gezond eten minder kans op kanker
Inhoud Voor wie is deze brochure?
pagina
3
Risico’s, oorzaken en kanker
pagina
4
Relatie tussen voeding en kanker
pagina
5
Hulpstoffen en verontreinigingen
pagina
10
Gezond eten
pagina
12
Maaltijden
pagina
16
Bereiding
pagina
18
Voeding bij kanker
pagina
20
Meer informatie
pagina
21
Dit is een uitgave van de afdeling Voorlichting en Begeleiding van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF. Is deze brochure ouder dan 3 jaar, informeer dan of er een nieuwe uitgave bestaat. De brochure is gedrukt op milieuvriendelijk papier. © Nederlandse Kankerbestrijding/KWF, april 2002
© KWF voorjaar 2002
2
Voor wie is deze brochure? Deze brochure is bedoeld voor iedereen die meer wil weten over de relatie tussen voeding en kanker. Ook geeft de brochure algemene informatie over gezonde voeding, voedingsmiddelen, voedingsstoffen en over de bereiding van voedsel. Iedereen loopt het risico om kanker te krijgen. Een manier van leven die kanker gegarandeerd uitsluit is er niet. Wél kunnen we zelf veel doen om het risico op bepaalde soorten kanker te beperken, zoals niet roken, matig zijn met alcohol, verstandig zonnen, voldoende bewegen én gezond eten. Uit onderzoek blijkt dat als Nederlanders naar hun eetgewoonten wordt gevraagd, het merendeel zegt gezond te eten. Maar dat klopt niet altijd. De meeste mensen zouden bijvoorbeeld eigenlijk meer groente en fruit moeten eten. Al tientallen jaren wordt wereldwijd intensief onderzoek gedaan naar het verband tussen voeding en het ontstaan van kanker. We hebben echter (nog) geen afgerond beeld welke stoffen daarbij een rol spelen, en hoe ze invloed hebben op het ontstaan of tegengaan van kanker. Onderzoek levert voortdurend nieuwe inzichten op, waardoor adviezen regelmatig moeten worden bijgesteld. Maar inmiddels is er wel een duidelijker beeld over de effecten van sommige voedingsmiddelen en producten, zoals bijvoorbeeld groente en fruit en alcoholische dranken. Heeft u naar aanleiding van deze brochure nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de voorlichtingscentra die achterin deze brochure staan vermeld. Deze brochure is tot stand gekomen in samenwerking met medewerkers uit verschillende beroepsgroepen, waaronder voedingskundigen, onderzoekers en voorlichtings- en preventiemedewerkers.
3
© KWF voorjaar 2002
Risico’s, oorzaken en kanker Ieder mens loopt een bepaald risico om gedurende zijn leven kanker te krijgen. Er zijn meer dan honderd soorten kanker met elk een verschillende ontstaanswijze. Meestal is kanker het gevolg van een samenloop van omstandigheden. Soms zijn er geen oorzaken aan te wijzen. Naast aanleg of leefgewoonten kan toeval een rol spelen. Iemand die altijd gezond heeft geleefd, kan tóch kanker krijgen. En andersom, iemand die altijd heeft gerookt, kan oud worden zónder kanker te krijgen. Soms heeft iemand aanleg om een bepaalde soort kanker te krijgen, doordat hij al bij zijn geboorte fouten in zijn erfelijke materiaal (DNA) heeft meegekregen. Dit geldt voor zo’n 5% van alle mensen met kanker. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken, dat bepaalde leefgewoonten en/of -omstandigheden het risico op een aantal soorten kanker vergroten. Men noemt die gewoonten en omstandigheden risicofactoren. Risicofactoren Risicofactoren zijn bijvoorbeeld: jarenlang roken, bepaalde voedingsgewoonten en overmatig alcohol drinken. Maar ook: werken met kankerverwekkende stoffen, bijvoorbeeld asbest. Daarnaast weten we dat ook straling (bijvoorbeeld uit zonlicht) en bepaalde virussen risicofactoren zijn. De meeste factoren beïnvloeden het risico op kanker pas bij langdurige blootstelling. Een risicofactor voor de ene soort kanker hoeft dat niet te zijn voor een andere soort. Brochure Meer informatie over oorzaken van kanker kunt u vinden in de brochure Kanker, wat moet je ervan weten? van de Nederlandse Kankerbestrijding.
Overmatige celdeling Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. Door een samenloop van omstandigheden, waaronder blootstelling aan risicofactoren, kan schade optreden in het erfelijk materiaal van cellen. Normaal gesproken wordt dergelijke schade hersteld. Wanneer echter toch onherstelbare schade aan cellen is aangericht, raakt de celdeling op den duur ontregeld. Er ontstaan overmatige celdeling die tot een gezwel of tumor leidt. Kanker krijgt een kans. Naarmate wij ouder worden, neemt de kans op zo’n verstoring in de celdeling toe. Daarom is kanker een ziekte die met name bij oudere mensen voorkomt.
