadres Tuinstraat 85 9711 VC Groningen
[email protected]
Cycle Sport Groningen, opgericht op 2 februari 2004 (KvK 02083132), biedt training en begeleiding aan leden die op serieuze wijze de ietssport willen beoefenen en leden (en jeugdleden vanaf twaalf jaar) die willen kennismaken met de wedstrijdsport. Secretariaat Cycle Sport Groningen André Wilting Winschoterdiep 1024 9723 AC Groningen (050) 313 80 17
[email protected] www.cyclesportgroningen.nl Bestuur Cycle Sport Groningen Sipke Benus
[email protected]
André Wilting
[email protected] Josanne Venekamp
[email protected]
Florian Schmidt Hein Linker Ivo Beetz
Plannen maken
Het is herfst, is het eigenlijk wel zomer geweest? Als ik dit schrijf hebben we het NK Tijdrijden voor masters in Vries net achter de rug. In de dagen daaraan voorafgaand zijn we als wedstrijdcommissie diverse malen op het parkoers geweest. Wat een blad, wat een takken, eikels, beukenootjes. Over het NK gesproken, het is wel een eer om Steven een rood-witblauwe trui aan te mogen trekken. Gefeliciteerd, ook vanaf deze plek. De zomer is voorbij. Het wegseizoen bijna ten einde, tijd voor ribbels op de banden en het bos en veld in te gaan. Ook is er dan weer tijd om plannen te maken voor het komende jaar. In de voorbereiding daarop komen alle commissieleden in november bijeen om volgend jaar voor te bereiden. Ondertussen hebben we in Garnwerd ook nog een korte algemene ledenvergadering gehad, voorafgaand aan de verenigingsbarbeque. Daar hebben we besloten om een verenigingsauto aan te schafen. Besluiten is één, aanschafen toch wat anders. De verenigingsauto wordt gezocht. Daarbij zijn we best kieskeurig. We moeten zorgvuldig met ons verenigingsgeld omgaan, maar ook een goede en representatieve auto hebben. De auto wordt met zorg geselecteerd. Inmiddels zijn we als vereniging ook goed in gesprek met de gemeente Groningen. Daar ligt het geld niet voor het oprapen, maar ze zijn een belangrijke partner in het realiseren van plannen. Belangrijke onderwerpen zijn sportklimaat, wielerbaan, samenwerking en mogelijkheden voor verenigingsbehuizing. Allemaal zaken voor de lange adem. Genoeg geschreven, tijd om weer op de iets te springen. Ieder voor zich met zijn/haar eigen plan. Voor mij nu een paar dagen met de mountainbike naar Houfalize. Voor u ligt dan, ter ontspanning, weer de nieuwe Cycle Talk. Met dank aan de redactie.
2
Advertentie
3
Hier klopt iets niet
In de voorvork
Er is iets vreemds aan de hand. Alsof het permanent volle maan is, steekt er in de ganse club een ongemakkelijke daadkracht de kop op. Rusteloos en met de borst vooruit zijn de crosstrainingen uit de startblokken geschoten. Zo gretig zijn de oefenmeesters der cross, dat als dit nazomernummer op de mat ploft en de mussen nog dood van het dak vallen, de eerste stoige trainingsritten in het bos en veld al een voldongen feit zijn. Naast het CSG-spinninguurtje dat traditiegetrouw door onze sponsor Sportief Negentig wordt aangeboden, is er nu voor het eerst ook een uurtje krachttraining bijgekomen. En op de weg worden al in november de zondagse trainingen weer opgepakt, zo vernam Cycle Talk uit onduidelijke en onbevestigde bronnen. Deze onrust lijkt nauwelijks een teken dat de leden naast de barbecue met een biertje in de hand tevreden burpend achterover leunen om de successen van het afgelopen seizoen nog eens aan de binnenkant van hun oogjes te bekijken. In plaats daarvan lijkt er een schande te moeten worden uitgewist. Nog harder moet er worden getraind. Opdat we er in de belangrijkste wedstrijden van het seizoen – inderdaad, die in Ekehaar – weer helemaal staan. Alsof het oicieuze clubkampioenschap in Ibbenbüren niet met een gemiddelde werd afgewerkt dat in de meeste cyclo’s nooit wordt gehaald. Alsof we niet onze successen meepakten in de tijdritten, waar the usual suspects als vanouds de sterren van de hemel reden. Ook in deze Cycle Talk is daar weer het levende bewijs van te vinden. Alsof de dagelijkse berichtgeving van de verrichtingen van onze jongens in de TransAlp en de Giro delle Dolomiti niet las als een heroïsch feuilleton uit een vooroorlogse krant. Alsof in de Dolomietenmarathon niet menig CSG’er zijn persoonlijke doelen wist te verwezenlijken – en meer. Wordt het volgende seizoen nog beter of zijn we een Japanse sekte die gestaag werkt aan de traagste collectieve zelfmoord uit de geschiedenis?
4
Nieuws
Zijn de meeste renners al blij als ze een eerste confrontatie met de Monstertijdrit kunnen navertellen, onze eigen Steven schuwde de confrontatie niet en keerde terug met een tweede overwinning uit de Flevopolder. Met een gemiddelde van 43,92 km per uur legde hij de 120 kilometer af in 2 uur, 47 minuten en 25 seconden. Daarmee was hij ruim vijf minuten sneller dan in 2008 en pakte hij tevens het parcoursrecord terug, dat hij in 2009 kwijtraakte. Iedereen blij zou je denken, ware het niet dat een alopende ketting Steven naar eigen zeggen zeker 45 seconden heeft gekost, waardoor een gemiddelde boven de 44 kilometer per uur net niet is bereikt. Naar eigen zeggen weet hij nu wel hoe het monster getemd dient te worden. Verderop in deze editie van Cycle Talk lees je het geheim van de drakendoder.
Eerste bij de dames was onze eigen Larissa, met een gemiddelde van 37,83 kilometer per uur. Ze eindigde met een tijd van 3 uur, 14 minuten en 22 seconden overall zelfs op een 25e plaats. Ook Larissa heeft het parcoursrecord uit de boeken gereden en haar persoonlijk record met ruim vier minuten verbeterd. Helaas heeft Bettina niet de uitgereden omdat ze in de Flevopolder problemen had om de juiste weg te vinden.
5
Minder groots ging het er diezelfde middag aan toe in bij de koppeltijdrit in Stavoren, waar Bert en Menno hebben zichzelf nomineerden voor de Flater van het Jaar Award 2011. Bij de koppeltijdrit Stavoren gingen ze ervan uit dat ze om 14.42 moesten starten. Na een gedegen voorbereiding kwamen ze aan bij de start, alwaar de starter de spullen al in een aanhanger had geladen. Mert en Benno bleken wat cijfers door elkaar te hebben gehaald en niet om 14.42 uur, maar om 14.24 uur aan de start hadden moeten verschijnen. Gelukkig wist Johan Boonstra de clubeer nog te redden door beslag te leggen op een fraaie derde plaats. Daarvoor moest hij wel vreemdgaan met Jan Brander van WV Drachten.
Nieuws
Hoewel de mussen nog van het dak vallen, is de ICW-kalender voor het cross- en ATB-seizoen inmiddeld bekend. Het embargo op het gebruik van het woord ‘cross’ is inmiddels ook opgeheven en zo kan het dat hier de afspraken voor het komende winterseizoen volgen: zo 23 oktober: OFK ATB/veldrijden Appelscha za 29 oktober: DK veldrijden Hoogeveen zo 30 oktober: ICW Steenbergerpark – Hoogeveen zo 5 november: ICW Baggelhuizen – Assen za 19 november: eventuele ICW-wedstrijd za 3 december: ICW Ureterp (jeugd tot en met 14 jaar) za 3 december: nationale cross Ureterp zo 11 december: ICW Borgerswold – Veendam zo 18 december: ICW Koepelbosje – Eelde (georganiseerd door CSG) zo 15 januari: ICW Borgerswold – Veendam zo 29 januari: ICW inale De Wilp – Trimunt
Bij het door onszelf georganiseerde NK Tijdrijden masters in Vries is Steven voor de vierde keer op rij kampioen geworden bij de masters 40+. Ben Plantinga werd vierde en Johan Boonstra vijfde. Ondanks een valpartij werd Harry Doesburg bij de masters 60+ derde achter Jan Brander en Rein Oppewal. Bij de categorie 30+ werd Thomas Wobma tweede, Bert zevende en Patrick achtste. Het weer was wisselvallig, waardoor de categorie 60+ nog met nat wegdek te maken had. De 40- en 30+’ers hadden meer geluk; bij hen lag het parcours er mooi droog bij.
