BESTEMMINGSPLANGEBIED PARK BERG EN BOS e.o. CULTUURHISTORISCHE ANALYSE + RUIMTELIJKE / CULTUURHISTORISCHE WAARDERING VAN DE KARAKTERISTIEKE BEBOUWING Onderzoek i.o.v. de gemeente Apeldoorn, december 2013
Monumenten Advies Bureau Drs. C.J.B.P. Frank Drs. F.A.C. Haans
COLOFON Opdrachtgever Gemeente Apeldoorn
Mw. drs. C.H.J.M. van den Broek Mw. V. Delmee BSc Drs. J.H.J. van Hest Ing. G. Korenberg Mw. drs. M. Lemmens Mw. drs. L. Valckx
Analyse en fotografie Drs. C.J.B.P. Frank Drs. J.H.J. van Hest
Dit is een uitgave van het Monumenten Advies Bureau, december 2013, copyright MAB Nijmegen 2013
Bredestraat 1 6542 SN Nijmegen Tel: 024-3786742 Fax: 024-3792477
[email protected] www.monumentenadviesbureau.nl
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 2
Cultuurhistorische gebiedsanalyse en ruimtelijke en cultuurhistorische waardering karakteristieke bebouwing in bestemmingsplangebied “Park Berg en Bos e.o.”. INHOUDSOPGAVE:
6
1 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING Aanleiding van het onderzoek Doel van het rapport Input CHA Leeswijzer
5 5 6 7 7
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5
GEBIEDSANALYSE Gebiedskarakteristiek Berg en Bos Beknopte oriëntatie op het plangebied De ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied Woeste grond (periode tot circa 1845) Ontginning, bebossing en begin van de villabouw (ca.1845-1917) Uitbreiding van Apeldoorn (ca.1917-1932) Projecten in de crisisjaren (ca.1932-1940) Naoorlogse ontwikkelingen (ca.1940-heden)
8 8 8 11 11 14 21 27 29
3 3.1 3.2
32 32
3.4 3.5 3.6
WAARDENSTELLING Cultuurhistorische waardestelling Park Berg en Bos, 2006 Cultuurhistorische analyse Berg en Bos, noordelijk gedeelte + objecten Betekenis en waardering onderdelen, elementen en structuren die nu nog bestaan Archeologie Inventarisatie, selectie en waardering objecten Beschermde monumenten
4 4.1 4.2
AANBEVELINGEN Inleiding Aanbevelingen & suggesties
36 36 36
5
BIJLAGEN Lijst met cultuurhistorisch waardevolle objecten
37
3.3
(hoge waarde en positieve waarde) Cultuurhistorische waardenkaart BRONNEN
32 32 34 34 35
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 3
42
afb. 1 Affiche Sanatorium “Berg en Bosch”, bron: website oud-apeldoorn.nl
afb. 2 Plangebied Park Berg en Bos
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 4
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding van het onderzoek
Dit rapport bevat de resultaten van een cultuurhistorische analyse (CHA) van het plangebied “Park Berg en Bos e.o.” in Apeldoorn. Voor dit gebied wordt het bestemmingsplan geactualiseerd. Met het oog op het nieuwe bestemmingsplan, het gebiedsgerichte welstandsbeleid en de toekomstige ontwikkelingen voor het gebied Park Berg en Bos e.o. heeft de gemeente Apeldoorn behoefte aan een CHA van dit gebied. Omdat de gemeente ernaar streeft om cultuurhistorische waarden zo goed mogelijk vast te leggen in het bestemmingsplan, is een goede beschrijving, analyse, waardering en kartering van de cultuurhistorie gewenst, met aanbevelingen voor beheer en vastlegging in het bestemmingsplan. Daarnaast zal de cha als input dienen voor het gebiedsgerichte welstandsbeleid en het beeldkwaliteitsplan. Het plangebied bestaat in grote lijnen uit het historische Park Berg en Bos en het noordelijk daarvan gelegen gebied tussen de Soerenseweg en de Amersfoortseweg (zie ook afbeelding 2). Aan de oostzijde grenst het plangebied aan de woonwijk Berg en Bos. Aan de zuidzijde is de Asselsestraat de begrenzing.
afb. 3 Ligging van het plangebied
Voor het historische Park Berg en Bos, globaal tussen Soerenseweg en Asselsestraat (d.i. het gehele zuidelijke deel van het bestemmingsplangebied) is in 2006 een cultuurhistorische analyse gemaakt in opdracht van de gemeente Apeldoorn (Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos, door SB4, Bureau voor historische tuinen, parken en landschappen, projectnummer 6650, januari 2006). Dit betekent dat de werkzaamheden thans zich vooral richten op het noordelijke deel van het bestemmingplangebied, te weten het gebied tussen de Soerenseweg en de Amersfoortseweg. In deze CHA zal uiteraard worden aangesloten bij de resultaten van `het eerdere onderzoek. Voor zover relevant voor het gebied ten noorden van de Soerenseweg zal wat betreft de beschrijving van de ruimtelijke ontwikkelingen van deze analyse uit 2006 gebruik worden gemaakt.
afb. 4 Begrenzing van het door SB4 geanalyseerde gebied (ill. Uit Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos, 2006).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 5
1.2
Doel van het rapport
De cultuurhistorische analyse (CHA) van het bestemmingsplangebied Park Berg en Bos dient als input voor het nieuwe bestemmingsplan, het gebiedsgerichte welstandsbeleid, het beeldkwaliteitsplan en de toekomstige ontwikkelingen voor het gebied. De CHA brengt de beschikbare informatie samen in één document, dat als basis dient voor het bestemmingsplan en het welstandsbeleid. Het analyseert in het bijzonder de cultuurhistorische waarden van het gebiedsdeel, waarover onvoldoende actuele informatie voorhanden is. Voorts wordt, voor zover relevant, de aansluiting op en de relatie met andere omliggende gebieden behandeld. Voor het plangebied geeft de CHA een beschrijving van de ontwikkelingsgeschiedenis, de bestaande situatie (historische geografie en de historische bebouwing) en een overzicht van de tijdlagen, die binnen die ontwikkeling het meest kenmerkend zijn. Deze onderdelen vormen samen de “gebiedskarakteristiek”, die leidend is bij de selectie en de waardering van objecten, die de tweede component vormt van deze analyse.
afb. 5 Het onderzoeksgebied noordelijk van de Soerenseweg.
Inventarisatie, selectie en waardering objecten De tweede component in deze CHA bestaat uit de inventarisatie van cultuurhistorisch waardevolle objecten. Het gaat om het selecteren, inventariseren, beknopt beschrijven en waarderen van objecten die geen monument zijn, maar wel vanwege hun uiterlijke verschijningsvorm in belangrijke mate bijdragen aan de cultuurhistorische identiteit van het gebied. Deze karakteristieke objecten zullen in de lijn van Momo via de bestemmingsplannen planologisch worden beschermd. Op basis van eerdere inventarisatierondes en analyses alsmede hernieuwd veldwerk is een selectie gemaakt van objecten, die bepalend en waardevol zijn voor het ruimtelijke beeld van het gebied en die aanmerkelijke cultuurhistorische waarden bezitten. Deze objecten worden in dit rapport gewaardeerd op cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, onder andere aan de hand van de gebiedskarakteristiek. In de reeds aanwezige CHA uit 2006 is ook waardevolle bebouwing geïnventariseerd en gewaardeerd. Voor zover relevant en sindsdien niet beschermd zijn deze objecten in de nieuwe cha opgenomen.
afb. 6 Wilde zwijnen in Park Berg en Bos, foto november 2011.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 6
Bij deze CHA behoort een cultuurhistorische waardenkaart, die de cultuurhistorische relicten van het gehele plangebied in beeld brengt, inclusief de waarden die naar voren zijn gekomen in de cha van SB4 (met uitzondering van de archeologische waarden). Ook deze kaart kan als input worden gebruikt voor het bestemmingsplan. Archeologie Wat betreft de archeologie is voor deze rapportage een bijdrage geleverd door Masja Parlevliet, gemeentelijk archeoloog.
