CURSUS TYPE- EN TOETSENBORDVAARDIGHEDEN
THEORETISCHE ONDERBOUWING Versie 1.0, juni 2006 Hogeschool van Amsterdam, Amsterdamse Hogeschool voor Paramedische Opleidingen Opleiding Ergotherapie. In opdracht van Visio.
ET adVISIOn Adviesbureau
Cursus type- en toetsenbordvaardigheden Theoretische onderbouwing In opdracht van Christiaan Pinkster, werkzaam bij het CTC van Visio Junioradviseurs Rosalinde Hibma Denise Klopper Marlies Trommel Sandra van der Veer Senioradviseur Paul van der Hulst Datum Juni 2006 Opleiding Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam Copyright De copyright is in bezit van de Hogeschool van Amsterdam. Visio kan onbeperkt gebruik maken van de informatie en de eindproducten voor eigen gebruik. Voor ieder ander geldt dat niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hogeschool van Amsterdam.
Theoretische onderbouwing juni 2006
2
ET adVISIOn Adviesbureau
Voorwoord Voor u ligt de theoretische onderbouwing van het afstudeerproject ‘Cursus typeen toetsenbordvaardigheden’ op de computer voor volwassenen met een visuele beperking in opdracht van Visio, een instelling voor blinden en slechtzienden. Deze theoretische onderbouwing is bedoeld als naslagwerk bij het cursusboek en de handleiding. Het projectteam heeft twintig weken met veel plezier en enthousiasme aan dit project gewerkt. Het was een leerzame periode en de leden van het projectteam hebben veel geleerd over de doelgroep, maar ook over elkaar en over zichzelf. De samenwerking binnen het projectteam is erg goed verlopen. Het projectteam heeft de samenwerking met de opdachtgever, Christiaan Pinkster, en de senioradviseur, Paul van der Hulst, als prettig ervaren. Het projectteam wil graag de volgende personen bedanken: Christiaan Pinkster: voor zijn nuchterheid en de vrijheid die hij het projectteam gaf De klankbordgroep: Ria Burmeister, Timon van Hasselt, Eric van Heuvelen, Joan Leunis en Irene van Tol: voor hun bruikbare feedback op het pakket van eisen, het concept cursusboek en handleiding Alle geïnterviewden: voor het geven van hun mening over de huidige en gewenste situatie van de typecursus Allard Kremer: voor het delen van zijn kennis over en ervaring met computerhulpmiddelen Bert Ebbe: voor het delen van zijn kennis over de VGMDcursussen Erica Smit: voor haar hulp tijdens het literatuuronderzoek Paul van der Hulst: voor de altijd heldere blik en vernieuwende ideeën En verder iedereen die het projectteam, op wat voor manier dan ook, heeft geholpen tijdens het project. ET adVISIOn Rosalinde Hibma Denise Klopper Marlies Trommel Sandra van der Veer
Theoretische onderbouwing juni 2006
3
ET adVISIOn Adviesbureau
Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Achtergrond van het project 1.1 Aanleiding van het project…………………………………………… 1.2 Vraagstelling……………………………………………………….….. 1.3 Visio………………………………………………………………….… 1.4 Betrokkenen bij het project………………………………………….. 1.5 Visie op het project………………………………………………..….. 1.6 Ergotherapie………………………………………………………..…. . Hoofdstuk 2 Het proces 2.1 Projectmatig werken………………………………………………..… 2.2 Keuze voor kwaliteitsmodellen…………………………………....... 2.3 Overzicht van kwaliteitsmodellen binnen projectmatig werken….. 2.4 Didactisch leermodel van Van Gelder……………………………… 2.5 Kwaliteitscriteria………………………………………………………. Hoofdstuk 3 Doelgroep 3.1 Definities……………………………………………………………..... 3.2 Meest voorkomende vormen van slechtziendheid……………...… 3.3 In- en exclusiecriteria……………………………………………..….. . Hoofdstuk 4 Literatuuronderzoek 4.1 Werkwijze……………………………………………………………… 4.2 Conclusie……………………………………………………………… Hoofdstuk 5 Praktijkonderzoek 5.1 Keuze voor afnemen van interviews…………………………….…. 5.2 Keuze voor semi-gestructureerd interview……………………….... 5.3 Argumentatie topic-lijst………………………………………………. 5.4 Topic-lijst…………………………………………………………….… 5.5 Uitwerking interviews……………………………………………….... 5.6 Overige gesprekken………………………………………………..…
Blz. 6
Blz. 7 Blz. 7 Blz. 7 Blz. 9 Blz. 9 Blz. 10
Blz. 12 Blz. 12 Blz. 13 Blz. 14 Blz. 15
Blz. 18 Blz. 18 Blz. 19
Blz. 20 Blz. 22
Blz. 23 Blz. 23 Blz. 23 Blz. 24 Blz. 25 Blz. 26
Hoofdstuk 6 Klankbordgroep……………………………………………… Blz. 27 Hoofdstuk 7 Pakket van eisen 7.1 Algemene eisen voor zowel het cursusboek als de handleiding… Blz. 28 7.2 Eisen voor het cursusboek…………………………………………... Blz. 29 7.3 Eisen voor de handleiding………………………………………....… Blz. 36 Hoofdstuk 8 Ontwerp cursusboek en handleiding…………………….
Theoretische onderbouwing juni 2006
Blz. 42
4
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 9 Implementatie 9.1 Inleiding…………………………….……………………………….…. 9.2 Oriëntatie………………………………………………………….…… 9.3 Inzicht………………………………………………………………….. 9.4 Acceptatie………………………………………………………….….. 9.5 Verandering…………………………………………………………… 9.6 Behoud van verandering……………………………………………..
Blz. 43 Blz. 43 Blz. 44 Blz. 44 Blz. 45 Blz. 46
Bronnenlijst…………………………………………………………………...
Blz. 48
Bijlagen Bijlage 1 Model van Grol…………………………………………………. Bijlage 2 Spiraalmodel van de Bekker……………………….……….… Bijlage 3 Didactisch leermodel van Van Gelder…………………….…. Bijlage 4 Vormen van slechtziendheid………………………………..… Bijlage 5 Uitwerking van de interviews………………………………..... Bijlage 6 Berichten voor intranet……………………………………….... Bijlage 7 Brief type-cursusleiders……………………………………….. Bijlage 8 Nieuwsbrief type-instructeurs………………………………… Bijlage 9 Brieven klankbordgroep…………………………….…………. Bijlage 10 Brief medewerking pilot………………………………………
Blz. 51 Blz. 52 Blz. 53 Blz. 54 Blz. 62 Blz. 83 Blz. 85 Blz. 86 Blz. 90 Blz. 96
Theoretische onderbouwing juni 2006
5
ET adVISIOn Adviesbureau
Inleiding In deze theoretische onderbouwing worden alle belangrijke keuzes, die het projectteam tijdens het ontwikkelen van de cursus heeft gemaakt, verantwoord. Daarnaast bevat deze theoretische onderbouwing achtergrondinformatie, die het projectteam heeft bestudeerd ter verdieping in het onderwerp. De bijbehorende eindproducten van dit afstudeerproject zijn: Cursusboek Handleiding Cd-rom Om aan te sluiten bij de visie van Visio, waar gesproken wordt over ‘klant’, heeft het projectteam besloten deze aanspreekvorm aan te houden in de eindproducten. In hoofdstuk 1 is informatie over de achtergrond van het project te lezen. Hierin staat onder andere de aanleiding en de vraagstelling van het project en de visie van de leden van het projectteam als ergotherapiestudenten. In hoofdstuk 2 komt het proces aan de orde. Hier wordt uitleg gegeven over de verschillende modellen die het projectteam gebruikt heeft tijdens de afstudeerperiode. Hoofdstuk 3 beschrijft de doelgroep van het afstudeerproject. Het projectteam heeft zich in dit hoofdstuk verdiept in de doelgroep en de doelgroep afgebakend. Hoofdstuk 4 en 5 beschrijven de werkwijze en de keuzes die gemaakt zijn tijdens het literatuur- en praktijkonderzoek. In hoofdstuk 6 wordt het verloop van het samenstellen en oprichten van de klankbordgroep beschreven. Ook worden de gemaakte keuzen beargumenteerd. Hoofdstuk 7 bevat het pakket van eisen van zowel het cursusboek als de handleiding met uitgebreide argumentatie. In hoofdstuk 8 wordt een toelichting gegeven op het ontwerp van het cursusboek en de handleiding. Tenslotte is in hoofdstuk 9 de implementatie gedurende het gehele project beschreven. Ook zijn er aanbevelingen over de implementatie van de cursus na het afstudeerproject opgenomen.
Theoretische onderbouwing juni 2006
6
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 1
Achtergrond van het project
De onderstaande paragrafen (1.1 en 1.2) zijn opgesteld door de opdrachtgever, Christiaan Pinkster, in samenwerking met de senioradviseur, Paul van der Hulst, en zijn door het projectteam overgenomen. 1.1 Aanleiding van het project Binnen Visio worden cursussen gegeven waar cliënten met een visuele beperking de basisvaardigheden leren van het gebruik van een typemachine, maar vooral ook van het gebruik van de computer. Deze cursussen wordt gegeven door computertrainers, onderwijzers en ergotherapeuten. De doelgroep voor deze cursussen zijn volwassen cliënten met een visuele beperking die geen ervaring hebben opgedaan in het werken met een typemachine of computer. Deze cliënten willen net als ieder ander de computer gaan gebruiken voor deelname aan de digitale maatschappij. Men wil met tien vingers blind kunnen typen en vaardig zijn in het gebruiken van het toetsenbord, om voorbereid te zijn op de vervolgcursussen van VGMD (Visueel Gehandicapten Massaal Digitaal) die door Visio aangeboden worden, zoals Word, Internet, email etc. De snelheid van het typen is hierbij minder van belang, daar het veelal om computergebruik in de thuissituatie gaat. Reguliere cursussen voldoen niet voor deze cliëntengroep. De huidige cursus welke nu aangeboden wordt door Visio (A la Scheidegger, op cassettes, met grote letters, afhankelijk van de snelheid van de cliënt 3 maanden tot 6 maanden, 1 les per week van één uur, huiswerk 15 minuten per dag) voldoet niet meer. Deze cursus is in het verleden ontwikkeld vanuit de ‘schrijfmachine gedachte’. Visio heeft behoefte aan een nieuwe landelijke cursus voor deze cliëntengroep en heeft daarom contact opgenomen met de Hogeschool van Amsterdam en deed een aanvraag voor een vierdejaars ergotherapie afstudeerproject. 1.2 Vraagstelling Ontwerp en toets in de praktijk, in nauwe samenwerking met alle partijen, een cursus (inclusief ondersteunend materiaal en een didactische handleiding) voor Visio voor volwassen cliënten met een visuele beperking die geen ervaring hebben in het gebruik van typemachine of computer. Het doel van deze cursus is met tien vingers blind kunnen typen en vaardig zijn in het blind gebruiken van het toetsenbord. Op die manier worden de cursisten voorbereid op de vervolgcursussen (VGMD) die door Visio aangeboden worden, zoals Word, Internet, email etc. 1.3 Visio 1.3.1 De organisatie Visio is een landelijke stichting voor slechtzienden en blinden. Visio kent vier organisatieonderdelen:
Theoretische onderbouwing juni 2006
7
ET adVISIOn Adviesbureau
Visio Noord-Nederland Visio Noordwest-Nederland Visio Zuidwest-Nederland Visio Het Loo Erf (landelijk revalidatiecentrum) In deze organisatieonderdelen vindt revalidatie plaats van kinderen, jongeren en volwassenen. Dit gebeurt in de instelling, thuis of in speciale woonvormen. Ieder organisatieonderdeel bestaat uit de volgende sectoren: wonen, arbeid en dagbesteding, onderzoek en revalidatie en facilitaire zaken. (Visio, 2006) 1.3.2 Dienstverlening Visio ondersteunt kinderen, volwassenen en ouderen met een visuele beperking en mensen met meervoudige beperkingen bij het verwezenlijken van hun wens tot zelfstandig leven, leren, wonen en werken. Respect voor de klant en de kwaliteit van diens leven staan hierbij voorop. Op basis van de vraag van de klant wordt bepaald aan welke zorgarrangementen van Visio behoefte is. Dit kan variëren van voorlichting, onderzoek, advies en revalidatie van kinderen en volwassenen tot ondersteuning bij het wonen. Doel van de ondersteuning op het gebied van wonen is een woon- , leef- of opvoedingsklimaat te bieden waarin het kind of de volwassen persoon zich thuis voelt en zich optimaal kan ontplooien. Deze ondersteuning kan uiteenlopen van ambulante woonbegeleiding tot 24-uurs zorg. (Visio, 2006) 1.3.3 Het Centrum voor Toepassing van Communicatiehulpmiddelen (CTC) Het CTC van Visio volgt de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van computer- en communicatietoepassingen voor mensen met een visuele beperking en is daarmee een echt expertisecentrum op het gebied van aangepaste Informatie en Communicatietechnologie. Het CTC onderzoekt nieuwe producten en verzorgt scholing voor medewerkers van Visio en van andere organisaties die zich bezighouden met advisering over computeraanpassingen. Samen met collega-instellingen verzorgt het CTC een driemaandelijks tijdschrift, Infovisie Magazine. Dit tijdschrift is gericht op computers en aanpassingen voor mensen met een visuele beperking. (Visio, 2006) 1.3.4 De opdrachtgever De opdrachtgever werkt bij het CTC als adviseur communicatiehulpmiddelen en onderzoekscoördinator. Hij heeft samen met een collega van het CTC (werkzaam bij de IT-mobiel die verschillende vestigingen van Visio bezoekt) geconstateerd dat er onvoldoende aansluiting is van de cursus blind leren typen met tien vingers op de VMGD-vervolgcursussen aangeboden door Visio. Ook is gebleken dat verschillende type-instructeurs op zoek zijn naar nieuwe mogelijkheden wat betreft de invulling en inhoud van de typecursus.
Theoretische onderbouwing juni 2006
8
ET adVISIOn Adviesbureau
1.4 Betrokkenen bij het project Visio instellingen gericht op informatie, onderzoek, hulpmiddelen, revalidatie: - Amsterdam - Haren - Apeldoorn - Heerhugowaard - Den Haag - Leeuwarden - Goes - Leiden - Haarlem - Rotterdam Waarom? Om te achterhalen wat bruikbaar is van de aangeboden typecursussen en eventuele VGMD-vervolgcursussen. Om overzicht en inzicht te krijgen van het huidige typecursusaanbod binnen Visio. Omdat de typecursus in deze tien instellingen gebruikt zal worden en zij een belangrijke rol spelen bij de implementatie. Type-instructeurs Waarom? Om gebruik te kunnen maken van hun kennis en ervaringen. Om draagvlak te creëren voor de nieuwe typecursus. Om de type-instructeurs te betrekken bij het project. Om ideeën op te doen voor de nieuw te ontwikkelen typecursus. VGMD-ontwikkelaar Waarom? Om informatie in te winnen over de VGMD-cursussen. 1.5 Visie op het project Het projectteam wil cliëntgericht werken, de cliënt is in dit geval de opdrachtgever, afgevaardigde van het Centrum voor Toepassing van Communicatiehulpmiddelen (CTC). Tijdens het afstudeerproject heeft het projectteam verschillende malen van rol gewisseld. In eerste instantie heeft het projectteam de rol van partner aangenomen. Dit houdt in dat het projectteam in gesprek is gegaan met de instellingen van Visio waar de cursus geïmplementeerd zal worden.
Theoretische onderbouwing juni 2006
9
ET adVISIOn Adviesbureau
De instellingen van Visio, genoemd bij paragraaf 1.4, ziet het projectteam als deskundigen op het gebied van het geven van typecursussen aan mensen met een visuele beperking. Tijdens het project heeft het projectteam gebruik gemaakt van de deskundigheid van de type-instructeurs, zodat dit toegepast kon worden bij het ontwikkelen van het cursusboek en de handleiding. Tevens werd er draagvlak en acceptatie gecreëerd, zodat de effectiviteit van het advies zo groot mogelijk zal zijn (Effectiviteit (E)= Kwaliteit (K) x Acceptatie (A)). In het verloop van het afstudeerproject heeft het projectteam de rol van expert aangenomen. Het projectteam is ‘expert’ geworden door de kennis die verkregen is door het houden van interviews met type-instructeurs en het bestuderen van literatuur. In het vervolg van het afstudeerproject, de fase waarin het cursusboek en de handleiding werden ontwikkeld, is het projectteam overgestapt naar de partnerrol. Het projectteam had namelijk tot doel om samen met de deskundigen uit de praktijk het ontwikkelde cursusboek en de handleiding kritisch te bekijken en tot verbeteringen te komen. Het projectteam fungeerde dus als ‘partner’ van de deskundigen. In de ontwerpfase is het projectteam ook bezig geweest met het implementatietraject. Het houden van gesprekken met verschillende deskundigen en ook het oprichten van de klankbordgroep zijn stappen geweest om draagvlak te creeëren en dus de implementatie te bevorderen. Het projectteam is van mening dat het doel van het afstudeerproject kwaliteitsbevordering is. Het projectteam wil bereiken dat de aansluiting van de typecursus op de VGMD-vervolgcursussen verbetert. Tevens moet de cursus type- en toetsenbordvaardigheden, zo ontwikkeld worden dat deze in de toekomst landelijk ingevoerd en gebruikt kan worden, waardoor er op een eenduidige manier gewerkt zal worden. 1.6 Ergotherapie Het optimaal functioneren in de maatschappij staat bij de ergotherapie centraal. Ergotherapie biedt de cliënt mogelijkheden een optimale wijze van uitvoeren van dagelijkse activiteiten te bereiken in de eigen omgeving, waarbij het concrete, voor de cliënt betekenisvol handelen op de gebieden zelfredzaamheid, productiviteit en vrije tijd, onderwerp is van therapie (NVE, 1999). Met het ontwikkelen van de typecursus wil het projectteam aansluiten bij de digitalisering van de maatschappij, zodat ook visueel beperkten optimaal kunnen functioneren met betrekking tot computergebruik. De computer neemt een steeds belangrijkere plaats in, onder andere in het contact met familie, vrienden en kennissen. Ook mensen met een visuele beperking moeten de mogelijkheid hebben om bijvoorbeeld met hun kleinzoon in Australië te emailen. Het betekenisvol handelen komt hiermee op de voorgrond te staan. Betekenisvol handelen is het doen van activiteiten die van waarde zijn voor een individu, welke activiteiten dit zijn verschilt per individu. De belangrijkste vraag is wat wil het individu en wat moet daarvoor geleerd worden.
Theoretische onderbouwing juni 2006
10
ET adVISIOn Adviesbureau
Binnen de ergotherapie is ergonomie een belangrijk onderdeel. Door ergonomische principes toe te passen tijdens het werken achter de computer worden lichamelijke klachten voorkomen of verminderd. Ergotherapie heeft dus ook een belangrijke taak in de preventie van lichamelijke klachten. Daarom vindt het projectteam het van belang dat er aandacht besteed wordt aan ergonomie in het cursusboek en de handleiding. Ergotherapeuten hebben een bepaalde visie op het aanpakken van problemen. Door middel van een methodische aanpak komt een ergotherapeut stap voor stap bij de kern van het probleem en vervolgens tot een oplossing. Onder ergotherapeutisch of methodisch handelen wordt het proces verstaan dat ergotherapeuten doorlopen tijdens de gehele duur van de behandeling. Dit proces wordt gekenmerkt door denkprocessen en daaruit voortkomende acties die ergotherapeuten ondernemen om een cliënt te behandelen, te begeleiden en te adviseren. (Kinébanian, 1999)
Theoretische onderbouwing juni 2006
11
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 2
Het proces
2.1 Projectmatig werken Bij het afstudeerproject heeft het projectteam gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘projectmatige aanpak’. Met deze projectmatige aanpak wordt gewaarborgd dat de verschillende betrokkenen in overleg het gewenste resultaat kunnen bereiken. Het projectmatig werken bestaat uit verschillende fases, zoals in onderstaande afbeelding te zien is.
(ECE, 2003) 2.2 Keuze voor kwaliteitsmodellen 2.2.1 Wat is een kwaliteitsmodel Een kwaliteitsmodel is een model dat de verschillende stappen van een kwaliteitsverbeteringsproces vereenvoudigd weergeeft. Een dergelijk model kan een hulpmiddel zijn bij het realiseren van een voorgenomen verandering op een afdeling of binnen een organisatie. Een aantal kwaliteitsmodellen gaan ook in op de manier waarop de implementatie van de verandering het beste kan plaatsvinden. In de praktijk zijn er verschillende modellen ontworpen. Al deze modellen hebben als grondmodel een probleemoplossend model. Dit bestaat uit de volgende stappen: probleemanalyse, doelen stellen, uitvoeren, evalueren en follow-up. Het probleemoplossend model heeft ook betrekking op dit afstudeerproject. 2.2.2 Argumentatie van de gebruikte kwaliteitsmodellen binnen het project Het projectteam heeft ervoor gekozen binnen het model van projectmatig werken een aantal stappen van verschillende kwaliteitsmodellen te gebruiken. Er is gekozen om gebruik te maken van kwaliteitsmodellen, omdat het bij dit project Theoretische onderbouwing juni 2006
12
ET adVISIOn Adviesbureau
gaat om kwaliteitsbevordering. Het projectteam is van mening dat het model van projectmatig werken niet voldoende handvatten biedt voor het vormgeven van het kwaliteitsbevorderingsproces. Een kwaliteitsmodel doet dit wel. Er is gekozen om twee kwaliteitsmodellen te combineren, omdat beide modellen stappen bevatten die elkaar aanvullen. Op die manier wordt er optimaal structuur gegeven aan het proces. Er is gekozen om het model van Grol (Grol & Wensing, 2001) (zie bijlage 1) en het spiraalmodel van De Bekker (Bekker de, 1995) te combineren (zie bijlage 2). Grol geeft duidelijke handvatten voor het proces van implementatie. Het projectteam heeft ervoor gekozen een deel van het model van Grol te gebruiken, namelijk ‘een overzicht van de beïnvloedende factoren en strategieën in verschillende fasen van veranderingsproces’ (Grol & Wensing, 2001). Het ontwerpen van de cursus type- en toetsenbordvaardigheden staat centraal en daarbij moet er rekening worden gehouden met het implementatieproces. Door gebruik te maken van het overzicht van Grol verliest het projectteam het proces van implementatie niet uit het oog. Daarnaast is gekozen ook gebruik te maken van de spiraalmethode van De Bekker, deze geeft een goede aanvulling omdat deze structuur geeft aan het proces van kwaliteitsverbetering. 2.3 Overzicht van kwaliteitsmodellen binnen projectmatig werken Fase projectmatig werken Stap uit kwaliteitsmodel Initiatieffase
-
Definitiefase
Analyse van de feiten en wensen (Bekker de, 1995) Doelbepaling en globaal pakket van eisen (Bekker de, 1995) Vaststellen van gewenste veranderingen (Grol, Everdingen van, & Casparie, 2000) Analyse van knelpunten ten aanzien van verandering (Grol, Everdingen van, & Casparie, 2000)
Ontwerpfase
Didactisch leermodel van Van Gelder (Twice IT training, 2005)
Voorbereidingsfase
Ontwikkeling strategieën en plannen voor invoering van verandering (Grol, Everdingen van, & Casparie, 2000)
Realisatiefase
Toetsing (Bekker de, 1995)
Nazorgfase
-
Theoretische onderbouwing juni 2006
13
ET adVISIOn Adviesbureau
2.4 Didactisch leermodel van Van Gelder Het projectteam heeft ervoor gekozen gebruik te maken van het didactische leermodel van Van Gelder (Twice IT training, 2005), omdat dit model een handvat biedt voor het ontwerpen van de typecursus. Het model van Van Gelder structureert het proces van het plannen van een cursus. Het gaat om de cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. Het schematisch overzicht is te vinden in bijlage 3. Het projectteam heeft ervoor gekozen dit model als overkoepelend model te gebruiken voor de gehele typecursus. Hieronder volgt de invulling van dit model. Beoogde resultaten De klant moet aan het einde van de cursus met tien vingers blind kunnen typen en blind gebruik kunnen maken van het toetsenbord. Beginsituatie De cursus is bedoeld voor volwassenen met een visuele beperking, zowel blinden als slechtzienden. De klanten hebben geen of weinig ervaring met het gebruik van de computer, zijn gemotiveerd en hebben een doel met het leren typen. Leeractiviteiten De klant krijgt eerst een algemene uitleg over het werken achter de computer. Daarna volgt een uitleg over de oriëntatie op het toetsenbord. Vervolgens kan de klant aan de slag met het leren typen van de letters van het alfabet, door afwisselende woorden en zinnen worden de letters ingeprent. Daarna leert de klant hoofdletters, cijfers, tekens, bedienen van de pijltjestoetsen, backspace en het numerieke gedeelte van het toetsenbord. Tenslotte oefent de klant met teksten om het geleerde te herhalen. De klanten kunnen grotendeels zelfstandig aan de slag met het cursusboek. Op bepaalde momenten wordt mondelinge instructie gegeven door de instructeur. Werkvorm Binnen de groep kunnen er verschillen zijn in werktempo, hierdoor moet de typeinstructeur dus veel individuele instructie geven. De klant kan grotendeels zelfstandig aan de slag. De cursus kan aangepast worden op de individuele klant. De ene klant leert sneller dan de ander en heeft dus meer of minder mondelinge instructie nodig. Het is de taak van de instructeur om dit in te schatten. Inhoud Zoals hierboven aangegeven, kan de cursus aangepast worden op de individuele klant. Het kan hier onder andere gaan om een verschil in al aanwezige kennis.