Verderop in dit nummer vind je meer informatie over hoe je je optimaal kunt voorbereiden voor deze ICW’s.
Bij de open klasse in Vries werd Hennie derde in de categorie dames-licentiehouders. Bij de heren in de open klasse was er wat verwarring; in tegenstelling tot vorig jaar moesten zij twee ronden rijden. Dat leverde de nodige vloeken, kreunen en zuchten op bij doorkomst van de eerste ronde. Menig renner dacht al geinist te zijn en hield volledig uitgeput de benen stil. Helaas voor hen moesten zij nog een rondje.
Mail je nieuwtjes naar:
[email protected]
6
De Cyclesporter ‘De criteriums vind ik erg leuk. Lekker op hoge snelheid langs het publiek ietsen. ‘ Rik Geres (1976) Hoe lang ben je al lid van CSG? Ik ben sinds vorig jaar lid van CSG.
Waarom ben je lid geworden? Vorig jaar ben ik bij CSG gegaan, vooral om meer gestimuleerd te worden wat fanatieker te trainen voor cyclo’s. Ik vond het ook heerWat deed je voordat je lid werd bij CSG? Fietsen doe ik al langer. Tegen het einde van lijk om nu ineens 10 kilometer per uur harder de middelbare school ben ik enkele keren te rijden. Dat is toch een hele andere beleop ietsvakantie geweest. Met de raceiets ving van op de iets zitten, waardoor ik na de en geïmproviseerde bagagedragers ben ik een keer naar Rome geietst. Tijdens mijn “Eigenlijk had ik aan het einde van studententijd ietste ik nauwede winter helemaal geen zin om weer lijks, maar daarna heb ik het ietsen weer opgepakt tijdens over te stappen naar de racer.” een vakantie in de Vogezen. We zaten aan de voet van de Grand Ballon en dat was niet te weerstaan. Ik word sowieso meteen blij eerste keer meetrainen al was verkocht. Vorig als ik een mooie beklimming zie en roep jaar heb ik lekker getraind en uiteindelijk de dan vanachter het stuur van de auto iedere Velomediane gereden: erg mooie cyclo rond La Roche. Deze winter paar minuten: “Oh, wat zou heb ik een mountainje daar mooi kunnen ietsen”. bike gekocht en ook dat De volgende vakantie gingen was een mooie meewe naar de Mont Ventoux valler: veel leuker dan en vervolgens ben ik gaan gedacht. Ik dacht van trainen voor de Marmotte. tevoren dat het wat saai Toen heb ik een jaar veel gezou zijn hier in het vlakke ietst: ’s winters op de Tacx en noorden, maar dat was lange tochten door de regen. niet zo. Ineens had ik Ik vond het leuk steeds fanaeindeloos veel nieuwe tieker te ietsen, maar echte wegen te ontdekken en wedstrijden leken me toch helemaal mooi met dat niets. Of misschien was ik sneeuwlandschap van bang om mijn fantasie dat er afgelopen winter. Andeeigenlijk een echte profrenren jaren kon ik over een ner in mij schuilde, kwijt te raken. En deze fantasie had ik gedurende druilerige winterdag weinig leuks denken. vele jaren wielrennen kijken op de bank ge- Nu is het een voordeel dat ik dan lekker kan koesterd. Dus reed ik af en toe een toertocht glibberen met de mtb. of cyclo. Zo heb ik een keer de Henk Lubberding Classic gereden en ook dat vond ik Wat was je seizoensdoel? mooi, zo op de grote wegen zonder verkeer. Eigenlijk had ik aan het einde van de winter
7
De Cyclesporter helemaal geen zin om weer over te stappen naar de racer. Dit jaar had ik voor het wegseizoen ook nog geen duidelijk doel. Vervolgens reed ik de ICW in Middelstum. Ik heb de meeste tijd achterin het peloton gereden, maar vond het zo leuk dat ik dezelfde week nog een sportklasse-licentie heb aangevraagd. Mijn doel voor dit seizoen was daarna duidelijk: enkele wedstrijdjes meerijden. Heb je je doel gehaald? Ja, ik heb enkele ICW wedstrijdjes gereden, wat trainingskoersjes, twee keer een criterium en een echte klassieker in Brabant. De criteriums vond ik erg leuk. Lekker op hoge snelheid langs het publiek ietsen. Het is een inspanning die me wel ligt en het bochten rijden gaat ook boven verwachting goed. Dat ik mijn doel dik heb behaald, komt ook door de positieve stimulans en de vele tips van ander CSG’ers. Ik heb gemerkt dat dit erg motiverend werkt. Hoe is je eerste klassieker gegaan? Een tijdje terug heb ik Someren-Peer-Someren gereden: een echte klassieker over 126 kilometer. Hier had ik me op verheugd: compleet met volgauto’s en met motoren over de grote weg. Met wat tips van de andere CSG’ers lukte het goed me in het peloton te handhaven en er zelfs even vlak voor te gaan rijden. Dat was dus net zoals ik het altijd op de tv had gezien: achter een aantal van die politiemotoren over een grote afgezette Nweg. Ik dacht stiekem zelfs enkele helikopters te horen (en de stem van Mart Smeets). In de inale kon ik vervolgens zien dat Ivo goed van voren zat, al lukte het me lange tijd niet daar ook bij te komen. Uiteindelijk was ik met een 42e plek prima tevreden. Het wedstrijd rijden is me goed bevallen dit seizoen en mijn plan voor de komende tijd is dan ook: nog beter uit de winter komen dan volgend jaar, nog wat sneller worden en link wat wedstrijden rijden. Van de winter wil ik
ook enkele ICW-crossen gaan rijden. Wat doe je als je niet ietst? Dan vind ik het heerlijk om de tv aan te hebben met wielrennen erop en dan lekker een beetje in de tuin bezig te zijn. Ik heb altijd wel redelijk fanatiek het wielrennen op tv gevolgd. Ik denk dat ik het daarom ook zo leuk vond dit jaar om voor het eerst aan wedstrijden mee te doen. Het is eigenlijk het zelfde als op tv, maar dan zit je er midden in en kun je de tactiek en ontwikkelingen van dichtbij volgen. Verder ga ik graag op reis, vooral naar Thailand. Voorheen gingen we daar veel duiken en hebben er nog een tijdje bij een duikschool gewerkt. Nu gaan we er lekker met onze kinderen (3 en 5) heen om te snorkelen en te genieten van het heerlijke klimaat en de aardige mensen. Geboortejaar: 1976 Lengte: 1.94 Gewicht: 88 kg Beroep: psycholoog Waar ik naar luister: van alles wat Wat ik graag lees: wielerbladen, thrillers op vakantie Waar ik graag naar kijk: wielerwedstrijden, overige sport, tv-series om de winter door te komen. Eerder beoefende sporten: atletiek (1000 m en hoogspringen)
8
Advertentie
9
Monstertijdrit
Ingecalculeerd verval ofwel gecontroleerd naar de kloten gaan Dit jaar had Steven geen geldige smoezen meer om de Monstertijdrit, een jubileumeditie nogwel, te ontlopen. Organisator Corniel sprak hem in Kraggeburg persoonlijk aan op zijn verantwoordelijkheden als (inmiddels) ex-parcoursrecordhouder. 'Ik was terughoudend want over het rijden van een MTR rijden moet je niet lichtzinnig doen.' Door Steven Sloof
De 2008 editie was dan wel succesvol voor mij verlopen maar de schrik zat er nog steeds in. Het gestel had lange tijd nodig gehad om te herstellen en bij de tijdrit van Almere, begin dit jaar door mij gereden, waar je slechts één van de drie MTR ronden dient af te leggen, werden de ‘mentale wonden’ van 2008 weer opengereten. Ik wist meteen weer waar en hoe ik er toen
zo vreselijk doorheenzat. Het decor van de beproeving van destijds deed mij de ellende van toen weer herbeleven, hoewel ik tijdens de Tijdrijderscup Almere met een geheel ander soort inspanning bezig was. Excuses om in 2009 niet mee te doen waren er genoeg. Tijdens het NCK dat ik in 2008 zes dagen erna reed was ik nog niet hersteld en een schim van mijzelf. Daarom werd mijn
10
Monstertijdrit deelname aan de edities 2009 en 2010 sterk afgeraden. En had ik niet het parcourrecord met enkele minuten aangescherpt? Daar moest toch eerst maar iemand overheen gaan voordat ik weer in actie zou komen. Helaas was het in 2009 meteen al raak. Zuiderbuur Stefaan Kerkhof zette een strafe prestatie neer en reed anderhalve minuut onder mijn tijd... amai. Desondanks liet ik de 2010-editie toch aan mij voorbijgaan. Het door mij gewonnen WK tijdrijden voor masters in Sankt Johann had veel energie gekost en onze NCK prestatie ging wederom voor. Dit jaar vond het NCK echter een maand eerder plaats en was er eigenlijk geen smoes meer te verzinnen om niet mee te doen. Toch wachtte ik lang met inschrijven. Pas toen er nog slechts zes startplekken te vergeven waren hakte ik de knoop door en was er geen weg meer terug. Techniek Aan het materiaal was sinds 2008 het een en ander verbeterd. Wielen en banden bleven hetzelfde, evenals het stuur, maar het Cervélo P3 frame werd een P4. Cervélo claimt een snelheidswinst van 1 seconde per kilometer ten opzichte van de P3. Bijkomend voordeel van de P4 is de geintegreerde aerobidon die ik mooi kon gebruiken.
