Jazz
Cuong Vu Trio Flat Earth Society . Peter Vermeersch dubbelconcert dinsdag 21 oktober 2003 . 20 uur . Rode Zaal
Jazz . Seizoen 2003-2004
Saxophone Summit Michael Brecker, Joe Lovano, Dave Liebman saxen Phil Markowitz piano . Cecil McBee contrabas Billy Hart drums dinsdag 14 oktober 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal Cuong Vu Trio Flat Earth Society . Peter Vermeersch dubbelconcert dinsdag 21 oktober 2003 . 20 uur . Rode Zaal Het ICP Orkest . Misha Mengelberg woensdag 12 november 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal Ben Sluijs Quartet BassDrumBone dubbelconcert dinsdag 2 december 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal Tobias Delius Quartet Carlos Ward Lowlands Trio dubbelconcert dinsdag 20 januari 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal Eric Watson Bojan Zulfikarpasic dubbelconcert dinsdag 17 februari 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal Dave Holland Quintet vrijdag 26 maart 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal Misha Mengelberg Randy Weston dubbelconcert dinsdag 20 april 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal
dubbelconcert
Cuong Vu Trio Cuong Vu trompet Stomu Takeishi elektrische bas Elliot Kavee drums begin concert 20.00 uur pauze omstreeks 21.00 uur einde omstreeks 22.00 uur ism. New Think, Radio 1 inleiding door Jeroen Revalk . 19.15 uur . Foyer teksten programmaboekje Jeroen Revalk coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Tegendruk gelieve uw GSM uit te schakelen!
Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO's at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag
pauze Flat Earth Society . Peter Vermeersch The Armstrong Mutations
Jazz: van microbe tot mutatie
Jazz is een virus. Eens besmet, is het voor het leven. Het kruipt in je oren en laat je niet meer los. Een virus, maar geen ziekte. Je koestert die besmetting. Alle muziek die je hoort, wordt gewikt en gewogen, gesmaakt of afgestoten op de schaal van de jazz. Het is je kompas bij muzikale ontdekkingen. Je houvast bij nieuwe ontmoetingen. Het virus zelf is niet te vatten. Het woekert. Het verandert. Het is wat jij vindt dat het is. En dan nog, je weet het niet zeker. Je bedenkt je. Meermaals. De diagnose is bij voorbaat ontoereikend. Te eng. Te ruim. Te vrij. Te strak. Maar dit weet je wel: jazz is geen keurslijf. Mag het niet zijn. Nooit. Jazz is een kader. Een cadrering als in de film. Het verschuift. Het zoomt in. Of uit. Een kader zonder randen. Het virus is eindeloos, de jazz grenzeloos. Hoe krijg je die jazzmicrobe te pakken? Je vindt op zolder een stoffige stapel grammofoonplaten. Zwaar, zwart vinyl, grijsgedraaid. In bruine papieren hoezen met af en toe een glasring. En vaak een bijna onleesbare naam erop geschreven. Iemand die je je vaag herinnert als een ver familielid. Je leent vaders oude platenspeler met drie knoppen: 33T, 45T en 78T. Je drukt de laatste in en pakt de eerste plaat. ‘Basin Street Blues’ vertelt het donkerpaarse label. En ook: Louis Armstrong And The All Stars. De naald in het krassend vinyl vóór het eigenlijke nummer is de sleutel naar een nieuwe wereld. En dan hoor je de muziek. Muziek die ergens bekend in de oren klinkt. Een piano begint. Een trompet valt in en dan volgt de rest van het orkest. Een deuntje op een gezapig wandelritme - ‘thema’ en ‘bluesschema’ behoren
Cuong Vu Trio
nog niet tot je woordenschat - met de trompet op de voorgrond en daarachter dartele versierinkjes door een klarinet. En dan is er die stem, brommend maar met een lach. Een zingende teddybeer. Een paar zinnen en dan enkele woordeloze geluiden die nog veel meer zeggen. De piano neemt weer over en dan is het plots gedaan. Midden in het nummer, zo lijkt het! Je draait de plaat om en inderdaad, daar gaat het verder. Met een korte en hevige drumbreak die het orkest doet versnellen, het vuur aan de schenen legt. Hot jazz! Dat lees je veel later in een tweedehandsexemplaar van ‘Jazz van New Orleans tot cool’ van Joachim E. Berendt. Ondertussen heb je een oude middengolfradio van je oma gekregen, zo'n zwarte bak van bakeliet - een Philips natuurlijk - en heb je geluisterd naar de jazzgeschiedenis volgens Michiel de Ruyter op de Nederlandse radio. Van al zijn verhalen kun je je slechts enkele namen herinneren, maar de muziek blijft hangen. Je bent besmet door de jazzmicrobe.
