Cura
Jaargang 2 - juli 2005
2
CURA IS EEN UITGAVE VAN HET JEROEN BOSCH ZIEKENHUIS. DIT MAGAZINE VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR
70% minder kans op breuken | 7 Vasculaire guillotine | 9 Zusters vertrekken na 125 jaar | 20
INHOUDSOPGAVE 3
Trauma door de IC Opname op de IC kan trauma veroorzaken.
5
Private zorg Zelfstandig Behandelcentrum op de locatie Liduina.
7
Osteoporose-fractuurpolikliniek Kans op botbreuken kan dalen met zeventig procent.
7
Geen verrassingen bij invoering DBC
8
Wisselcolumn door Stef-Jan Willard, president van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. Wisseling van de wacht bij DCNOB
KENNIS & WETENSCHAP
9
“Nieuw leven dus, voor de ideeënbus!” Ziekenhuis en bedrijfsleven werken samen om ideeën om te zetten in producten. 10 PET-CT Het beste uit twee werelden. 12 Nieuwe manier van werken en leren Project ICT werkt in de zorg afgerond. 13 Met een drain naar huis Borstkankerpatiënt snel naar huis. 13 U zegt Mensen met ongezonde levensstijl niet helpen. REVALIDATIECENTRUM TOLBRUG
16 Basisset prestatie-indicatoren klaar Revalidatiecentra binnenkort onderling vergelijkbaar. 17 Gespecialiseerd in spierziekten Speciale revalidatieteams voor volwassenen en kinderen. 19 Case van een patiëntenvoorlichter De tolkentelefoon. 19 Agenda 20 Verder zonder zusters De zusters van de heilige Carolus Borromeus verlaten het ziekenhuis na 125 jaar.
Duidelijk Beter Zoals u misschien al eens hebt gehoord of gelezen in Cura doet het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) mee aan de projecten van Sneller Beter pijler 3. Een beetje vreemde naam voor een landelijke projectorganisatie die een ingrijpende prestatieverbetering van de zorg moet bewerkstelligen. Het is een initiatief van de minister, de Nederlandse vereniging van ziekenhuizen en de Orde van medische specialisten. Het JBZ is een van de acht ziekenhuizen die koploper zijn in dit traject. Het Sneller Beter programma bestaat uit drie pijlers. Pijler 3 is een landelijk programma voor kwaliteit, innovatie en doelmatigheid. De landelijke doelstelling is ambitieus. In de komende vier jaar moet twintig procent van de ziekenhuizen aanzienlijke prestatieverbeteringen laten zien op de twee prioriteitsgebieden patiëntenlogistiek en patiëntveiligheid. En dan wel zo, dat dit voor de overige tachtig procent niet meer vrijblijvend kan zijn. Deze uitdaging voor onze sector heeft het JBZ graag aangenomen. Ziekenhuiszorg is vanouds erg intern gericht georganiseerd
en daarop is toenemende kritiek waarneembaar. Dat trekken we ons aan. Op dit moment lopen er een twaalftal projecten op het gebied van patiëntenveiligheid en patiëntenzorglogistiek. De bedoeling is dat er vanaf oktober een tweede groep projecten start. Daarna praten we niet meer over projecten, maar is de aangepaste en verbeterde aanpak van onze zorg een standaard voor het hele huis. Dan spreken we niet meer over Sneller Beter maar dan zijn wij ‘Duidelijk Beter’. Duidelijk staat dan voor helderheid en overtuiging en Beter voor onderscheidend van hoog niveau. Dat is dan ook de titel van ons boekje waarin het strategisch beleid voor 2005 tot 2009 in het kort is beschreven. Na die datum verhuizen we allemaal naar het nieuwe ziekenhuis. Nieuw gebouwd, maar vooral ook nieuw voor wat betreft onze manier van werken in de zorgverlening. Dat is onze ambitie. Frans Croonen, voorzitter Raad van Bestuur
[w.v.t.t.k.] De 10 JBZ-geboden Bij alle bezoekersingangen van het ziekenhuis zijn posters met huisregels opgehangen. De aanleiding voor het bekendmaken van de huisregels is het convenant Instellingen Gezondheidszorg en Politie, dat eind 2004 werd ondertekend. De afspraken en gedragsregels in dit convenant moeten vooral duidelijkheid bieden in situaties waarin de rechten en plichten van de zorginstelling en de taken van de politie met elkaar botsen. De huisregels gaan uit van algemeen geldende fatsoensregels. Zo is het bijvoorbeeld een logische regel dat het in het ziekenhuis niet is toegestaan om fysiek of verbaal geweld te gebruiken.
Coverfoto: De zusters van de Heilige Carolus Borromeus verlaten het zieken-
2 | Cura, jaargang 2, nummer 2
huis na 125 jaar (artikel op blz. 20).
Patiënt: “Het voelde alsof er een zak over mijn hoofd zat die was dichtgesnoerd. Ik had het erg benauwd en was in paniek. Ik kon niks zeggen en niemand roepen. Ik was een gevangene in mijn eigen lichaam. Heel afschuwelijk.”
Trauma door de IC Deze maand is er een eind gekomen aan een proefproject waarin nazorg werd geboden aan patiënten die op de Intensive Care (IC) hebben gelegen. In juni is het project geëvalueerd. Zestig procent van de patiënten stelt nazorg op prijs. Soms is daar pas een half jaar na opname behoefte aan. Het project is gestart naar aanleiding van de uitkomsten van een tevredenheidsonderzoek. Daaruit bleek dat patiënten hun verblijf op de IC vaak als traumatisch ervaren. Vooral patiënten die er twee of meer dagen hebben gelegen en beademd zijn. Omdat de beademingstechnieken sterk zijn verbeterd, worden patiënten namelijk niet meer de hele tijd in slaap gehouden. Dat betekent dat zij hun verblijf voor een deel bewust meemaken. Ze zien dat er van alles met hen en om hen heengebeurd. Door de beademingsslang in hun keel kunnen ze echter geen vragen stellen of vertellen hoe ze zich voelen. Door de rustgevende medicatie die zij krijgen, kunnen ze bovendien gaan hallucineren. Apenkoppen Frans heeft dit aan den lijve ondervonden. Bij hem werd in het ziekenhuis een bloedvergiftiging geconstateerd. Een ecolibacterie was via de bloedbaan in zijn lever terechtgekomen. Hij lag vijf weken op de IC en werd voortdurend beademd. Onder invloed van de rustgevende medicatie heeft hij rare dingen gezien: “Ik zag koppen voorbijkomen en dacht aan apenkoppen. Onmiddellijk dacht ik dat ik op een boot in Thailand zat. Ook heb ik wel eens gedacht dat het oorlog was omdat er
vrienden om mijn bed heen zaten en het leek alsof zij uniformen droegen. Ik heb het gewoon over me heen laten komen. Ergens wist ik wel dat het niet waar was.” Frans heeft in een gesprek uitleg gevraagd over zijn ziekteproces om de kans op herhaling te kunnen inschatten. Hij is volgens eigen zeggen een nuchter mens en heeft geen verdere nazorg nodig. Randje van de dood Eelke Wiegerinck is één van de vier ICverpleegkundigen die nazorg bieden. “We bieden standaard nazorg aan patiënten die langer dan twee dagen op de IC hebben gelegen en die tijdens de opname zijn beademd. Maar ook patiënten die in slaap zijn gehouden, bieden we nazorg. Van familie en vrienden horen zij dat ze op het randje van de dood hebben gebalanceerd, maar zelf hebben zij dat niet zo ervaren. Na hun ontslag zitten zij vaak met veel vragen over hun ziektebeeld, hun behandeling of over de afdeling zelf.” Doorverwijzen Wiegerinck: “De nazorg bestaat uit een evaluatiegesprek en een rondleiding over de afdeling met uitleg van een verpleegkundige en/of een intensivist. Als dit niet voldoende is, dan kan de patiënt binnen het ziekenhuis worden doorverwezen naar Geestelijke Verzorging, Maatschappelijk Werk of Medische Psychologie.” Deze drie disciplines hebben in het begin van het project een coachende rol gespeeld. Medisch psycholoog Arie Bak: “De ICverpleegkundigen wilden leren hoe zij aan de hand van de gesprekken kunnen beoor-
Patiënten hebben behoefte om in een later stadium de Intensive Care nog eens te zien.