1.3
Input CHA
Als input voor de rapportage dienen de volgende rapporten / bijdragen: Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos, door SB4, Bureau voor historische tuinen, parken en landschappen, projectnummer 6650, januari 2006 Cultuurhistorische analyse Apeldoorn Noord-West, door Amer adviseurs bv, in samenwerking met Pauline Opmeer en Leon van Meijel, 2003. Cultuurhistorische analyse van het Centraal Veluws Natuurgebied gemeente Apeldoorn, door Amer Ruimtelijke Ontwikkeling, in samenwerking met Cultuurland Advies, 2009. Masja Parlevliet (Gemeentelijk archeoloog), Interne Memo Advies Archeologie, februari 2012.
1.4
dient als basis voor de selectie en waardering van de cultuurhistorisch waardevolle objecten. De daarop volgende paragraaf gaat in op de inventarisatie, selectie en waardering van de cultuurhistorisch waardevolle objecten, die niet zijn beschermd als gemeentelijk of rijksmonument. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de beschermde rijksmonumenten, de gemeentelijke monumenten en de cultuurhistorisch waardevolle objecten. Voor wat betreft de beschermde monumenten wordt volstaan met een adreslijst. Hoofdstuk 4 geeft een aantal aanbevelingen voor beheer, behoud en versterking van de cultuurhistorische waarden in het plangebied, ten behoeve van behoud van de cultuurhistorische identiteit van het gebied. Daarbij worden specifieke aanbevelingen gedaan voor de wijze waarop nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gerealiseerd kunnen worden door gebruik te maken van de cultuurhistorische kwaliteiten. Ook worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot het gebiedsgerichte welstandsbeleid. De cultuurhistorisch waardevolle maar niet beschermde objecten worden in hoofdstuk 5 gepresenteerd met korte karakteristieken, de waardenstelling en een foto. De onderzoeksresultaten zijn tevens verwerkt op de bijgevoegde cultuurhistorische waardenkaart. Op deze kaart zijn ook de gemeentelijke en rijksmonumenten aangegeven. Hoofdstuk 6 bevat een overzicht van de gebruikte bronnen.
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 bevat de kern van deze cultuurhistorische analyse met de gebiedskarakteristiek, waarin aandacht voor de ontwikkelingsgeschiedenis van het plangebied, in samenhang met de omgeving wat betreft de historische geografie en de historische bouwkunde. In een korte beschrijving van de bestaande situatie wordt inzicht gegeven in de bestaande historische geografie en de historische bebouwing en de samenhang daarin. Per tijdlaag wordt aangegeven welke relicten in het terrein nog aanwezig zijn. Hoofdstuk 3 bevat de waardenstellingen op gebiedsniveau, voor wat betreft de cultuurhistorische elementen, structuren en objecten. De gebiedskarakteristiek
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 7
2
GEBIEDSANALYSE
2.1
Gebiedskarakteristiek Berg en Bos
De gebiedskarakteristiek richt zich vooral op het gedeelte van Berg en Bos, dat niet eerder onderwerp van een cultuurhistorische analyse is geweest, te weten het noordelijke deel van het gebied, gelegen tussen de Amersfoortseweg (noordzijde) en de Soerenseweg (zuidzijde). Het gebied ten zuiden van de Soerenseweg is uitvoerig geduid in de Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos te Apeldoorn uit 2006. De beknopte beschrijving van de historische karakteristiek van het deelgebied dient als kader voor de waardering van de objecten verderop in dit rapport. In deze beschrijving ligt de nadruk op bijzondere en waardevolle kenmerken. De tekst is deels afkomstig uit de genoemde analyse, voor zover relevant voor de ontwikkeling van het totale plangebied.
2.2 Beknopte oriëntatie op het plangebied Het plangebied omvat het Natuurpark Berg en Bos (met daarbinnen de Apenheul), de zweminrichting “Boschbad), het bosgebied “Valkenberg” en het bosgebied tussen Soerenseweg en Amersfoortseweg, met daarbinnen het pompstation en het (overigens buiten het plangebied gehouden) recreatiepark Koningin Julianatoren. Het gebied ligt in Apeldoorns westelijke stadsdeel Berg en Bos en vormt de overgang van de stedelijke bebouwing naar de bossen in het buitengebied. Het Park Berg en Bos is sterk gericht op recreatie (sport, spel en ontspanning), waarbij het gebied grotendeels in gebruik is als wandelpark. Grenzend aan het wandelpark ligt de Apenheul. Het achterliggende gebied bestaat voornamelijk uit bos, met een enkele grote weide, bedoeld als wandelgebied. Men vindt hier gevarieerde bossen, heideveldjes, het Haasberger Ravijn, een zwijnenbos, een hertenkamp en de restanten van een inheemse plantentuin (Geldersche Plantentuin) rondom de Leemkuil. In de zuidoosthoek van het park liggen de sportvelden van de AGOVV. Dit deelgebied valt buiten het bestemmingsplangebied. Het Kristalbad is een natuurzwembad met de nodige bijgebouwen voor dienstfuncties,
afb. 7 Bomenlaantje in het bosgebied tussen Soerenseweg en Amersfoortseweg, november 2011.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 8
horeca en kleedruimten. De publieksentree ligt aan de Felualaan. Voor autoparkeren is er een gezamenlijke voorziening met Park Berg en Bos aan de Burgemeester Nepveulaan. De Valkenberg is een opvallende heuvel in het noordoosten van het plangebied. Rondom de heuvel zijn de restanten van een stervormig padenpatroon te vinden, waarbij de heuveltop het knooppunt vormt. Het gebied ten noorden van de Soerenseweg is voor een belangrijk deel openbaar toegankelijk bosgebied, bestaande uit gevarieerd bos, met daarbinnen een brede variatie aan jonge en oudere padenstructuren. Langs de noordflank (Amersfoortseweg) liggen enkele niet openbaar toegankelijke terreinen: het drinkwaterwinningsgebied met pompstation (omvattende het gehele gebied tussen Amersfoortseweg, Pijnboomlaan en Wildernislaan), het recreatieterrein van familiepretpark Koningin Julianatoren en het terrein van het forse kantoorpand Amersfoortseweg 37 (het voormalige instellingsgebouw Nieuw-Veldzicht). Voorts bevinden zich in het gebied nog een klein afgesloten terrein van Nuon en een groot parkeerterrein aan de J.C. Wilslaan, ten behoeve van de Julianatoren. Julianatoren en parkeerterrein vallen formeel buiten het bestemmingsplangebied. Langs de Soerenseweg bevinden zich binnen het gebied een horecagelegenheid (visrestaurant Lido) en een woning, alsmede de blokhut van de Scoutinggroep Berg en Bos. Deze gebouwen liggen op het terrein van het voormalige Sanatorium Berg en Bosch. De belangrijkste infrastructuur dienen zich deels als bomenlanen aan: de Amersfoortseweg heeft een laanbeplanting (beuk), die bij het pompstation en de Julianatoren wordt onderbroken. Het westelijke deel van de weg ligt verdiept. De J.C. Wilslaan heeft een deels enkelvoudige, deels dubbele laanbeplanting (beuk) in los verband, met brede bermen. De Soerenseweg oogt als een bomenlaan, maar de “laanbeplanting” (beuk) heeft eerder het karakter van bosranden. Het gehele gebied ligt op de oostelijke uitlopers van de Veluwse stuwwal. Daardoor kent het terrein forse hoogteverschillen. De hoofdentree van het Natuurpark met de daarachter gelegen Jubileumlaan, en in het verlengde daarvan de Lange Kruisweg, liggen in een langgerekt droogdal. Een andere kenmerkende, natuurlijke laagte in het terrein is het Haasberger Ravijn. De Valkenberg en de Suikerberg zijn opvallende natuurlijke hoogtes in het plangebied, die als uitzichtpunten zijn benut. Ook de Bisschopshoed is van nature een hogere plek, maar wordt niet als zodanig beleefd. De lagere ligging van de Leemkuil, de Bosvijver en de Sprengvallei is onder invloed van menselijke activiteiten ontstaan.
