Cursusomschrijving van de Masteropleiding Physician Assistant

Cursusomschrijving van de Masteropleiding Physician Assistant 2011-2012 Hoe een cursus te vinden? 1. Ga naar het „Overzicht Curriculum‟ (par. 4.1.4) in de studiegids 2. Zoek het studieprogramma van het betreffende studiejaar 3. Zoek de betreffende cursus en selecteer de naam of cursuscode 4. Zoek deze cursus vervolgens in deze bijlage.

Cursus

GVE-1.PAAA-09

Lange naam

Patient met acute aandoeningen

Korte naam (Engels)

Patient with Acute Disorders


GVE-1.PAAA-09

Coördinerend onderdeel

GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon

Dix, Patty ([email protected])

Cursustype

REGULIER

Nee

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking

Inschrijven open voor bijvakkers? Zichtbaar in OSIRIS Student? Inschrijven via OSIRIS Student? Voorinschrijving?

Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern

Aanmeldingsprocedure

Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee

Samenstelling toetsen wijzigbaar? Ingangsjaar

Nee

Volgend collegejaar

2012

2009

Laatste collegejaar Status

Definitief

Resultaatinvoer door medewerkers van verzorgende onderdelen?

Nee

VOERTAAL: Voertaal NL

Omschrijving Nederlands

WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V

Omschrijving Diverse werkvormen

V/D V

Omschrijving Schriftelijk tentamen

Omschrijving (Engels)

Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie

Contactduur in minuten

Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0

Minimum cijfer Verplicht 5,5 Ja

0

4,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur

Aantal gelegenheden 2

Termijnbewaking resultaten? Nee TOETS2

V

Vaardigheden


V

BLS toets


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage

Termijnbewaking resultaten? Nee Aanvangs blok

V/D

Toets

Blokken

JAAR

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR

TOETS6

JAAR

VERZORGING: Verzorgend onderdeel GVE

Aandeel 100

Inschrijving door faculteit FG

DOCENTEN: Docent Naam anja.terhaar@hu. Haar, Anja ter nl ([email protected])

Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

annemarije.ridder Ridder-Steensma, Anne Marije ([email protected] [email protected]) connie.vanderme Meer, Connie van der [email protected] ([email protected]) josephine.berkve [email protected]

Berkvens, Josephine ([email protected])

[email protected]


INHOUD:

Blok 4

De acute patiënt

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur)

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken) D

Werkvormen

Binnenschool curriculum:

-

Basiscolleges en responsiecolleges

-

Practica

-

Vaardigheidstrainingen

-

Werkgroepbijeenkomsten

-

Zelfstudie

Buitenschools curriculum: -

Werkplekleren

Vervanger

-

Stage

Toetsen:

Binnen de cursus wordt de student in een aantal gebieden beoordeeld;

Gebied

Toetsinstrument

Kennis

Theorietentamen

Vaardigheden BLS toets

Aanwezigheidsregistratie & nbsp;

Schriftelijk tentamen 5 Vaardigheden 4

Vaardigheden 0

Professioneelhandelen

Beoordeling beroepstaken

Reflectie en studieplanning

Beoordeling portfolio

Stage

Osiris (GVE-1.PAAA-09) EC

Evaluatieformulier

Beroepsopdrachten 4 Verslag / Rapport / Portfolio 2 Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen. Bij het behalen van de BLS toets wordt een certificaat uitgereikt.

Contact persoon Patty Dix Ingangscursussen Blok 1 t/m 3 Aansluitende cursussen Blok 5 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud „De acute patiënt‟ is het vierde lesblok uit de masteropleiding voor physician assistants. Dit blok staat in het teken van de acute geneeskunde. Tijdens de stage kan de student zich oriënteren op de spoedeisende hulp. Dit kan vanuit een SEH afdeling of op een huisartsenpost. Ook is het soms mogelijk mee te gaan met de ambulance. In Thema 1 respiratoire insufficiëntie staat de spoedeisende hulpverlening aan de patiënt met ademhalingsproblemen centraal. Behalve aan het interpreteren van waarden en aan farmacotherapeutische aspecten wordt ook aandacht besteed aan de rol van de PA in de zorg aan de acute patiënt. In het practicum zullen de verschillende methodieken zoals triage, de ABCDE-methode en Top-Teen onderzoek worden geoefend, de BLS-vaardigheden worden getraind en getoetst en via een simulatie casus worden probleemsituaties. Thema 2 Pijn op de borst is toegespitst op hart- en vaatklachten. Het totale stappenplan van de spoedeisende hulp en behandeling dient gaandeweg vanzelfsprekend te worden beheerst. Ook de farmacotherapie en ethische aspecten van de zorg komen aan bod. Verder wordt er aandacht besteed aan communicatie en aan conflicthantering. Het practicum gaat dieper in op een aantal ABCDE/ALS-vaardigheden. Thema 3 betreft de spoedeisende hulpverlening aan een patiënt met multitrauma (onder andere met een pneumothorax t.g.v. een verkeersongeval). De ABCD-methodiek wordt nog verder verdiept. Ook overdracht en gespreksvoering zijn belangrijke onderwerpen in dit thema. Er is specifieke aandacht voor pijnbestrijding. De bedoeling van dit practicum is het opdoen van ervaring, verdieping en integratie van de ABCD -methodiek /ALS scenario‟s door te trainen en te oefenen en persoonlijke feedback te krijgen.

Thema 4 verminderd bewustzijn. In de ABCDE-methode wordt in dit thema uiteraard extra aandacht besteed aan de D van disability, het hanteren van meetinstrumenten zoals de traumascore en de Glascow Coma Scale; daarnaast nog aan de gevolgen van (mogelijk) hersenletsel en de invloed van drank en drugs op het bewustzijn. Ook lastige situaties en dilemma's zoals omgaan met agressie, risico's bij prikaccidenten, zwijgplicht, hanteren van posttraumatische stress komen aan de orde. In het practicum worden BLS vaardigheden, Top teen onderzoek bij kinderen getraind en de APLS gedemonstreerd. Thema 5 het acuut zieke kind. Hierin worden de meest voorkomende aandoeningen bij kinderen die kunnen leiden tot cardiorespiratoire insufficiëntie (vooral toegespitst op meningitis), de afwijkende anatomie/fysiologie en compensatiemechanismen bij kinderen en de spoedeisende hulpverlening aan kinderen behandeld. Verder worden verschillende richtlijnen voor de SEH aan kinderen met cardiorespiratoire insufficiëntie met elkaar vergeleken. In het practicum worden de specifieke ABCDE/APLS-vaardigheden bij kinderen geoefend in relatie tot de ontwikkelingsfase van het kind. Veronderstelde voorkennis Blok 1 t/ 3 Doelstellingen/ competenties Medisch denken De student kan beargumenteren hoe men bij een acuut zieke patiënt door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek komt tot een werk of differentiaal diagnose De student kan beredeneren hoe men bij een acuut zieke patiënt door middel van Triage, de ABCDE methode en Top-Teen onderzoek komt tot een werk of differentiaal diagnose De student kan bij de patiënt met vitale functie problemen verschillende vormen van aanvullende diagnostiek beargumenteren. -

De student kan de symptomen onderbouwen die wijzen op verstoring van de vitale functies bij:

o acute respiratoire en circulatoire problemen o acute verstoring van het milieu interne o acute neurologische problemen o traumatologische problemen De student kan een overzicht geven van de belangrijkste complicaties en (aanvullend) onderzoek en therapeutische maatregelen vanuit de literatuur. De student kan de belangrijkste farmacotherapeutische principes in het kader van de behandeling van de acuut zieke patiënt beredeneren De student kan de bij de patiënt met verstoring van de vitale functies problemen volgens de actuele standaarden en procedures oplossen en aangeven wanneer een superviserend arts te raadplegen. De student kan een overzicht geven van de principes van Triage Top-Teen onderzoek ABCDE methode ALS, ATLS APLS en Primary en Secundairy Assessment (primary survey) bij volwassenen en kinderen.

Medisch handelen De student beheerst de vaardigheidheden om de voorbehouden handelingen binnen de acute zorgverlening volgens protocol uit te voeren. De student beheerst de vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde taken binnen de acute zorgverlening. -

De student kan binnen de gegeven thema‟s van dit blok de geneeskundige zorg onder supervisie toepassen.

De student kan bevindingen van anamnese, differentiaal diagnostiek en rapportage en registratie van behandeling omschrijven in de medische status. -

De student kan het behandelplan van de patiënt met acute verschijnselen opstellen.

De student beheerst de Top-Teen methode, de ABCDE methode en de bijbehorende handelingen bij volwassenen en kinderen. -

De student beheerst BLS vaardigheden volwassen, kind en zuigeling.

-

De student is op de hoogte van de ALS richtlijnen volwassenen kind en zuigeling.

-

De student kan adequaat samenwerken met andere disciplines en conflicten over verantwoordelijkheden hanteren.

Wetenschap en onderzoek De student kan de verschillende soorten statistiek binnen wetenschappelijk onderzoek herkennen/analyseren (beschrijvende of inventariserende statistiek, inductieve statistiek, mathematische statistiek). -

De student kan basisbegrippen vanuit de statistiek en onderzoeksmethodologie in eigen woorden weergeven.

De student kan resultaten uit gepresenteerd wetenschappelijk onderzoek analyseren naar objectiviteit, standaardisatie, betrouwbaarheid, validiteit, normering. -

De student kan bij het interpreteren van de resultaten uit een onderzoek het aspect precisie herleiden.

De student kan bij het lezen van een conclusie in wetenschappelijk onderzoek aangeven waarop moet worden gelet ( b.v. afstemming probleem/vraagstelling, beknopte formulering, juiste interpretatie, selectiebias, informatiebias en/of confounding). De student kan de voorwaarden noemen waaraan de discussie binnen wetenschappelijk onderzoek dient te voldoen. -

De student kan de incidentie en prevalentie van de acute klachten in dit blok in kaart brengen De student kan protocollen analyseren, vergelijken en een standpunt bepalen over de waarde van het gebruik van protocollair materiaal

Persoon en beroep -

De student kan kritisch reflecteren op de eigen vaardigheden met betrekking tot de 5 leerlijnen.

De student kan aangeven waarom een adequate afgrenzing van zinvol en zinloos medisch handelen van belang is en welke rol dit speelt bij veel voorkomende problemen. De student is in staat stress en emoties in de hand te houden en effectief te handelen bij patiënten in levensbedreigende situaties.

Werkplek en organisatie De student kan uitleggen welke voorzieningen noodzakelijk zijn voor de adequate opvang van patiënten met acute levensbedreigende problemen. -

De student kan een overdracht verzorgen van de 1e lijnszorg naar de 2e lijnszorg en vice versa.

Materialen: Boeken Voor de boekenlijst zie einde hoofdstuk 9.

Materialen -

Witte jas en stethoscoop

Cursus

GVE-1.PAAA-11

Lange naam


Korte naam (Engels)

Patient with Acute Disorders


GVE-1.PAAA-11


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon


Cursustype

REGULIER

Nee

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking


Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee



WERKVORMEN: Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

BLS toets


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

JAAR

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR

TOETS6

JAAR


Aandeel 100



Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

connie.vanderme Meer, Connie van der [email protected] ([email protected]) hans.heneweer @hu.nl

Heneweer, Hans ([email protected])

josephine.berkve [email protected]


[email protected]


INHOUD:

Blok 4

De acute patiënt


Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken) D

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

Vervanger

-

Stage

Toetsen:


Gebied

Toetsinstrument

Kennis

Theorietentamen

Vaardigheden BLS toets

Aanwezigheidsregistratie & nbsp;


Vaardigheden 0





Stage

Osiris (GVE-1.PAAA-09) EC

Evaluatieformulier

Beroepsopdrachten 4 Verslag / Rapport / Portfolio 2 Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen. Bij het behalen van de BLS toets wordt een certificaat uitgereikt.

Contact persoon Patty Dix Ingangscursussen Blok 1 t/m 3 Aansluitende cursussen Blok 5 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud „De acute patiënt‟ is het vierde lesblok uit de masteropleiding voor physician assistants. Dit blok staat in het teken van de acute geneeskunde. Tijdens de stage kan de student zich oriënteren op de spoedeisende hulp. Dit kan vanuit een SEH afdeling of op een huisartsenpost. Ook is het soms mogelijk mee te gaan met de ambulance. In Thema 1 respiratoire insufficiëntie staat de spoedeisende hulpverlening aan de patiënt met ademhalingsproblemen centraal. Behalve aan het interpreteren van waarden en aan farmacotherapeutische aspecten wordt ook aandacht besteed aan de rol van de PA in de zorg aan de acute patiënt. In het practicum zullen de verschillende methodieken zoals triage, de ABCDE-methode en Top-Teen onderzoek worden geoefend, de BLS-vaardigheden worden getraind en getoetst en via een simulatie casus worden probleemsituaties. Thema 2 Pijn op de borst is toegespitst op hart- en vaatklachten. Het totale stappenplan van de spoedeisende hulp en behandeling dient gaandeweg vanzelfsprekend te worden beheerst. Ook de farmacotherapie en ethische aspecten van de zorg komen aan bod. Verder wordt er aandacht besteed aan communicatie en aan conflicthantering. Het practicum gaat dieper in op een aantal ABCDE/ALS-vaardigheden. Thema 3 betreft de spoedeisende hulpverlening aan een patiënt met multitrauma (onder andere met een pneumothorax t.g.v. een verkeersongeval). De ABCD-methodiek wordt nog verder verdiept. Ook overdracht en gespreksvoering zijn belangrijke onderwerpen in dit thema. Er is specifieke aandacht voor pijnbestrijding. De bedoeling van dit practicum is het opdoen van ervaring, verdieping en integratie van de ABCD -methodiek /ALS scenario‟s door te trainen en te oefenen en persoonlijke feedback te krijgen.

Thema 4 verminderd bewustzijn. In de ABCDE-methode wordt in dit thema uiteraard extra aandacht besteed aan de D van disability, het hanteren van meetinstrumenten zoals de traumascore en de Glascow Coma Scale; daarnaast nog aan de gevolgen van (mogelijk) hersenletsel en de invloed van drank en drugs op het bewustzijn. Ook lastige situaties en dilemma's zoals omgaan met agressie, risico's bij prikaccidenten, zwijgplicht, hanteren van posttraumatische stress komen aan de orde. In het practicum worden BLS vaardigheden, Top teen onderzoek bij kinderen getraind en de APLS gedemonstreerd. Thema 5 het acuut zieke kind. Hierin worden de meest voorkomende aandoeningen bij kinderen die kunnen leiden tot cardiorespiratoire insufficiëntie (vooral toegespitst op meningitis), de afwijkende anatomie/fysiologie en compensatiemechanismen bij kinderen en de spoedeisende hulpverlening aan kinderen behandeld. Verder worden verschillende richtlijnen voor de SEH aan kinderen met cardiorespiratoire insufficiëntie met elkaar vergeleken. In het practicum worden de specifieke ABCDE/APLS-vaardigheden bij kinderen geoefend in relatie tot de ontwikkelingsfase van het kind. Veronderstelde voorkennis Blok 1 t/ 3 Doelstellingen/ competenties Medisch denken De student kan beargumenteren hoe men bij een acuut zieke patiënt door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek komt tot een werk of differentiaal diagnose De student kan beredeneren hoe men bij een acuut zieke patiënt door middel van Triage, de ABCDE methode en Top-Teen onderzoek komt tot een werk of differentiaal diagnose De student kan bij de patiënt met vitale functie problemen verschillende vormen van aanvullende diagnostiek beargumenteren. -

De student kan de symptomen onderbouwen die wijzen op verstoring van de vitale functies bij:

o acute respiratoire en circulatoire problemen o acute verstoring van het milieu interne o acute neurologische problemen o traumatologische problemen De student kan een overzicht geven van de belangrijkste complicaties en (aanvullend) onderzoek en therapeutische maatregelen vanuit de literatuur. De student kan de belangrijkste farmacotherapeutische principes in het kader van de behandeling van de acuut zieke patiënt beredeneren De student kan de bij de patiënt met verstoring van de vitale functies problemen volgens de actuele standaarden en procedures oplossen en aangeven wanneer een superviserend arts te raadplegen. De student kan een overzicht geven van de principes van Triage Top-Teen onderzoek ABCDE methode ALS, ATLS APLS en Primary en Secundairy Assessment (primary survey) bij volwassenen en kinderen.

Medisch handelen De student beheerst de vaardigheidheden om de voorbehouden handelingen binnen de acute zorgverlening volgens protocol uit te voeren. De student beheerst de vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde taken binnen de acute zorgverlening. -


De student kan bevindingen van anamnese, differentiaal diagnostiek en rapportage en registratie van behandeling omschrijven in de medische status. -

De student kan het behandelplan van de patiënt met acute verschijnselen opstellen.

De student beheerst de Top-Teen methode, de ABCDE methode en de bijbehorende handelingen bij volwassenen en kinderen. -

De student beheerst BLS vaardigheden volwassen, kind en zuigeling.

-

De student is op de hoogte van de ALS richtlijnen volwassenen kind en zuigeling.

-

De student kan adequaat samenwerken met andere disciplines en conflicten over verantwoordelijkheden hanteren.

Wetenschap en onderzoek De student kan de verschillende soorten statistiek binnen wetenschappelijk onderzoek herkennen/analyseren (beschrijvende of inventariserende statistiek, inductieve statistiek, mathematische statistiek). -

De student kan basisbegrippen vanuit de statistiek en onderzoeksmethodologie in eigen woorden weergeven.

De student kan resultaten uit gepresenteerd wetenschappelijk onderzoek analyseren naar objectiviteit, standaardisatie, betrouwbaarheid, validiteit, normering. -

De student kan bij het interpreteren van de resultaten uit een onderzoek het aspect precisie herleiden.

De student kan bij het lezen van een conclusie in wetenschappelijk onderzoek aangeven waarop moet worden gelet ( b.v. afstemming probleem/vraagstelling, beknopte formulering, juiste interpretatie, selectiebias, informatiebias en/of confounding). De student kan de voorwaarden noemen waaraan de discussie binnen wetenschappelijk onderzoek dient te voldoen. -

De student kan de incidentie en prevalentie van de acute klachten in dit blok in kaart brengen De student kan protocollen analyseren, vergelijken en een standpunt bepalen over de waarde van het gebruik van protocollair materiaal

Persoon en beroep -

De student kan kritisch reflecteren op de eigen vaardigheden met betrekking tot de 5 leerlijnen.

De student kan aangeven waarom een adequate afgrenzing van zinvol en zinloos medisch handelen van belang is en welke rol dit speelt bij veel voorkomende problemen. De student is in staat stress en emoties in de hand te houden en effectief te handelen bij patiënten in levensbedreigende situaties.

Werkplek en organisatie De student kan uitleggen welke voorzieningen noodzakelijk zijn voor de adequate opvang van patiënten met acute levensbedreigende problemen. -

De student kan een overdracht verzorgen van de 1e lijnszorg naar de 2e lijnszorg en vice versa.


Materialen -

Witte jas en stethoscoop

Cursus

GVE-1.PACA-09

Lange naam

Patient met chirurgische aandoeningen

Korte naam (Engels)

Patient with Surgical Disorders


GVE-1.PACA-09


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon

Jonkers, Florijn ([email protected])

Cursustype

REGULIER

Ja

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking


Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee


Nee

Volgend collegejaar

2012

2009


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage

Termijnbewaking resultaten? Nee Aanvangs blok JAAR

V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR


Aandeel 100



Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:

Blok 3

De chirurgische patiënt

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur).