Theoretische onderbouwing juni 2006
14
ET adVISIOn Adviesbureau
Hulpmiddelen Binnen de cursusbijeenkomsten gebruikt de type-instructeur geen extra hulpmiddelen om de informatie over te brengen. Wel gebruiken veel klanten een vergrotings- en/of spraakprogramma tijdens het volgen van de typecursus. Onderwijsactiviteiten De typecursus vindt plaats in een daarvoor geschikte computerruimte. Het is daarbij belangrijk dat er geschikt meubilair aanwezig is en de benodigde spraakof vergrotingsprogramma’s op de computer. De klant kan zelfstandig verder gaan met waar deze gebleven is. Waar nodig kan de instructeur mondelinge instructie geven. Deze instructie is opgenomen in de handleiding behorende bij het cursusboek waar onder andere de oefeningen in staan. Evaluatie In de handleiding is een evaluatieformulier opgenomen voor als de klant de cursus afgerond heeft. De instructeur kan dan, waar nodig, aanpassingen doen wat betreft de mondelinge instructie. Na verloop van tijd zal er een evaluatie plaats kunnen vinden van de inhoud van het cursusboek en de handleiding. Deze kunnen dan, waar nodig, aangepast worden, zodat de typecursus optimaal aansluit bij de mogelijkheden van de klant. 2.5 Kwaliteitscriteria Kort na de start van het project heeft het projectteam kwaliteitscriteria opgesteld, om de opdracht af te bakenen, over de kwaliteit na te denken en hier concreet vorm aan te geven. Algemene criteria De omslagbladen en de titelbladen van de verschillende producten zijn voorzien van: titel, ondertitel, auteurs, naam opleiding, naam opdrachtgever en datum. De producten zijn in correct Nederlands geschreven: consequent in stijl, tijd, persoon, spelling en interpunctie. De lay-out is overzichtelijk en duidelijk. De producten zijn zoveel als mogelijk onderbouwd met relevante, recente en wetenschappelijke literatuur. De geraadpleegde bronnen worden, zowel in de tekst als in de bronnenlijst, vermeld aan de hand van de APA-richtlijnen. De producten zijn vormgegeven in de huisstijl van Visio. Bij het maken van de producten is gebruik gemaakt van de deskundigheid van de type-instructeurs.
Theoretische onderbouwing juni 2006
15
ET adVISIOn Adviesbureau
Cursus type- en toetsenbordvaardigheden Het doel van de typecursus is het blind kunnen typen met tien vingers en vaardig zijn in het blind gebruiken van het toetsenbord. De typecursus kan gevolgd worden door volwassenen met een visuele beperking (zowel blinden als slechtzienden). De typecursus sluit aan bij klanten met verschillende opleidingsniveaus, van Lager Beroepsonderwijs (LBO) tot Wetenschappelijk Onderwijs (WO). De typecursus sluit aan bij klanten met verschillende leerstijlen. De typecursus is geschikt voor mensen die geen of weinig ervaring hebben in het werken met de computer. De typecursus is opgesteld volgens de randvoorwaarden van de VGMDcursussen. De instapvoorwaarden van de typecursus zijn: de klant is gemotiveerd, heeft een computer tot zijn beschikking met daarop Windows XP en heeft een doel met het leren van type- en toetsenbordvaardigheden. De typecursus sluit aan op de VGMD-cursus Windows/Word. De typecursus kan zowel in de instelling gevolgd worden, zowel individueel als in een groep. Bij het ontwerpen van de typecursus is gebruik gemaakt van het didactische model van Van Gelder. Er is gebruik gemaakt van verschillende oefenvormen om afwisseling te bevorderen. De typecursus sluit aan bij de werkwijze van de type-instructeurs van Visio. De handleiding voor de type-instructeurs sluit aan op het cursusboek. Het uitgangspunt voor de handleiding voor de type-instructeurs is, dat de instructeurs ervaren zijn in het geven van typecursus of zijn ingewerkt. Theoretische onderbouwing Alle gemaakte keuzes die van invloed zijn op de eindproducten of het proces zijn inzichtelijk gemaakt. De theoretische onderbouwing heeft een logische opbouw die past bij de eindproducten. De theoretische onderbouwing dient als naslagwerk bij het cursusboek en de handleiding. Artikel voor Infovisie Magazine Het artikel geeft de kern van het project weer. De inhoud van het artikel is aantrekkelijk om te lezen voor de doelgroep van het tijdschrift. Het artikel is vormgegeven volgens de huisstijl van Infovisie Magazine. Het artikel bevat 800-1000 woorden.
Theoretische onderbouwing juni 2006
16
ET adVISIOn Adviesbureau
Eindpresentatie De presentatie wordt visueel ondersteund door een PowerPoint presentatie. Het doorlopen proces tijdens het afstudeerproject wordt kort toegelicht. De vorm en inhoud van de eindproducten wordt toegelicht. Tijdens de presentatie is er tijd voor het stellen van vragen. Tijdens de eindpresentatie wordt het project afgerond en worden alle eindproducten aan de opdrachtgever overhandigd.
Theoretische onderbouwing juni 2006
17
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 3
Doelgroep
3.1 Definities Het projectteam heeft een definitie opgesteld van blind- en slechtziendheid om zo concreet mogelijk de doelgroep aan te geven. In de literatuur worden verschillende definities gegeven van slechtziendheid. Het projectteam vindt het belangrijk om één definitie als uitgangspunt te nemen tijdens het project. De World Health Organization (2004) heeft het onderscheid tussen blinden en slechtzienden gebaseerd op de gezichtsscherpte (dus wat je op een bepaalde afstand nog kunt lezen, inclusief bril) en het gezichtsveld. Deze definities zullen aangehouden worden. Bij de definitie van slechtziendheid wordt nog een aanvulling gedaan afkomstig van de Glaucoomvereniging (Neve & Kinds, 1995). Definitie slechtziendheid volgens World Health Organization: “Low vision is visual acuity less than 6/18 and equal to or better than 3/60 in the better eye with best correction.” (WHO, 2004) Dit heeft het projectteam als volgt vertaald: De gezichtsscherpte van het beste oog met de beste correctie is minder dan 1/3 en gelijk of beter dan 1/20 (1/20 = verhoudingsgetal; bijvoorbeeld: wat bij een normale visus op 20 meter wordt waargenomen ziet de slechtziende op 1 meter afstand). Toevoeging van de Glaucoomvereniging: Mensen van wie de visuele problemen niet door oogheelkundige hulp (bijvoorbeeld: medicijnen, laserbehandeling of operatie) te verhelpen zijn (Neve, & Kinds, 1995). Definitie blindheid volgens World Health Organization: “Visual acuity of less than 3/60 (or equivalent) in the better eye with best correction, or visual field in each eye restricted to less than 10 degrees from fixation.” (WHO, 2004) Dit heeft het projectteam als volgt vertaald: De gezichtsscherpte van het beste oog met de beste correctie is gelijk of minder dan 1/20 of het gezichtsveld van beide ogen is beperkt tot 10 graden of minder vanaf het fixatiepunt. 3.2 Meest voorkomende vormen van slechtziendheid Een groot deel van de blind- en slechtziendheid in de westerse wereld wordt veroorzaakt door vier oogaandoeningen: cataract (staar), diabetische retinopathie, macula degeneratie en glaucoom (Hendrikse, Webers & La Heij, 2003).
Theoretische onderbouwing juni 2006
18
ET adVISIOn Adviesbureau
In bijlage 4 staan deze vier aandoeningen uitgebreid beschreven. Daarnaast is er ook een beschrijving gegeven van acht oogaandoeningen die minder vaak voorkomen. 3.3 In- en exclusiecriteria De onderstaande criteria beschrijven de doelgroep waarop het projectteam zich heeft gericht, bij het ontwerpen van de typecursus. Met de exclusiecriteria bedoelt het projectteam niet dat deze mensen de typecursus per definitie niet mogen of kunnen volgen. Het is aan de type-instructeurs om te bepalen of een klant de typecursus (eventueel in aangepaste vorm) kan volgen. Het projectteam moet echter de doelgroep afbakenen en heeft daarom in- en exclusiecriteria opgesteld. Inclusiecriteria: Volwassenen waarbij de visuele beperking op de voorgrond staat (zowel blinden als slechtzienden). Volwassenen met verschillende opleidingsniveaus, van Lager Beroepsonderwijs (LBO) tot Wetenschappelijk Onderwijs (WO). Volwassenen die geen of weinig ervaring hebben met het werken met de computer. Volwassenen die thuis over een computer beschikken. Volwassenen die naar de Visio-instelling komen voor het volgen van de cursus type- en toetsenbordvaardigheden, waarvan verwacht wordt dat het geleerde thuis geoefend wordt. Exclusiecriteria: Volwassenen die door motorische beperkingen niet tweehandig kunnen werken. Volwassenen met problemen aan de armen/handen als gevolg van een neurologische aandoening. Volwassenen die doofblind zijn. Volwassenen die problemen hebben met de Nederlandse taal. Volwassenen die gebruik maken van een brailleleesregel. Volwassenen met geheugenproblemen.
Theoretische onderbouwing juni 2006
19
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 4
Literatuuronderzoek
4.1 Werkwijze Het projectteam heeft gezocht naar informatie die bruikbaar is voor het ontwerpen van de cursus type- en toetsenbordvaardigheden. Het literatuuronderzoek was bedoeld ter verdieping in de onderwerpen waar het projectteam mee te maken zou krijgen tijdens het project. Op die manier heeft het projectteam inzicht gekregen in wat relevant was in dit project. Tijdens het zoeken is in eerste instantie gestreefd naar de meest recente literatuur (vanaf het jaar 2000). Dit bleek niet toereikend te zijn en daarom is er gekozen om ook literatuur te gebruiken van voor het jaar 2000. Daarnaast is er zoveel mogelijk naar nationale en internationale informatie gezocht. Het projectteam heeft tijdens het literatuuronderzoek gezocht op de volgende hoofdonderwerpen: doelgroep, didactiek, voorlichtingskunde, ergonomie, leerprocessen, leerstijlen, gedragsverandering, computertechnologie. Deze hoofdonderwerpen zijn gezocht in boeken en tijdschriften, databanken en op het Internet. Ook de blinden- en slechtziendenverenigingen zijn geraadpleegd in zowel Nederland als het buitenland. Er is gezocht op de volgende zoektermen: Nederlandse termen: Slechtzienden Blinden Leren Onderwijskunde Agogische theorie Ontwerpen Ontwikkelen cursus Cursus ontwikkelen Lesmateriaal (maken) Didactiek Educatie Ergonomie Computerhulpmiddelen Computercursussen Computergebruik Typecursus(sen) Hoe maak je lesmateriaal?
Engelse termen: Low vision Visual impairment Visually disabled Blindness Learning Education Computer Computercourse Didactics Keyboard Rehabilitation
NB. Deze termen zijn zowel apart als in combinatie ingevoerd in de zoekmachine van de databank.
Theoretische onderbouwing juni 2006
20
ET adVISIOn Adviesbureau
De volgende tijdschriften zijn bekeken op de bovenstaande hoofdonderwerpen: Educational Research E-learning Journal of Computer assisted learning Journal of Educational Resources in Computing Journal of Education for teaching Journal of Visual Impairment & blindness: 2004-2006 Learning & individual differences Learning & instruction Learning & memory Visual Impairment Research: van 2000-2005 Vision Research: vanaf januari 2000 In onderstaande tijdschriftenlijst is gezocht op de zoektermen: low vision, blindness, visually disabled, learning. Canadian journal of learning and technology Interactive Multimedia Electronic Journal of Computer - Enhanced Learning Journal of Cognitive Affective Learning Journal of Computer Assisted Learning Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, & Cognition Learning and Instruction The Journal of Technology, Learning, and Assessment Het projectteam heeft er voor gekozen om een selectie van databanken te raadplegen. De ervaringen in het werken met databanken hebben ertoe geleid dat er is gekozen voor het raadplegen van de volgende databanken: Cochrane Doc-online AMED Cinahl Picarta Ook zijn de databanken van de Universiteit van Amsterdam (UvA), de Universiteit van Twente (UT) en de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU) geraadpleegd. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar het huidige aanbod van typecursussen voor zowel visueel beperkten als mensen zonder visuele beperking. Hierbij stuitte het projectteam op het probleem dat er wel verschillende typecursussen te vinden zijn, maar dat de achterliggende informatie van deze cursussen (bijvoorbeeld de theorie achter de cursus) niet te achterhalen is. Door middel van emailcontact heeft het projectteam geprobeerd om hier alsnog achter te komen. Helaas leverde dit onvoldoende resulaat op.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
21
ET adVISIOn Adviesbureau
4.2 Conclusie Naar aanleiding van het literatuuronderzoek kan het projectteam concluderen dat er zowel nationaal als internationaal weinig specifiek op het project gerichte onderwerpen te vinden is. Dit ondanks het feit dat het projectteam heel veel literatuur geraadpleegd heeft. Via de opdrachtgever is het projectteam in contact gekomen met het documentatiecentrum van Visio. Ook deze informatiebron bleek niet toereikend te zijn voor het project. Uiteindelijk heeft het projectteam voor het beargumenteren van het pakket van eisen zowel gebruik kunnen maken van nationale als internationale literatuur uit verschillende (vak)gebieden, recent en minder recent. Deze literatuur was niet specifiek op het leren typen en de doelgroep gericht, maar kon toch gebruikt worden als onderbouwing van het pakket van eisen.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
22
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 5
Praktijkonderzoek
5.1 Keuze voor afnemen van interviews Het projectteam heeft in overleg met de opdrachtgever ervoor gekozen om tien instellingen van Visio (zie paragraaf 1.4) te betrekken bij het project door middel van het afnemen van interviews. De reden voor het afnemen van interviews op locatie, waar mogelijk, was het gebruik maken van de deskundigheid van de type-instructeurs. Het tweede doel voor het afnemen van interviews op locatie was om zoveel mogelijk draagvlak te creëren. De type-instructeurs en het projectteam hebben door middel van de interviews kennis met elkaar gemaakt. De type-instructeurs moeten zich voldoende betrokken voelen bij de verandering om een positieve houding ten opzichte van deze verandering te krijgen (Grol & Wensing, 2001). Een andere reden voor het afnemen van interviews was, dat het mogelijk was door te vragen bij onduidelijke en incomplete antwoorden (Grol & Wensing, 2001). Tevens kan het cursusmateriaal en de cursusruimte worden bekeken. Bovendien blijkt uit de literatuur (Grol & Wensing, 2001) dat interviews vaak veel opleveren bij implementatieprojecten. De keuze is gemaakt om bij zeven instellingen langs te gaan voor een interview en drie interviews telefonisch af te nemen. Voor het laatste is gekozen, omdat deze instellingen ver uit de buurt van Amsterdam liggen. In verband met de planning zou het reizen naar deze instellingen te veel tijd in beslag nemen. 5.2 Keuze voor semi-gestructureerd interview Het projectteam heeft gekozen voor semi-gestructureerde interviews, omdat hierbij niet alleen de onderwerpen, maar ook de belangrijkste vragen en in principe ook de volgorde vastliggen. De ‘doorvragen’ liggen meestal niet vast en je bent vrij om van de vraagvolgorde en van de vraagformulering af te wijken. Meestal beschik je al over een bepaalde voorkennis. (Baarda, de Goede, & Teunissen, 2005) Na verdieping in het project, had het projectteam een aantal specifieke vragen voor de type-instructeurs. De belangrijkste vragen lagen dus in principe al vast. De type-instructeurs zijn deskundig op het gebied van het geven van typecursussen, daarom wilde het projectteam in de interviews open vragen stellen, zodat zo min mogelijk belangrijke informatie gemist zou worden. Op basis van de voorkennis van het projectteam is een topic-lijst opgesteld, zie volgende bladzijde. Op deze manier wordt voorkomen dat er onderwerpen overgeslagen worden die het projectteam belangrijk vindt om te achterhalen. 5.3 Argumentatie topic-lijst Om te komen tot de topic-lijst zijn allereerst drie hoofdtopics opgesteld, vervolgens is bij iedere hoofdtopic een beginvraag en tevens subtopics opgesteld. Door met elkaar te brainstormen is het projectteam gekomen tot een
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
23
ET adVISIOn Adviesbureau
concept topic-lijst. Ook is het didactisch leermodel van Van Gelder (zie bijlage 3) naast de topic-lijst gelegd, dit is vergeleken met elkaar en de topic-lijst is aangevuld. Na een aantal interviews te hebben afgenomen is de topic-lijst aangepast om deze beter aan te laten sluiten op de interviews. 5.4 Topic-lijst Doelen van het gesprek: Draagvlak creeëren Deskundigheid uitwisselen Huidige situatie inventariseren Ideeën horen over hoe de cursus eruit moet gaan zien Vooraf aan interview: Functie van geïnterviewde Uitleg: Gebruiken deskundigheid Bestaande cursus en mening hierover Suggesties nieuwe cursus Topic 1: Huidige situatie typecursus Beginvraag: Kunt u iets vertellen over de huidige typecursus? Subtopics: Beginsituatie type-instructeurs Cursusmateriaal (vorm(en)) Frequentie/duur Doel van de cursus Doelgroep cursus Instapvoorwaarden Werkvorm (begeleiding, individueel/groep, huiswerkopdrachten) Controle getypte tekst Oriëntatie toetsenbord Methode en volgorde van typen aanleren Hoe wordt instructie gegeven? Standaardinstellingen (word, startmenu, bureaublad e.d.) Ruimte (inrichting, verlichting, bureau en bureaustoelen) Middelen (monitoren, soort toetsenbord) Gebruik van hulpmiddelen(spraak, vergroting, brailleleesregel, leesstandaard) Cursustraject type en vervolgcursussen Evaluatiemoment over de cursus zelf (Eind)toets cursisten Exemplaar van cursus
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
24
ET adVISIOn Adviesbureau
Topic 2: Mening huidige situatie Beginvraag: Wat vindt u van de huidige typecursus? Subtopics: Gebruik en mening over VGMD-cursussen Aansluiting typecursus op VGMD-cursussen Tevredenheid cursisten (over typecursus)
Topic 3: Suggesties nieuwe cursus Beginvraag: Hoe zou u de nieuwe typecursus graag zien? Subtopics: Welke elementen moeten in de nieuwe cursus opgenomen worden? Welke elementen niet behouden Welke vorm (thuis, instelling, internet/e-learning) Welke vorm (thuis, instelling, internet/e-learning): cursisten Vorm van instructie geven: in cursusboek of docentenhandleiding? Suggesties voor docentenhandleiding
Topic 4: Overige informatie Vraag: Heeft u nog niet genoemde waardevolle tips of informatie voor ons bij het opzetten en ontwikkelen van deze typecursus? Subtopics: Bereidheid medewerking 5.5 Uitwerking interviews In de interviews is gevraagd naar de huidige situatie van de typecursus, mening over huidige situatie en suggesties voor de nieuwe cursus. De uitwerking van de interviews is te vinden in bijlage 5.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
25
ET adVISIOn Adviesbureau
5.6 Overige gesprekken Ter aanvulling op de afgenomen interviews is het projectteam met de volgende mensen in gesprek gegaan. Gesprek Allard Kremer Allard Kremer werkt op de IT-mobiel van Visio. Dit is een bus met computerhulpmiddelen die langs de verschillende Visio-instellingen gaat. In deze bus kunnen klanten allerlei hulpmiddelen uitproberen en kan Allard met een adviseur van hulpmiddelen, type-instructeur en/of ergotherapeut kijken welk hulpmiddel het meest geschikt is. Allard heeft contact met alle type-instructeurs van Visio en weet hoe zij te werk gaan, wat betreft de computercursussen. Hij heeft veel verteld over verschillende hulpmiddelen en het projectteam inzicht gegeven in wat er allemaal komt kijken bij mensen met een visuele beperking die met een computer willen werken. Interview Henk Nobel Henk Nobel is een slechtziende man die een computercursus ontwikkeld heeft voor mensen met een visuele beperking. Hij is secretaris en waarnemend voorzitter van de NVBS (Nederlandse Vereniging voor Blinden en Slechtzienden). Het projectteam wilde graag zijn mening horen, omdat hij een ervaringsdeskundige is en ervaring heeft in het geven en schrijven van computercursussen. Hij heeft een duidelijke mening over de cursussen van Visio, hij vindt namelijk dat de cursussen van Visio niet goed aansluiten op de wens van de klant. Om die reden heeft hij zelf een cursus geschreven. Henk Nobel heeft zijn cursus meegegeven en een vragenlijst ingevuld die het projectteam had opgesteld. Hij heeft het projectteam meer inzicht gegeven in de beleving van mensen met een visuele beperking en dit is van invloed geweest op het pakket van eisen. Gesprek met Bert Ebbe Het projectteam heeft een gesprek gehad met Bert Ebbe, die werkzaam is bij Visio Het Loo Erf. Hij houdt zich bezig met het ontwikkelen en schrijven van de VGMD-cursussen. Het projectteam heeft met hem gesproken over de achtergrond van de VMGD-cursussen bijvoorbeeld de didactiek, de theorieën erachter, eenduidigheid behouden, evaluatie en het up-to-date houden van ontwikkelde cursussen. Bert Ebbe heeft het projectteam meer inzicht gegeven in het behouden van eenduidigheid en het evalueren van de huidige typecursussen. Deze kennis kan het projectteam gebruiken bij het implementeren van de typecursus.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
26
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 6
Klankbordgroep
Het projectteam heeft ervoor gekozen tijdens het project een klankbordgroep op te richten. Het doel van de klankbordgroep was om met elkaar kritisch te kijken naar het pakket van eisen en de eerste concepten van het cursusboek en de handleiding. Door middel van deskundig feedback van de leden zou gestreefd kunnen worden naar een kwalitatief goede en bruikbare cursus. Daarnaast zou het oprichten van een klankbordgroep bijdragen aan het creeëren van draagvlak, dat ook een belangrijk doel van het projectteam was. In overleg met de opdrachtgever Christiaan Pinkster, heeft het projectteam een aantal geïnterviewde type-instructeurs geselecteerd als geschikte deelnemers voor een mogelijke klankbordgroep. Daarbij is geprobeerd rekening te houden met de verschillende regio’s binnen Visio en met verschillen in kennis en ervaring. Daarnaast zou de schrijver van de VGMD-cursus Windows/Word een waardevolle aanvulling zijn in de klankbordgroep. Er is een brief opgesteld voor zowel de (potentiële) leden van de klankbordgroep als de managers (zie bijlage 9). In deze brief werden de leden uitgenodigd om deel te nemen aan de klankbordgroep en werd verteld wat er van hen verwacht zou worden als lid zijnde. De reden voor het schrijven van een brief voor de managers is dat de managers officieel op de hoogte gesteld werden van de uitnodiging en de leden op deze manier gemakkelijk toestemming konden vragen om deel te mogen nemen aan de klankbordgroep. Uiteindelijk hebben alle potentiële leden toegezegd om deel te nemen aan de klankbordgroep. Vier van de klankbordgroepleden hebben toestemming gekregen om bij de klankbordgroepbijeenkomst aanwezig te zijn, één van de leden kon alleen via de email feedback geven. In verband met vakantie van één van de leden is de bijeenkomst uiteindelijk met drie klankbordgroepleden gehouden. Nadat de klankbordgroep opgericht was, heeft het projectteam het pakket van eisen via de email verstuurd naar de leden en gevraagd om feedback. Het projectteam heeft deze feedback verwerkt in het pakket van eisen. Het pakket van eisen was een leidraad bij het opzetten van het concept en de definitieve versie van het cursusboek en de handleiding. De concepten zijn via de email naar de klankbordgroep verstuurd om vervolgens de feedback tijdens de klankbordgroepbijeenkomst te kunnen bespreken. Twee weken na het versturen van de concepten van het cursusboek en de handleiding heeft het projectteam een klankbordgroepbijeenkomst gepland. Tijdens deze bijeenkomst is de feedback uitgewisseld en zijn er verschillende discussiepunten en dilemma’s aan de orde gekomen. Door middel van consensus zijn besluiten genomen. De feedbackpunten en conclusies van de ingebrachte dilemma’s zijn verwerkt in de definitieve versies van het cursusboek en de handleiding.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
27
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 7
Pakket van eisen