11
De extra bidon achter het zadel verhuisde naar voren, werd in de lengte onder de extentions gemonteerd, de Spiuk helm werd vervangen voor een bij mij beter aansluitend exemplaar van Uvex – allemaal is het net wat sneller. Belangrijk is ook dat ik de race wil gaan indelen met behulp van een vermogensmeter. Ik train al enkele jaren met een Power Tab maar gebruikte die niet bij tijdritten, want je wilt natuurlijk niet je discwiel missen. Maar nu heb ik de beschikking over een Power2Max dat zich in de crank bevindt. Voorbereiding Die was weinig speciiek. In het hele voorseizoen heb ik strakke korte tijdritten gereden, sneller dan ooit. Dan de maand augustus met de familie op vakantie waar wandelen in de bergen (niet ietsen) werd afgewisseld met harde trainingen bergop (hard ietsen om het niet ietsen te compenseren). Deze combinatie bleek niet goed uit te pakken, want terug in Nederland raakte ik bij de eerste de beste tijdrittraining vervelend geblesseerd. De quadriceps vascus medialis links trok het niet meer en scheurde gedeeltelijk in. Twee weken niet ietsen, intensieve fysiotherapie, het NCK missen, een week proberen
Monstertijdrit
weer enigszins op peil te komen en als toch wel teleurstellend slot een vijfde plek op het WK tijdrijden. Het NK tijdrijden in Vries liet voor mij weer een opgaande lijn zien, maar ik miste scherpte en of ik nog inhoud genoeg zou hebben om een MTR te rijden? Vrijdag nog alles getest en zestig kilometer op mijn streefvermogen gereden. Dat was al een behoorlijke inspanning maar het gaf een realistisch gevoel over de inspanning die ik zou moeten verrichten. Zaterdag kinderfeestje overgaand in slaapparty, schoonzus met aanhang inclusief dreumes bleven ook slapen. Geen oog dicht gedaan, maar toch voornamelijk door de wedstijdspanning. Strategie Tijdrijden is het aanwenden van dat vermogensniveau dat je maximaal aankunt gegeven de tijd dat je bezig bent. Bij tijdritten van zeven tot dertig kilometer beheers
ik dat kunstje. Eigenlijk rij ik dan nagenoeg met hetzelfde vermogen en ga de laatste twee tot drie kilometer nog even iets verder in het rood totdat ik op de inish echt helemaal leeggreden ben. Mijn trainingen zijn erop gericht dat vermogensniveau, 20 minutes peakpower op te krikken. Ik doe de wedstrijden op gevoel, zonder gebruik van de vermogensmeter die ik wel gebruik in de trainingen. Bij de analyse van de powermeterdata heb ik zicht gekregen, door mijn ‘critical powercurve’ te bestuderen, op wat mijn piekvermogen voor een kleine drie uur zou moeten zijn. Dan is het nog de vraag HOE je je vermogen over die tijdspanne moet doseren om die verwachte 170 minutes powerpeak te bereiken. In 2008 reed ik op hartslag en gevoel en probeerde min of meer vlak te rijden. Maar toen ik de rondetijden van Stefaan zag was ik enorm verrast: 55-55-60! Vijf minuten verval
12
Monstertijdrit in de laatste ronde! Toen zat hij er dus helemaal doorheen, maar reed per saldo toch een parcours record. Achterlijk hard gereden die eerste twee ronden. Mmmm.
Uitvoering Het zonnetje schijnt en het is ronduit warm te noemen voor de tijd van het jaar. Ik wissel van aeropak, toch maar korte mouwtjes. Veel drinken vooraf en daardoor natuurlijk veel plassen. Belangrijk want eenmaal op de iets gaat dat allemaal wat moeilijker. De sfeer is gemoedelijk, de meeste deelnemers zijn al gestart en af en toe komen er een of meer tegelijk voorbijsuizen. Geen poeha en geen tetterende speaker die drommen publiek moet vermaken. Dit is een evenement door en voor de connaisseur en ik ben er één van. Jelte is met mij meegereden en start nu acht minuten voor mij. 'KOM OP JONG' en daar gaat de clubuurrecordhouder van studentenvereniging Tandje Hoger. We zijn benieuwd. Erik en vervolgens Joost vertrekken en dan is het mijn beurt. ik ken mijn opdracht zonder het vooraf allemaal precies benoemd te hebben. Ik doe enkel mee om het parcourrecord terug te pakken en als ik helemaal stuk ga en faal, dan heb ik het tenminste geprobeerd!. GO! 19-klik-17-klik-15-klik-14-klik-13. Ik voel mij uitstekend. Dan draait het naar rechts
13
en heb ik de wind in de rug. Op het viaduct staat clubgenoot Emanuel die mij LUID aanmoedigt. Klik-12. Het lange eind wind mee is een feestje. Ik rij boven mijn streef vermogen,
maar het voelt wel solide aan. Mijn snelheid loopt op tot soms wel 52 kilometer per uur en ik weet dat ik risico neem. Na zes kilometer voel ik dat ik stevig bezig ben en probeer me voor te stellen dat ik dit nog twinig keer moet doen. kan dit wel? Op een bruggetje knal ik hard over een oneffenheid, een spleet in de weg met teer opgevult doet een knal door mijn iets gaan. Ik check mijn bidon, maar alles zit nog op z’n plek. Rust is mij niet gegund want nu zijn het kleiklonten van uitgereden trekkers die mij duchtig doorelkaar rammelen. Om dit te ontlopen ga ik op de linker weghelft rijden, iets waar een tegemoet rijdende auto het niet mee eens is. De bestuurder raast hard langs en maakt in het voorbijgaan de aanzet tot een gebaar. Blijven opletten, vooral als het hoofd zwaar wordt en ik niet ver vooruit kan kijken, neem ik mij voor. Ik zie op mijn schermpje alle essentiele getallen voorbij komen op de autoscroll: gereden tijd, snelheid, vermogen over drie seconden, cadans en gemiddeld vermogen. Meer hoef
Monstertijdrit ik niet te weten. Op de rondetijden na dan. Dat gemiddeld vermogen hou ik die eerste ronde hoger dan mijn streefgemiddelde, want ik verwacht een terugval. Liep ik mijn 800 meters vroeger ook niet met een enorm verval? Als je niet in 51 seconden na die eerste ronde doorkwam dan was de kans op een snelle eindtijd al verkeken, de tweede ronde ging dan in 57 seconden. En marathonlopers weten dat het die laatste vijf kilometer niet meer zo hard gaat. Inhouden op het eerste deel heeft geen zin, een ander energiemetabolisme krijgt na 30 tot 35 kilometer de overhand: vetverbranding. En dan gaat het gewoon minder hard. Dat mijn terugval gaat komen weet ik, maar wanneer en hoe ernstig weet ik niet. Het blijft