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

C

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen:


Gebied Kennis Vaardigheden Professi oneel handelen Reflectie en studieplanning Stage

Toetsinstrument Osiris Theorietentamen Aanwezigheidsregistratie Beoordeling beroepstaken Beoordeling portfolio Evaluatieformulier

(GVE-1.PACA-09) EC Schriftelijk tentamen 5 Vaardigheden 4 Beroepsopdrachten 4 Verslag / Rapport /Portfolio 2 Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld.De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen.

Contact persoon Anne Marije Ridder-Steensma (Blokcoördinator) Ingangscursussen Aansluitende cursussen Blok 4 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “De chirurgische patiënt is het derde lesblok binnen de masteropleiding voor physician assistants.In dit blok maakt de student kennis met de chirurgie en met het werk in en rond de operatiekamer. In dit blok wordt aandacht besteed aan de volgende thema‟s: Thema 1 wondgenezing en pijnbestrijding over wonden, chirurgisch te behandelen wonden in het bijzonder. In het practicum worden wondverzorging van chirurgische wonden en hechttechnieken behandeld en geoefend. Ook wordt aandacht besteed aan het fenomeen (acute) pijn en aan pijnbestrijding. Thema 2 fractuurleer betreft onderzoek en chirurgische behandeling van een patiënt met fracturen. De medische zorg rond een chirurgische behandeling wordt in kaart gebracht. Er wordt nader ingegaan op pijnbestrijding. In het practicum staan hygiëne en infectiepreventie centraal. Thema 3 acute buik gaat over onderzoek en chirurgische behandeling van een patiënt met acute buikklachten. In dit kader wordt ook aandacht besteedt aan urologische aandoeningen. Communicatie met/voorlichting aan een allochtone patiënt vormt onderdeel van dit thema. Het practicum vindt plaats in de snijzaal waar ligging en anatomie van de onderbuiksorganen aan de orde komen. De wetenschapslijn krijgt in dit thema een eerste aanzet. Thema 4 knobbeltje in de borst behandelt onderzoek en chirurgische behandeling van een patiënt met een knobbeltje in de borst, inclusief gesprekstechnieken. Zowel de voor en nadelen van de diverse behandelmethoden als onderzoek naar borstkanker (zoals het bevolkingsonderzoek) maken deel uit van dit thema. Naast de chirurgische behandeling worden adjuvante therapieën behandeld (chemotherapie en radiotherapie). In het practicum oefent u conflicthantering. Thema 5 vaatlijden en vaatchirurgie betreft onderzoek en chirurgische behandeling van de patiënt met een hart- en vaataandoening. Ook komt de meer specifieke thoraxchirurgie aan de orde. De huidige ontwikkelingen in de behandelmethoden en kwaliteit van leven zijn belangrijke onderwerpen binnen dit thema. Het practicum vindt plaats in de snijzaal waar ligging en anatomie van de thoraxorganen worden behandeld. In de stage wordt kennis gemaakt met diverse onderzoeks- en behandeltechnieken binnen en ten behoeve van chirurgische ingrepen. Er kan ervaring worden opgedaan in het hechten van wonden. Veronderstelde voorkennis Blok 1 en 2.

Doelstellingen/competenties

Medisch denken -


status.

De student kan bevindingen van anamnese, differentiaal diagnostiek en operatie omschrijven in de medische

De student kan aangeven hoe men bij een chirurgische patiënt door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek komt tot een (differentiaal) diagnose. De student kan bij de chirurgische patiënt verschillende vormen van aanvullend (diagnostisch) onderzoek benoemen. De student kan zijn/haar overwegingen betreffende therapeutische maatregelen bij de chirurgische patiënt bespreken met de medicus. -

De student kan de complicaties benoemen van (aanvullend) onderzoek en therapeutische maatregelen.

-

De student kan aangeven welke specifieke risico‟s bestaan bij heelkundige interventies.

De student kan een overzicht geven van ondersteunende zorg m.b.t. heelkundige ingrepen zoals bijvoorbeeld de anesthesie. De student kan de belangrijkste farmacotherapeutische principes in het kader van de behandeling van de chirurgische patiënt benoemen. De student kan bij de chirurgische patiënt klinische problemen volgens een standaardprocedure oplossen en aangeven wanneer een superviserende arts te raadplegen.

Medisch handelen (pre-, per- en post operatieve fase) De student beheerst de vaardigheden om de voorbehouden handelingen binnen de heelkunde volgens hygiënisch protocol uit te voeren. -

De student beheerst de vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde heelkundige ingrepen.

Wetenschap en onderzoek - &nbs p;

De student kan de noodzaak van de filosofie achter kwalitatief en kwantitatief onderzoek beargumenteren.

-

De student kan het begrip paradigma verduidelijken en paradigmaverschuiving verklaren.

-

De student kan het interpretatief paradigma en positivistisch paradigma met voorbeelden verhelderen

-

De student kan het begrip epidemiologie definiëren

De student kan het nut van epidemiologie voor de PA uitleggen en de toepassingsmogelijkheden verdelen in b.v.: beschrijvende epidemiologie, verklarende/etiologische epidemiologie, diagnostische epidemiologie en prognostische epidemiologie. De student kan het specifieke onderdeel klinische epidemiologie verhelderen met voorbeelden uit de gezondheidszorginstellingen. De student kan frequentiematen binnen de epidemiologie (beschrijvend en verklarend) benoemen en met voorbeelden verduidelijken. De student kan de belangrijkste ontwikkelingen beschrijven die van grote invloed zijn op heelkundige diagnostiek en interventies.

De student kan het belang van een gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoeksopzet aangeven bij de evaluatie van behandelingseffecten.

Persoon en beroep De student beheerst de vaardigheid voorlichting te geven over opname in ziekenhuis, de operatie, complicaties en postoperatieve zorg. De student beheerst counselingvaardigheden om de ongerustheid en angsten bij patiënten met heelkundige problematiek te reduceren. -

De student is in staat effectief samen te werken binnen een multidisciplinair team.

Werkplek en organisatie -

De student kan de complexiteit van heelkundige zorg omschrijven. De student kan de individuele zorgvraag afstemmen op de beschikbare ketenzorg.


Materialen -

Witte jas Stethoscoop

Cursus

GVE-1.PACA-11

Lange naam


Korte naam (Engels)

Patient with Surgical Disorders


GVE-1.PACA-11


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon

Jonkers, Florijn ([email protected])

Cursustype

REGULIER

Ja

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking


Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR


Aandeel 100



Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger

connie.vanderme Meer, Connie van der [email protected] ([email protected]) josephine.berkve [email protected]


[email protected]


INHOUD:

“De chirurgische patiënt is het derde lesblok binnen de masteropleiding voor physician assistants.In dit blok maakt de student kennis met de chirurgie en met het werk in en rond de operatiekamer.

Studiebelasting: 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur)

Het binnenschoolse leren is gecentreerd op 1 lesdag per week met 8 contacturen. Doelstellingen/competenties: Medisch denken - De student kan binnen de gegeven thema‟s van dit blok de geneeskundige zorg onder supervisie toepassen. - De student kan bevindingen van anamnese, differentiaal diagnostiek en operatie omschrijven in de medische status. - De student kan aangeven hoe men bij een chirurgische patiënt door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek komt tot een (differentiaal) diagnose. - De student kan bij de chirurgische patiënt verschillende vormen van aanvullend (diagnostisch) onderzoek benoemen. - De student kan zijn/haar overwegingen betreffende therapeutische maatregelen bij de chirurgische patiënt bespreken met de medicus. - De student kan de complicaties benoemen van (aanvullend) onderzoek en therapeutische maatregelen. - De student kan aangeven welke specifieke risico‟s bestaan bij heelkundige interventies. - De student kan een overzicht geven van ondersteunende zorg m.b.t. heelkundige ingrepen zoals bijvoorbeeld de anesthesie. - De student kan de belangrijkste farmacotherapeutische principes in het kader van de behandeling van de chirurgische patiënt benoemen. - De student kan bij de chirurgische patiënt klinische problemen volgens een standaardprocedure oplossen en aangeven wanneer een superviserende arts te raadplegen. Medisch handelen (pre-, per- en post operatieve fase) - De student beheerst de vaardigheden om de voorbehouden handelingen binnen de heelkunde volgens hygiënisch protocol uit te voeren. - De student beheerst de vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde heelkundige ingrepen.

Wetenschap en onderzoek De student heeft inzicht in de uitgangspunten van beschrijvend onderzoek, waaronder - het onderscheid in meetniveaus - centrale tendentiematen - frequentiematen - spreidingsmaten

Persoon en beroep - De student beheerst de vaardigheid voorlichting te geven over opname in ziekenhuis, de operatie, complicaties en postoperatieve zorg. - De student beheerst counselingvaardigheden om de ongerustheid en angsten bij patiënten met heelkundige problematiek te reduceren. - De student is in staat effectief samen te werken binnen een multidisciplinair team.

Werkplek en organisatie - De student kan de complexiteit van heelkundige zorg omschrijven. - De student kan de individuele zorgvraag afstemmen op de beschikbare ketenzorg. Literatuur:

Cursus

GVE-1.PAES-09

Lange naam

De eerste stap op weg naar PA

Korte naam (Engels)

Introduction to the PA Profession

Lange naam (Engels) Cursustype

REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


GVE-1.PAES-09


GVE-MPA

Contactpersoon

Berkvens, Josephine ([email protected]) Ja


EC

Categorie Opmerking Opmerking (Engels)

Ja Nee Nee

Wachtlijst?

Aantekening intern

Nee


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure Samenstelling toetsen wijzigbaar? Ingangsjaar

Nee

Volgend collegejaar

2012

2008


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 7,0


0

3,0

5,5

Ja

2

0

3,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

VERZORGING:

Verzorgend onderdeel GVE


Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:

Blok 1


Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek (werken, evalueren, reflecteren, supervisie) en 280 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur) Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

Werkvormen

A


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen: Binnen de cursus wordt de student in een aantal gebieden beoordeeld. De beoordelingen in Osiris opgenomen.

Gebied EC

Toetsinstrument

worden

Osiris (GVE-PAES-09)

Kennis

Theorietentamen

&nb sp;

Schriftelijk tentamen

7 Vaardigheden

Aanwezigheidsregistratie

Professioneel handelen

Beoordeling opleidingsplan en leerwerkplan


Beoordeling reflectieverslag

Vaardigheden Beroepsopdrachten

3 3

Verslag / Rapport /Portfolio 2

De vaardigheden worden in een practicumsetting aangeleerd. De ontwikkeling van het professionele handelen speelt zich in blok 1 af op de eigen werkplek. De student maakt zich onder leiding van de klinische opleider (de medische specialist) de beroepstaken eigen die hem na afloop van de MPA opleiding zullen worden overgedragen. In blok 1 wordt hiervoor door de opleider en de student een werkplekgebonden opleidingsplan beschreven met een beschrijving van de toekomstige taken van de PA (als EPA; entrustable professional activity). Vanuit dit opleidingsplan maakt de student een leerwerkplan voor blok 2.

Contact persoon Josephine Berkvens (Blokcoördinator) Ingangscursussen Geen Aansluitende cursussen Blok 2 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “De eerste stap op weg naar PA „‟ is het aanvangsblok van de masteropleiding voor physician assistants. In dit blok maakt de student kennis met het geneeskundige proces en met de manier van werken binnen de medische discipline. De student leert binnen hetgeneeskundige proces systematisch relevante gegevens te verzamelen uit anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek en die gegevens te interpreteren. Aan het einde van dit blok is de student in staat bij patiënten met enkelvoudige problematiek op basis van verzamelde gegevens een differentiële diagnose op te stellen. Het medisch handelen blijft beperkt tot diagnostisch onderzoek en het trainen in een aantal medische vaardigheden. Daarnaast leert de student een aantal vaardigheden een aantal vaardigheden aan die voor het klinische werk noodzakelijk zijn zoals gesprekstraining, lichamelijk onderzoek uitvoeren, prikken en injecteren. Het onderwijs binnen dit blok is ondergebracht in subthema‟s: het geneeskundige proces, ritmestoornissen, bovenste luchtweginfecties, lage rugpijn, kindergeneeskunde, hypertensie en huidaandoeningen. In elk thema is aandacht voor de vijf leerlij nen: medisch redeneren, medisch handelen, wetenschap & onderzoek, persoon & beroep en werkplek & organisatie. Deze leerlijnen lopen in het gehele curriculum van de PA masteropleiding door.

In dit blok wordt ook aandacht besteed aan het leerproces van de student. Het zelf sturen van het eigen leerproces vormt een aanzet tot de ontwikkeling van de PA in opleiding tot een reflective practitioner die verantwoording kan nemen voor het eigen professionele handelen.

Veronderstelde voorkennis Zie ingangseisen Masteropleiding Physician Assistant Doelstellingen/competenties

Medisch redeneren De student kan:

aangeven hoe men binnen de geneeskunde vanuit de klachten van een patiënt door middel van anamnese en onderzoek komt tot differentiaal diagnose. -

aangeven hoe men vervolgens te werk gaat om te komen tot een medische diagnose.

klachten en ziekteverschijnselen van een aantal genoemde aandoeningen in relatie brengen met de anatomie, fysiologie en pathologie. verschillende vormen van aanvullend (diagnostisch) onderzoek beschrijven en hiervan de indicatie en de relevantie van de uitkomsten benoemen. -

uitkomsten van een aantal aanvullende (diagnostische) onderzoeken beoordelen:

Bloeddruk, BSE, algemeen bloedbeeld en ECG. de basisprincipes van de farmacologie (farmacokinetiek en farmacodynamica) in relatie brengen met de werking en toepassing van medicijnen. binnen een welomschreven domein enkele concreet te benoemen klinische problemen volgens een standaardprocedure oplossen en de stappen en beslissingen in dat proces toelichten en verantwoorden (casuïstiek).

Medisch handelen De student kan: een anamnese en onderzoek al oefenend op verantwoorde wijze uitvoeren op medestudenten of (demonstratie) patiënten. een aantal specifieke onderzoekmethoden al oefenend op verantwoorde wijze uitvoeren op medestudenten, (demonstratie)patiënten of fantoommodellen. op verschillende manieren medicatie toedienen (op zoals: intraveneus, subcutaan, intramusculair, via maagsonde en rectaal. eerste hulp in spoedeisende situaties, gericht op de vitale lichaamsfuncties, al oefenend op een fantoom toepassen. -

een recept schrijven

de bevindingen van anamnese en diagnostisch onderzoek en de conclusies die daaruit getrokken worden omschrijven in de medische status. &nb sp; Wetenschap & onderzoek De student kan; -

informatie en wetenschappelijke literatuur in het kader van klinisch denken en handelen zoeken en selecteren.

-

wetenschappelijke literatuur kritisch lezen en samenvatten.

-

de belangrijkste principes van het klinisch wetenschappelijk onderzoek benoemen en beschrijven.

Persoon & beroep De student: -

heeft inzicht in de opbouw van de opleiding PA.

-

heeft inzicht in zijn eigen leerstijl en is in staat een persoonlijke leerstrategie te ontwikkelen.

kan het eigen leerproces doelgericht plannen, systematisch evalueren en op het leerproces en de resultaten reflecteren.

-

kan de eigen professionele ontwikkeling in kaart brengen en reflecteren op het eigen professionele handelen.

-

kan juridische en ethische aspecten van de beroepsuitoefening van een Physician Assistant benoemen.

kan aangeven waarin de medische discipline bij het benaderen van en omgaan met de patiënt binnen verschilt van de discipline waarin de PA is opgeleid.

Werkplek & organisatie De student: -

kan een beknopt overzicht geven van het Nederlandse gezondheidszorgstelsel.

-

kan het beroep, de functie en de plaats van de Physician Assistant binnen de gezondheidszorg omschrijven.

daarin.

heeft inzicht in de ontwikkeling van het beroep van een Physician Assistant en de rol van de beroepsvereniging

-

kan de eigen plaats en functie als PA op de eigen werkplek verwoorden.

Materialen: Boekenlijst Zie het overzicht aan het einde van hoofdstuk 9.

Middelen -

Goede stethoscoop Witte jas

Cursus

GVE-1.PAES-11

Lange naam


Korte naam (Engels)

Introduction to the PA Profession


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


GVE-1.PAES-11


GVE-MPA

Contactpersoon



EC


Ja Ja Nee

Wachtlijst?

Aantekening intern

Nee


Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 100

Punten 7,0


0

3,0

5,5

Ja

2

0

3,0

5,5

Ja

2

0

2,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

VERZORGING:

Verzorgend onderdeel GVE

Aandeel 100



Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



josephine.berkve [email protected]


[email protected]


INHOUD:

“De eerste stap op weg naar PA „‟ is het aanvangsblok van de masteropleiding voor physician assistants. In dit blok maakt de student kennis met het geneeskundige proces en met de manier van werken binnen de medische discipline. De student leert binnen het geneeskundige proces systematisch relevante gegevens te verzamelen uit anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek en die gegevens te interpreteren. Aan het einde van dit blok is de student in staat bij patiënten met enkelvoudige problematiek op basis van verzamelde gegevens een differentiële diagnose op te stellen. Het medisch handelen blijft beperkt tot diagnostisch onderzoek en het trainen in een aantal medische vaardigheden. Daarnaast leert de student een aantal vaardigheden aan die voor het klinische werk noodzakelijk zijn zoals gesprekstraining, lichamelijk onderzoek uitvoeren, prikken en injecteren. Het onderwijs binnen dit blok is ondergebracht in subthema‟s: het geneeskundige proces, ritmestoornissen, bovenste luchtweginfecties, lage rugpijn, kindergeneeskunde, hypertensie en huidaandoeningen. In elk thema is aandacht voor de vijf leerlijnen: medisch redeneren, medisch handelen, wetenschap & onderzoek, persoon & beroep en werkplek & organisatie. Deze leerlijnen lopen in het gehele curriculum van de PA masteropleiding door. In dit blok wordt ook aandacht besteed aan het leerproces van de student. Het zelf sturen van het eigen leerproces vormt een aanzet tot de ontwikkeling van de PA in opleiding tot een reflective practitioner die verantwoording kan nemen voor het eigen professionele handelen.

Studiebelasting: 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek (werken, evalueren, reflecteren, supervisie) en 280 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur)

Het binnenschoolse leren is gecentreerd op 1 lesdag per week met 8 contacturen. Het eerste lesblok wordt gestart met 2 full-time weken onderwijs.

Doelstellingen/competenties Medisch redeneren De student kan - aangeven hoe men binnen de geneeskunde vanuit de klachten van een patiënt door middel van anamnese en onderzoek komt tot differentiaal diagnose. - aangeven hoe men vervolgens te werk gaat om te komen tot een medische diagnose. - klachten en ziekteverschijnselen van een aantal genoemde aandoeningen in relatie brengen met de anatomie, fysiologie en pathologie. - verschillende vormen van aanvullend (diagnostisch) onderzoek beschrijven en hiervan de indicatie en de relevantie van de uitkomsten benoemen. - uitkomsten van een aantal aanvullende (diagnostische) onderzoeken beoordelen: Bloeddruk, BSE, algemeen bloedbeeld en ECG. - de basisprincipes van de farmacologie (farmacokinetiek en fa rmacodynamica) in relatie brengen met de werking en toepassing van medicijnen. - binnen een welomschreven domein enkele concreet te benoemen klinische problemen volgens een standaardprocedure oplossen en de stappen en beslissingen in dat proces toelichten en verantwoorden (casuïstiek).