In dit hoofdstuk staat het pakket van eisen voor het cursusboek en de handleiding. Dit pakket van eisen heeft het projectteam tijdens het project steeds aangevuld. Het bevat de verantwoording voor alle keuzes die gemaakt zijn met betrekking tot het cursusboek en de handleiding. In het pakket van eisen wordt de hoofdstukindeling aangehouden van het cursusboek en de handleiding. Naar aanleiding van de klankbordgroepbijeenkomst zijn er aanpassingen gedaan aan het pakket van eisen. Deze aanpassingen zijn opgenomen bij de desbetreffende eis. Het pakket van eisen bestaat uit: 7.1 Algemene eisen voor zowel het cursusboek als de handleiding 7.2 Eisen voor het cursusboek 7.2.1 Algemene eisen voor het cursusboek 7.2.2 Eisen aan de hand van de indeling van het cursusboek 7.3 Eisen voor de handleiding 7.3.1 Algemene eisen voor de handleiding 7.3.2 Eisen aan de hand van de indeling van de handleiding 7.1 Algemene eisen voor zowel het cursusboek als de handleiding 1. De tekst in het cursusboek en de handleiding staat in lettertype Arial. 2. De klant typt in lettertype Arial. Onderstaande argumentatie geldt voor bovenstaande punten: Veel gebruikers van vergroting hebben de voorkeur voor de volgende lettertypes: Arial, Antique olive, Tahoma, Verdana. Dit omdat deze lettertypes geen versieringen of open letters hebben (Koenig, & Holbrook, 2000; Theofaan, 1997). Om tevens aan te sluiten bij de huisstijl van Visio, maken we gebruik van Arial als standaard lettertype. Het is bovendien belangrijk een letter te kiezen waarbij letters die op elkaar lijken goed van elkaar te onderscheiden zijn (Theofaan, 1997), wat bij lettertype Arial het geval is. 3. Het schriftelijke cursusmateriaal staat op een cd-rom zodat de cursus in verschillende lettergroottes uitgeprint kan worden. De type-instructeurs moeten de mogelijkheid hebben om (delen uit) het cursusboek uit te printen in verschillende lettergroottes als de aangeboden lettergroottes niet volstaan. Uit literatuur (Theofaan, 1997; Gill, 2002) blijkt dat het verschilt per oogafwijking welke lettergrootte optimaal is. Het projectteam vindt dat de type-instructeurs de mogelijkheid moeten hebben eigen invulling aan het cursusmateriaal te geven en zoveel mogelijk aan te sluiten op het niveau en de behoefte van de klant. Doordat ook de handleiding op cd-rom staat kunnen bijvoorbeeld bijlagen die veel worden gebruikt, uitgeprint worden voor de klant.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
28
ET adVISIOn Adviesbureau
4. Het cursusmateriaal en de handleiding worden gebundeld in een ordner. Om het cursusboek en de handleiding netjes en bij elkaar te houden wordt het geheel ingebonden in een Wire-O. Uit de literatuur (Jongh de, & Langendoen, 2000) blijkt dat het belangrijk is om aandacht te besteden aan de uitvoering van het materiaal, je laat zien dat je de deelnemers en het programma serieus neemt door een professionele uitvoering van het cursusmateriaal. Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst is besloten om het cursusboek en de handleiding in een ordner te bundelen. De keuze hiervoor is dat er bladzijden toegevoegd en uitgehaald kunnen worden. Het materiaal ziet er professioneel uit en blijft netjes in een ordner. Tevens is een ordner handig in gebruik om bladzijden eruit te halen om op een leesstandaard te leggen. 7.2 Eisen voor het cursusboek 7.2.1 Algemene eisen voor het cursusboek 5. Het taalgebruik in het cursusboek is eenvoudig, kort en krachtig. Het projectteam is van mening dat de cursus gevolgd moet kunnen worden door klanten met verschillende opleidingsniveaus (van LBO tot WO) en verschillen in ervaring met het werken op de computer. Met deze reden wordt het taalgebruik in het cursusboek zo eenvoudig mogelijk gehouden. 6. Het cursusboek wordt in lettergrootte 14-punts aangeboden. Het projectteam heeft gekozen voor de lettergroottes 12-punts en 18-punts, omdat het projectteam wil dat de typecursus aansluit bij de VGMD-cursussen. Bij deze cursussen wordt het materiaal aangeboden in deze lettergroottes. Bovendien is uit ervaring bij Visio gebleken dat je met een 18-punts lettergrootte een redelijk deel van de "betere" slechtzienden van dienst kan zijn. Ook wordt de 18-punts lettergrootte in de literatuur (Koenig, & Holbrook, 2000) vermeld als standaardvergroting en is er bij gebruik van een groter lettertype dan 18-punts geen sprake meer van een bruikbare en werkbare opmaak. Slechtzienden die geen gebruik kunnen maken van een 18-punts lettergrootte, gebruiken optische of elektronische vergrotingshulpmiddelen, zoals een beeldschermloep. Voor deze groep is een 12-punts lettergrootte het meest geschikt. Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst is door middel van consensus besloten om het cursusboek alleen aan te bieden in 14-punts lettergrootte. Veel klanten werken met een hulpmiddel en volgens Infovisie Magazine is 14-punts een goede lettergrootte voor een grote groep klanten.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
29
ET adVISIOn Adviesbureau
7. Het cursusboek kan in Daisyformaat worden gezet. De cursus moet te volgen zijn door blinden en slechtzienden. Aangezien blinden geen tekst kunnen lezen, moeten zij de mogelijkheid hebben het cursusboek te ‘beluisteren’. Dit ‘beluisteren’ van de tekst is vaak ook goed bruikbaar voor veel slechtzienden, omdat het lezen van teksten, al dan niet vergroot, veel inspanning kost. Twee inspannende dingen doen, het leren typen en het lezen van teksten, is meestal niet aan te raden. Bovendien biedt een Daisyspeler de mogelijkheid van het ene hoofdstuk naar het andere hoofdstuk te ‘springen’ (Daisy Consortium, 2006) waardoor terugzoeken van informatie mogelijk is. Ook is gebleken, uit ervaring bij Visio, dat vrijwel iedere blinde over een Daisyspeler beschikt. Het projectteam kiest ervoor de cursus op daisy-cd te zetten. 8. Het cursusboek wordt ingedeeld in hoofdstukken waarbij de titel duidelijk de inhoud van het hoofdstuk weergeeft. In elk hoofdstuk zijn instructie en oefeningen opgenomen. Het is voor blinden en slechtzienden belangrijk dat zij overzicht hebben over de te leren vaardigheden in de cursus. Omdat het projectteam het cursusboek ook op Daisyformaat aan wil bieden, is het belangrijk dat de titel van het hoofdstuk kort en krachtig de inhoud van dit hoofdstuk aangeeft, zodat met een Daisyspeler eenvoudig van het ene hoofdstuk naar het andere hoofdstuk ‘gesprongen’ kan worden. Bovendien blijkt uit onderzoek (Meij van der, & Carroll, 1995) dat koppen duidelijk en doelgericht de belangrijkste elementen van de taken/opdrachten moeten weergeven. Dit helpt de lezer het totaalbeeld van de aan te leren vaardigheid voor ogen te houden. Bij elk hoofdstuk is schriftelijke uitleg en instructie opgenomen, zodat de klant de informatie thuis na kan lezen. Dit is één van de voordelen van schriftelijke informatie (Katsma, 2003). 9. De duur en frequentie van de cursus is één keer per week gedurende 60 minuten gedurende 10 tot 15 weken. Het projectteam heeft de verschillende interviews met elkaar vergeleken wat betreft duur en frequentie van de cursus. Hieruit is het gemiddelde voortgekomen van één keer per week, 60 minuten per les gedurende 10 tot 15 weken. Deze duur en frequentie zijn gebaseerd op jarenlange ervaring bij Visio in het geven van de typecursus. Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst is besloten om de duur van de cursus te verhogen met vijf weken. Gezien de hoeveelheid aan toetsen en vaardigheden die in het cursusboek staan, is de gemiddelde duur van de cursus verhoogd naar 15 tot 20 weken.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
30
ET adVISIOn Adviesbureau
10. Het cursusmateriaal sluit aan bij de randvoorwaarden van de VGMDcursussen, met betrekking tot lay-out. Eén van de doelen van de nieuw te ontwikkelen cursus is dat er eenduidig gewerkt wordt met het geven van typecursussen binnen Visio. Voor het ontwikkelen van de VGMD-cursussen zijn randvoorwaarden opgesteld, waar veel tijd en energie in gestoken is. Omdat het projectteam het belangrijk vindt dat de typecursus aansluit op de VGMD-cursussen, wil het team zich houden aan dezelfde randvoorwaarden. 7.2.2 Eisen aan de hand van de indeling van het cursusboek Hoofdstuk 1 Algemene informatie 11. In het cursusboek zijn hoofdregels voor het werken achter de computer opgenomen. Het gaat hierbij om een goede zithouding, handenstand, aanbeveling voor het meubilair, aandachtspunten met betrekking tot inspanning en ontspanning en verlichting. Een goede zithouding, goed meubilair (Arbo advies, 2005), een goede handenstand en een optimale balans tussen inspanning en ontspanning is belangrijk, om onnodige belasting en lichamelijke klachten te voorkomen. Bij het typen worden nek- en schouderspieren namelijk statisch belast, de boven- en onderarm wordt laag frequent bewogen, de pols statisch belast en de vingers hoog frequent bewogen. Recente bevindingen tonen aan dat juist het statische belastingdeel tot chronische klachten leidt. (Voskamp, Scheijndel, & Peereboom, 2003) Aandacht voor verlichting is belangrijk, omdat lichtinval de visus beïnvloedt, met name bij slechtzienden. De verlichting moet daarom zoveel mogelijk worden afgestemd op de individuele behoefte van de klant. (Melis, 2001) Volgens het “Minimalisme” is het belangrijk te voorkomen dat de klant eerst veel informatie moet doorlezen voordat ze aan de slag kunnen. Het is belangrijk dat ze instructie krijgen die gericht is op ‘doen’. (Meij van der, & Carroll, 1995; Meij, 2003) Volgens Henk Nobel (secretaris en waarnemend voorzitter van de NVBS) is het tevens belangrijk dat de cursist niet teveel informatie krijgt, zodat angst voor het werken achter de computer zoveel mogelijk voorkomen wordt. Uit literatuur (Trombly, & Radomski, 2002) blijkt ook dat angst het opnemen van nieuwe informatie beïnvloedt. Daarom wil het projectteam de uitleg over het werken achter de computer kort en bondig weergeven. 12. De klant leert een strategie aan om de toetsen op de tast te vinden, hierbij worden bepaalde toetsen op het toetsenbord als oriëntatiepunten gebruikt. Het doel van de cursus is dat de klant blind gebruik kan maken van het toetsenbord. Door gebruik te maken van duidelijk voelbare oriëntatiepunten, wil
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
31
ET adVISIOn Adviesbureau
het projectteam voorkomen dat de klant teveel energie steekt in het kijken naar het toetsenbord. 13. Het typen wordt aangeleerd vanuit de basisrij, wijsvingers op de J- en Ftoets. Uit de interviews blijkt dat deze methode door alle geïnterviewde instructeurs gebruikt wordt. Ook bij cursussen voor mensen zonder visuele beperking, van bijvoorbeeld Scheidegger en Pica, wordt uitgegaan van deze basisrij. Met deze reden gaat het projectteam ook bij de nieuwe cursus uit van deze methode. 14. Wat geleerd is tijdens een bijeenkomst in de instelling wordt geadviseerd om thuis te oefenen. Uit de interviews met de type-instructeurs is naar voren gekomen dat de klant thuis moet oefenen om vaardig te worden in het typen. Herhaling en versterking van informatie zijn de sleutels van educatie (Dijkman, 1992; Pedretti, & Early, 2001). Bovendien blijkt uit literatuur (Trombly, & Radomski, 2002) dat als de vaardigheid voldoende herhaald wordt, de taak langzamerhand een automatisme wordt waarbij de vaardigheid steeds minder concentratie vraagt. Hoofdstuk 2 Het alfabet 15. De klant leert van onderstaande functies en toetsen wat de betekenis is en hoe hij deze toetsen vindt op het toetsenbord. Ook oefent hij met de onderstaande functies en toetsen. Nodig bij…
typen
thuis oefenen
vervolgcursussen vd VGMD
gebruik van hulpmid delen
Functie/toets Alfanumerieke gedeelte: Letters Spatie Enter
X
Het projectteam heeft bovenstaande toetsen opgenomen, omdat deze noodzakelijk zijn voor het leren typen.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
32
ET adVISIOn Adviesbureau
16. De oefeningen starten met letters, daarna letterreeksen, woorden, zinnen en teksten. Uit literatuur blijkt (Smuling, Brants, & Pilot, 1990) dat voor het leren van een samengestelde vaardigheid minstens beheersing van de eenvoudige vaardigheden nodig is. Daarom wil het projectteam in de cursus starten met letters en daarna vervolgen met letterreeksen, woorden, zinnen en teksten. Hoofdstuk 3 Komma, punt, hoofdletters en cijfers 17. De klant leert van onderstaande functies en toetsen wat de betekenis is en hoe hij deze toetsen vindt op het toetsenbord. Ook oefent hij met de onderstaande functies en toetsen. Nodig bij…
typen
thuis oefenen
vervolgcursussen vd VGMD
gebruik van hulpmid delen
Functie/toets Alfanumerieke gedeelte: Cijfers Hoofdletters (Shift + letters)
X
Het projectteam heeft bovenstaande toetsen opgenomen, omdat deze noodzakelijk zijn voor het leren typen. Hoofdstuk 4 Tekens 18. De klant leert van onderstaande functies en toetsen wat de betekenis is en hoe hij deze toetsen vindt op het toetsenbord. Ook oefent hij met de onderstaande functies en toetsen. Nodig bij…
typen
thuis oefenen
vervolgcursussen vd VGMD
gebruik van hulpmid delen
Functie/toets Alfanumerieke gedeelte: Leestekens (met en zonder Shift): . , : ; “ ‘ ? ! – ( ) Diakritische tekens: à â è é ê ë îïöü
X
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
33
ET adVISIOn Adviesbureau
Alfanumerieke gedeelte: Tekens (met en zonder Shift): @ % & _= / Teken met Alt Gr: €
X
X
Het is belangrijk dat datgene wat de klant aanleert doelgericht is (Carroll, 1990). Uit de interviews blijkt dat als de klant een functie/toets niet direct gebruikt en/of nodig heeft bij het typen, hij de betekenis niet makkelijk onthoudt. Met deze reden heeft het projectteam ervoor gekozen bovenstaande tekens op te nemen zodat de klant hiermee oefent. Hoofdstuk 5 Pijltjestoetsen, Backspace en numerieke gedeelte 19. De klant leert van onderstaande functies en toetsen wat de betekenis is en hoe hij deze toetsen vindt op het toetsenbord. Ook oefent hij met de onderstaande functies en toetsen. Nodig bij…
typen
thuis oefenen
vervolgcursussen vd VGMD
gebruik van hulpmid delen
Functie/toets Alfanumerieke gedeelte: Backspace Numerieke gedeelte: nummers, NumLock, Enter, + */. Pijltjestoetsen
X X
X
X
X
Het projectteam heeft gekozen voor de pijltjestoetsen, zodat de klant met de cursor door de tekst kan gaan. Bovendien kan de klant hiermee functies in een menu selecteren (bijvoorbeeld in het startmenu). Aangezien veel klanten een hulpmiddel gebruiken vindt het projectteam het belangrijk dat de klant een aantal toetsen aanleert die nodig zijn voor het bedienen van het hulpmiddel. In de cursus wordt hier verder geen aandacht aan besteed, het is aan de type-instructeur om dit in de typecursus te verwerken.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
34
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 6 Oefenteksten 20. De oefeningen (letters, letterreeksen, woorden, zinnen en teksten) worden afgewisseld met vrij in te vullen oefeningen. Een aantal type-instructeurs adviseerden doelgerichte opdrachten op te nemen in de cursus, omdat klanten dit vaak prettig vinden. Bovendien is het belangrijk dat de oefeningen doelgericht zijn, zodat de klant dit kan generaliseren naar zijn eigen situatie (Carroll, 1990; Trombly, & Radomski, 2002). Tevens blijkt uit literatuur (Meij van der, & Carroll, 1995) dat gebruikers van een handleiding meer leren van activiteiten als zij zelf controle hebben over de invulling van deze activiteiten. De vrije opdrachten zorgen tevens voor afwisseling in de typecursus. 21. In het cursusboek staat een lijst met suggesties voor de vrij in te vullen oefeningen. In het cursusboek zijn opdrachten opgenomen die vrij in te vullen zijn door de klant. Hiervoor is gekozen om een doelgerichte opdracht te hebben zodat de klant het geleerde in de les, in een opdracht kan oefenen (Meij van der, & Carroll, 1995). Door de keuze van de invulling van de opdracht bij de klant te leggen, streeft het projectteam naar motivatie en afwisseling van het leren typen. In de handleiding is een lijst met suggesties opgenomen, zodat de klant die het lastig vindt om zelf een oefening te bedenken, een beroep kan doen op het lijstje met suggesties. Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst is besloten om het lijstje met suggesties voor de vrij in te vullen oefeningen op te nemen in het cursusboek en niet in de handleiding. Dit omdat de klant dan direct voorbeelden heeft en meteen aan de slag kan. 22. In het cursusboek zijn oefeningen opgenomen die de type-instructeur kan aanbieden aan de klant voor extra oefening. Vanuit de praktijk is gebleken dat een aantal type-instructeurs behoefte heeft aan meer oefenmateriaal. Uit literatuur (Jongh de, & Langendoen, 2000) blijkt dat het belangrijk is om reserveoefeningen achter de hand te hebben. Om aan deze eis te voldoen, zijn er naast de opdrachten in het cursusboek, extra oefeningen opgenomen in de handleiding, zodat klanten die behoefte hebben aan extra oefening hier de mogelijkheid toe hebben. Er is gekozen om de extra oefeningen in de handleiding op te nemen om te voorkomen dat de klant zich verplicht voelt om alle opdrachten te doen. Op die manier wordt er tegemoet gekomen aan de behoeften en het niveau van de klant.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
35
ET adVISIOn Adviesbureau
Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst is er besloten om de extra oefeningen op te nemen in het cursusboek en niet in de handleiding. Dit zorgt voor minder werk voor de instructeur. Elke klant kan op deze manier kiezen om de extra oefeningen wel of niet te doen. 7.3 Eisen voor de handleiding 7.3.1 Algemene eisen voor de handleiding 23. Alle documenten die meegeven kunnen worden aan de klant, staan in één document op cd-rom. Om zoveel mogelijk tijd te besparen voor de instructeur en zoekwerk te voorkomen, heeft het projectteam ervoor gekozen de documenten die mee gegeven kunnen worden aan de klant ook op cd-rom te zetten. Deze kunnen, waar nodig, uitgeprint worden. 24. In de handleiding staat welke mondelinge instructie de type-instructeur kan geven bij de verschillende onderdelen vermeld in een hoofdstuk van het cursusboek. Deze instructie wordt wel gedetailleerd maar niet letterlijk uitgeschreven. Problemen met lezen is een vaak gehoorde klacht van mensen met een visuele beperking (Trauzettel-Klosinski, Dieling & Pietsch, 2003). Voor slechtzienden is meestal het grootste probleem, dat zij niet het hele scherm kunnen overzien door vergroting of beelduitval. Lezen is vaak erg vermoeiend en kost veel tijd, vooral langere teksten. Het zoeken naar bepaalde informatie op het scherm vereist veel concentratie, oefening en ‘inzicht’. (FOVIG, 2001) Daarom is het van belang dat de overdracht van informatie aangepast wordt aan het niveau van de klant (Bäckman, 1999). Instructie is belangrijk, want als de klant alle taken zelf zou moeten uitzoeken zou dit teveel energie, tijd en stress kosten (Drolshagen, & Rothenberg, 1999). De mondelinge instructie blijkt het meest effectief. Ook uit interviews is gebleken dat tijdens de typecursus veel mondelinge instructie gegeven wordt aan de klant. Uit interviews blijkt dat de type-instructeurs het belangrijk vinden dat zij hun eigen interpretatie en invulling kunnen geven aan de typecursus, aansluitend op het niveau en de behoefte van de klant. Een handleiding die tot in details is uitgewerkt vormt een stevige basis waarop een begeleider kan vertrouwen en terugvallen (Jongh de, & Langendoen, 2000).
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
36
ET adVISIOn Adviesbureau
7.3.2 Eisen aan de hand van de indeling van de handleiding Inleiding 25. Het uitgangspunt bij de typecursus is het QWERTY-toetsenbord. Het QWERTY-toetsenbord is het meest gangbare toetsenbord in Nederland. Het projectteam heeft na vergelijking van verschillende toetsenborden besloten uit te gaan van een standaard toetsenbord, namelijk een QWERTY-toetsenbord dat bestaat uit het alfanumerieke gedeelte met daarboven de functietoetsen F1- F12. Rechts naast het alfanumerieke gedeelte zitten de vier pijltjestoetsen, daarboven bevinden zich zes toetsen in een rechthoekige vorm. Aan de uiterste rechterkant van het toetsenbord is het numerieke gedeelte te vinden. 26. In de handleiding zijn drie verschillende icoontjes opgenomen, namelijk voor mondelinge instructie, achtergrondinformatie en informatie die meegegeven kan worden aan de klant. Deze icoontjes zijn opgenomen, zodat de instructeur in één oogopslag kan zien waar de informatie voor bedoeld is en deze informatie makkelijk terug kan vinden in de handleiding. Uit onderzoek blijkt dat als informatie als naslagwerk dient te worden gebruikt, het belangrijk is dat de verschillende onderdelen makkelijk terug te vinden zijn (Meij, van der, & Carroll, 1995). 27. In de handleiding is een aanbeveling gedaan over de duur en frequentie voor het oefenen in de thuissituatie (1 keer per dag, gedurende 30 minuten). Vanuit de praktijk is gebleken dat de klant geadviseerd wordt om thuis het geleerde in de les te oefenen. Omdat het de verantwoordelijkheid is van de klant maar het wel belangrijk is dat de klant oefent, herhaling is immers de sleutel van educatie (Pedretti, & Early, 2001; Dijkman, 1992), wil het projectteam een aanbeveling doen over de duur en frequentie van het oefenen in de thuissituatie. Uit de literatuur (Kruiyer, 2005) blijkt dat effectief leren bereikt kan worden, door leren te zien als actief proces waarbij de essentie ligt bij het samenbrengen van kennis en ervaring. 28. In de handleiding is een aanbeveling gedaan over de grootte van de groep (2 tot 4 personen of individueel). Uit de interviews is gebleken dat de grootte van de groep gemiddeld 2 tot 4 klanten is. Het projectteam wil hierbij aansluiten en vindt het bovendien belangrijk dat de type-instructeurs de klanten voldoende individuele aandacht kunnen geven.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
37
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 0 Informatie vóór de cursus begint 29. In de handleiding is een schema opgenomen met voorwaarden om aan de cursus deel te nemen. Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst is besloten om een schema op te nemen met de voorwaarden om deel te nemen aan de cursus. Het is belangrijk dat de instructeur al voor de start inventariseert of de klant aan de voorwaarden voldoet om aan de cursus deel te nemen. Als blijkt dat de klant nog niet voldoet aan bepaalde voorwaarden, kan de instructeur, waar mogelijk, samen met de klant zoeken naar een geschikte oplossing. In het schema zijn hiervoor al voorbeelden gegeven. 30. De klant leert van onderstaande functies en toetsen wat de betekenis is en hoe hij deze toetsen vindt op het toetsenbord. Ook oefent hij met de onderstaande functies en toetsen. Nodig bij…
typen
maken van huiswerk (thuis)
vervolgcursussen vd VGMD
X
X
X
X
gebruik van hulpmid -delen
Functie/toets Opstarten en afsluiten van de computer (Windowstoets + pijltjestoetsen) Opstarten (Windowstoets + pijltjestoetsen) en afsluiten van Word (Alt + F4)
Het projectteam vindt het belangrijk dat de klant zelfstandig is. Thuis moet de klant zelf zijn computer en Word kunnen opstarten en afsluiten. Zonder deze vaardigheden kan de klant zijn oefeningen thuis niet maken. Deze informatie moet voor elke klant na te lezen zijn en staat daarom dus in het cursusboek. Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst is besloten om het opstarten en afsluiten van de computer en Word niet in het cursusboek op te nemen, maar in de handleiding in hoofdstuk 0. In de klankbordgroepbijeenkomst is besproken dat het belangrijk is dat de klant voordat de cursus begint de computer en Word al kan opstarten en afsluiten, omdat de klant anders niet thuis kan oefenen en hij meteen in het begin van de cursus een vertraging oploopt. De instructeur kan dan instructie geven bij deze informatie.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
38
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 1 Algemene informatie 31. De ergonomie voor het werken achter de computer is opgenomen door middel van een plaatje met daarbij een korte uitleg van een goede zithouding, handenstand, aanbeveling voor het meubilair en ontspanningsoefeningen. Uit de praktijk is gebleken dat niet alle type-instructeurs kennis hebben van ergonomie. Omdat het projectteam het een wezenlijk onderdeel vindt voor het werken achter de computer, is het van belang om hier aandacht aan te besteden in de handleiding. In de handleiding zal de ergonomie uitgebreider uitgewerkt worden dan in het cursusboek zodat de type-instructeur mondelinge toelichting kan geven over de ergonomische principes. Ook is het belangrijk dat naar inspanning, ontspanning volgt, zodat het lichaam kan ontspannen en herstel kan optreden (Peereboom, & Huysmans, 2002). Met deze reden heeft het projectteam ervoor gekozen ontspanningsoefeningen op te nemen in de handleiding. Deze oefeningen zijn niet in het cursusboek opgenomen, omdat mondelinge toelichting waarschijnlijk voldoende zal zijn. 32. In de handleiding zijn algemene punten opgenomen waar je op moet letten bij verlichting. Uit de praktijk is gebleken dat er bij de huidige typecursussen aandacht is voor het belang van optimale verlichting bij het werken met de computer, omdat dit een wezenlijk onderdeel is. Het projectteam besteedt daarom aandacht hieraan in de handleiding. Hoofdstuk 2 Het alfabet 33. In de handleiding staat hoe een klant een document kan opslaan, openen en/of printen. Het projectteam is van mening dat niet íedere klant hoeft te leren opslaan, openen en/of printen. De klant moet het idee hebben dat het haalbaar is om het hele cursusboek door te nemen (Meij van der, & Carroll, 1995) en het cursusboek moet dus niet teveel informatie bevatten die niet voor iedereen relevant is. Bovendien gaat het in de cursus meer om het typen en bedienen van het toetsenbord. Uit de praktijk blijkt dat sommige klanten behoefte hebben aan het controleren van de huiswerkopdrachten door de type-instructeur, hierbij zijn de functies opslaan en/of printen nodig. Als de klant dit wel wil leren, kan de instructeur de instructie hiervoor uit de handleiding gebruiken. Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst is besloten om dit onderdeel niet in de handleiding op te nemen. Het is aan de instructeur zelf om dit aan te leren.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