© KWF voorjaar 2002
4
Relatie tussen voeding en kanker In de jaren tachtig en negentig is onderzoek naar de relatie tussen voeding en kanker in een stroomversnelling gekomen. In eerste instantie is bekeken hoe voedingsstoffen een rol kunnen spelen bij het ontstaan van kanker. Uit studies die volgden, werd gaandeweg duidelijk dat eetgewoonten kunnen bijdragen aan het voorkomen van bepaalde soorten kanker. Er zijn echter veel soorten kanker, de samenstelling van ons eten is complex en er zijn kankerbevorderende en kankerremmende kanten aan voeding. Dat maakt de relatie tussen voeding en kanker ingewikkeld. Voedingsmiddelen Op dit moment overlijden in ons land per jaar ruim 37.000 mensen aan kanker. Naar schatting heeft voeding bij eenderde van hen daarbij een rol gespeeld. Als jarenlang niet ‘gezond’ wordt gegeten, is de kans op het ontstaan van kanker groter. Maar van iemand die kanker heeft, kunnen we nooit zeggen dat het alleen aan zijn voeding heeft gelegen. Welke stoffen bij het ontstaan van kanker een rol spelen en hoe ze daarop invloed hebben, is nog lang niet duidelijk. Voedingsmiddelen bestaan nu eenmaal uit duizenden stoffen. Maar uit onderzoek is inmiddels wel meer bekend over de effecten van bepaalde voedingsmiddelen zoals bijvoorbeeld groente en fruit, vlees en vleeswaren en alcoholische dranken.
5
© KWF voorjaar 2002
Bio-actieve stoffen Dit is een verzamelnaam voor de duizenden verschillende stoffen die van nature in planten voorkomen. Ze hebben uiteenlopende functies, zoals kleuring van de plant en bescherming van de plant tegen ziekten. Ze hebben geen voedingswaarde, zoals bijvoorbeeld koolhydraten. Er is dan ook lang gedacht dat ze niet van belang waren voor onze gezondheid. Nu wordt steeds duidelijker dat ze wellicht een rol spelen bij de bescherming tegen kanker en harten vaatziekten.
Groente en fruit - Groente en fruit beïnvloeden onze gezondheid in positieve zin. Uit onderzoek is gebleken dat voeding met veel groente en fruit het risico op kanker verkleint. Het gaat dan met name om kanker van mond- en keelholte, slokdarm, longen en waarschijnlijk de maag. Onderzoekers hebben aanwijzingen dat stoffen als vitamine C en foliumzuur die in groente en fruit voorkomen, een rol spelen. Ook lijken andere ‘bio-actieve stoffen’ van invloed te zijn. Het is heel waarschijnlijk dat niet één stof of enkele stoffen zorgen voor het gunstige effect, maar dat het vooral gaat om de wisselwerking tussen een groot aantal stoffen. Wie meer groente en fruit eet, zorgt voor grotere hoeveelheden van de stoffen die waarschijnlijk het gunstige effect bewerkstelligen. Omdat niet precies bekend is welke bestanddelen gunstig zijn, kan ook niet worden gezegd dat de ene groentesoort of vrucht beter is dan de andere. Het advies is daarom ook: breng volop variatie aan bij de keuze van groente en fruit. Overigens: rokers kunnen de kans op kanker vooral verminderen door, naast gezond te eten, te stoppen met roken.
© KWF voorjaar 2002
6
Vlees en vleeswaren - Vlees en vleeswaren leveren naar verhouding veel stoffen die ons lichaam nodig heeft, zoals eiwitten, ijzer en B-vitamines. Uit recent onderzoek blijkt niet dat vlees, zoals in Nederland bereid, het risico op darmkanker vergroot. Maar er zijn aanwijzingen dat het eten van bepaalde vleeswaren wel het ontstaan van darmkanker kan bevorderen. Onderzoekers zien echter vooralsnog geen reden om het eten van vlees en/of vleeswaren helemaal af te raden. Wél is belangrijk om het vlees zorgvuldig te bereiden en te zorgen dat er geen zwarte randjes of korsten ontstaan. Hierin kunnen namelijk schadelijke stoffen worden gevormd, zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) en eiwitverbrandingsproducten. Zij kunnen worden gevormd bij de verbranding van vet en eiwit. Overigens is vlees niet onmisbaar voor een goede voeding. Ook zonder vlees kunnen maaltijden worden samengesteld die alles leveren dat het lichaam nodig heeft. Alcoholische dranken - Eten en drinken gaan meestal samen. Veel mensen houden er van om af en toe een glas wijn, bier of een ander alcoholisch drankje te gebruiken. Overmatig alcoholgebruik zorgt voor een grotere kans op kanker van mond- en keelholte, strottenhoofd of slokdarm. Als iemand ook nog rookt, is het risico extra groot. De schadelijke effecten van roken en alcohol versterken elkaar. Ook is aangetoond dat alcoholgebruik bij vrouwen de kans op borstkanker enigszins vergroot. De nadelige effecten gelden voor alle soorten alcoholische dranken. Tot dusver vinden onderzoekers dat alcoholgebruik niet per se hoeft te worden afgeraden. Mede in het licht van het beschermend effect voor hart- en vaatziekten. Maar het is wel verstandig - zeker voor vrouwen - om niet dagelijks en in elk geval niet meer dan twee tot drie glazen alcohol per dag te drinken.