gewoon pionieren, maar dat is ook juist wat mij trekt. Ik test mijzelf, wat kan ik nou werkelijk op zo’n afstand? Wind tegen blijf ik in mijn ritme en haal link
wat renners in. Sommigen zijn duidelijk met hun laatste ronde bezig want er zit geen vaart meer in. Er wordt op de pedalen gestaan, gezwoegd en de tijdrithouding is niet meer aan te nemen. Ik overweeg de stakkers aan te moedigen als ik zo voorbij scheur, maar hun onvolkomendheid focust mij destemeer op mijn eigen ritme en houding. Hoe zal mijn laatste ronde eruit zien? De eerste doorkomst komt bijzonder vlot en ik zit tien watt boven mijn sreefvermogen. Keurig maar ik voel wel dat ik hard gereden heb. Mijn garmin laat 54.27 zien (het bleek 54.00 te zijn, omdat ik na het rondjes rijden voor de start vergeten was de boel op nul te zetten). De tweede ronde zal minder hard gaan, voel ik dan al en ik probeer mijn streef-
vermogen vast te houden. Emanuel geeft mij de waterbidon aan, want dat is wat ik nodig heb. 'WATER! IN AEROBIDON!' heb ik even tevoren doorgeschreeuwd aan het mannetje met walkie-talkie onder-
14
Monstertijdrit aan het viaduct die je bestelling doorgeeft naar boven. De tweede keer wind mee gaat het minder hard, maar ik kom nog steeds aardig vooruit. KNAL, ik dender de tweede keer over de richel en ik maal links van de weg verder door. 49 kilometer per uur. Mijn gedachten zakken steeds dieper weg. Mijn heup en nek doen pijn. Mijn benen hebben geen poweroverschot meer. Ik begin langzaam maar zeker af te zien. Het tweede lange rechte eind met wind tegen is cruciaal. Hou ik hier vorm of zak ik door het ijs? Mijn actueel vermogen zakt gestaag, maar ik zit gemiddeld nog net boven mijn streefvermogen. Ik probeer functioneel te denken: rust houden, blijf duwen, hoofd opgericht houden, cadans 87 is goed, maar het moet niet minder, houd streefvermogen, enzovoort. Maar er is ook een sterke negatieve onderstroom die alles ondermijnt: je haalt je streefvermogen niet meer, hebt jezelf opgeblazen, je moet nog vijftig kilometer gek, als ik nu eens lek zou rijden, dat zou een waardige aftocht zijn, voel die pijn eens. Het is langzamerhand echt moeilijk geworden, maar ik blijf rustig en ik begin benieuwd te worden of ik nog op schema lig. Op de strook richting start-inish haal ik een mij bekende renner in: Jelte! En als ik hem passeer ziet zijn verraste gezicht het idioot grijnzende van mij. 'Ik dacht dat ik goed bezig was, maar daarna ging het voor geen meter meer', vertelde hij mij later. Maar ik krijg er een boost van: voorblijven die gast, want nu gaat het bij mij echt zwaar worden en op dat moment sluit ik niet uit dat Jelte mij weer zal gaan inhalen. Doorkomst tweede ronde: weer iets in de 54!? Wow (54.57), dat valt mee zeg. Dat betekent dat als ik de derde ronde niet langzamer rij dan zestig minuten ik het parcoursrecord weer terug heb! Een opbeurende gedacht want verder staan alle meters in het rood. Statusrapport: wind
15
mee 47 kilometer per uur, verzet 54-12, cadans 86, actueel vermogen -8 watt, gemiddeld vermogen +1 watt maar gestaag zakkend, vloeibare voeding nodig, licht gedehydrateerd, spierverstijvingen in het algemeen, maar in het bijzonder de glutus major links, de peesplaat over linkerheup is erg pijnlijk, mogelijk is er kramp op komst. De eerste opdracht is een totale hongerklop voorkomen en dus een voedings bidon aanpakken. Manuel geeft het ding perfect over en ik drink meteen zoveel als ik kan. Daarna nog maar weer es gelletje met cafeine en weer ritme proberen te vinden. Het vermogen loopt nu drastisch terug: -40 watt! maar met de wind in de rug blijft de schade beperkt. KNAL: weer de richel, ik controleer mijn bidon maar dan is er iets mis. Mijn benen krijgen een onverwachte verlichting. GEEN DRUK, KETTING ERAF! Ik kijk naar beneden en zie het ding aan mijn pedaalas hangen en zie dat al rijdende het ding er weer opdraaien geen optie is. Ik moet stoppen en ga vol in de remmen, hup hup ding er weerop en weer op gang komen. Ga ik dat uur nog wel halen zo? Dit soort geintjes kan ik mij niet vaker veroorloven. Tewijl ik dit denk knal ik vol over de kleiklonten die ik ditmaal niet in de smiezen had. Ik ben nu deinitief uit mijn roes van concentratie ontwaakt en schreeuw al rammelend mijn ongenoegen eruit. Ik vervloek alles en iedereen. Dat lucht op maar ik heb nog wel dertig kilometer met grotendeels tegenwind tegaan. Rust hervinden, aero blijven en het moraal niet laten zakken als je verminderd vermogen ziet. Ik probeer op -30 watt in te zetten maar eigenlijk heb ik geen controle meer, de benen geven het maximale en hoe meer ik ze ‘geestelijk gezien’ met rust laat, hoe beter ze hun werk doen. Ik kijk vooruit en probeer de tijd te verdich-
Monstertijdrit ten. De zon staat laag voor en alles is geel. Mijn vizier is geel, de atmosfeer is geel, het is wel erg geel allemaal. Wat is die weg toch lang, wanneer komt nu die versmalling, 38 kilometer per uur... een renner! In de verte. Wat eenzaam allemaal. wat geel ook, erg Ennio Morricone, glas bier geel... De versmalling, nog tien kilometer. Iets extra? Neeee..., erg geel... inish in zicht! Alles eruit: is dit alles!? Ik druk de Garmin in en zie 3.47.
linkerbeen stopt ermee, vertikt het langer te draaien en wordt stijf als een plank. Even later sta ik tussen twee kanjers op het podium, als winner met een nieuw parcoursrecord en wrak tegelijk.