39
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 3 Komma, punt, hoofdletters en cijfers Voor dit hoofdstuk zijn geen specifieke eisen opgesteld. Hoofdstuk 4 Tekens Voor dit hoofdstuk zijn geen specifieke eisen opgesteld. Hoofdstuk 5 Pijltjestoetsen, Backspace en numerieke gedeelte Voor dit hoofdstuk zijn geen specifieke eisen opgesteld. Hoofdstuk 6 Oefenteksten Voor dit hoofdstuk zijn geen specifieke eisen opgesteld. Hoofdstuk 7 Eindtoets 34. In de handleiding is een eindtoets opgenomen. Voor de klant die behoefte heeft aan of het leuk vindt om te eindigen met een afsluitende toets wil het projectteam een eindtoets aanbieden. De eindtoets is opgenomen in de handleiding en niet in het cursusboek, om te voorkomen dat de klant afgeschrikt wordt door een beoordeling. Bijlage 1 Mogelijkheid voor vereenvoudigen van het startmenu 35. In de handleiding is opgenomen hoe het startmenu vereenvoudigd kan worden. Het kunnen opstarten van het programma Word is een voorwaarde om te kunnen typen op de computer. Omdat de klant thuis ook moet kunnen oefenen en de computer daarbij moet gebruiken, is het belangrijk dat de klant zelf leert hoe Word opgestart moet worden. Door het startmenu te vereenvoudigen, hoeft de klant zo min mogelijk handelingen uit te voeren om Word op te starten. Er zijn verschillende manieren om dit startmenu te vereenvoudigen. Echter, uit de praktijk blijkt dat de klant het vereenvoudigen van het startmenu zelf vaak als heel lastig ervaart. Daarom is het vaak goed om hulp te vragen aan een huisgenoot/partner of iemand anders die handig is met de computer. De instructie is dan ook geschreven voor deze partner of huisgenoot. Bijlage 2 Letters vergroten of hoog contrast inschakelen in Word 36. In de handleiding is opgenomen hoe de toegankelijkheid van Windows aangepast kan worden in contrast en lettergrootte. In Windows is het mogelijk om de lettergrootte eenvoudig aan te passen tot 500% op het beeldscherm. Als slechtzienden of blinden nog niet beschikken over een hulpmiddel dan is het mogelijk om op de computer de instellingen (contrast, lettergrootte) aan te passen.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
40
ET adVISIOn Adviesbureau
Op die manier kan, ondanks dat de klant nog geen hulpmiddel heeft, tegemoet gekomen worden aan de wens van een deel van de klanten om met de computer te werken. Bijlage 3
Sneltoetsen voor Supernova, Hal, Lunar, LunarPlus, Zoomtext en Jaws
37. In de handleiding is een lijst met de basis van de sneltoetsen voor het gebruik van de hulpmiddelen Zoomtekst, Lunar, Lunar Plus, Supernova en Jaws opgenomen. Uit de interviews kwam naar voren dat de klant vaak moeite heeft de kern te halen uit de uitleg die gegeven wordt bij het hulpmiddel door de leverancier. Er komt vaak té veel informatie op de klant af. Het is daarom belangrijk dat de informatie zowel mondeling als schriftelijk nog eens herhaald wordt. Schriftelijke informatie heeft daarbij onder andere als voordeel dat de lezer zelf kan bepalen wanneer hij de tekst gaat lezen, zijn eigen tempo kan bepalen en de tekst herhaalde malen kan lezen (Katsma, 2003). Omdat veel van de klanten bij de typecursus gebruik maken van een hulpmiddel, vindt het projectteam het belangrijk dat de basis van de hulpmiddelen aan de hand van sneltoetsen opgenomen wordt in de handleiding. Bijlage 4 Eindevaluatie 38. Er is een eindevaluatie van de typecursus opgenomen in de handleiding met daarnaast een aanbeveling voor een eventuele tussenevaluatie. De eindevaluatie is bedoeld om de tevredenheid van de klanten te toetsen en de kwaliteit van de typecursus te verbeteren en te waarborgen. ‘Je wilt evalueren om na te gaan of de doelstellingen van de training behaald zijn en of het educatieve programma effect heeft gehad bij de deelnemers. Je wilt ook evalueren om na te gaan hoe het proces van leren tijdens de training is verlopen om zo te bepalen, of er verbeteringen aangebracht zouden moeten worden in het programma om het leerproces effectiever te laten verlopen’. (Jongh de, & Langendoen 2000) Bijlage 5 Certificaat 39. In de handleiding is een certificaat opgenomen voor het afronden van de cursus. Omdat de klant trots mag zijn op het doorlopen van de cursus type- en toetsenbord-vaardigheid is het leuk om een aandenken te hebben. Het certificaat wordt in de handleiding opgenomen zodat het verrassingselement behouden blijft.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
41
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 8
Ontwerp cursusboek en handleiding
Het pakket van eisen is als leidraad gebruikt bij het ontwerpen van het cursusboek en de handleiding. Alle keuzes wat betreft het cursusboek en de handleiding zijn gebaseerd op de literatuur, de interviews, het bestaande cursusmateriaal, overleg met de opdrachtgever en feedback van de klankbordgroep. Het projectteam heeft vele discussies gevoerd over alle keuzes die gemaakt moesten worden bij het opstellen van het cursusboek en de handleiding. Deze keuzes zijn verwerkt in het vorige hoofdstuk bij het pakket van eisen. Tijdens het ontwerpen is er gebruik gemaakt van cursusmateriaal van verschillende Visio-instellingen namelijk: Apeldoorn, Haarlem, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam gebruikt wordt. Daarnaast is gebruik gemaakt van cursusmateriaal van Scheidegger en Pica.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
42
ET adVISIOn Adviesbureau
Hoofdstuk 9
Implementatie
9.1 Inleiding Implementatie van richtlijnen verloopt niet vanzelf. In de meeste gevallen is er sprake van een samenspel van een groot aantal factoren die succesvolle implementatie kunnen bevorderen dan wel belemmeren. (Grol & Wensing, 2001) Het projectteam vindt dat implementatie een overkoepelend proces is, vanaf het begin tot aan het eind van het project speelt implementatie een belangrijke rol. Ook na het afstudeerproject stopt het proces van implementatie niet. Het gaat door! Steeds opnieuw moet het geïmplementeerde product/werkwijze getoetst en aangepast worden. Op die manier kan de nieuwe werkwijze geheel geïntegreerd worden in het werkveld en zal de implementatie geslaagd verlopen. Hieronder is te lezen op welke manier de implementatie heeft plaatsgevonden binnen het project. Dit is opgesteld aan de hand van de kopjes oriëntatie, inzicht, acceptatie, verandering en behoud van verandering (Grol & Wensing, 2001). Onder oriëntatie valt het op de hoogte stellen en enthousiasmeren van de betrokkenen. Onder inzicht valt het inzicht krijgen in eigen werkwijze en begrip krijgen van nieuwe werkwijze. Onder acceptatie valt een positieve houding krijgen ten opzichte van de nieuwe werkwijze en de bereidheid om de nieuwe werkwijze toe te passen. Onder verandering valt het invoeren van de nieuwe werkwijze in de praktijk en bevestigen van het nut van de nieuwe werkwijze. Onder behoud van verandering valt de integratie in bestaande routines en verankering binnen de organisatie. 9.2 Oriëntatie Strategieën en interventies: Het projectteam heeft een bericht op intranet (zie bijlage 6) geplaatst om alle medewerkers van Visio op de hoogte te stellen van het afstudeerproject. Vervolgens heeft het projectteam type-instructeurs persoonlijk benaderd, door middel van een brief (zie bijlage 7) en later telefonisch, met de vraag of zij hun deskundigheid met het projectteam willen delen tijdens een interview. Elke typeinstructeur vertegenwoordigt een aantal type-instructeurs van één of twee locaties. Een tweede bericht is op intranet geplaatst om de medewerkers van Visio te informeren over de voortgang van het afstudeerproject (zie bijlage 6). Aan het einde van het project is er een derde en laatste bericht op het intranet (zie bijlage 6) geplaatst om de medewerkers van Visio te informeren over de afronding van het afstudeerproject en het contact af te sluiten. Daarnaast heeft het projectteam een presentatie gehouden bij de Update-dagen van Visio. Alle type-instructeurs en adviseurs van computerhulpmiddelen van Visio, Bartiméus en Sensis waren aanwezig en konden verschillende workshops volgen over de nieuwste ontwikkelingen/hulpmiddelen op ICT-gebied.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
43
ET adVISIOn Adviesbureau
Naast de PowerPoint-presentatie is een poster gemaakt. Het doel van de presentatie en de poster was het informeren over de voortgang van het project en een voorschot geven op de inhoud van het cursusboek en de handleiding. Bevorderende en belemmerende factoren: Vrijwel alle geïnterviewde type-instructeurs reageerden positief op de afstudeeropdracht. Allen waren zéér benieuwd hoe de nieuwe cursus eruit zal komen te zien en wilden graag meewerken met het project (zie bijlage 5 ‘Uitwerking interviews’ topic 4). Het contact met één locatie verliep iets moeizamer, door miscommunicatie. Deze miscommunicatie is rechtgezet door het management, waardoor het projectteam wel de mogelijkheid had om de deskundigheid van de desbetreffende typeinstructeur in te voegen in het project. Het projectteam heeft positieve reacties gehad op de presentatie op de Updatedagen, zowel de instructeurs als de adviseurs zijn benieuwd naar het resultaat. 9.3 Inzicht Strategieën en interventies: Met de interviews heeft het projectteam de type-instructeurs laten nadenken over de eigen werkwijze. Na het afnemen en uitwerken van alle interviews is een brief verstuurd naar de geïnterviewden met een samenvatting van de interviews van de werkwijze in de verschillende instellingen van Visio (zie bijlage 8). Bevorderende en belemmerde factoren: Het doel van de samenvatting van de interviews was om de type-instructeurs inzicht te geven in de verschillen in werkwijzen wat betreft het geven van de typecursus. Dit is een bevorderende factor voor het invoeren van de nieuwe cursus. 9.4 Acceptatie Strategieën en interventies: Door middel van de interviews heeft het projectteam een start gemaakt met het creëren van acceptatie voor het invoeren van de nieuwe cursus. Daarnaast heeft het projectteam in overleg met de opdrachtgever een klankbordgroep opgericht, bestaande uit vier geïnterviewde type-instructeurs en iemand met een didactische achtergrond. Het doel van deze klankbordgroep was om het pakket van eisen en de eerste concepten van het cursusboek en de handleiding van feedback te voorzien. Bevorderende en belemmerde factoren: Doordat de type-instructeurs tijdens de interviews de mogelijkheid hebben gekregen om suggesties te geven voor de nieuwe cursus wordt tevens de acceptatie van de nieuwe werkwijze bevorderd. Ook doordat de visie van de deskundigen (klankbordgroep) verwerkt is in het cursusboek en de handleiding
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
44
ET adVISIOn Adviesbureau
zal, volgens het projectteam, de inhoud van de producten sneller of meer geaccepteerd worden door de potentiële gebruikers. 9.5
Verandering
Strategieën en interventies: Het projectteam zal het proces van daadwerkelijk invoeren van de cursus typeen toetsenbordvaardigheden niet meer kunnen ondersteunen, omdat de afstudeerperiode eind juni 2006 afgelopen is. Dit neemt niet weg dat het projectteam deze fase in het proces erg belangrijk vindt. Daarom heeft het projectteam nagedacht over het verdere verloop van de implementatie na de afstudeerperiode. Er is een uitwerking gemaakt voor de verdere implementatie. Ook zijn er aanbevelingen opgesteld voor het vervolgen van het implementatieproces in de toekomst. In eerste instantie had het projectteam de keuze gemaakt de cursus meteen landelijk in te voeren, maar uiteindelijk is, in overleg met de opdrachtgever, toch besloten eerst een pilot op te zetten, omdat zowel uit de literatuur (Knibbe & Knibbe, 2006) als bij de klankbordgroep naar voren kwam dat het beter was eerst te starten met een pilot. Dit om kinderziektes zichtbaar te laten worden en de implementatie zo goed mogelijk te laten slagen. De tien instellingen, die eerder tijdens het project meegewerkt hebben met de interviews, zijn benaderd voor de pilot. Door middel van een brief (zie bijlage 10) zijn de type-instructeurs gevraagd om mee te werken aan de pilot. Een aantal reageerden positief en wilden graag meewerken aan de pilot. Het doel van de pilot is het in de praktijk toetsen van de ontwikkelde cursus typeen toetsenbordvaardigheden met de daarbij behorende handleiding. Het projectteam vindt het belangrijk om de meningen over de cursus van de klant én de type-instructeurs te inventariseren. De bedoeling is dat het cursusboek en de handleiding tijdens de Update dagen in mei 2007 geëvalueerd zullen worden. Aan de hand daarvan zullen, waar nodig, aanpassingen gedaan worden. Zoals het er nu uit ziet zal de pilot gestart worden na het uitkomen van de Daisycd (verwachting is rond september/oktober 2006). Het projectteam hoopt dat de cursus na de aanpassingen, naar aanleiding van de evaluatie, landelijk ingevoerd kan worden. Hieronder volgen de aanbevelingen die het projectteam doet met betrekking tot de pilot. Het CTC met als eindverantwoordelijke Christiaan Pinkster, zal dit proces leiden. De aanbevelingen zijn als volgt: De instellingen van Visio (waar typecursussen gegeven worden) die meewerken aan de pilot ontvangen één exemplaar van het cursusboek, de handleiding en de theoretische onderbouwing. Dit vindt plaats op 19
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
45
ET adVISIOn Adviesbureau
juni tijdens de eindpresentatie. De type-instructeurs die niet aanwezig konden zijn ontvangen het pakket over de post. Na het uitkomen van de Daisy-cd, voorafgaand aan de pilot, zal Christiaan via de email vragen hoeveel cursuspakketten de type-instructeurs nodig zullen hebben tijdens het doen van de pilot. Christiaan zal zorgen voor vermenigvuldiging en verspreiding van de pakketten, via Multicopy. Voor het inspreken van de Daisy-cd: Het is van belang dat het cursusboek ingesproken wordt door een type-instructeur die ervaring heeft met het werken met een Daisy-cd. Voor het inspreken van de Daisy-cd: De inhoudsopgave in het cursusboek staat in een tabel. Deze tabel moet niet voorgelezen worden. De bladzijdenummers moeten gewoon direct na de hoofdstuktitels voorgelezen worden. Bevorderende en belemmerende factoren: Een belemmerende factor zou hierbij kunnen zijn dat niet alle type-instructeurs gemotiveerd zijn om de nieuwe werkwijze te volgen en dus niet meewerken met de pilot. Een bevorderende factor is dat de cursus een nog grotere kwaliteit zal krijgen, door de aanpassingen die gedaan zullen worden, na het houden van een pilot. Op die manier wordt er getoetst in de praktijk en zal er een (nog) betere aansluiting mogelijk zijn op de type-instructeurs en de klanten. 9.6 Behoud van verandering Op de laatste dag van de afstudeerperiode, 23 juni, zal het implementatie-proces overgedragen worden aan de opdrachtgever, Christiaan Pinkster. Strategieën en interventies: Het projectteam vindt het belangrijk dat de typecursus aansluit bij de behoeften van de klant en de type-instructeur en wil daarom een aantal aanbevelingen doen voor behoud van de nieuwe werkwijze. In mei 2007 dient tijdens de Update-dagen bij Visio tijd ingepland te worden om de nieuwe cursus te evalueren. Het projectteam heeft een evaluatieformulier gemaakt voor de typeinstructeur. Christiaan Pinkster heeft deze in zijn bezit en zal deze terzijner tijd toesturen. Het evaluatieformulier van zowel de type-instructeur als de klant worden voor, een nader te bepalen datum, per email teruggestuurd naar Christiaan. Aan de hand van de uitkomsten van de evaluatieformulieren van de typeinstructeur en de klant, zal er in mei 2007 een evaluatie plaatsvinden. Christiaan zal vooraf alle gegevens verzamelen. Aan de hand van de evaluatie dienen het cursusboek en de handleiding aangepast en verspreid te worden bij de verschillende Visio-instellingen.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
46
ET adVISIOn Adviesbureau
Bevorderende en belemmerende factoren: Een belemmerende factor zou kunnen zijn dat er niet voldoende type-instructeurs zijn die mee willen werken aan de evaluatie. Ook zou een belemmerende factor kunnen zijn dat de instructeurs zelf veranderingen aanbrengen in het cursusmateriaal. Een bevorderende factor hierbij zou kunnen zijn dat de typeinstructeurs de mogelijkheid hebben hun mening te geven. Ook geldt dat door de evaluatie zoveel mogelijk tegemoet gekomen kan worden aan de wensen en behoeften van de klanten en de type-instructeurs. Hierdoor zou de verandering makkelijker geïntegreerd kunnen worden in de bestaande routines.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
47
ET adVISIOn Adviesbureau
Bronnenlijst Arbo advies (2005, 19 augustus). Voorlichting beeldschermwerk. Geraadpleegd op 16 mei 2006 op World Wide Web: http://www.arbo-advies.nl/beeldnew.htm Arbo advies (2006, 19 maart). Normen en Richtlijnen voor beeldschermwerkplekken. Geraadpleegd op 19 april 2006 op het World Wide Web: http://www.arbo-advies.nl/Beeldscherm.htm Baarda, D.B., Goede de M.P.M., & Teunissen J. (1995). Basisboek kwalitatief onderzoek: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen : Stenfert Kroese. Bäckman, O. (1999). A theoretical reading perspective on training methods for low vision patients. Visual Impairment Research, vol. 1, no. 2, pp. 85-94. Bekker, J. de (1995). Kwaliteit in zicht. Een praktische handleiding voor kwaliteitsverbetering in de verpleging. Utrecht: Lemma. Benning, M., Meijer, M., Raps, B., Renssen, N. van, & Hofstede, S. (2003). Computergebruik en ergonomie bij slechtziende en blinde leerlingen. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Carroll, J.M. (1990). The Nurnberg Funnel: Designing minimalist instruction for practical computer skill. In H. van der Meij, & J.M. Carroll (1995). Principles and heuristics for designing minimalist instruction. Technical Communication, 42, 243-261. Daisy Consortium (2006). About the daisy consortium. Geraadpleegd op 5 april 2006 op het World Wide Web: http://www.daisy.org/about_us/default.asp Drolshagen, B. & Rothenberg, B. (1999). Teaching Key Competences for higher Education. International Council of Education for people with Visual Impairment (ICEVI). Chemnitz: Sächsishes Förderzentrum chemnitz gGmbH. Dijkman, M.M. (1992). Didactiek en lerende volwassenen: leren professionaliseren. Leiden: Spruyt, van Mantgem & Does bv. Expertise Centrum Ergotherapie (ECE) (2003). Expertise Centrum Ergotherapie. Hogeschool van Amsterdam. Amsterdam: Drukkerij Jubels. FOVIG: Federatie Ouders van VIsueel Gehandicapte kinderen, (2001). ‘(Leren) werken met de computer en aanpassingen’. FOVIG-nieuws special. Nieuwerkerk a/d IJssel: drukkerij Baas. Gill, J.M. (2002). The development of information and communication technology systems to include people with a visual impairment. Visual Impairment Research. Vol. 4, page 133-144. Grol, R.T.P.M., Everdingen van, J.J.E., & Casparie, A.F. (2000). Invoering van richtlijnen en veranderingen. Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom. Grol, R. & Wensing, M. (2001). Implementatie: effectieve verandering in de patiëntenzorg. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Hendrikse, F., Webers, C.A.B., & La Heij, E.C. (2002). Wat zijn gezichtsstoornissen? Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Geraadpleegd op 6 maart 2006 op het World Wide Web: http://www.nationaalkompas.nl. Jongh, de A. & Langendoen, M. (2000). Oud geleerd…: het ontwerpen en
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
48
ET adVISIOn Adviesbureau
uitvoeren van educatieve programma’s voor ouderen. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Katsma, W.H. (2003). Omgaan met didactische vaardigheden. Den Haag: Reed Business Information bv. Kinébanian, A. & Thomas, C., (1999). Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier/ De Tijdstroom. Knibbe, N. & Knibbe, H. (2006). De nieuwe geheimen van implementeren: resultaten van het project ZonMw project ‘De nieuwe geheimen’. Barneveld: ZonMw. Koenig, A.J. & Holbrook, M.C. (2000). Foundations of education: volume II: instructional strategies for teaching children and youths with visual impairments. New York: AFB Press. Kruiyer, T. (2005). Innovative learning and training in vocational education. Professionalism/ ICT. Chemnitz: Sächsishes Förderzentrum chemnitz gGmbH. Meij, H. van der & Carroll, J.M. (1995). Principles and heuristics for designing minimalist instruction. Technical Communication, 42, 243-261. Meij, H van der (2003). Minimalism revisited. Document Design, 4, 212-233. Melis, B.J.M. (2001). Verlichtingsonderzoek. In S. Biesterbos, & S. Hofstede, (2001). Zicht op anders kijken; keuzemodule ergotherapie ten behoeve van mensen met een visuele beperking. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie (1999). Beroepsprofiel ergotherapie. Utrecht: Lemma. Neve, J.J. & Kinds, G.F. (1995). Hulpmiddelen bij slechtziendheid. Den Haag: Drukkerij Lakerfeld. Otter, T., Reawaroe, P., Ruiter, A. de, Santman, C., & Hofstede, S. (2004). Zie mij eens zitten achter die computer! Huizen: Visio/TOVG. Pedretti, L.W. & Early, M.B. (2001). Occupational therapy-Practice Skills for Physical Dysfunction. VS: Mosby. Peereboom, K.J. & Huysmans, M.A. (2002). Handboek fysieke belasting. Den Haag: Sdu uitgevers. RSI-vereniging (2006). Afbeelding werkplek. Geraadpleegd op 16 mei 2006 op World Wide Web: http://www.rsi-vereniging.nl/gezond/img/werkplek Smuling, E.B., Brants, J., & Pilot, A. (1990). Oriëntatie op leren en onderwijs. Groningen: Wolters-Noordhoff. Theofaan, centrum voor hulpverlening (1997). Leesbaarheid van teksten voor slechtziende mensen. Nijmegen: SSN. Trauzettel-Klosinski, S., Dieling, C., & Pietsch, B. (2003). The influence of visual field defects and other clinical parameters on reading performance: A retrospective study in a low vision population. Visual Impairment Research. Taylor and Francis. Trombly, C.A. & Radomski, M.V. (2002). Occupational therapy for physical dysfunction. Philadelphia: Lippincott William. Twice IT training (2005). Didactisch leermodel van prof. van Gelder. Geraadpleegd op 12 april op het World Wide Web:
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
49
ET adVISIOn Adviesbureau
http://www.twice.nl/default.asp?page=content/trainingsvormen/vgelder/didmo del.asp& Visio (2006). Oogaandoeningen. Geraadpleegd op het World Wide Web op 21 februari 2006 http://home.visio.org/index.php?itemid=1487&PHPSESSID=4b 8c5b5dec71304 f7c2a3acfd26f3538 Voskamp, P. (2000). Werken met beeldschermen. Den Haag, Sdu Uitgevers. Voskamp, P., Scheijndel, P.A.M., & Peereboom, K.J. (2003). Handboek ergonomie. Alphen aan den Rijn: Kluwer. Voskamp, P. & Schilder, C. (2004). Zakboek ergonomie. Den Haag, Sdu Uitgevers. World Health Organization and International Agency for the Prevention of Blindness (2004). Low Vision. Geraadpleegd op 6 maart 2006 op het World Wide Web: http://www.who.int/ncd/vision2020_actionplan/contents/3.5.4.htm
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
50
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlagen Bijlage 1: Model van Grol
Kwaliteitcyclus van Grol Selectie van Relevante onderwerpen
Analyse van een mogelijk kwaliteitsprobleem
Ontwikkelen van richtLijnen / doelen (EBP) Beoordeling Feitelijke zorg Planning implementatie
Vaststellen gewenste verandering Analyse knelpunten tav verandering
Evaluatie Implementatie cyclus
R.J.Grol: 1994,200 Invoering van richtlijnen en ver anderingen
Invoering
Strategie kiezen
DBV Kwaliteitszorg
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
51
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 2: Spiraalmodel van de Bekker
Aanloop
De Bekker 1995
2.2 1.1.
1.2
2.1
Kwaliteit in zicht.
2.3
Programma 2.4
ontwikkeling
1.1. start
2.5 / 3.1.