Medisch handelen De student kan - een anamnese en onderzoek al oefenend op verantwoorde wijze uitvoeren op medestudenten of (demonstratie) patiënten. - een aantal specifieke onderzoekmethoden al oefenend op verantwoorde wijze uitvoeren op medestudenten, (demonstratie)patiënten of fantoommodellen. - op verschillende manieren medicatie toedienen (op zoals: intraveneus, subcutaan, intramusculair, via maagsonde en rectaal. - eerste hulp in spoedeisende situaties, gericht op de vitale lichaamsfuncties, al oefenend op een fantoom toepassen. - een recept schrijven - de bevindingen van anamnese en diagnostisch onderzoek en de conclusies die daaruit getrokken worden omschrijven in de medische status. Wetenschap & onderzoek De student heeft inzicht in evidence based practice binnen het beroepsmatig handelen, met het accent op - de uitgangspunten van Evidence Based Practice / Medicine - de architectuur van wetenschappelijk onderzoek - de kenmerken van kwalitatief- en kwantitatief onderzoek - diversiteit in onderzoeksdesigns - de „levels of evidence‟ van onderzoeksresultaten - de digitale toegankelijkheid van vakliteratuur

Persoon & beroep De student - heeft inzicht in de opbouw van de opleiding PA. - heeft inzicht in zijn eigen leerstijl en is in staat een persoonlijke leerstrategie te ontwikkelen. - kan het eigen leerproces doelgericht plannen, systematisch evalueren en op het leerproces en de resultaten reflecteren. - kan de eigen professionele ontwikkeling in kaart brengen en reflecteren op het eigen professionele handelen. - kan juridische en ethische aspecten van de beroepsuitoefening van een Physician Assistant benoemen. - kan aangeven waarin de medische discipline bij het benaderen van en omgaan met de patiënt binnen verschilt van de discipline waarin de PA is opgeleid.

Werkplek & organisatie De student - kan een beknopt overzicht geven van het Nederlandse gezondheidszorgstelsel. - kan het beroep, de functie en de plaats van de Physician Assistant binnen de gezondheidszorg omschrijven. - heeft inzicht in de ontwikkeling van het beroep van een Physician Assistant en de rol van de beroepsvereniging daarin. - kan de eigen plaats en functie als PA op de eigen werkplek verwoorden. Literatuur: Voor de boekenlijst zie vermelding in de studiegids Materialen Witte jas Stethoscoop

Cursus

GVE-1.PAIA-09

Lange naam

Patient met inwendige aandoeningen

Korte naam (Engels)

Patient with Internal Disorders


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


GVE-1.PAIA-09


GVE-MPA

Contactpersoon



EC


Ja Nee Nee

Wachtlijst?

Aantekening intern

Nee


Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012

2009


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

JAAR

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:

Titel Blok 2

De interne patiënt

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken,evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolseleren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur) Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

B

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen: Gebied Kennis Vaardigheden Professioneelhandelen/

Binnen de cursus wordt de student in een aantal gebieden beoordeeld; Toetsinstrument

Osiris (GVE-1.PAIA-09) EC

Theorietentamen Aanwezigheidsregistratie

Schriftelijk tentamen 5 &nb sp;


Reflectie en studieplanning Beoordeling portfolio Stage

Evaluatieformulier

Vaardigheden 4 Beroepsopdrachten 4 Verslag / Rapport /Portfolio2 Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen. Contact persoon Josephine Berkvens (programmacoördinator) Ingangscursussen Blok 1 Aansluitende cursussen Blok 3 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “De interne patiënt‟ is het tweede lesblok van de masteropleiding voor physician assistants. In dit blok maakt de student kennis met de manier waarop binnen het specialisme van de interne geneeskunde wordt gewerkt en met gangbare behandeltechnieken. Niet alleen de algemene interne maar ook een aantal deelspecialismen passeren de revue. In thema 1 wordt ingegaan op de diagnostiek en behandeling bij patiënten met vermoeidheidsklachten. Het ziektebeeld anemie staat in dit thema centraal. Tevens wordt stilgestaan bij het symptoom moeheid: wat is dit nu precies en hoe wordt het gemeten? Het practicum biedt de mogelijkheid te oefenen met het beoordelen van bloedonderzoek. In thema 2 wordt ingegaan op de diagnostiek en behandeling van patiënten met verminderde nierfunctie. Er wordt stilgestaan bij de principes die ten grondslag liggen aan prerenale, renale en postrenale nierinsufficiëntie. Nierfunctievervangende therapieën komen aan bod in het blok Chronische patiënt (blok 5) Er wordt beperkt aandacht geschonken aan endocrinologie, met accent op de schildklier en de bijnier. Verder wordt aandacht besteed aan klinische chemie. In thema 3 wordt ingegaan op de medische zorg bij patiënten met gewichtsverlies en buikpijn. Ulcus pepticum staat in dit thema centraal. In dit thema wordt ook ingegaan op de principes en kenmerken van wetenschappelijk onderzoek en op informed consent bij de opzet en uitvoering van wetenschappelijk onderzoek. Tijdens het practicum is aandacht voor het interpreteren van thoraxfoto‟s In thema 4 wordt ingegaan op de diagnostiek en behandeling van patiënten met geelzucht, m.n. patiënten met h epatitis. Daarnaast wordt ingegaan op de diagnostiek en behandeling van galstenen. Ook wordt de kennis ten aanzien van de farmacokinetiek opgefrist (deels herhaling van blok 1) en/of verder uitgediept. In het practicum wordt de mogelijkheid geboden om onder begeleiding te oefenen met het interpreteren van röntgenfoto‟s. (Houdt u rekening met het tijdig inleveren van opdracht Practicum 4!) In thema 5 wordt ingegaan op de diagnostiek en de behandeling van patiënten met bloed bij ontlasting, met een veranderd defecatiepatroon en met bloedingen in het maagdarmkanaal.

(Darm)kanker staat centraal binnen dit thema, waarbij ook veel aandacht wordt besteed aan andere darmziekten. In dit thema wordt ook ingegaan op de principes van moleculair biologisch en genetisch onderzoek. Het practicum in dit thema geeft de studenten de gelegenheid te oefenen op de vaardigheden bij een slechtnieuwsgesprek bij een simulatiepatiënt. In de stage en op de werkplek wordt geoefend in anamnese en lichamelijk onderzoek en de intake van nieuwe patiënten. In de stage maakt de student kennis met verschillende onderzoeks- en behandeltechnieken die binnen het specialisme interne geneeskunde worden gebruikt.

Veronderstelde voorkennis Doelstellingen/ Competenties

Medisch denken De student kan een globaal overzicht geven van de anatomie en pathofysiologie met betrekking tot een aantal inwendige aandoeningen, waaronder endocrinologische. De student kan aangeven hoe men bij een patiënt met inwendige aandoeningen door middel van anamnese en onderzoek komt tot een differentiaal diagnose. De student kan bij de patiënt met inwendige aandoeningen klinische problemen volgens een standaardprocedure analyseren en aangeven wanneer een superviserende arts te raadplegen. De student kan bij de patiënt met inwendige aandoeningen verschillende vormen van aanvullend (diagnostisch) onderzoek aanwenden. De student kan aangeven welke specifieke risico's bestaan bij de behandeling van patiënten met inwendige aandoeningen. -


De student kan de belangrijkste farmacotherapeutische principes in het kader van de behandeling van de patiënt met inwendige aandoeningen benoemen. De student kan bevindingen van anamnese, lichamelijk onderzoek en differentiaal diagnostiek omschrijven in de medische status. -

De student kan de belangrijkste toepassingen beschrijven van klinische beeldvorming.

Medisch handelen -

De student beheerst de basale principes van invasieve (diagnostische) technieken.

De student beheerst gespreksvaardigheden om de ongerustheid en angsten bijpatiënten met inwendige aandoeningen adequaat aan de orde te stellen.

Wetenschap en onderzoek -

De student kan de architectuur van wetenschappelijk onderzoek definiëren

-

De student kan verwoorden wat de fasen zijn van het wetenschappelijk onderzoek

De student kan de kenmerken van een goed onderzoekdesign motiveren en een overzicht geven van de belangrijkste typen design

De student kan de algemene principes van overerving omschrijven en toepassen en heeft inzicht in de verschillende erfelijkheidspatronen. De student is op de hoogte van de globale inhoud van de richtlijnen die bij genetische testen in acht genomen moeten worden.

Persoon en beroep -

De student kan een overzicht geven van de structuur van ethische dimensies rond medische beslissingen.

De student beheerst de vaardigheid voorlichting te geven over opname, verblijf en ontslag in het ziekenhuis, onderzoeken, behandeling en complicaties. -



De student kan de eigen rol als PA neerzetten binnen het medisch domein van de interne geneeskunde

Materialen: Boeken Voor de boekenlijst zie einde hoofdstuk 9. Materialen -

Witte jas

-

Stethoscoop

Cursus

GVE-1.PAIA-11

Lange naam


Korte naam (Engels)

Patient with Internal Disorders


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


GVE-1.PAIA-11


GVE-MPA

Contactpersoon



EC


Ja Nee Nee

Wachtlijst?

Aantekening intern

Nee


Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

JAAR

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:

Titel Blok 2

De interne patiënt

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken,evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolseleren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur) Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

B

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen: Gebied Kennis Vaardigheden Professioneelhandelen/

Binnen de cursus wordt de student in een aantal gebieden beoordeeld; Toetsinstrument

Osiris (GVE-1.PAIA-09) EC


Schriftelijk tentamen 5 &nb sp;


Reflectie en studieplanning Beoordeling portfolio Stage

Evaluatieformulier

Vaardigheden 4 Beroepsopdrachten 4 Verslag / Rapport /Portfolio2 Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen. Contact persoon Josephine Berkvens (programmacoördinator) Ingangscursussen Blok 1 Aansluitende cursussen Blok 3 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “De interne patiënt‟ is het tweede lesblok van de masteropleiding voor physician assistants. In dit blok maakt de student kennis met de manier waarop binnen het specialisme van de interne geneeskunde wordt gewerkt en met gangbare behandeltechnieken. Niet alleen de algemene interne maar ook een aantal deelspecialismen passeren de revue. In thema 1 wordt ingegaan op de diagnostiek en behandeling bij patiënten met vermoeidheidsklachten. Het ziektebeeld anemie staat in dit thema centraal. Tevens wordt stilgestaan bij het symptoom moeheid: wat is dit nu precies en hoe wordt het gemeten? Het practicum biedt de mogelijkheid te oefenen met het beoordelen van bloedonderzoek. In thema 2 wordt ingegaan op de diagnostiek en behandeling van patiënten met verminderde nierfunctie. Er wordt stilgestaan bij de principes die ten grondslag liggen aan prerenale, renale en postrenale nierinsufficiëntie. Nierfunctievervangende therapieën komen aan bod in het blok Chronische patiënt (blok 5) Er wordt beperkt aandacht geschonken aan endocrinologie, met accent op de schildklier en de bijnier. Verder wordt aandacht besteed aan klinische chemie. In thema 3 wordt ingegaan op de medische zorg bij patiënten met gewichtsverlies en buikpijn. Ulcus pepticum staat in dit thema centraal. In dit thema wordt ook ingegaan op de principes en kenmerken van wetenschappelijk onderzoek en op informed consent bij de opzet en uitvoering van wetenschappelijk onderzoek. Tijdens het practicum is aandacht voor het interpreteren van thoraxfoto‟s In thema 4 wordt ingegaan op de diagnostiek en behandeling van patiënten met geelzucht, m.n. patiënten met h epatitis. Daarnaast wordt ingegaan op de diagnostiek en behandeling van galstenen. Ook wordt de kennis ten aanzien van de farmacokinetiek opgefrist (deels herhaling van blok 1) en/of verder uitgediept. In het practicum wordt de mogelijkheid geboden om onder begeleiding te oefenen met het interpreteren van röntgenfoto‟s. (Houdt u rekening met het tijdig inleveren van opdracht Practicum 4!) In thema 5 wordt ingegaan op de diagnostiek en de behandeling van patiënten met bloed bij ontlasting, met een veranderd defecatiepatroon en met bloedingen in het maagdarmkanaal.

(Darm)kanker staat centraal binnen dit thema, waarbij ook veel aandacht wordt besteed aan andere darmziekten. In dit thema wordt ook ingegaan op de principes van moleculair biologisch en genetisch onderzoek. Het practicum in dit thema geeft de studenten de gelegenheid te oefenen op de vaardigheden bij een slechtnieuwsgesprek bij een simulatiepatiënt. In de stage en op de werkplek wordt geoefend in anamnese en lichamelijk onderzoek en de intake van nieuwe patiënten. In de stage maakt de student kennis met verschillende onderzoeks- en behandeltechnieken die binnen het specialisme interne geneeskunde worden gebruikt.

Veronderstelde voorkennis Doelstellingen/ Competenties

Medisch denken De student kan een globaal overzicht geven van de anatomie en pathofysiologie met betrekking tot een aantal inwendige aandoeningen, waaronder endocrinologische. De student kan aangeven hoe men bij een patiënt met inwendige aandoeningen door middel van anamnese en onderzoek komt tot een differentiaal diagnose. De student kan bij de patiënt met inwendige aandoeningen klinische problemen volgens een standaardprocedure analyseren en aangeven wanneer een superviserende arts te raadplegen. De student kan bij de patiënt met inwendige aandoeningen verschillende vormen van aanvullend (diagnostisch) onderzoek aanwenden. De student kan aangeven welke specifieke risico's bestaan bij de behandeling van patiënten met inwendige aandoeningen. -


De student kan de belangrijkste farmacotherapeutische principes in het kader van de behandeling van de patiënt met inwendige aandoeningen benoemen. De student kan bevindingen van anamnese, lichamelijk onderzoek en differentiaal diagnostiek omschrijven in de medische status. -

De student kan de belangrijkste toepassingen beschrijven van klinische beeldvorming.

Medisch handelen -

De student beheerst de basale principes van invasieve (diagnostische) technieken.

De student beheerst gespreksvaardigheden om de ongerustheid en angsten bijpatiënten met inwendige aandoeningen adequaat aan de orde te stellen.


De student kan de architectuur van wetenschappelijk onderzoek definiëren

-

De student kan verwoorden wat de fasen zijn van het wetenschappelijk onderzoek

De student kan de kenmerken van een goed onderzoekdesign motiveren en een overzicht geven van de belangrijkste typen design

De student kan de algemene principes van overerving omschrijven en toepassen en heeft inzicht in de verschillende erfelijkheidspatronen. De student is op de hoogte van de globale inhoud van de richtlijnen die bij genetische testen in acht genomen moeten worden.

Persoon en beroep -

De student kan een overzicht geven van de structuur van ethische dimensies rond medische beslissingen.

De student beheerst de vaardigheid voorlichting te geven over opname, verblijf en ontslag in het ziekenhuis, onderzoeken, behandeling en complicaties. -



De student kan de eigen rol als PA neerzetten binnen het medisch domein van de interne geneeskunde


Witte jas

-

Stethoscoop

Cursus

GVE-2.PACZ-08

De chronische patient

GVE-2.PACZ-08

Lange naam

De chronische patient


GVE-MPA

Korte naam (Engels)

Patient with Chronic Disorders

Contactpersoon

Jonkers, Florijn ([email protected]) Nee

Categorie


Opmerking

Wachtlijst?

Nee

Opmerking (Engels)


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

EC

Ja Nee Nee

2008


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V

Omschrijving Vaardigheden


Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets PRACTICUM


Toetsvorm

Weging 0

Punten 3,0


33

3,0

5,5

Ja

2

0

1,0

5,5

Ja

2

34

5,0

5,5

Ja

2

33

3,0

5,5

Ja

2

Toetsduur


Termijnbewaking resultaten? Nee PRACTICUM1

V

Beroepsopdrac hten

Termijnbewaking resultaten? Nee STAGE

V

Stage

Termijnbewaking resultaten? Nee TENTAMEN

V


Termijnbewaking resultaten? Nee VERSLAG

V

Verslag / Rapport / Portfolio


V/D

Toets

Blokken

JAAR

V

PRACTICUM

JAAR

PRACTICUM1

JAAR

STAGE

JAAR

TENTAMEN

JAAR

VERSLAG

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:

Titel Organisatorische gegevens Studiebelasting

Voertaal Aanvangsblok(ken) Werkvormen

Toetsen:

Blok 5 De chronische Patiënt

[cursus]

15 ECs 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur) Nederlands A Binnenschool curriculum: - Basiscolleges en responsiecolleges - Practica - Vaardigheidstrainingen - Werkgroepbijeenkomsten - Zelfstudie Buitenschools curriculum: Werkplekleren Stage Binnen de cursus wordt de student in een aantal gebieden beoordeeld; Gebied Toetsinstrument EC Kennis Theorietentamen 5 Vaardigheden Praktijkopdrachten 3 Professioneel Beroepsopdrachten 3 handelen Professionele ontwikkeling Aanwezigheid

Portfolio

3

Evaluatieformulier

1

stage Contact persoon Ingangscursussen Aansluitende cursussen Inhoudelijke gegevens Inhoud

Florijn Jonkers (Blokcoördinator) Blok 1 t/m 4 Blok 6 t/m 10 De chronische patiënt is de titel van het vijfde lesblok van de masteropleiding voor physician assistants. Dit blok gaat over de gevolgen van chronische ziekten in de ruimste zin van het woord. Het gaat hier dus niet alleen om de pathofysiologie van de ziekten en de behandeling van eventuele complicaties, maar vooral om de impact (psychisch, sociaal) die chronische ziekten hebben op het leven van de patiënt en zijn naasten. In de verschillende thema¿s komen de volgende onderwerpen aan bod: thema 1 chronisch ziek-zijn. De betekenis en gevolgen, kwaliteit van leven, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, palliatieve zorg en ethische dilemma¿s rondom de keuze behandelen/ niet-behandelen. thema 2: gewrichtsaandoeningen. In het bijzonder aandoeningen als reuma en artrose; gevolgen en consequenties, omgaan met chronische pijn en bewegingsbeperking, hulpmiddelen en voorzieningen. thema 3: diabetes mellitus. Gevolgen en consequenties, principes van voedings- en leefstijladviezen, therapietrouw, complicaties en diseasemanagement. thema 4: Hartfalen en longfalen gaat over chronische benauwdheid en verminderde inspanningstolerantie door hartfalen en COPD. De gevolgen en consequenties, samenwerking met andere hulpverleners en patiëntenorganisaties komen aan bod. thema 5: het chronisch zieke kind. De betekenis en gevolgen van een chronische ziekte voor een kind. Aandoeningen zoals, astma, diabetes mellitus, maag/darmaandoeningen kanker op de kinderleeftijd.