Ik rij nog wat door en rij een stukje op met Rudie, die even tevoren is geinisht. Mijn aandeel in het gesprek is op de automatische piloot. Geestelijk ben ik dood. We rijden in een slakkegangetje, maar ik kan Rudie niet meer bijhouden. Fietsen gaat niet meer. Mijn
16
Dames NCK
NCK: relaas van de ploegleider, underdog en routinier Na twee tweede plaatsen op het Nederlandse Club Kampioenschap was dit jaar alles anders voor de CSG-damesploeg. De eerste opgave bestond eruit om überhaupt genoeg dames te vinden. De laatste opgave bestond eruit om met voldoende dames aan de meet te komen. Door Tessa Nederhof Andre: ‘Twee jaar geleden hadden ‘we’ een zeer succesvolle damesploeg op het NCK. In 2008 werd er voor het eerst serieus aan geroken, wat tot een intensieve voorbereiding in 2009 leidde. Rensters en ploegleiding draaiden wekenlang overuren, met als heilig doel ‘het podium’. De tweede plaats was het resultaat. Missie volbracht, maar… het gaatje naar plek één was slechts negen seconden en er waren nog wat verbeterpuntjes. Met goede moed werd de agenda voor 2010 getrokken en wederom een consciëntieuze voorbereiding afgewerkt. Er werd progressie geboekt, alleen net niet genoeg. Wederom een tweede plaats, ditmaal op slechts 0,7 seconde van het hoogste podium. Dit jaar was alles anders. De ploeg, de voorbereiding en niet in de laatste plaats de datum. Het NCK werd meer dan een maand naar voren geschoven, wat een voorbereiding betekende die al in juni begon en dwars door de vakantie heen liep. Het begon met een aardige uitdaging: hoe komen we aan voldoende deelneemsters? Van de oude ploegen waren door allerlei redenen nog maar weinig dames beschikbaar. Blessures, verhuizingen, andere verenigingen, andere verplichtingen; diverse legitieme redenen om niet mee te kunnen doen. Daarbij mochten er dit jaar alleen licentiehouders worden ingezet, wat het potentieel nog verder verkleinde.’ Larissa: ‘Begin juni krijg ik een mail van Andre over wie interesse heeft. De eerste bespreking vindt een paar weken later plaats. Irene, Bettina, Hennie en ik zullen gezamen-
17
lijk gaan trainen voor het NCK. Op 20 juli vindt de eerste gezamenlijke training plaats, die vrij dramatisch eindigt doordat Hennie ten val komt. Ze komt hard met haar hoofd tegen de grond en er zit een mega-ei op haar hand. Samen met Guus vertrekt ze naar de huisartsenpost met vrees voor een breuk. In eerste instantie lijkt het mee te vallen, maar een week later blijkt de hand van Hennie toch gebroken. Ze wil geen risico’s nemen en stopt met de NCK-trainingen.’ Andre: ‘Als pleister op de wond blijk Nynke beschikbaar. Nadat ze niet op het WK voor tandems kon uitkomen, is de NCK-datum vrijgekomen. Samen trainen zit er niet in; niet zo verwonderlijk als je in Tilburg woont. Zonder hoofdbrekens stap ik vervolgens op mijn vakantieiets om me een paar weken af te zonderen.’ Bettina: ‘De dag na de eerste training, waar ik behoorlijk zenuwachtig voor was, heb ik bij een van de clubsponsoren een tijdritiets besteld. Tot mijn verbazing kon deze binnen een week worden geleverd. Van Steven had ik dispensatie gekregen om op mijn wegiets mee te trainen, met de belofte dat er aan het juiste materiaal ‘gewerkt’ werd. Hard nodig, want nu Nynke meerijdt, zal het nog harder gaan. Mijn conclusie dat mijn deelname nu geen zin heeft, krijgt weinig bijval. De trainingen erna staan in het teken van mijn dramatische bochten. Larissa en Harry zijn bereid hun training dusdanig aan te passen dat ze mij enigszins fatsoenlijk door de bochten kunnen slepen. Nog veel werk te doen!’
Dames NCK Larissa: ‘Begin augustus trainen we voor het eerst op het parkoers. We zijn er allemaal, inclusief Andre in de volgwagen met camera. Deze training was de vuurdoop voor Bettina, die voor het eerst op een tijdritiets zat. Ze moet zo’n beetje gek zijn geworden van alle indrukken: tijdridiets, parkoers, aandachtspunten, regen en af en toe best doortrappen omdat we ‘de ketting’ ook nog eens zouden testen. Het draaide meteen goed, al wees de ilmopname uit dat we bij het draaien wat
belrondje tussen de dames zelf geeft de motivatie weer: we mogen ook met drie starten, dus we starten.’ Larissa: ‘Toen ik hoorde dat Irene niet mee kon rijden, was de teleurstelling zo groot dat mijn eerste reactie was: ‘Dan hoeft het van mij niet meer.’ Maar dan zie ik in gedachte de superenthousiaste Bettina voor me. Haar wil ik een mooie ervaring niet ontnemen. De samenkomst voor de training eind augustus bevestigt het gevoel dat ik Bettina het NCK
dichter langs de groep naar achteren moesten zakken. Met behulp van veiligheidsspelden werd het wielhoppen aan Bettina uitgelegd. Esther geeft aan ook wel af en toe mee te willen trainen. Een welkome aanvulling!’
wil laten ervaren. Ik krijg er zelfs weer veel zin in. Ik geef aan dat als Bettina met drie vrouw wil starten, ik van de partij ben om een mooie teamprestatie neer te zetten.’
Andre: ‘Bij terugkomst van vakantie blijkt het gevaar van de smalle selectie nogmaals. Irene, die tot voor kort de stenen uit de straat reed, is geblesseerd. In het weekend voor het NCK wordt duidelijk dat ze niet kan starten. Het is te laat om nog een reserve op te trommelen, niet in het minst omdat het trommeltje serieuze reserves leeg is. Een kort
Bettina: ‘Ik twijfel of we Nynke moeten laten afreizen voor een wedstrijd waarin we slechts meedoen om mee te doen. Daarnaast is het niveauverschil fors. Moet ik wel van Larissa en Nynke vragen mij op sleeptouw te nemen? We besluiten dat ik Nynke bel om haar de situatie uit te leggen. Ze blijkt onverminderd enthousiast over deelname en neemt daarmee een behoorlijke last van mijn schouders.’
18
Dames NCK De dag van het NCK Andre: ‘Bettina zou de start voor haar rekening nemen om te voorkomen dat we te hard zouden starten. Omdat ze van het trio de minste was, zouden Larissa en Nynke minimaal tot halfkoers een koppeltijdrit rijden. Bettina had de afgelopen weken speciiek op het van wiel naar wiel springen getraind, waarbij Esther als stand-in voor Nynke had gefungeerd. De tactiek wordt goed uitgevoerd en de snelheid ligt steeds net boven de 40. Vooraf was een kruissnelheid van 41 à 42 afgesproken. Vanuit de auto ziet het er niet verkeerd uit, maar toch kwam de 2 minuten na ons gestarte WV Noord-Holland net voor de helft van de wedstrijd voorbij. Geen wonder, dat was de gedoodverfde favoriet met vier goede rensters.’ Bettina: ‘Ik heb me zo goed mogelijk voorbereid en ben in mijn beste vorm van dit jaar, dus beter dan dit zal het niet worden. Ik probeer me zo veel mogelijk af te sluiten voor de drukte om me heen. Ik moet starten en dat is al een uitdaging op zich, want ik ben nog nooit vanaf een podium gestart. De starts van de andere ploegen heb ik goed bestudeerd. Bij onze start houdt de speaker een relaas over de geweldige prestaties van de CSG-dames de voorgaande twee jaren en ik denk: ‘Niks van aantrekken.’ Geen tijd meer om na te denken, want bij het eerste lange stuk gaat het gas er bij Nynke op. Wind tegen en ik zie 43 op mijn teller, dat gaat wel erg hard van stapel! Ik durf nog geen ‘ho’ te roepen. Na een kilometer of vijftien staan mijn benen op ontplofen. Larissa en Nynke brengen het tempo iets naar beneden, maar mijn lichaam schreeuwt om een moment van herstel en ook het nieuwe tempo kan ik nauwelijks bijhouden. Het claxonsignaal van Andre neemt het van me over wanneer het gat te groot wordt. De
19
twee voor mij beraden zich en zetten zich samen op kop, zodat ik een grotere windschaduw heb. Dit blijkt een briljante oplossing en het tempo kan weer opgeschroefd naar 40+. Daar is de weg naar de inish al... Nog één kilometer doortrekken. Rotbocht naar de inishstraat en dan de laatste krachtinspanning naar de inish. Uiteindelijk toch nog als eerste over de meet! Wat een ervaring!’ Larissa: ‘Diep respect voor Bettina die alle energie aan heeft moeten spreken om het tempo te volgen, telkens het randje opzoekend waarop ze ons wiel nog kon houden. Wanneer we voor te weinig windschaduw bij Bettina blijken te zorgen, stelt Nynke voor om naast elkaar te gaan rijden, maar dat leek mij het laatste redmiddel, omdat we nog ruim dertig kilometer hebben te gaan. We besluiten dat ik rechtop ga zitten. Ongeveer halverwege blijkt dit niet meer voldoende en gaan Nynke en ik naast elkaar rijden. Dat werkt en het tempo kan hoog blijven. Uiteindelijk 39.95 km/u gemiddeld. Er is alles uit gehaald wat erin zat!’ Andre: ‘Na de inish overheerst tevredenheid. Uiteindelijk blijkt de prestatie een zestiende plaats op te leveren. Ik had het op basis van wat ik vanuit de auto zag, iets hoger ingeschat. De uitslag valt me iets tegen. Maar de tijden liegen niet, de omstandigheden waren voor iedereen even zwaar en dus is dit de uitkomst van dit jaar. Op naar 2012!’
