Cura
Jaargang 3 - december 2006
4
Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar.
Prenataal onderzoek en zwangerschapsafbreking | 5 De kracht van aandacht | 8 Gemakkelijke test DNA profiel | 9
inhoudsopgave 3 Enkelvoudige extramurale Ergotherapie Ergotherapeuten zoeken samen met patiënten naar praktische oplossingen waardoor hun zelfredzaamheid wordt vergroot. 5
Sport Medisch Centrum: net wat de klant wil Centrum voor onder meer sportkeuringen en sportmedisch onderzoek, voedingsadviezen en lifestyleen re-integratieprogramma’s. Definitieve oplossing gewrichtsvervangende operaties Ziekenhuis treft negen maatregelen waaronder de bouw van twee extra operatiekamers.
6 Prenatale diagnostiek en zwangerschapsafbreking Prenatale diagnostiek en zwangerschapsafbreking onlosmakelijk met elkaar verbonden? 8 Wisselcolumn Door mevrouw dr. J. Bensing, directeur van het NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg). Sneltrajectprogramma Nieuw protocol darmoperaties waardoor patiënten sneller herstellen. 13 Nieuwe en vertrekkende medisch specialisten
Mammacarepolikliniek op Carolus en Liduina Nieuwe mammacarepoliklinieken ingericht en aantal plaatsen uitgebreid. 15 Dermatologisch consult via internet Huisartsen krijgen snel een diagnose en een therapieadvies. 18 Polikliniek voor mensen met een verstandelijke handicap
Veilige zorg Veiligheid in de zorg is een hoofdthema binnen de kwaliteitszorg van het ziekenhuis. Kort gezegd: een patiënt komt naar het ziekenhuis om beter te worden en niet om ziek gemaakt te worden. Bijvoorbeeld door verkeerde medicijnen, verkeerde afstelling van apparatuur of door uit bed te vallen. Dat klinkt vanzelfsprekender dan het is. Lang hebben wij in het ziekenhuis gedacht dat ongelukken er nu eenmaal bij hoorden. Het is immers mensenwerk en mensen kunnen fouten maken. ‘Waar gehakt wordt, vallen spaanders’ hoorde je dan. Aan de andere kant waren de patiënten vroeger minder kritisch, minder goed geïnformeerd ook. Zij hoopten er maar het beste van. Ging er iets mis dan was dat kennelijk een onvermijdelijk lot. De dokter was ook maar een mens. Hoewel? Dan toch wel een bijzonder mens. Je kon er in ieder geval beter geen ruzie mee krijgen. De tijden veranderen. We worden kritischer als het om rampen en ongevallen gaat. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wie is er verantwoordelijk of misschien wel aansprakelijk? Welke minister heeft er nu een probleem? Uitgebreid onderzoek dient plaats te vinden. Belangrijker is natuurlijk de vraag hoe een calamiteit kan worden vermeden. Doen we het uiterste om ongevallen en fouten te vermijden? En als ze toch voorkomen wat
kunnen we er dan van leren? Binnen ons ziekenhuis doen we daarom ervaring op met VIM (Veilig Incidenten Melden). Zo dicht mogelijk bij het werk signaleren en analyseren van incidenten en die vertalen naar zorg verbetering. We verwachten er veel van. Maar er is nog een andere vorm van veilige zorg. En dan hebben we het over veilige arbeidsomstandigheden voor onze medewerkers. Bijvoorbeeld als het gaat om agressiviteit van patiënten op de Spoedeisende Hulp. Ook dat kenden we vroeger niet zo. Veiligheid van medewerkers is aan de orde tijdens het werk met naalden en scherp instrumentarium. Daarbij kun je jezelf namelijk besmetten via het bloed van een zieke patiënt. Deze kan een bloedoverdraagbare aandoening hebben zoals hepatitis of HIV. Ook daarvoor zijn in het ziekenhuis procedures en preventiemaatregelen opgesteld. Meldpunten, procedures en veiligheid-prestatie-indicatoren zijn nieuwe begrippen in het ziekenhuis van onze tijd. We gaan er voor ook in het nieuwe jaar. n Drs. Frans J.M. Croonen Voorzitter Raad van Bestuur
19 Case van een patiëntenvoorlichter Zeldzame aandoening.
Agenda
KENNIS EN WETENSCHAP
9 Verwisseling van menselijk materiaal Het laboratorium voor Moleculaire Diagnostiek ontwikkelde een single nucleotide polymorphism (SNP)profiling assay. Deze relatief gemakkelijke test geeft snel een betrouwbaar uitsluitsel over de afkomst van menselijk weefsel. 10 Wetenschap in het ziekenhuis Animo voor het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek onder professionals JBZ nog steeds aanwezig. 11 Neonatal Oral-Motor Assesment Scale Correlatie zuigreflex en algehele ontwikkeling aangetoond. REVALIDATIECENTRUM TOLBRUG
16 Revalidatiedagbehandeling in Oss Patiënten hoeven in 2007 niet meer naar ’s-Hertogenbosch. 17 www.tolbrug.nl Revalidatiecentrum heeft sinds kort een eigen website.
| Cura, jaargang 3, nummer 4
[w.v.t.t.k.] JBZ genomineerd voor zorgprijs Het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft de True Care award gewonnen. De prijs is ingesteld door de Doove Care Groep om ‘positieve acties’ in de gezondheidszorg extra onder de aandacht te brengen’. Het JBZ heeft de eerste prijs gekregen vanwege zijn instellingsbrede decubitusbeleid. Het decubituspercentage is 2,7 (exclusief graad 1 en ontstaan in het JBZ). Hiermee zit het ziekenhuis onder het landelijke gemiddelde van 5%. Uiteraard wordt er naar gestreefd om dit cijfer nog meer te verlagen. De prijs werd op 29 november jl. uitgereikt. n
Jan Doove (links) directeur Doove Care Groep en Peter van Druten voorzitter decubituscommissie
Enkelvoudige Extramurale Ergotherapie Patiënten die door een aandoening beperkt worden in hun dagelijks handelen, kunnen door de ergotherapeuten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis thuis worden geholpen. Zij gaan samen met de patiënt op zoek naar praktische oplossingen waardoor hun zelfredzaamheid wordt vergroot en ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De ergotherapeuten begeleiden een zeer gevarieerde groep patiënten. Mensen die een CVA hebben gehad of reuma hebben, maar ook patiënten met dementie kunnen baat hebben bij ergotherapeutische begeleiding. Daarnaast richt een van de ergotherapeuten zich speciaal op kinderen die bijvoorbeeld een stoornis hebben in de sensomotorische ontwikkeling of een leerprobleem. Zo geeft zij bijzondere speladviezen voor baby’s, kleuters en schoolkinderen.
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft zeven ergotherapeuten in dienst. Een aantal van hen biedt extramurale zorg. Daarnaast zijn er ook ergotherapeuten die klinisch werken en patiënten eventueel na ontslag in de thuissituatie doorbehandelen. Meestal is dit het geval als er sprake is van een gecompliceerde medische achtergrond of een ingewikkelde thuissituatie. De zorgverzekering vergoedt voor iedere patiënt tien uur enkelvoudige extramurale ergotherapie. Patiënten komen bij een ergotherapeut
terecht na een schriftelijke verwijzing van huisarts of medisch specialist. n SB Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de Paramedische Dienst, tel.nr. (073) 699 61 55.