delen of iemand verdere nazorg nodig heeft. We hebben de verpleegkundigen gesprekstechnieken bijgebracht en rollenspellen met ze gedaan. Daarnaast hebben we gezamenlijk een vragenlijst opgesteld die zij voor de evaluatiegesprekken gebruiken.” Klachten Het project is zeer waardevol voor patiënt en ziekenhuis. Arie Bak: “We weten nu wat een IC-opname met patiënten kan doen. In het algemeen denk ik dat er voor patiënten ruimte voor nabehandeling moet zijn. Regelmatig zijn er klachten van depressiviteit, geheugenverlies en concentratiestoornissen. Daarnaast zijn er patiënten met existentiële vragen en is er behoefte aan begeleiding door Maatschappelijk Werk.” SB
Patiënten die kortdurend op de afdeling hebben gelegen, kunnen ook nazorg krijgen, zij het op eigen verzoek. Het St. Radboud in Nijmegen biedt al langer nazorg aan IC-patiënten. De naam van de patiënt is om privacyredenen gefingeerd.
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 3
(advertenties)
products H A R D WA R E
•
S O F T WA R E
•
SUPPLIES
T 073 6447293 F 073 6449145
[email protected] www.itproducts.nl
IT’s not the box... IT’s the people!
IT Products is Bosch’ in hart en nieren. En omarmt ‘de Bossche manier van zakendoen’, kortom persoonlijk en gemoedelijk. Maar ook snel, efficiënt en betrouwbaar. Door de snelle ontwikkelingen in de IT markt is het een kunst om op de hoogte te blijven van de meest actuele prijs- en productinformatie. IT Products kan ook voor u het verlengstuk van uw inkoopafdeling of systeembeheerder zijn. Uw vragen en problemen worden uit handen genomen. Een doos kan iedereen verkopen, het gaat om de persoon erachter. IT works!
Peet Hofmans
Bosch’
in hart en nieren 4 | Cura, jaargang 2, nummer 2
Op de zojuist gerenoveerde locatie Liduina in Boxtel wordt een Zelfstandig Behandel Centrum (ZBC) gevestigd. Hier wordt alle nietverzekerde zorg - zoals cosmetische chirurgie - geconcentreerd.
Private zorg Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) treedt voor het Zelfstandig Behandel Centrum op als facilitair bedrijf. Het ziekenhuis levert de gebouwen en stelt de kwaliteitseisen, maar neemt niet financieel deel in de ondernemingen die zich er gaan vestigen. Op dit moment zijn het Lasik Centrum (ooglaserbehandeling), Novadic-Kentron (verslavingszorg), een keuringsarts en een tandarts op de locatie Liduina gevestigd. Er is net met een proef gestart om op zaterdag besnijdenissen uit te voeren. Binnenkort komt Aesthetic Team Solutions (centrum voor cosmetische chirurgie), dat nu op de
locatie Willem-Alexander ruimte huurt, naar deze locatie toe. Het wil hier met het eigen personeel twee volle dagen gaan draaien. Verder worden er gesprekken gevoerd met diverse medisch specialisten van het JBZ om ook private activiteiten op de locatie Liduina op te starten. Onder hen is onder meer interesse voor het opzetten van een centrum waar gezondheidchecks worden uitgevoerd.
Wilt u meer informatie over het Zelfstandig Behandel Centrum dan kunt u contact opnemen met de heer A. Ketelaars, manager ZBC, (073) 699 61 74.
Waar willen wij u mee van dienst zijn? Pensioen advies/consultancy Praktijk- en woningfinancieringen Praktijkbemiddeling Beroepsverzekeringen: Arbeidsongeschiktheid Beroepsaansprakelijkheid Overige zakelijke verzekeringen
Inkomensbegrotingen: Bij overlijden Pensioen Arbeidsongeschiktheid
Raadgevend buro Buro Merks is een middelgroot objectief en onafhankelijk raadgevend buro voor medische beroepsbeoefenaren opgericht in 1973. Met een hecht team van 11 enthousiaste collega’s heeft Buro Merks haar specialismen, uitge-
Geïnteresseerd ? Belt u drs. Maurice Berkhout of Ronald van Oort
Correspondentie-adres:
breide vakkennis en jarenlange ervaring afge-
Postbus 1135 5200 BD ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 69 25 777 Telefax: 073 - 69 25 778 E-mail:
[email protected] Internet: www.buromerks.nl
stemd op de specifieke segmenten voor het medische beroep. Buro Merks is lid van de NVA en aangesloten bij de Nederlandse Orde van Pensioendeskundigen en Federatie van Financiële Planners.
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 5
(advertenties)
Stichting Voorzieningen Lichamelijk Gehandicapten (VLG)
“Mijn leven, mijn keuze” Verwersstraat 15C 5211 HS 's-Hertogenbosch t.073-6144777 f.073-6124185
w w w.v e n n i x i n t e r i e u r o n t w e r p . n l
Heeft u te maken met een Niet Aangeboren Hersenletsel of een lichamelijke-, meervoudige handicap en heeft u vragen op het gebied van vrijetijdsbesteding, werk of wonen? Stichting VLG bekijkt samen met u wat uw wensen en mogelijkheden zijn en samen komen wij tot een vorm van ondersteuning die zo goed mogelijk bij uw vraag aansluit.
BETER
HUIS
Ondersteuning wordt in vele variaties geboden. Bij u thuis of op één van de locaties verspreid in de regio Noordoost-Brabant.
Stichting VLG Berlicumseweg 8 5248 NT Rosmalen tel: 073 691 09 80
[email protected] www.stichting-vlg.nl
HED I K HUI ZERW EG 9
W W W. L I V I T. N L
DEN BOSCH
T EL (073) 6 2 7 9 2 0 0
Blijven genieten. LIVIT PRO-& ORTHESEN
TOORNEND SCHOENEN
VOLANTE KOUSEN
LIVIT Orthopedie is met 36
zoals pro- & orthesen, ortho-
voor de juiste oplossing voor
voor al uw orthopedische
vestigingen landelijk actief in
pedische maatschoenen en
iedere functiebeperking; zowel
hulpmiddelen.
het aanmeten en leveren van
therapeutische elastische kou-
confectie als maatwerk.
orthopedische hulpmiddelen,
sen. Onze vakmensen zorgen
LIVIT Orthopedie: hét adres
STREVEN NAAR GOED LEVEN.
6 | Cura, jaargang 2, nummer 2
Kans op botbreuken kan dalen met zeventig procent
Osteoporose-fractuurpolikliniek Bij tachtig procent van de patiënten die in Nederland voor een fractuur in het ziekenhuis wordt behandeld, wordt niet gekeken naar de oorzaak. Terwijl mensen van vijftig jaar of ouder vaak lijden aan osteoporose. In Nederland breken jaarlijks ruim 83.000 mensen in deze leeftijdsgroep een bot als gevolg van osteoporose. Bisfosfonaten Behandeling van osteoporose is mogelijk, bijvoorbeeld met bisfosfonaten. Deze medicijnen remmen de botafbraak. Daarnaast kunnen patiënten zelf zorgen voor voldoende lichaamsbeweging en een goede voeding. Maar dan moeten ze wel weten dat ze osteoporose hebben. Osteoporose komt immers niet bij één specifieke patiëntengroep voor. Begin april 2005 zijn de specialismen Reumatologie en Interne Geneeskunde gestart met de osteoporose-fractuurpolikliniek. Ook de specialismen Algemene Chirurgie, Orthopaedie, Geriatrie en Radiologie hebben een bijdrage geleverd aan de oprichting. Deze multidisciplinaire inspanning was nodig omdat osteoporose immers niet specifiek is voor een bepaalde patiëntengroep.