afb. 8 en afb. 9 De Amersfoortseweg in oostelijke richting (links) en de J.C. Wilslaan in noordelijke richting (rechts), foto’s november 2011.
afb. 10 en afb. 11 Links het parkeerterrein van de Julianatoren aan de J.C. Wilslaan, rechts de Pijnboomlaan in zuidelijke richting, foto’s november 2011.
afb. 12 en afb. 13 Links de entree van Nieuw Veldzicht, Amersfoortseweg 37, rechts de Soerenseweg in westelijke richting, foto’s november 2011.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 9
afb. 14 en afb. 15 De Amersfoortseweg in oostelijke richting, november 2011.
afb. 16 en afb. 17 Boven: de Soerenseweg, oostelijk van de J.C. Wilslaan. Beneden: grote solitair, restant van de villa- en instellingstuinen van villa en sanatorium Berg en Bosch, november 2011
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 10
2.3
De ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied
NB: Deze tekst is voor een belangrijk deel afkomstig uit het rapport Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos te Apeldoorn, 2006. Waar nodig zijn aanvullingen gedaan met betrekking tot het gebied tussen de Amersfoortseweg en de Soerenseweg. Deze zijn cursief gedrukt. Per tijdslaag is aangegeven welke relicten in het gebied resteren.
2.3.1
Woeste grond (periode tot circa 1845)
Prehistorie en Romeinse Tijd De eerste bewoning van de Veluwe vond plaats in de Midden-Steentijd (8800-4900 voor Chr.). De bevolking bestond voornamelijk uit rondtrekkende jagers. Permanente nederzettingen werden gevormd vanaf de Nieuwe Steentijd (4900-2000 voor Chr.). Deze bewoners hadden het gebruik hun overledenen in hoge grafheuvels te begraven. Ook gedurende de Bronstijd (2000-800 voor Chr.) en de IJzertijd (800-12 voor Chr.) werden grafheuvels opgeworpen. De overledenen werden in die tijd echter eerst gecremeerd en daarna bijgezet. De grafheuvels zijn dan ook lager. Gedurende de Romeinse Tijd (12 voor Chr. – 400 na Chr.) was er relatief weinig activiteit op de Veluwe en trok een groot deel van de bevolking weg. Middeleeuwen Een nieuwe periode van activiteit breekt aan en de Veluwe werd opnieuw intensiever bewoond. Als gevolg van menselijke bewoning en daaraan verbonden schapenteelt, kleinschalige ontginning voor bouwland en oogst van brandhout raakte de Veluwe geleidelijk ontbost. De belangrijkste oorzaak van de ontbossing was vermoedelijk de omvangrijke lokale ijzerindustrie. Veel hout was nodig om te dienen als brandstof voor de ijzerovens, waarin klapperstenen werden omgesmolten tot ruw ijzer. De klapperstenen werden geoogst in zogenaamde ijzerkuilen, waar het ijzer als een soort ader in de grond werd gevonden. De kuilen
afb. 18 Relicten in het park Berg en Bos in de periode tot circa 1845 (“Woeste grond”). Het betreft het gebied ten zuiden van de Soerenseweg. Kaartje uit de Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos, 2006.
afb. 19 De Galgenberg tegen het einde van de17de eeuw.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 11
de
liggen daarom veelal als een reeks langs een lijn achter elkaar. Na het omsmelten resteerde onbruikbaar residu, de slakken. Na de ontbossing bestond het terrein in hoofdzaak uit woeste gronden. Het huidige plangebied werd “Orderveld” genoemd, als verwijzing naar de aanwezige heide. Het maakte deel uit van de Ordermark, de gemeenschappelijke gronden van de buurschap en Marke Orden. de
16 eeuw – midden 19 eeuw Het gebruik van de woeste heidegronden voor de kleinschalige landbouw en schapenteelt werd gecontinueerd. Het terrein werd doorsneden door slingerende zandwegen, waarvan de tracés door gebruik en verstuiving continue wijzigden. de Eind 17 eeuw werd paleis Het Loo gebouwd door stadhouder Willem III. De benodigde stenen werden vlakbij gebakken in veldbrandovens uit lokaal gewonnen leem. Een aantal ovens lag aan de (huidige) Asselsestraat, restanten hiervan zijn nog aanwezig evenals een uitgegraven leemkuil. Bij Paleis Het Loo werden siertuinen aangelegd met imposante waterwerken. Ten behoeve van de wateraanvoer en het opbouwen van druk werden kilometerslange, ondergrondse leidingen aangelegd vanaf verschillende sprengen in het Orderbos en nabij Hoog Soeren / Assel. Rond 1750 werd op een heuveltop nabij Het Loo een galg opgericht. De galg is volgens de overlevering nooit gebruikt. Desondanks stond deze heuvel, te midden van de heide, bekend onder de naam “Galgenberg”. In de het midden van de 19 eeuw werd de heuvel het middelpunt van de valkenjacht, georganiseerd door The Royal Loo Hawking Club. De naam van de heuvel wijzigde daardoor in “Valkenberg”. Al (tussen 1805 en 1832 was, met de Galgenberg als middelpunt, een stervormig stelsel van rechte wegen aangelegd. De onregelmatige ster strekte zich kilometers ver uit over de heide en had een directe verbinding met Paleis Het Loo (de huidige Valkenberglaan). De Royal Loo Hawking Club (onder wie koninklijke leden), was ook enthousiast van (het wedden op) paardenrennen. Op hun initiatief werden de in het midden van de 19 eeuw diverse renbanen op de Veluwse heide aangelegd, onder meer in het Orderveld ten westen van Apeldoorn, ter hoogte van de huidige westgrens van Park Berg en Bos. De liefhebberij hield echter niet lang stand waardoor de banen na korte tijd in vergetelheid raakten en verdwenen.
afb. 20 Situatie rond 1830, volgens kadastrale minuut. Illustratie uit Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos, 2006.
afb. 21 Detail kadastrale minuut 1832, tussen Amersfoortseweg en Soerenseweg (bron: Watwaswaar.nl).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 12
de
In het begin van de 19 eeuw (1808) liet Koning Lodewijk Napoleon, de zogenaamde Grande Route aanleggen, de straatweg van Amersfoort over Het Loo en Apeldoorn naar Deventer. Het was de eerste verharde straatweg in ons land.