Veronderstelde voorkennis Doelstellingen/ competenties

Tijdens de stage wordt kennis gemaakt met de gangbare onderzoeks- en behandeltechnieken binnen de kindergeneeskunde. Blok 1 t/ 3 Medisch denken

Na afloop van het blok kan de student: -

-

-

-

aangeven wat onder 'chronische ziekten' dient te worden verstaan, een schets geven van de aard en omvang van chronische ziekten in Nederland, aangeven welke criteria voor chroniciteit worden gehanteerd en de belangrijkste algemeen geldende problematiek bij chronische ziekten benoemen het klinische beeld, oorzaken, verloop prognose en behandeling beschrijven van de volgende chronische ziekten: diabetes mellitus, COPD, hartfalen, reumatoïde artritis, en chronische huidaandoeningen (eczeem) indicaties benoemen voor (aanvullend) onderzoek en therapeutische maatregelen, en aangeven op grond waarvan de beslissing wordt genomen de patiënt te onderwerpen aan verder onderzoek aangeven welke specifieke risico's bestaan bij de behandeling van patiënten met een chronische ziekte de kenmerken van het diagnostische -, behandelen palliatieve zorgtraject beschrijven en daarbij aangeven welke zorg- en hulpverleners bij dat traject betrokken zijn aangeven op welke manier de zorgbehoefte van een chronische patiënt wordt geïnventariseerd een globale schets geven van de manier waarop de zorg aan chronische patiënten in Nederland geregeld/ gereguleerd wordt de consequenties van farmacotherapie bij patiënten met chronische ziekten kunnen uitleggen aan de hand van farmacotherapeutische principes de begeleidende problematiek van chronische ziekten benoemen met betrekking tot persoonlijk, sociaal-maatschappelijk functioneren en de betekenis daarvan voor de begeleiding van deze patiënten aangeven

- verwoorden wat bedoeld wordt met `kwaliteit van leven¿, aangeven welke factoren een rol spelen bij de kwaliteit van leven, uitleggen hoe de kwaliteit van leven kan worden bepaald en op welke manier de kwaliteit van leven kan worden verbeterd Medisch handelen

Na afloop van dit blok beheerst de student: -

-

-

-

klinische diagnostische vaardigheden op het gebied van chronische aandoeningen en de mogelijke (medische) complicaties daarbij de vaardigheid om bij de patiënt met een chronische ziekte klinische problemen volgens een standaardprocedure te behandelen en aan te geven wanneer u een superviserende arts moet raadplegen de vaardigheid bij een patiënt met een chronische ziekte de problematiek en de zorgbehoefte te inventariseren en op basis daarvan een beleids- of behandelvoorstel (een zorgplan) te doen de vaardigheid om met betrekking tot de zorg aan chronische patiënten te participeren in een multidisciplinair team een reeks van praktische vaardigheden die het lijden van patiënten met een chronische ziekte helpt verlichten, zoals b.v. het inbrengen van blaaskatheters( voor zover dit in de vooropleiding niet getraind is), effectieve pijnbestrijding, het hanteren van slaapmiddelen en sedativa, het geven van voorlichting, algemene dieetadviezen, leefstijladviezen enzovoort de vaardigheid patiëntgegevens te registreren en te rapporteren volgens de hiervoor geldende richtlijnen (statusvoering, rapportage, verslaglegging, briefwisseling)

Wetenschap en onderzoek

Na afloop van dit blok kan de student: -

een onderscheid maken tussen wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk onderzoek, alsmede de betekenis aangeven van beide kennisvormen voor het medisch denken en handelen

Persoon en beroep

Na afloop van dit blok kan de student: -

een globaal overzicht geven van de ethische dimensies rond medische beslissingen verwoorden wat de impact van een chronische ziekte is op de leefwereld van een patiënt en zijn omgeving voorlichting geven over opname, verblijf en ontslag in ziekenhuis, onderzoeken, behandeling en complicaties effectief samenwerken binnen een multidisciplinair team en beheerst de student: counselingvaardigheden om de ongerustheid en angsten bij patiënten met een chronische ziekte te reduceren vaardigheden behorend bij de begeleiding van familie en patiënten in de terminale fase van ziek zijn.

Werkplek en organisatie

Na afloop van dit blok kan de student -

-

Materialen:

het specifieke karakter van de medische zorg voor chronisch zieke patiënten verwoorden en uitleggen hoe de zorg voor de chronische zieken in Nederland is georganiseerd de organisatie en regelgeving met betrekking tot het verstrekken van hulp en hulpmiddelen schetsen de organisatie van zorg rond patiënten met een chronische ziekte schetsen en de rol aangeven van de verschillende professionals hierbij aangeven hoe en door wie continuïteit van zorg aan patiënten met een chronische ziekte wordt gewaarborgd de organisatie en regelgeving met betrekking tot arbeidsongeschiktheid, arbeidsreintegratie schetsen

Bickley, L. S. (2002). Bates' Guide to Physical Examination and History Taking. Philadelphia/New York/Baltimorte: Lippincott. Dassen & Keuning (2001) Lezen en beoordelen van onderzoekpublicaties 6e druk

Baarn: HB uitgevers. Dublin D. (1999) Snelle interpretatie van ECG¿s 3de herz. druk Maarssen Elsevier/ De Tijdstroom Farmacotherapeutisch Kompas 2007 CZV Grundmeijer, H.G.L.M., Reenders, K. & G.E.H.M. Rutten (2004). Het geneeskundig proces: klinisch redeneren van klacht naar therapie van klacht naar therapie. Bunge: Elsevier Gezondheidszorg Have ten, H., van Leeuwen, E. & R. ter Meulen (2003). Medische ethiek. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum Holla M. (2004) Holla's medische statusvoering 1e druk, Veenman drukkers Jongh de, T.O.H., Vries de, H., Grundmeijer, H.G.L.M. (2005). Diagnostiek van alledaagse klachten (Bouwstenen voor rationeel probleemoplossen) 2de herz. druk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum Kaptein, A.A., Garssen, B., Dekker, J., Marwijk van, H.W.J., Schreurs, P.J.G., Beunderman, R. (2000). Psychologie en Geneeskunde. 1e druk. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Martini, F. & C. O. Ober (2004). Fundamentals of anatomy and physiology. New Jersey: Prentice Hall. Silverman, J., Kurtz, S., Draper, J., Van Dalen J. (2006) Vaardig communiceren in de gezondheidszorg, een evidence-based benadering. Utrecht: Uitgeverij LEMMA Slotboom A. Statistiek in woorden (tweede druk) Uitg. Wolters Noordhoff Thijs, L.G., Delooz, H.H., Goris, R.J.A., red. (2005). Acute geneeskunde. 6e druk, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen. Wiersinga W.J., Schimmer B., Levi M. (2004) Handboek voor de co-assistent 2de druk Houten, Bohn Stafleu van Loghum

Cursus

GVE-2.PACZ-09

Patient met chronische ziekte GVE-2.PACZ-09

Lange naam

Patient met chronische ziekte


GVE-MPA

Korte naam (Engels)


Contactpersoon

Berkvens, Josephine ([email protected]) Nee


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


EC

Categorie Opmerking

Ja Ja Nee

Wachtlijst?

Opmerking (Engels)

Nee


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2011

2009


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

annemarije.ridder Ridder-Steensma, Anne Marije ([email protected] [email protected]) connie.vanderme Meer, Connie van der [email protected] ([email protected])

INHOUD:

Blok 5

De chronisch zieke patiënt

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, Evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur)

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

A

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen:


Vervanger

Gebied Kennis Vaardigheden

Toetsinstrument Theorietentamen

Schriftelijk tentamen 5

Aanwezigheidsregis tratie





Stage

Osiris (GVE-2.PACZ-09) EC

Vaardigheden 4 Beroepsopdrachten 4 Verslag / Rapport / Portfolio 2

Evaluatieformulier

Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen. Contact persoon Anne Marije Ridder-Steensma (blokcoördinator) Ingangscursussen Blok 1 t/m 4 Aansluitende cursussen Blok 6 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “De chronische patiënt‟ is het vijfde lesblok uit de masteropleiding voor physician assistants. Dit blok gaat over de gevolgen van chronische ziekten in de ruimste zin van het woord. Het gaat hier dus niet alleen om de pathofysiologie van de ziekten en de behandeling van eventuele complicaties, maar vooral om de impact (psychisch, sociaal) die chronische ziekten hebben op het leven van de patiënt en zijn naasten. In de verschillende thema‟s komen de volgende onderwerpen aan bod: Thema 1 chronisch ziek-zijn. De betekenis en gevolgen, kwaliteit van leven, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, palliatieve zorg en ethische dilemma´s rondom de keuze behandelen/ niet-behandelen. Thema 2: gewrichtsaandoeningen. In het bijzonder aandoeningen als reuma en artrose; gevolgen en consequenties, omgaan met chronische pijn en bewegingsbeperking, hulpmiddelen en voorzieningen. Thema 3: diabetes mellitus. Gevolgen en consequenties, principes van voedings- en leefstijladviezen, therapietrouw, complicaties en diseasemanagement. Thema 4: Hartfalen en longfalen gaat over chronische benauwdheid en verminderde inspanningstolerantie door hartfalen en COPD. De gevolgen en consequenties, samenwerking met andere hulpverleners en patiëntenorganisaties komen aan bod. Thema 5: het chronisch zieke kind. De betekenis en gevolgen van een chronische ziekte voor een kind. Aandoeningen zoals, astma, diabetes mellitus, maag/darmaandoeningen kanker op de kinderleeftijd. Tijdens de stage wordt kennis gemaakt met de gangbare onderzoeks- en behandeltechnieken binnen de kindergeneeskunde. Veronderstelde voorkennis Blok 1 t/ 3 < b>Doelstellingen/ competenties

Medisch denken Na afloop van het blok kan de student: aangeven wat onder 'chronische ziekten' dient te worden verstaan, een schets geven van de aard en omvang van chronische ziekten in Nederland, aangeven welke criteria voor chroniciteit worden gehanteerd en de belangrijkste algemeen geldende problematiek bij chronische ziekten benoemen het klinische beeld, oorzaken, verloop prognose en behandeling beschrijven van de volgende chronische ziekten: diabetes mellitus, COPD, hartfalen, reumatoïde artritis, en chronische huidaandoeningen (eczeem) indicaties benoemen voor (aanvullend) onderzoek en therapeutische maatregelen, en aangeven op grond waarvan de beslissing wordt genomen de patiënt te onderwerpen aan verder onderzoek -

aangeven welke specifieke risico's bestaan bij de behandeling van patiënten met een chronische ziekte

de kenmerken van het diagnostische -, behandelen palliatieve zorgtraject beschrijven en daarbij aangeven welke zorg- en hulpverleners bij dat traject betrokken zijn -

aangeven op welke manier de zorgbehoefte van een chronische patiënt wordt geïnventariseerd

een globale schets geven van de manier waarop de zorg aan chronische patiënten in Nederland geregeld/ gereguleerd wordt de consequenties van farmacotherapie bij patiënten met chronische ziekten kunnen uitleggen aan de hand van farmacotherapeutische principes de begeleidende problematiek van chronische ziekten benoemen met betrekking tot persoonlijk, sociaalmaatschappelijk functioneren en de betekenis daarvan voor de begeleiding van deze patiënten aangeven verwoorden wat bedoeld wordt met „kwaliteit van leven‟, aangeven welke factoren een rol spelen bij de kwaliteit van leven, uitleggen hoe de kwaliteit van leven kan worden bepaald en op welke manier de kwaliteit van leven kan worden verbeterd

Medisch handelen Na afloop van dit blok beheerst de student: klinische diagnostische vaardigheden op het gebied van chronische aandoeningen en de mogelijke (medische) complicaties daarbij de vaardigheid om bij de patiënt met een chronische ziekte klinische problemen volgens een standaardprocedure te behandelen en aan te geven wanneer u een superviserende arts moet raadplegen de vaardigheid bij een patiënt met een chronische ziekte de problematiek en de zorgbehoefte te inventariseren en op basis daarvan een beleids- of behandelvoorstel (een zorgplan) te doen team

de vaardigheid om met betrekking tot de zorg aan chronische patiënten te par ticiperen in een multidisciplinair

een reeks van praktische vaardigheden die het lijden van patiënten met een chronische ziekte helpt verlichten, zoals b.v. het inbrengen van blaaskatheters( voor zover dit in de vooropleiding niet getraind is), effectieve pijnbestrijding, het hanteren van slaapmiddelen en sedativa, het geven van voorlichting, algemene dieetadviezen, leefstijladviezen enzovoort de vaardigheid patiëntgegevens te registreren en te rapporteren volgens de hiervoor geldende richtlijnen (statusvoering, rapportage, verslaglegging, briefwisseling)

Wetenschap en onderzoek Na afloop van dit blok kan de student:

een onderscheid maken tussen wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk onderzoek, alsmede de betekenis aangeven van beide kennisvormen voor het medisch denken en handelen

Persoon en beroep Na afloop van dit blok kan de student: -

een globaal overzicht geven van de ethische dimensies rond medische beslissingen

-

verwoorden wat de impact van een chronische ziekte is op de leefwereld van een patiënt en zijn omgeving

-

voorlichting geven over opname, verblijf en ontslag in ziekenhuis, onderzoeken, behandeling en complicaties

-

effectief samenwerken binnen een multidisciplinair team

- en beheerst de student: -

counselingvaardigheden om de ongerustheid en angsten bij patiënten met een chronische ziekte te reduceren

-

vaardigheden behorend bij de begeleiding van familie en patiënten in de terminale

fase van ziek zijn.

Werkplek en organisatie Na afloop van dit blok kan de student het specifieke karakter van de medische zorg voor chronisch zieke patiënten verwoorden en uitleggen hoe de zorg voor de chronische zieken in Nederland is georganiseerd -

de organisatie en regelgeving met betrekking tot het verstrekken van hulp en hulpmiddelen schetsen

de organisatie van zorg rond patiënten met een chronische ziekte schetsen en de rol aangeven van de verschillende professionals hierbij -

aangeven hoe en door wie continuïteit van zorg aan patiënten met een chronische ziekte wordt gewaarborgd de organisatie en regelgeving met betrekking tot arbeidsongeschiktheid, arbeidsreintegratie schetsen


Witte jas

-

Stethoscoop

Cursus

GVE-2.PACZ-11

Patient met chronische ziekte GVE-2.PACZ-11

Lange naam

Patient met chronische ziekte


GVE-MPA

Korte naam (Engels)


Contactpersoon

Berkvens, Josephine ([email protected]) Nee


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


EC

Categorie Opmerking

Ja Nee Nee

Wachtlijst?

Opmerking (Engels)

Nee


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage

Termijnbewaking resultaten? Nee BLOKKEN: Aanvangs blok JAAR Aanvangs blok

V/D V V/D

Werkvorm DIVERSE Toets

Blokken JAAR Blokken

JAAR

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking



[email protected]


INHOUD:

Blok 5

De chronisch zieke patiënt

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, Evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur)

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

A

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie

Opmerking (Engels)

Vervanger


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen:



Toetsinstrument Theorietentamen

Schriftelijk tentamen 5

Aanwezigheidsregis tratie





Stage

Osiris (GVE-2.PACZ-09) EC

Vaardigheden 4 Beroepsopdrachten 4 Verslag / Rapport / Portfolio 2

Evaluatieformulier

Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen. Contact persoon Anne Marije Ridder-Steensma (blokcoördinator) Ingangscursussen Blok 1 t/m 4 Aansluitende cursussen Blok 6 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “De chronische patiënt‟ is het vijfde lesblok uit de masteropleiding voor physician assistants. Dit blok gaat over de gevolgen van chronische ziekten in de ruimste zin van het woord. Het gaat hier dus niet alleen om de pathofysiologie van de ziekten en de behandeling van eventuele complicaties, maar vooral om de impact (psychisch, sociaal) die chronische ziekten hebben op het leven van de patiënt en zijn naasten. In de verschillende thema‟s komen de volgende onderwerpen aan bod: Thema 1 chronisch ziek-zijn. De betekenis en gevolgen, kwaliteit van leven, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, palliatieve zorg en ethische dilemma´s rondom de keuze behandelen/ niet-behandelen. Thema 2: gewrichtsaandoeningen. In het bijzonder aandoeningen als reuma en artrose; gevolgen en consequenties, omgaan met chronische pijn en bewegingsbeperking, hulpmiddelen en voorzieningen. Thema 3: diabetes mellitus. Gevolgen en consequenties, principes van voedings- en leefstijladviezen, therapietrouw, complicaties en diseasemanagement. Thema 4: Hartfalen en longfalen gaat over chronische benauwdheid en verminderde inspanningstolerantie door hartfalen en COPD. De gevolgen en consequenties, samenwerking met andere hulpverleners en patiëntenorganisaties komen aan bod. Thema 5: het chronisch zieke kind. De betekenis en gevolgen van een chronische ziekte voor een kind. Aandoeningen zoals, astma, diabetes mellitus, maag/darmaandoeningen kanker op de kinderleeftijd.

Tijdens de stage wordt kennis gemaakt met de gangbare onderzoeks- en behandeltechnieken binnen de kindergeneeskunde. Veronderstelde voorkennis Blok 1 t/ 3 < b>Doelstellingen/ competenties

Medisch denken Na afloop van het blok kan de student: aangeven wat onder 'chronische ziekten' dient te worden verstaan, een schets geven van de aard en omvang van chronische ziekten in Nederland, aangeven welke criteria voor chroniciteit worden gehanteerd en de belangrijkste algemeen geldende problematiek bij chronische ziekten benoemen het klinische beeld, oorzaken, verloop prognose en behandeling beschrijven van de volgende chronische ziekten: diabetes mellitus, COPD, hartfalen, reumatoïde artritis, en chronische huidaandoeningen (eczeem) indicaties benoemen voor (aanvullend) onderzoek en therapeutische maatregelen, en aangeven op grond waarvan de beslissing wordt genomen de patiënt te onderwerpen aan verder onderzoek -

aangeven welke specifieke risico's bestaan bij de behandeling van patiënten met een chronische ziekte

de kenmerken van het diagnostische -, behandelen palliatieve zorgtraject beschrijven en daarbij aangeven welke zorg- en hulpverleners bij dat traject betrokken zijn -

aangeven op welke manier de zorgbehoefte van een chronische patiënt wordt geïnventariseerd

een globale schets geven van de manier waarop de zorg aan chronische patiënten in Nederland geregeld/ gereguleerd wordt de consequenties van farmacotherapie bij patiënten met chronische ziekten kunnen uitleggen aan de hand van farmacotherapeutische principes de begeleidende problematiek van chronische ziekten benoemen met betrekking tot persoonlijk, sociaalmaatschappelijk functioneren en de betekenis daarvan voor de begeleiding van deze patiënten aangeven verwoorden wat bedoeld wordt met „kwaliteit van leven‟, aangeven welke factoren een rol spelen bij de kwaliteit van leven, uitleggen hoe de kwaliteit van leven kan worden bepaald en op welke manier de kwaliteit van leven kan worden verbeterd

Medisch handelen Na afloop van dit blok beheerst de student: klinische diagnostische vaardigheden op het gebied van chronische aandoeningen en de mogelijke (medische) complicaties daarbij de vaardigheid om bij de patiënt met een chronische ziekte klinische problemen volgens een standaardprocedure te behandelen en aan te geven wanneer u een superviserende arts moet raadplegen de vaardigheid bij een patiënt met een chronische ziekte de problematiek en de zorgbehoefte te inventariseren en op basis daarvan een beleids- of behandelvoorstel (een zorgplan) te doen team

de vaardigheid om met betrekking tot de zorg aan chronische patiënten te par ticiperen in een multidisciplinair

een reeks van praktische vaardigheden die het lijden van patiënten met een chronische ziekte helpt verlichten, zoals b.v. het inbrengen van blaaskatheters( voor zover dit in de vooropleiding niet getraind is), effectieve pijnbestrijding, het hanteren van slaapmiddelen en sedativa, het geven van voorlichting, algemene dieetadviezen, leefstijladviezen enzovoort

de vaardigheid patiëntgegevens te registreren en te rapporteren volgens de hiervoor geldende richtlijnen (statusvoering, rapportage, verslaglegging, briefwisseling)

Wetenschap en onderzoek Na afloop van dit blok kan de student: een onderscheid maken tussen wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk onderzoek, alsmede de betekenis aangeven van beide kennisvormen voor het medisch denken en handelen

Persoon en beroep Na afloop van dit blok kan de student: -

een globaal overzicht geven van de ethische dimensies rond medische beslissingen

-

verwoorden wat de impact van een chronische ziekte is op de leefwereld van een patiënt en zijn omgeving

-

voorlichting geven over opname, verblijf en ontslag in ziekenhuis, onderzoeken, behandeling en complicaties

-

effectief samenwerken binnen een multidisciplinair team

- en beheerst de student: -

counselingvaardigheden om de ongerustheid en angsten bij patiënten met een chronische ziekte te reduceren

-

vaardigheden behorend bij de begeleiding van familie en patiënten in de terminale

fase van ziek zijn.