Risicofactoren Enkele keren per week bezoeken physician assistant Neeltje Libotté en reumaverpleegkundige Jacqueline Smith de afdeling Spoedeisende Hulp van de locatie Groot Ziekengasthuis. Bij mensen die voor een fractuur zijn behandeld, inventariseren ze de risicofactoren voor osteoporose. Patiënten ondergaan een Dexa-scan, waarbij de botdichtheid wordt gemeten en osteoporose kan worden gediagnosticeerd. Na onderzoek volgt een afspraak op de osteoporosefractuurpolikliniek. Reumatoloog Piet van Oijen: “De behandeling van fracturen ten gevolge van osteoporose kost in Nederland naar schatting 500 miljoen euro per jaar. Door een goede diagnose en behandeling, daalt de kans op botbreuken met vijftig tot zeventig procent. Reden genoeg dus om er meer aandacht aan te besteden.”
Reumaverpleegkundige Jacqueline Smith bezoekt patiënte met fractuur
Geen verrassingen bij invoering DBC Er is nogal wat veranderd in de factureringssystematiek van Nederlandse ziekenhuizen als gevolg van de invoering van de Diagnose Behandeling Combinaties (DBC’s).
In plaats van een factuur na elke verrichting, wordt er nu pas gefactureerd als een DBC volledig is afgerond. Langere factureringstermijn Clustermanager Zorgadministratie Hans Dietvorst legt uit wat voor het ziekenhuis de consequenties zijn van de langere factureringstermijn: “Gemiddeld moet het ziekenhuis tweeënhalve maand langer op zijn geld wachten dan voorheen. We voorzagen dat probleem en hebben bijtijds afspraken gemaakt met de bank en met zorgverzekeraars om geld te lenen.”
Regels De invoering van DBC’s is verlopen zoals men had ingeschat. Dietvorst: “Tien procent van de DBC’s wordt nog niet juist geregistreerd. We kunnen ze dan niet factureren. Dat percentage moet uiteindelijk naar nul. Daarnaast leggen de zorgverzekeraars de regels soms anders uit dan wij. Dan wordt een factuur afgewezen en moet hij opnieuw gecorrigeerd worden ingediend. In sommige gevallen blijft er onduidelijkheid en moet het CTG (College tarieven gezondheidszorg/Zorgautoriteit i.o.) een oordeel vellen.” SU
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 7
wissel column
Lijken ziekenhuis en rechtbank op elkaar? Het Jeroen Bosch Ziekenhuis en de rechtbank ’s-Hertogenbosch lijken op het eerste oog volstrekt gescheiden werelden. Het ziekenhuis draagt verantwoordelijkheid voor gezondheidszorg en de rechtbank zorgt voor beslechting van geschillen en berechting van strafbare feiten. Wie echter een bestuurlijke bril opzet, ziet overeenkomsten. Als ik Frans Croonen, voorzitter van de Raad van Bestuur, over het ziekenhuis hoor spreken en ik voor ‘arts’ en ‘medische ondersteuner’, ‘rechter’ en ‘juridische ondersteuner’ invul, zouden zijn woorden over de rechtbank kunnen gaan. Ziekenhuis en rechtbank zijn immers beide professionele organisaties met alle complexiteit van dien. Kwesties met betrekking tot leidinggeven aan professionals spelen in het ziekenhuis en op de rechtbank. Intervisietrajecten doe ik dan ook niet alleen met collegae-presidenten, maar ook met ziekenhuisbestuurders. Beide organisaties werken met kwaliteitssystemen. Daartoe behoren ook klachtenregelingen. Een aantal jaren heb ik als voorzitter van de klachtencommissie van het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein klachten behandeld. Nu behandel ik klachten bij mijn rechtbank. Ik heb ervaren dat in gezondheidszorg en rechtspraak klachtzaken op het gebied van communicatie en bejegening in essentie bijna identiek zijn. Een andere overeenkomst tussen ziekenhuis en rechtbank is de concentratietendens. De rechtbank zat tot eind negentiger jaren op verschillende locaties in de stad. Thans zijn wij bij elkaar gehuisvest in ons fraaie Paleis van Justitie. Ook het ziekenhuis wordt in ’s-Hertogenbosch op één locatie geconcentreerd. Een dergelijk proces komt in belangrijke mate de bedrijfsvoering ten goede. Architect Charles van den Hoven heeft het Paleis van Justitie gebouwd in de vorm van een klooster. Zo heeft het grote binnenplein de kenmerken van een kloosterhof met kloostergang. En waarom? Omdat een klooster symbool staat voor samenwerking en gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid. Die samenwerking wens ik ook graag aan alle medewerkers van het Jeroen Bosch Ziekenhuis toe. Stef-Jan Willard Mr S.J.G.N.M. Willard is president van de rechtbank ’s-Hertogenbosch.
8 | Cura, jaargang 2, nummer 2
Op 15 juni neemt de directeur van het DCNOB (Diagnostisch Centrum Noordoost-Brabant) Ad Pennings afscheid van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Hij wordt opgevolgd door Ron Kusters, klinisch chemicus en specialistmanager, en clustermanager Marianne van der Heijden.
Wisseling van de wacht bij DCNOB Pennings kijkt tevreden terug op een periode van achttien jaar bij het JBZ. “Vanaf het moment dat ik hier kwam werken als klinisch chemicus op de locatie WillemAlexander tot aan de laatste maanden is het heel interessant geweest. Vanaf 2003 heb ik de helft van mijn tijd besteed aan de realisering van het DCNOB.” Eén ICT-systeem Bij de start van het DCNOB was het organiseren van de ICT en de laboratoria een speerpunt. “Dat is behoorlijk goed gelukt. In de laboratoria werken we in de hele regio met één procedure, we gebruiken gezamenlijk dezelfde aanvraagformulieren, dezelfde referentiewaarden en er is één telefoonnummer. De laboratoria van Klinische Chemie en Hematologie en Medische Microbiologie gebruiken nu één ICT-systeem. Zij gaan nu ook gezamenlijk elektronisch rapporteren aan de huisartsen.”
Ad Pennings
Elektronisch Patiënten Dossier Pennings: “Een Elektronisch Patiënten Dossier, daar moeten we naar toe. Het bevordert de communicatie van alle betrokkenen en voorkomt bijvoorbeeld dubbele onderzoeken.” Kusters: “Vijftig procent van de huisartsen krijgt nu al elektronische reportages.” Pennings: “Dat moet straks ook voor de specialisten kunnen.” BI
Wat gaan de opvolgers doen? Van der Heijden: “We gaan zorgdragen voor de borging van wat Ad heeft gedaan en gaan ons bezighouden met nieuwe ontwikkelingen. Dat betekent dat we er vooral andere specialismen bij gaan betrekken.” Kusters: “Het DCNOB kan bijvoorbeeld facilitair bijdragen aan een betere diabeteszorg, beter longonderzoek en gynaecologische echo’s.”
>
Het DCNOB werd opgericht op 28 september 2004. Het is een
samenwerkingsverband van huisartsen, JBZ en Ziekenhuis Bernhoven. Het streeft naar een betere dienstverlening en communicatie met de huisartsen in de regio.
K E N N I S
&
W E T E N S C H A P
‘Uw idee onze zorg’ is de naam van een samenwerkingsproject dat loopt van 1 maart tot 30 november. Vier partijen nemen deel: de gemeente ’s-Hertogenbosch, adviesorganisatie voor MKB bedrijven Syntens, de stichting Platform Medische Technologie (PMT) en het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ).