Relicten in het terrein van Park Berg en Bos, zuidelijk van de Soerenseweg Grafheuvels; IJzerkuilen; Leemkuil met restanten van veldovens; Radiaal wegenpatroon vanuit de Valkenberg; Gedeeltelijk herkenbaar tracé waterleiding Het Loo; Noordelijk van de Soerenseweg Grafheuvels; In wijzigende vorm het tracé van de Soerenseweg; De Amersfoortseweg, onderdeel van de Grande Route uit 1808; Hardstenen hectometerpaaltje langs de Amersfoortseweg, nabij nr.37;
afb. 22 Het bestemmingsplangebied in Archis, de landelijke archeologische database (met gele en blauwe punten als vondstmeldingen, rode vlakken als archeologische monumenten en in paars gebieden waar een archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden) In de landelijke archeologische database staan vondstmeldingen, waarnemingen, onderzoeken en archeologische monumenten die bekend zijn. Binnen het bestemmingsplangebied bevinden zich 1 vondstmelding en 20 waarnemingen, zijn 4 onderzoeken uitgevoerd en liggen 2 archeologische monumenten die rijksbeschermd zijn. Het betreffen de bekende grafheuvels en ijzerwinlocaties, 2 grafheuvels zijn daarbij rijksbeschermd. Maar ook de leemkuil en baksteenovens staan in de landelijke database. De vondstmelding en één van de onderzoeksmeldingen betreft de archeologisch begeleiding van de berging van de WOII vliegtuigwrakrestanten ‘the little guy’, een amerikaanse B17, die in november 1944 in de kanovijver van het Kristalbad is neergestort. De waterleiding van Paleis het Loo zijn in de landelijke database (nog) niet opgenomen (bron: gemeente Apeldoorn).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 13
2.3.2
Ontginning, bebossing en begin van de villabouw (ca.1845-1917)
1843-1880: Eerste bosaanplant Met de invoering van nieuwe landbouwmethoden (introductie kunstmest), de sterke groei van het dorp Apeldoorn en het ontstaan van andere exploitatiemogelijkheden voor de woeste gronden (bosbouw) gingen de geërfden van de Ordermark in de jaren 1840-1860 over tot verkoop van hun gronden. Ook andere markegronden werden verdeeld en deze gebieden kwamen veelal in handen van vermogende particulieren zodat er verspreid binnen de gemeente Apeldoorn diverse grote landgoederen ontstonden.
In 1843 kocht W.J.H. de Heus, de eigenaar van de Apeldoornse koperpletterij De Vlijt, zich in als geërfde van de Ordermark. In 1845 kocht hij circa 200 hectare grond van de Ordermark, waarbij zijn positie als geërfde de grondaankoop aanzienlijk vergemakkelijkte. Later dat jaar en in de jaren 1873, 1878 en 1879 wist hij zijn bezit te vergroten tot ruim 331 hectare.
Ook de particulieren G.J.G. de Vidal de Saint Germain en notaris W. Walter verwierven veel grond van de Ordermark. Het bezit van Vidal lag langs de Asselsestraat, dat van Walter nabij de Amersfoortseweg. Dit gebied staat nog steeds te boek als het “Waltersbergje”.
Het bezit van Walter strekte zich uit vanaf de kruising van de Jachtlaan / Soerenseweg tot ver ten noorden van de Amersfoortseweg. In het westen sloot het gebied aan op het Kroondomein. Op een hoge heuvel (het Waltersbergje) in het heidelandschap, een paar honderd meter ten zuiden van de huidige Julianatoren, werd door de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer een houten prieel opgericht, met daarin een oriëntatietafel. Het terrein, waarin het Waltersbergje lag, is in 1892 verkocht aan de maatschappij die hier de drinkwatervoorziening zou aanleggen.
afb. 23 Het landschap met jonge aanplant vanaf de Waltersberg rond 1900-1915 (coll. CODA GA-000534)
afb. 24 De Amersfoortseweg rond 1900 (coll. CODA P-003740).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 14
De nieuwe grondeigenaren startten de ontginning van de heide door grootschalige bosaanplant. Er werden hoofdzakelijk naaldhoutsoorten aangeplant voor de productie van rondhout, te gebruiken in de mijnbouw van Zuid-Limburg. Voor de exploitatie bouwden zijn enkele (boswachters)woningen. Een rationeel stelstel van wegen en paden verzorgde de ontsluiting van de bossen, waarbij een deel aangeplant werd als laan mede vanwege de daaraan toegedachte brandwerende eigenschap.
Bij de boswachterswoning net ten noorden van de Soerenseweg werden enkele rechte lanen aangelegd, waardoor het gebouw vanaf de Soerenseweg een voorname entree kreeg. Rond 1880 werd in de boswachterswoning het Koffiehuis Berg en Bosch gevestigd. Op deze locatie zou later de villa “Berg en Bosch” worden gebouwd (later gesloopt).
Rond 1880 was vooral het oostelijke deel van het plangebied ontgonnen en bebost, hoe verder naar het westen, hoe meer stukken heiden nog resteerden.
1880-1887: Grondspeculatie De gunstige ligging op de (gezonde) Veluwe, de aanwezigheid van Het Loo en de zich verder uitbreidende en verbeterende infrastructuur (aanleg spoorwegen) bezorgde het dorp Apeldoorn grote aantrekkingskracht als woonplaats voor welgestelden. Particuliere grondeigenaren traden op als projectontwikkelaar door hun landgoederen (gedeeltelijk) om te vormen tot villapark. Zo ontstond bijvoorbeeld villawijk De Parken op de terreinen van de landgoederen De Pasch en Marialust.
afb. 25 Het Waltersbergje omstreeks 1900-1905. Door de lage beplanting rondom is het bergje dan nog steeds een markant punt in het landschap (ansichtkaart part.coll.).
Door een grote brand ging in mei 1880 een grote oppervlakte bos ten westen van Apeldoorn verloren. Wegspringende vonken van een trein, ter hoogte van Assel, zouden de oorzaak zijn. Verschillende grondeigenaren verloren hierdoor hun animo voor verdere ontwikkeling van hun bezit en gingen over tot verkoop. De Heus verkocht zijn bezit in die tijd aan E.V. Visser, een speculant uit Heerde. Een half jaar later verkocht Visser het geheel voor aanzienlijk meer geld aan een groep beleggers, die in 1882 bij notariële akte de “Maatschappij onder de benaming Berg en Bosch” oprichtten, met het “het exploiteren en zoo nodig verkoopen van de afb. 26 Koffiehuis Berg en Bosch rond 1880. Afbeelding uit Hageman, 1998.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 15
onroerende goederen”, waarmee geduid zal zijn op de ontwikkeling van villa-bouw. Spoedig hierna werd dan ook architect J.C. van Wijk uit Rotterdam toegevoegd aan de beleggersgroep, waarbij hij fungeerde als adviseur. De eventuele plannen van de maatschap kwamen echter niet tot uitvoering. 1887-1906: Het Wilssche Bosch en ontwikkelingen langs de Amersfoortseweg De maatschappij Berg en Bosch verkocht haar terrein in 1887 aan de Antwerpse koopman en houthandelaar Johannes Cornelis Wils, die zich vermoedelijk al eerder in de maatschap had ingekocht. Wils breidde zijn bezit als spoedig uit, onder meer met de gronden die voorheen in bezit waren van notaris W. Walter (nabij de Amersfoortseweg) en G.J.G. de Vidal de Saint Germain. Uiteindelijk bezat hij ten westen van Apeldoorn circa 560 hectare grond, begrensd door de Amersfoortseweg in het noorden (met uitzondering van het waterleidinggebied), de Jachtlaan in het oosten, de Asselsestraat in het zuiden en de grens van het Kroondomein in het westen.
In samenwerking met de door hem aangestelde hoofdboswachter Jan Verschuur ontwikkelde Wils een plan voor het herstel van het productiebos, dat immers deels verwoest was bij de brand in 1880. De rationele ontginningsstructuur, zoals ontstaan onder De Heus, Walter en De Vidal de Saint Germain, bleef gehandhaafd en werd uitgebreid.