Werkplek en organisatie Na afloop van dit blok kan de student het specifieke karakter van de medische zorg voor chronisch zieke patiënten verwoorden en uitleggen hoe de zorg voor de chronische zieken in Nederland is georganiseerd -

de organisatie en regelgeving met betrekking tot het verstrekken van hulp en hulpmiddelen schetsen

de organisatie van zorg rond patiënten met een chronische ziekte schetsen en de rol aangeven van de verschillende professionals hierbij -

aangeven hoe en door wie continuïteit van zorg aan patiënten met een chronische ziekte wordt gewaarborgd de organisatie en regelgeving met betrekking tot arbeidsongeschiktheid, arbeidsreintegratie schetsen


Witte jas

-

Stethoscoop

Cursus

GVE-2.PAOP-08

De oudere patient

GVE-2.PAOP-08

Lange naam

De oudere patient


GVE-MPA

Korte naam (Engels)

The Older Patient

Contactpersoon

Daalder, Rieneke ([email protected]) Nee

Categorie


Opmerking

Wachtlijst?

Nee

Opmerking (Engels)


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

EC

Ja Nee Nee

2008


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets PRACTICUM


Toetsvorm

Weging 0

Punten 3,0


33

3,0

5,5

Ja

2

0

1,0

5,5

Ja

2

34

5,0

5,5

Ja

2

33

3,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Beroepsopdrac hten


V

Stage


V



V



V/D

Toets

Blokken

JAAR

V

PRACTICUM

JAAR

PRACTICUM1

JAAR

STAGE

JAAR

TENTAMEN

JAAR

VERSLAG

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:



Toetsen:

Blok 7 De oudere patiënt

[cursus]

15 ECs 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur) Nederlands C Binnenschool curriculum: - Basiscolleges en responsiecolleges - Practica - Vaardigheidstrainingen - Werkgroepbijeenkomsten - Zelfstudie Buitenschools curriculum: Werkplekleren Stage Binnen de cursus wordt de student in een aantal gebieden beoordeeld; Gebied Toetsinstrument EC Kennis Theorietentamen 5 Vaardigheden Praktijkopdrachten 3 Professioneel Beroepsopdrachten 3 handelen Professionele Portfolio 3 ontwikkeling Aanwezigheid Evaluatieformulier 1

stage Contact persoon Ingangscursussen Aansluitende cursussen Inhoudelijke gegevens Inhoud

Rieneke Daalder (Blokcoördinator) Blok 1 t/m 6 Blok 8 t/m 10 De oudere patiënt is de titel van het zevende lesblok van de masteropleiding voor physician assistants. Centraal in dit blok staan de gevolgen van veroudering. Aandacht wordt besteed aan de manier waarop het ouder worden het welzijn en welbevinden beïnvloedt. De diagnostiek en behandeling van de (gevolgen van) de meest voorkomende geriatrische ziektebeelden worden besproken. In thema 1 communicatie problemen wordt ingegaan op slechtziendheid, gehoorproblemen en daarmee samenhangende communicatieproblemen bij ouderen. Tevens wordt ingegaan op de wetenschapsterreinen Gerontologie en Geriatrie. In het practicum wordt aandacht besteed aan oogheelkundig onderzoek. In thema 2 wordt ingegaan op incontinentie voor urine en ontlasting, en de gevolgen voor de kwaliteit van leven hiervan. Tevens wordt kennisgemaakt met de ouderenvoorzieningen en sociale wetgeving (m.b.t. ouderen) in Nederland.

In thema 3 psychische stoornissen wordt ingegaan op dementie, delier en depressie. Tevens wordt ingegaan op ethische aspecten omtrent de zorg aan ouderen. Beslissingen rondom het levenseinde staan hier centraal. Ook wordt ingegaan op de belasting van mantelzorgers en de organisatie van de ouderenzorg in Nederland.

In thema 4 gestoorde stabiliteit wordt ingegaan op valproblematiek bij ouderen. Ten aanzien van de wetenschappelijke leerlijn wordt hier ingegaan op het onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. In thema 5 gestoorde mobiliteit wordt ingegaan op peri-operatieve zorg aan de oudere patiënt met een gestoorde mobiliteit. Aandachtspunten hierbij zijn preoperatieve screening bij ouderen, medicatiebeleid en farmakinetiek bij ouderen, iatrogenese en complicaties bij operatieve zorg. Doelstellingen/ competenties

Medische denken -

De student heeft inzicht in de problematiek, diagnostiek en behandeling van de meest voorkomende aandoeningen bij ouderen (geriatric giants).

-

De student kan beredeneren waarom klachten van een oudere patiënt een specifieke analyse, behandeling en zorg vereisen. De student kan belangrijke ziekten/afwijkingen beschrijven die kunnen leiden tot mentale en lichamelijke achteruitgang en kan globaal aangeven hoe de (differentiële) diagnostiek en behandeling plaatsvindt.

-

Medisch handelen - De student kan diagnostisch onderzoek doen bij ouderen (anamnese en lichamelijk onderzoek) en kan zich daarbij aanpassen aan en inleven in de belevingswereld van de patiënt. - De student is in staat om informatie te geven afgestemd op de patiënt - De student beheerst een aantal (manuele) vaardigheden op het terrein van de oogheelkunde t.b.v. huisartsengeneeskunde. Wetenschap en onderzoek - De student kan een aantal belangrijke kenmerken benoemen van kwalitatief onderzoek en wanneer kwalitatief onderzoek wordt toegepast

-

De student kan aangeven wat de beperkingen zijn van kwalitatief en kwantitatief onderzoek.

Persoon en beroep - De student kan de belangrijkste argumentaties in actuele discussies over macht en onmacht van de geneeskunde herkennen en uitleggen. Werkplek en organisatie - De student kan globaal de organisatie beschrijven ten aanzien van de gezondheidszorg van ouderen. Materialen:

Bickley, L. S. (2002). Bates' Guide to Physical Examination and History Taking. Philadelphia/New York/Baltimorte: Lippincott. Eulderink, F., Heeren, T.J., Knook, D.L., Ligthart G.J. (2004). Inleiding in gerontologie en geriatrie. Bohn Stafleu van Loghum, Houten/Diegem Farmacotherapeutisch Kompas 2007 CZV Grundmeijer, H.G.L.M., Reenders, K. & G.E.H.M. Rutten (2004). Het geneeskundig proces: klinisch redeneren van klacht naar therapie van klacht naar therapie. Elsevier Gezondheidszorg, Bunge Have ten, H., van Leeuwen, E. & R. ter Meulen (2003). Medische ethiek. Bohn Stafleu van Loghum, Houten/Diegem Holla M. (2004) Holla's medische statusvoering 1e druk, Veenman drukkers Jongh de, T.O.H., Vries de, H., Grundmeijer, H.G.L.M. (2005). Diagnostiek van alledaagse klachten (Bouwstenen voor rationeel probleemoplossen) 2de herz. druk. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten Kaptein, A.A., Garssen, B., Dekker, J., Marwijk van, H.W.J., Schreurs, P.J.G., Beunderman, R. (2000). Psychologie en Geneeskunde. 1e druk. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Martini, F. & C. O. Ober (2004). Fundamentals of anatomy and physiology. New Jersey: Prentice Hall. Meer van der J., Stehouwer C.D.A. (2005) Interne geneeskunde 13de herz. druk Bohn Stafleu van Loghum, Houten Silverman, J., Kurtz, S., Draper, J., Van Dalen J. (2006) Vaardig communiceren in de gezondheidszorg, een evidence-based benadering. Utrecht: Uitgeverij LEMMA Wiersinga W.J., Schimmer B., Levi M. (2004) Handboek voor de co-assistent 2de druk Houten, Bohn Stafleu van Loghum Zielhuis, G. A., Heydendael, P. H. J. M., Maltha, J. C. & P. L. C. M. van Riel (2002). Handleiding medisch-wetenschappelijk onderzoek Elsevier Gezondheidszorg, Maarsen

Cursus

GVE-2.PAOP-09

Oudere patient

GVE-2.PAOP-09

Lange naam

Oudere patient


GVE-MPA

Korte naam (Engels)

The Older Patient

Contactpersoon


Categorie


Opmerking

Wachtlijst?

Nee

Opmerking (Engels)


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2011


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

EC

Ja Nee Nee

2009


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

annemarije.ridder Ridder-Steensma, Anne Marije ([email protected] [email protected]) connie.vanderme Meer, Connie van der [email protected] ([email protected]) [email protected]


INHOUD:

Blok 7

De oudere patiënt

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur) Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

C

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen:

Gebied Kennis


Toetsinstrument Osiris Theorietentamen

(GVE-2.PAOP-09) EC Schriftelijk tentamen 5

Vervanger

Vaardigheden

&n bsp;


Professioneel/handelen




Stage

Vaardigheden 4 Beroepsopdrachten 4

Evaluatieformulier

Verslag / Rapport /Portfolio 2 Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen.

Contact persoon Patty Dix Ingangscursussen Blok 1 t/m 6 Aansluitende cursussen Blok 8 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud „De oudere patiënt‟ is het zevende lesblok in de masteropleiding voor physician assistants. Centraal in dit blok staan de gevolgen van veroudering. Aandacht wordt besteed aan de manier waarop het ouder worden het welzijn en welbevinden beïnvloedt. De diagnostiek en behandeling van de (gevolgen van) de meest voorkomende geriatrische ziektebeelden worden besproken. In thema 1 communicatieproblemen wordt ingegaan op slechtziendheid, gehoorproblemen en daarmee samenhangende communicatieproblemen bij ouderen. In thema 2 wordt ingegaan op incontinentie voor urine en ontlasting, en de gevolgen voor de kwaliteit van leven hiervan. Tevens wordt kennisgemaakt met de ouderenvoorzieningen en sociale wetgeving (m.b.t. ouderen) in Nederland. In thema 3 psychische stoornissen wordt ingegaan op dementie, delier en depressie. Tevens wordt ingegaan op ethische aspecten omtrent de zorg aan ouderen. Beslissingen rondom het levenseinde staan hier centraal. Ook wordt ingegaan op de belasting van mantelzorgers en de organisatie van de ouderenzorg in Nederland. In thema 4 gestoorde stabiliteit wordt ingegaan op valproblematiek bij ouderen. Ten aanzien van de wetenschappelijke leerlijn wordt hier ingegaan op het onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. In thema 5 gestoorde mo biliteit wordt ingegaan op peri-operatieve zorg van de oudere patiënt met een gestoorde mobiliteit. Aandachtspunten hierbij zijn preoperatieve screening bij ouderen, medicatiebeleid, farmacokinetiek en farmacodynamiek bij ouderen, iatrogenese en complicaties bij operatieve zorg.

Doelstellingen/competenties Medische denken De student heeft inzicht in de meest voorkomende aandoening (geriatrische reuzen) en de wijze waarop deze zich presenteren bij oudere patiënten. De student kan beredeneren waarom klachten van een oudere patiënt een specifieke analyse, behandeling en zorg vereisen.

De student kan belangrijke ziekten/afwijkingen beschrijven die kunnen leiden tot mentale en lichamelijke achteruitgang en kan globaal aangeven hoe de (differentiële) diagnostiek en behandeling plaatsvindt.

Medisch handelen -

De student kan algemene medische handvaardigheden toepassen bij ouderen.

-

De student is in staat om informatie te geven afgestemd op de patiënt.

-

De student beheerst een aantal vaardigheden op het terrein van de oogheelkunde.


De student kan aangeven waar bij het schrijven van een artikel op gelet moet worden.

-

De student kan aangeven waar een goede presentatie aan moet voldoen.

-

De student kan beoordelen waar een wetenschappelijk onderzoek aan moet voldoen

Persoon en beroep De student kan de belangrijkste argumentaties in actuele discussies over macht en onmacht van de geneeskunde herkennen en uitleggen. Werkplek en organisatie -

De student kan globaal de organisatie beschrijven ten aanzien van de gezondheidszorg van ouderen.


Materialen -

Witte jas

-

Stethoscoop

Cursus

GVE-2.PAOP-11

Oudere patient

GVE-2.PAOP-11

Lange naam

Oudere patient


GVE-MPA

Korte naam (Engels)

The Older Patient

Contactpersoon


Categorie


Opmerking

Wachtlijst?

Nee

Opmerking (Engels)


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

EC

Ja Nee Nee

2011


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)



[email protected]


INHOUD:

Blok 7

De oudere patiënt


Nederlands

Aanvangsblok(ken)

C

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen:

Gebied


Toetsinstrument Osiris

(GVE-2.PAOP-09) EC

Vervanger

Kennis Vaardigheden

Theorietentamen &n bsp;


Professioneel/handelen




Stage

Schriftelijk tentamen 5 Vaardigheden 4 Beroepsopdrachten 4

Evaluatieformulier

Verslag / Rapport /Portfolio 2 Stage 0


Contact persoon Patty Dix Ingangscursussen Blok 1 t/m 6 Aansluitende cursussen Blok 8 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud „De oudere patiënt‟ is het zevende lesblok in de masteropleiding voor physician assistants. Centraal in dit blok staan de gevolgen van veroudering. Aandacht wordt besteed aan de manier waarop het ouder worden het welzijn en welbevinden beïnvloedt. De diagnostiek en behandeling van de (gevolgen van) de meest voorkomende geriatrische ziektebeelden worden besproken. In thema 1 communicatieproblemen wordt ingegaan op slechtziendheid, gehoorproblemen en daarmee samenhangende communicatieproblemen bij ouderen. In thema 2 wordt ingegaan op incontinentie voor urine en ontlasting, en de gevolgen voor de kwaliteit van leven hiervan. Tevens wordt kennisgemaakt met de ouderenvoorzieningen en sociale wetgeving (m.b.t. ouderen) in Nederland. In thema 3 psychische stoornissen wordt ingegaan op dementie, delier en depressie. Tevens wordt ingegaan op ethische aspecten omtrent de zorg aan ouderen. Beslissingen rondom het levenseinde staan hier centraal. Ook wordt ingegaan op de belasting van mantelzorgers en de organisatie van de ouderenzorg in Nederland. In thema 4 gestoorde stabiliteit wordt ingegaan op valproblematiek bij ouderen. Ten aanzien van de wetenschappelijke leerlijn wordt hier ingegaan op het onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. In thema 5 gestoorde mo biliteit wordt ingegaan op peri-operatieve zorg van de oudere patiënt met een gestoorde mobiliteit. Aandachtspunten hierbij zijn preoperatieve screening bij ouderen, medicatiebeleid, farmacokinetiek en farmacodynamiek bij ouderen, iatrogenese en complicaties bij operatieve zorg.

Doelstellingen/competenties Medische denken De student heeft inzicht in de meest voorkomende aandoening (geriatrische reuzen) en de wijze waarop deze zich presenteren bij oudere patiënten. De student kan beredeneren waarom klachten van een oudere patiënt een specifieke analyse, behandeling en zorg vereisen.

De student kan belangrijke ziekten/afwijkingen beschrijven die kunnen leiden tot mentale en lichamelijke achteruitgang en kan globaal aangeven hoe de (differentiële) diagnostiek en behandeling plaatsvindt.

Medisch handelen -

De student kan algemene medische handvaardigheden toepassen bij ouderen.

-

De student is in staat om informatie te geven afgestemd op de patiënt.

-

De student beheerst een aantal vaardigheden op het terrein van de oogheelkunde.


De student kan aangeven waar bij het schrijven van een artikel op gelet moet worden.

-

De student kan aangeven waar een goede presentatie aan moet voldoen.

-

De student kan beoordelen waar een wetenschappelijk onderzoek aan moet voldoen

Persoon en beroep De student kan de belangrijkste argumentaties in actuele discussies over macht en onmacht van de geneeskunde herkennen en uitleggen. Werkplek en organisatie -

De student kan globaal de organisatie beschrijven ten aanzien van de gezondheidszorg van ouderen.


Materialen -

Witte jas

-

Stethoscoop

Cursus

GVE-2.PAPN-08

Lange naam

Psychiatrische en neurologische patient

Korte naam (Engels)

Psychiatric and Neurological Patients


GVE-2.PAPN-08


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon

Boel, R ([email protected])

Cursustype

REGULIER

Nee

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking


Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee


Nee

Volgend collegejaar

2012

2008


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets PRACTICUM


Toetsvorm

Weging 0

Punten 3,0


33

3,0

5,5

Ja

2

0

1,0

5,5

Ja

2

34

5,0

5,5

Ja

2

33

3,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Beroepsopdrac hten


V

Stage


V



V



V/D

Toets

Blokken

JAAR

V

PRACTICUM

JAAR

PRACTICUM1

JAAR

STAGE

JAAR

TENTAMEN

JAAR

VERSLAG

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:



Toetsen:

Blok 6 Psychiatrische en neurologische patiënt

[cursus]

15 ECs 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur) Nederlands B Binnenschool curriculum: - Basiscolleges en responsiecolleges - Practica - Vaardigheidstrainingen - Werkgroepbijeenkomsten - Zelfstudie Buitenschools curriculum: Werkplekleren Stage Binnen de cursus wordt de student in een aantal gebieden beoordeeld;

Gebied Kennis Vaardigheden Professioneel handelen Professionele ontwikkeling

Toetsinstrument Theorietentamen Praktijkopdrachten Beroepsopdrachten

EC 5 3 3

Portfolio

3

Aanwezigheid stage Contact persoon Ingangscursussen Aansluitende cursussen Inhoudelijke gegevens Inhoud

Evaluatieformulier

1

Florijn Jonkers (Blokcoördinator) Blok 1 t/m 5 Blok 7 t/m 10 De psychiatrische en neurologische patiënt is de titel van het zesde lesblok van de masteropleiding voor physician assistants. Ook dit blok is beschreven in een aantal subthema¿s. Thema 1 Perifere neurologische stoornissen. Hierin staat het onderzoek en de behandeling van perifere neurologische stoornissen zoals neuropathie centraal. Ook wordt aandacht besteed aan de gevolgen van een dwarslaesie. Tevens worden de doelstelling en de organisatie van revalidatie in Nederland in kaar t gebracht. In thema2 Centraal neurologische stoornissen wordt ingegaan op de diagnostiek, behandeling en begeleiding van patiënten met CVA, epilepsie en polyneuropathie. In het practicum staat de neurologische anamnese centraal. In thema 3 Bewegingsstoornissen wordt ingegaan op aandoeningen die gevolgen hebben voor de motoriek. Tevens wordt in dit thema uitgebreid stilgestaan bij farmacologie en farmacotherapie. Thema 4 Depressie, angst en suïcidaliteit. Dit is een inleiding in de psychiatrie. Hier wordt ingegaan op de problematiek, het onderzoek en de behandeling van patiënten met depressieve stoornissen en angststoornissen. Ook wordt de wisselwerking tussen psychiatrische en lichamelijke uitingsvormen besproken. Tevens wordt aandacht besteedt hoe het gevaar op suïcide of zelfbeschadiging beoordeeld kan worden en welke (preventieve) maatregelen genomen kunnen worden in dit kader. Binnen dit thema wordt een inleiding kinderpsychiatrie verzorgd en zullen een aantal belangrijke actuele items aandacht krijgen. In het practicum staat het omgaan met agressie centraal. thema 5 psychose, schizofrenie en agressie. De aandoening schizofrenie staat hierbij centraal. Relevante wetgeving voor de psychiatrie wordt bestudeerd en besproken en er wordt ingegaan op ethische aspecten rondom gedwongen opname en behandeling. In het practicum wordt het psychiatrisch onderzoek en consultvoering uitgevoerd. In de stage kan de student zich oriënteren op de gangbare onderzoeks- en behandelmethoden binnen de neurologie en de psychiatrie en kan op bescheiden schaal ervaring opdoen met het klinische onderzoek van deze patiënten.