“Nieuw leven dus, voor de ideeënbus!” Het project is gebaseerd op de volgende gedachte. In het ziekenhuis ontstaan regelmatig ideeën voor nieuwe medische of verpleegkundige instrumenten. Maar binnen het ziekenhuis zijn er geen mogelijkheden die nieuwe ideeën om te zetten in producten. Bedrijven, vooral op medisch technologisch gebied, kunnen ideeën uit de praktijk goed gebruiken, maar zitten er vaak te ver vanaf. Door beide te koppelen, kunnen zowel ziekenhuis als bedrijfsleven van elkaar profiteren. BE G I N N E N B I J D E V R A A G Syntens en het PMT bemiddelen en adviseren. Syntens richt zich op medisch technologische bedrijven. Het PMT richt zich op de medici. Miriam Verhees is hoofd van het PMT: “Wij beginnen bij de vraag. Dus ín het ziekenhuis. Wij toetsen de relevantie van nieuwe ideeën, voordat wij Syntens ermee naar de bedrijven laten gaan.” Ad Maas, specialist-manager cluster Medische Technologie, neemt namens het JBZ deel aan het project. “Het moet een nieuwe, efficiënte ideeënbus worden op verpleegkundig
en specialistisch terrein; nieuw leven dus, in de ideeënbus!” KL E I N S C H A L I G E R Het project heeft volgens Verhees veel voordelen voor het ziekenhuis. “Het is stimulerend voor de medewerkers om na te denken over hoe het beter kan. Zij kunnen zelf een bijdrage leveren. En omdat zij vanuit de zorgvraag ontwerpen, dragen de nieuwe producten ook bij aan een betere zorg. Bovendien kunnen producten kleinschaliger gemaakt worden door MKB-bedrijven. Grote bedrijven zijn vaak niet geïnteresseerd in kleine opdrachten, die voor de zorg wél van belang kunnen zijn.” EN O R M E K A N S In de plannen voor de nieuwbouw van het JBZ is direct naast het ziekenhuis een zorgpark gepland. Bedrijven krijgen de mogelijkheid om zich hier dicht bij het nieuwe Jeroen Bosch Ziekenhuis te vestigen. Maas vindt dat dit project van groot belang kan zijn voor het zorgpark. “Voor het JBZ ligt hier een enorme kans. Wij zijn in Nederland de eerste die
denken over een dergelijke invulling van een zorgpark. Juist omdat je de eerste bent, kun je bedrijven voor iets nieuws interesseren.” Er zijn verschillende bedrijven die in aanmerking komen voor vestiging in het zorgpark. Maas: ”Je hoeft niet alleen aan bedrijven van medische instrumenten te denken in de klassieke zin des woords, je kunt ook denken aan kleine softwarebedrijven of kennisbanken. Zelfs kappers kunnen zich er vestigen.” CO M M E R C I Ë L E B E L A N G E N Een vraag die zich al gauw opdringt, is die van de verdiensten. Wie wordt er beter van een in productie genomen idee? Maas: “Dat varieert. Per idee wordt er gekeken naar een financiële afspraak.” Verhees meldt dat er verschillende mogelijkheden zijn. “Een royaltyregeling voor de uitvinder is mogelijk, maar ook een aandeel in een bedrijf, of zelfs eigenaarschap. Voor het ziekenhuis zou een publicitair belang al een verdienste kunnen zijn. Uit de praktijk is gebleken dat de partijen er meestal wel uitkomen.” BI
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 9
K E N N I S
&
W E T E N S C H A P
F-18-FDG concentratie (rood) in een mediastinale lymfeklier (CT) bij patiënt met verdenking op een bronchuscarcinoom
>
Vasculaire guillotine Een aardig voorbeeld van een
idee is de vasculaire guillotine. Het
Een PET-scan maakt bepaalde afwijkingen zichtbaar in het lichaam. Waar deze precies zitten, kun je echter niet zo goed zien. Met de CT-scan kan dat wel. Deze legt namelijk een soort landkaart over de PET-scan heen.
instrument is ontwikkeld om een zogenaamde plaque, die verantwoordelijk is voor vaatvernauwing, te verwijderen uit de halsslagader. Het bloedvat wordt
PET-CT: het beste uit twee
door de werking van een guillotineachtig instrument als het ware geplet, de minder flexibele plaque in het vat laat hierbij los van de vaatwand en is daarna gemakkelijk uit het bloedvat te verwijderen. De kans op een CVA (herseninfarct, red.) wordt door deze ingreep aanzienlijk verkleind. Het oorspronkelijke idee is van Harry LeVeen, een Amerikaanse arts. Het idee is verder ontwikkeld door Frank Willekens, chirurg JBZ.
>
Bedarm Een ander voorbeeld is de bedarm,
uitgerust met een multifunctioneel LCDscherm. Een verpleegkundige van het Elkerliek Ziekenhuis bedacht dat het
In de cellen van het lichaam worden bepaalde voedingsstoffen gebruikt, zoals suikers. In een laboratorium worden deze stoffen radioactief gemaakt en vervolgens in kleine hoeveelheden aan de patiënt toegediend. De positron emissietomografie scanner (PETscanner) maakt een beeld van de verdeling van deze radioactief gemaakte stoffen in het lichaam en maakt zo afwijkingen zichtbaar. In het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw werd bekend, dat de opname van glucose in veel kwaadaardige tumoren en ontstekingen veel hoger is dan in normale weefsels. Het belang van PET voor de diagnostiek van een groot aantal kwaadaardige aandoeningen werd daarmee steeds duidelijker. De techniek is inmiddels onmisbaar bij het opsporen van longtumoren.
handig zou zijn als alle functies, de bel voor de zuster, de telefoon, de radio, het lichtknopje, de televisie, in één bedieningspaneel geïntegreerd zouden kunnen worden. Een bedrijf ging met dit idee aan de slag en nam het scherm in productie. Het ziekenhuis kreeg de eerste 300 exemplaren geschonken.
10 | Cura, jaargang 2, nummer 2
PET/CT Het verschil tussen PET en computertomografie (CT) is dat PET iets zegt over het functioneren van verschillende weefsels. Bij gebruik van de glucosevariant F-18-fluorodeoxyglucose (FDG) zegt het bovendien iets over de mate van de glucoseopname in weef-
sels. PET geeft echter weinig anatomische detailinformatie, hetgeen nu juist een sterk punt is van CT. Bij de beoordeling van een PET-onderzoek kost het vrij veel tijd om afwijkingen terug te vinden in een CT-scan van dezelfde patiënt. Toch is dat nodig. Een chirurg of radiotherapeut kan niet werken zonder die anatomische informatie. PET en CT hebben derhalve een belangrijke aanvullende waarde. LANDKAART Bij een PET/CT-scan wordt er na een injectie van radioactief gemaakte FDG eerst een CT-scan van het hele lichaam gemaakt. Met een moderne PET/CT-scanner kan dit binnen een minuut. Vervolgens wordt in ongeveer dertig minuten de PET-scan vervaardigd. De CT-scan dient voornamelijk als een landkaart voor het lokaliseren van afwijkingen in de PET-scan. Hiertoe worden de PET en de CT-beelden gefuseerd tot één beeld (zie foto). Gefuseerde PET/CT-beelden zijn naar verwachting vooral van waarde bij onderzoek van het hoofd/halsgebied, de buik en het bekken. Juist hier levert het ontbreken
K E N N I S
&
W E T E N S C H A P
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) startte in mei 2002 met het project ICT Werkt in de Zorg. Doel was om medewerkers vertrouwd te maken met het gebruik van informatie- en communicatietechnologie in hun werk. Op 21 april jl. vond het afsluitende symposium plaats.
werelden van anatomische detailinformatie bij PET problemen op. AANKOOP PET/CT-SCANNER Intussen is het patiëntenaanbod al behoorlijk toegenomen. Werden er in het eerste jaar circa 200 patiënten met PET onderzocht, nu is de verwachting, dat in 2005 circa 550 patiënten binnen het JBZ een PETscan zullen ondergaan. Bij de huidige huurprijzen zijn er per jaar circa 800 PET-onderzoeken nodig om een eigen PET/CT-scanner rendabel te maken. Het chronische tekort aan CT-capaciteit kan ervoor zorgen, dat een PET/CT met volwaardige CT component ook nu al zonder verlies kan worden geëxploiteerd. Er worden momenteel plannen ontwikkeld om de aankoop van een PET/CT voor het JBZ te realiseren. Na de zomer wordt hierover uitsluitsel verwacht. Roel Claessens, Corneline Hoekstra en Peter Barneveld, afdeling Nucleaire Geneeskunde.