Het zogenaamde “Wilssche Bosch” diende ook als particulier jachtterrein. Van het gemeentebestuur van Apeldoorn kreeg Wils het jachtrecht onder voorwaarde dat hij het terrein omrasterde. Aangezien de Apeldoornse bevolking hiertegen protesteerde, omdat hiermee een doorgang in noordwestelijke richting werd geblokkeerd, stelde Wils het “Publieke Pad” open. Dit liep vanaf de Schuttersweg langs de Valkenberg tot aan de Soerenseweg ter hoogte van het Koffiehuis “Berg en Bosch” dat inmiddels in de voormalige boswachterswoning was gevestigd.
Het koffiehuis werd vanaf 1888, toen het in bezit was gekomen van Wils, tijdelijk door zijn gezin bewoond. In 1894-1895 werd het pand gesloopt toen vlakbij de nieuwe villa “Berg en Bosch”, werd voltooid. Het pand diende als villa voor de familie Wils.
afb. 27 Loopark omstreeks 1900-1910, ansichtkaart. Zie bladzijde 17.
afb. 28 Topografische Militaire Kaart, circa 1905, met daarin getekend de begrenzing van het Wilssche Bosch (illustratie uit rapport SB4, p. 11).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 16
Tussen 1894 en 1906 werden in opdracht van Wils langs de Soerenseweg nog vier grote villa’s gebouwd. Zij kregen de namen “Diana”, “Bella Sita”, “Dennehorst” (thans Klein Boswijck) en “Belle Vue” (later “Hotel Nieland” en thans “Hotel Apeldoorn”). Daarmee speelde hij in op de tendens villa’s te bouwen in een parkachtige setting, zoals reeds op grotere schaal gebeurde in De Parken.
Begin jaren ’90 van de 19 eeuw werden in Apeldoorn plannen ontwikkeld voor de aanleg van een moderne drinkwatervoorziening. Resultaat was onder meer het waterwingebied met pompstation aan de Amersfoortseweg. Het station voorzag een groot deel van Apeldoorn en Hoog Soeren van schoon drinkwater. Een en ander hield verband met de toenemende betekenis van Apeldoorn en omgeving als zeer gewilde vestigingsplek voor welgestelden en in hun kielzog ook vele middenstanders en arbeiders. Het dorp groeide snel en men probeerde de aantrekkingskracht te vergroten door het realiseren van allerlei moderne voorzieningen (verbetering infrastructuur, nutsvoorzieningen, een modern winkelapparaat, etc.etc.). In 1893 werd het pompstation aan de Amersfoortseweg gerealiseerd door “Waterleiding Apeldoorn”. Hierbij was ingenieur H.P.N. Halbertsma betrokken. De oorspronkelijke concessionarissen waren Th.A. van den Broek en G.W. van Barneveld Kooy jr. te Amsterdam. De voorziening werd overgedragen aan de Utrechtse Waterleiding Maatschappij (“Compagnie des eaux d’Utrecht”), die gevestigd was in Luik (informatie van twee stichtingsplaquettes, thans bewaard in het gebouw Amersfoortseweg 31). Op 28 maart 1894 werd het waterleidingnet in gebruik genomen. Enige dagen later, op 1 april, zijn de eerste driehonderd woningen op het gemeentelijke waterleidingnet aangesloten. In de beginperiode werd er nog maar spaarzaam van de nieuwe voorziening gebruik gemaakt. Vele Apeldoorners betrokken hun water nog steeds uit de eigen putten en pompen.
de
afb. 29 Wandelkaart uit 1901 van het gebied ten zuidwesten van Het Loo, waaronder ook de omgeving van de Amersfoortseweg, het pompstation en villa Berg en Bosch (coll. CODA P002431).
afb. 30 De oprijlaan naar de villa Berg en Bosch in 1900, toen het huis nog werd bewoond door de familie Wils (coll. CODA P-002306).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 17
Op het terrein aan de Amersfoortseweg verrees in 1893 een complex gebouwen, waarvan door latere moderniseringen en vernieuwingen weinig de meer resteert. Het enige 19 -eeuwse gebouw is het torentje op de terreinstrook direct langs de Amersfoortseweg. De oorspronkelijke bestemming van het gebouwtje is niet helemaal duidelijk, maar zeer waarschijnlijk stond er de drukwindketel in opgesteld. Dit “drukvat” of “hydrofoor” was bestemd om drukschommelingen in het waterleidingnet op te vangen. Het betreft een kleine ronde toren, die in neorenaissancestijl werd uitgevoerd. In de jaren ’50 is het interieur gewijzigd en werd het een soort zit- of vergadergelegenheid. Het gebouw is gesitueerd op de noordelijke strook van het huidige NUON-terrein. Nabij het torentje bevinden zich enkele jongere (verbouwde) gebouwen van het complex (een pompstation en een ontzuringsinstallatie), merendeels uit 1955-1956, door ste architect J.H.J. Kording. het derde kwart van de 20 eeuw.
1907-1917: Ontwikkeling villapark “’t Loo” Met de opbloei van de economie in de periode 1898-1914 groeide de groep van welgestelde middenstanders en burgers. Mede als gevolg van hun (enigszins beperkte) financiële mogelijkheden ging hun voorkeur uit naar kleinere villa’s op beperktere kavels. Zij vestigden zich in eerste instantie in de nieuw gebouwde villawijken aan de rand van de grote steden, maar de vraag naar dit soort bouwkavels deed de prijzen daar snel stijgen en aangezien de te betalen belastingen in de landelijke gemeenten lager lag, week men hiernaar toe uit. In dergelijke gebieden kon ook geprofiteerd worden van reeds aanwezig “natuurschoon”. Ook Apeldoorn was hiervoor in zwang. De groei van het dorp uitte zich ook in de komst van steeds meer voorzieningen en dienstverlening, waardoor er veel werkgelegenheid was, ook voor het middenkader. Zij vonden er werk in de vele onderwijsvoorzieningen, de ziekenhuizen, als uitbaters van luxe winkels, etc.
Na het overlijden van J.C. Wils in 1906 werd het landgoed ondergebracht in de vennootschap “De Erven Wils”. In het verlengde van de reeds in gang gezette villabouw aan de Soerenseweg verkocht zij grond in de noordoosthoek van het landgoed (tussen de Amersfoortseweg en Soerenseweg) voor de bouw van villa’s. Dit betekende het begin van “Villapark ’t Loo”, waar met name de Apeldoornse architecten c.q.
afb. 31 en afb. 32 Pompstation aan de Amersfoortseweg, november 2011.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 18
aannemers Chris en Gerrit Wegerif en J.A. Heuvelink opmerkelijke panden bouwden. Ter ontsluiting van de kavels werden door de projectontwikkelaars enkele verharde wegen aangelegd: Eerste en Tweede Beukenlaan, Dennenlaan en Vonderlaan. Deze wegen werden vervolgens in eigendom en onderhoud overgedragen aan de gemeente Apeldoorn. Dit gebiedsdeel valt niet binnen het bestemmingsplangebied. In 1908 werd een groot kavel aan de Amersfoortseweg verkocht aan Vereeniging tot Steun van Verwaarloosden en Gevallenen te Amsterdam, ten behoeve van de bouw van een tehuis voor oudere meisjes, naar ontwerp van de destijds bekende architect K.P.C. de Bazel. Het complex kreeg de naam “Nieuw Veldzicht”. Enige jaren zou deze vereniging een tweede tehuis realiseren: Boszicht aan de Boslaan. In 1942 veranderde de bestemming naar opvanghuis voor jongens in de leeftijd van 13 tot 21 jaar. Het pand is in de loop der tijd diverse malen gerenoveerd. De laatste renovatie vond plaats in 2001, toen het pand de functie ging vervullen als regiokantoor van de Stichting LSG Rentray, tevens de laatste gebruiker. Nieuw Veldzicht is een karakteristiek voorbeeld van de de vele instellingen op het gebied van gezondheidszorg en liefdadigheid, die vooral in het ste eerste kwart van de 20 eeuw in Apeldoorn en omgeving gevestigd werden. De bosrijke omgeving, de rust en de frisse lucht leenden zich uitstekend voor de vestiging van vele filantropische en aanverwante tehuizen. De ligging van Nieuw Veldzicht, in het bosrijke gebied ten noordwesten van Apeldoorn, is karakteristiek voor de vestigingsgeschiedenis van de vele instellingen en inrichtingen.