Dames NCK
20
Les Ballons Vosgiens De een na laatste afspraak op de CSG-cyclokalender vormde het decor voor de eerste cyclodeelname van Taco. Enige lichamelijke ongemakken beletten hem niet om te doen waarvoor hij kwam: de streep halen. Door Taco Cruiming
Het is 28 augustus 2011, tien voor negen en ik sta voor het Casino du Lac in Gérardmer, Frankrijk. Het is fris met een temperatuur rond de tien graden. Vanwege de lage temperatuur heb ik gekozen voor een windstopper en arm- en kniestukken. Een koerspetje onder de helm maakt het af. Ik sta in het achterste deel van het deelnemersveld, tussen de andere deelnemers die niet voor een topnotering gaan. Nog tien minuten tot de start van mijn eerste cyclo. Mijn gedachten dwalen af naar de afgelopen dagen. Vrijdag vroeg op om Bert om half zeven op te pikken, een autorit van acht uren en daarna omkleden op de parkeerplaats van het hotel voor een kort en rustig trainingsritje met Bert, Ivo en Ilja. Kort werd het wel, maar rustig niet echt. Mijn hartslag zat al erg hoog op weg naar de Col de la Schlucht, maar toen de klim echt begon, zat ik in no time ver boven mijn omslagpunt. Een korte pauze bracht de hartslag weer terug tot normale waarden, maar bij het verder klimmen schoot de hartslag weer te hoog. Ik hield het dan ook maar voor gezien en ietste terug naar het hotel. De volgende ochtend had ik nog steeds hoofdpijn en last van mijn maag. Ik heb die dag dus maar rust gehouden. Gezien de lage temperatuur en de constante regen was ietsen sowieso niet erg aantrekkelijk. Beweging bij de startboog brengt mij weer terug in de werkelijkheid. Het gaat nu echt beginnen. De eerste kilometers het dorp uit draai ik een hoge cadans om warm te worden. Heerlijk
21
dat de wegen zijn afgezet, waardoor je niet hoeft te remmen. Col de la Schlucht Vanaf Gérardmer tot aan de voet van de Col de la Schlucht (altitude: 1139 meter, départ: Longemer, lengte: 17,0 kilometer, hoogteverschil: 394 meter, moyen: 4,38 procent, max: 6.7 procent) is het tamelijk vlak, dus dat gaat in een redelijk tempo en ik haal aardig wat mensen in. Na 6,6 kilometer kom ik aan de voet van de col. Ik merk dat ik nog niet echt lekker draai, dus ik neem mij voor om rustig aan naar boven te gaan. Met de hartslag net onder het omslagpunt peddel ik gestaag naar boven. Om me heen hoor ik sommige mensen al zwaar ademen, waardoor ik mij afvraag of ze het wel gaan halen. De klim is zeven kilometer, maar hij lijkt eindeloos te duren. Na een tijd zie ik de Duivelsrots verschijnen, een rotsformatie die als een poort over de weg ligt. In mijn herinnering was dit dicht bij de top. Dat blijkt echter tegen te vallen, een behoorlijk aantal bochten later houd de klim pas op. Er volgt een lang licht oplopend stuk, waar ik aanhaak bij een klein groepje dat rond de dertig per uur. Bovenop slaan we rechtsaf, de Route des Crêtes op. Dit is een mooie glooiende weg over een heuvelrug, die helaas begint met een vies klimmetje dat langer duurt dan gewenst. Ik laat de rest van het groepje achter mij op de eerst honderd meters en ga alleen verder. Inmiddels is de zon wat door de wol-
Les Ballons Vosgiens ken gebroken en schijnt op een stuk weg tussen de bomen in fraaie banen door de uit het dal opkomende mist. Het is prachtig ietsen hier! In de verte zie ik een groepje ietsen dat ik langzaam inhaal. In een afdaling haal ik de groep in, de Fransen dalen erg voorzichtig, en zit ik opeens op kop. Ik rij een stuk op kop, maar er is maar een man die na een tijdje overneemt. Als ik weer van hem overneem doemt er een relatief klein klimmetje op. Ik besluit deze op de macht te nemen en ga staan op de pedalen. Wanneer ik boven ben zie ik dat ik het groepje achter me heb gelaten. Dan maar weer alleen verder. Verderop komt nog een mistlard uit het dal over de weg. De zon begint nu echt door te breken en het uitzicht naar rechts, het dal in, is magniiek. Terwijl ik van het mooie uitzicht aan het genieten ben, wordt ik ineens langzaam ingehaald door een tanige, pezige man op leeftijd. De duidelijke aftekening van de tweekoppige kuitspier doet mij vermoeden dat hij heel wat uren op de iets doorbrengt. Ik ga dus maar in zijn wiel zitten. Terwijl ik daar zit krijg ik het gevoel dat er iets mis is met mijn achterband. Ik voel steeds meer van de onregelmatigheden in de weg en in de bochten lijkt het achterwiel wat weg te glijden. Er schiet door mijn hoofd dat ik de bandenspanning voor de start nog had moeten controleren. Doordat ik steeds meer van het wegdek voel, constateer ik dat de achterband langzaam leeg loopt. Ik beslis door te rijden tot de eerste ravitaillering in de hoop dat daar een ietspomp staat. Als ik op de Col du Markstein aankom blijkt dat vergeefse hoop. Ik moet de band verwisselen en daarna met mijn handpomp probe-
ren de band op druk te krijgen. Nadat dit min of meer is gelukt, vervolg ik de route met de afdaling van de Markstein. De weg is breed en overzichtelijk, zodat ik snelheden rond de zeventig kilometer per uur bereik. Helaas zijn de groepjes met een gelijke, of hogere, gemiddelde snelheid verdwenen in de tijd dat ik de band verwisselde, waardoor ik nu grotendeels alleen moet ietsen.
Col de Bramont Onderaan de afdaling gaat de route naar rechts, richting Wildenstein. Ik word ingehaald door een stevig gebouwde ietser die een link tempo aanhoudt. Ik spring in zijn wiel, maar aan het einde van het dorp houdt hij in en gaat zijn spieren rekken. Ik ga hem voorbij en zie vervolgens waarom hij inhield: na het bruggetje begint de beklimming van de Col de Bramont (altitude: 956 meter, départ: Wildenstein, lengte: 7, 5 kilometer, hoogteverschil: 386 meter, moyen: 5,2 procent, max: 6 procent). Aangezien ik de route niet heb verkend, sleep ik mij van haarspeld naar haarspeld (veertien stuks) met de windstopper open. Gelukkig wacht daarna weer een mooie afdaling. In het dal blijkt het al aardig warm te zijn, dus ik doe mijn armstukken uit en de windstopper los. Col des Feignes Een lange, rechte weg met een licht stijgingspercentage die door een dorpje en een skigebied in aanbouw loopt, blijkt het begin van de Col de Feignes (altitude: 954 meter, départ: Fin de la descente du col de Bramont, lengte: 7 kilometer, moyen: 2,9 procent, max: 6 procent). Onderaan het steile deel van de
22
Advertentie
23
Les Ballons Vosgiens klim nog even snel wat sportdrank aannemen bij de tweede ravitaillering, waarna de echte klim kan beginnen. Het laatste deel van deze klim valt mee. Wel steil maar niet heel lang. Daarna weer een mooie vloeiende afdaling. Aan het einde van de afdaling moeten we opeens naar rechts over een klein bruggetje, waar een klein steil weggetje op ons ligt te wachten. Col de Grosse Pierre Dat kleine weggetje blijkt Route de la Courbe te heten en het is het begin van de klim naar de Grosse Pierre. Het is
een mooi, steil weggetje dat me doet denken aan Limburg. Ik probeer zoveel mogelijk op de pedalen staan om de snelheid er in te houden. Na nog een stuk over een bredere weg bereik ik de top van de Grosse Pierre. De kilometerteller geeft bijna tachtig kilometer aan en ik begin mijn benen te voelen. Ik was al gewaarschuwd voor een leuk klimmetje op het laatste stuk voor de inish. Het gaat nog wel omhoog, maar niet erg steil meer. Bovengekomen herken ik het laatste stuk tot de inish van het ophalen van de startnummers. Na een korte afdaling moet er nog een klein stuk geklommen worden, met twee haarspeldbochten tot de inish. Ik pers er nog een laatste sprintje uit en laat mij uitbollen over de inish. Ik heb het gehaald!