Flat Earth Society
Louis Armstrong was de grootste vernieuwer van de jazz, zo lees je bij Berendt. Hij ontketende een revolutie in de muziek, meer nog dan Charlie Parker, John Coltrane of Cecil Taylor. Het verschil tussen de muziek van vóór Armstrong en wat hij ervan maakte is groter dan het verschil tussen de jazz vóór Parker, Coltrane of Taylor en de nieuwe wegen die zij uitstippelden. Het is een soort boekhoudkunde die eigenlijk niet past in de context van muziek. Armstrong en de anderen deden gewoon hun ding. Ze maakten de muziek die zij van binnen voelden. En dat had niets te maken met een vernieuwingsdrang. Revoluties zijn niet meer van deze tijd, ook niet in de jazz. Maar je kan je wel afvragen hoe Armstrong zou klinken als hij nu zou leven. Misschien zou hij experimenteren met elektronica zoals trompettist Cuong Vu. Of misschien zouden zijn All Stars klinken als de Flat Earth Society van Peter Vermeersch.
Armstrong zou het ook zo gedaan hebben, zegt Vermeersch over ‘The Armstrong Mutations’. Samen met de zestien andere muzikanten van Flat Earth Society wierp hij zich op het enorme repertoire van Satchmo en destilleerde daaruit een eigenwijze hommage. Eigenlijk is hommage niet het juiste woord, want die selectie uit Armstrongs songbook is niet meer dan het vertrekpunt voor de muzikale avonturen van FES. Enkele keren blijft het orkest redelijk trouw aan het voorbeeld. Maar meestal lijkt het alsof de songs eerst zijn afgebroken tot de laatste steen. En daarna weer in elkaar gepuzzeld, zonder bouwplan, en met slechts een vage herinnering aan het origineel. Het zijn mutaties, geen variaties of covers. FES versnijdt de muzikale erfenis van Armstrong met loeiharde gitaren, sputterende toeters, echo's van Nick Cave, springerige freejazzrock of gewoon een paar muzikale grappen. Deze big band op vettige diesel maakt bizarre bokkensprongen, citeert vrijuit een eeuw muziek-
Cuong Vu Trio
Flat Earth Society
geschiedenis, swingt als de hel en geeft een nieuwe betekenis aan de term hot jazz. Maar FES is geen jazzbigband zoals de grote - in alle betekenissen van het woord orkesten van Count Basie of Duke Ellington. Bij momenten doet FES denken aan het Willem Breuker Kollektief of het ICP Orkest van Misha Mengelberg. En dan niet eens de muziek, maar wel het gevoel voor humor, dat is een constante in het werk van Peter Vermeersch. Ook het Sun Ra Arkestra lijkt verwant, en de tekenfilmmuziek van Raymond Scott en Carl Stalling. Toch is FES vooral zichzelf, een verzameling uitstekende muzikanten. Muzikale persoonlijkheden ook, van heel diverse komaf: rock, folk, hedendaagse gecomponeerde muziek en zelfs jazz. Peter Vermeersch is de leider, hij speelt de tweede klarinet, en hij is vooral de componist en arrangeur voor deze bende. Ellington vindt hij een "master" en net als Duke ziet hij het orkest als zijn instrument. Van opleiding is Vermeersch een architect: componeren en arrangeren is voor hem als het werk van een stede-
Cuong Vu