Een andere nieuwe ontwikkeling was de bouw, in 1910, van de uitspanning de Julianatoren aan de Amersfoortseweg. De historische uitkijktoren, een ontwerp van de Apeldoornse architect A. van Driesum, bestaat nog steeds. Aan de voet van de toren liggen een doolhof en een onderaardsegrot, beide laatste uit 1927. Deze onderdelen zijn beschermd als rijksmonument. De uitspanning groeide uit tot het bekende familiepretpark “Koningin Julianatoren”. Een tweede uitspanning, “Berg en Dal’ lag naast de Julianatoren. Deze uitspanning is geheel verdwenen.
afb. 33 Chromotopografische kaart van circa 1906. De villabouw zuidelijk van de Amersfoortseweg is in gang gezet. Langs de Soerenseweg liggen onder andere Berg en Bosch, Diana en Bella Sita (bron: Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos, 2006).
afb. 34 Nieuw Veldzicht kort na de oplevering in 1910. Ansichtkaart afkomstig van website parkenbuurt.nl.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 19
Relicten in het terrein van Park Berg en Bos, zuidelijk van de Soerenseweg Rationele verkavelingstructuur; (boswachters)Woning Asselsestraat 328; Noordelijk van de Soerenseweg Rationele verkavelingstructuur; Restanten bomenlanen van villa Berg en Bosch; Waterpompstation Amersfoortseweg; Koningin Julianatoren (Belvedère) (valt buiten bestemmingsplangebied); Nieuw-Veldzicht, groot instellingsgebouw naar ontwerp van K.P.C. de Bazel;
afb. 35 Meisjes aan de was in Nieuw Veldzicht, 1931 (coll. CODA GA-000527).
afb. 36 De destijds nog “Prinses” Julianatoren aan de Amersfoortseweg rond 1945-1950 (coll. CODA P-004063)
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 20
2.3.3
Uitbreiding van Apeldoorn (ca.1917-1932)
In 1917 overleed Louise Wils, de weduwe van J.C. Wils. Het landgoed met een oppervlakte van 525 hectare werd voor Fl.550.000,-- verkocht aan de gemeente Apeldoorn. De gemeente zag in het terrein een aantrekkelijke locatie voor uitbreiding van de bebouwing. En alleen door het gebied zelf te bezitten en te exploiteren kon zij de hoeveelheid, de situering en het karakter van de bebouwing goed in de hand houden en daarmee ook het aanwezige natuurschoon behouden en vrije wandeling garanderen. Aangezien de toenmalige burgemeester Willem Roosmale Nepveu nauw betrokken was bij de aankoop en de verdere exploitatie, werd het gebied ook wel bekend als “Het bosch van de burgemeester”.
Landschapsarchitect K.C. van Nes, woonachtig in Apeldoorn, werd in 1917 door de gemeente ingeschakeld voor het opstellen van een exploitatie- en verkavelingsplan voor het gehele gebied. Het plan dat hij in 1919 aan de gemeenteraad presenteerde was een compleet stedenbouwkundig plan waarin ook stedelijke voorzieningen als scholen, kerken, ziekenhuis, hulppostkantoor, politiegebouw, plantsoenen, een begraafplaats en sportterreinen waren opgenomen.
Van Nes was volgens zijn toelichting aan de gemeenteraad na een grondige verkenning en inmeting van het terrein tot de volgende uitgangspunten voor zijn plan gekomen: - Schoonheid van terrein benutten, glooiingen volgen, bijzonder waardevolle / schilderachtige plekken bewaren. - Natuurkarakter laten overheersen, door waardevolle groengebieden te behouden en groenstroken tussen de kavels te projecteren. - Meer afwisseling brengen in houtopstand (meer loofgewas). - Wegenloop de terreingesteldheid laten volgen, gelijkmatige verdeling en ontsluiting.’ - Rekening houden met drie bevolkingsgroepen en daaruit voortkomend verschil in kavelgrootte. - Stedelijke voorzieningen inpassen en als accentpunten gebruiken. Deze punten zijn in het plan, dat zoekt naar een middenweg tussen intensieve bebouwing enerzijds en het handhaven van het
afb. 37 Villapark ’t Loo rond 1905-1910, dan nog overwegend een bosgebied (afb. uit Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos, 2006).
afb. 38 Werklieden op het terrein Berg en Bosch (foto uit Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos, 2006).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 21
afb. 39 Hoofdwegen (in rood) uit het plan Van Nes (illustratie uit de Cultuurhistorische waardering, 2006.
afb. 40 Exploitatieplan voor Berg en Bosch, K.C. van Nes, 1919. Ook het gebied ten noorden van de Soerenseweg is deels voor villabouw bestemd. Het stratenplan is deels gebaseerd op de oudere, onderliggende structuur (afbeelding overgenomen uit de Cultuurhistorische waardering, 2006).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 22
gebied als natuurterrein anderzijds, goed terug te vinden. Er is sprake van een gelijkmatig verdeeld wegenpatroon met een verdichting vanuit het noordoosten naar het zuidwesten, in samenhang met de grootte van de aangrenzende bouwkavels. De wegen waren deels gebaseerd op reeds bestaande bospaden en lanen, deels zijn ze nieuw ontworpen. De hoofdontsluiting van het gebied vond plaats via een nieuwe, ruim opgezette verbindingsweg tussen de Amersfoortseweg en de Jachtlaan: de J.C. Wilslaan. Deze loopt lui slingerend van noordwest naar zuidoost door het plangebied. In het plan werden diverse publieke natuurterreinen aangewezen, die in het bezit zouden blijven van de gemeente. Hoewel het plan, na goedkeuring door Gedeputeerde Staten in 1921, werd opgenomen in het eerste uitbreidingsplan voor Apeldoorn uit 1923, ontbrak het de gemeente aan financiële middelen om het plan geheel uit te voeren. Hoewel voor het gehele terrein het ‘raamwerk’ van hoofdwegen werd aangelegd, kreeg uiteindelijk alleen de 129 hectare ten noorden van de J.C. Wilslaan een invulling met villa’s, scholen en de Gemeentelijke Theetuin. Het circa 267 hectare omrasterde terrein ten zuiden van deze weg zou voorlopig alleen dienen als gemeentelijk wandelgebied. Het werd “Natuurpark Berg en Bos” genoemd, hoewel het terrein vooralsnog gereserveerd bleef voor toekomstige bebouwing. -
De grote villa Berg en Bosch, die in 1895 was gebouwd in opdracht van J.C. Wils, werd in 1919-1920 het middelpunt van het grote R.K. sanatorium Berg en Bosch. Het huis en 10 hectare grond werd door de stichting Herwonnen Levenskracht, een katholieke organisatie tot bestrijding van tuberculose gehuurd van de gemeente Apeldoorn, die de grond in 1917 had verworven.