Doelstellingen/ competenties

Medisch denken -

-

-

De student kan beschrijven hoe men methodisch bij een patiënt met neurologische klachten door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek komt tot een werk of differentiaal diagnose. De student kan beschrijven hoe men methodisch bij een patiënt met psychopathologische verschijnselen door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek tot een werk of differentiaal diagnose. De student kan binnen de gegeven thema¿s van dit blok de geneeskundige zorg onder supervisie toepassen. De student kan bevindingen van anamnese, onderzoek omschrijven in de medische status. De student kan in medische klachten de interactie herkennen welke bestaat tussen de psychologische, fysiologische en sociale processen en beargumenteren. De student kan een overzicht geven van belangrijke groepen van psychiatrische ziekten op basis van epidemiologische gegevens. De student kan een overzicht geven van belangrijke groepen van neurologische

-

ziekten op basis van epidemiologische gegevens De student kan een overzicht geven van relevante vragen die aan de orde moeten komen in de psychiatrische anamnese. De student kan een opsomming geven van vragen die aan de orde moeten komen in de neurologische anamnese.

Medisch handelen -

De student beheerst vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde taken binnen de neurologie. De student beheerst vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde taken binnen de psychiatrie. De student kan onder supervisie de geneeskundige zorg toepassen binnen de gegeven thema¿s van dit blok. De student kan het behandelplan opstellen van de patiënt met neurologische en psychiatrische aandoening binnen de gegeven thema¿s van het blok. De student kan een psychiatrische anamnese en onderzoek uitvoeren. De student kan een neurologische anamnese en onderzoek uitvoeren. De student beheerst de basale principes van neurologische technieken De student is in staat professioneel gedrag te tonen in het omgaan met patiënten met depressief, suïcidaal en agressief gedrag.


De student kan op globale wijze recente wetenschappelijke ontwikkeling benoemen zoals die specifiek geldt voor de diagnostiek, de behandeling en de zorg van patiënten met psychiatrische en neurologische ziekten.

Persoon en beroep -

-

De student kan kritisch reflecteren op het eigen leerproces en dit beschrijven in het reflectieverslag. De student kan factoren benoemen in de eigen attitude en functioneren die van invloed zijn op de omgang met patiënten en hun naasten rekening houdend met complexe psychiatrische problematiek. De student kan in het belang van conflicthantering in relatie ten opzichte van tegenstrijdige belangen aangeven in de werkgroepenbijeenkomsten en in de werksituatie.


-

Materialen:

De student kan uitleggen op welke wijze het geneeskundig proces wordt toegepast bij patiënten met psychiatrische en neurologische problematiek. e De student kan een aanvraag voor plaatsing enof overdracht verzorgen van de 1 lijnszorg naar de tweede lijnzorg en visa versa met als doel een duidelijk overzicht te geven van de bevindingen bv door een consult aanvraag .

Bickley, L. S. (2002). Bates' Guide to Physical Examination and History Taking. Philadelphia/New York/Baltimorte: Lippincott. Dassen & Keuning (2001) Lezen en beoordelen van onderzoekpublicaties 6e druk Baarn: HB uitgevers. Dublin D. (1999) Snelle interpretatie van ECG¿s 3de herz. druk Maarssen Elsevier/ De Tijdstroom Farmacotherapeutisch Kompas 2007 CZV Grundmeijer, H.G.L.M., Reenders, K. & G.E.H.M. Rutten (2004). Het geneeskundig proces: klinisch redeneren van klacht naar therapie van klacht naar therapie. Bunge: Elsevier Gezondheidszorg Have ten, H., van Leeuwen, E. & R. ter Meulen (2003). Medische ethiek. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum

Holla M. (2004) Holla's medische statusvoering 1e druk, Veenman drukkers Jongh de, T.O.H., Vries de, H., Grundmeijer, H.G.L.M. (2005). Diagnostiek van alledaagse klachten (Bouwstenen voor rationeel probleemoplossen) 2de herz. druk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum Kaptein, A.A., Garssen, B., Dekker, J., Marwijk van, H.W.J., Schreurs, P.J.G., Beunderman, R. (2000). Psychologie en Geneeskunde. 1e druk. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Martini, F. & C. O. Ober (2004). Fundamentals of anatomy and physiology. New Jersey: Prentice Hall. Silverman, J., Kurtz, S., Draper, J., Van Dalen J. (2006) Vaardig communiceren in de gezondheidszorg, een evidence-based benadering. Utrecht: Uitgeverij LEMMA Slotboom A. Statistiek in woorden (tweede druk) Uitg. Wolters Noordhoff Thijs, L.G., Delooz, H.H., Goris, R.J.A., red. (2005). Acute geneeskunde. 6e druk, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen. Verhulst F.C., Inleiding in de kinder en jeugdpsychiatrie, Van Gorcum, Assen. Wiersinga W.J., Schimmer B., Levi M. (2004) Handboek voor de co-assistent 2de druk Houten, Bohn Stafleu van Loghum

Cursus

GVE-2.PAPN-09

Lange naam


Korte naam (Engels)



GVE-2.PAPN-09


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon


Cursustype

REGULIER

Nee

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking


Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee


Nee

Volgend collegejaar

2011

2009


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Agressietrainin g


V

Psychiatrisch consult


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage

Termijnbewaking resultaten? Nee Aanvangs

V/D

Toets

Blokken

blok JAAR

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR

TOETS6

JAAR

TOETS7

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

annemarije.ridder Ridder-Steensma, Anne Marije ([email protected] [email protected]) connie.vanderme Meer, Connie van der [email protected] ([email protected]) [email protected]


INHOUD:

Blok 6

De psychiatrische en de neurologische patiënt


Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

B

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

Vervanger

-

Stage

Toetsen:



Toetsinstrument Theorietentamen Aanwezigheidsregistratie

Agressietraining

Vaardigheden 0


Vaardigheden 0





Stage

Evaluatieformulier

Osiris (GVE-2.PAPN-09) EC ;


Beroepsopdrachten 4 Verslag / Rapport /Portfolio 2 Stage 0


Contact persoon Patty Dix (blokcoördinator) Ingangscursussen Blok 1 t/m 5 Aansluitende cursussen Blok 7 t/m 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “De psychiatrische en neurologische patiënt”is het zesde lesblok van de masteropleiding voor physician assistants. De lesactiviteiten in dit blok zijn verdeeld over een aantal inhoudelijke thema‟s. Thema 1 Perifere neurologische stoornissen. Hierin staat het onderzoek en de behandeling van perifere neurologische stoornissen zoals neuropathie centraal. Ook wordt aandacht besteed aan de gevolgen van een dwarslaesie. Tevens worden de doelstelling en de organisatie van revalidatie in Nederland in kaart gebracht. In thema2 Centraal neurologische stoornissen wordt ingegaan op de diagnostiek, behandeling en begeleiding van patiënten met CVA, epilepsie en polyneuropathie. In het practicum staat de neurologische anamnese centraal. In thema 3 bewegingsstoornissen wordt ingegaan op aandoeningen die gevolgen hebben voor de motoriek. Tevens wordt in dit thema uitgebreid stilgestaan bij farmacologie en farmacotherapie. Thema 4 Depressie, angst en suïcidaliteit. Dit is een inleiding in de psychiatrie. Hier wordt ingegaan op de problematiek, het onderzoek en de behandeling van patiënten met depressieve stoornissen en angststoornissen. Ook wordt de wisselwerking tussen psychiatrische en lichamelijke uitingsvormen besproken. Tevens wordt aandacht besteedt hoe het gevaar op suïcide of zelfbeschadiging beoordeeld kan worden en welke (preventieve) maatregelen genomen kunnen worden in dit kader.

Binnen dit thema wordt een inleiding kinderpsychiatrie verzorgd en zullen een aantalbelangrijke actuele items aandacht krijgen. In het practicum staat het omgaan met agressie centraal. thema 5 psychose, schizofrenie en agressie. De aandoening schizofrenie staat hierbij centraal. Relevante wetgeving voor de psychiatrie wordt bestudeerd en besproken en er wordt ingegaan op ethische aspecten rondom gedwongen opname en behandeling. In het practicum wordt het psychiatrisch onderzoek en consultvoering uitgevoerd. In de stage kan de student zich oriënteren op de gangbare onderzoeks- en behandelmethoden binnen de neurologie en de psychiatrie en kan op bescheiden schaal ervaring opdoen met het klinische onderzoek van deze patiënten.

Doelstellingen/competenties

Medisch denken De student kan: beschrijven hoe men methodisch bij een patiënt met neurologische klachten door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek komt tot een werk of differentiaal diagnose. beschrijven hoe men methodisch bij een patiënt met psychopathologische verschijnselen door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek tot een werk of differentiaal diagnose. -

binnen de gegeven thema‟s van dit blok de geneeskundige zorg onder supervisie toepassen.

-

bevindingen van anamnese, onderzoek omschrijven in de medische status.

in medische klachten de interactie herkennen welke bestaat tussen de psychologische, fysiologische en sociale processen en beargumenteren. een overzicht geven van belangrijke groepen van psychiatrische ziekten op basis van epidemiologische gegevens. -

een overzicht geven van belangrijke groepen van neurologische ziekten op basis van epidemiologische gegevens

-

een overzicht geven van relevante vragen die aan de orde moeten komen in de psychiatrische anamnese.

-

&n bsp;

een opsomming geven van vragen die aan de orde moeten komen in de neurologische anamnese.

Medisch handelen De student beheerst: -

vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde taken binnen de neurologie.

-

vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde taken binnen de psychiatrie.

De student kan -

onder supervisie de geneeskundige zorg toepassen binnen de gegeven thema‟s van dit blok.

het behandelplan opstellen van de patiënt met neurologische en psychiatrische aandoening binnen de gegeven thema‟s van het blok. -

een psychiatrische anamnese uitvoeren.

-

een basis neurologisch onderzoek uitvoeren.

De student kent de basale principes van neurologische technieken

De student is in staat professioneel gedrag te tonen in het omgaan met patiënten met depressief, suïcidaal en agressief gedrag.

Wetenschap en onderzoek De student kan recente wetenschappelijke ontwikkelingen b zoals die specifiek gelden voor de diagnostiek, de behandeling en de zorg van patiënten met psychiatrische en neurologische ziekten.

Persoon en beroep De student kan -

kritisch reflecteren op het eigen leerproces en dit beschrijven in het reflectieverslag.

factoren benoemen in de eigen attitude en functioneren die van invloed zijn op de omgang met patiënten en hun naasten rekening houdend met complexe psychiatrische problematiek. in het belang van conflicthantering in relatie ten opzichte van tegenstrijdige belangen aangeven in de werkgroepenbijeenkomsten en in de werksituatie.

Werkplek en organisatie De student kan uitleggen op welke wijze het geneeskundig proces wordt toegepast bij patiënten met psychiatrische en neurologische problematiek. een aanvraag voor plaatsing enof overdracht verzorgen van de 1e lijnszorg naar de tweede lijnzorg en visa versa met als doel een duidelijk overzicht te geven van de bevindingen bv door een consult aanvraag. Materialen: Boeken Voor de boekenlijst zie einde hoofdstuk 9.

Materialen Witte jas Stethoscoop

Cursus

GVE-2.PAPN-11

Lange naam


Korte naam (Engels)



GVE-2.PAPN-11


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon


Cursustype

REGULIER

Nee

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking


Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee




V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Agressietrainin g


V



V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage

Termijnbewaking resultaten? Nee Aanvangs

V/D

Toets

Blokken

blok JAAR

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR

TOETS6

JAAR

TOETS7

JAAR


Aandeel 100



Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:

“De psychiatrische en neurologische patiënt¿is het zesde lesblok van de masteropleiding voor physician assistants. Thema's: perifere neurologische stoornissen; centraal neurologische stoornissen; bewegingsstoornissen; depressie, angst en suïcidaliteit; practicum staat het omgaan met agressie; psychose, schizofrenie en agressie;

Studiebelasting: 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur)

Het binnenschoolse leren is gecentreerd op 1 lesdag per week met 8 contacturen. Doelstellingen/competenties Medisch denken De student kan: - beschrijven hoe men methodisch bij een patiënt met neurologische klachten door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek komt tot een werk of differentiaal diagnose. - beschrijven hoe men methodisch bij een patiënt met psychopathologische verschijnselen door middel van anamnese en

lichamelijk onderzoek tot een werk of differentiaal diagnose. - binnen de gegeven thema‟s van dit blok de geneeskundige zorg onder supervisie toepassen. - bevindingen van anamnese, onderzoek omschrijven in de medische status. - in medische klachten de interactie herkennen welke bestaat tussen de psychologische, fysiologische en sociale processen en beargumenteren. - een overzicht geven van belangrijke groepen van psychiatrische ziekten op basis van epidemiologische gegevens. - een overzicht geven van belangrijke groepen van neurologische ziekten op basis van epidemiologische gegevens - een overzicht geven van relevante vragen die aan de orde moeten komen in de psychiatrische anamnese. - een opsomming geven van vragen die aan de orde moeten komen in de neurologische anamnese.

Medisch handelen De student beheerst: - vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde taken binnen de neurologie. - vaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van gesubstitueerde taken binnen de psychiatrie. De student kan - onder supervisie de geneeskundige zorg toepassen binnen de gegeven thema‟s van dit blok. - het behandelplan opstellen van de patiënt met neurologische en psychiatrische aandoening binnen de gegeven thema‟s van het blok. - een psychiatrische anamnese uitvoeren. - een basis neurologisch onderzoek uitvoeren. De student kent de basale principes van neurologische technieken De student is in staat professioneel gedrag te tonen in het omgaan met patiënten met depressief, suïcidaal en agressief gedrag.

Wetenschap en onderzoek De student heeft inzicht in de uitgangspunten van diagnostisch onderzoek, waaronder - accuratesse (sensitiviteit en specificiteit / voorspellende waarde / likelihood ratio‟s) - correlatie (continue en categoriale variabelen) De student heeft inzicht in de uitgangspunten van exploratief onderzoek, waaronder het inzichtelijk toepassen van de begrippen - risico / risicoverschillen / relatief risico / odds ratio De student heeft inzicht in de uitgangspunten van experimenteel onderzoek, waaronder - effectmeting en effectgrootte Persoon en beroep De student kan - kritisch reflecteren op het eigen leerproces en dit beschrijven in het reflectieverslag. - factoren benoemen in de eigen attitude en functioneren die van invloed zijn op de omgang met patiënten en hun naasten rekening houdend met complexe psychiatrische problematiek. - in het belang van conflicthantering in relatie ten opzichte van tegenstrijdige belangen aangeven in de werkgroepenbijeenkomsten en in de werksituatie.

Werkplek en organisatie De student kan - uitleggen op welke wijze het geneeskundig proces wordt toegepast bij patiënten met psychiatrische en neurologische problematiek. - een aanvraag voor plaatsing en/ of overdracht verzorgen van de 1e lijnszorg naar de tweede lijnzorg en visa versa met als doel een duidelijk overzicht te geven van de bevindingen bv door een consult aanvraag.

Literatuur: Voor boekelnlijst zie vermelding in de studiegids

Cursus

GVE-2.PAVK-08

Vrouw en kind

GVE-2.PAVK-08

Lange naam

Vrouw en kind


GVE-MPA

Korte naam (Engels)

Woman and Child

Contactpersoon

Ridder-Steensma, Anne Marije ([email protected]) Nee


REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


EC

Categorie Opmerking

Ja Nee Nee

Wachtlijst?

Opmerking (Engels)

Nee


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012

2008


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets PRACTICUM


Toetsvorm

Weging 0

Punten 3,0


33

3,0

5,5

Ja

2

0

1,0

5,5

Ja

2

34

5,0

5,5

Ja

2

33

3,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Beroepsopdrac hten


V

Stage


V



V



V/D

Toets

Blokken

JAAR

V

PRACTICUM

JAAR

PRACTICUM1

JAAR

STAGE

JAAR

TENTAMEN

JAAR

VERSLAG

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



[email protected]


INHOUD:



Toetsen:

Blok 8 Vrouw en kind

[cursus]

15 ECs 420 studiebelastinguren waarvan 140 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie), 140 uur voor de stage en 140 voor het binnenschoolse leren (vaardigheidstraining, werkgroepbesprekingen, colleges en bestuderen van literatuur) Nederlands D Binnenschool curriculum: - Basiscolleges en responsiecolleges - Practica - Vaardigheidstrainingen - Werkgroepbijeenkomsten - Zelfstudie Buitenschools curriculum: Werkplekleren Stage Binnen de cursus wordt de student in een aantal gebieden beoordeeld; Gebied

Toetsinstrument

EC

Kennis

Theorietentamen

5

Vaardigheden

Praktijkopdrachten

3


Beroepsopdrachten

3

Professionele ontwikkeling

Portfolio

3

Aanwezigheid stage

Evaluatieformulier

1

Contact persoon Ingangscursussen Aansluitende cursussen Inhoudelijke gegevens Inhoud

Florijn Jonkers (Blokcoördinator) Blok 1 t/m 7 Blok 9 en 10 Vrouw en kind is de titel van het achtste lesblok van de masteropleiding voor physician assistants. In dit blok kan de PA-student zich oriënteren op de medische kennis en vaardigheden rondom zwangerschap, bevalling, kraambed, gynaecologisch aandoeningen en kindergeneeskunde zodat enkelvoudige en veelvoorkomende problemen kunnen worden gediagnosticeerd. Ook wordt kennis gemaakt met de behandeling van deze aandoeningen.

In thema 1 Prenatale diagnostiek, zwangerschap en partus komen zowel de prenatale diagnostiek, het verloop van een zwangerschap en de meest voorkomende complicaties tijdens de zwangerschap als de partus aan de orde. Het practicum bevat onderzoek van bekken, bekkenbodemspieren en geslachtsorganen bij man en vrouw in de snijzaal. In thema 2 Gynaecologische aandoeningen worden vier groepen van gynaecologische aandoeningen behandeld zoals abnormaal vaginaal bloedverlies, klachten ten gevolge van een prolaps, buikpijn en gynaecologische oncologie. In het practicum worden uitwendig onderzoek, speculum onderzoek, vaginaal toucher op een fantoom en het cervixuitstrijkje geoefend. In thema 3 Gynaecologie en reproductive health komen anticonceptie, fertiliteitproblemen, overgangsklachten, gynaecologische infecties en SOA, farmacologie van anticonceptie en overgangsklachten aan de orde. In het practicum wordt gynaecologisch onderzoek, begeleid door een Docent Gynaecologisch Onderzoek (DGO) uitgevoerd. In de thema's 4 en 5 staat het zieke kind centraal. Er is een selectie gemaakt van vier groepen van veel voorkomende aandoeningen bij kinderen, te weten: 1. Aandoeningen aan het maag-darmstelsel 2. Psychosociale problematiek 3. Aandoeningen aan de luchtwegen 4. Infectieziekten In de practica worden resp. de controle van de pasgeborene en anamnese en lichamelijk onderzoek bij kinderen geoefend. Ook farmacologie bij kinderen wordt behandeld.