7
© KWF voorjaar 2002
Verrijkte voedingsmiddelen Er zijn steeds meer voedingsmiddelen te koop waaraan bepaalde stoffen zijn toegevoegd, zoals (extra) vitaminen, mineralen of voedingsvezel: ‘functionele voeding’ of ‘functional foods’. Deze producten kunnen sommige mensen een extraatje geven, zoals extra vezel voor iemand met een slechte stoelgang. Maar ze kunnen niet in de plaats komen van een gezonde voeding en ze kunnen een ongezonde voeding niet gezond maken. Er zijn geen aanwijzingen dat deze producten tegen kanker beschermen.
Voedingsstoffen Allerlei voedingsmiddelen leveren ons de voedingsstoffen die we nodig hebben. Dit zijn eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines, mineralen, voedingsvezel en water. Als jarenlang minder gezond wordt gegeten, is de kans op het ontstaan van kanker groter. Welke stoffen daarvoor verantwoordelijk zijn, is niet volledig duidelijk. Maar van sommige voedingsstoffen is iets meer bekend, zoals voedingsvezel, vitamines, bepaalde mineralen en vetten. Voedingsvezel - Voedingsvezel is de verzamelnaam voor de onverteerbare bestanddelen van plantaardige voedingsmiddelen, die onmisbaar zijn voor de spijsvertering. Er werd lang verondersteld dat een vezelrijke voeding het risico op darmkanker zou verkleinen. Onderzoek toont echter steeds duidelijker aan dat dit waarschijnlijk niet het geval is. Wel blijft vezel belangrijk voor de spijsvertering en darmwerking. Vezelrijke voeding verkleint daarnaast ook het risico op hart- en vaatziekten en diabetes mellitus (suikerziekte). Vezelrijke voedingsmiddelen zijn volkoren- en bruinbrood, volkorenmacaroni, muesli, groente, fruit, aardappelen en peulvruchten zoals bruine bonen en kapucijners.
© KWF voorjaar 2002
8
Vitamines - Vitamines zijn stoffen die in kleine hoeveelheden in voedingsmiddelen voorkomen. Ze zijn noodzakelijk om het lichaam goed te laten functioneren. Van vitamine C en foliumzuur wordt gedacht dat ze de kans op het ontstaan van bepaalde soorten kanker zouden verkleinen. Maar uit onderzoek blijkt dat nog niet zo duidelijk. Waarschijnlijk is voor het beschermende effect van groente en fruit sprake van een samenspel tussen een groot aantal stoffen, waaronder vitamines. Anti-oxidanten - Deze stoffen beschermen het lichaam tegen de schadelijke invloeden van vrije radicalen. Een aantal vitamines (zoals C en E) werkt in het lichaam als anti-oxidant, evenals een groot aantal andere bio-actieve stoffen en bepaalde enzymen. Voor anti-oxidanten geldt, dat het lichaam er voldoende van moet binnenkrijgen, maar overdaad kan schaden. Een goede verhouding wordt het beste bereikt door het eten van een gevarieerde voeding met volop groente en fruit. Vetten - Het eten van te veel vet werd jarenlang in verband gebracht met het risico op bepaalde soorten kanker. Maar uit recente onderzoeksresultaten is inmiddels gebleken dat de hoeveelheid vet in onze voeding geen invloed heeft op de kans om kanker te krijgen. Aandacht voor minder vet in de voeding blijft wel verstandig, omdat voeding met te veel (verzadigd) vet de kans op hart- en vaatziekten vergroot. Minder vet in de voeding maakt het ook gemakkelijker om het lichaamsgewicht op peil te houden. Lichaamsgewicht Een te hoog lichaamsgewicht vergroot de kans op aandoeningen als diabetes mellitus, hart- en vaatziekten en gewrichtsproblemen. Er is ook een relatie tussen overgewicht en de kans op baarmoeder-, nier- en slokdarmkanker. Bij vrouwen geeft overgewicht een iets grotere kans op borstkanker na de overgang (menopauze). Bij mannen lijkt overgewicht de kans op darmkanker te vergroten. Een gezond gewicht verkleint deze risico’s. Voldoende bewegen en goede voeding maken het gemakkelijker om een gezond gewicht te behouden.