1.2. onderwerpen selectie 2.1. onderwerp 2.2 begripsafbakening 2.3 analyse feiten/wensen
3.2
3.5
Uitvoering
2.4 doelbepaling 2.5 / 3.1. programma v eisen 3.2 voorbereiding 3.3 uitvoering 3.4 toetsing 3.5 vervolgacties
3.4 DBV Kwaliteitszorg
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
3.3
Den Bekker: Spiraal model
52
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 3: Didactisch leermodel van Van Gelder
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
53
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 4: Vormen van slechtziendheid Een groot deel van de blindheid en slechtziendheid in de westerse wereld wordt veroorzaakt door vier oogaandoeningen: cataract (staar), diabetische retinopathie, macula degeneratie en glaucoom. Hieronder worden deze vier aandoeningen beschreven. Vervolgens worden er nog acht oogaandoeningen kort beschreven. Cataract (grijze staar) Bij grijze staar vertroebelt de lens, door verandering van de eiwitsamenstelling en watergehalte in de ooglens. Cataract is vooral een ouderdomsziekte. De visus daalt, doordat de lichtstralen niet direct op het netvlies kunnen vallen. De aandoening is goed te opereren, mits het oog verder in goede conditie is. De risicofactoren voor cataract zijn roken en een hoge blootstelling aan zonlicht. Verder hebben vrouwen een hoger risico op staar dan mannen. Mogelijke oorzaken kunnen zijn: een infectie tijdens de zwangerschap, overerving, ouderdom, ten gevolge van andere oogaandoeningen, ten gevolge van aandoeningen zoals suikerziekte, metabolziekte of het syndroom van Down. Verloop: Aangeboren: het oog ontwikkelt zich slecht, vaak is er ook een nystagmus (ritmisch herhaald, onwillekeurig bewegen van de ogen) aanwezig. Ontstaan in de jeugd of op latere leeftijd: lens wordt langzamerhand troebel. Mogelijke gevolgen voor de visus: Het gezichtvermogen neemt af Wazig beeld Last van lichtinval Details minder goed waarnemen (bijvoorbeeld bij lezen, draad in de naald doen, borduren, mensen herkennen) Verandering in sterkte van brillenglazen Last van schitteringen Moeite met niveauverschillen (bijvoorbeeld bij traplopen) Beste oriëntatie op heldere dagen Richtlijnen: Na lensextractie; een bril voor diverse afstanden: voor lezen en voor lezen van het computerbeeldscherm Optimale verlichting Vergroting gebruiken Contrastrijk materiaal gebruiken
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
54
ET adVISIOn Adviesbureau
Glaucoom (groene staar) Glaucoom is een groep van ziektes waarbij schade aan de oogzenuw optreedt. Een verhoogde oogdruk is daarbij een belangrijke risicofactor, maar ook bij een lage oogdruk kan groene staar ontstaan. Andere risicofactoren voor glaucoom zijn leeftijd, familiair voorkomen, cardiovasculaire aandoeningen, diabetes mellitus, bijziendheid, roken en Afrikaanse of Aziatische afkomst. Glaucoom ontstaat gewoonlijk bij oudere mensen, maar het kan ook al rond het 40e levensjaar ontstaan of zelfs nog vroeger. Glaucoom is ook vaak gecombineerd met andere eventueel aangeboren oogaandoeningen. Dat maakt het vaststellen van wat er precies aan de hand is vaak moeilijker. Wanneer glaucoom bijtijds ontdekt is, is de kans op blindheid bij een goede behandeling klein. Met een goede behandeling kan verdere beschadiging van de oogzenuw en dus achteruitgang van het gezichtsveld worden gestopt of vertraagd. Een oog met een vergevorderd stadium van glaucoom is soms niet meer te redden. Verloop: Acute, plotseling optredende groene staar. Dat gaat gepaard met pijn en misselijkheid. Directe behandeling is nodig om blijvende schade te voorkomen. Bij de geboorte gekregen. Er is dan al schade aan het oog. Geleidelijk erger wordende glaucoom. Mogelijke gevolgen voor de visus: Stoornis in het perifere zien en daardoor problemen bij de oriëntatie Stoornis in het scherpe zien Richtlijnen: Optimale verlichting Vergroting gebruiken Inschakelen van andere zintuigen ter ontlasting van de visus
Macula degeneratie Macula is de Latijnse naam voor de gele vlek. De gele vlek is, waar het de bloedvoorziening betreft, het meest kwetsbare deel van het netvlies. Bij macula degeneratie gaat de gele vlek in functie achteruit. Uiteindelijk kan het functioneren stoppen. De periferie blijft wel goed. Macula degeneratie komt het meest voor bij oudere mensen, mogelijk als gevolg van een verslechtering van de stofwisseling bij een kwetsbare bloedvoorziening. Macula degeneratie is niet te voorkomen. Wel kan inname van hoge doses antioxidanten bij personen met een hoog risico op macula degeneratie, het ontstaan van een ernstige vorm voorkómen. De risicofactoren voor macula degeneratie zijn: ongezonde voeding, roken, geslacht en erfelijkheid. Er zijn verschillende vormen van macula degeneratie: de natte vorm die gepaard gaat met oedeem, de seniele droge vorm oftewel macula degeneratie door
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
55
ET adVISIOn Adviesbureau
ouderdom en de juveniele vorm (ziekte van Stargardt) die op jongere leeftijd optreedt als gevolg van erfelijkheid. Verloop: De aandoening beperkt zich tot de macula en directe omgeving en zal daarom niet tot volledige blindheid leiden. Mogelijke gevolgen voor de visus: Natte vorm: golvende in plaats van rechte lijnen zien Droge vorm: wazig of vervormd beeld Storing in het kleuren zien Details minder goed waarnemen (bijvoorbeeld bij autorijden, lezen, televisie kijken en herkennen van gezichten) Centrale uitval Moeite met aanpassen aan de overgang van donkere naar lichtere ruimtes Minder moeite met zien in schemerdonker en donker Richtlijnen: Vergroting gebruiken Leren excentrisch te fixeren Optimale verlichting Sterk contrastrijk materiaal gebruiken
Diabetische retinopathie Diabetische retinopathie kan een complicatie bij suikerziekte oftewel diabetes mellitus zijn. Door afwijkingen aan zeer kleine bloedvaten (haarvaten) ontstaat schade aan het netvlies. Die leidt soms geleidelijk, soms snel tot blindheid of slechtziendheid. Er ontstaat een verhoogde aanmaak van bloedvaatjes, die vervolgens lekken of bloedingen veroorzaken onder het netvlies. Na meerdere bloedingen duurt het herstel steeds langer. Verloop: Netvliesafwijkingen vertonen een duidelijke samenhang met de duur van de diabetes. Mogelijke gevolgen voor de visus: Gezichtsvelduitval Details minder goed waarnemen Metamorfopsie (vertekend beeld), een rechte deurpost wordt bijvoorbeeld scheef gezien Moeilijk lezen, delen van woorden of zinnen vallen weg De gezichtsscherpte kan wisselend zijn ten gevolge van de diabetes Scotomen (‘eilandjes’ in het beeld)
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
56
ET adVISIOn Adviesbureau
Richtlijnen: Vergroting gebruiken Goede werkplekverlichting Contrastrijk materiaal gebruiken Systematiek in het kijken aanbrengen Rekening houden met de algehele conditie Voorkomen van lichthinder Goed instellen van suiker-/glucosewaarde
Retinitis pigmentosa Dystrofie of degeneratie van het netvlies begint meestal met gezichtsvelduitval rond het midden van het netvlies. De uitval breidt zich van binnen en naar buiten toe uit. Soms leidt dat tot blindheid. Hoe de aandoening verloopt, is niet voorspelbaar. De visus kan lange tijd hetzelfde blijven om dan ineens achteruit te gaan. Mogelijke gevolgen voor de visus: Nachtblindheid Een toenemende gezichtsveldbeperking Later mogelijk niet meer scherp kunnen zien Verstoorde kleuren- en lichtontvangst, hinder van scherp (dag)licht Ruimtelijke oriëntatieproblemen Moeite met volgen van bewegende voorwerpen Richtlijnen: Optimale verlichting Overzicht neemt toe als afstand tot voorwerp groter wordt Systematiek in het kijken aanbrengen Contrastrijk materiaal gebruiken Gebruik van een zonnebril tegen lichtgevoeligheid Andere zintuigen in schakelen naast gebruik van restvisus
Aniridie Het regenboogvlies (iris) ontbreekt geheel of gedeeltelijk, meestal in de beide ogen. Aniridie kan aangeboren of verworven zijn. Mogelijke gevolgen voor de visus: Lichtschuwheid / lichthinder en moeilijk kunnen aanpassen aan hoeveelheid licht
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
57
ET adVISIOn Adviesbureau
Verminderde gezichtsscherpte Gezichtsveldbeperkingen Nystagmus Richtlijnen: Contrastrijk materiaal gebruiken Getinte brillenglazen Vergrotingen gebruiken Voorkomen van direct licht in de ogen (bijvoorbeeld zonneklep/pet) Optimale verlichting Regelmatige controle door een oogarts
Ernstige bijziendheid: Myopia Gravior Myopia Gravior is een ernstige vorm van bijziendheid met netvliescomplicaties. Bij bijziendheid is het dichtbij wel mogelijk een helder beeld te krijgen. Myopia Gravior kent een progressief verloop. Mogelijke gevolgen voor de visus: Scherp zien in de verte is verminderd Vervormingen in het beeld Nachtblindheid Vele kleine scotomen Lichtschuwheid / lichthinder Gezichtsveldbeperkingen door sterke negatieve bril Richtlijnen: Vergroting gebruiken Optimale verlichting Juiste werkafstand en ergonomisch verantwoorde houding mogelijk maken Vermijden van zware lichamelijke inspanning in verband met de kwetsbaarheid van het netvlies
Albinisme Het ontbreken van pigment door een erfelijke stofwisselingsstoornis. De pigmentvorming ontbreekt in de ogen of in de ogen, de huid en het haar. Bij deze tweede vorm is de huid erg gevoelig. Mogelijke gevolgen voor de visus: Moeite met overgangen van lichte naar donkere ruimte Moeilijke oriëntatie in fel kunstlicht of daglicht Details minder goed waarnemen Verminderde gezichtsscherpte
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
58
ET adVISIOn Adviesbureau
Nystagmus Richtlijnen: Voorkomen van direct licht in de ogen (bijv. zonneklep/pet) Contrastrijk materiaal gebruiken Gelijkmatige verlichting
Ablatio retinae / netvliesloslating Het netvlies laat los, er is een splijting tussen de pigmentlaag en zenuwcellaag. Dit gebeurt bij een netvlies dat, meestal in de periferie, zwakker wordt door ernstige bijziendheid of ouderdom of ten gevolge van een trauma in de vorm van bijvoorbeeld een ongeluk of oogoperatie. Mogelijke gevolgen voor de visus: Afnemende gezichtsscherpte Op meerdere plekken gezichtsvelduitval Metamorfopsie, door de vouwen of plooien in het netvlies Fotopsieën (lichtsensaties, lichtflitsen) ‘Mouches volantes’ (zwevende deeltjes, veroorzaakt door bloed in het glasvocht) De ervaring dat er een 'gordijn' in het oog meebeweegt Richtlijnen: Optimale verlichting (zacht) Vergroting gebruiken Systematiek in het kijken aanbrengen Contrastrijk materiaal gebruiken Inschakeling van andere zintuigen Geen zware inspanning / vermijden van krachten van buitenaf op het oog
Nystagmus Nystagmus is een ritmisch herhaald, onwillekeurig bewegen van de ogen. Behorend bij een andere aandoening of op zich zelfstaand. De nystagmus kan toenemen bij het afdekken van één oog, direct licht, vermoeidheid, stress en fixeren. Mogelijke gevolgen voor de visus: Soms grove bewegingen / soms fijne trillingen, ook snelheid kan sterk verschillen De bewegingen gebeuren meestal horizontaal, maar soms verticaal of roterend Moeite met scherp zien Tijd nodig om te fixeren
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
59
ET adVISIOn Adviesbureau
Zien kost veel inspanning Richtlijnen: In- en ontspanning van de ogen afwisselen + stress vermijden Vergroting in verbande met de moeilijke fixatie Bij lezen: ruimte tussen de woorden is belangrijk, leeskader gebruiken Voorkomen van direct licht in de ogen (bijvoorbeeld zonneklep/pet) Contrastrijk materiaal gebruiken Zoeken naar hoofdstand waarin nystagmus het geringst is (ergonomisch verantwoord)
Opticus Atrofie / Neuritis Optica Opticus atrofie = degeneratie van de oogzenuw, neuritis optica = ontsteking aan de oogzenuw. Deze twee aandoeningen kunnen veel gelijkenis vertonen: een opticus atrofie kan het gevolg zijn van een neuritis optica. Eigenschappen zijn: verlies van zenuwvezels, afnemende gezichtsscherpte, gezichtsvelduitval, bleekheid van de blinde vlek. De uitval wordt bepaald door de plaats van de aandoening, de oorzaak kan het verloop bepalen. Mogelijke oorzaken zijn bijvoorbeeld tumoren, ontstekingen, neurologische ziekten enzovoorts. Mogelijke gevolgen voor de visus: Gezichtsvelduitval (in verschillende verschijningsvormen) Details minder goed waarnemen Moeite met ruimtelijke oriëntatie. Richtlijnen: Bij centrale uitval: gebruik van vergroting en excentrische fixatie Bij perifere uitval: systematisch kijken, scannen, afstand vergroten Optimale verlichting Contrastrijk materiaal gebruiken Inschakeling van andere zintuigen
Ziekte van Leber Dit is een opticus atrofie, waarbij een groot centraal scotoom kan optreden. De ziekte treft met name mannen, na de puberteit. Beide ogen raken doorgaans aangedaan. Over de oorzaak is geen zekerheid.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
60
ET adVISIOn Adviesbureau
Bronnen bijlage 2: Burgers, H., Dijk, van V., Middelaar, van J., Tol, van I., & Daniels, R (2002) “Uit het zicht”, Opzet en onderbouwing van het onderzoek. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Hardus, P., Rietveld, E., & Jansen, H.C. (2001) De 100 meest gestelde vragen over glaucoom. Den Haag: Pallas Offset B.V. Biesterbos, S., & Hofstede, S. (2001) Zicht op anders kijken; keuzemodule ergotherapie ten behoeve van mensen met een visuele beperking. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Visio (2006). Oogaandoeningen. Geraadpleegd op het World Wide Web op 21 februari 2006 http://home.visio.org/index.php?itemid=1487&PHPSESSID=4b 8c5b5dec71304 f7c2a3acfd26f3538.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
61
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 5: Uitwerking van de interviews Geïnterviewden: Haren: Lida Hartman, computer- en type-instructeur (1 jaar werkend). Goes: Joan Leunis, computer- en type-instructeur en ergotherapeut. Leiden: Joost Schaub, computer- en type-instructeur (2 jaar werkend) Heerhugowaard: Cisca van Dieren, computer-, type-instructeur en ergotherapeut. Den Haag: Irene van Tol, computer-, type-instructeur en ergotherapeut Rotterdam: Beata Kolasa, type- en Windows/Word-instructeur en orthopedagoog. Haarlem en Amsterdam: Timon van Hasselt, type-, computerinstructeur en ergotherapeut. Leeuwarden: Tina Jensma, type-instructeur. Apeldoorn: Ria Burmeister, type- en computerinstructeur.
Topic 1: Huidige situatie typecursus Beginvraag: Kunt u iets vertellen over de huidige typecursus? Subtopics: Beginsituatie cursusleiders Haren: Lida Hartman had geen ervaring met typecursussen geven maar wel met de doelgroep. Goes: ET opleiding en bekend met typen. Er zijn geen speciale eisen om de typecursus te mogen geven. Leiden: Geen opleiding, geen ervaring doelgroep en computers. Er zijn geen speciale eisen om de typecursus te mogen geven. Heerhugowaard: Cisca heeft geen specifieke cursus gedaan, ze heeft wel een inwerkperiode op Het Loo Erf gehad. Er komt ongeveer begin april een nieuwe type-instructeur die de type- en computercursussen gaat geven, dit is geen ergotherapeut. Den Haag: Irene van Tol is de enige ergotherapeut die type- en computercursussen geeft. Rotterdam: Orthopedagogen, ergotherapeuten en mensen die ervaring hebben in het werken met de computer. Haarlem en Amsterdam: In Amsterdam zijn alle type-instructeurs ook ergotherapeut. In Haarlem onbekend. Leeuwarden: Tina Jensma geeft de typecursus. Zij geeft ook typeles aan kinderen via Scheidegger. Apeldoorn: Ria Burmeister is vakdocent machineschrijven en tekstverwerken. Haar collega’s zijn docent wiskunde. Zij werken allemaal op de afdeling basisrevalidatie.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
62
ET adVISIOn Adviesbureau
Cursusmateriaal (vorm(en)) Haren: Handleiding en cursusboek van Het Loo Erf. Het cursusboek wordt aangepast aan individuele behoeften van de type-instructeur en de klant. Ook wordt er gebruik gemaakt van een Daisy-cd voor oefenopdrachten. Goes: Handleiding van het cursusboek van Het Loo Erf en eigen versie van typecursus (combinatie van Het Loo Erf materiaal en bestaande materialen). De eigen versie is alleen uitgegeven in schriftdruk (verschillende lettergroottes). In de toekomst waarschijnlijk wel op Daisy formaat zetten. Leiden: Joost gebruikt als instructeur de ‘Instructies machineschrijven op een PC’ van Het Loo Erf. Het programma Type Expert Junior (tip van Petra Hakvoort, programma is te downloaden via www. programmatrix.nl) wordt gebruikt om blind typen aan te leren. Joost heeft zelf een vereenvoudigde versie gemaakt van de instructie van de plaatsing van de vingers op het toetsenbord (het alfabet), om aan de klant mee te geven als uitleg en als huiswerkopdracht. Heerhugowaard: Handleiding en cursusboek van Het Loo Erf. Heerhugowaard heeft samen met Amsterdam het cursusboek opgesteld. Het cursusboek wordt aangepast aan de individuele behoeften van de klant. De cursus is in principe gericht op computergebruik, typemachines worden niet meer gebruikt, tenzij iemand geen computer thuis heeft. De klanten krijgen de cursus op papier mee naar huis of op Daisy-cd, eventueel met Daisy-speler. Het cursusmateriaal wordt aangeboden in verschillende lettergroottes. Den Haag: Cursusboek (met ‘woordenbanden’ 1 + 2) in verschillende lettergroottes. Rotterdam: Voor het maken van een woordenband heeft Beata o.a. gebruik gemaakt van de handleiding van Het Loo Erf. Het cursusmateriaal wordt aangeboden in verschillende lettergroottes. Voor blinden is er een ingesproken cassetteband van de cursus. Haarlem en Amsterdam: Cursusboek van het Loo Erf (woordenbanden). Timon heeft zelf nog wat extra informatie op papier gezet over het opstarten en afsluiten van de computer, opstarten en afsluiten van Word, openen en opslaan van een bestand, aanpassen van het startmenu (voor ‘huisgenoot’ van klant. Het cursusmateriaal wordt aangeboden in verschillende lettergroottes (12, 28, 36 punts) en op Daisy-cd. Timon heeft sinds kort Type Expert Junior en het programma Typecursus 7.0 van Denda aangeschaft. Hij gebruikt deze nog niet, maar wil kijken wat hiervan bruikbaar is (eerst wacht hij onze cursus af) Leeuwarden: De cursus staat alleen op papier. Apeldoorn: De cursus staat op papier in verschillende lettergroottes, is op cdrom gebrand en is ingesproken en op Daisycd gezet. Het materiaal wordt alleen in de instelling gebruikt. Frequentie/duur Haren: 10 lessen van 60 minuten per keer, 1 keer per week. Over het algemeen is dit prima haalbaar voor de klanten. Goes: 10 lessen van 60 minuten per keer, 1 keer per week.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
63
ET adVISIOn Adviesbureau
Leiden: Er wordt gesteld dat er 46 lessen van 60 minuten nodig zijn om blind te leren typen. In praktijk blijkt dat doorgaans 10 tot 15 lessen van 60 minuten per keer, 1 keer per week, voldoende is om blind te leren typen. Heerhugowaard: Ongeveer 15 lessen, dit hangt heel erg af van de leeftijd, gezondheid en hoe snel de klant leert. De lessen duren meestal 1 uur, maar soms heeft iemand bijvoorbeeld meer pauzes nodig of is de groep iets groter, dan duurt het 1,5 uur. In het begin komt de klant iedere week, als de klant de basisrij eenmaal onder de knie heeft wordt de frequentie minder (1x in de twee weken – 1x in de maand). Den Haag: Ongeveer 15 lessen van 1 uur, 1 keer per week. Tijdens dit uur houdt Irene regelmatig pauze, waarin ze oefeningen doet met de cursisten om de spieren los te maken. Officieel staat er volgens Irene 26 lessen voor het blind leren typen, maar dit aantal haalt zij nooit. Rotterdam: Gemiddeld 20 lessen van 60 minuten per week. Ouderen hebben vaak meer lessen nodig dan jongeren, tevens heeft dit te maken met de soort aandoening. Haarlem en Amsterdam: 10 lessen van 1 uur, 1x per 2 weken. Echter, dit is een gemiddelde en verschilt erg per klant. Dit is bij aanvang erg moeilijk in te schatten. Leeuwarden: De typecursus duurt ongeveer 10 lessen, dit is 1x per week 1,5 uur. Apeldoorn: De klanten bij de basisrevalidatie hebben een meervoudige hulpvraag en zijn van maandag t/m vrijdag in Het Loo Erf. De klanten oefenen 4x per week, ongeveer 18 weken lang en kunnen dan werken met de programma’s Word, Outlook en internet. Doel van de cursus Haren: De klant leert met tien vingers te typen zonder op het toetsenbord te kijken. Het doel kan aangepast worden aan de individuele mogelijkheden van de klant. Goes: Blindelings typen van letters cijfers en punt, komma (variëring mogelijk per klant). Leiden: Tienvingerig blind leren typen van het alfabet, spatiebalk, entertoets en shifttoets. Tevens is gemotiveerd blijven om verder te leren omgaan met de computer een belangrijk doel. Heerhugowaard: Het doel is blindelings het toetsenbord bedienen. De klant hoeft niet heel snel te leren. (tenzij de klant dit graag wil) Den Haag: Het doel vanuit Visio is blind leren typen, waarbij de snelheid ‘een beetje belangrijk’ is. Rotterdam: Het einddoel van de cursus is volledige toetsenbordvaardigheid. Haarlem en Amsterdam: Kennis hebben van het toetsenbord, toetsen blindelings kunnen vinden. De snelheid van het typen is hierbij niet zo belangrijk. Leeuwarden: Met tien vingers blind typen. Apeldoorn: Met tien vingers blind typen op het alfanumerieke gedeelte.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
64
ET adVISIOn Adviesbureau
Doelgroep cursus Haren: Visueel beperkten vanaf 18 jaar, verschillend niveau in het werken met de computer. Goes: Volwassenen, verschillend niveau in het werken met de computer. Leiden: Visueel beperkten van alle leeftijden, verschillende niveaus in het werken met de computer. Heerhugowaard: Visueel beperkten van alle leeftijden (18+), verschillende niveaus in het werken met de computer. Den Haag: Visueel beperkten van alle leeftijden, verschillende niveaus in het werken met de computer. Rotterdam: Visueel beperkten vanaf 18 jaar, over het algemeen geen ervaring met het werken met de computer. De groep slechtzienden is groter dan de groep van de blinden. De meeste cursisten zijn 60+. Haarlem en Amsterdam: Verschillende leeftijden, verschil in ervaring in het werken met de computer. Leeuwarden: De cursus is voor iedereen. Apeldoorn: Voor iedereen van 18 jaar en ouder die in hun vrijetijd met de computer wil werken. 95% van de mensen die in basisrevalidatie willen ook typeen computerles. Instapvoorwaarden (ervaring computer, doel, leeftijd e.d.) Haren: Geen instapvoorwaarden. Goes: De klant moet thuis over een computer beschikken, Word hoeft niet persé op de computer geïnstalleerd te zijn. Leiden: Voor typen zijn er geen instapvoorwaarden. Voor de vervolgcursussen moet de klant blind kunnen typen. Heerhugowaard: Geen instapvoorwaarden. Soms kan er tijdens de typecursus juist gekeken worden of een computer geschikt is voor een klant, of iemand gemotiveerd en leerbaar is. Den Haag: De klant moet thuis over een computer beschikken, gemotiveerd zijn om te leren typen en een duidelijk doel hebben met het leren typen. Rotterdam: Belangrijk is dat de klant gemotiveerd moet zijn en in het bezit van een computer (of deze binnenkort aanschaffen). Haarlem en Amsterdam: Klant moet gemotiveerd zijn en een doel hebben met het leren typen. Leeuwarden: De klant moet thuis kunnen oefenen. Apeldoorn: Er zijn geen instapvoorwaarden. Werkvorm (begeleiding, individueel/groep, huiswerkopdrachten) Haren: De cursus wordt gegeven door een computer/type-instructeur in een groep van maximaal drie personen. De klanten wordt geadviseerd om een a twee keer per dag te oefenen met huiswerkopdrachten. Er is geen gemiddelde oefentijd, de oefentijd verschilt per klant. Goes: Groepen van twee tot vier personen. Voor de huiswerkopdrachten wordt een advies gegeven om een aantal keren in de week een kwartier te oefenen.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
65
ET adVISIOn Adviesbureau
Leiden: Groepen van maximaal drie personen of individuele begeleiding. In sommige gevallen hebben klanten zeer veel moeite met het werken op toetsenborden die anders zijn dan thuis, dan kiest Joost ervoor om thuis individuele begeleiding te geven. Advies voor huiswerkopdrachten is iedere avond 10 minuten oefenen. Heerhugowaard: Groepen van 2 of 3 personen en individuele begeleiding. Een grotere groep lukt vaak niet door de verschillen in niveau en doel. Er worden huiswerkopdrachten gegeven die voortkomen uit het cursusmateriaal, dit wordt nabesproken maar niet gecontroleerd. Den Haag: Groepen van ongeveer drie cliënten, individuele begeleiding komt ook wel eens voor. Als een klant steeds dezelfde problemen heeft met typen of de computer gaat Irene eenmalig op huisbezoek. Irene geeft het advies om per keer 15 minuten te oefenen, het liefst elke dag ’s ochtends en ’s middags. Ze gebruikt de huiswerkopdrachten uit het cursusboek, ze geeft aan het begin van de cursus een beschrijving op papier mee waarop staat hoe je Word opstart. Aan het eind van de cursus geeft ze een lijst mee met diverse sneltoetsen onder andere met betrekking tot opmaak. Rotterdam: De typecursus wordt individueel of in een groep van maximaal vier personen gegeven. Individuele instructie en begeleiding is belangrijk. Voor blinden geldt dat zij vaak problemen hebben met spellen van woorden en dat komt uit in het typen. Datgene dat in de les geleerd is wordt de klanten gevraagd om thuis te oefenen. Ouderen worden geadviseerd om 10 minuten te oefenen en jongeren +/- 30 minuten. De huiswerkopdrachten controleert de type-instructeur. Haarlem en Amsterdam: In Amsterdam werd gewerkt in groepen van 2 tot 4 klanten. Individuele instructie is hierbij belangrijk. In Haarlem is Timon nu eerst begonnen met individuele typetraining, maar hij wil de begeleiding in de toekomst ook in groepen gaan geven. Huiswerkopdrachten worden meegegeven. Leeuwarden: Meestal individueel, de klanten krijgen huiswerk mee op papier. Apeldoorn: De cursus wordt gegeven in groepen, voor slechtzienden is dit een groep van maximaal 6 personen en voor blinden en mensen met bijkomende problemen is dit maximaal.een groep van 4 personen. Voor mensen die problemen hebben met taal is dit een groep van maximaal 4 personen. Elke groep bestaat uit mensen met verschillend niveau en ervaring met het werken met de computer. Er worden geen huiswerkopdrachten meegegeven, want de klant oefent in de instelling. Controle getypte tekst Haren: De meeste klanten kunnen het toetsenbord zelf niet zien, de handen worden daarom ook niet afgedekt. Tijdens de cursus kijkt de type-instructeur mee en controleert op die manier. Huiswerkopdrachten worden niet gecontroleerd. Goes: Af en toe wordt er zonder hulpmiddel of beeld gewerkt, om op die manier op jezelf te leren vertrouwen. Er zijn mogelijkheden om een soort tafeltje over het toetsenbord te zetten of een donkere bril op te zetten (dit wordt zeer zelden gebruikt). De type-instructeur controleert tijdens de cursus wat de klant typt, soms wordt het huiswerk ook gecontroleerd als de klant hierom vraagt.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