bouwkundige. Hij schetst de grote lijnen, bepaalt de basisstructuur en geeft de vrijheid een kader om welig in te tieren. Soms lijkt het alsof FES verdwaald is in een eindeloze chaos maar in werkelijkheid heeft iedere stem in het orkest een duidelijk doel voor ogen. De chaostheorie volgens Vermeersch: “het woord ‘jazz’ komt van ‘gas’ en dat is afgeleid van ‘chaos’.” Jazz is de wisselwerking tussen orde en chaos. Het is gas geven. Het is iets kolkends. Het is lucht. Het is zuurstof. Het kan ontploffen. Het kan de lucht in gaan. Of, om het met Eric Dolphy te zeggen: “After it is over, it's gone up in the air, you can never capture it again.” Dat moment, dat onherroepelijke moment van vergankelijkheid, lijkt Cuong Vu te willen uitstellen met behulp van allerlei elektronica. Hij gebruikt die effecten niet om de klank van zijn trompet te wijzigen. Wel wil hij zijn spel versterken, herhalen, verdubbelen, in verschillende harmonieuze lagen stapelen. Muteren. Die geneugten van elektronische effectendoosjes ontdekte hij toevallig tijdens een jamsessie met bassist Stomu Takeishi en toetsenman Jamie Saft. Die laatste gebruikte een arsenaal aan keyboards zodat Vu's akoestische trompetgeluid er maar povertjes uitkwam. En daarom ging hij op zoek naar manieren om zijn eigen geluid te versterken en te bewerken. Eigenlijk niet zo vreemd voor iemand die een soort haat-liefderelatie heeft met zijn trompet. Toen hij als jongetje vroeg om een instrument te mogen bespelen, wilde hij eigenlijk een saxofoon. Zijn moeder had hem verkeerd begrepen en gaf hem een trompet! Vu besloot uiteindelijk toch om zich toe te leggen op de trompet en wist na een paar jaar dat hij het een vreselijk ding vond. Maar toen was het te laat om nog te veranderen, want hij was best wel goed. Ondertussen is trompettist Cuong Vu een bijna gevestigde waarde in de jonge generatie New Yorkers. Een muzikant die steeds op zoek is naar nieuwe wegen. Maar noem hem geen jazzmuzikant, want
Flat Earth Society
hij heeft een afkeer voor jazz en "that jazz people". Hij bedoelt dan vooral jazzpuristen à la Wynton Marsalis en Stanley Crouch. De enige link tussen hun visie op jazz en de muziek van Vu is improvisatie. Voor de rest kijkt hij vooral over de muren van de klassieke jazz. En het is niet omdat zijn muziek gebaseerd is op improvisatie dat het jazz is, vindt Vu. Ook Beethoven en Mozart waren in hun tijd improvisatoren. In de hoogtijdagen van de free jazz werd improviseren wel eens instant componeren genoemd. Cuong Vu draait dat om: componeren is eigenlijk improviseren, alleen kun je de fouten verbeteren, de spontane ideeën verdiepen en verrijken. En natuurlijk klinken er wel jazzecho's in zijn werk: Miles Davis van de jaren zeventig en tachtig bijvoorbeeld, al vinden sommigen ook dat al geen jazz meer. Vu heeft een uitgebreide jazzopleiding achter de rug. Dat laat sporen na. De jazz sijpelde in zijn onderbewuste. En wat hij daarmee doet is niets anders dan mutatie.
Echt vernieuwend kun je de mutaties van Cuong Vu en FES niet noemen. Toch niet zoals Louis Armstrong was. “The shape of jazz to come?” Zelfs dat niet, want de jazz is nu zo wijdvertakt dat een frisse, jonge twijg hier of daar de boom nauwelijks zal doen buigen. En is het eigenlijk wel jazz? Ja! Nee! Het is je eigen jazzmicrobe die beslist.