(advertentie)
V IVENT STAAT VOOR: • Kraamzorg • Jeugdgezondheidszorg • Cursussen en servicediensten • Verpleeghuiszorg • Verzorgingshuiszorg • Thuiszorg • Voeding en dieet • Alarmering • Thuiszorgwinkels • Maaltijdservice
één nummer voor alle diensten
0900 515 25 35
Voorheen Thuiszorg regio ’s-Hertogenbosch en Dimens
Postbus 1700, 5200 BT ’s-Hertogenbosch • www.vivent.nl
Cura, jaargang 3, nummer 4 |
(advertentie)
H e d i k H u i z e rw e g 9
www.LiV iT. n L
den BoscH
T eL ( 0 7 3 ) 6 2 7 9 2 0 0
Blijven genieten. L iV iT Pro - & o rT H e s e n
To o r n e n d s cH oenen
VoLA nT e kousen
LiViT orthopedie is met 36
zoals pro- & orthesen, ortho-
voor de juiste oplossing voor
voor al uw orthopedische
vestigingen landelijk actief in
pedische
iedere functiebeperking; zowel
hulpmiddelen.
maatschoenen
en
het aanmeten en leveren van
therapeutische elastische kou-
confectie als maatwerk.
orthopedische hulpmiddelen,
sen. onze vakmensen zorgen
LiViT orthopedie: hét adres
sTreVen nAAr goed LeVen.
| Cura, jaargang 3, nummer 4
Van blessurespreekuur tot preventie van ziekteverzuim
Sport Medisch Centrum Op 8 oktober is het Sport Medisch Centrum JBZ opgericht. Het verzorgt sportkeuringen en sportmedisch onderzoek, inspanningstesten, voedingsadviezen, paramedische behandeling en begeleiding bij (sport)blessures en lifestyle- en re-integratieprogramma’s. Het Sport Medisch Centrum is een zelfstandige stichting met een ‘loket’ op de locatie Carolus. Het centrum werkt nauw samen met het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) en koopt er kennis en ervaring in voor haar klanten. Een deel van de kracht van het Sport Medisch Centrum zit hem dan ook in de kruisbestuiving met het JBZ. Door de nauwe samenwerking kan het een breed pakket aanbieden en makkelijk thematische projecten opzetten. Zo wordt binnenkort gestart met twee ‘lifestylegroepen’, voor kinderen met overgewicht.
Een project dat samen met kinderartsen, Dietetiek en de afdeling Medische Psychologie wordt opgepakt. Maatwerk voor bedrijfsleven Ook het bedrijfsleven kan maatwerk worden geleverd. Preventie van ziekteverzuim is bijvoorbeeld een hot item. Het Sport Medisch Centrum kan een programma maken met fitheidtesten, werkplekonderzoek, ergonomie, diëtetiek, fysiotherapie, sportbegeleiding. Net wat de klant wil.
Behandelingen vergoed Het Sport Medisch Centrum is sinds kort gecertificeerd door de Federatie van Sportmedische Instellingen. Dat is niet alleen een kwaliteitskeurmerk, maar het betekent ook dat vrijwel alle verzekeraars, vrijwel alle behandelingen van het Sport Medisch Centrum geheel of gedeeltelijk vergoeden. n Voor meer informatie: www.smcjbz.nl.
Definitieve oplossing gewrichtsvervangende operaties Het Jeroen Bosch Ziekenhuis besloot op 28 september 2006 geen gewrichtsvervangende operaties meer uit te voeren in de orthopedische operatiekamers van de locatie Groot Ziekengasthuis (GZG). De norm van 1% postoperatieve wondinfecties die het ziekenhuis zichzelf heeft gesteld, werd hier namelijk niet gehaald. Sinds het besluit verrichten de orthopeden alle gewrichtsvervangende operaties op de locatie Carolus. Door de interne verhuizingen was de druk op het operatiecentrum en de verpleegafdelingen op deze locatie al hoger. Door de verplaatsing van de gewrichtsvervangende operaties nam die druk toe. Er is de afgelopen maanden dan ook naarstig gezocht naar een andere, definitieve oplossing Negen Maatregelen Onderdeel van de zoektocht naar een structurele oplossing was het onderzoek
van een extern ingenieursbureau. Dit bureau heeft bekeken of het mogelijk is om het operatiecentrum zo aan te passen dat de norm van 1% in alle operatiekamers wordt gehaald. De conclusie was dat dit mogelijk is, mits er een achttal maatregelen worden doorgevoerd. De maatregelen variëren van een strenger deurbeleid tot het plaatsen van een nieuw luchtafzuigsysteem en een sluis bij de toegang naar de Centrale Sterilisatie afdeling. De Raad van Bestuur heeft besloten om deze maatregelen zo snel mogelijk door te voeren zodat ze in maart 2007 zijn gerealiseerd. Naast deze maatre-
gelen wil de Raad van Bestuur nog een negende maatregel doorvoeren. Boven de Bloedprikdienst op de locatie Groot Zieken gasthuis worden twee moderne operatie kamers gebouwd. Hier kunnen de meest risicovolle operaties worden verricht. Tussentijds Totdat alle maatregelen zijn gerealiseerd, blijft de huidige situatie gehandhaafd en verrichten de orthopeden de gewrichts vervangende operaties op de locatie Carolus. n SB
Cura, jaargang 3, nummer 4 |
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) voert al enige tijd uitgebreid echoscopisch onderzoek uit en sinds kort ook vruchtwater puncties. Beide onderzoeken worden gedaan bij zwangere vrouwen met verhoogd risico op een kind met een aangeboren afwijkingen.
Prenataal onderzoek en zwangerschapsafbreking In Nederland mag prenatale diagnostiek worden uitgevoerd door academische ziekenhuizen die daarvoor een vergunning hebben. Daarnaast mogen enkele ziekenhuizen als satelliet van deze centra diagnostisch onderzoek verrichten. Het JBZ voert uitgebreid echoscopisch onderzoek uit als satelliet van het UMC St Radboud in Nijmegen. Sinds enige tijd worden er ook vruchtwaterpuncties verricht. In 2007 komt een gynaecoloog-perinatoloog met tien jaar ervaring op het gebied van puncties het team gynaecologen versterken. Gezien haar eveneens uitgebreide ervaring met de vlokkentest, gaat het JBZ wellicht ook dit prenatale onderzoek uitvoeren. Alle echo’s passeren revue “De Vereniging van Gynaecologen stelt strenge kwaliteitseisen aan de uitvoering van prenataal onderzoek”, aldus Robbert Rijnders, gynaecoloog in het JBZ. “Zo vindt er, als kwaliteitscontrole, iedere week in Nijmegen multidisciplinair overleg plaats, waarbij de verrichte onderzoeken worden getoond en besproken. Hierbij zijn onder andere neonatologen, een klinisch geneticus, een maatschappelijk werker en gynaecologen aanwezig. Alle echo’s van het JBZ die een afwijking laten zien, worden hier besproken. Maar ook die van het Radboud en andere partners passeren de revue.” Missen Rijnders: “We gaan bij alle echografische onderzoeken en puncties achteraf na of onze bevindingen klopten. Tot op heden hebben we het wat betreft de puncties altijd bij het rechte eind gehad. Bij echoscopisch onderzoek is het moeilijker. Dan hangt het
| Cura, jaargang 3, nummer 4
een beetje van de aandoening af. We vinden bijvoorbeeld 95% van de open ruggetjes en 75% van de hartafwijkingen.” Collega Herman Oosterbaan: “Het is niet gezegd dat als je een afwijking vindt, je bij de geboorte niet nog méér vindt. Daarnaast heb je geen garantie op een gezond kind als je niks vindt. Je kunt missen en je mist.” Religieuze overtuiging Voor Nederland gold altijd dat ongeveer 60% van de vrouwen die recht hebben op een vruchtwaterpunctie of vlokkentest, die behandeling ook laten uitvoeren. 40% maakt daarvan dus geen gebruik. Oosterbaan: “Hierbij kunnen religieuze overwegingen een rol spelen. Dit neemt niet weg dat voor deze vrouwen geavanceerd echoscopisch onderzoek wel zinvol kan zijn. De helft van de kinderen met het syndroom van Down heeft een hartafwijking. Wanneer je dit van tevoren weet, kan het kindje op een passende plaats geboren worden en direct adequate zorg ontvangen.” Implicaties afwijking Oosterbaan: “Sommige ouders denken dat prenataal onderzoek onlosmakelijk verbonden is met afbreking van de zwangerschap. Maar dit is alleen in het uiterste geval zo. De meeste kindjes waarbij wij een afwijking constateren, zijn goed te behandelen of kunnen goed leven met hun aandoening. Soms is het zelfs zo dat de gevonden afwijking spontaan verdwijnt. Tijdens de besprekingen in Nijmegen kijken we dan ook naar wat de implicaties van de aandoening zijn voor het kind. Daarnaast gaan we na wat de beste weg is om te bewandelen en waar en hoe het kindje kan worden opgevangen.”