66
ET adVISIOn Adviesbureau
Leiden: Bij het programma Type Expert Junior wordt er d.m.v. een leuk geluid duidelijk gemaakt dat er een fout is gemaakt tijdens het typen. Bij het oefenen met typen in Word kan de klant de getypte tekst controleren d.m.v. spraakhulpmiddel. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om de huiswerkopdrachten te doen, Joost controleert dit niet. Heerhugowaard: Er wordt vaak gebruikt gemaakt van een demo van een hulpmiddel, zodat de getypte tekst gecontroleerd kan worden. Den Haag: Irene adviseert aan de klanten om niet meteen de tekst te controleren en te corrigeren, om ‘feeling’ met het typen te krijgen. Irene kijkt in de lessen of de vingerzetting bij de klanten goed is en of ze veel of weinig fouten maken. Rotterdam: Tijdens de cursus kijkt de type-instructeur mee en controleert op die manier. Huiswerkopdrachten controleert Beata. Haarlem en Amsterdam: Dit vindt Timon niet zo belangrijk. Alleen als klanten hun tekst zelf graag willen controleren, dan begeleidt hij ze hierbij. Het gaat Timon veel meer om het ‘feeling’ krijgen met het typen. Leeuwarden: De klanten controleren de tekst zelf of met hulp van familie. Apeldoorn: De klanten controleren hun tekst zelf met hun hulpmiddel. Oriëntatie toetsenbord Haren: Uitgaande van basisrij met wijsvingers op J-toets en F- toets, dit wordt consequent gebruikt als oriëntatiepunt op het toetsenbord. Hierop worden bumpons geplakt voor betere herkenning. Vanaf de basisrij wordt de letter van de bovenrij en vervolgens de letters van de benedenrij aangeleerd. Het numerieke gedeelte wordt aangeleerd vanaf de onderste rij en van rechts naar links. Op de middelste toets wordt een bumpon geplakt. Goes: Spatiebalk, CapsLock en basisrij worden als oriëntatiepunt aangehouden. Leiden: Uitgaande van basisrij met wijsvingers op J-toets en F- toets, dit wordt consequent gebruikt als oriëntatiepunt op het toetsenbord. Hierop worden bumpons geplakt voor betere herkenning. Vanaf de basisrij wordt de letter van de bovenrij en vervolgens de letters van de benedenrij aangeleerd. Tevens dient de spatiebalk als extra oriëntatiepunt. Heerhugowaard: Eerst oriënteren (voelen) op het hele toetsenbord, dan typen vanuit de basisrij. Eerst de basisrij, dan de bovenste, dan de onderste rij. Den Haag: De basisrij met de wijsvingers op de J-toets en F- toets en de spatiebalk zijn de belangrijkste oriëntatiepunten. De oriëntatie vindt plaats van onder naar boven (bijvoorbeeld naar Delete vanuit de cursortoetsen). Rotterdam: zie methode. Haarlem en Amsterdam: De letters worden aangeleerd vanuit de basisrij met de wijsvingers op de J-toets en F- toets (met bumpons). Timon leert de klanten goed de grootte en vorm van het toetsenbord te voelen en op die manier leert hij de klant oriënteren. Hij maakt hierbij, naast het alfanumerieke gedeelte, gebruik van de ‘gleuven’ die tussen de verschillende toetsenblokjes zit. Leeuwarden: Dit gebeurt via de grondstelling, hiermee wordt bedoeld dat de vingers in de beginstelling worden gezet op de asdf, jkl;: Vanuit deze grondstelling maak je de bewegingsbanen, bijvoorbeeld ded, ftf, juj, na elke aanslag komen de vingers terug in de grondstelling.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
67
ET adVISIOn Adviesbureau
Apeldoorn: De klant leert oriënteren op de basisrij, óf via Control en dan 2 rijen omhoog en dan naar rechts óf vanaf de spatiebalk 2 rijen omhoog. Ria maakt alleen gebruik van bumpons als klanten dit al gewend zijn of als zij sensibiliteitsstoornissen hebben. Op de backspace plakt Ria altijd een bumpon. Oriënteren op de toetsen Insert, Delete, Home, End, PageUp en PageDown wordt aangeleerd vanaf de onderkant van het toetsenbord. Methode en volgorde van typen aanleren Haren: Eerst een exploratie door de ET en gedurende de cursus Word gekeken wat de mogelijkheden zijn van de klant. Instructie van type-instructeur is als volgt: instructie over aantal lessen, doel van de cursus, dat het gaat om leren gebruiken van het toetsenbord, hoe de klant de computer aantreft (standaardinstellingen), wat de klant kan verwachten, dat de klanten schriftelijke huiswerkopdrachten meekrijgen en dat er wordt verwacht dat zij iedere dag oefenen. De klanten leren via het startmenu Word op te starten en af te sluiten. Dan wordt er gestart met het oriënteren op het toetsenbord. Allereerst leert de klant enkelvoudige letters te typen, deze worden herhaald, vervolgens wordt in combinatie met andere letters woorden getypt. Dan volgen de cijfers en hoofdletters, leestekens, het 6-bloktoetsen en Esc, Backspace, Control en Alt (e.d.), en numerieke gedeelte, basistoetsen voor gebruik van de hulpmiddelen, cursortoetsen. Meest gebruikte leestekens: punt, komma, dubbele punt, vraagteken, uitroepteken @, procentteken, &-teken, *teken, haakjes (), plus- en minteken, =-teken, underscore. De functietoetsen (Ftoetsen) bovenaan het toetsenbord worden niet aangeleerd omdat deze zeer weinig toegepast worden. Het aanleren van sneltoetscombinaties (Control+C) komt niet in de typecursus voor. Het gaat in de typecursus om het blind leren typen met tien vingers en het vinden en intoetsen van de meestgebruikte toetsen. Goes: Er vindt een kennismaking plaats, vervolgens leert men letters, zinnen en tenslotte teksten te typen, aan het eind van de 10 lessen vindt er een evaluatie plaats. Er wordt instructie gegeven vanuit de basisrij leren typen. Ribbeltje op Jtoets en F-toets. Vandaaruit worden alle letters geoefend en tevens punt en komma geleerd. Letters, cijfers, punt, komma en hoofdletters worden geleerd. De overige toetsen worden in de Windows/Wordcursus geleerd, er worden alleen typevaardigheden aangeleerd. Leiden: Joost exploreert wat het gezichtsvermogen en niveau van de klant is en wat de klant wil. Vervolgens worden er twee lessen besteed aan ergonomie en de instructie over de basisrij (J- en F-toetsen). Dan wordt er in Word geoefend en gestart met het programma Type Expert Junior. De klant leert vier letters per les. Eerst leert de klant de basisrij (middelste rij), dan de bovenste rij, vervolgens de onderste rij. Spatie, shift en entertoets worden tussendoor geleerd. Het gaat niet op snelheid maar om accuratesse (nauwkeurigheid). De letters worden aangeleerd in lettercombinaties en woorden. Ook de toetsen die nodig zijn voor het gebruik van het hulpmiddel leert Joost, afhankelijk van het niveau van de klant, ook tussendoor aan. Er worden geen zinnen of teksten geoefend. Heerhugowaard: Eerst wordt er een ICT-onderzoek gedaan om te onderzoeken welk hulpmiddel bij de klant past, hoe gemotiveerd de klant is en wat de hulpvraag is. Eerst vindt er oriëntatie op het hele toetsenbord plaats, dan Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
68
ET adVISIOn Adviesbureau
computer aanzetten, Word opstarten, alfabet typen en gebruik van numerieke gedeelte, opslaan/afdrukken. De belangrijkste leestekens zoals: punt, komma, vraagteken enzovoorts worden aangeleerd. De Insertknop wordt ook snel aangeleerd. De type-instructeurs bepalen zelf welke leestekens iemand ‘nodig’ heeft. Functietoetsen leren ze zelden aan. Sneltoetsen staan niet in de cursus, maar worden wel aangeleerd. Hierbij worden de referentiekaarten van VGMD gebruikt. Den Haag: Allereerst stelt Irene groepjes samen, door te kijken naar de oogziekte die de klant heeft, het hulpmiddel dat gebruikt wordt, de benodigde vergroting, de leeftijd en de problemen die de klant ervaart. Vervolgens stemt Irene het licht op de verschillende klanten af. In de eerste les vertelt ze iets over ergonomie, belasting-belastbaarheid en hoe je de computer en Word opstart en afsluit. (opstarten van Word: Windowstoets en daarna de letter W) Ook leert de klant de J, de F en de spatiebalk. In de volgende lessen leert Irene de klant het hulpmiddel op te starten, de juiste vergroting in te stellen (met een hulpmiddel) en te oefenen met alle letters van het alfabet. Per les leert de klant ongeveer 3 / 4 nieuwe letters. Hierbij typt de klant eerst één regel dezelfde letter zonder spaties, daarna letter-spatie en daarna de woordenband. De klant leert: het hele toetsenbord behalve de functietoetsen (Alt F4 wel) en weinig gebruikte symbolen (zoals * $ [ ] ). Verder leert de klant hoofdletters, sneltoetsen voor opmaak en de basis van het gebruik van het hulpmiddel. Rotterdam: In de eerste les ligt de nadruk op ergonomie. In de volgende lessen zal via een systematische wijze het typen aangeleerd worden. Allereerst worden de letters aangeleerd, vervolgens punt, komma, afbreekstreepje, hoofdletter, cijfers, alle leestekens (op cijfertoets), de diakritische tekens, numerieke gedeelte, sneltoetsen. De functietoetsen F4, F7 en F12 worden aangeleerd, daarnaast alle Windowstoetsen en Control-P, Control- U en Control- B. Per les worden er twee tot vijf/ zes letters geleerd, dit varieert per klant. De cursor en deletetoets worden in een vroeg stadium aangeleerd. De diakritische tekens worden aangeleerd door gebruik van de Control- toets, als alternatief wordt er soms gekozen voor de Alt-toets. Er wordt gewerkt vanuit de basisrij, voor het vinden van de J en F toets leren klanten vanuit de linker Ctrl-toets, 3 toetsen omhoog te gaan en de vingers te plaatsen op de bumpons. Vanuit de basisrij wordt eerst naar boven en vervolgens naar beneden gewerkt, hierbij wordt de volgorde aangehouden van wijs-, middel-, ringvinger en pink. De klant krijgt de mogelijkheid om het typen op eigen tempo, zich eigen te maken. Een concrete opdracht bij het oefenen met de toetsen is een goede leeropdracht en blijkt de klant te motiveren. Haarlem en Amsterdam: Er wordt begonnen met een type-exploratie waarin gekeken wordt naar het doel wat de klant heeft, het aanbod wat hierbij past (welke vorm), de toetsen op het toetsenbord worden uitgelegd, ergonomie wordt uitgelegd, handenstand. Vervolgens wordt in de cursus geleerd hoe de computer en Word opgestart moeten worden. Dan wordt verder gegaan met de woordenbanden van Het Loo Erf. Het alfabet, de toetsen om Windows te navigeren: Tab, alt, Esc, Enter, Control-toets, Alt-F4, Shift, Backspace, delete, cursortoetsen, leestekens, spatie worden aangeleerd. Het hangt heel erg af van
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
69
ET adVISIOn Adviesbureau
het doel van de klant, welke toetsen worden aangeleerd. Soms wordt het scherm uitgeschakeld tijdens het oefenen, om de nadruk te leggen op het ‘feeling’ krijgen met het typen. Het leren van de basis voor het gebruik van het hulpmiddel van de klant, wordt verweven in de typecursus. Leeuwarden: Het typen wordt aangeleerd vanuit de grondstelling, dus altijd de vingers op de asdf, jkl;: (en de gh (van geen handen) vrij houden). Deze vingerstand kan extra gecontroleerd worden door de vingerproef te doen, de wijsvingers kunnen naar elkaar toe bewegen, je voelt ook de streepjes onder de wijsvingers (op de j en de f). Vervolgens wordt vanuit die houding de bewegingsbanen aangeleerd, bijvoorbeeld ded, ftf, juj, na elke aanslag komen de vingers terug in de grondstelling. De klant wordt geleerd dat elke vinger vaste toetsen heeft, daarna komt de vaardigheid daarin en moet de klant ritmisch leren typen, en elke toets even lang ingedrukt houden. Elke week komen er nieuwe letters bij tot ze alle beheersen en dan worden er langere teksten getypt. De klant maakt de oefeningen in Word en doet met die teksten ook dingen als opslaan, opmaak etc. om het iets minder saai te maken. Apeldoorn: Allereerst vindt er een observatie plaats van de klant en wordt de hulpvraag en het benodigde hulpmiddel bepaald. Vervolgens wordt begonnen met uitleg van ergonomie en verlichting en wordt kennisgemaakt met het typen van het alfabet aan de hand van de basispositie en het oefenen van alle losse letters en simpele woordjes. De uitleg over ergonomie en de basispositie wordt steeds herhaald. Dit vindt Ria erg belangrijk! De meeste klanten oefenen het typen meteen al met hulpmiddel. Na 1 ½ tot 2 weken wordt overgegaan op inprenting van het alfanumerieke gedeelte aan de hand van het oefenen van woorden en teksten in Word. In Word worden verder het gehele toetsenbord aangeleerd. Hoe wordt instructie gegeven? In Haren en Goes is deze vraag niet aan de orde gekomen. Leiden: Joost geeft mondelinge instructie, er wordt geen gebruik gemaakt van schriftelijke instructie. Den Haag: Er wordt veel mondelinge instructie gegeven, het lijstje van sneltoetsen voor opmaak e.d. en opstarten en afsluiten van de computer en Word wordt op schrift meegegeven. Rotterdam: Er wordt mondelinge instructie gegeven. In de woordenband zijn aspecten van zeer korte instructie opgenomen. Haarlem en Amsterdam: Timon begint de les altijd met een centraal ‘praatje’ waarin hij de klanten herinnert aan hun werkhouding en reflecteert op de huiswerkopdrachten. Verder geeft Timon tijdens de lessen veel individuele instructie en geeft hij aan het einde van de les huiswerkopdrachten mee met de geleerde sneltoetsen. Ook geeft hij in de cursus de klant de aanvullingen bij de typecursus mee op papier (zie ‘cursusmateriaal’). Leeuwarden: Er wordt mondeling instructie gegeven. Apeldoorn: In het cursusboek voor de klant staan alleen de oefeningen aangegeven. De instructie bij de oefeningen wordt alleen mondeling gegeven. In het cursusboek staat dan ‘vraag om uitleg’. Afhankelijk van het niveau van de
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
70
ET adVISIOn Adviesbureau
klant is de mondelinge instructie uitgebreid of iets minder uitgebreid. De mondelinge instructie gebeurt voornamelijk individueel. Alleen als een groep slechtzienden, bijvoorbeeld, tegelijk start wordt de ergonomie de eerste les centraal uitgelegd. Standaardinstellingen (Word, startmenu e.d.) Haren: De type-instructeur heeft de computer opgestart, het beginscherm is het bureaublad, tevens zijn de hulpmiddelen zo ingeschakeld dat deze direct gebruikt kunnen worden. Vaak hebben klanten thuis de computer zo ingesteld dat het hulpmiddel al gebruikt kan worden. De klanten moet thuis in staat zijn om Word op te starten. Goes: Afhankelijk van de ervaring en kennis van de klant wordt de computer of het Word programma wel of niet opgestart. Doorgaans is Word al opgestart. Leiden: Afhankelijk van de ervaring en kennis van de klant wordt het programma en het hulpmiddel opgestart door Joost. Het bureaublad is het uitgangspunt om de les mee te beginnen. De klanten wordt aangeleerd om vanuit de menubalk te werken. Heerhugowaard: Als de klant binnenkomt staat de computer aan. De klant leert in het begin Word op te starten via het startmenu, ze zetten Word vaak op 1 in het startmenu. Den Haag: De klant leert de computer en Word zelf op te starten en af te sluiten. Irene geeft wel advies over het vereenvoudigen van het startmenu. Rotterdam: De type-instructeur heeft de computer dusdanig ingesteld dat de klant direct kan beginnen. Haarlem en Amsterdam: De klant leert de computer en Word zelf op te starten en af te sluiten. Timon vereenvoudigt het startmenu door de programma’s te nummeren en door het menu zo in te stellen dat er maar 1 kolom ‘omhoog’ komt als het startmenu geactiveerd wordt. Soms worden overbodige pictogrammen van het bureaublad gehaald of de contrasten aangepast in Word. Leeuwarden: De klant leert zoveel mogelijk zelf met sneltoetsen te werken. Apeldoorn: Ria start de computer in het begin voor de klant op. De klant moet altijd eerst inloggen op het netwerk om aan de slag te kunnen. Ook dit doet Ria in het begin zelf. Na een aantal weken moet de klant dit zelf doen en moet zij ook zelf Word opstarten. Ria maakt geen gebruik van vereenvoudiging van het startmenu. Zij leert de klant op verschillende manieren Word op te starten, nl. met de pijltjestoetsen of met letters. Ruimte (inrichting, verlichting, bureau en bureaustoelen) Haren: In de computerruimte zijn standaard lichtbakken met lichtdimmers in het plafond. Tevens wordt er voor gezorgd dat het licht niet direct in de ogen schijnt. In de computerruimte staan bureaus met bureaustoelen. De klanten zitten naast elkaar. De instelmogelijkheden van het meubilair is niet optimaal, wel wordt er aandacht geschonken aan instellen van de bureaustoel. Goes: In de computerruimte staan in hoogte verstelbare bureaus en bureaustoelen. Monitoren staan op een verstelbare standaard, documenthouders zijn aanwezig. De type-instructeurs geven instructie m.b.t. ergonomie. Binnenkort
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
71
ET adVISIOn Adviesbureau
zal er een verhuizing plaatsvinden, daar zal de verlichting aangepast worden namelijk door dimmers te plaatsen. Leiden: In de computerruimte staan in hoogte verstelbare bureaus en bureaustoelen. De verlichting bestaat uit lampen met lamellen waardoor het licht wordt verstrooid, ook zijn er dimmers. Heerhugowaard: In de computerruimte kan het licht gedimd worden. Er wordt veel aandacht besteed aan verlichting, door bijvoorbeeld huisbezoeken of door het uitlenen van speciale lampen. De type-instructeurs geven instructie over ergonomie. Den Haag: In de computerruimte kan het licht gedimd worden. Er staan een aantal computers met verschillende monitoren. Er zijn in hoogte verstelbare bureaustoelen en aanwezig. Voor de ramen hangen luxaflex. Rotterdam: In de computerruimte staan in hoogte verstelbare bureaus en bureaustoelen. Voor de ramen hangen luxaflex. Er is een lichtdimmer aanwezig. Haarlem en Amsterdam: In Amsterdam is dit zeer slecht, met name wat betreft de ergonomie. Er zijn wel verstelbare stoelen, maar deze zijn erg oud. Verlichting is niet optimaal, 1 lamp kan maar gedimd worden (wel met lamellen), de tafels zijn niet instelbaar. In Haarlem is nog geen officiële computerruimte, maar na de zomer gaat deze er wel komen met de verbouwing. Leeuwarden: De ruimte is goed ingericht qua ergonomie en verlichting. Apeldoorn: In de ruimte staan verstelbare bureaustoelen en tafels. Er zijn verschillende toetsenborden en hulpmiddelen aanwezig, zoals een brailleleesregel, afdekplaat, polsteunen, toetsenborden met verdieping, leesstandaard enzovoorts. Middelen (monitoren, soort toetsenbord) Haren: Er wordt gebruik gemaakt van CTS-schermen (met toeter), ook is er een LCD-scherm. Klanten geven aan dat er verschil bestaat tussen toetsenborden van thuis en de instelling (met namen: entertoets en de afstand van de onderlinge toetsen). Goes: Er wordt gebruik gemaakt van CRT- (met toeter) en TRT- (flatscreen) schermen. De toetsenborden worden aangepast met plakletters en/of bumpons. Leiden: Er staan twee flatscreens en een normale monitor (met toeter). Er wordt gebruik gemaakt van standaard toetsenborden. Een toetsenbord heeft plakletters, alle toetsenborden hebben bumpons op de J- en de F- toets. Eén computer is voorzien van een brailleleesregel. Het blijkt dat klanten vaak beschikken over de nieuwste toetsenborden (dus met extra knoppen aan de bovenkant van het toetsenbord). Heerhugowaard: Er wordt gebruik gemaakt van TFT-schermen en ook van een CRT-scherm. Het contrast en de helderheid worden vaak aangepast. Er wordt gebruikt gemaakt van het QWERTY-toetsenbord, met de meest voorkomende indeling. Er worden bumpons op de J- en de F- toets (en eventuele andere toetsen) geplakt. Ook worden de handen soms afgeschermd met een soort afschermtafeltje.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
72
ET adVISIOn Adviesbureau
Den Haag: Er wordt gebruik gemaakt van flatscreens en CRT-schermen van 15 en 17 inch. Er wordt gebruik gemaakt van standaard QWERTY-toetsenborden zonder sneltoetsen voor Internet e.d. Soms worden er kleine bumpons op de Jen F-toets geplakt, maar dit probeert Irene zoveel mogelijk te vermijden. Rotterdam: Er wordt gebruik gemaakt van flatscreens en CRT-schermen, bij flatscreens is er sprake van een beter contrast. Er wordt gebruik gemaakt van standaard QWERTY-toetsenborden met op de J- en F- toets een bumpon geplakt (op andere toetsenborden zijn op sommige plaatsen nog meer bumpons geplakt). Voor mensen met een motorische beperking zijn er aangepaste toetsenborden. Haarlem en Amsterdam: Zowel in Haarlem als in Amsterdam wordt gebruik gemaakt van de ‘standaard’ QWERTY-toetsenborden. Eén toetsenbord heeft stickers met vergrote letters. Alle toetsenborden hebben bumpons op de J- en de F-toets. Er wordt gebruik gemaakt van zowel CRT- als TFT-schermen. In Haarlem is 1 scherm van 21 inch beschikbaar, deze wordt nog niet gebruikt. Leeuwarden: Er zijn verschillende soorten computerschermen aanwezig, zowel CRT- als TFT-schermen. Er wordt gebruik gemaakt van QWERTYtoetsenborden. Apeldoorn: Er zijn verschillende monitoren en QWERTY-toetsenborden aanwezig (zie ook ‘ruimte’). Gebruik van hulpmiddelen (spraak, vergroting, brailleleesregel, leesstandaard) Haren: De Control en Alt zijn de meest gebruikte toetsen om met hulpmiddelen te kunnen werken. De uitgebreide uitleg over de toetsenbordcombinaties worden door de leverancier(s) gedaan. De cursisten hebben vaak bij de start van de cursus nog geen hulpmiddelen of kennis/ervaring met het werken met het hulpmiddel. De meest voorkomende hulpmiddelen zijn spraak en vergroting, dit los te gebruiken van elkaar maar ook in combinatie, en brailleleesregel. Goes: De meest voorkomende hulpmiddelen zijn spraak en vergroting, deze zijn los te gebruiken van elkaar maar ook in combinatie en samen met een brailleleesregel. Leiden: De meest voorkomende hulpmiddelen zijn spraak en vergroting, deze zijn los te gebruiken van elkaar maar ook in combinatie en samen met een brailleleesregel. Heerhugowaard: Voor de cursus wordt eerst een ICT-onderzoek gedaan. Tijdens de cursus gebruiken ze vaak een demo van het hulpmiddel. Soms gebruikt een klant een tv-loep om het cursusmateriaal te kunnen lezen. Blinden werken altijd met spraak. Den Haag: De meest gebruikte hulpmiddelen zijn Zoomtext, Lunar, Lunar Plus, Supernova en Jaws. Bij vergroting vanaf 4x wordt er meestal al gebruik gemaakt van spraak. Bij spraakprogramma’s gebruiken de klanten een koptelefoon. De meeste klanten die de typecursus volgen, maken gebruik van een hulpmiddel. Rotterdam: De meest gebruikte hulpmiddelen zijn Zoomtext, Lunar, Lunar Plus, Supernova en Jaws. Er wordt veel gebruik gemaakt van (ondersteuning) spraak. Er wordt gebruik gemaakt van een leesstandaard. Er is een brailleleesregel aanwezig.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
73
ET adVISIOn Adviesbureau
Haarlem en Amsterdam: De meest gebruikte hulpmiddelen zijn Zoomtext, Lunar, Lunar Plus, Supernova en Jaws. Bij aanvang van de typecursus hebben veel cursisten nog geen hulpmiddel ter beschikking. Vaak is deze nog in aanvraag of gebruiken ze een demo. In Haarlem is een leeststandaard aanwezig. Leeuwarden: Iedereen gebruikt gewoon zijn eigen hulpmiddel, Zoomtext, Jaws of Supernova. Apeldoorn: De meeste klanten maken gebruik van een hulpmiddel. De hulpmiddelen zijn standaard geïnstalleerd op de computers. Een enkele keer komt het voor dat de klant geen hulpmiddel nodig heeft en het aanpassen van contrast en lettergrootte e.d. in Windows ook volstaat. Cursustraject type- en vervolgcursussen Haren: De typecursus kan apart gevolgd worden. Indien de klant meerdere cursussen wil volgen kan dat, wel zijn er bepaalde instapvoorwaarden om aan de Word/Windows, Outlook en Internet Explorer deel te nemen. Goes: De cursussen kunnen zowel na elkaar als los van elkaar gevolgd worden. Leiden: De voorwaarde om de vervolgcursussen te volgen is blind kunnen typen. De volgorde van de vervolgcursussen is over het algemeen: Word, Outlook, Internet Explorer. Heerhugowaard: Eerst wordt de cursus type- en toetsenbordvaardigheden gevolgd, daarna de VGMD-cursussen. Den Haag: Meestal wordt het volgende traject gevolgd: typecursus, Windows/Word, Outlook, Internet. Rotterdam: Eerst wordt de cursus type- en toetsenbordvaardigheden gevolgd, daarna de VGMD-cursussen. Haarlem en Amsterdam: Meestal wordt het volgende traject gevolgd: typecursus, Windows/Word, Outlook en Internet. Soms is het voor een klant niet nodig om het gehele cursustraject te volgen. Dan wordt deze aangepast. Leeuwarden: Geen antwoord ontvangen. Apeldoorn: Na kennismaking met het toetsenbord wordt vrijwel altijd overgegaan op het werken met Word. In welke volgorde de klant met de rest van de programma’s leert werken, hangt af van de vraag van de klant. Evaluatiemoment over de cursus zelf Haren: Aan het eind van de cursus vindt er een evaluatiegesprek plaats en wordt de klant gevraagd om een evaluatieformulier in te vullen. Bij dit evaluatieformulier gaat het om eenvoudige vragen en over de tevredenheid van de klant over de cursus. Goes: Vaak vindt er doorstroming plaats naar de vervolgcursussen. Er is geen apart evaluatiemoment. Leiden: Vaak vindt er doorstroming plaats naar de vervolgcursussen. Er is geen apart evaluatiemoment. Heerhugowaard: Aan het eind van de cursus vindt er wel een evaluatie plaats om te kijken welk hulpmiddel er aangevraagd moet worden (tenzij dat al gebeurd is). Soms wordt er bijvoorbeeld na 5 lessen geëvalueerd, of een computer geschikt is voor de klant.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
74
ET adVISIOn Adviesbureau
Den Haag: Er is geen officiële evaluatie van de typecursus. Irene vraagt wel vaak wat de klanten van de cursus vonden. Ook vindt er een algemene evaluatie plaats van de hele behandeling. Rotterdam: In de laatste les bekijkt de type-instructeur hoe het typen gaat en wat het vervolg zal zijn. Daarnaast wordt gekeken hoe tevreden de klant zelf is. Haarlem en Amsterdam: Is er niet. Het zou wel goed zijn als deze er zou zijn. Leeuwarden: Geen officieel evaluatiemoment, evaluatie gebeurt meer per les. Apeldoorn: Er is geen officieel evaluatiemoment van de typecursus. Aan het einde van de totale behandeling vindt er wel een eindevaluatie plaats. (Eind)toets cursisten Haren: Geen. Wanneer de klant het alfabet kan typen dan wordt er vervolgd met de andere toetsenbordvaardigheden. De type-instructeur bepaalt in samenspraak met de klant of de cursus afgesloten kan worden. Goes: Geen. Wanneer de klant letters, cijfers, punt, komma en hoofdletters kan typen kan de cursus afgerond worden. Leiden: Geen. Heerhugowaard: Geen. Den Haag: Geen officiële eindtoets. Als de klant het wil kan deze een toets doen om de snelheid van het typen te meten. Rotterdam: Geen. Haarlem en Amsterdam: Geen. Leeuwarden: Geen. Apeldoorn: De klant hoeft niet standaard een vaardigheidstoets af te leggen. Als de klant hier behoefte aan heeft kan de instructeur dit wel aanbieden. Tijdens de lessen krijgt de klant ook feedback op zijn functioneren. Eén keer in de 6 weken vindt er een evaluatie van de gestelde doelen plaats. Eventueel exemplaar van cursus Haren: Vergeten te vragen Goes: Exemplaar is via de mail verstuurd op 8 maart. Leiden: Exemplaar meegekregen Heerhugowaard: Exemplaar op Daisy-cd gekregen, als we hem nog digitaal willen kunnen we dit mailen. Den Haag: Exemplaar wordt via email verstuurd. Rotterdam: Exemplaar meegekregen en digitale versie wordt via email verstuurd. Haarlem en Amsterdam: Exemplaar meegekregen. Leeuwarden: Ingekeken bij instelling. Apeldoorn: wel gevraagd en ingekeken, maar geen toestemming gekregen om deze mee te nemen. Hier moet nog met Tjade Wind over overlegd worden.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