Nieuwe manier van werken en leren Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is één van de grootste Teaching Hospitals in Nederland: een lerende organisatie waarin kennisontwikkeling en -deling sleutelbegrippen zijn. De kennis die er op vele plekken in huis is, kan middels ICT en e-learning op de juiste plaatsen beschikbaar worden gesteld. ELEKTRONISCHE LEEROMGEVING Clustermanager Leerhuis Olaf Tan vertelt wat ICT Werkt in de Zorg het ziekenhuis heeft opgeleverd. “Medewerkers hebben leren omgaan met de computer en met softwareprogramma’s. Hierbij kun je denken aan e-mail en internet, maar ook aan programma’s als Word en Excel en softwareapplicaties waarmee in het JBZ wordt gewerkt.” Cor van Driel, directeur Patiëntenzorg, gaat verder: “Medewerkers hebben bovendien kennis gemaakt met elearning. Zo werd de instructie voor het nieuwe personeelsinformatiesysteem HR Access via e-learning aangeboden en waren
er beroepsspecifieke bijscholingen via de computer, zoals de module Parenterale voeding. Het JBZ diende als pilot voor de hele zorgsector. De eisen die aan een elektronische leeromgeving worden gesteld, zijn als gevolg van dit project duidelijk geworden.” LEERGEDRAG VERANDERT Op 21 april jl. vond het afsluitende congres plaats in de School van de Toekomst in ’s-Hertogenbosch. Volgens Tan was het heel succesvol: “Gastspreker Coen Free, voorzitter van het college van bestuur van het Koning Willem I College, zette een treffend beeld neer van de ‘lerende mens in de 21e eeuw’. Een aantal sceptici kon zich hier moeilijk in vinden, maar feit is dat door alle digitale mogelijkheden het leergedrag verandert. Onderwijsinstellingen maar ook het als Teaching Hospital moeten hieraan hun faciliteiten en de manier van onderwijzen aanpassen.” SU
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 11
K E N N I S
&
W E T E N S C H A P
Nieuw en vertrekkend Vertrekkend Uroloog Hoekstra Komst: 1982 Groot Ziekengasthuis, later ook locatie Willem-Alexander Aandachtsgebied: Oncologische Urologie Meest geraakt: “De oncologische behandeling die geslaagd is. Het begint met een slechtnieuwsgesprek gevolgd door een voorstel voor behandeling. Wanneer een behandeling aanslaat en succesvol blijkt, is dat elke keer weer een waardevol moment.” Wat nu: “Ik ga vrij snel weer naar Afrika. Of het Nigeria, Tanzania of toch weer Ghana wordt, dat weet ik nog niet. Maar de komende jaren ga ik er regelmatig heen om een bijdrage te leveren aan hun gezondheidszorg.”
Orthopaedisch chirurg Kramer Komst: 1981 locaties WillemAlexander en Carolus Meest geraakt: “Ik ben er altijd erg van onder de indruk geweest hoe patiënten de moed erin houden. Grote bewondering heb ik ook voor de partner van de patiënt, die met alle ongemakken rekening heeft te houden. Belangrijkste wapenfeit: “Het opzetten van de wervelkolomchirurgie, daar kijk ik wel met voldoening op terug.” Wat nu: “We zullen wel vaker in ons huisje in Friesland zijn. En ik ga weer op saxofoonles. Ik wil mijn spel verbeteren, nu sta ik stil.”
Gynaecoloog Plantema Komst: 1970 Groot Ziekengasthuis. Vanaf 1977 locatie Liduina. Welke patiënt blijft u bij: “Mijn allereerste. Zij bleek daags na mijn operatie in shock te zijn geraakt en werd al bediend. Ik heb haar voor de hemelpoort weggesleept.” Belangrijke ontwikkelingen op vakgebied: “Ik begon met een houten toeter in mijn hand en gebruikte mijn ogen, mijn handen en mijn gezonde verstand. De technieken zijn sterk verbeterd ten opzichte van mijn begintijd.” Wat nu: “Wij wonen hier geweldig op een mooie buitenplaats in Esch. Ik heb negen kleinkinderen. Ik vermaak me wel.”
Nieuw
12 | Cura, jaargang 2, nummer 2
Naam: Dr. C.J. Hoekstra (Corneline) Specialisme: Nucleaire Geneeskunde Studie: Geneeskunde te Amsterdam (1989 - 1996) Specialisatie: Nucleaire Geneeskunde (2000 – 2005) Promotie: response monitoring op inductie chemotherapie bij locally advanced NSCLC met positron emissie tomografie (PET) Bijzonder aandachtsgebied: PET en Oncologie Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis: Het is een groot opleidingsziekenhuis met een mobiele PET/CT scan en zicht op een eigen scanner. Werkzaam op locatie: Groot Ziekengasthuis
Mammacare drain is een transmuraal project voor borstkankerpatiënten die een operatie hebben ondergaan. Drie dagen na de operatie mogen patiënten met een okseldrain (een buisje in de oksel voor vochtafvoer) al naar huis. Zij kunnen dan gebruik maken van de thuiszorg. Het is een speerpunt van het ziekenhuis om patiënten na hun opname zo snel mogelijk weer naar huis te laten gaan, mits dat verantwoord is, maar dat spreekt voor zich. Veel borstkankerpatiënten vinden het eng om met een drain naar huis te gaan. Daarom is de thuiszorg ingeschakeld en is het VTT-team (Verpleegkundig Thuiszorg Technologie) bijgeschoold. Intensief Willia van Alebeek is lid van het VTT-team. “Het VTT-team is een technisch team, dat bijvoorbeeld ook sondevoeding doet. De tech-
nische vaardigheid van het verwijderen van een drain hadden we dan ook gauw onder de knie. Wat het intensief maakt, is de psychosociale kant van de zaak. Een borstkankerpatiënt wordt vaak thuis pas met vele vragen geconfronteerd. Het is een ingrijpende operatie die veel losmaakt. Thuis is het anders dan in het ziekenhuis; thuis laat men zich eerder gaan.” Meteen naar huis Jula Abdul-Maas had op 23 februari een borstverwijderende operatie. Toen de liais-
(advertentie)
Lees verder op pagina 15 >
U ZEGT
Met een drain naar huis? Verhoogde ziekenfondspremies Minister Hoogervorst van VWS wil de ziekenfondspremie voor mensen die ongezond leven verhogen. Hij denkt daarbij aan personen die extreem dik zijn of veel roken of overmatig veel alcohol drinken. Wat vindt u hiervan? Sylvia Edelijn is patiënt in het Jeroen Bosch Ziekenhuis en al jaren een verwoed rookster. “Natuurlijk is het ongezond om extreem dik te zijn, teveel te drinken en te roken, maar dan weet ik nog wel een aantal zaken die ongezond zijn. Bovendien denk ik dat mensen bepaalde zaken gaan verzwijgen. Als iemand extreem dik is, kun je dat zien. Maar je kunt gewoon liegen als een arts of iemand van een verzekeringsmaatschappij aan je vraagt of je rookt of teveel drinkt. Ik denk niet dat er veel mensen zijn die voor een bepaalde levensstijl een verhoogde premie willen gaan betalen. En nogmaals er zijn meer dingen ongezond: bespoten sla eten, te harde muziek draaien en aan het verkeer deelnemen, om maar wat voorbeelden te noemen.”