9
Vrije radicalen Dit zijn agressieve, kort levende deeltjes die normaal in het lichaam worden gevormd. Voor sommige lichaamsfuncties, zoals het onschadelijk maken van bacteriën, zijn ze onmisbaar. Door risicofactoren van buitenaf, zoals sigarettenrook en UV-straling uit zonlicht, kan echter een grote hoeveelheid vrije radicalen ontstaan. Deze kunnen dan de longen en de huid beschadigen en daarmee bijdragen aan het ontstaan van kanker. Verzadigd en onverzadigd vet Verzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte van het bloed en daardoor het risico op harten vaatziekten. Onverzadigd vet verlaagt juist het cholesterolgehalte en beschermt daardoor.
© KWF voorjaar 2002
Hulpstoffen en verontreinigingen Onjuiste informatie Er circuleert in Nederland een lijst met E-nummers die kankerverwekkend zouden zijn. De herkomst van de lijst is onduidelijk en de informatie is onjuist. Stoffen met een E-nummer zijn uitgebreid getest. Juist omdat ze geen schadelijke effecten op de gezondheid hebben, zijn ze in de Europese Unie toegelaten. De onterechte vrees voor E-nummers maakt dat fabrikanten nu vaker de scheikundige namen op verpakkingen zetten.
Hulpstoffen en verontreinigingen in onze voedingsmiddelen worden door veel mensen in relatie gebracht met het ontstaan van kanker. Uit onderzoek blijkt dat verontreinigingen in voedingsmiddelen bij minder dan 1% van de mensen die aan kanker overlijden, voor de ziekte verantwoordelijk zijn. Terwijl bij circa 30% van de gevallen de oorzaak wordt toegeschreven aan onjuiste eetgewoonten, zoals onder andere het eten van te weinig groente.
E-nummers E 160 bijvoorbeeld, is caroteen, een stof die van nature in groente voorkomt en wordt gebruikt als gele kleurstof. E 330 is citroenzuur. Het komt van nature onder meer in citrusfruit voor en ook in ons eigen lichaam. E 330 mag in een voedingsmiddel worden toegevoegd als anti-oxidant.
Dergelijke stoffen, zoals conserveermiddelen en kleurstoffen, worden door mensen vaak genoemd als wordt gesproken over oorzaken van kanker. Maar hulpstoffen mogen alleen worden gebruikt als is aangetoond dat ze het ontstaan van kanker niet beïnvloeden. De regels voor het gebruik van hulpstoffen zijn vastgelegd in de Warenwet. Hierin staat welke hulpstoffen zijn toegestaan. Er is per product omschreven welke hulpstoffen het mag bevatten en ook de hoeveelheden zijn wettelijk geregeld. De Keuringsdienst van Waren houdt toezicht op het naleven van deze regels. Alle hulpstoffen die in Europa zijn toegestaan hebben een E-nummer. Als hulpstoffen zijn gebruikt, staan ze op verpakte voedingsmiddelen bij de ingrediënten vermeld met hun scheikundige naam of E-nummer en de functie die ze uitoefenen, bijvoorbeeld: conserveermiddel: melkzuur.
Hulpstoffen Een luchtig toetje, slagroom die niet uitzakt, koekjes die wekenlang ‘vers’ blijven: bij de productie van veel voedingsmiddelen wordt gebruikgemaakt van hulpstoffen.
© KWF voorjaar 2002
10
Verontreinigingen Verontreinigingen of contaminanten zijn stoffen die niet van nature in het voedsel voorkomen, maar daar onbedoeld in zijn terechtgekomen. Bijvoorbeeld vanuit het milieu of tijdens de productie. De overheid probeert door wetgeving zo veel mogelijk te voorkomen dat schadelijke stoffen in het milieu en in het voedsel terechtkomen. Er zijn eisen gesteld aan de hoeveelheden die maximaal in levensmiddelen mogen voorkomen. Deze zijn zo laag dat ook mensen die veel van een bepaald product eten, geen schadelijke hoeveelheid van de betreffende stof(fen) binnenkrijgen. De Keuringsdienst van Waren controleert of het voedsel voldoet aan de wettelijke eisen. Zijn EKO- en scharrelproducten gezonder? Biologische producten (met EKO-keurmerk) zijn milieu- en diervriendelijk geproduceerd zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. De dieren krijgen biologisch voer zonder toegevoegde geneesmiddelen of groeibevorderaars. Scharrelproducten zijn afkomstig van dieren die meer leefruimte hebben dan de dieren op de meeste productiebedrijven. Producten die afkomstig zijn van de ‘gangbare’ bedrijven moeten voldoen aan wettelijke eisen. Dat betekent onder meer dat de mogelijk resterende hoeveelheden bestrijdingsmiddelen zo gering moeten zijn, dat ze geen gezondheidsschade veroorzaken. Over verschillen in samenstelling en voedingswaarde tussen de ‘gewone’ en biologische geteelde producten zijn nauwelijks ‘harde’ uitspraken te doen, omdat ze onder meer afhankelijk zijn van teeltcondities, plaats en seizoen. Tot op heden zijn er geen wetenschappelijke bewijzen dat biologische producten beter tegen kanker beschermen dan gewone producten. Maar iemand kan uit maatschappelijke overwegingen bewust voor dergelijke producten kiezen.