75
ET adVISIOn Adviesbureau
Topic 2: Mening huidige situatie Beginvraag: Wat vindt u van de huidige typecursus? Subtopics: Gebruik + mening VGMD-cursussen Haren: Ja, de VGMD-cursussen worden gebruikt en bieden een goede basis. Wel is het cursusmateriaal omslachtig en bevat het veel tekst. Oplossing hiervoor is samenvattingen maken en in steekwoorden een stappenplan opstellen van de tekst. Goes: Ja, de VGMD cursussen worden gebruikt. De VGMD-cursus is een goede basis, als naslagwerk, wel moeilijk beschreven, teveel terminologie, erg uitgebreid en de volgorde van vaardigheden aanleren is niet logisch. Tevens sluit de vraag van de klant niet aan op de VGMD-cursus. Bruikbaar van de VGMDcursus is het werken vanuit de menubalk. Leiden: Joost maakt geen gebruik meer van de VGMD-cursussen, omdat deze te uitgebreid zijn, het kost de klant teveel energie om alle tekst te lezen. De cursus is een dankbaar middel om te gebruiken als beginnend instructeur, de Word instellingen e.d. is duidelijk omschreven. Heerhugowaard: Worden gebruikt, maar zijn te uitgebreid. De referentiekaarten worden vaak gebruikt, omdat die korter zijn. Vaak worden er samenvattingen gegeven van de VGMD-cursussen. Den Haag: Irene gebruikt zelf wel de VGMD-cursussen, maar niet alle instructeurs doen dit. Dit vindt Irene jammer, in verband met niet eenduidig werken. Ze vindt deze cursussen heel compleet, maar wel erg uitgebreid. Irene is van mening dat je ook makkelijk informatie kunt overslaan, zelf markeert ze voor de klant vaak de belangrijkste informatie uit het cursusboek. Ze hoort regelmatig dat de klanten het cursusboek onoverzichtelijk vinden. De oefeningen op Daisy zijn te snel ingesproken. De klant kan dit vaak niet bijhouden. De handleiding gebruikt ze zelf niet. Rotterdam: Er wordt gebruik gemaakt van de VGMD-cursussen, wel worden deze aangepast aan de individuele niveau van de klant. Voor de jongeren en de type-instructeur is de theorie wel van belang, voor ouderen geldt dit niet. Haarlem en Amsterdam: De VGMD-cursussen worden gebruikt en zijn een handig hulpmiddel. Voor de ene klant is het handig om het materiaal helemaal te lezen, voor de ander bevat het materiaal veel te veel informatie. Leeuwarden: De VGMD-cursussen worden gebruikt. De klant leert typen in combinatie met Word, maar de instructeurs volgen niet altijd de volgorde van het cursusboek. Apeldoorn: Ria maakt geen gebruik van de VGMD-cursussen, ze maakt alleen gebruik van de internet-lesbrieven. De VGMD-cursussen worden wel gegeven bij Het Loo Erf, maar door een andere instructeur op een andere locatie. Deze cursussen worden gegeven aan klanten die niet intern zijn en al kunnen typen. De klanten komen voor deze cursus wel maar 1 keer per week naar de les. Ria vindt de VGMD-cursussen té uitgebreid. Ze zegt: ‘Ik hoef ook niet te weten hoe mijn wasmachine werkt, als ‘ie het maar doet’.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
76
ET adVISIOn Adviesbureau
Aansluiting typecursus op VGMD-cursussen Haren: Goed. Goes: Goed, door aanpassingen op cursusmateriaal voor klanten. Leiden: Niet van toepassing. Heerhugowaard: Slecht, want in de VGMD-cursussen wordt voor het eerst beschreven hoe iemand de computer aanzet en Word opstart, dit moet eerder aan bod komen. Deze elementen hebben de type-instructeurs dus ook zelf toegevoegd aan de typecursus. Den Haag: Niet bekend. Rotterdam: Goed, door aanpassingen op cursusmateriaal voor klanten. Haarlem en Amsterdam: Slecht, want in de VGMD-cursussen wordt voor het eerst beschreven hoe iemand de computer aanzet en Word opstart, dit moet eerder aan bod komen. Deze elementen hebben de type-instructeurs dus ook zelf toegevoegd aan de typecursus. Leeuwarden: De handleiding/ cursusboek is alleen voor de hele échte beginners te gebruiken. Apeldoorn: N.v.t. Tevredenheid cursisten (over typecursus) Haren: De klanten delen de mening van omslachtigheid en de hoeveelheid aan tekst waarmee iets uitgelegd wordt. Klanten zijn tevreden over samenvatting/ stappenplan dat gemaakt wordt door type-instructeur. Goes: De klanten vinden de typecursus saai. Leiden: De klanten vinden de cursus blind leren typen saai. Het gebruik van het programma Type Expert Junior maakt het leuker. Heerhugowaard: Oefenteksten zijn saai. Den Haag: Irene hoort klanten weinig klagen dat de cursus saai is, doordat de klanten zelf een duidelijk doel voor ogen hebben met het leren typen. Rotterdam: De klanten vinden het leuk om de typecursus te volgen, de sociale contacten (tijdens de cursus) bevorderen dit. Haarlem en Amsterdam: Goede berichten, cursisten zijn over het algemeen positief over de cursus. Leeuwarden: De klanten vinden de typecursus leuk, de VGMD-boeken vinden ze een beetje saai. Apeldoorn: De klanten vinden het vaak niet leuk om te leren typen, ze vinden het saai.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
77
ET adVISIOn Adviesbureau
Topic 3: Suggesties nieuwe cursus Beginvraag: Hoe zou u de nieuwe typecursus graag zien? Subtopics: Welke elementen moeten in de nieuwe cursus opgenomen worden? Haren: Hoe vertel je een klant die nog nooit heeft gecomputerd hoe hij zich moet oriënteren op het toetsenbord. Goes: Cursus in verschillende vormen aanbieden: daisy formaat en schriftdruk. Een doordachte keuze voor het aanleren van typen en toetsenbordvaardigheden. Minder saaie cursus aanbieden, opleuken door meerdere sneltoetsen aan te leren, leuke oefeningen. Evenwicht zoeken in hoeveel herhaling nodig is om typevaardig te worden. Numerieke toetsenbord standaard opnemen in typecursus. Leiden: De instructie moet zo eenvoudig mogelijk zijn, alsof je het aan een leek of kind uitlegt. Let er op dat de klant niet overspoeld wordt met informatie. De cursus moet een logische opbouw hebben. De cursus moet leuke oefeningen bevatten zodat de klant gemotiveerd wordt en blijft. Het aanbieden van concrete opdrachten (dus bijvoorbeeld door een opdracht in een programma uit te voeren) kan het aanleren van vaardigheden doelgerichter maken. Er moet nagedacht worden of ook de toetsen die nodig zijn om het hulpmiddel te bedienen (de basis van het hulpmiddel) in te passen zijn in de nieuw te ontwikkelen cursus. De nieuw te ontwikkelen cursus moet een gedegen fundament zijn om de vervolgcursussen te vergemakkelijken. Joost vindt de volgende toetsen belangrijk om in de cursus op te nemen: letters, cijfers, cursortoetsen, Enter, Spatie, Shift, Alt, NumLock en de basis van de sneltoetsen. Een oefenboek voor de klant zou Joost nuttig vinden. Heerhugowaard: Sneltoetsen zoals: vet, cursief, lettergrootte, afdrukken, opslaan, Windows opstarten. De klanten moeten weten hoe ze de tekst in Word kunnen vergroten, hoe de zoom-functie werkt, zodat ze hun tekst toch kunnen lezen zonder hulpmiddel. De klant moet weten hoe hij instellingen zoals Word op 1 in het startmenu kan veranderen. Het zou ideaal zijn als de cursus gevolgd kan worden zonder hulpmiddel, en de klant een cd-rom meekrijgt waar ook meteen alle instellingen opstaan (contrast, lettergrootte enz.) zodat de klant meteen kan beginnen met typen. Een ander idee is dat de klant door gebruik van splitscreen op zijn scherm aan de bovenkant kan zien wat de oefening is en aan de onderkant wat hij zelf getypt heeft. Ook zou je gebruik kunnen maken van invoervelden, zodat op het scherm een woord staat en de klant direct daarachter kan typen. In het begin van de cursus moet de klant de Alt, Control, Escape en cursortoetsen leren, omdat hij Word moet kunnen opstarten en dergelijke. Idee: een diploma aan het eind van de cursus, symbolisch bedoeld. Het oefenen van de typevaardigheid moet aansluiten op wat de klant wil, hierbij kan je voorbeelden geven van mogelijkheden op de computer. Den Haag: In het cursusboek: informatie over ergonomie, informatie over verlichting, lijst van sneltoetsen voor de hulpmiddelen (in de bijlagen), oefeningen voor het leren van alle toetsen die ze de klant nu ook aanleert, plaatje van het
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
78
ET adVISIOn Adviesbureau
toetsenbord (om toetsen terug te vinden). Irene vindt het belangrijk dat het cursusboek volledig is, de docentenhandleiding vindt ze minder belangrijk. Voor een beginnend instructeur zou dit wel goed zijn. Evaluatie van de cursus zou ook goed zijn evenals het gebruiken van leuke typespelletjes. Irene vindt het belangrijk dat de klant zelf sneltoetsen kan nazoeken in de menubalk, in plaats van ‘alle’ sneltoetsen uit het hoofd te leren. Sneltoetsen voor opslaan en printen moet afhankelijk van de vraag, aangeleerd worden. Rotterdam: Windowstoetsen opnemen, woordenband als lesmateriaal, ergonomie (tevens op papier). Het rode zigzagstreepje van de spelling en grammaticacontrole omzetten in een geluid zodat de klant weet dat het woord fout gespeld is. Haarlem en Amsterdam: Een klein deel van de cursus Windows/Word zou al in de typecursus aan bod moeten komen, o.a. het leren opstarten en afsluiten van de computer en Word, het openen, opslaan en printen van een bestand. Timon denkt dat elke klant Word moet leren opstarten zonder hulpmiddel. Het zou handig zijn als er een richtlijn opgenomen zou worden in de cursus over hoeveel lessen een klant gemiddeld nodig heeft en hoe lang en hoeveel een klant thuis moet oefenen. Ook zou het handig zijn als er tussentijdse evaluatie zou zijn om de voortgang te bespreken. Tevens zou Timon het goed vinden als de cursus ook thuis helemaal gevolgd zou kunnen worden. Het zou goed zijn als de cursus een gestructureerd lespakket wordt en als er in het cursusboek een vergroot en duidelijk plaatje van het toetsenbord opgenomen zou worden. Het lijkt Timon een goed idee om de cursus een beetje op te leuken. Dit zou bijvoorbeeld kunnen d.m.v. het gebruik van Type Expert Junior of Typecursus 7.0. Leeuwarden: Er moet informatie opgenomen worden over de grondstelling, de bewegingsbanen en het ritmisch typen (zie ‘Methode en volgorde van typen aanleren’). Tina heeft veel behoefte aan gesproken lesmateriaal, misschien een Daisy met type-oefeningen etc. Ook heeft zij behoefte aan materiaal om aan de klanten mee te kunnen geven om thuis te oefenen. Apeldoorn: Ria vindt het een goed idee om vrije opdrachten in de cursus op te nemen. Op deze manier zijn zij doelgericht bezig. Je zou de cursus ook kunnen opleuken door leuke tekstjes toe te voegen. Ook is het belangrijk dat de typeinstructeur de instructie leuk brengt en steeds herhaalt dat de ergonomie en basispositie van handen belangrijk is. Je moet het geduld op kunnen brengen om soms dingen heel vaak te herhalen. Ria vindt het belangrijk dat toetsen buiten het alfanumerieke gedeelte pas aangeleerd worden als ze nodig zijn, dat is vaak in Word. Het is belangrijk dat de instructeur verschillende manieren aanbiedt om bijvoorbeeld Word op te starten. Op deze manier kan samen met de klant bekeken wordt welke methode het best werkt voor die klant. Welke elementen niet behouden Haren: Functietoetsen heeft geen toegevoegde waarde, Escape wel. Goes: Niet genoemd. Leiden: Functietoetsen niet aanleren. Heerhugowaard: Er moeten geen stickers op de toetsen geplakt worden, dan gaat de klant alleen maar energie steken in het kijken naar het toetsenbord.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
79
ET adVISIOn Adviesbureau
Lange, saaie oefenteksten mogen er ook uit. Den Haag: Functietoetsen niet, alleen Alt F4. De vergrotingsmogelijkheden van Windows zijn niet handig, omdat dan niet de hele menubalk vergroot kan worden, maar bijvoorbeeld alleen de getypte letters. Vergroten van de letters op de toetsen is niet wenselijk, omdat de klanten dan veel energie moet steken in het kijken naar het toetsenbord. De sneltoetsen moeten niet tussen de oefeningen door in het cursusboek staan. Rotterdam: Functietoetsen zijn overbodig om te leren. Haarlem en Amsterdam: Lange lijsten van sneltoetsen in 1 keer meegeven. Leeuwarden: Geen antwoord ontvangen. Apeldoorn: Typeprogramma’s zijn vaak niet te gebruiken met hulpmiddel, er hoeft ook niet star gehouden te worden aan het typen van álle teksten. Word op 1 zetten in het startmenu vindt Ria geen goed idee. Er moeten niet teveel kunstjes uitgehaald worden. Welke vorm (thuis, instelling, internet/e-learning) Haren: Aanleren van de typevaardigheden kan het beste plaatsvinden in de instelling. E-learning zou eventueel voor een aantal klanten een mogelijkheid zijn. Goes: Instructie op de instelling en thuiswerk combineren. Leiden: Joost vindt dat er ruimte moet zijn voor mondelinge instructie bij de cursus (dit vindt Joost persoonlijk erg leuk). Het lijkt Joost nuttig om verschillende vormen (Daisy, schriftelijk, e-learning) aan te kunnen bieden, zodat er voor iedere klant een passende vorm is. Heerhugowaard: In elk geval op de instelling, thuis aanleren door een ergotherapeut is niet haalbaar. E-learning zou kunnen maar daarvoor moet je wel al kunnen mailen. E-leaning is voor ouderen niet geschikt. Den Haag: E-learning is alleen geschikt voor klanten die al met Internet kunnen omgaan, anders kunnen ze niet bij de cursus komen. Het zou wel een mogelijkheid kunnen zijn dat de cursisten de cursus in één keer kunnen downloaden en uitprinten. Irene zou graag willen dat de cursus op Daisy-cd komt, waarop de oefeningen in speltempo worden uitgesproken. Rotterdam: (individuele) Instructie in de instelling. Haarlem en Amsterdam: Zowel versie die thuis als in de instelling gebruikt kan worden. Leeuwarden: Mijn inziens is het geen goed idee om de klanten de cursus thuis te laten volgen, alleen het oefenen kan thuis plaatsvinden. De echte grondbeginselen moeten mondeling toegelicht worden in de instelling. Bovendien is naar de les gaan een stok achter de deur om te oefenen, anders is de cursus te vrijblijvend. Apeldoorn: Ria heeft wel eens geprobeerd om een cursus op te zetten, waarbij de instructie op papier staat en de klant zelf de cursus thuis kan volgen. Dit was maar voor ongeveer 10% van de mensen haalbaar. Het kost de klant heel veel discipline en energie. Het is dus het beste om de cursus in de instelling aan te bieden.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
80
ET adVISIOn Adviesbureau
Welke vorm (thuis, instelling, internet/e-learning): cursisten Haren: Niet bekend. Goes: Niet bekend. Leiden: Niet bekend. Heerhugowaard: Niet bekend. Den Haag: Niet bekend. Rotterdam: Niet bekend. Haarlem en Amsterdam: Niet bekend. Leeuwarden: Niet bekend. Apeldoorn: Niet bekend. Vorm van instructie geven: in cursusboek of docentenhandleiding? In Haren en Goes is deze vraag niet aan de orde gekomen. Leiden: Volgens Joost zou het goed zijn de instructie zowel in het cursusboek als in de docentenhandleiding te vermelden. Dit maakt het ook voor cursisten mogelijk zelf de instructies te lezen. Of dit mogelijk is, is afhankelijk van het gezichtsvermogen. Heerhugowaard: Instructie moet zowel in het cursusmateriaal als in de docentenhandleiding opgenomen worden, zodat zowel de type-instructeur als de klant zelf de computer bijvoorbeeld goed kunnen instellen. Den Haag: Zoveel mogelijk instructie in het cursusboek, zodat de klant de cursus thuis ook zou kunnen doen. Rotterdam: In cursusmateriaal zeer korte uitleg van de oefening en vervolgens de oefening doen beschrijven. Haarlem en Amsterdam: Het is goed om zoveel mogelijk instructie op papier te zetten, zodat de klant de cursus eventueel ook thuis kan volgen. Hierbij moet wel bedacht worden dat veel cursisten het contact met medecursisten ook erg prettig vinden. Ze zien het als dagbesteding. Leeuwarden: De grondbeginselen moeten goed worden uitgelegd in het cursusboek. Apeldoorn: Bij het cursusboek van Het Loo Erf staat nu geen instructie in het cursusboek. Dit staat in de handleiding. Suggesties voor docentenhandleiding Haren: Moeilijk om suggesties te geven, maar er is wel behoefte aan. Goes: Ergonomie en compensatiemogelijkheden/technieken opnemen (hoe kun je de toetsen op het toetsenbord beter herkenbaar maken? (kleur, grote letters)). Vraag naar filosofie van het typen (bv. wat houdt typen in?, er is een bepaald ritme?) Waarom Visio typecursus geeft? Omdat de lesboeken van reguliere cursussen niet gelezen kunnen worden door klanten. Leiden: Handig zou het zijn als de instructies per les op schrift staan, zeker voor beginnende instructeurs zou dit nuttig zijn. Wel moet er ruimte zijn voor eigen interpretaties van de beschreven instructies. Heerhugowaard: Omdat de nieuwe type-instructeur geen ergotherapeut is, moet er wel informatie over ergonomie in staan. Bijvoorbeeld een checklist waar de type-instructeur op moet letten.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
81
ET adVISIOn Adviesbureau
Den Haag: Informatie over ergonomie en belasting-belastbaarheid is heel belangrijk, met name voor instructeurs die geen ergotherapeut zijn. Rotterdam: Voor beginnende type-instructeurs is een handleiding zinvol. Voor meer ervaren type-instructeurs is dit niet meer nodig. Haarlem en Amsterdam: Basisinformatie over het gebruik van de hulpmiddelen en over de pc (‘je moet de klant als het ware 1 bladzijde voor zijn’) Leeuwarden: Geen antwoord ontvangen. Apeldoorn: Niet bekend.
Topic 4: Overige informatie Beginvraag: Heeft U nog niet genoemde waardevolle tips of informatie voor ons bij het opzetten en ontwikkelen van deze type cursus? Subtopics: Bereidheid medewerking Haren: Zelf eerst met een plan komen en vervolgens contact opnemen om te overleggen wat de mogelijkheden zijn. Voor vragen/ hulp e.d. mogen we contact opnemen. Goes: Bij vragen/ hulp e.d. mogen we contact opnemen. Leiden: Bij vragen/ hulp e.d. mogen we contact opnemen. Heerhugowaard: Bij vragen/ hulp e.d. mogen we contact opnemen. Den Haag: Bij vragen/ hulp e.d. mogen we contact opnemen. Rotterdam: Voor vragen/ hulp e.d. mogen we contact opnemen. Haarlem en Amsterdam: Voor vragen/ hulp e.d. mogen we contact opnemen. Timon is erg enthousiast en wil graag tijd voor ons vrijmaken. Hij had zelf ook graag mee willen doen aan het project. Leeuwarden: Bij vragen/ hulp e.d. mogen we contact opnemen. Apeldoorn: Ria Burmeister zou ons graag willen helpen en vinger aan de pols willen houden. Zij zou het wel zien zitten om in de klankbordgroep plaats te nemen, maar vraagt zich af of haar manager dit ziet zitten. Het moet namelijk wel iets opleveren voor Het Loo Erf. We moeten haar medewerking dus eerst laten goedkeuren door Tjade Wind.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
82
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 6: Berichten voor intranet Amsterdam, 27 februari 2006 Al gehoord van ET adVISIOn? ET adVISIOn is in het leven geroepen door ons als ergotherapiestudenten van de Hogeschool van Amsterdam. Wij, Rosalinde, Denise, Marlies en Sandra werken twintig weken aan het afstudeerproject van Visio onder leiding van Christiaan Pinkster (CTC). ET adVISIOn gaat zich bezig houden met het ontwikkelen van een cursus type- en toetsenbordvaardigheden op de computer voor volwassen cliënten met een visuele beperking. Vol goede moed, interesse en plezier gaan we aan het werk om ook voor cliënten met een visuele beperking het mogelijk te maken om zo optimaal mogelijk deel te nemen aan de digitale maatschappij. We houden jullie op de hoogte! Groeten Rosalinde, Marlies, Denise en Sandra
Amsterdam, 26 april 2006 Cursus type- en toetsenbordvaardigheden Zoals jullie eerder op Visioweb hebben kunnen lezen zijn wij, vier ergotherapie studenten, bezig met het ontwikkelen van een cursus type- en toetsenbordvaardigheden. De afgelopen weken hebben we literatuuronderzoek gedaan en interviews gehouden met type-instructeurs, werkzaam in negen Visioinstellingen. Uit deze interviews bleek dat er veel verschillen zijn tussen de werkwijzen van de type-instructeurs. De meeste type-instructeurs gebruiken als uitgangspunt de handleiding van Visio Het Loo Erf, maar hebben deze wel enigszins aangepast. Aan de hand van het literatuuronderzoek en de interviews hebben we een pakket van eisen opgesteld. In de komende weken gaan we aan de hand van dit pakket van eisen invulling geven aan de cursus. We hebben een klankbordgroep opgericht om door middel van verschillende feedbackmomenten tot een kwalitatief goede invulling van de cursus te komen. Deze klankbordgroep bestaat uit type-instructeurs uit verschillende regio’s en iemand die ervaring heeft met het schrijven van cursussen. We vinden het fijn dat veel mensen binnen Visio met ons meedenken en ons willen helpen. We werken nog steeds met veel plezier aan dit afstudeerproject! We houden jullie op de hoogte! Met vriendelijke groet, Rosalinde, Marlies, Denise en Sandra
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
83
ET adVISIOn Adviesbureau
Amsterdam, 12 juni 2006 Cursus type- en toetsenbordvaardigheden Hier is dan het laatste bericht van de afstudeerders van de Hogeschool van Amsterdam. Na 20 weken met veel plezier en enthousiasme gewerkt te hebben aan de cursus type- en toetsenbordvaardigheden is de cursus klaar voor de pilot! Nog even een korte terugblik. Aan de hand van een door ons opgesteld pakket van eisen hebben we het cursusboek en een handleiding ontwikkeld. Er is een klankbordgroep opgericht om een kritische blik te werpen op de concepten. De leden van de klankbordgroep, type-instructeurs uit verschillende regio’s en iemand die ervaring heeft met het schrijven van cursussen, hebben deze concepten van feedback voorzien. Op 2 juni 2006 heeft de klankbordgroepbijeenkomst plaatsgevonden waar drie type-instructeurs aanwezig waren. De andere twee leden van de klankbordgroep hebben schriftelijk feedback gegeven, omdat zij niet aanwezig konden zijn bij de bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst is aan de hand van feedback en ingebrachte dilemma’s gediscusseerd. Door middel van consensus zijn er besluiten genomen. Vervolgens zijn het cursusboek en de handleiding aangepast. Na onze afstudeerperiode én het uitkomen van de Daisy-cd wordt een pilot gedraaid in verschillende instellingen. Het doel van de pilot is het in de praktijk toetsen van de ontwikkelde cursus type- en toetsenbordvaardigheden met de daarbij behorende handleiding. De pilot zal tijdens de Update-dagen in mei 2007 geëvalueerd worden. Vervolgens zal de cursus en de handleiding aangepast worden. Naar verwachting zal de cursus rond half 2007 landelijk ingevoerd kunnen worden. Velen van jullie hebben een bijdrage geleverd aan het tot stand komen van de nieuwe cursus. Zonder deze hulp waren we lang niet zover gekomen! We willen jullie allen hartelijk bedanken voor jullie medewerking! We hopen dat de cursus een uitdagende en bruikbare vernieuwing zal zijn in de praktijk! Met vriendelijke groeten Rosalinde, Denise, Marlies en Sandra
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
84
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 7: Brief type-cursusleiders Amsterdam, 28 februari 2006 Beste type-cursusleider(s), In opdracht van Christiaan Pinkster, werkzaam binnen de CTC-afdeling van Visio, gaan wij, als afstudeergroep, ons bezig houden met het ontwikkelen van een cursus type- en toetsenbordvaardigheden op de computer voor volwassen cliënten met een visuele beperking. Met typevaardigheden wordt het blind typen met tien vingers bedoeld. Met toetsenbordvaardigheden wordt het kennen en het (blind) kunnen gebruiken van het totale toetsenbord bedoeld. Wie gaan deze uitdagende opdracht aan? Wij zullen ons voorstellen. Wellicht heeft u al gehoord van ET adVISIOn. Deze naam is in het leven geroepen door vier ergotherapiestudenten van de Hogeschool van Amsterdam. Wij, Rosalinde, Denise, Marlies en Sandra werken gedurende twintig weken aan een afstudeerproject van de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met Visio. De bedoeling is dat de cursist met de cursus type- en toetsenbordvaardigheden díe vaardigheden leert, die nodig zijn om te kunnen starten met één van de VGMD-vervolgcursussen. Op die manier streven we naar een betere aansluiting van de typecursus op de VGMD-vervolgcursussen. Tevens hopen we eenduidigheid te bereiken van het aanbod van de typecursussen binnen de desbetreffende Visio instellingen. Omdat u deskundig bent op het gebied van het geven van cursussen aan blinden en slechtzienden, zouden we gebruik willen maken van uw kennis en ervaring. Wij zijn van mening dat dit een meerwaarde zal zijn bij het ontwikkelen van de cursus type- en toetsenbordvaardigheden op de computer. Om uw kennis en ervaring met ons te delen willen we graag met u in gesprek gaan. Hierover zullen wij telefonisch contact met u opnemen. Wij hopen dat u hier aan mee wilt werken. Mocht u contact met ons willen opnemen, dan kan dit via
[email protected]. Ook zijn we telefonisch bereikbaar op telefoonnummer 06 16 30 20 50 (Denise Klopper). Vriendelijke groeten, ET adVISIOn Rosalinde Hibma Denise Klopper Marlies Trommel Sandra van der Veer Mede namens Christiaan Pinkster
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
85
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 8: Nieuwsbrief type-instructeurs ****ETadVISIOn***nieuws*** ETadVISIOn***nieuws*** ETadVISIOn***nieuws**** Amsterdam, 11 april 2006
Met deze nieuwsbrief willen we u op de hoogte brengen van de informatie die u en uw collega’s met ons gedeeld hebben tijdens het interview. Deze interviews zijn gedaan in het kader van ons afstudeerproject, het ontwikkelen van een cursus type- en toetsenbordvaardigheden. Wij willen u nogmaals hartelijk bedanken voor de medewerking. In totaal hebben we negen type-instructeurs geïnterviewd, waarvan één type-instructeur twee Visio-instellingen vertegenwoordigde. Hiervan waren er zes op locatie, twee door middel van een telefonisch interview en één waarvan we schriftelijk antwoord hebben ontvangen. Elk interview is afgenomen door twee studenten van het projectteam. Omdat we van meerdere geïnterviewde vernomen hebben dat zij benieuwd zijn naar de uitkomsten van de interviews, willen wij u hierbij een samenvatting geven van de interviews. Uit de interviews is gebleken dat de werkwijze in Visio Het Loo Erf heel anders is, vergeleken met de regionale instellingen. Deze instelling hebben wij daarom ook een aantal keer apart vermeld.