Christelijke identiteit Prenatale diagnostiek is dus niet onlosmakelijk verbonden met zwangerschapsafbreking. Het toepassen van die diagnostiek wekt echter wel de verwachting dat zwangerschapsafbreking in het JBZ kan worden uitgevoerd. De vraag ‘en nu?’ rees. Wat gebeurt er als de vrouw na constatering van een afwijking een verzoek om afbreking van de zwangerschap doet? Wanneer een aandoening is geconstateerd die niet met het leven verenigbaar is, dan is het honoreren van dat verzoek geaccepteerd. Maar wat als het kindje levensvatbaar is? Is het afbreken van een zwangerschap dan nog wel ethisch en te rijmen met de christelijke identiteit van het ziekenhuis? Een multidisciplinaire commissie boog zich over dit vraagstuk. Het geweten De conclusie van de commissie was dat het ziekenhuis ook op het gebied van zwangerschapsonderbreking een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid in de regio draagt. Corrie Baars, unithoofd Verloskunde/Gynaecologie en lid van de commissie: “Voor de totstandkoming van het beleid zijn er onder verpleegkundigen en gynaecologen casusbesprekingen gehouden. Belangrijke vragen waren: ‘Wat zegt je geweten over zwangerschapsaf breking?’ en ‘Hoe kunnen we professionele zorg verlenen aan een patiënt wanneer we persoonlijk een andere keuze gemaakt zouden hebben?’. De antwoorden die hierop werden gegeven, zijn grotendeels in het beleid verwerkt. Medewerkers kunnen zich in bepaalde situaties beroepen op gewetensbezwaren. Er is geen lijstje van
wie wel en geen bezwaar heeft. We gaan er namelijk vanuit dat het geweten zich mogelijk ontwikkelt. Als iemand gewetensbezwaar heeft, is het niet zo dat diegene professioneel zorg móet verlenen.” Bedenktijd De commissie formuleerde een beleid dat zwangerschapsafbreking mogelijk maakt binnen de kaders van de Wet Afbreking Zwangerschap. Baars: “Wanneer een vrouw na prenataal onderzoek een verzoek tot zwangerschapsafbreking doet, gaat een wettelijke bedenktijd in van vijf dagen. Het is echter meestal raadzaam om ouders meer tijd te geven. Wij bieden hen in ieder geval counseling aan. Dat is niet wettelijk verplicht, maar wij willen de ouders graag in staat stellen een weloverwogen beslissing te nemen. Zij kunnen met alle specialisten spreken die hen iets kunnen vertellen over (het leven met) de aandoening. De ouders worden in deze tijd
begeleidt door het Maatschappelijk Werk. Gesproken wordt over het effect van de afwijking, de zorg die nodig is en wat de mogelijkheden van de ouders zijn in draagkracht en draaglast. Na de counseling kan de vrouw1 het verzoek officieel neerleggen bij haar gynaecoloog. Deze gaat na of de beslissing niet onder druk tot stand is gekomen en of er bij de geboorte van het kind een noodsituatie voor de vrouw ontstaat. Vervolgens legt de gynaecoloog het verzoek neer bij de Multidisciplinaire Commissie Zwangerschapsafbreking2 (MCZ). Deze commissie komt binnen een aantal dagen bij elkaar voor moreel beraad en brengt vervolgens advies uit aan de gynaecoloog.”
in overleg met de vrouw de klinische fase voorbereid. De vrouw krijgt een eerstverantwoordelijke verpleegkundige toegewezen; de gynaecoloog is eindverantwoordelijke. De nazorg betreft minimaal één gesprek met de gynaecoloog en de verpleegkundige die de ouders heeft begeleid. Daarbij wordt onder meer nagegaan hoe de ouders zich voelen en of zij nog begeleiding/hulp nodig hebben. Wanneer de huisarts en/of de verloskundige niet al betrokken zijn, dan volgt direct aansluitend op de klinische fase een goede overdracht aan hen. n SB
Nazorg Het advies van de commissie is zwaarwegend. De vrouw zal na een negatief advies doorgaans naar een andere kliniek worden verwezen. Bij positief advies wordt
1
Alleen de vrouw kan het verzoek tot zwangerschapafbreking doen.
2
Deze commissie is in oprichting en zal bestaan uit een afgevaardigde van de stuurgroep Ethiek, een gynaecoloog (niet de behandelende), een verpleegkundige en een unithoofd van Verloskunde/Gynaecologie, een kinderarts en een maatschappelijk werker.
Cura, jaargang 3, nummer 4 |
wissel column
De kracht van aandacht Als je op de kranten moet afgaan, gaat het in de gezondheidszorg tegenwoordig vooral om kosten, efficiëntie, wachttijden en soortgelijke problemen. Problemen voor de vergadertafel. Maar in werkelijkheid speelt de gezondheidszorg zich toch vooral af bij de dokter in de spreekkamer of aan het bed bij de verpleegkundige. Dáár wordt de hulpvraag van de patiënt verwoord, gehoord en beantwoord. Dáár zou de schijnwerper van de media-aandacht op gericht moeten zijn. Dan zou men zien dat het genezen van mensen niet alleen een technisch verhaal is, maar dat er vaak emoties een rol spelen. Dan zou men ook zien hoe belangrijk goede communicatie is in de hulpverlening: warmte, aandacht, het vermogen om mensen de ruimte te geven hun hele verhaal te vertellen. Maar ook: goede, op maat gesneden informatie die patiënten helpt om hun gezondheidsproblemen te begrijpen en de baas te blijven. Dan zou men allerlei prachtige voorbeelden zien van wat het met patiënten doet als zij artsen en verpleegkundigen om zich heen hebben die zorgzaam zijn, aandacht hebben, open en eerlijk zijn en de patiënt volledig serieus nemen. Maar ook het omgekeerde: hoe eenzaam patiënten kunnen zijn als zij alleen gelaten worden in hun lijden. Als er alleen maar aandacht is voor de ziekte en niet voor de zieke mens. Als je op de kranten zou afgaan, is het klimaat in de gezondheidszorg wel erg schraal. Gelukkig hoef je de kranten niet altijd te geloven. Ga zelf maar eens kijken naar wat er echt belangrijk is in de gezondheidszorg! n Jozien Bensing Directeur NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg) Mevrouw Bensing is bovendien hoogleraar Gezondheidspsychologie, Universiteit Utrecht en lid van de Raad van Toezicht van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.
| Cura, jaargang 3, nummer 4
Fast track Surgery ofwel sneltrajectprogramma. Het klinkt als weer een nieuwe methode waarmee patiënten zo snel mogelijk het ziekenhuis uit worden geholpen. Maar het nieuwe zorgprotocol voor darmoperaties dat deze naam heeft gekregen, heeft dat niet als belangrijkste doel. “Het is voor patiënten vaak wel een prettige bijkomstigheid”, aldus Albert Schakenraad unithoofd Chirurgie.
“Eigen kost smaakt altijd beter.”