11
© KWF voorjaar 2002
Gezond eten Samengevat draait goede voeding om de volgende punten: • Eet gevarieerd. • Eet volop groente en fruit. • Drinkt u alcohol, doe dit dan met mate en niet elke dag. • Eet ruimschoots brood en aardappelen (of rijst, pasta, peulvruchten). • Wees matig met (verzadigd) vet. • Voorkom zwarte verkoolde randjes aan etenswaren, frituur niet boven 180° C en ververs het vet regelmatig.
Aanleg hebben we zelf niet in de hand, maar een gezonde manier van leven wel. Onze gezondheid kunnen we onder andere beïnvloeden door gezond te eten. Wilt u gezond eten, volg dan de adviezen van het Voedingscentrum. Dat is goed voor uw gezondheid in het algemeen, maar ook om uw risico op sommige soorten kanker te beperken. Volop variëren is de belangrijkste basisregel die daarbij hoort. Wie veel variatie aanbrengt in de keuze van producten, krijgt alle voedingsstoffen in voldoende mate binnen. Tegelijkertijd worden minder gunstige stoffen niet in overmaat aangevoerd. Vier groepen In grote lijnen gaat het in de adviezen om verschillende groepen voedingsmiddelen. Door dagelijks te kiezen uit de vier groepen met basisvoedingsmiddelen, krijgt het lichaam alle stoffen die nodig zijn, in goede onderlinge verhoudingen. Het gaat om: groep 1: brood, aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten groep 2: groente en fruit groep 3: melk, kaas (of andere melkproducten) en vlees, vleeswaren, vis, ei of tahoe groep 4: halvarine en margarine of olie en drink op een dag minimaal 1 1/2 liter Voldoende brood en aardappelen - Ruime porties brood en aardappelen, maar ook rijst, spaghetti, macaroni en peulvruchten vormen een lekkere en gezonde basis voor de maaltijd. Ze leveren waardevolle voedingsstoffen, zoals koolhydraten, vitamines en mineralen en (met name de volkoren producten) bevatten veel voedingsvezel.
© KWF voorjaar 2002
12
Volop groente en fruit - Elke dag 150 - 200 gram groente (3 - 4 opscheplepels) en twee keer fruit is de hoeveelheid die volwassenen dagelijks nodig hebben om hun lichaam in conditie te houden, zo blijkt uit diverse wetenschappelijke studies. Om het risico op bepaalde soorten kanker te beperken, is met name het eten van volop groente en fruit van belang. Veel mensen denken dat ze een flinke portie groente en fruit eten, maar in de praktijk is het vaak minder dan wat goed voor ons is. Er is in ons land het hele jaar een ruim aanbod van groente en fruit. Dit maakt het gemakkelijker gevarieerd te eten. Verse groente, gesneden of zelfs al gewassen producten, vruchtensappen uit pak: er kan volop worden afgewisseld. Dankzij de moderne productietechnieken is de voedingswaarde van groente uit de diepvries te vergelijken met die van vers bereide groente. Groente uit blik of glas zijn goede varianten als verse groente of diepvriesgroente niet voorhanden zijn. Handig als er bijvoorbeeld weinig tijd is om te koken. Minimaal 11/2 liter vocht per dag - Om alle afvalstoffen uit het lichaam te kunnen verwijderen, moet u voldoende drinken. Elke dag heeft u ten minste 11/2 liter vocht nodig. Als u alcohol drinkt, gebruik dan niet dagelijks alcohol en neem niet meer dan twee tot drie glazen per dag. Zo blijft het risico voor uw gezondheid beperkt.
13
Zijn kunstmatige zoetstoffen kankerverwekkend? Van de kunstmatige zoetstoffen sacharine, cyclamaat en aspartaam wordt ten onrechte wel eens beweerd dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid. Deze zoetstoffen zijn, voor ze werden toegestaan, uitgebreid op hun veiligheid onderzocht. Naar aanleiding daarvan is voor elke zoetstof een aanvaardbare dagelijkse hoeveelheid vastgesteld. Dat is de portie die iemand gemiddeld elke dag, zijn hele leven lang, veilig kan gebruiken. Om boven die aanvaardbare hoeveelheden uit te komen, moet iemand heel veel koffie en thee met zoetjes, en heel veel light frisdrank drinken.