Overeenkomsten en verschillen Huidige situatie van de typecursus Over het algemeen blijken de type-instructeurs, voordat zij begonnen met het geven van typecursussen in de Visio-instelling, geen ervaring te hebben met de doelgroep, het geven van typecursussen en de computer. Er zijn bij de meeste instellingen geen speciale eisen (vooropleiding) om de typecursus te mogen geven. Wel wordt een beginnend instructeur ingewerkt. Bij één instelling wordt het wel belangrijk gevonden dat de instructeur specifiek opgeleid wordt om cursussen te kunnen geven. Niet elke type-instructeur is ergotherapeut. De meeste instellingen gebruiken zowel de handleiding als het cursusboek (met de zogenaamde ‘woordenbanden’) van Visio Het Loo Erf. Het kwam duidelijk naar voren dat iedere instructeur op zijn eigen manier aanpassingen doet om aan het niveau en de individuele behoeften van de klant tegemoet te komen. In Leiden wordt er gebruik gemaakt het programma Type Expert Junior, in Haarlem (en Amsterdam) oriënteren ze zich op wat bruikbaar is van dit soort programma’s. Bij Visio Het Loo Erf zijn ze van mening dat het cursusmateriaal zo aangeboden moet worden zoals het bedoeld is, het is niet de bedoeling dat typeinstructeurs zelf onderdelen toevoegen of weglaten. Echter, het cursusmateriaal van Visio Het Loo Erf is gericht op klanten die intern zijn en vier keer per week in de instelling oefenen. Dit is een verschil met de doelgroep van de andere Visioinstellingen.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
86
ET adVISIOn Adviesbureau
De doelgroep waar de Visio-instellingen zich op richten m.b.t. de typecursus zijn visueel beperkten van alle leeftijden (of zoals sommige stellen vanaf 18 jaar), die een verschillend niveau hebben in het werken met de computer. Er zijn geen instapvoorwaarden om aan de typecursus deel te nemen, wel is het handig om te beschikken over een computer. De type-instructeurs vinden het belangrijk dat de klanten gemotiveerd zijn en een doel hebben met het leren typen. Gemiddeld komt iedere cursist één keer per week, 60 minuten naar de Visioinstelling gedurende tien of 15 lessen. In één instelling duurt de cursus 20 lessen. In Visio Het Loo Erf oefenen de klanten vier keer per week, ongeveer 18 weken lang, het eindresultaat hiervan is dat ze blind kunnen typen met tien vingers en kunnen werken met de programma’s Word, Outlook en Internet. Het doel van de cursus komt zeker niet bij alle instellingen overeen. Het gaat om blindelings leren typen van het alfabet. Waar de één het houdt bij het alfabet vervolgt een ander met leestekens, cijfers, numeriek gedeelte, sneltoetsen en overige toetsen van het toetsenbord. Het verschil zit dus in het aantal toetsen van het toetsenbord dat aangeleerd wordt. In bijna iedere instelling is er de mogelijkheid om in groepen van minimaal 2 tot maximaal 4 personen de cursus te volgen of individuele begeleiding te krijgen. In één instelling zijn de groepen tot maximaal 6 personen. Wat betreft de huiswerkopdrachten geeft iedere type-instructeur een advies (gemiddeld 10-15 minuten per dag) maar blijft het de verantwoordelijkheid van de klant in hoeverre hij dit advies opvolgt. In Visio Het Loo Erf oefenen de klanten alleen in de instelling. Het controleren van de huiswerkopdrachten door de type-instructeur wordt op verschillende manieren gedaan, de één bekijkt de huiswerkopdrachten wel, de ander niet. Tijdens de les kijkt de type-instructeur mee en controleert op die manier. De nadruk ligt op ‘feeling’ krijgen met het typen en niet op controle van de getypte tekst. Als de klant de getypte tekst wil controleren vraagt hij dit aan de type-instructeur of het getypte wordt door middel van een hulpmiddel gecontroleerd. Bij de oriëntatie op het toetsenbord wordt bij iedere instelling uitgegaan van de basisrij met de wijsvingers op de J- en F-toets. Voor een betere herkenning worden bij de meeste instellingen bumpons op deze toetsen geplakt. Vervolgens wordt vanuit de middelste rij, de bovenste en onderste rij van het alfanumerieke gedeelte aangeleerd. Tevens wordt de spatiebalk als oriëntatiepunt gebruikt. De methode en de volgorde van het aanleren van typen gebeurd op verschillende manieren. Dit heeft te maken met datgene wat in de cursus aangeleerd wordt, hoe dat gedaan wordt en op welk moment. In een aantal instellingen vindt er een type-exploratie plaats en wordt er gekeken naar het niveau en het doel van de klant. Over het algemeen gaat het niet om snelheid maar om accuratesse. Ergonomie neemt bij de start van de cursus een
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
87
ET adVISIOn Adviesbureau
belangrijke plaats in. Tijdens de cursus wordt veel mondelinge instructie gegeven, met soms een ondersteunende instructie of uitleg op schrift. Omdat de mondelinge instructie een belangrijke plaats in neemt, kan de cursus het beste plaatsvinden in de instelling. Een ander belangrijk punt waaraan gedacht dient te worden is dat klanten met plezier naar de instelling komen voor sociale contacten en dagbesteding, dit is een extra argument om de cursus in de instelling te laten volgen. De instructie in het cursusboek moet, volgens de meeste typeinstructeurs, zo zijn dat de cursus ook door de klant thuis gevolgd kan worden. In het cursusboek van Visio Het Loo Erf staat géén instructie, omdat de klanten in die instelling alle instructie mondeling krijgen. Bij Visio Het Loo Erf maken de klanten eerst kennis met de letters, na anderhalf tot twee weken kunnen zij het hele alfabet typen. Daarna gaan ze veel oefenen met woorden en teksten om de letters ‘in te prenten’. Een docentenhandleiding met daarin de instructie is een goede toevoeging op het cursusboek, met name voor de beginnende type-instructeurs. Voor een ieder geldt dat het onderwerp ergonomie daarin moet worden opgenomen. Een vaak gehoorde klacht is dat de bestaande typecursus saai is, de cursus kan leuker gemaakt worden met verschillende oefeningen en spelletjes en de oefeningen te linken aan een concrete opdracht. Als het gaat om de standaardinstellingen van de computer voordat de klant komt, zijn er twee keuzemogelijkheden hoe de Visio-instellingen dat aanpakken. De helft vindt het van belang dat de klanten leren hoe de computer, Word en eventueel het hulpmiddel opgestart moet worden. De andere mogelijkheid is dat de computer, Word en het hulpmiddel (voorafgaand aan de les) al dusdanig opgestart/ingesteld zijn dat de klant meteen aan de slag kan met typen. In iedere instelling wordt er gebruik gemaakt van een computerruimte waar meerdere computeropstellingen staan. Bureaus en bureaustoelen, tafels en computeropstellingen kunnen ingesteld worden, zodat een goede werkhouding bewerkstelligd wordt. De leesstandaard is hier een nuttig hulpmiddel bij. In de meeste instellingen hangen er luxaflex of lamellen voor de ramen en zijn er dimmers aanwezig om de verlichting aan te passen. In sommige instellingen schiet de kwaliteit van het meubilair en de verlichting tekort om tot een juiste werkhouding te komen. Er wordt gebruik gemaakt van zowel CRT-schermen als flatscreens met daarbij een standaard QWERTY-toetsenbord. Soms wordt er gebruik gemaakt van vergrote (plak)letters op het toetsenbord. De meest voorkomende hulpmiddelen zijn spraak en vergroting, los of in combinatie van elkaar te gebruiken. Het gaat hierbij om Zoomtext, Lunar, Lunar Plus, Supernova en Jaws. Naast deze softwarehulpmiddelen wordt soms ook de brailleleesregel in combinatie met spraak gebruikt. In iedere instelling wordt de cursus typen (type- en toetsenbordvaardigheden) vaak vervolgd met de VGMD-cursussen, in de volgorde Windows/Word, Outlook en Internet Explorer. In Visio Het Loo Erf worden de VGMD-cursussen niet
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
88
ET adVISIOn Adviesbureau
gebruikt voor de klanten die klinisch opgenomen zijn, maar wel voor klanten die voor dagrevalidatie komen. De VGMD-cursussen worden niet letterlijk gebruikt zoals ze bedoeld zijn, maar volgens de type-instructeurs vormen ze een goede basis en is het een handig hulpmiddel. De belangrijkste kanttekening is dat het cursusmateriaal te omslachtig en te uitgebreid is, daarom maakt iedere type-instructeur een samenvatting, markeert datgene wat van belang is, of gebruikt delen van de cursus om het overzichtelijk te houden voor de klant. Op één instelling na, is er geen officieel evaluatiemoment of officiële eindtoets voor de klant. Wel wordt er gepeild wat de klanten van de cursus vonden (tevredenheid). In twee instellingen kan de klant, als hij dit wil, een vaardigheidstoets doen. Er zijn vele suggesties gegeven voor de nieuw te ontwikkelen cursus. Al deze suggesties zullen we in overweging nemen tijdens het ontwerpen van de cursus. Het doet ons goed om te ervaren dat velen enthousiast reageerden op het ontwikkelen van een nieuwe typecursus en de bereidheid om medewerking te verlenen groot is. Een vriendelijke groet namens ETadVISIOn, Rosalinde Hibma, Denise Klopper, Marlies Trommel en Sandra van der Veer Emailadres:
[email protected] ****ETadVISIOn***nieuws*** ETadVISIOn***nieuws*** ETadVISIOn***nieuws****
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
89
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 9: Brieven klankbordgroep Aan de type-instructeur: Timon van Hasselt: Visio locatie Amsterdam en Haarlem. Joan Leunis: Visio locatie Goes. Irene van Tol: Visio locatie Leiden en Den Haag. Ria Burmeister: Visio Het Loo Erf locatie Apeldoorn. Eric van Heuvelen: Bartimeus locatie Deventer.
Amsterdam, 13 april 2006 Beste Timon, Joan, Irene, Ria en Eric, In het kader van een afstudeerproject bij Visio, is het projectteam ET adVISIOn bezig met het ontwikkelen van een cursus type- en toetsenbordvaardigheden. De afgelopen tien weken hebben we uitvoerig literatuuronderzoek gedaan en hebben we op alle locaties (gericht op informatie, onderzoek, hulpmiddelen en revalidatie) interviews gehouden met typeinstructeurs. In ons project zijn we aangekomen in de ontwerpfase. In deze fase is het belangrijk om de mening van experts te weten over de concept versie van een nieuwe cursusopzet en om draagvlak te creeëren voor een toekomstig implementatietraject. In deze fase is daarom een klankbordgroep belangrijk. In overleg met Christiaan Pinkster hebben wij gekeken naar personen die geschikt zouden kunnen zijn voor deelname aan de klankbordgroep. Uit de interviews bleek dat jullie erg enthousiast waren over ons project. Vanwege dit enthousiasme, jullie kennis en ervaring willen we jullie graag uitnodigen om deel te nemen aan onze klankbordgroep. We hebben hierbij rekening gehouden met het betrekken van type-instructeurs uit verschillende regio’s. Het doel van deze klankbordgroep is om met elkaar kritisch te kijken naar de eerste concepten van de cursus en de handleiding die het projectteam aan het ontwikkelen is. Op die manier hopen we tot een kwalitatief goede en bruikbare cursus te komen. Daarnaast draagt het oprichten van een klankbordgroep bij aan het creeëren van draagvlak, dat ook een belangrijk doel van het projectteam is. Wij zijn ons ervan bewust dat er tijd geïnvesteerd moet worden om deel te nemen aan de klankbordgroep. Toch zijn wij van mening dat dit een waardevolle investering is, voor het bevorderen van de eenduidigheid van het geven van typecursussen binnen de Visio-instellingen. Er is een brief bijgesloten (met bijlage) die jullie eventueel kunnen sturen aan de managers, om toestemming te vragen om tijd hiervoor vrij te maken. We hopen op jullie medewerking en die van de managers. We willen de bijeenkomst plannen in kalenderweek 21 en 22, graag horen we van jullie welke
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
90
ET adVISIOn Adviesbureau
data jullie beschikbaar zijn. Vanwege de voortgang van ons project (we hebben nog ca. 10 weken) zouden we graag vóór 24 april een reactie willen ontvangen. Als jullie mee willen werken en in overeenstemming zijn gekomen met jullie managers, horen wij dat graag via de email
[email protected] of telefonisch: 06-16302050. In de bijlage vinden jullie een uitgebreidere uitleg over de klankbordgroep. Voor vragen of meer informatie kunnen jullie emailen of bellen. Met vriendelijke groet, ET adVISIOn Rosalinde Hibma Denise Klopper Marlies Trommel Sandra van der Veer Bijlage: Voorstel voor de invulling van de klankbordgroep
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
91
ET adVISIOn Adviesbureau
Aan de managers van: Timon van Hasselt: Visio locatie Amsterdam en Haarlem. Joan Leunis: Visio locatie Goes. Irene van Tol: Visio locatie Leiden en Den Haag. Ria Burmeister: Visio Het Loo Erf locatie Apeldoorn. Eric van Heuvelen: Bartimeus locatie Deventer. Amsterdam, 13 april 2006 Geachte managers, In opdracht van Christiaan Pinkster, werkzaam binnen de CTC-afdeling van Visio, zijn wij, als afstudeergroep van de opleiding ergotherapie (onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor Paramedische Opleidingen) ingeschakeld. Wij zijn bezig met het ontwikkelen van een cursus type- en toetsenbordvaardigheden op de computer voor volwassen cliënten met een visuele beperking. De afgelopen tien weken hebben we uitvoerig literatuuronderzoek gedaan en hebben we op alle locaties (gericht op informatie, onderzoek, hulpmiddelen en revalidatie) interviews gehouden met type-instructeurs. In ons project zijn we aangekomen in de ontwerpfase. In deze fase is het belangrijk om de mening van experts te weten over de concept versie van een nieuwe cursusopzet en om draagvlak te creeëren voor een toekomstig implementatietraject. In deze fase is daarom een klankbordgroep belangrijk. In overleg met Christiaan Pinkster hebben wij gekeken naar personen die geschikt zouden kunnen zijn voor deelname aan de klankbordgroep. Uit de interviews bleek dat de bovenstaande personen erg enthousiast waren over ons project. Vanwege dit enthousiasme en hun kennis en ervaring, gaat onze sterke voorkeur uit naar de bovenstaande personen. We hebben hierbij rekening gehouden met het betrekken van type-instructeurs uit verschillende regio’s. Het doel van deze klankbordgroep is om met elkaar kritisch te kijken naar de eerste concepten van de cursus en de handleiding die het projectteam aan het ontwikkelen is. Op die manier hopen we tot een kwalitatief goede en bruikbare cursus te komen. Daarnaast draagt het oprichten van een klankbordgroep bij aan het creeëren van draagvlak, dat ook een belangrijk doel van het projectteam is. Wij zijn ons ervan bewust dat er tijd geïnvesteerd moet worden om deel te nemen aan de klankbordgroep. Toch zijn wij van mening dat dit een waardevolle investering is, voor het bevorderen van de eenduidigheid van het geven van typecursussen binnen de Visio-instellingen. Met deze brief willen we aan u toestemming vragen om deze personen deel te laten nemen aan de klankbordgroep. In de bijlage vindt u een uitgebreidere uitleg over de klankbordgroep. Voor vragen of meer informatie kunt u emailen of bellen.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
92
ET adVISIOn Adviesbureau
We hopen op uw medewerking! Vanwege de voortgang van ons project (we hebben nog ca. 10 weken) zouden we graag vóór 24 april een reactie willen
ontvangen. Als u een besluit heeft genomen, horen wij dat graag via de email
[email protected] of telefonisch: 06-16302050. Met vriendelijke groet, ET adVISIOn Rosalinde Hibma Denise Klopper Marlies Trommel Sandra van der Veer Bijlage: Voorstel voor de invulling van de klankbordgroep
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
93
ET adVISIOn Adviesbureau
Voorstel voor de invulling van de klankbordgroep Wie zouden we graag benaderen voor de klankbordgroep en waarom: 1. Timon van Hasselt, ergotherapeut en type-instructeur, locatie Amsterdam en Haarlem. Timon is vanaf het begin af aan zeer enthousiast over het afstudeerproject. Hij heeft veel kennis over en ervaring met het geven van cursussen en adviseren van hulpmiddelen. 2. Joan Leunis, ergotherapeut en type-instructeur, locatie Goes. In Goes is een nieuwe cursus ontwikkeld, zij wachten nog met het inspreken op daisy-cd totdat de typecursus van het projectteam uitgegeven is. Daarom willen wij Joan betrekken in het kritisch kijken naar de cursus en de handleiding. 3. Irene van Tol, ergotherapeut en type-instructeur, locatie Leiden en Den Haag. Ook Irene was positief over ons afstudeerproject en heeft veel kennis en ervaring met het geven van cursussen. 4. Ria Burmeister, vakdocent machineschrijven en tekstverwerken, locatie Apeldoorn. Ria is al lange tijd werkzaam in Apeldoorn als type- en computerinstructeur en heeft daardoor ook de ontwikkelingen en veranderingen in de loop van de jaren meegemaakt. Tevens is gebleken dat de werkwijze van Visio Het Loo Erf verschilt met die van andere instellingen, juist daarom is het van belang om iemand van die instelling er bij te betrekken. 5. Eric van Heuvelen, werkzaam bij Bartimeus locatie Deventer. Eric heeft de VGMD-cursus Windows/Word geschreven. De didactische achtergrond van Eric kan een goede bijdrage leveren aan de cursus. Tevens hebben we gekeken naar de verschillende regio’s en de vraag gesteld welke instellingen representatief zijn voor de regio. Hierbij bleken de bovenstaande instellingen het meest aan te sluiten. Pakket van eisen (PVE) Het projectteam heeft een PVE opgesteld, dit zal via email verstuurd worden. De volgende vragen zullen aan bod komen: Vindt u dit een goede eis: ja/ nee Waarom niet? Suggesties hoe het anders zou moeten Uren: ± 2 uur lezen en feedback voor PVE Bijeenkomst van de klankbordgroep Er wordt een bijeenkomst gepland waarbij alle leden van de klankbordgroep aanwezig zijn. Tijdens deze bijeenkomst willen we de concept versie van de cursus kritisch bekijken met elkaar. Hierbij leggen we het accent op opbouw en inhoud van de cursus en de handleiding. Doelen die het projectteam heeft met de bijeenkomst van de klankbordgroep: cursus en handleiding kritisch bekijken om tot verbetering(en) te komen
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
94
ET adVISIOn Adviesbureau
samenwerken met de deskundigen feedback uitwisselen en discussie mogelijk maken draagvlak creeëren voor het bevorderen van de implementatie
Een ieder uit de klankbordgroep mag een aantal punten (nader te bepalen) aandragen die hij/ zij wil bespreken tijdens de bijeenkomst. Het projectteam gaat er vanuit dat de klankbordgroep zowel voor de cursus als de handleiding, circa twee uur nodig heeft om feedback uit te wisselen en te discussiëren. Waarschijnlijk zal de bijeenkomst plaatsvinden in Visio Huizen. Vooraf aan de bijeenkomst wordt gevraagd het cursusboek en de handleiding te lezen en feedback te geven (op schrift), dit dient dus als voorbereiding op de bijeenkomst. Uren: ± 2 uur lezen van en feedback geven op cursusboek ± 2 uur lezen van en feedback geven op handleiding Urenoverzicht: ± 2 uur lezen van en feedback geven op pakket van eisen ± 2 uur lezen van en feedback geven op cursusboek (als voorbereiding op bijeenkomst) ± 2 uur lezen van en feedback geven op handleiding (als voorbereiding op bijeenkomst) ± 5 uur (1 dag inclusief lunch, te plannen in kalenderweek 21 en 22) durende bijeenkomst met klankbordgroep Totaal aantal uren: ± 11 uur exclusief reistijd.
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
95
ET adVISIOn Adviesbureau
Bijlage 10: Brief medewerking pilot Amsterdam 9 juni, 2006 Betreft: medewerking pilot
Beste type-instructeurs, Het cursusboek en de handleiding zijn klaar! Om de cursus type- en toetsenbordvaardigheden daadwerkelijk te implementeren vragen we tien instellingen om mee te werken aan een pilot. Het betreft de tien instellingen die meegewerkt hebben aan ons afstudeerproject door het delen van hun deskundigheid met het projectteam, tijdens de interviews. Zonder deze hulp waren we lang niet zover gekomen! Door middel van deze brief willen we graag inventariseren welke instellingen mee willen werken aan de pilot. Dit houdt in dat het cursusboek en de handleiding gebruikt gaan worden in de praktijk, bij zoveel mogelijk klanten. Wij zijn ons ervan bewust dat de inhoud, vorm en werkwijze van de ontwikkelde cursus enigszins zal verschillen van de huidige situatie. Toch hopen we dat dit geen belemmering zal zijn voor het meewerken aan de pilot. Het doel van de pilot is het in de praktijk toetsen van de ontwikkelde cursus typeen toetsenbordvaardigheden met de daarbij behorende handleiding. We vinden het belangrijk om de meningen over de cursus van de klant én de typeinstructeurs te inventariseren. De bedoeling is dat het cursusboek en de handleiding tijdens de Update dagen in mei 2007 geëvalueerd zullen worden. Aan de hand daarvan zullen, waar nodig, aanpassingen gedaan worden. Zoals het er nu uit ziet zal de pilot gestart worden na het uitkomen van de Daisycd (verwachting is rond september/oktober 2006). We hopen dat de cursus na de aanpassingen, naar aanleiding van de evaluatie, landelijk ingevoerd kan worden. Op de laatste dag van onze afstudeerperiode, 23 juni, zal het implementatieproces overgedragen worden aan onze opdrachtgever, Christiaan Pinkster. We hopen op jullie medewerking! Omdat het eind van ons afstudeerproject snel nadert, hopen wij dat jullie vóór woensdag 14 juni kunnen reageren. Ons emailadres is:
[email protected]. Vriendelijke groeten, ET adVISIOn Rosalinde Hibma, Denise Klopper, Marlies Trommel, Sandra van der Veer
Theoretische onderbouwing type- en toetsenbordvaardigheden
96
This document was created with Win2PDF available at http://www.win2pdf.com. The unregistered version of Win2PDF is for evaluation or non-commercial use only. This page will not be added after purchasing Win2PDF.