Sneltrajectprogramma Schakenraad: “De patiënt herstelt sneller, voelt zich sneller beter. Dat is de grote winst van het nieuwe protocol. Het verschil met de procedure die we voorheen volgden, is groot. Zo hoeven patiënten nu niet meer standaard veel vloeistof te drinken zodat de darm voor de operatie helemaal leeg is. De chirurgen maken het stuk waarin ze moeten snijden nu zelf tijdens de operatie schoon. Daardoor komt de darm postoperatief weer veel sneller op gang. Dat heeft tot gevolg dat patiënten niet meer dagen achtereen misselijk in bed liggen. Alleen als er een scopie wordt verricht, moeten patiënten nog wel veel drinken. De darm moet dan wel leeg zijn zodat de chirurg iets kan zien.” Welbevinden van patiënt Chirurg Eric Jan Carol: “Eigenlijk kun je zeggen dat we proberen om postoperatief zo snel mogelijk de preoperatieve situatie te bereiken. Dus een sneller herstel en minder complicaties. We voeren het protocol uiteraard niet coûte que coûte uit. We kijken naar de patiënt. Als het niet goed gaat, dan vertragen we de procedure. Iemand moet normaal kunnen eten en drinken. Hij moet
gewoon naar de wc kunnen en zichzelf kunnen verzorgen. Als dat allemaal het geval is, mag hij naar huis. Sommige patiënten knappen heel snel op en staan na drie dagen weer buiten. Bij anderen duurt het langer. Waar dat aan ligt, weten we niet. We vermoeden dat het welbevinden van de patiënt wordt vergroot als ze thuis verder kunnen herstellen. Eigen kost smaakt altijd beter. Of het genezingsproces daarmee ook sneller gaat, is de vraag. Dat is nog nooit bewezen. Maar dat ze zich prettiger voelen, helpt waarschijnlijk wel.” De locatie Carolus heeft het sneltrajectprogramma als eerste geïntroduceerd. Op de locatie Groot Ziekengasthuis is het net ingevoerd en er is dus ook nog sprake van een implementatiefase. In januari 2007 kunnen waarschijnlijk de eerste vijftig patiënten van deze locatie worden geëvalueerd. De chirurgen van beide locaties hebben gesproken over een JBZ-brede evaluatie. n SB Voor meer informatie over het protocol kunt u terecht bij Albert Schakenraad, tel.nr. (073) 699 62 04.
k e n n i s
&
w e t e n s c h a p
Weefsels die voor analyse aan het laboratorium voor pathologie worden aangeboden, krijgen een histologienummer. Jaarlijks analyseert het laboratorium 28.000 nummers. ongeveer tien keer per jaar zijn er twijfels of er een verwisseling van nummers heeft plaatsgevonden. in die gevallen vraagt de patholoog een Dna-test aan.
verwisseling van menselijk materiaal De testen die momenteel op de markt zijn, zijn tijdrovend en vereisen vaak dure apparatuur. Bovendien geven ze niet altijd een eenduidig antwoord waardoor vervolgtesten nodig zijn. Dit was voor de moleculaire Diagnostiek een reden om een single nucleotide polymorphism (snp)-profiling assay te ontwikkelen. Deze relatief gemakkelijke test geeft snel -binnen 24 uur- een betrouwbaar uitsluitsel over de afkomst van menselijk weefsel. De test is de afgelopen drie jaar in het Jeroen Bosch Ziekenhuis opgezet en gevalideerd. S NP snp’s zijn de meest voorkomende nucleotidevariaties in het Dna. Ze komen ongeveer eens op de 100 tot 300 basenparen1 voor. elk individu heeft een unieke combinatie van deze variaties in het Dnaprofiel. “met de test kunnen we bij weefsels de verschillen of overeenkomsten in variaties waarnemen”, aldus moleculair biologisch analist ronald huijsmans. “als een profiel ook maar op één base verschilt met
1
een ander profiel, dan weten we dat de weefsels niet van dezelfde persoon zijn.” BETROUWBAARHEID De test werkt door de vermeerdering van Dna in een polymerase Chain reaction (pCr). een sterk vereenvoudigde weergave van het proces luidt als volgt. een dubbele streng Dna splitst zich in twee enkele strengen onder invloed van temperatuur. een enzym vult vervolgens de twee enkele strengen aan, zodat er twee dubbele strengen ontstaan. tijdens deze vermeerdering van Dna wordt er tegelijkertijd een molecuul (taqman probe) afgebroken waarbij een fluorofoor vrijkomt. hoe meer er van dit molecuul wordt afgebroken, hoe meer fluorofoor er vrijkomt, hoe meer fluorescentie. het omgekeerde is ook waar. Wanneer er weinig Dna wordt afgebroken, is de fluorescentie laag. als de pCr cyclus vaak genoeg wordt herhaald, wordt de fluorescentie zichtbaar voor een camera. op dat moment kan worden vastgesteld wat het Dna-profiel is. hoe betrouwbaar de snp-
test is, is afhankelijk van het aantal snp’s dat wordt bekeken. huijsmans: “als we alleen hoeven aan te tonen of het weefsel van een man of een vrouw is, is één test al voldoende. maar doorgaans doen we er tien. hoe meer testen je uitvoert, hoe betrouwbaarder de test is. TUMORWEEFSEL Bij tumorweefsel is de interpretatie van de test iets lastiger. Daarin kunnen namelijk stukken Dna verloren zijn gegaan waardoor het profiel moeilijker is vast te stellen. huijsmans: “als we weten dat een van de weefsels een tumor weefsel betreft, dan houden we er rekening mee dat de fluorescentie verlaagd kan zijn. en als we een verminderd fluorescentiesignaal zien, weten we dat we te maken hebben met tumorweefsel.” SERUM voor de snp-test zijn maar kleine stukjes Dna nodig (rond de 80 basen lang). huijsmans: “De test kan daarom ook goed worden gebruikt bij serum waar
Dna bestaat bevat vier verschillende basen: adenine (a), thymine (t), cytosine (C) en guanine (g). Deze vormen paren at en Cg.
Lees verder op pagina 10 >
Cura, jaargang 3, nummer 4 | 9
k e n n i s
&
w e t e n s c h a p
Vervolg van pagina 9 >
vrijwel geen DNA in zit. De kleine fragmentjes DNA in serum, afkomstig van dode cellen, zijn al voldoende voor een SNP profiel. Andere testen kunnen daarmee problemen ondervinden.” Alle mogelijke monsterverwisselingen (31 in totaal) van de afgelopen drie jaar werden met behulp van de SNP-profiling assay adequaat opgelost, zonder dat de pathologische uitslagen vertragingen opliepen. Patiënten hebben in deze periode geen klinische gevolgen ondervonden van verwisseling. n SB Voor meer informatie over de test kunt u contact opnemen met de Moleculaire Diagnostiek, tel.nr. (073) 699 22 40. In Vox Sanguinis en het Journal of Molecular Diagnostics wordt binnenkort een artikel over deze test gepubliceerd. De voordelen van de SNP-test: - betrouwbaar; - goedkoop;
Hoewel het algemeen belang van wetenschappelijk onderzoek door vrijwel alle professionals van het JBZ wordt onderschreven, valt het in de praktijk niet mee om het daadwerkelijk zelf te doen of er een bijdrage aan te leveren. De directe patiëntenzorg is immers de primaire taak van het ziekenhuis en daar richten professionals zich op.
Wetenschap in het ziekenhuis Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) hecht echter belang aan het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek. Daar is een aantal redenen voor. Allereerst draagt het bij aan kennisontwikkeling. Kennis die direct of indirect wordt aangewend voor de kwaliteit van de patiëntenzorg. Daarnaast geldt dat het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek een steeds belangrijkere eis wordt die aan een groot opleidingsziekenhuis wordt gesteld.
- geschikt voor serum; - duidelijke uitkomst waardoor vervolgtesten niet nodig zijn; - geen dure apparatuur nodig; - slechts kleine stukjes DNA nodig.