Doelstellingen/ competenties

Medisch denken De student kan een globaal overzicht geven van de anatomie en pathofysiologie, dat relevant is voor de obstetrie, gynaecologie en de kindergeneeskunde. doel en verloop van prenatale diagnostiek uitleggen. de fasen van de zwangerschap en de bijbehorende prenatale controles uitleggen. het verloop van de partus en het kraambed in eigen woorden weergeven en de bijbehorende controles interpreteren. de meest voorkomende complicaties tijdens zwangerschap, partus en kraambed verwoorden en de behandeling hiervan uiteenzetten. de belangrijkste gynaecologische aandoeningen onderscheiden en de bijbehorende diagnostiek en (farmaco-) therapeutische maatregelen bespreekbaar maken. de essentie weergeven van reproductive health. de normale ontwikkeling van een kind (zuigeling, peuter/kleuter, schoolgaand kind en adolescent) in grote lijnen weergeven. vier groepen van veel voorkomende aandoeningen bij kinderen in kaart brengen en de bijbehorende diagnostiek en therapeutische maatregelen beschrijven. beredeneren waarom klachten die zich voordoen bij kinderen een specifieke analyse, behandeling en zorg vereisen. Medisch handelen De student kan

-

voorlichting geven over de mogelijkheden van prenatale diagnostiek een anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek uitvoeren en de differentiaal diagnose opstellen bij de zwangere. prenatale controles uitvoeren in het kader van de zwangerschap. lichamelijk onderzoek en controles uitvoeren tijdens partus en kraambed. lichamelijk onderzoek uitvoeren en controles doen bij de pasgeborene. een speciële anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek uitvoeren en een differentiaal diagnose opstellen bij een gynaecologische patiënt. aanvullend diagnostisch onderzoek doen en een behandelplan opstellen bij de gynaecologische patiënt. specifieke informatie geven afgestemd op de levensfasen van de vrouw. een anamnese en lichamelijk onderzoek bij kinderen uitvoeren en een differentiaal diagnose opstellen. aanvullend diagnostisch onderzoek bij het zieke kind in werking zetten. een behandelplan opstellen voor het zieke kind.

Wetenschap en onderzoek De student kan wetenschappelijke gegevens benutten in relatie tot voorlichting, begeleiding of behandeling van patiënten in de obstetrie, gynaecologie en kindergeneeskunde. Persoon en beroep De student kan een stappenplan weergeven voor de benadering van ethische dilemma's ten aanzien van voortplanting, zwangerschap en kindergeneeskunde. een bijdrage leveren aan ethische discussies.

Werkplek en organisatie De student kan de ketenzorg rondom de obstetrische en de gynaecologische patiënt in kaart brengen, e e zowel binnen de 1 -lijnszorg als binnen de 2 -lijnszorg. globaal de organisatie beschrijven ten aanzien van de gezondheidszorg van zuigelingen, peuter/ kleuter, schoolgaand kind en adolescenten.

Materialen:

Bickley, L. S. (2002). Bates' Guide to Physical Examination and History Taking. Philadelphia/New York/Baltimorte: Lippincott. Brande, van den J.L., Heymans, H.S.A., Monnens, L.A.H. red. (1998). Kindergeneeskunde. 3e druk Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen Farmacotherapeutisch Kompas 2007 CZV Grundmeijer, H.G.L.M., Reenders, K. & G.E.H.M. Rutten (2004). Het geneeskundig proces: klinisch redeneren van klacht naar therapie van klacht naar therapie. Elsevier Gezondheidszorg, Bunge Have ten, H., van Leeuwen, E. & R. ter Meulen (2003). Medische ethiek. Bohn Stafleu van Loghum, Houten/Diegem Heineman, M.J., Bleker, O.P., Evers, J.L.H., Heintz, A.P.M. (2002). Obstetrie en Gynaecologie. 4e druk, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen Holla M. (2004) Holla's medische statusvoering 1e druk, Veenman drukkers < p class=MsoNormal style='margin-left:9.0pt;text-indent:-9.0pt;mso-list:l2 level4 lfo2; tab-stops:list 9.0pt 144.0pt'>Jongh de, T.O.H., Vries de, H., Grundmeijer, H.G.L.M. (2005). Diagnostiek van alledaagse klachten (Bouwstenen voor rationeel probleemoplossen) 2de herz. druk. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten Kaptein, A.A., Garssen, B., Dekker, J., Marwijk van, H.W.J., Schreurs, P.J.G., Beunderman, R. (2000). Psychologie en Geneeskunde. 1e druk. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Martini, F. & C. O. Ober (2004). Fundamentals of anatomy and physiology. New Jersey: Prentice Hall. Silverman, J., Kurtz, S., Draper, J., Van Dalen J. (2006) Vaardig communiceren in de gezondheidszorg, een evidence-based benadering. Utrecht: Uitgeverij LEMMA Wiersinga W.J., Schimmer B., Levi M. (2004) Handboek voor de co-assistent 2de druk Houten, Bohn Stafleu van Loghum < /p>

Cursus

GVE-2.PAVK-09

Vrouw en kind

GVE-2.PAVK-09

Lange naam

Vrouw en kind


GVE-MPA

Korte naam (Engels)

Woman and Child

Contactpersoon



REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


EC

Categorie Opmerking

Ja Nee Nee

Wachtlijst?

Opmerking (Engels)

Nee


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2011

2009


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

annemarije.ridder Ridder-Steensma, Anne Marije ([email protected] [email protected]) connie.vanderme Meer, Connie van der [email protected] ([email protected])

INHOUD:

Blok 8

Vrouw en kind


Nederlands

Aanvangsblok(ken)

D

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen:

Gebied


Toetsinstrument

Osiris (GVE-2.PAVK-09) EC

Vervanger

Kennis Vaardigheden



Certificering BLS

Vaardigheden 0



Beroepsopdrachten 4



Verslag / Rapport / Portfolio 2

Stage

Evaluatieformulier

Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen. Contact persoon Anne Marije Ridder-Steensma (blokcoördinator) Ingangscursussen Blok 1 t/m 7 Aansluitende cursussen Blok 9 en 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “Vrouw en kind” is het achtste lesblok in de masteropleiding voor physician assistants. In dit blok kan de student zich oriënteren op de medische kennis en vaardigheden rondom zwangerschap, bevalling, kraambed, gynaecologisch aandoeningen en kindergeneeskunde zodat enkelvoudige en veelvoorkomende problemen kunnen worden gediagnosticeerd. Ook wordt kennis gemaakt met de behandeling van deze aandoeningen. In thema 1 Prenatale diagnostiek, zwangerschap en partus komen zowel de prenatale diagnostiek, het verloop van een zwangerschap en de meest voorkomende complicaties tijdens de zwangerschap als de partus aan de orde. Het practicum bevat onderzoek van bekken, bekkenbodemspieren en geslachtsorganen bij man en vrouw in de snijzaal. In thema 2 Gynaecologische aandoeningen worden vier groepen van gynaecologische aandoeningen behandeld zoals abnormaal vaginaal bloedverlies, klachten ten gevolge van een prolaps, buikpijn en gynaecologische oncologie. In het practicum worden uitwendig onderzoek, speculum onderzoek, vaginaal toucher en het cervixuitstrijkje op een fantoom geoefend. In thema 3 Gynaecologie en reproductive health komen anticonceptie,fertiliteitproblemen, overgangsklachten, gynaecologische infecties en SOA, farmacologie van anticonceptie en overgangsklachten aan de orde. In het facultatieve practicum wordt gynaecologisch onderzoek, begeleid door een Docent Gynaecologisch Onderzoek (DGO) uitgevoerd. In de thema's 4 en 5 staat het zieke kind centraal. Er is een selectie gemaakt van vier groepen van veel voorkomende aandoeningen bij kinderen, te weten: Psychosociale problematiek Infectieziekten In de practica worden resp. de controle van de pasgeborene en anamnese en lichamelijk onderzoek bij kinderen geoefend. Ook farmacologie bij kinderen wordt behandeld.

Doelstellingen/ Competenties

Medisch denken De student kan een globaal overzicht geven van de anatomie en pathofysiologie, dat relevant is voor de obstetrie, gynaecologie en de kindergeneeskunde. -

doel en verloop van prenatale diagnostiek uitleggen.

-

de fasen van de zwangerschap en de bijbehorende prenatale controles uitleggen.

het verloop van de partus en het kraambed in eigen woorden weergeven en de bijbehorende controles interpreteren. de meest voorkomende complicaties tijdens zwangerschap, partus en kraambed verwoorden en de behandeling hiervan uiteenzetten. de belangrijkste gynaecologische aandoeningen onderscheiden en de bijbehorende diagnostiek en (farmaco-) therapeutische maatregelen bespreekbaar maken. -

de essentie weergeven van reproductive health.

Medisch handelen De student kan -

voorlichting geven over de mogelijkheden van prenatale diagnostiek

-

een anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek uitvoeren en de differentiaal diagnose opstellen bij de zwangere.

-

prenatale controles uitvoeren in het kader van de zwangerschap.

-

lichamelijk onderzoek en controles uitvoeren tijdens partus en kraambed.

-

lichamelijk onderzoek uitvoeren en controles doen bij de pasgeborene.

een speciële anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek uitvoeren en een differentiaal diagnose opstellen bij een gynaecologische patiënt. -

aanvullend diagnostisch onderzoek doen en een behandelplan opstellen bij de gynaecologische patiënt.

-

specifieke informatie geven afgestemd op de levensfasen van de vrouw.

-

een anamnese en lichamelijk onderzoek bij kind eren uitvoeren en een differentiaal diagnose opstellen.

-

aanvullend diagnostisch onderzoek bij het zieke kind in werking zetten.

-

een behandelplan opstellen voor het zieke kind.

Wetenschap en onderzoek De student kan wetenschappelijke gegevens benutten in relatie tot voorlichting, begeleiding of behandeling van patiënten in de obstetrie, gynaecologie en kindergeneeskunde.

Persoon en beroep De student kan een stappenplan weergeven voor de benadering van ethische dilemma's ten aanzien van voortplanting, zwangerschap en kindergeneeskunde. -

een bijdrage leveren aan ethische discussies.

Werkplek en organisatie De student kan de ketenzorg rondom de obstetrische en de gynaecologische patiënt in kaart brengen, zowel binnen de 1elijnszorg als binnen de 2e-lijnszorg. globaal de organisatie beschrijven ten aanzien van de gezondheidszorg van zuigelingen, peuter/ kleuter, schoolgaand kind en adolescenten.


Cursus

GVE-2.PAVK-11

Vrouw en kind

GVE-2.PAVK-11

Lange naam

Vrouw en kind


GVE-MPA

Korte naam (Engels)

Woman and Child

Contactpersoon



REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0


EC

Categorie Opmerking

Ja Nee Nee

Wachtlijst?

Opmerking (Engels)

Nee


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee



WERKVORMEN:

Werkvorm DIVERSE

V/D V


V/D V



Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 5,0


0

4,0

5,5

Ja

2

0

4,0

5,5

Ja

2

33

2,0

5,5

Ja

2

0

0,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Vaardigheden


V

Beroepsopdrac hten


V

Portfolio


V

Stage


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

TOETS5

JAAR



Aandeel 100


Belastingsuren

Opmerking



[email protected]


INHOUD:

Blok 8

Vrouw en kind


Nederlands

Aanvangsblok(ken)

D

Werkvormen


-


-

Practica

-


-


-

Zelfstudie


Werkplekleren

-

Stage

Toetsen:


Opmerking (Engels)

Vervanger


Toetsinstrument Theorietentamen Aanwezigheidsregistratie

Osiris (GVE-2.PAVK-09) EC Schriftelijk tentamen 5 Vaardigheden 4

Certificering BLS

Vaardigheden 0



Beroepsopdrachten 4



Verslag / Rapport / Portfolio 2

Stage

Evaluatieformulier

Stage 0

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. De studiebelasting van de stage is opgenomen in het professionele handelen. Contact persoon Anne Marije Ridder-Steensma (blokcoördinator) Ingangscursussen Blok 1 t/m 7 Aansluitende cursussen Blok 9 en 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “Vrouw en kind” is het achtste lesblok in de masteropleiding voor physician assistants. In dit blok kan de student zich oriënteren op de medische kennis en vaardigheden rondom zwangerschap, bevalling, kraambed, gynaecologisch aandoeningen en kindergeneeskunde zodat enkelvoudige en veelvoorkomende problemen kunnen worden gediagnosticeerd. Ook wordt kennis gemaakt met de behandeling van deze aandoeningen. In thema 1 Prenatale diagnostiek, zwangerschap en partus komen zowel de prenatale diagnostiek, het verloop van een zwangerschap en de meest voorkomende complicaties tijdens de zwangerschap als de partus aan de orde. Het practicum bevat onderzoek van bekken, bekkenbodemspieren en geslachtsorganen bij man en vrouw in de snijzaal. In thema 2 Gynaecologische aandoeningen worden vier groepen van gynaecologische aandoeningen behandeld zoals abnormaal vaginaal bloedverlies, klachten ten gevolge van een prolaps, buikpijn en gynaecologische oncologie. In het practicum worden uitwendig onderzoek, speculum onderzoek, vaginaal toucher en het cervixuitstrijkje op een fantoom geoefend. In thema 3 Gynaecologie en reproductive health komen anticonceptie,fertiliteitproblemen, overgangsklachten, gynaecologische infecties en SOA, farmacologie van anticonceptie en overgangsklachten aan de orde. In het facultatieve practicum wordt gynaecologisch onderzoek, begeleid door een Docent Gynaecologisch Onderzoek (DGO) uitgevoerd. In de thema's 4 en 5 staat het zieke kind centraal. Er is een selectie gemaakt van vier groepen van veel voorkomende aandoeningen bij kinderen, te weten: Psychosociale problematiek Infectieziekten

In de practica worden resp. de controle van de pasgeborene en anamnese en lichamelijk onderzoek bij kinderen geoefend. Ook farmacologie bij kinderen wordt behandeld. Doelstellingen/ Competenties

Medisch denken De student kan een globaal overzicht geven van de anatomie en pathofysiologie, dat relevant is voor de obstetrie, gynaecologie en de kindergeneeskunde. -

doel en verloop van prenatale diagnostiek uitleggen.

-

de fasen van de zwangerschap en de bijbehorende prenatale controles uitleggen.

het verloop van de partus en het kraambed in eigen woorden weergeven en de bijbehorende controles interpreteren. de meest voorkomende complicaties tijdens zwangerschap, partus en kraambed verwoorden en de behandeling hiervan uiteenzetten. de belangrijkste gynaecologische aandoeningen onderscheiden en de bijbehorende diagnostiek en (farmaco-) therapeutische maatregelen bespreekbaar maken. -

de essentie weergeven van reproductive health.

Medisch handelen De student kan -

voorlichting geven over de mogelijkheden van prenatale diagnostiek

-

een anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek uitvoeren en de differentiaal diagnose opstellen bij de zwangere.

-

prenatale controles uitvoeren in het kader van de zwangerschap.

-

lichamelijk onderzoek en controles uitvoeren tijdens partus en kraambed.

-

lichamelijk onderzoek uitvoeren en controles doen bij de pasgeborene.

een speciële anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek uitvoeren en een differentiaal diagnose opstellen bij een gynaecologische patiënt. -

aanvullend diagnostisch onderzoek doen en een behandelplan opstellen bij de gynaecologische patiënt.

-

specifieke informatie geven afgestemd op de levensfasen van de vrouw.

-

een anamnese en lichamelijk onderzoek bij kind eren uitvoeren en een differentiaal diagnose opstellen.

-

aanvullend diagnostisch onderzoek bij het zieke kind in werking zetten.

-

een behandelplan opstellen voor het zieke kind.

Wetenschap en onderzoek De student kan wetenschappelijke gegevens benutten in relatie tot voorlichting, begeleiding of behandeling van patiënten in de obstetrie, gynaecologie en kindergeneeskunde.

Persoon en beroep De student kan een stappenplan weergeven voor de benadering van ethische dilemma's ten aanzien van voortplanting, zwangerschap en kindergeneeskunde. -

een bijdrage leveren aan ethische discussies.

Werkplek en organisatie De student kan de ketenzorg rondom de obstetrische en de gynaecologische patiënt in kaart brengen, zowel binnen de 1elijnszorg als binnen de 2e-lijnszorg. globaal de organisatie beschrijven ten aanzien van de gezondheidszorg van zuigelingen, peuter/ kleuter, schoolgaand kind en adolescenten.


Cursus

GVE-3.PABO-09

Lange naam

Onderzoek in de Beroepspraktijk


GVE-3.PABO-09

Korte naam (Engels)


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon

Daalder, Rieneke ([email protected])


Nee

Wachtlijst?

Nee

Cursustype

Scientific Research in Professional Practice REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

EC


Ja Nee Nee


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012

2009


Definitief


Nee




V/D V


V/D V

Omschrijving Artikel


Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 14,0


33

1,0

5,5

Ja

1

0

0,0

5,5

Ja

1

Toetsduur



V

Referaat


V

Eindgesprek


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR


Aandeel 100


DOCENTEN: Docent

Naam

Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



INHOUD:

Blok 10

Onderzoek in de beroepspraktijk

Evidence based medicine

Studiebelasting

15 EC‟s

420 studiebelastinguren waarvan 280 voor het uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek en het schrijven van een artikel. Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

B

Werkvormen


-

Uitvoeren onderzoek

-

Schrijven artikel

-

Houden van een referaat

Toetsen:


Gebied Professioneelhandelen

Toetsinstrument

Osiris (GVE-3.PABO-09) EC

Eindgesprek opleider Artikel Casuspresentatie

Beroepsopdrachten 0 &nb sp;

Artikel 14 Referaat 1

Het professionele handelen op de eigen werkplek wordt door de opleider beoordeeld in een beoordelingsgesprek (eindgesprek) met de student in aanwezigheid van de cohortcoördinator. De beoordeling is gebaseerd op gegevens die in blok 9 zijn verzameld en een uitgebreide beschrijving van het functioneren van de PA door de opleider. De wetenschapslijn (waarin de basis gelegd is voor het evidence based handelen) wordt afgesloten met een wetenschappelijk onderzoek betreffende een onderwerp dat direct betrekking heeft op een klinisch probleem binnen de eigen werksetting. De resultaten van dit onderzoek worden beschreven in een wetenschappelijk artikel en gepresenteerd tijdens een referaat. Contact persoon(Hans Heneweer, Loes van Biljou (blokcoördinatoren) Ingangscursussen Blok 1 t/m 9 Aansluitende cursussen

geen Inhoudelijke gegevens Inhoud “Onderzoek in de beroepspraktijk” is het tweede en laatste onderdeel van de afstudeerfase. In blok 10 wordt de nadruk gelegd op het leren op de wetenschappelijke ontwikkeling Voor de afronding van de wetenschappelijke leerlijn wordt een vraag- of probleemstelling vanuit de praktijk geformuleerd, deze getoetst aan de theorie (literatuur) en vervolgens nader geanalyseerd en gesynthetiseerd. De uitwerking hiervan mondt uit in een (wetenschappelijk) artikel of ander werkstuk dat eventueel, in overleg met alle betrokkenen, ter publicatie kan worden aangeboden. Doelstellingen/ competenties Het doel van blok 10 is het uitvoeren van een onderzoek van beperkte omvang dat het evidence-based handelen op de werkplek ondersteund. Hiermee wordt beoogd dat de PAio op het niveau van een Master zoals beschreven in de Dublin descriptoren relevante wetenschappelijke inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten kan toepassen op de problemen waarmee de PAio in de uitoefening van het beroep wordt geconfronteerd. Hieruit voortvloeiend zal de PAio na de opleiding de kwaliteit van de zorg (kunnen) verbeteren. Het doel uiteengezet De PAio kan: -

evidence-based medicine toepassen.