Les Ballons Vosgiens Dat Pieter Weening in 2005 een touretappe won in Gerardmer is iedereen natuurljk allang weer vergeten. Dat het hart van alle CSG’ers sneller begint te kloppen bij het horen van de naam Gerardmer komt door de eclatante zege die onze eigen Oege Hiddma hier een paar maanden later boekte in Les Ballons Vosgiens. Naast 90 kilometer kan er ook voor 155 kilometer worden gekozen. In plaats vanaf de Col de la Schlucht door te steken naar Le Marktstein, voert de lange route eerst over Le Petit-Balon, Col de Firstplan en Col de Bannstein om vervolgens de niet steile, maar slopende beklimming van Le Marktstein aan te vangen. In beide afstanden samen starten ongeveer duizend renners. Knus en gezellig dus, van de Franse slag bij de inschrijving in het kleine lokaaltje bij het skistation, de start op het parkeerterrein voor het casino tot en met de pastatent bij de aankomst. Zelfs de automobilisten die je onderweg op het parcours kunt tegenkomen (alleen de eerste beklimming is afgesloten voor het verkeer) zijn uitermate beleefd. Wie trappelt van ongeduld om volgend jaar deze aanwinst voor de CSG-Cyclokalender te gaan rijden, moet een jaar langer geduld hebben. Les Ballons Vosgiens wordt alleen in de oneven jaren georganiseerd. In de even jaren wordt, over grotendeels dezelfde bergen, La Vosgienne verreden.
24
Crosstraining
Cross- en ATB-trainingen De eerste week van april trok een delegatie CSG’ers naar Mallorca voor een gezamenlijk trainingskamp met Gaul! en triathlonvereniging GVAV. Aanpassingsproblemen hadden ze niet. ‘Bij thuiskomst liggen de biertjes koel midden in het zwembad.’ Door Ivo Beetz Een enerverend wegseizoen loopt langzaamaan op zijn eind en eenieder begint te denken aan het volgend seizoen met nieuwe doelen, nieuwe ambities en goede voornemens voor het wegseizoen 2012. Steeds meer CSG’ers hebben echter ook doelen voor de winter. Zij richten zich op veldrijden of jakkeren zo hard mogelijk door het bos op een ATB. Rijden in het veld en het bos zijn als disciplines niet zo gemakkelijk als een duurritje op de weg, al blijkt de afgelopen seizoenen dat rijden op de weg ook niet altijd even gemakkelijk is. Het technische karakter en de modder schrikken de beginnende crosser of ATB’er vaak af om ermee verder te gaan, waardoor de crosser of ATB al snel een veredelde winteriets wordt voor een ritje over vieze, natte wegen. Maar wat voor veel dingen geldt, is niet anders dan voor ietsen in het bos: al het begin is moeilijk en oefening baart kunst. Na een paar keer languit in de modder te hebben gelegen, bomen op een haar na te hebben ontweken, zul je merken dat het steeds makkelijker gaat. Je gaat je grenzen verleggen en steeds harder door de bochten, minder remmen in afdalingen en het bos steeds meer waarderen. Het bos is niet alleen minder koud in de herfst en wintermaanden, maar ook verandert het prachtig gedurende de herfst, winter en naar de lente toe. Om steeds meer te kunnen genieten van het veldrijden en het rijden op de ATB, moet je uren maken en blijven oefenen om vertrouwen te krijgen in jezelf en in je iets. Daarom zullen er vanaf oktober elke zondag trainingen zijn voor iedereen die beter wil
25
leren crossen of op de ATB wil rijden. Sommige zullen deze trainingen gebruiken om zich voor te bereiden op wedstrijden zoals de ICW-wintercompetitie, KNWU-veldritten, maar ook iedereen die nog aan het begin van een cross/ATB-carrière staat is welkom om zich verder te bekwamen in deze discipline. Er zal veel op kleinere circuits worden getraind, zodat je op je eigen niveau en in je eigen tempo de training en oefeningen kan afwerken. De trainingen zullen worden verzorgd door Jan Prenger en Ivo Beetz. We vertrekken vanaf 2 oktober elke zondag om 10:00 uur vanuit Anderen. Dit is een half uurtje met de auto vanuit Groningen of een uur op de iets. We kunnen vanuit Anderen meteen de boswachterij in, waar Jan al een paar mooie circuitjes heeft uitgezet met mooie klimmetjes en afdalingen, een trap, een zandverstuiving en nog veel meer moois. De trainingen zullen tussen de twee en drie uur duren. Wanneer er een ICW-wedstrijd of een mooie toertocht in de omgeving is, zal er geen training zijn, maar proberen we daar gezamenlijk met zoveel mogelijk fanatiekelingen naartoe te gaan.
Crosstraining
In het kort Wanneer: Waar: Wie: Waarom:
Elke zondag vanaf 2 oktober om 10:00 uur Dorpshuis Anderen Iedereen die beter wil leren veldrijden of op de ATB beter wil worden. Omdat het erg leuk, gezellig en een goed alternatief voor trainen in de winter is.
26
Koersauto
Vier wielen Waarom een CSG-koersbak? Om naar wedstrijden, cyclo's en toertochten te rijden. Om te gebruiken in koersen waar een volgauto verplicht is en zo het risico van schade aan eigen en leenauto's te voorkomen. Om extra exposure voor de clubsponsors te genereren. Om 's winters bij slechte weersomstandigheden achter de training aan te rijden. Een betere vraag zou zijn: waarom nu pas? Ja, ja. En wat vinden de leden ervan? Zij konden op de extra algemene ledenvergadering vlak voor de zomervakantie over de aanschaf van een auto meebeslissen. In de discussie voorafgaand aan de stemming werd met name gesproken over de noodzaak van een clubauto en de vraag of we dat als club kunnen betalen. De leden stemden voor.
27
Koersauto
Vier vragen Waar kan ik de sleutels ophalen? Zo ver is het nog niet. Het wachten is op Louwman Groningen, de plaatselijke Totyota-dealer die ons al meer dan eens heeft voorzien van een auto om tijdens wedstrijden te gebruiken als ploegleidersauto. Louwman kijkt uit naar een geschikte tweedehands, waarschijnlijk een zwarte Toyota Avensis. Het bestuur hoopt in januari, tijdens de algemene ledenvergadering, de aanschaf van een auto te kunnen mededelen. Daarna zal de auto nog moeten worden voorzien van een imperiaal en bestickering. Naar verwachting is de koersbak vóór aanvang van seizoen 2012 einsatzbereit. Wie mag de auto gebruiken? Iedereen die lid is van CSG en in het bezit van een geldig rijbewijs. Het is de bedoeling om op het forum een reserveringsformulier te plaatsen. Ook zullen er regels worden opgesteld omtrent zaken als het gebruik en welk gebruik voorrang heeft.