10 | Cura, jaargang 3, nummer 4
V oldoende animo De recent opgerichte wetenschapscommissie van het JBZ stimuleert het doen van
onderzoek en tracht ook onderzoekslijnen uit te zetten voor het ziekenhuis. Om toegepast wetenschappelijk onderzoek weer meer op de kaart te zetten en mensen te enthousiasmeren, organiseerde de commissie onlangs een congres. Tijdens het congres werd duidelijk dat onderzoek naast veel inspanningen ook geld kost. Daarom wordt er de komende tijd gezocht naar verschillende bronnen die hieraan kunnen bijdragen. Ook werd duidelijk dat er nog steeds voldoende animo voor toegepast wetenschappelijk onderzoek is onder de aanwezigen. n SB
k e n n i s
&
w e t e n s c h a p
De Amerikaanse logopediste Marjorie Meyer Palmer toonde in een onderzoek aan, dat er correlatie bestaat tussen het zuigpatroon van een baby en zijn algehele ontwikkeling. Bij een afwijkend zuigpatroon blijkt de kans op een problematische ontwikkeling groter te zijn.
Zuigreflex en algehele ontwikkeling
Neonatal Oral-Motor Assesment Scale Met deze wetenschap ontwikkelde Palmer de Neonatal Oral-Motor Assesment Scale (Nomas), waarmee zuigpatronen kunnen worden geanalyseerd. Hoe eerder de diagnose gesteld kan worden, hoe eerder potentiële problemen kunnen worden voorkomen. N ormaal zuigpatroon Van de kaak- en tongbeweging worden elk vijftien aspecten gescoord. Zo wordt het zuigritme bekeken, de ligging van de tong tijdens het zuigen en de snelheid waarmee de baby drinkt. Alleen de eerste twee minuten van het drinken worden geobserveerd, omdat dan de puur reflexmatige bewegingen het sterkt aanwezig zijn. Bij een normaal zuigpatroon worden zuigen, slikken en ademhalen gelijkmatig afgewisseld (1:1:1). Het kindje maakt tien tot dertig zuigbewegingen achter elkaar en pauzeert kort alvorens het weer verder drinkt. Baby’s kunnen naast normal, dysfunctional of disorganized scoren.
S coren Het analyse-instrument wordt gebruikt bij baby’s die reflexmatig zuigen. De zuigreflex is tot ongeveer de derde maand aanwezig. Baby’s die borstvoeding krijgen, kunnen niet worden gescoord omdat de melktoevoer door de toeschietreflex niet constant is. Daarnaast kunnen baby’s met een aangezichtsaandoening, zoals een schisis, niet worden gescoord. De Nomas wordt inmiddels door 36 Nederlandse logopedisten gebruikt, veelal werkzaam in academische en grotere algemene ziekenhuizen. Zij hebben een intensieve cursus gevolgd waarin ze geleerd hebben hoe ze moeten scoren en hoe ze de score moeten interpreteren.
post menstrueel 38 weken was en nog niet zelf kon drinken. De kracht van de analyse is dat je problemen voor kunt blijven, door in een vroeg stadium het zuigpatroon te observeren. Je kunt het kindje en de ouders dan in een vroeg voedingsstadium begeleiden. Wanneer een kindje bijvoorbeeld a-ritmisch drinkt, dan tellen we de zuigbewegingen en wen pauzes in door de fles na een aantal zuigbewegingen weg te halen. Dat herhalen we zodat het kindje regelmatig leert drinken. N auwelijks echte voedings-
Marieke van Voorst is een van de twee logopedisten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis die de cursus hebben gevolgd. “Voorheen werden wij pas ingeschakeld als er sprake was van een probleem. Bijvoorbeeld als een kindje
problemen meer
Van Voorst: “Van de baby’s die reflexmatig zuigen, scoren de prematuren in de Lees verder op pagina 12 >
Cura, jaargang 3, nummer 4 | 11
k e n n i s
&
w e t e n s c h a p
Vervolg van pagina 11 >
Nomas nagenoeg altijd disorganized. Als een kindje te vroeg geboren wordt, krijgt het veel negatieve prikkels. Het moet bijvoorbeeld worden beademd of krijgt sondevoeding. Daardoor kan er in een vroeg stadium een eetprobleem ontstaan. Daarom volgen we baby’s onder 32 weken en/of onder de 2.000 gram altijd tot het moment dat ze naar huis gaan. Daarnaast hebben we een aantal vaste, poliklinische controlemomenten. Bij één maand (net thuis), bij drie maanden (overgang reflexmatig in willekeurig zuigen) en bij negen maanden (introductie lepelvoeding en brood). Voor prematuren corrigeren we uiteraard de leeftijd waarop we ze terug willen zien. Het resultaat van onze vroegtijdige diagnose en verdere betrokkenheid is opvallend. Voorheen zagen we ex-prematuren pas terug op de polikliniek als er sprake was van een echt eetprobleem. De ouders waren dan vaak radeloos en de situatie was uit de hand gelopen. Dat komt nu nog maar zelden voor. Als we de kindjes terug zien op de polikliniek kijken we overigens ook meteen naar de spraaktaalontwikkeling. Daarnaast worden ze meteen gezien door
12 | Cura, jaargang 3, nummer 4
een fysiotherapeut. Ouders hoeven daar dus niet apart voor terug te komen.”
>
Eetteam
In het ziekenhuis is een eetteam actief dat bestaat uit kinderarts/gastro-enteroloog, diëtist,
K anttekening Van Voorst en haar collega zijn positief over de diagnostische waarde van de Nomas maar zetten wel vraagtekens bij de waarde van de voorspelling die je op basis van de observatie kan doen. “Daarin zijn wij niet de enige. Palmer heeft niet aangegeven binnen welke periode de observatie moet plaatsvinden. Dat is overigens ook niet mogelijk. Je bent namelijk afhankelijk van diverse factoren. Als kindjes bijvoorbeeld worden beademd, kun je ze niet scoren. Dat betekent dat het aan de logopedist zelf wordt overgelaten wanneer het kindje wordt geobserveerd. Dat prematuren veelal disorganized scoren, komt doordat hun reflexen nog niet uitgerijpt en op elkaar afgestemd zijn. Een week later kan dat anders zijn en scoort het kindje misschien normal. Palmer zegt dat één keer scoren voldoende is. Maar is het dan eens afwijkend altijd afwijkend? De logopedisten in Nederland die de Nomas toepassen, zijn dat nu verder aan het onderzoeken.” n SB
pedagogisch medewerker, kinderverpleegkundige en logopedist. Het team ziet voornamelijk kinderen met gedragsmatige voedingsproblemen, voedingsproblemen gerelateerd aan een aandoening of syndroom of onbegrepen voedingsproblemen. Voor meer informatie over de NOMAS of het eetteam kunt u terecht bij Marieke van Voorst, e-mail:
[email protected].
Nieuwe specialisten Naam: drs. H.G.M. Poels Janssen (Harriëtte) Specialisme: Apotheker Studie: Farmacie aan de Universiteit Utrecht (1986-1991). Bijzonder aandachtsgebied: Ik heb gewerkt als industrieapotheker en Qualified Person bij Organon en mijn interesse gaat dan ook uit naar kwaliteit. Daarna heb ik gewerkt als openbaar apotheker in een plattelandsapotheek waarbij de farmaceutische patiëntenzorg veel aandacht had. Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis?: Het opzetten van een apotheek in een groot ziekenhuis is een grote uitdaging. Het werken in een grote organisatie spreekt me aan. Werkzaam op locatie: Carolus
Naam: drs. F. S. van Bergen (Floor) Specialisme: Gezondheidszorgpsycholoog/ Neuropsycholoog Studie: Psychologie, Universiteit Utrecht (1993-1998) Specialisatie: Neuropsychologie Bijzonder aandachtsgebied: Ouderen Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis?: Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is een top klinisch ziekenhuis. Ook de recente verhuizing van Limburg (Maastricht) naar Brabant heeft meegespeeld in de keuze voor dit ziekenhuis. Werkzaam op locatie: Carolus n
Mammacarepolikliniek op Carolus en Liduina Sinds kort zijn er ook Mammacarepoliklinieken op de locaties Carolus en Liduina (Boxtel) ingericht. Op de locatie Groot Ziekengasthuis was al langer een dergelijke polikliniek aanwezig. Het aantal mammacareplaatsen is uitgebreid. Het ziekenhuis streeft er namelijk naar dat patiënten binnen de vastgestelde norm van maximaal vijf werkdagen, terechtkunnen op de polikliniek. Routing Naast deze uitbreiding is ook de routing
die een patiënt op de Mammacare polikliniek doorloopt, aangepast. Op verschillende punten is deze aangescherpt. Bovendien is er een betere afstemming tussen de polikliniek en Radiologie. Hierdoor hoeft de patiënt(e) geen aparte afspraak met de radioloog te maken.