In korte tijd verrees in het bos ten noorden van de Soerenseweg een groot aantal merendeels houten paviljoens (vaak voormalige militaire barakken), een hoofdgebouw, een houten kerkzaal, een openluchtschool en vele éénpersoons houten huisjes, die als onderkomen dienden voor “zelfstandig” inwonende patiënten. Het sanatorium stond onder leiding van directeur Bronkhorst en was een initiatief van de organisatie “Herwonnen Levenskracht”. De verpleging werd uitgevoerd door een groot aantal
afb. 41 Topografische kaart circa 1931. Het Park Berg en Bosch krijgt vorm. Noordelijk van de Soerenseweg is het Sanatorium Berg en Bosch zichtbaar (pijl), Kaartje uit Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos, 2006).
afb. 42 De voormalige villa Berg en Bosch, oorspronkelijk bewoond door J.C. Wils, vanaf 1920 de woning van de Geneesheer-directeur van Berg en Bosch. Later is de villa verbouwd tot Jeugdherberg (coll. CODA GA-011124).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 23
zusters Dominicanessen uit Voorschoten. Een lang leven was het sanatorium in Apeldoorn niet beschoren. In 1933 verhuisde de inrichting naar Bilthoven. Vanaf 1934 tot 1945 zijn alle gebouwen gesloopt, uitgezonderd de villa en een woonhuis aan de Soerenseweg (het huidige restaurant Lido). Thans herinnert bijna niets meer aan deze bijzondere periode, uitgezonderd restanten van de vroegere tuinaanleg (bomenlaantjes, solitairen, open plekken), herkenbaar in het bos, de entree aan de Soerenseweg en de tot restaurant verbouwde woning. Relicten in het terrein van Park Berg en Bos, zuidelijk van de Soerenseweg Hoofdwegenstructuur; Sportterrein met voetbalveld, tribune en kleedlokaal; Noordelijk van de Soerenseweg Hoofdwegenstructuur; Restanten Sanatorium Berg en Bosch (aanleg, entree, gebouw); Koningin Julianatoren, enkele relicten op het terrein: grot, doolhof; afb. 44 Groepsfoto van de zusters Dominicanessen uit Voorschoten, die verbonden waren aan het Sanatorium Berg en Bosch (coll. CODA GA-008395).
afb. 43 Luchtfoto van het Sanatorium Berg en Bosch, rond 1930 ( coll. CODA GA-011102). In geel de Soerenseweg. In de cirkel de vroegere villa Berg en Bosch. In het beplantingspatroon tekenen zich de bomenlaantjes af.
afb. 45 Het hoofdgebouw van het sanatorium rond 1925 (coll. CODA GA-008353.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 24
afb. 46 en afb. 47 Openluchtschool op het sanatoriumterrein (coll. CODA GA011133) en rechts Patiëntenpaviljoen Maria, circa 1925 (coll. CODA GA-008355). afb. 52 Plattegrond van het Sanatorium Berg en Bosch
afb. 48 en afb. 49 Links groep economiegebouwen op het sanatoriumterrein, circa 1925 (coll. CODA GA-008364), rechts de entree aan de Soerenseweg (coll. CODA GA-008351).
afb. 50 en afb. 51 Restanten van de entree tot het vroegere Sanatorium Berg en Bosch aan de Soerenseweg, november 2011.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.
Hoofdgebouw St. Theresia-paviljoen (kinderen) Maria-paviljoen (vrouwen) St. Antonius-paviljoen (mannen) St. Jozefpaviljoen (mannen) Keuken met eetzalen Linnenkamer Magazijn en werkplaatsen Badhuis en desinfectie-afdeling Washuis Kapel en ontspanningszaal Garage Zusterhuis Bijbouw Zusterhuis en gastenverblijf Dienstbodenhuis Barak voor besmettelijke ziekten Machinekamer Kolenloods Woning machinist Woning geneesheer-directeur Woning fitter-stoker Woning administrateur Schoolgebouw Werkplaats voor vrouwelijke patiënten Werkplaats voor mannelijke patiënten Bloemen- en plantenkas
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 25
afb. 53 en afb. 54 Boven: de garage van het Sanatorium, foto via Oud-apeldoorn.nl. Beneden: het huidige restaurant Lido (Soerenseweg 220) is het laatste restant van de instellingsbebouwing; foto november 2011.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 26
2.3.4
Projecten in de crisisjaren (ca.1932-1940)
In de crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog heerste grote werkloosheid. De gemeente Apeldoorn hanteerde als uitgangspunt voor het ondersteunen van werklozen dat zij werk verrichtten in de werkverschaffing. Zodoende konden kostbare, arbeidsintensieve projecten van maatschappelijk nut worden uitgevoerd tegen betrekkelijk lage kosten. Van rijkswege werden dergelijke projecten gesubsidieerd, op voorwaarde dat zij niet winstgevend zouden zijn.
Door het aflopen van een aantal werkverschaffingsprojecten in Apeldoorn ontstond eind 1931-begin 1932 de noodzaak van het opstarten van een nieuw groot project. In januari 1932 werden de eerste gedachten geformuleerd voor het graven van een vijver in Natuurpark Berg en Bos. Het voor stadsuitbreiding bestemde gebied functioneerde als gemeentelijk wandelgebied, maar werd slechts matig bezocht.
Zo kreeg in de jaren 1932-1933 de nieuwe aanleg van het Park Berg en Bos gestalte, uiteindelijk vergezeld van een beplantingsplan van de firma H. Copijn, die hiervoor in oktober 1933 de opdracht kreeg.
In januari 1932 nam de Directeur van Gemeentewerken in zijn rapport aan B&W reeds de aanbeveling op om tussen de te graven grote vijver en de kop van de Badhuisspreng bij de Jachtlaan een zweminrichting in het plan op te nemen. In 1934 kreeg de firma H. Copijn uit Groenekan de opdracht voor het ontwerp van het Boschbadterrein. Het “Boschbad” (vanaf 1958 “Kristalbad”) opende in mei 1935 haar deuren.
In 1936 werd het initiatief genomen voor de aanleg van de “Veluwsche Plantentuin” in een gedeelte van het Natuurpark Berg en Bos (terrein van de Leemkuil).
Noordelijk van de Soerenseweg veranderde er in deze periode, afgezien van de aanleg van het noordelijke deel van de J.C. Wilslaan, niet zo veel.
afb. 55 Ontwerp-/situatietekening van de vijver in park Berg en Bosch, 1933 (origineel in archief Gemeentediensten, inv.nr.262, nr. H-1771-2, foto coll. CODA GA 019615).
afb. 56 Presentatietekening Boschbad Berg en Bosch, 1934 (coll. CODA GA-008454).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 27
Relicten in het terrein van Park Berg en Bos, zuidelijk van de Soerenseweg Bosvijver; Sprengvallei; Boschbad; (restanten van de) Geldersche Plantentuin; Diverse kleine artefacten (brug Grindberglaan, tunnel met pergola, Stenen Bank, monument burgemeester Roosmale Nepveu); Noordelijk van de Soerenseweg Geen;
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 28
2.3.5
Naoorlogse ontwikkelingen (periode vanaf ca.1940 tot heden)
Natuurpark Berg en Bos werd vanaf het begin gebruikt voor uiteenlopende festiviteiten en activiteiten, waarvan de Nationale Landbouwtentoonstelling in 1925 een van de eerste grootschalige evenementen was. Meestal hoefden voor deze evenementen geen blijvende wijzigingen te worden aangebracht, maar sommige activiteiten leidden tot veranderingen in de inrichting en de aankleding van het park.
Rond 1950 vonden in het entreegebied van het park veel bouwactiviteiten. Er verrezen onder meer een nieuwe entree met kleine ronde paviljoens en een houten theehuis, mede in het kader van het Apeldoorns Bloemenfestijn, dat in 1952 werd gehouden.
Het Boschbad wordt in de jaren ’50 gemoderniseerd en heet vanaf 1958 “Kristalbad”. Tegenwoordig is de oude naam weer in gebruik.