© KWF voorjaar 2002
Aanbevolen hoeveelheden per dag - Het is niet alleen van belang welke voedingsmiddelen u eet, ook hoeveel u er van eet is belangrijk. Op deze pagina staat een lijst met per dag aanbevolen hoeveelheden, samengesteld door het Voedingscentrum. Dit zijn gemiddelden die u een beetje houvast kunnen geven. De verschillen in portiegrootte worden onder meer bepaald door leeftijd, hoeveelheid lichaamsbeweging en geslacht. Peuters 1-4 jaar
Kinderen 4-13 jaar
Tieners 13-20 jaar
Volwassenen
Brood
1-3 sneetjes
3-5 sneetjes
5-8 sneetjes
5-6 sneetjes
Aardappelen
1-2 stuks
1-4 stuks
4-6 stuks
3-5 stuks
Groente
1-2 opscheplepels
2-3 opscheplepels
3-4 opscheplepels
3-4 opscheplepels
Fruit
1-2 keer
1-2 keer
2 keer
2 keer
Melk en melkproducten
2-3 bekertjes
2-3 glazen
2-3 glazen
2-3 glazen
Kaas
1/2
1/2 -1
plak
1-2 plakken
1-2 plakken
Vlees, vis, kip, ei tahoe of tempeh
65 g (rauw) (50 g gaar)
65-100 g (rauw) (50-75 g gaar)
100 g (rauw) (75 g gaar)
100 g (rauw) (75 g gaar)
Vleeswaar
1/2
1/2 -1
1-2 plakjes
1-2 plakjes
Halvarine
5 g margarine per snee brood
5 g per snee brood
5 g per snee brood
5 g per snee brood
Margarine/olie voor bereiding
15 g
15 g
15 g
15 g
Vocht
1/ 2
1 1/ 2 liter
1 1/ 2 liter
1 1/ 2 liter
plak
plakje
-1 liter
© KWF voorjaar 2002
plakje
14
Pillen en preparaten: ja of nee? Er zijn steeds meer pillen en preparaten te koop met vitamines, mineralen en andere stoffen. Het gebruik van dergelijke voedingssupplementen wordt vaak door fabrikanten aan iedereen aanbevolen omdat ze de gezondheid gunstig zouden beïnvloeden. Er zijn echter onvoldoende wetenschappelijke bewijzen dat ze het risico op kanker verkleinen. Voor gezonde mensen levert een ‘gewone’, gezonde voeding alles wat nodig is. Onderdelen daarvan zijn niet te vervangen door supplementen. Gezonde voedingsmiddelen leveren nu eenmaal veel meer dan de stoffen die in de voedingssupplementen voorkomen. Aanvulling met voedingssupplementen kan zinvol zijn voor mensen met een onvoldoende goede voedingssituatie, zoals wel bij ouderen voorkomt. Het is ook een misverstand dat onze voeding door de moderne voedselproductie niet meer voldoende vitamines zou kunnen leveren. De hedendaagse voedingsmiddelen zijn nog steeds een goede bron van vitamines. Als u toch in aanvulling op uw voeding vitaminepreparaten wil gebruiken, neem dan een multipreparaat. Gebruik hiervan niet meer dan de aanbevolen hoeveelheid. Zo krijgt u de vitamines in een goede verhouding binnen en loopt u geen risico op overdosering. Hoe zit het eigenlijk met nitraat en nitriet? Nitraat komt van nature in alle groentesoorten voor. Nitraat kan schadelijk zijn, omdat het in nitriet kan worden omgezet. Dit gebeurt in de groente zelf tijdens het bewaren. Ook in ons lichaam wordt nitraat omgezet in nitriet, vervolgens kunnen nitrosaminen worden gevormd. Sommige van die nitrosaminen blijken kankerverwekkend te zijn in dierproeven. Maar hoeveel nitrosaminen bij de mens worden gevormd en wat precies de schadelijke gevolgen zijn, is nog niet duidelijk. Vast staat dat royale porties groente - ondanks nitraat bescherming bieden tegen het ontstaan van kanker. Afwisseling is daarom belangrijk. Houd als richtlijn aan: maximaal twee keer per week een portie (van circa 200 g) nitraatrijke groente en vijf keer een keuze uit de nitraatarme soorten.
15
Nitraatrijke groentesoorten andijvie, bleekselderij, Chinese kool, koolrabi, paksoi, postelein, raapstelen, rode bieten, alle soorten sla, spinazie, spitskool en venkel. Nitraatarme groentesoorten asperges, aubergine, bloemkool, boerenkool, broccoli, champignons, courgettes, doperwten, knolselderij, komkommer, koolraap, paprika, peulen, pompoen, prei, rabarber, rode kool, savooikool, schorseneren, snijbonen, sperziebonen, spruiten, suikermaïs, taugé, tomaten, tuinbonen, uien, witlof, witte kool, wortelen en zuurkool.
© KWF voorjaar 2002
Maaltijden Gezond eten kan eenvoudig zijn. Zo zet u meer groente en fruit op het menu: Sap of hele vrucht? Vruchten- en groentesappen kunt u zelf maken, maar zijn ook in veel smaken te koop. Sap bevat overigens minder vezel dan een hele vrucht en kan daarom vers niet helemaal vervangen.