-

een probleem aan de hand van een vraagstelling of probleemstelling analyseren en kritisch beschouwen.

-

gebruik maken van internationaal relevant bronmateriaal.

-

een onderzoeksplan maken.

-

; een onderzoek van beperkte omvang uitvoeren.

-

de resultaten interpreteren (analyse).

een eigen mening beargumenteren en verdedigen op basis van het eigen onderzoek en aanvullende informatie uit de literatuur. -

een conclusie trekken en/of aanbevelingen doen (synthese).

een artikel schrijven van het uitgevoerde onderzoek waarin de aanleiding, vraagstelling, materiaal & methode, resultaten, discussie en conclusie van het onderzoek worden beschreven. -

een abstract (samenvatting) van het gemaakte artikel schrijven.

-

een mondelinge (openbare) presentatie geven.

- een discussie met de toehoorders aangaan over de inhoud van de presentatie.

Daarnaast wordt het professionele handelen afgerond tot het niveau van een beginnend PA, conform de gesteld eindtermen, het PA beroepsprofiel en de afspraken die daarover zijn gemaakt met de opleider. Materialen: Aanbevolen literatuur: Offringa M., W.J.J. Assendelft, R.J.P.M. Scholten (2008) Inleiding in evidence-based medicine. Klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem.

Cursus

GVE-3.PABO-11

Lange naam



GVE-3.PABO-11

Korte naam (Engels)


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon



Nee

Wachtlijst?

Nee

Cursustype

Scientific Research in Professional Practice REGULIER

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

EC


Ja Nee Nee


Aantekening intern

Plaatsingsprocedure

Resultaatschaal


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee




V/D V


V/D V

Omschrijving Artikel


Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 67

Punten 14,0


33

1,0

5,5

Ja

1

0

0,0

5,5

Ja

1

Toetsduur



V

Referaat


V

Eindgesprek


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR


Aandeel 100


DOCENTEN: Docent

Naam

Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger

anja.terhaar@hu. Haar, Anja ter nl ([email protected]) annemarije.ridder Ridder-Steensma, Anne Marije ([email protected] [email protected]) connie.vanderme Meer, Connie van der [email protected] ([email protected]) josephine.berkve [email protected]


[email protected]


INHOUD:

In blok 10 wordt de nadruk gelegd op de afronding van de wetenschappelijke ontwikkeling. Voor de afronding van de wetenschappelijke leerlijn wordt een vraag- of probleemstelling vanuit de praktijk geformuleerd (blok 8),en vervolgens getoetst aan de theorie (literatuur) en vervolgens nader geanalyseerd en gesynthetiseerd. De uitwerking hiervan mondt uit in een (wetenschappelijk) artikel of ander werkstuk dat eventueel, in overleg met alle betrokkenen, ter publicatie kan worden aangeboden. De (klinische) relevantie van de onderzoeksvraag, de methode van onderzoek en verkregen resultaten worden in de vorm van een publiek referaat gepresenteerd.

Studiebelasting: 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 280 voor het uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek en het schrijven van een artikel. De contacturen worden geroosterd conform het examenrooster.

Doelstellingen/competenties: Het doel van blok 10 is het uitvoeren van een onderzoek van beperkte omvang dat het evidence-based handelen op de werkplek ondersteund. Hiermee wordt beoogd dat de PAio op het niveau van een Master zoals beschreven in de Dublin descriptoren relevante wetenschappelijke inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten kan toepassen op de problemen waarmee de PAio in de uitoefening van het beroep wordt geconfronteerd. Hieruit voortvloeiend zal de PAio na de opleiding de kwaliteit van de zorg (kunnen) verbeteren. Het doel uiteengezet De PAio kan: - evidence-based medicine toepassen. - een probleem aan de hand van een vraagstelling of probleemstelling analyseren en kritisch beschouwen. - gebruik maken van internationaal relevant bronmateriaal. - een onderzoeksplan maken. - een onderzoek van beperkte omvang uitvoeren. - de resultaten interpreteren (analyse). - een eigen mening beargumenteren en verdedigen op basis van het eigen onderzoek en aanvullende informatie uit de literatuur. - een conclusie trekken en/of aanbevelingen doen (synthese). - een artikel schrijven van het uitgevoerde onderzoek waarin de aanleiding, vraagstelling, materiaal & methode, resultaten, discussie en conclusie van het onderzoek worden beschreven. - een abstract (samenvatting) van het gemaakte artikel schrijven. - een mondelinge (openbare) presentatie geven. - een discussie met de toehoorders aangaan over de inhoud van de presentatie. Daarnaast wordt het professionele handelen afgerond tot het niveau van een beginnend PA, conform de gesteld eindtermen, het PA beroepsprofiel en de afspraken die daarover zijn gemaakt met de opleider. Literatuur: Aanbevolen literatuur: zie boekenlijst

Cursus

GVE-3.PAV-09

Lange naam

Verdieping beroepsontwikkeling

Korte naam (Engels)

Finalisation Professional Development


GVE-3.PAV-09


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon


Cursustype

REGULIER

Nee

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking


Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee


Nee

Volgend collegejaar

2012

2009


Definitief


Nee




V/D V


V/D V

Omschrijving Presentatie


Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 16

Punten 1,0


10

3,0

5,5

Ja

2

40

7,0

5,5

Ja

2

34

4,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Portfolio


V

Beroepsopdrac hten


V

Casusbeschrijv ing


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

VERZORGING: Verzorgend

Inschrijving

onderdeel GVE

Aandeel 100

door faculteit FG

DOCENTEN: Docent annemarije.ridder [email protected]

Naam Ridder-Steensma, Anne Marije ([email protected])

Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)

Vervanger



INHOUD:

Blok 9

Verdiepen; beroepsontwikkeling

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 280 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie) en 140 uur voor casuïstiek. Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

A

Werkvormen


-

Casusbeschrijving

-

Casuspresentatie


Werkplekleren

Toetsen:


Gebied

Toetsinstrument


& nbsp; Reflectie en studieplanning

Osiris (GVE-3.PAV-09) EC


Beroepsopdrachten 7

Casusbeschrijving

Verslag 4

Casuspresentatie Beoordeling portfolio

Presentatie 1 Verslag / Rapport /Portfolio 3

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Om na te gaan of de student in staat is verantwoording af te leggen over het eigen professionele handelen wordt een casus uitgewerkt.

Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. Contact persoon Anne Marije Ridder-Steenstra en de cohortcoördinator van het betreffende cohort. Ingangscursussen Blok 1 t/m 8 Aansluitende cursussen Blok 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “Verdieping; beroepsontwikkeling” betreft het eerste blok van de afstudeerfase van de masteropleiding voor physician assistants. De afstudeerfase betreft blok 9 en blok 10. In blok 9 wordt de nadruk gelegd op het leren op de eigen werkplek en wordt toegewerkt naar een afronding daarvan. Uitgangspunten daarbij zijn het PA beroepsprofiel en de beoogde taakomschrijving van de PA op de eigen werkplek. Aan het einde van dit blok moet de student laten zien welke taken van de medische specialist worden overgenomen en of het uitvoeren van de beoogde taken op het gewenste masterniveau ligt. Daarvoor worden in het verzameldeel van het portfolio de resultaten en beoordelingen van het klinisch functioneren opgenomen. De student werkt aan de hand van het leerwerkplan aan de afronding van de specifieke beroepsontwikkeling waarbij zowel verdieping gezocht wordt in kennis, vaardigheden en competenties die relatie hebben met het werk op de werkvloer. Voor dit laatste wordt, afgaande op de toekomstige taakomschrijving van de PA, toegewerkt naar een eindniveau in benodigde competenties en medisch-technische vaardigheden. Met betrekking tot de wetenschappelijke leerlijn wordt daarbij de nadruk gelegd op de verantwoording van het eigen professionele handelen. In het kader hiervan wordt een patiëntencasus als case study beschreven en gepresenteerd. Bij de casusbeschrijving wordt aan de hand van het verloop van het geneeskundige proces de rol van de PA uitgewerkt met als doel het medisch handelen vanuit de wetenschappelijke evidentie te verantwoorden. Casusbeschrijving en casuspresentatie vormen daarbij tevens een voorzet en een oefening voor het wetenschappelijk artikel en het referaat van blok 10.

Doelstellingen/ competenties De hoofddoelstelling van blok 9 is opzetten, uitvoeren en afronden van een individueel leertraject ter verdieping en/of verbreding van de werkplekgebonden competenties zodanig dat aan het einde van het blok de taken die v an de specialist moeten worden overgenomen op het niveau van een professional master worden beheerst.

Medisch denken De student kan bij het analyseren en oplossen van klinische vraagstukken binnen het geneeskundige proces werken volgens een heldere systematiek en methodiek. de klachten en behandeling van patiënten binnen de eigen werkplek analyseren en beschrijven via anamnese, onderzoek en statusvoering. beroepsspecifieke problemen analyseren en oplossingen aandragen volgens diagnose, differentiaal diagnose en behandelplan. -

bij het oplossen van klinische problemen handelen volgens evidence based medicine.

bij het analyseren en oplossen van klinische problemen de beslissingen in dat proces toelichten en het eigen handelen verantwoorden.

Medisch handelen De student -

beheerst (technische) vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het functioneren binnen de werkplek.

-

werkt volgens aangegeven procedures zoals beschreven in standaard, richtlijn en/of protocol.

kan de gedelegeerde beroepstaken ofwel Entrustable Professional Activities (EPA‟s) zoals die in de beoogde taakomschrijving worden aangegeven, uitvoeren op het niveau van een professional Master. -

heeft besef van en handelt binnen de (grenzen van de) eigen competenties.

Wetenschap en onderzoek De student kan wetenschappelijke evidentie (uit wetenschappelijk onderzoek en/of literatuur) gebruiken bij de oplossing van klinische problemen. een patiëntcasus die betrekking heeft op een patiënt van de eigen afdeling beschrijven en het medische handelen hiervan onderbouwen vanuit de literatuur.

Persoon en beroep De student -

kan specifieke kennis en vaardigheden met betrekking tot de eigen werkplek verwerven en toepassen.

betrekt de principes van zorgvuldig handelen en patiëntenrecht bij het samenwerken en informatie uitwisselen met andere hulpverleners. -

kan de positie, de taken en de verantwoordelijkheden van de PA in de eigen organisatie beschrijven.

kan persoonlijke leerplan organiseren op basis van een taakstelling en vanuit eerdere evaluaties van de eigen professionele ontwikkeling. kan reflecteren op het eigen functione ren (zowel als individueel professional als binnen het team) en sturing geven aan de persoonlijke beroepsontwikkeling.

Werkplek en organisatie De student -

de specifieke kenmerken van de eigen werkplek beschrijven.

het belang van richtlijnen, standaarden en protocollen benoemen en de methoden beschrijven hoe deze worden ontwikkeld. een formularium uitwerken voor de eigen afdeling, indien het voorschrijven en toedienen van medicatie een beoogde taak is van de PA.

Materialen: Vanwege de zelfsturende opzet van dit blok is er geen verplichte literatuur. Hieronder volgen wel enkele tips voor ondersteunende literatuur. Het staat de PAio vanzelfsprekend vrij om voor dit blok andere literatuur te raadplegen dan hieronder genoemd.

Offringa M., W.J.J. Assendelft, R.J.P.M. Scholten (2008) Inleiding in evidence-based medicine. Klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem. -

Vakliteratuur uit het eigen specialisme

Cursus

GVE-3.PAV-11

Lange naam


Korte naam (Engels)

Finalisation Professional Development


GVE-3.PAV-11


GVE-MPA

Lange naam (Engels)

Contactpersoon


Cursustype

REGULIER

Nee

Minimum punten

15,0

Maximum punten

15,0

Opmerking


Opmerking (Engels)

Wachtlijst?

Nee

Aantekening intern


Resultaatschaal

Plaatsingsprocedure

EC

Categorie

Ja Nee Nee


Nee

Volgend collegejaar

2012

2011


Definitief


Nee




V/D V


V/D V

Omschrijving Presentatie


Aanw. plicht? Ja

Aantal bijeenk.

Frequentie


Min. deeln.

Max. deeln.

Aant. groepen

TOETSEN:

Toets TOETS1


Toetsvorm

Weging 16

Punten 1,0


10

3,0

5,5

Ja

2

40

7,0

5,5

Ja

2

34

4,0

5,5

Ja

2

Toetsduur



V

Portfolio


V

Beroepsopdrac hten


V

Casusbeschrijv ing


V/D

Toets

Blokken

V

TOETS1

JAAR

TOETS2

JAAR

TOETS3

JAAR

TOETS4

JAAR

VERZORGING: Verzorgend

Inschrijving

onderdeel GVE

Aandeel 100

door faculteit FG


Belastingsuren

Opmerking

Opmerking (Engels)



[email protected]


INHOUD:

Blok 9

Verdiepen; beroepsontwikkeling

Studiebelasting 15 EC‟s 420 studiebelastinguren waarvan 280 uur bestemd voor het leren op de werkplek(werken, evalueren, reflecteren, supervisie) en 140 uur voor casuïstiek. Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok(ken)

A

Werkvormen


-

Casusbeschrijving

-

Casuspresentatie


Werkplekleren

Toetsen:


Gebied

Toetsinstrument


& nbsp; Reflectie en studieplanning

Osiris (GVE-3.PAV-09) EC


Beroepsopdrachten 7

Casusbeschrijving

Verslag 4

Casuspresentatie Beoordeling portfolio

Presentatie 1 Verslag / Rapport /Portfolio 3

Vervanger

De ontwikkeling van het professionele handelen vindt plaats op de eigen werkplek en in de stage. Het resultaat van het leren op de werkplek wordt beoordeeld aan de hand van het leerwerkplan. Van gedelegeerde beroepstaken (zoals die zijn opgenomen in het leerwerkplan) worden de beoordelingen opgenomen in het verzameldeel van het portfolio. Om na te gaan of de student in staat is verantwoording af te leggen over het eigen professionele handelen wordt een casus uitgewerkt. Het reflecteren wordt beoordeeld aan de hand van evaluaties en reflecties op de resultaten die in het portfolio zijn verzameld. Contact persoon Anne Marije Ridder-Steenstra en de cohortcoördinator van het betreffende cohort. Ingangscursussen Blok 1 t/m 8 Aansluitende cursussen Blok 10 Inhoudelijke gegevens Inhoud “Verdieping; beroepsontwikkeling” betreft het eerste blok van de afstudeerfase van de masteropleiding voor physician assistants. De afstudeerfase betreft blok 9 en blok 10. In blok 9 wordt de nadruk gelegd op het leren op de eigen werkplek en wordt toegewerkt naar een afronding daarvan. Uitgangspunten daarbij zijn het PA beroepsprofiel en de beoogde taakomschrijving van de PA op de eigen werkplek. Aan het einde van dit blok moet de student laten zien welke taken van de medische specialist worden overgenomen en of het uitvoeren van de beoogde taken op het gewenste masterniveau ligt. Daarvoor worden in het verzameldeel van het portfolio de resultaten en beoordelingen van het klinisch functioneren opgenomen. De student werkt aan de hand van het leerwerkplan aan de afronding van de specifieke beroepsontwikkeling waarbij zowel verdieping gezocht wordt in kennis, vaardigheden en competenties die relatie hebben met het werk op de werkvloer. Voor dit laatste wordt, afgaande op de toekomstige taakomschrijving van de PA, toegewerkt naar een eindniveau in benodigde competenties en medisch-technische vaardigheden. Met betrekking tot de wetenschappelijke leerlijn wordt daarbij de nadruk gelegd op de verantwoording van het eigen professionele handelen. In het kader hiervan wordt een patiëntencasus als case study beschreven en gepresenteerd. Bij de casusbeschrijving wordt aan de hand van het verloop van het geneeskundige proces de rol van de PA uitgewerkt met als doel het medisch handelen vanuit de wetenschappelijke evidentie te verantwoorden. Casusbeschrijving en casuspresentatie vormen daarbij tevens een voorzet en een oefening voor het wetenschappelijk artikel en het referaat van blok 10.

Doelstellingen/ competenties De hoofddoelstelling van blok 9 is opzetten, uitvoeren en afronden van een individueel leertraject ter verdieping en/of verbreding van de werkplekgebonden competenties zodanig dat aan het einde van het blok de taken die v an de specialist moeten worden overgenomen op het niveau van een professional master worden beheerst.

Medisch denken De student kan bij het analyseren en oplossen van klinische vraagstukken binnen het geneeskundige proces werken volgens een heldere systematiek en methodiek.

de klachten en behandeling van patiënten binnen de eigen werkplek analyseren en beschrijven via anamnese, onderzoek en statusvoering. beroepsspecifieke problemen analyseren en oplossingen aandragen volgens diagnose, differentiaal diagnose en behandelplan. -

bij het oplossen van klinische problemen handelen volgens evidence based medicine.

bij het analyseren en oplossen van klinische problemen de beslissingen in dat proces toelichten en het eigen handelen verantwoorden.

Medisch handelen De student -

beheerst (technische) vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het functioneren binnen de werkplek.

-

werkt volgens aangegeven procedures zoals beschreven in standaard, richtlijn en/of protocol.

kan de gedelegeerde beroepstaken ofwel Entrustable Professional Activities (EPA‟s) zoals die in de beoogde taakomschrijving worden aangegeven, uitvoeren op het niveau van een professional Master. -

heeft besef van en handelt binnen de (grenzen van de) eigen competenties.

Wetenschap en onderzoek De student kan wetenschappelijke evidentie (uit wetenschappelijk onderzoek en/of literatuur) gebruiken bij de oplossing van klinische problemen. een patiëntcasus die betrekking heeft op een patiënt van de eigen afdeling beschrijven en het medische handelen hiervan onderbouwen vanuit de literatuur.

Persoon en beroep De student -

kan specifieke kennis en vaardigheden met betrekking tot de eigen werkplek verwerven en toepassen.

betrekt de principes van zorgvuldig handelen en patiëntenrecht bij het samenwerken en informatie uitwisselen met andere hulpverleners. -

kan de positie, de taken en de verantwoordelijkheden van de PA in de eigen organisatie beschrijven.

kan persoonlijke leerplan organiseren op basis van een taakstelling en vanuit eerdere evaluaties van de eigen professionele ontwikkeling. kan reflecteren op het eigen functione ren (zowel als individueel professional als binnen het team) en sturing geven aan de persoonlijke beroepsontwikkeling.

Werkplek en organisatie De student -

de specifieke kenmerken van de eigen werkplek beschrijven.

het belang van richtlijnen, standaarden en protocollen benoemen en de methoden beschrijven hoe deze worden ontwikkeld.

een formularium uitwerken voor de eigen afdeling, indien het voorschrijven en toedienen van medicatie een beoogde taak is van de PA.

Materialen: Vanwege de zelfsturende opzet van dit blok is er geen verplichte literatuur. Hieronder volgen wel enkele tips voor ondersteunende literatuur. Het staat de PAio vanzelfsprekend vrij om voor dit blok andere literatuur te raadplegen dan hieronder genoemd. Offringa M., W.J.J. Assendelft, R.J.P.M. Scholten (2008) Inleiding in evidence-based medicine. Klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem. -

Vakliteratuur uit het eigen specialisme

Cursusomschrijving van de Masteropleiding Physician Assistant

Recommend Documents