Het doel van de Mammacarepolikliniek is om bij vrouwen en mannen met een zwelling in de borst óf bij wie een afwijking in de borst is geconstateerd bij het bevolkingsonderzoek, snel een diagnose te stellen. n SU
[w.v.t.t.k.] Kinderkookmiddag voor kinderen met diabetes Op 15 november jl. bereidden kinderen met diabetes een echte Italiaanse maaltijd onder begeleiding van twee koks. De kinderen kookten in de keuken van de locatie Carolus en dineerden vervolgens met hun ouders in het personeelsrestaurant. Initiatiefnemers zijn de leden van het kinderdiabetesteam. Dat probeert met enige regelmaat op een vaak ludieke manier lotgenotencontact te bevorderen tussen de kinderen. De activiteiten hebben ook een educatief karakter. Tijdens de middag leren de kinderen dat gezonde voeding ook lekker kan zijn en berekenen ze zelf hoeveel koolhydraten er in de verschillende maaltijdonderdelen zitten. Deze activiteit wordt gesponsord door snackbar De Kruisstraat uit Rosmalen die vijftig jaar bestaat. De eigenaar van de snackbar heeft hiervoor gekozen omdat diabetes in zijn familie voorkomt.
Cura, jaargang 3, nummer 4 | 13
(advertentie)
Gerda Rouvoet
Haarwerkspecialiste Klantenbehandeling, Kwaliteit en Discretie staan op de eerste plaats in mijn bedrijf.
Leverancier van uiteenlopende haarwerken (pruiken) heren, dames en kinderen Specialisatie van uiteenlopende technieken Landelijk erkend door het Ministerie van Volksgezondheid en Sport Top Haarwerkers Gilde Nederland Erkend leverancier Erkenningsregeling Erkend leverancier voor alle ziekenkosten verzekeraars Erkend leerbedrijf K.O.C. Tel. 073 - 6568652 Tel. 06 - 51069595
www.gerdarouvoet.nl
[email protected]
Woont en werkt u straks achter deze gevel? Te koop in hartje Den Bosch, dit unieke pand met schitterende binnenstadstuin. volop licht, ruimte, rust en privacy. mogelijkheid tot bedrijfsvoering (kantoor, praktijk).
kijk op onze website www.sintjorisstraat17.nl voor een online rondleiding.
14 | Cura, jaargang 3, nummer 4
Dermatologisch consult via internet Al bijna 1000 huisartsen en dermatologen in Nederland doen aan ‘teleconsultatie’. Dermatoloog Rens van Dooren van het Jeroen Bosch Ziekenhuis legt uit hoe het teledermatologisch consult werkt en waarom het ook in het JBZ zo goed functioneert. Wat is een teledermatologisch consult? Van Dooren: “Heel kort gezegd: Huisartsen en specialisten communiceren met elkaar over de aandoening van een patiënt via internet. Het Teledermatologisch Consultatie Centrum Nederland (TCCN) zorgt ervoor dat die communicatie goed, veilig en snel verloopt. Wij doen nu een half jaar mee en krijgen zo’n vijf aanvragen per week binnen.” Waar begin je? “Om te beginnen moet je je als huisarts of dermatoloog aanmelden bij TCCN. Vervolgens krijg je een code, waarmee je kunt inloggen in het systeem. Stel: een huisarts krijgt een patiënt op zijn spreekuur met een huidprobleem en hij wil of kan deze niet direct doorverwijzen naar een dermatoloog. Dan kan een teledermatologisch consult een ideale oplossing zijn.”
basis van de geleverde informatie, dan kan de huisarts de patiënt alsnog verwijzen naar de dermatoloog. Moedervlekken zijn overigens minder geschikt om via het teleconsult te beoordelen. Die moet je als dermatoloog zien en voelen.” Wie is er juridisch verantwoordelijk voor de patiënt tijdens dit traject? “De huisarts. Het is zijn patiënt. De dermatoloog wordt slechts om advies gevraagd.”
Wat zijn de voordelen van teleconsulting voor patiënt en huisarts? “De patiënt krijgt snel een diagnose en een therapieadvies. De dermatoloog kijkt als het ware mee over de schouder van de huisarts. De huisarts kan op dit gebied betere zorg verlenen. Niet onbelangrijk, want vijftien procent van de huisartsbezoeken gaat over een huidaandoening.” n GB Meer informatie: www.teleconsultatie.nl
Hoe is de privacy van de patiënt gewaarborgd? “We hebben onze ICT-afdeling laten kijken naar de webbased omgeving van TCCN. Zij hebben deze beoordeeld als zeer veilig.”
Hoe werkt zo’n consultaanvraag precies? “Je noteert patiëntgegevens, omschrijft de klacht, voegt enkele digitale foto’s van de huidaandoening toe, en stuurt deze informatie gecodeerd op, via TCCN naar de gewenste vakgroep Dermatologie. De dermatoloog bekijkt de vraag, formuleert een antwoord; en binnen twee dagen heeft de huisarts de reactie binnen. Als de dermatoloog geen antwoord kan geven op
[w.v.t.t.k.] JBZ kok dingt mee naar Europese prijs In november werd door onder meer de Vereniging van Vlaamse Grootkeukenkoks voor de eerste keer een Europese vakwedstrijd georganiseerd. Tien Europese chefs uit de gemeenschapsrestauratie streden tijdens de ‘European Culinary Catering Cup’ naar de titel ‘Beste Grootkeukenkok van Europa 2006-2007’. Namens Nederland deed Raymond Lambregts mee, kok in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Hij viel met zijn vierde plaats net niet in de prijzen. De Belgische Christa Verkest, werkzaam in onderwijsinstituut Stella Matutina in Michelbeke, werd de winnaar. n
(advertentie)
Dit jaar starten wij het seizoen met een heerlijke erkenning van de Michelin met de Bib Gourmand (uitstekende prijs- kwaliteitverhouding) en een druiventros (bijzondere wijnkaart). Na 10 jaar was dit voor ons de meest belangrijke vermelding, want op ons niveau is deze erkenning zeer bijzonder. 10 jaar lang verwelkomen en verwennen wij onze gasten in restaurant Ons Kabinet. Om dit met u allen te vieren hebben wij voor u een speciale aanbieding:
Het gehele jaar door brengen wij u een 10 gangen menu voor e 50,00 p.p. Graag tot ziens in Restaurant Ons kabinet. Cees, Sabrina en de gehele brigade.
Kampdijklaan 80 • 5263 CK Vught • Tel: 073 6571710
[email protected] • www.onskabinet.nl
Cura, jaargang 3, nummer 4 | 15
Patiënten hoeven in 2007 niet meer naar ’s-Hertogenbosch.
Ziekenhuis Bernhoven en Revalidatiecentrum Tolbrug willen realiseren dat patiënten voor revalidatiedagbehandeling ook in Oss terechtkunnen.