Ontbijt Begin de dag eens met een stuk fruit of een glas sinaasappelof grapefruitsap, vers of uit een pak. Of eet yoghurt met fruit of muesli. Lunch Er is een grote keuze aan producten om de boterham mee te besmeren. Denk aan uw hart en bloedvaten en kies een product dat weinig verzadigd vet bevat. Halvarines bevatten de helft minder vet dan margarines en roomboter. Van de halvarines bevat dieethalvarine het minste verzadigd vet. Fruitsoorten als appel, peer en banaan kunnen heerlijk zijn als broodbeleg. Als u graag kaas en vleeswaren als beleg kiest, combineer ze dan eens met groente en fruit. Blaadjes sla, plakjes komkommer, tomaat, radijs of reepjes paprika op brood is lekker fris. Niet alleen smakelijk, maar u haalt de 200 gram groente en twee keer fruit per dag met gemak. En een rauwkostsalade, zelf gemaakt of kant-en-klaar gekocht, maakt van de broodmaaltijd een uitgebreide en lekkere maaltijd.
© KWF voorjaar 2002
16
Tussendoortjes Zin in iets tussendoor? Denk eens aan fruit, een stuk komkommer, een wortel of een tomaat. Of neem een mueslibolletje, krentenbol of een boterham met radijsjes of plakjes appel. In plaats van een kop koffie of thee kunt u een glas vruchtenof groentesap drinken. Warme maaltijd Of u nu kiest voor aardappelen, groente en vlees of voor pizza, pasta een rijstgerecht of een maaltijd met een Mexicaans tintje: bij al deze gerechten is het lekker om volop groente te eten. Er is keuze genoeg: vers, diepgevroren, uit blik of pot. Een maaltijd met pasta of rijst is pas echt compleet als u veel groente toevoegt aan een saus (bijvoorbeeld doperwtjes, tomaat of prei). Met groente zijn ook lekkere salades te maken, bijvoorbeeld door ze te combineren met noten, rozijnen of stukjes fruit. Door afwisselend vlees, vis of gevogelte te kiezen, brengt u veel variatie aan. Denk ook eens aan ‘vleesvervangers’ zoals tahoe, tempé, andere sojaproducten of een gerecht met eieren. Margarines en bak- en braadproducten met naar verhouding weinig verzadigd vet (zie de verpakking) hebben de voorkeur. Of kies olie, bijvoorbeeld als u roerbakt. Alle soorten olie bevatten naar verhouding weinig verzadigd vet. Fruit kan lekker zijn in zowel voor- als nagerecht: te denken valt aan appels en peren, zomerse aardbeien, bessen en frambozen, maar ook aan exotische fruitsoorten. Sinaasappel, grapefruit of banaan zijn voorbeelden van vruchten die ook goed te combineren zijn met zuivelproducten.
17
Beschermt olijfolie tegen kanker? Olijfolie bevat net als alle andere oliesoorten naar verhouding weinig verzadigd vet. Onverzadigde vetten hebben de voorkeur, omdat ze het risico op hart- en vaatziekten kleiner maken. In olijfolie kunnen kleine hoeveelheden bio-actieve stoffen voorkomen. Deze stoffen komen ook in groente voor. Onderzoekers brengen bio-actieve stoffen in relatie met de beschermende werking van groente. Maar er zijn geen duidelijke gegevens beschikbaar waaruit blijkt dat olijfolie extra tegen kanker zou beschermen.
© KWF voorjaar 2002
Bereiding Er zijn heel veel manieren om eten lekker klaar te maken. Besteed in elk geval veel aandacht aan de bereiding in de keuken. Tijdens het bakken en braden kunnen stoffen ontstaan die mogelijk kankerverwekkend zijn. Bij onzorgvuldig bakken, barbecuen, roosteren en grilleren ontstaan ongewenste stoffen. Voorkom daarom lang bakken en grilleren op hoge temperatuur en het ontstaan van zwart verkoolde randjes. Gebeurt dit toch, snijd de zwarte randjes er dan af.
Koken Om te voorkomen dat er onnodig voedingsstoffen verloren gaan, is het goed om groente in weinig water niet te lang te koken. Barbecuen Als vlees en vis op de barbecue worden bereid, probeer dan zwarte randjes te voorkomen. Ook de schadelijke stoffen die ontstaan als het vet uit vlees op de houtskool druipt en vervolgens verbrandt, kunnen op de gerechten terechtkomen. Koop daarom voor het barbecuen de minder vette vleessoorten. Bovendien kunnen schadelijke stoffen uit de houtskool op het eten terechtkomen. Die stoffen komen vrij als de houtskool nog niet goed is uitgebrand. Leg daarom vlees of vis pas op het
© KWF voorjaar 2002
18
rooster als de houtskool gloeit en met een laagje as is bedekt. Ook bij het barbecuen zijn er genoeg mogelijkheden om groente en fruit te eten. Denk eens aan maïskolven of champignons en stukjes paprika op de vleesspies. Als toetje smaakt warme banaan uit folie heerlijk. Frituren Als olie of vet langdurig boven de 200 °C wordt verhit, kunnen kankerverwekkende stoffen worden gevormd. Dit gaat sneller als er resten, bijvoorbeeld van gepaneerde producten, in het vet zijn achtergebleven. Frituur daarom bij voorkeur bij een temperatuur van ongeveer 180 °C. De gerechten worden ook dan goed gaar en er ontstaan vrijwel geen schadelijke stoffen. Ververs het vet regelmatig in zijn geheel. Vul het vet niet bij.