Cuong Vu Cuong Vu stamt uit een muzikale Vietnamese familie en verhuisde op zijn zesde met zijn moeder naar de Verenigde Staten. Toen hij elf was, kreeg hij een trompet cadeau, waarop hij onophoudelijk oefende, wat uiteindelijk leidde tot een beurs voor het New England Conservatory of Music. Hier onderging Cuong Vu sterke invloed van saxofonist-componist Joe Maneri, die hem aanmoedigde zijn eigen persoonlijk geluid te zoeken en onbegane paden te exploreren. Na zijn studies verhuisde Vu naar New York. Hij speelde er samen met topmusici van de experimentele jazz, zoals trompettist Dave Douglas, bassist Mark Helias en Dougie Bowne, drummers Gerry Hemingway en Bobby Previte. In de vroege jaren negentig maakte Cuong Vu deel uit van de Orange Then Blue en Jeff Song’s Lowbrow. Daarnaast leidde hij zijn eigen bands, waaronder Scratcher en Vu-Tet. Stomu Takeishi De Japanse bassist Stomu Takeishi verhuisde in 1983 naar de Verenigde Staten om er aan de Berklee College of Music en aan de New School in Manhattan te studeren. Zijn reputatie als getalenteerde en vernieuwende bassist bracht hem op vele jazzfestivals, zoals het Montreux Jazz Festival en het North Sea Jazz Festival. Takeishi maakte opnames met Henry Threadgill, Paul Motian, Mick Goodrick en trad op met Don Cherry, Bob Moses, Dave Liebman, Wynton Marsalis, Randy Brecker, Rasheed Ali en Leni Stern. Recent maakte hij opnames en toerde hij rond met Henry Threadgills Make a Move Band, Dave Tronzo’s Tronzo Trio en Badal Roy. Elliot Kavee Elliot Humberto Kavee is een artistieke duizendpoot. Als componist, muzikaal leider, acteur en auteur was hij lange tijd verbonden aan de San Francisco Mime Troupe. Als drummer treedt hij regelmatig op met Francis Wong, Omar Sosa, Ben Goldberg, Graham Connah, Vijay Iyer, Sheldon Brown en Jessica Jones. Met de groep Frame voert hij eigen composities uit. Kavee is ook drummer, cellist en componist van het Club Foot Orchestra. Hij was te gast op het Monterey Jazz Festival, het Asian American Jazz Festival, What is Jazz? Festival en het Eddie Moore Jazz Festival. Kavee speelde samen met Joseph Jarman, Don Cherry, Steve Coleman, John Tchicai en Jon Jang.
Flat Earth Society De drijvende kracht achter FES is klarinettist en componist-arrangeur Peter Vermeersch, de man van onder meer Maximalist! en het tot in New York bejubelde X Legged Sally. Als componist werkte hij samen met tal van kunstenaars als Josse De Pauw, Wim Vandekeybus en Anna Teresa De Keersmaeker. In 1997 verzamelde Vermeersch een schare getalenteerde muzikanten rond zich en startte een big band die veel meer is dan een big band: de zeventienkoppige Flat Earth Society. FES heeft haar wortels in de big band-muziek, maar is ook niet vies van vleugjes swing, mambo, latin, chanson, cabaret, R&B en free jazz. In 2001 verscheen de debuut-cd ’Bonk’, het jaar daarop gevolgd door ‘Trap’. De band tekende ook voor de muziek van ‘Larf’ van Josse De Pauw. Deze productie won de Océ Podium Prijs. In 2001 nam FES de soundtrack op voor de film ‘Minoes’ van Vincent Bal. In opdracht van de Ancienne Belgique werkte FES in 2002 aan een Louis Armstrong-tribute, die ondertussen ook op cd verschenen is. Naar aanleiding van het succes van de première worden de’Armstrong Mutations’ nu hernomen. Flat Earth Society Stefaan Blancke trombone Benjamin Boutreur sax Leonaar De Graeve tuba Anja Kowalski zang en keyboards Pieter Lamotte trombone Bart Maris trompet Michel Mast saxen Marc Meeuwissen trombone Kristof Roseeuw contrabas Peter Vandenberghe keyboards en composities Danny Van Hoeck percussie Luc van Lieshout trompet Bruno Vansina saxen Teun Verbruggen percussie Peter Vermeersch klarinet en composities Tom Wouters klarinet, percussie en composities