28
Advertentie
29
Miguel Down Under
Miguel gaat naar Macedonië Een zoektocht naar de familiehistorie van mijn vriendin bracht ons in april in Macedonië. Australië mag dan 13.000 kilometer van Europa liggen, 93 procent van de bevolking heeft Europese wortels. We waren beiden in training voor de halve Ironman, dus moest de iets mee. Door Miguel De ontdekkingsreiziger in mij werd wakker en struinde het internet af, op zoek naar mooie routes en passen. Macedonië ligt op de grens van tectonisch interessante continentale platen, dus bergen moeten er zijn. Maar tot mijn verbazing is er nauwelijks ietsinformatie te vinden. Het feit dat Macedonië is opgesplitst in een Grieks- en Macedonisch gedeelte maakt het er niet makkelijker op. Wel erg interessant vanuit politiek oogpunt, hoewel de geschiedenis erg schrijnend is. Omdat Macedonië tot 1991 deel uitmaakte van Joegoslavië, en daarna in de vergetelheid raakte, is er welgeteld één Engelse gids te vinden. Daarnaast lijkt het erop dat er al helemaal niemand de moeite heeft genomen om het gebied in kaart te brengen voor de sportieve toerist. Eén Macedoniër die zijn reis door Europa op een site heeft gezet stuurt me wat informatie toe, maar als GoogleMaps-adept brengt dat weinig nieuws. Er zat niets anders op zelf de routes uit te stippelen, wel zo uitdagend, maar ik legde ons
lot volledig in Google’s handen. De reis start in Florina, hoofdstad van het Griekse Macedonië. Een knus stadje, de laatste westerse stop voordat je je overgeeft aan oud communistische bolwerken als Albanië of het uiteengevallen Joegoslavië. De twee kilometer hoge toppen zijn bedekt met sneeuw en op 1400 meter is het bar koud. We hebben de wegen voor onszelf, met klimmen tot tien kilometer lengte. De uitstekende kwaliteit van het asfalt roept vragen bij me op. Nog een project van niks naar nergens dat is gesubsideerd door de EU? De dorpjes zijn verlaten. De mensen zijn richting Athene vertrokken om een baan te zoeken. Maar het schetst wel een bijzonder beeld van een deel van Europa dat ik niet ken. De Prespa-meren leken bijna onaangetast. Stilte is nog stil. Verstopt op een eilandje met een loopbrug ligt een restaurantje waar we ons te goed doen aan Griekse en Macedonische lekkernijen. Griekse Macedoniërs
30
Miguel Down Under voelen zich hier, luttele kilometers van de Albanische grens, vrij om hun eigen taal – Macedonisch – te spreken in Griekenland. In de jaren vijftig werden ze er het land voor uitgekegeld. Onze reis gaat verder naar Macedonië, waar armoede in Europa voor mij een nieuwe grens overschrijdt. De natuur in het bergachtige Westen is prachtig: grote meren, bergketens met pieken tot 2700 meter, maar ook de plek waar met man en macht naar schaarse metalen wordt gezocht met de hedendaagse.
Het duurt kilometers voor ik besef dat het stempel van de douanier ‘echt’ is. We waren in Albanië! Maar versleten bunkers, met zicht op Macedonië, en de harde kille tegenwind maken maar al te zeer duidelijk dat dit geen prettige plek was. We voelen ons aangeschoten wild als we even bijkomen met een kop koie. Ik heb geen idee hoeveel de lek waard is en trek veel te veel uit de muur. De caféuitbater weigert mijn fooi: zoveel kan hij met geen mogelijkheid aannemen. De weg terug naar Ohrid voert ons langs
De wegen zijn er helaas ook schaars, dus vergde het wat extra planning om een mooie route uit te stippelen. We ietsten rondom het meer van Ohrid (UNESCO locatie), dat nog geen dertig kilometer lang is, maar wel 280 meter diep, gelankeerd door de 2200 meter hoge Galičica. De tocht brengt ons ook in Albanië, een land dat mij altijd heeft gefascineerd.
kapot geschoten bunkers, niet afgebouwde hotels, aftandse Lada’s en gloednieuwe geblindeerde Mercedessen, verlaten communistische kastelen en kollossale Vodafonereclames. Het land staat bol van de tegenstellingen en als het weer niet zo kil was, dan hadden we er misschien een andere mening aan overgehouden.
31
Miguel Down Under In de Macedonische hoofdstad Skopje ietsen we niet. Het blijft bij een ochtendloop van tien kilometer. Skopje staat in de steigers: aan beide zijden van de rivier rijzen langzaam maar zekers pompeuze monumenten de hoogte in. De stad is lettelijk verdeeld in een orthodox christelijk zuiden en een Turksislamitisch noorden. De brug die de stad verdeeld is al tien jaar een middelpunt van een minderhedendiscussie. De eeuwenoude brug is namelijk stuk en nog steeds niet volledig gerestaureerd. De Turkse minderheid voelt zich gekrenkt en niet gerespecteerd. Te meer omdat op de Vodno (1066 meter), veruit de hoogste berg in de omgeving, een afzichtelijk tachtig meter hoog kruis uit de grond is ingestampt, ter ere van tweeduizendste sterftejaar van Christus. Maar de bouw van een nieuwe moskee gaat elke keer met hoog oplopende ruzies gepaard. De weg naar de Vodno is echter een haarspeld-genot. Ver van deze multiculturele soep ietsen we door het akkerland en de wijnstreken. Er is akkerland te over, en het belangrijkste ingrediënt van Macedonische gerechten is groente(!). De bewuste vegetariër kan hier zijn hart ophalen, hoewel er wel wordt gefronst als er helemáál geen vlees wordt besteld. In het zuiden is het klimaat goed voor wijn, erg goede wijn. Ik noem Bovin omdat, ondanks dat we stellig verkondigen dat we niet de intentie hebben veel wijn te kopen, we een heuse wijnproeverij-voor-twee krijgen voorgeschoteld. Misschien omdat mijn vriendin wat woorden Macedonisch sprak, maar waarschijnlijk omdat de baas deze dag niet op kantoor is. De slagroom op de (iets)taart moet echter de beklimming van de Kajmakčalan (2500 meter) worden, een piek waar in de eerste wereldoorlog een slag werd uitgevochten. GoogleMaps liet een mooie weg zien, en ik kijk uit naar 25 kilometer klimmen. Mijn vriendin wat minder. Maar het weer is perfect. We hebben de planning omgegooid om
op de warmste dag de beklimming te wagen; boven zou het immers ijskoud zijn. Het avontuur eindigt na vijftien kilometer Paris-Roubaix-achtige taferelen in een kollossale kolenmijn. De mijn heeft beslag gelegd op de weg die ik voor ogen had, zonder toeristische kennisgeving. We zijn omringt door machinerie die ik alleen uit ilms ken en de Shell=werknemer in me weet dat dit absoluut niet veilig is. Twee uur en een vijftigtal vrachtwagens later worden we door de mijndirectie uit de modder geplukt en naar de dichtsbijzijnde weg geëskorteerd. Nu weet ik het zeker: Nooit Paris-Roubaix voor mij. Deze vakantie stond bol van het onberekenbare, ongeplande avontuur, maar maakte daardoor wel een diepe indruk. De economische achterstand weerhoudt Macedonië ervan om zich te ontwikkelen als een toeristisch land, terwijl het daar wel alle ingedrienten voor heeft: mooi weer, mooie natuur, goed eten, vriendelijke mensen en vrijwel autoloze wegen. Maar wees niet verbaasd als het niet volgens plan verloopt.
32
Advertentie
plotten
printen
scannen
kleurkopie fotokopie
groot kopie
plastificeren inbinden
Professionals in printing en grootkopie Schuitendiep 28 9711 RC Groningen Tel.:050-3136505 www.ldsrepro.nl e-mail:
[email protected]
33
Recept
Legale doping: rode bieten!
De wetenschap is er al lang uit; rode bieten vergroten de sportprestaties. Bovenstaande graieken bevestigen dat in niet te misstane lijnen en stippen. Dus vanaf nu iedereen aan de bieten! Dit recept helpt je wat op weg.
Ingrediënten: 500 gram rode bietjes (verse iets meer i.v.m afval) 1 kleine ui 1 appel 1 eetlepel suiker azijn boter water zout Bereidingswijze De bietjes eventueel gaar koken. Dan in blokjes of reepjes snijden. De bietjes samen met een beetje zout, 1 eetlepel suiker, een klontje boter en een scheut azijn opzetten. Doe er dan de gesnipperde ui bij samen met de in blokjes gesneden appel. En laat dit alles 20 min. stoven met een klein beetje water. TIP: Lekker met gekookte aardappels en een gehaktbal. Een eenvoudig en lekker recept om zelfs de meest notoire mooiweerrenner de winter door te helpen.
34