Revalidatiedagbehandeling in Oss De start van de revalidatiedagbehandeling staat gepland voor maart 2007 en wordt in eerste instantie gevestigd op de locatie van Ziekenhuis Bernhoven in Oss. Na het betrekken van de nieuwbouw in Uden-Noord wordt de revalidatiedagbehandeling van daaruit geboden. De regio Oss/Uden/Veghel heeft nu geen eigen voorzieningen voor revalidatiedagbehandeling, er worden alleen spreekuren gehouden door revalidatieartsen. Er is echter onder patiënten en verwijzers wel behoefte aan deze voorziening. Veel en ver reizen Momenteel worden de revalidanten met een indicatie voor revalidatiedagbehandeling verwezen naar Revalidatiecentrum Tolbrug in Den Bosch, dan wel naar andere revalidatiecentra buiten de regio. Nadeel hiervan is dat revalidanten veel en ver moeten reizen. In de praktijk wordt er dan ook veelal, onder coördinatie van de revalidatiearts, voor een alternatief in de eerste lijn gekozen. Ook kan het voorkomen dat patiënten, na ontslag uit het ziekenhuis, zonder verdere controle door de revalidatiearts, rechtstreeks naar de eerste lijn worden
verwezen. In sommige situaties kiezen patiënten er zelfs voor om helemaal van therapie af te zien. De kans bestaat dat het proces van herstel hierdoor vertraging oploopt en het niveau van functioneren daarbij achterblijft op dat van revalidanten die wel revalidatiedagbehandeling genieten.
Eénhandig kookboek Het éénhandig kookboek waarover we in de Cura nr. 3 (oktober) over hebben bericht, is in november op de markt gekomen. Een vijftal topkoks hebben geheel vrijblijvend hun medewerking verleend en leiden elk hoofdstuk in met een eigenhandig gerecht. Zo is er voor iedereen iets terug te vinden in een kookboek dat gretig aftrek vindt onder zowel mensen met een handicap als anderen die niet zo handig zijn in de keuken. Het boek is te bestellen via de website van de vriendenstichting www.vriendenvandetolbrug.nl n
16 | Cura, jaargang 3, nummer 1
Doorstroomsnelheid In de afgelopen jaren is al een betere doorstroming op gang gebracht door een betere logistieke afstemming tussen de diverse instellingen in de ketenzorg. Het starten van revalidatiedagbehandeling door Revalidatiecentrum Tolbrug in Oss moet de doorstroomsnelheid verder ten goede komen. Kortom: voor de zorg voor mensen die wonen in het adherentiegebied van het Ziekenhuis Bernhoven is het belangrijk dat zij snel en dicht(er) bij huis adequate revalidatiedagbehandeling kunnen ontvangen. Bijkomende overwegingen In de regio van het Ziekenhuis Bernhoven hebben zich ontwikkelingen voorgedaan waaraan revalidatiedagbehandeling een extra impuls kan geven en die een waardevolle aanvulling kunnen zijn op het behandelaanbod van het ziekenhuis, zoals bijvoorbeeld in het aanbod van het regionaal pijnteam. Daarnaast heeft de profilering, groei en ontwikkeling van Revalidatiecentrum
ling kan gezien worden als een tweedelijnsactiviteit waarbij de koppeling met Ziekenhuis Bernhoven essentieel is voor consultatie, verwijzing en behandeling. Kinderen De doelgroep betreft voorlopig alleen volwassenen. Voor kinderen worden in samenwerking met de maatschap Kindergeneeskunde momenteel gezamenlijke spreekuren georganiseerd. Vooralsnog is er door de zorgverzekeraars geen toestemming verleend om ook voor kinderen revalidatiedagbehandeling in de regio Oss/Uden/Veghel te realiseren. Het ligt in de lijn der verwachting dat hier in de nabije toekomst wel in wordt voorzien aangezien ook op dit aandachtsgebied de vraag groot is.
Kim Santegoeds (links) en Annemarie van Haelst (beiden revalidatiearts) en Paul de Jong (Unithoofd)
Tolbrug in Den Bosch tot gevolg dat het aantal aanmeldingen en indicaties voor dagbehandeling voortdurend stijgt. Om echter de voorziene groei voor de toekomst (2007-2015) te kunnen waarmaken, is een verankering in de regio noodzakelijk. De op te starten dagbehandeling voorziet hierin. Doelgroep en werkwijze Revalidatiedagbehandeling is bedoeld voor een drietal revalidantengroepen, die verwezen worden via medisch specialisten in het ziekenhuis en via huisartsen. Het gaat om: • revalidanten die na de ziekenhuisfase nog een periode interdisciplinaire dagbehandeling nodig hebben, maar waarvoor geen klinische revalidatie noodzakelijk is; • revalidanten die na klinische opname binnen Revalidatiecentrum Tolbrug aangewezen zijn op voortzetting van het revalidatieproces binnen de revalidatiedagbehandeling; • revalidanten die poliklinisch worden aangemeld en waarvoor een indicatie revalidatiedagbehandeling bestaat (b.v. chronische pijnpatiënten). Tijdens het revalidatieproces worden tevens diverse andere hulpverleners en instanties
ingeschakeld op het gebied van wonen, werken en tijdsbesteding. Op deze manier wordt het functioneren van de revalidant in de maatschappij zo goed en zo snel mogelijk verbeterd. De aansturing van de revalidatiedagbehandeling vindt plaats vanuit Revalidatiecentrum Tolbrug en ook de zorginhoudelijke eindverantwoordelijkheid ligt bij het centrum. De revalidatiedagbehande-
Toekomst Revalidatiedagbehandeling in de regio Oss/Uden/Veghel is vanaf het voorjaar 2007 beschikbaar. De zorgverzekeraars hebben toestemming gegeven om zo snel mogelijk het aanbod uit te breiden naar 8 dagbehandelingsplaatsen. De vraag naar revalidatiebehandeling blijft toenemen. In de periode 2010-2015 wordt gestreefd naar een verdere doorgroei van de revalidatie van volwassenen met daarnaast het realiseren van revalidatiedagbehandeling voor kinderen. n JV
[w.v.t.t.k.] www.tolbrug.nl Steeds meer verwijzers en patiënten weten de weg naar Revalidatiecentrum Tolbrug te vinden. Dit blijkt onder meer uit het aantal nieuw in behandeling genomen patiënten dat jaarlijks met zo’n tien tot twintig procent toeneemt. De bekendheid en het vertrouwen onder verwijzers en onder de bevolking in de regio Noordoost Brabant nemen dus duidelijk toe. Sinds dit najaar heeft het centrum een eigen site op internet. Een deel van de site is bestemd voor revalidanten en bezoekers. Hier
wordt algemene informatie gegeven over het aanbod en de doelstellingen van het revalidatiecentrum. Daarnaast wordt aandacht besteed aan onder meer het revalidatieproces, de verschillende behandelmogelijkheden en aan praktische informatie zoals bezoektijden en adresgegevens. Een ander deel van de website is bestemd voor professionals. Dit deel biedt informatie over bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoek, verwijsmogelijkheden, vacatures en dergelijke. n
Cura, jaargang 3, nummer 1 | 17
Polikliniek voor mensen met een verstandelijke beperking
[w.v.t.t.k.]
Begin november is op de locatie Liduina (Boxtel) een polikliniek gestart voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij kunnen hier terecht bij een gespecialiseerde arts. Beeld zuster Thuiswonende mensen met een verstandelijke beperking kunnen vaak niet direct een beroep doen op een gespecialiseerde arts. Bovendien is het voor huisartsen soms lastig om op een goede manier te duiden wat de klachten zijn van iemand met een verstandelijke beperking. Deze mensen uiten lichamelijke en psychische klachten vaak anders of soms helemaal niet. Ook werken ze vaak maar beperkt mee, waardoor problemen kunnen ontstaan bij het onderzoek, het stellen van de diagnose of de behandeling. Daarnaast kunnen er problemen zijn in de communicatie of bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid.