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 13
(advertentie)
Gerda Rouvoet
V IVENT STAAT VOOR: • Kraamzorg • Jeugdgezondheidszorg • Cursussen en servicediensten • Verpleeghuiszorg • Verzorgingshuiszorg • Thuiszorg • Voeding en dieet • Alarmering • Thuiszorgwinkels • Maaltijdservice
Haarwerkspecialiste Klantenbehandeling, Kwaliteit en Discretie staan op de eerste plaats in mijn bedrijf. Leverancier van uiteenlopende haarwerken (pruiken) heren, dames en kinderen Specialisatie van uiteenlopende technieken Landelijk erkend door het Ministerie van Volksgezondheid en Sport Top Haarwerkers Gilde Nederland Erkend leverancier Erkenningsregeling HEI Erkend leverancier ziekenfonds en particulier Erkend leerbedrijf K.O.C.
één nummer voor alle diensten
0900 515 25 35
Voorheen Thuiszorg regio ’s-Hertogenbosch en Dimens
Postbus 1700, 5200 BT ’s-Hertogenbosch • www.vivent.nl
14 | Cura, jaargang 2, nummer 2
Tel. 073 - 6568652 Tel. 06 - 51069595
www.gerdarouvoet.nl
[email protected]
Vervolg van pagina 11 >
onverpleegkundige haar de volgende dag vroeg wanneer ze naar huis wilde, antwoordde ze: “Nu meteen!” Omdat de operatie vlekkeloos was verlopen en er geen complicaties waren, is ze inderdaad op 24 februari met drain ontslagen. “Ze hebben me in het ziekenhuis geleerd hoe ik het
vocht moest verwijderen en de eerste dag had ik al thuiszorg. Daar ben ik zeer tevreden over. Op een gegeven moment heb ik gebeld met de thuiszorg, want er had zich erg veel vocht opgehoopt. Toen heeft de thuiszorg contact met het ziekenhuis opgenomen en moest ik er naar toe. Er is wel 400 ml vocht uitgehaald, maar het deed geen pijn en het was niet eng.” Mevrouw Abdul-Maas is erg blij dat ze zo snel naar huis kon. “Hoe eerder, hoe beter. Die ziekenhuisbedden zijn niet best voor mijn rug!” Nieuw en vreemd Mevrouw van Hattum-Van den Bosch is in het ziekenhuis gebleven totdat de drain verwijderd werd. Zij kreeg te horen dat ze een agressieve vorm van borstkanker had en vond een borstamputatie een enorme ingreep. Natuurlijk was ze liever thuis dan in het ziekenhuis, maar het ziekenhuis zo snel verlaten na zo’n zware operatie, dat durfde ze niet. “Dat met die drains, dat was nieuw voor me en vreemd. Ik was bang dat ze los zouden schieten en vond het een veilig idee dat ik ermee in het ziekenhuis lag.” Na verwijdering van de drain ging
mevrouw van Hattum-Van den Bosch naar huis. “Dat was fysiek best zwaar. Dat ik geen thuiszorg heb gehad, vind ik echt belachelijk. Op het moment dat je thuis bent en de drain is eruit, dan kom je er pas aan toe om het allemaal te verkroppen. Bovendien ben je lichamelijk zwak en kan je best wat hulp gebruiken.” Evaluatie Chirurg Joke Wissing vindt Mammacare drain een prima project. “Medisch gezien gaat het met deze patiënten, die met een drain naar huis gaan, uitstekend. Ook de mogelijkheden op de polikliniek, voor extra controles, zijn dankzij onze nurse-practioner en mammacare verpleegkundige aanzienlijk uitgebreid.” Uit een voorlopige evaluatie blijkt dat het project positief wordt ervaren door patiënten en gezondheidsmedewerkers. Het zal waarschijnlijk niet meer zo lang duren voordat Mammacare drain aangeboden worden als reguliere zorg. BI Voor ‘s-Hertogenbosch is dit nieuw, maar soortgelijke initiatieven waren er al in Leiden en in Rotterdam.
(advertentie)
[w.v.t.t.k.]
Oncologiecommissie JBZ
Op 24 maart vond de eerste vergadering plaats van de nieuwe oncologiecommissie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). In deze vergadering werd het reglement ondertekend waarin de vertegenwoordiging, de verantwoordelijkheden en taken van de commissie zijn vastgelegd. De nieuwe commissie is het beleidsvormend orgaan voor de oncologie in het gehele JBZ. Tot voor kort was alleen de voorzitter van de oncologiecommissie van het voormalige Carolus-Liduina Ziekenhuis vertegenwoordigd in de commissie Integraal Oncologisch Beleid van het voormalige Bosch Medicentrum.
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 15
Ook revalidatiecentra zijn binnenkort onderling vergelijkbaar. In navolging van de ziekenhuizen heeft de revalidatiesector nu ook een basisset prestatieindicatoren ontwikkeld. Revalidatiecentrum Tolbrug gaat in 2005 op experimentele basis aan de slag met de prestatie-indicatoren voor revalidatiecentra.
Basisset prestatie-indicatoren klaar Binnen de gezondheidszorg neemt de maatschappelijke vraag naar transparantie en toetsbaarheid toe. Het antwoord op deze vraag komt van een stuurgroep van Revalidatie Nederland en de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Revalidatieen Physische Geneeskunde (VRA). Zij ontwikkelden een basisset prestatie-indicatoren voor de revalidatiesector. De indicatoren leveren informatie over de kwaliteit van zorg van revalidatiecentra. Om de gegevens van de verschillende centra met elkaar te kunnen vergelijken, zijn er van alle prestatie-indicatoren verklaringen en
definities gegeven zodat ze op gelijke wijze kunnen worden ingevuld. Uitgebreide basisset In de basisset wordt onderscheid gemaakt tussen revalidatiecentra en revalidatieafdelingen in ziekenhuizen. In de uitgebreide basisset staat, naast de instellingsgegevens, informatie over: - tevredenheid van patiënten; - veiligheid (onder meer basis medische zorg, infectiepreventie, decubitus prevalentie); - effectiviteit (behandelovereenkomst,
medicatieveiligheid is een van de prestatie-indicatoren
realisatie behandeldoelen); - tijdigheid (wachttijden); - doelmatigheid (behandelduur, behandelintensiteit); - transparantie (gebruik behandelprogramma’s, cliëntenraad); - samenwerking (ketenzorg, samenwerking met patiëntenverenigingen); - deskundigheid (deelname aan landelijke werkgroepen); - onderwijs en onderzoek (participatie in wetenschappelijk onderzoek). Ook Revalidatiecentrum Tolbrug gaat werken met deze uitgebreide basisset. Voor een aantal prestatie-indicatoren is er in het beleid al veel aandacht geweest. Zo zijn wij druk bezig geweest met het instellen van een eigen cliëntenraad en is er informatie ontwikkeld om beter inzicht te hebben in de wachttijden. Tijdspad Het is de bedoeling om de invoering van de prestatie-indicatoren geleidelijk te laten plaatsvinden. Revalidatiecentrum Tolbrug streeft er naar om in 2007 over het verslagjaar 2006 een volledig overzicht te bieden van alle prestaties uit de basisset. Revalidatiecentrum Tolbrug heeft voor 1 juni 2005 voor de eerste keer gegevens aangeleverd aan Revalidatie Nederland. De ervaringen die door Revalidatiecentrum Tolbrug en de andere revalidatiecentra worden opgedaan gedurende de groeifase tot 2007, zullen worden gevolgd en geëvalueerd. Als het nodig is, wordt de basisset aangepast. KvB
>
Accent op samenwerking binnen ketenzorg Jan Verbaal, directeur van het Revalidatiecentrum Tolbrug, wil in 2005 veel aandacht
besteden aan de prestatie-indicator ‘samenwerking’. “Het samenwerken met de ketenpartners en de verschillende instellingen binnen de zorgnetwerken, staat hoog op de agenda. Belangrijk daarbij is het schriftelijk vastleggen met wie afspraken zijn gemaakt en wat deze afspraken inhouden.”