2 ons groente en 2 keer fruit per dag: hoeveel is dat nu eigenlijk? De meeste mensen eten minder gezond dan zij denken en eten niet de aanbevolen hoeveelheid groente en fruit per dag. Het is handig om te weten dat ‘één keer fruit’ overeenkomt met bijvoorbeeld: • een middelgrote appel of • twee mandarijntjes of • een dessertschaaltje druiven, appelmoes of aardbeien of • een glas citrussap Per dag heeft u twee keer deze hoeveelheid nodig. Om 3-4 opscheplepels (+ 200 gram) groente over te houden na schoonmaken en koken, gebruikt u van verse groente het volgende: • bladgroenten, zoals spinazie en andijvie, + 350 gram • niet-slinkende groenten, zoals bloemkool en sperziebonen, + 250 gram Diepvriesgroente en groente uit blik en glas hebben geen snijafval en slinken niet. Reken op 200 gram per persoon. Zo is één groot blik voldoende voor 2-3 personen en één grote glazen pot voldoende voor 2 personen. Een schaaltje rauwkost is + 50 gram groente.
19
© KWF voorjaar 2002
Voeding bij kanker Er is een groot aantal diëten voor patiënten met kanker in omloop. Meest bekend in Nederland zijn het Moerman- en Houtsmullerdieet. Zij maken deel uit van de zogeheten niettoxische tumortherapieën. Reguliere artsen en kankerwetenschappers zijn van mening dat er momenteel (nog) onvoldoende wetenschappelijk bewijs is om patiënten een bepaald dieet voor te schrijven in de verwachting dat dit een positief effect op het verloop van hun ziekte zou hebben. Voor sommige patiënten kan het volgen van een dieet wel een steun betekenen: het geeft hen het gevoel zelf invloed op hun situatie te kunnen uitoefenen. Artsen en diëtisten geven uiteraard wel speciale voedingsvoorschriften wanneer patiënten problemen hebben met eten en daardoor onvoldoende voedingsstoffen binnenkrijgen. Wilt u meer weten over voeding voor kankerpatiënten, dan kunt u bij de Nederlandse Kankerbestrijding de gratis brochure Goede voeding bij kanker aanvragen.
© KWF voorjaar 2002
20
Meer informatie Met algemene vragen over voeding kunt u terecht bij de Voedingstelefoon van het Voedingscentrum: 070 - 306 88 88 (ma t/m vrij van 09.00-17.00 uur) E-mail:
[email protected] Internet: www.voedingscentrum.nl Meer informatie over de dagelijks aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen vindt u in de brochure ‘Goed van eten en drinken’. Deze brochure is te bestellen door t3,- over te maken op gironummer 43 23 700 van het Voedingscentrum in Den Haag, o.v.v. ‘Brochure nr. 100’. Voor vragen over groente en fruit kunt u terecht bij het Voorlichtingsbureau Groente en Fruit: Tel: 079 - 347 08 08 E-mail:
[email protected] Ook is hier een groente- en fruitwijzer verkrijgbaar met praktische tips. Internet: www.groetenenfruit.nl Voor vragen over kanker en de relatie tussen voeding en kanker kunt u bellen naar de gratis Hulp- en Informatielijn van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF: 0800 - 022 66 22 of 0800 - KWFKANKER (op werkdagen van 10.00 - 12.30 uur en van 13.30 - 16.00 uur) Internet: www.kankerbestrijding.nl Wilt u weten of u voldoende groente en fruit eet? Doe dan de eettest op internet. Tevens is gratis verkrijgbaar de folder Fit voor kids. Gezonde voeding voor peuters.
21
© KWF voorjaar 2002
Notities
© KWF voorjaar 2002
22
Notities
23
© KWF voorjaar 2002
Voorlichtingscentrum Nederlandse Kankerbestrijding In dit centrum kunt u terecht voor: • documentatie o.a. brochures, tijdschriften en video’s • een persoonlijk gesprek (bij voorkeur op afspraak) Sophialaan 8 1075 BR Amsterdam op werkdagen van 9.00 - 17.00 uur U kunt ook bellen: Gratis Hulp- en Informatielijn 0800 - 022 66 22 of 0800 - KWFKANKER • 24 uur per dag voor bestellen van brochures (bestelcode deze brochure: F79) • op werkdagen van 10.00 - 12.30 en van 13.30 - 16.00 uur voor een gesprek met een voorlichter Of kijk op: Internet: www.kankerbestrijding.nl Bestellingen door organisaties: Nederlandse Kankerbestrijding/KWF p/a Pondres Direct Mail Fax verzendhuis: 013 - 5 953 566 Internet: www. kankerbestrijding.nl (bestelcode deze brochure: F79)