De polikliniek, opgezet door Viataal en Cello, richt zich op: - mensen met een verstandelijke beperking die zich melden bij de huisarts met niet direct te duiden klachten; - mensen met een verstandelijke beperking die in verband met hun leeftijd niet meer onder controle zijn bij een kinderarts en waarvoor niet direct specialistische ondersteuning aanwezig is. Een dagdeel per week wordt het spreekuur gehouden. Op verwijzing van de huisarts kan hiervoor een afspraak worden gemaakt. Het telefoonnummer is (0411) 65 68 77. n SU
Op 2 november jl. werd op de locatie Carolus de beeltenis van een zuster uit 1880 onthuld. Een blijvend eerbetoon aan de 125 jaar bezielde zorg van de zusters van de heilige Carolus Borromeus. De onthulling werd bijgewoond door een klein aantal genodigden. De aanwezige zusters waren zichtbaar geroerd door het gebaar. Ze raakten het met hun handen aan en verbaasden zich de duidelijke uitstraling van het beeld. “Het geeft de bezinning die wij voor ons leven nodig hadden én hebben helemaal weer”, aldus zuster Elisabeth, voormalig moederoverste. De bronzen zuster staat in de hal van de locatie Carolus. Zodra de nieuwbouw klaar is, krijgt zij een mooie plaats in het nieuwe gebouw. n
(advertentie)
Waar willen wij u mee van dienst zijn? Pensioen advies/consultancy Praktijk- en woningfinancieringen Praktijkbemiddeling Beroepsverzekeringen: Arbeidsongeschiktheid Beroepsaansprakelijkheid Overige zakelijke verzekeringen
Inkomensbegrotingen: Bij overlijden Pensioen Arbeidsongeschiktheid
Raadgevend buro Buro Merks is een middelgroot objectief en onafhankelijk raadgevend buro voor medische beroepsbeoefenaren opgericht in 1973. Met een hecht team van 11 enthousiaste collega’s heeft Buro Merks haar specialismen,
Geïnteresseerd ? Belt u drs. Maurice Berkhout of Ronald van Oort
Correspondentie-adres: Postbus 1135 5200 BD ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 69 25 777 Telefax: 073 - 69 25 778 E-mail:
[email protected] Internet: www.buromerks.nl
uitgebreide vakkennis en jarenlange ervaring afgestemd op de specifieke segmenten voor het medische beroep. Buro Merks is lid van de NVA en aangesloten bij de Nederlandse Orde van Pensioendeskundigen en Federatie van Financiële Planners.
18 | Cura, jaargang 3, nummer 4
Naamloos-1 1
20-03-2006 16:06
Agenda In deze agenda worden bijeenkomsten vermeld, die interessant zijn voor lezers van Cura. Heeft u een bijdrage voor de agenda? E-mail:
[email protected]. Voorlichtingsbijeenkomsten voor patiënten Onderstaand vindt u een overzicht van de voorlichtingsbijeenkomsten die zijn gepland in het tweede kwartaal van 2006. Voor actuele informatie over voorlichtingsbijeenkomsten kunt u terecht op onze website www.jeroenboschziekenhuis.nl/ agenda. Daar vindt u ook meer informatie over de bijeenkomsten die hieronder staan vermeld. U kunt bovendien contact opnemen met het bureau Patiëntenvoorlichting, telefoonnummer (073) 699 85 96. Voor sommige bijeenkomsten dient u zich vooraf aan te melden.
C olofon Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Oplage: 2.500
9 januari > Voorlichtingsavond. Bevallen op de locatie Groot Ziekengasthuis, 19.3021.00 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis. Voor zwangeren en hun partners die mogelijk willen bevallen op locatie Groot Ziekengasthuis wordt een paar keer per jaar een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd. Tijdens de bijeenkomst spreken een gynaecoloog en een verpleegkundige. U bent welkom op een van deze bijeenkomsten vanaf de 27e week van uw zwangerschap. Aanmelden is niet nodig. Deze avond wordt in 2007 nog herhaald op: • woensdag 7 maart • dinsdag 24 april • woensdag 20 juni • woensdag 8 augustus • dinsdag 25 september • woensdag 21 november
Tekstbijdragen Jozien Bensing Geert Braam (GB) Suzanne Bruijstens (SU) Saskia Byvanck (SB) Frans Croonen Berend Immink (BI) Sacha van Hees Jan Verbaal
10 januari > Voorlichtingsavond: Bevallen op de locatie Carolus, 20.30-22.00 uur, aula (Kapel) locatie Carolus.
Opmaak en drukwerk Drukkerij BibloVanGerwen ’s-Hertogenbosch
Eindredacteur Saskia Byvanck Foto’s Suzanne Bruijstens Ruud van Genugten Yvonne Lemmens Alfred Pasieka In de vorige uitgave is Jim Plasman’s naam vergeten. Hij maakte de foto van Mari van de Ven.
Redactieleden: Corrie Baars Jolande Bastiaans Koop Bosscha Suzanne Bruijstens Saskia Byvanck Arla Heins Jacqueline van der Krabben Christien Reinhard Olaf Tan Jan Verbaal
In deze rubriek schrijven patiëntenvoorlichters van het ziekenhuis om de beurt een stukje over hun dagelijks werk.
Een luisterend oor Een vrouw van middelbare leeftijd wandelt het bureau Patiëntenvoorlichting binnen en loopt al zoekend langs de folderrekken. Omdat niet alle aanwezige folders staan uitgestald vraag ik of zij kan vinden waar zij naar op zoek is. “Nee, eigenlijk niet”, is het antwoord. “Ik ben op zoek naar een folder over de lymfeklieren.” Op mijn vraag of zij met een speciaal doel op zoek is naar deze folder antwoordt zij dat ongeveer tien jaar geleden een borst bij haar is geamputeerd. Zij heeft nu steeds pijn in haar arm, waarvoor haar arts haar heeft doorverwezen naar de fysiotherapeut. Toch vertrouwt ze het niet helemaal. De vrouw schuift haar mouw omhoog om te laten zien dat deze arm ook dikker is. “Denkt u dat dit wel goed is?”, vraagt ze aan mij. Hierop kan ik alleen aangeven dat zij haar arts, de fysiotherapeut of de oncologieverpleegkundige moet raadplegen. Wel kan ik enige algemene informatie meegeven. Terwijl wij samen in de kast zoeken naar folders die zij graag wil lezen, inclusief een folder over het lymfeklierstelsel, vertelt zij uitgebreid over haar borstamputatie. “Het heeft toen mijn hele leven op z’n kop gezet en ik heb er nu nog steeds erg veel moeite mee. En dan die nachten. Als je dan begint te piekeren…” Ik kan niet meer doen dan aan haar een luisterend oor bieden. Als zij haar verhaal gedaan heeft, klaart haar gezicht op, glimlacht ze naar mij, klopt op haar tas waarin zij de folders heeft opgeborgen en zegt: “Deze folders ga ik vanmiddag in het zonnetje zitten lezen. Het is toch zo’n lekker weer.” Na mij hartelijk bedankt te hebben voor mijn tijd, wandelt zij rustig het bureau Patiëntenvoorlichting uit. De zon tegemoet? n Lianne Kitslaar, Medewerkster bureau Patiëntenvoorlichting
Hoofdredacteur Sylvie Maas
Redactieadres Jeroen Bosch Ziekenhuis locatie Willem-Alexander Afdeling Communicatie T: (073) 699 84 48/84 49 F: (073) 699 89 29 E:
[email protected] Cura is ook op de website van het ziekenhuis te vinden: www.jeroenboschziekenhuis.nl. De redactie van Cura is niet verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke informatie in dit blad. Bij ingezonden stukken behoudt de redactie zich het recht voor om, zonder opgaaf van redenen, artikelen in te korten dan wel te weigeren. Ingezonden artikelen zonder naam van de schrijver worden niet geplaatst.
Cura, jaargang 3, nummer 2 | 19
(advertentie)
20 | Cura, jaargang 3, nummer 4