16 | Cura, jaargang 2, nummer 2
Nederland telt naar schatting 100.000 mensen met een spierziekte. Er zijn zo'n 600 verschillende zogenaamde neuromusculaire aandoeningen. De meeste hiervan zijn erfelijk en meestal niet te genezen.
Gespecialiseerd in spierziekten De term ‘spierziekte’ is verwarrend. Het zijn namelijk niet alleen de spieren maar ook de zenuwen die aangedaan kunnen zijn. Daarom wordt bij voorkeur over neuromusculaire aandoeningen gesproken. De meeste zijn te behandelen. Een goede medische begeleiding is daarbij uiteraard belangrijk. De effecten van neuromusculaire aandoeningen blijven niet altijd beperkt tot verlammingen. Tintelingen, pijn, problemen met de spijsvertering, hartklachten en slaapproblemen komen ook voor. De aard en ernst van de verschijnselen verschillen van aandoening tot aandoening en van persoon tot persoon. Patiënten doen dan ook een beroep op een groot scala aan hulpverleners. Adviescentrum Neuromusculaire ziekten zijn zeldzaam in de huisartsenpraktijk en de meeste hulpverleners krijgen slechts één of enkele keren te maken met een patiënt die een dergelijke aandoening heeft. Omdat bovendien iedere ziekte zijn eigen specifieke aandachtspunten heeft, is het voor de meeste hulpverleners ondoenlijk om ervaring op te doen met, en op de hoogte te zijn en blijven van de behandeling en begeleiding van patiënten. Omdat de revalidatiearts voor vrijwel iedereen met een spierziekte een centrale rol bij de behandeling heeft, is deze kennis wel aanwezig binnen de revalidatiecentra. De Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) wil de kwaliteit van zorg voor mensen met een neuromusculaire aandoening in Nederland op een hoger peil brengen en houden. Daarom heeft de vereniging een dertigtal revalidatiecentra of revalidatieafdelingen in ziekenhuizen in het hele land benoemd tot revalidatie adviescentra. Zo ook het Revalidatiecentrum Tolbrug dat revalidatieteams heeft die gespecialiseerd zijn in de behandeling van spierziekten.
Revalidatiecentrum Tolbrug heeft een speciaal spierteam voor kinderen.
ALS- en spierteam Revalidatiecentrum Tolbrug heeft voor kinderen en volwassenen revalidatieteams die gespecialiseerd zijn in de behandeling van spierziekten. Speciaal voor volwassenen met amyotrofische lateraal sclerose (ALS) is een ALS-team gevormd. Deze teams bestaan uit een revalidatiearts, een fysiotherapeut, een ergotherapeut, een logopedist en een maatschappelijke werkende. De revalidatiearts verzorgt de medische behandeling en is voorzitter van het behandelteam. Hij/zij stelt samen met de patiënt en het behandelteam een behandelplan op. De fysiotherapeut houdt de spieren en gewrichten zo goed mogelijk in conditie en geeft bijvoorbeeld adviezen over een goede houding en spierbelasting. De ergotherapeut helpt daarbij met vragen over hulpmiddelen en aanpassingen in huis of op het werk. De logopedist geeft adviezen over slikken en spraakverstaanbaarheid. De maatschappelijk werkende biedt ondersteuning op velerlei gebied. Daarnaast omvat het revalidatieteam ook nog een diëtist en een psycholoog en wordt er samengewerkt
met een vaste cardioloog, longarts en neuroloog. Voor kinderen en jongeren is er het ‘spierteam’, bestaande uit een kinderarts, een neuroloog, een longarts, een revalidatiearts en een maatschappelijk werkende. Kinderen en jongeren met neuromusculaire aandoeningen worden met enige regelmaat binnen dit team gezien. Zo is er een goede afstemming van de benodigde zorg. Advies aan derden Omdat het leven van iemand met een neuromusculaire aandoening zich grotendeels buiten het revalidatiecentrum afspeelt, biedt het revalidatieadviescentrum naast begeleiding en behandeling van mensen met neuromusculaire aandoeningen zelf, ook advies aan mantelzorgers en behandelaars die te maken krijgen met mensen met deze aandoeningen. Met hun vragen kunnen zij terecht bij één van de revalidatieartsen van de behandelteams. AvK
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 17
(advertenties)
Baxter levert een waardevolle bijdrage aan de kwaliteit van leven van patiënten
Baxter is een internationaal georiënteerd bedrijf en actief in meer dan 100 landen. Baxter biedt zorgverleners en zijn patiënten therapieën en producten op het gebied van hemofilie en andere bloedaandoeningen, auto-immuunafwijkingen, nierfalen en kanker.
Baxter is vertegenwoordigd in vier divisies: Renal Dialysesystemen en -producten ter vervanging van de nierfunctie. BioScience Biofarmaceutische producten: plasma-afgeleide en recombinante stollingsconcentraten voor de behandeling van hemofilie en andere bloedingsziekten, immunoglobulines, albumine, biochirurgische producten en vaccins. Transfusion Therapies Medische hulpmiddelen en apparatuur voor afname, bereiding en transfusie van bloedproducten. Pathogeeninactivatie van bloedplaatjes en plasma. Medication Delivery Producten en systemen toegespitst op de toediening van geneesmiddelen en intraveneuze therapieën. - Anesthesie en Intensieve zorg - Parenterale Voeding - Oncologie
Baxter B.V. Kobaltweg 49, 3542 CE Utrecht, Tel. +31(0)30-2488911 Fax. +31(0)30-2411755, www.baxter.nl,
[email protected] Copyright 2005. Baxter Healthcare Corporation. All rights reserved.
18 | Cura, jaargang 2, nummer 2
BAX/2005/001
(advertentie)
Agenda In deze agenda worden bijeenkomsten vermeld, die interessant zijn voor lezers van Cura. Heeft u een bijdrage voor de agenda? E-mail:
[email protected]. Voorlichtingsbijeenkomsten Onderstaand vindt u een overzicht van de voorlichtingsbijeenkomsten die zijn gepland in het derde kwartaal van 2005. Waarschijnlijk worden er nog meer gepland. Houd daarvoor de website www.jeroenboschziekenhuis.nl/agenda in de gaten. Hier vindt u ook meer informatie over de bijeenkomsten die hieronder staan vermeld. U kunt ook contact opnemen met het bureau Patiëntenvoorlichting, tel. (073) 699 85 96. Voor sommige bijeenkomsten dient u zich vooraf aan te melden.
3 augustus 2005 > Bevallen op locatie Groot Ziekengasthuis, 19.30 - 21.30 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis
COLOFON Colofon
VIR e-Care Solutions B.V. is gespecialiseerd in de organisatie van het primaire proces binnen complexe zorgpraktijken en de daarmee samenhangende communicatiestructuren. De VIR is sterk in planning en communicatie in de complexe zorg. Medewerkers van de VIR kennen de zorgpraktijk uit eigen ervaring. Ons informatiesysteem Ecaris ondersteunt het primaire proces in alle organisaties die vraaggestuurd werken. Het systeem is geschikt voor iedere instelling in de zorg, hoe groot of klein die ook is. Het is flexibel in te richten op maat van uw organisatie. Ecaris is het hart van ons informatiesysteem, met (multidisciplinaire) planning en flexibele rapportage en verslaglegging als belangrijke onderdelen. Daarnaast zijn er diverse extra modules, waaronder een flexibel elektronisch dossier en modules om gegevens op te nemen in Office-pakketten als Word en Excel. VIR e-Care Solutions Wekeromseweg 8A 6816 VS Arnhem 026 - 442 86 86 www.vir.nl
Tekstbijdragen Peter Barneveld Jolande Bastiaans (JB) Katinka van Boxtel (KvB) Suzanne Bruijstens (SU) Saskia Byvanck (SB) Roel Claessens Frans Croonen Corneline Hoekstra Berend Immink (BI) Annette van Kuijk Christien Reinhard Stef-Jan Willard Hoofdredacteur Sylvie Maas Eindredacteur Saskia Byvanck Foto’s Suzanne Bruijstens Saskia Byvanck Marc Venrooij
5 september 2005 > Wat is dementie?
Basisontwerp Waldo van Bokhoven BOWfor vormgeving
19.30 - 21.30 uur, aula locatie Willem-Alexander.
20 september 2005 > Bevallen op locatie Groot Ziekengasthuis, 19.30 - 21.30 uur, aula locatie Groot
Opmaak en drukwerk Drukkerij Van Gerwen ’s-Hertogenbosch
Ziekengasthuis
Rectificatie >
Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Oplage: 2.500
In de vorig uitgave van Cura, april 2005, is in het artikel
‘Decubitus op weg naar landelijke norm’ de voornaam en de functiebenaming van één van de geïnterviewden weggevallen. Naast Peter van Druten, clustermanager en projectleider van het Decubitusproject, is voor het artikel decubitusverpleegkundige Ingrid van Wezel geïnterviewd.
IN DEZE RUBRIEK SCHRIJVEN PATIËNTENVOORLICHTERS VAN HET ZIEKENHUIS OM DE BEURT EEN STUKJE OVER HUN DAGELIJKS WERK.
De tolkentelefoon Aarzelend loopt een Somalisch echtpaar het bureau Patiëntenvoorlichting (BPV) binnen en in zeer gebrekkig Nederlands
Redactieleden: Corrie Baars Jolande Bastiaans Koop Bosscha Suzanne Bruijstens Saskia Byvanck Arla Heins Jacqueline van der Krabben Christien Reinhard Olaf Tan Jan Verbaal Redactieadres Jeroen Bosch Ziekenhuis locatie Willem-Alexander Afdeling Communicatie T: (073) 699 84 48/84 49 F: (073) 699 89 29 E:
[email protected]
vraagt mijnheer of ik even tijd heb. Op mijn vraag waarmee ik kan helpen, vertelt mijnheer dat zijn vrouw een darmoperatie moet ondergaan. De internist heeft de operatie uitgelegd maar ze begrijpen het niet helemaal. Mevrouw is bang voor de ingreep. Is er iemand die Somalisch spreekt en als tolk kan optreden?
Cura is ook op de website van het ziekenhuis te vinden: www.jeroenboschziekenhuis.nl
Ik vertel dat het JBZ werkt met telefonische tolken van het Tolken- en Vertaalcentrum Nederland (TVCN) en leg uit hoe dit in zijn werk gaat. Mijnheer vraagt of we dan zo’n tolk kunnen regelen en een nieuwe afspraak bij de internist. Ik bel de secretaresse van de internist en een nieuwe afspraak met tolk is geen enkel probleem. De secretaresse noteert een nieuwe afspraak en zal bij de TVCN een Somalische tolk bespreken. Min of meer opgelucht vertrekt het echtpaar. Op de dag van de
De redactie van Cura stelt zich niet verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke informatie in dit blad.
bewuste afspraak haalt de secretaresse de Tolkentelefoon op. Ik vertel dat de communicatie tussen arts, tolk en patiënt verloopt via de speaker en luidspreker van de telefoon en leg haar de bediening van het toestel uit. Later op die dag komt mijnheer vertellen dat zijn vrouw de voorlichting over de operatie heeft begrepen, antwoord heeft gekregen op haar vragen, de operatie nog wel spannend vindt, maar niet meer zo bang is. Mevrouw knikt heftig ja bij ieder woord van haar echtgenoot. Duidelijker kan het niet.
Christien Reinhard, coördinator Patiëntenvoorlichting
Bij ingezonden stukken behoudt de redactie zich het recht voor om, zonder opgaaf van redenen, artikelen in te korten dan wel te weigeren. Ingezonden artikelen zonder naam worden niet geplaatst.
Cura, jaargang 2, nummer 2 | 19
Aandacht voor de geest draagt bij tot genezing
Verder zonder zusters In 1880 beginnen zeven zusters van de congregatie Carolus Borromeus, afkomstig uit Trier, hun werk in het Groot Ziekengasthuis (GZG). Met hen krijgt de ziekenverzorging in het Bossche gasthuis een nieuwe impuls. Nu, 125 jaar later, vertrekken de laatste zeven zusters.
Vanaf het moment dat de zusters hun intrede doen in het Groot Ziekengasthuis verbetert de verpleegkundige zorg aanzienlijk. Er wordt regelmatiger en gezonder gegeten en de hygiëne wordt met Deutsche Gründlichkeit ter hand genomen. De zusters zijn dan vooral werkzaam als verpleegkundigen, maar hebben ook civiele taken. Ze werken bijvoorbeeld in de keuken, het magazijn, de postkamer of de wasserij. Voor het verplegend personeel worden in de loop der tijd steeds meer leken aangetrokken, maar tot aan 1960 blijft de functie van afdelingshoofd formeel voorbehouden aan religieuzen.
Zuster Elisabeth: “Meer belangstelling voor de geest.”
Pokken en cholera Zuster Elisabeth is moeder-overste sinds 1983. Terugkijkend heeft ze bewondering voor de zusters uit de periode 1880 1945. “Zij werkten in armoedige omstandigheden. Voor hen heb ik groot respect. In de eerste jaren overleden er nog zusters aan besmettelijke ziekten, zoals pokken en cholera. Onze zorg beperkte zich overigens niet alleen tot het ziekenhuis. Ook in de wijk waren we actief, bijvoorbeeld bij het afleggen van overledenen bij de mensen thuis” Goede klinische blik Zuster Elisabeth denkt dat de doktoren in het ziekenhuis veel profijt hebben gehad van de goede verpleging. Met hun ervaren klinische blik hebben de zusters een bijdrage kunnen leveren aan menig diagnose. Zuster Odette, hoofd van de Linnendienst van 1963 tot 1989, heeft daarvan een aardig voorbeeld: “Zuster Gerardus heeft samen met dokter Homan en dokter van der Pol de afdeling Hartbewaking opgericht. Menig coassistent van toen vond dat ze meer geleerd hadden van haar dan van de medici. Zelfs
toen zij met haar hartkwaal zelf patiënt was geworden, bleef zij haar doktoren en coassistenten voorzien van haar deskundige opmerkingen.” Geestelijke aandacht Beide zusters vinden dat ze meegegroeid zijn met het ziekenhuis. Ze zijn getuige geweest van veel veranderingen. Zuster Elisabeth: “In de jaren zestig waren er ruim vijftig zusters actief in het GZG. En tot in de jaren tachtig waren de zusters er 24 uur per etmaal. Toen ik hier kwam waren er nog 23 zusters. Wat ik belangrijk vind bij de zorg voor een patiënt, is belangstelling voor de geest. Deze belangstelling, in de vorm van pastoraal werk, draagt bij tot de genezing van de patiënt. Dat krijgt tegenwoordig te weinig aandacht.” Afscheid Er zijn verschillende redenen voor het vertrek van de zusters. Zo hebben ze zelf aangegeven in kleiner verband te willen gaan wonen. Een andere reden is het verdwijnen van het ziekenhuis op deze locatie als gevolg van de nieuwbouw. Afscheid nemen hoort bij het leven, volgens de zusters. Zuster Elisabeth: “De vele contacten, de open sfeer en de door ons allen zeer gewaardeerde, prettige samenwerking zullen wij zeker missen. Daarbij hebben de grootheid van het Groot Ziekengasthuis en het klooster bijgedragen aan de sociale plaats die wij als kloosterlingen hebben mogen innemen. Ook op de plaats waar wij nu verder zullen gaan, zien wij het leven als een uitdaging. Tegelijk hopen en wensen we, dat de bezielde zorg die onze zusters hebben gegeven, hoog in het vaandel van het Jeroen Bosch Ziekenhuis mag blijven staan!” BI