In 1959 werd door de bekende Apeldoornse burgemeester Mr. A.L. des Tombe de eerste steen gelegd van Jeugdherberg “De Grote Beer”, thans het Stayokay-hostel, Asselsestraat 330. De toenmalige jeugdherberg werd “gebouwd door de jeugd voor de jeugd“. Het was de Nederlandse Jeugdherberg Centrale (NJHC) in Amsterdam die de opdracht had gegeven. De Arnhemse architect W. van Leeuwen leverde het ontwerp. Het complex is– zoals architect Van Leeuwen omschrijft – “voor een zo groot mogelijk gedeelte tot stand […] gebracht uit EXAMENSTUKKEN van de leerlingen van de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf en van zoveel mogelijk leerlingen van andere leerlingstelsels in het bouwbedrijf “. De examenstukken op het gebied van schoonmetselwerk, timmermanswerk, schilderen enz. kwamen deels ter plekke en deels op de ambachts- en andere scholen in het hele land tot stand. Nog altijd is te zien hoe het complex onder meer wordt gekenmerkt door verschillende metselverbanden, siermetselwerk, vernuftig in elkaar gezette houten vakwerkconstructies enz. Dat er met zoveel mogelijk betrokkenen en onderwijsinstellingen werd samengewerkt vormt een heldere illustratie van het élan dat zo karakteristiek was voor het optimisme en de gemeenschapszin van de periode van de wederopbouw. Het gebouw is uitgevoerd in een voor de eerste decennia na de oorlog karakteristieke poëtisch-functionalistische trant.
afb. 57 Stay-ok aan de Asselsestraat, foto september 2008.
afb. 58 De Jeugdherberg rond 1970 (coll. CODA GA-008571)
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 29
Kenmerkend is het heldere rechte lijnenspel van de lage rechthoekige bouwdelen, die deels van schuine dakhellingen zijn voorzien en verlevendigd worden door markante accenten zoals siermetselwerk en houtbeschot. Het levendige karakter wordt versterkt door de deels schuinsgewijze rangschikking van de verschillende bouwdelen. Mede door het toegepaste houtbeschot voegen de gebouwen zich hierdoor op een schilderachtige en harmonieuze wijze in de lommerrijke omgeving. Van Leeuwen ging bij dit alles uit van het paviljoensysteem. In 1975 werd het complex uitgebreid met enkele bouwdelen aan de kant van het binnenterrein en aan de westzijde van het hoofdgebouw. Hierbij is zoveel mogelijk voortgeborduurd op het bestaande karakter. In een recente periode is het complex aan de binnenzijde aangepast aan de eisen van een Stayokay-hostel.
In 1971 werd de Apenheul in het gebied gevestigd, in 1976 gevolgd door “Haps”, een project dat zich richt op de reconstructie van een prehistorische nederzetting.
Eveneens in 1971 werd de gemeentewerkplaats aan de Asselsestraat ingericht. Op het terrein verrezen houten werk- en bergschuren, die hier, in deels gewijzigde staat, nog steeds staan.
Opnieuw blijft het bosgebied ten noorden van de Soerenseweg vrijwel ongemoeid.
Wel zijn er allerlei activiteiten op de bestaande terreinen aan de Amersfoortseweg. Het pompstation breidde uit met nieuwe gebouwen en de bescheiden uitspanning de Julianatoren ontwikkelde zich tot een uitgebreider familiepretpark met allerlei attracties en grote parkeerterreinen aan de Amersfoortseweg en de J.C. Wilslaan. Tot aan de definitieve sloop van het Sanatoriumcomplex aan de Soerenseweg werden gedurende de jaren dertig en de oorlogsjaren verschillende gebouwen nog voor andere doeleinden gebruikt. In de villa werd jeugdherberg De Sprengen gevestigd (in 1959 kreeg de jeugdherberg een nieuw onderkomen in het bovengenoemde nieuwe gebouw aan de Asselsestraat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren in het complex evacués, leden van de voormalige Opbouwdienst en ook nationaalsocialistische jeugdgroepen en Duitse militairen in de gebouwen gehuisvest.
afb. 59 Bouw van de blokhut van de Scoutinggroep Berg & Bos, Soerenseweg 214, in 1950. Archief R.A.Boom, via Oud-Apeldoorn.nl
afb. 60 Blokhut Scouting, Soerenseweg 214 (foto november 2011).
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 30
In 1950 werd nog een plan ontworpen voor een vakantiecentrum rondom de oude villa. Wegens geldgebrek kwam dat niet tot uitvoering. Uiteindelijk is de oude villa in 1969 gesloopt. In 1950 bouwde de Scoutinggroep Berg & Bos op het terrein van het gesloopte Sanatorium Berg en Bosch een blokhut. De Berg en Bosgroep werd in 1945 opgericht met de naam “Rimboejagers”. Oorspronkelijk was de jongensgroep elders aan de Soerenseweg gehuisvest. In 1950 werd een nieuw onderkomen en een nieuwe locatie gezocht en gevonden. De bouw werd mede bekostigd door de ouders van de eigen leden.
Relicten in het terrein van Park Berg en Bos, zuidelijk van de Soerenseweg Rotstuin; Paviljoentje nabij Grindberglaanbrug Vijverterras met theehuis; Terras boven de stenen bank; Speelweide; Bosweide; Fonteinen en gondels Bosvijver; Apenheul; Haps; Vlindertuin, Pinetum en Bamboetuin; Piramide EON Jeugdherberg aan Asselsestraat; Gemeentewerkplaats Asselsestraat 328B(werk- en bergschuren, 1971);
afb. 61 Werkschuur Asselsestraat 328B (foto november 2011).
Noordelijk van de Soerenseweg Modernisering terrein waterpompstation met diverse gebouwen en aanleg; Bouw blokhut Scouting op terrein voormalig Sanatorium Berg en Bosch;
afb. 62 Topografische kaart circa 1966. Bron: watwaswaar.nl.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 31
transformatorgebouwtje, het theehuis, het pomp- en filtergebouw en de overdekte speelruimte);
3
WAARDENSTELLING
3.1
Cultuurhistorische waardestelling Park Berg en Bos, 2006
In 2006 is door SB4 een cultuurhistorische waardestelling opgesteld van het Park Berg en Bos. Het onderzoek betreft het gebied ten zuiden van de Soerenseweg en wordt aan de zuidzijde begrensd door de Asselsestraat. De oostgrens wordt gevormd door de bebouwingsrand van de woonwijk Berg en Bos. Hoofdstuk 4 van de analyse van SB4 beschrijft de betekenis en de waardering van onderdelen en elementen in het onderzoeksgebied die nu nog bestaan: De archeologische sites; Waterleiding Het Loo; Valkenberg met padenster; Het Plan – Van Nes; De Bosvijver en de Sprengvallei; Het Boschbad; De Geldersche Plantentuin; De Speelweide en de Bosweide; De Apenheul; Haps; De Thematuinen Tevens worden voor deze onderdelen, voor zover relevant, aanbevelingen gedaan voor behoud en versterking van de cultuurhistorische waarden. De cultuurhistorisch waardevolle aspecten zijn op de thans vervaardigde cultuurhistorische waardenkaart zichtbaar gemaakt. Verder zijn de betekenis en de waardering van de bouwwerken in Park Berg en Bos beschreven in hoofdstuk 5. Het gaat om de volgende objecten: Het entreecomplex van Park Berg en Bos (J.C. Wilslaan 19-21); De kiosk; Souvenirkiosk; De fotodisplay; De snackcounter; Het theehuis; De brug over de spreng, Grindberglaan; Het Kristalbadcomplex (bassins, entree- en kleedgebouw, pomp- en
Voor de uitgebreide waardering van objecten, onderdelen en het terrein als geheel, de argumentatie en de aanbevelingen wordt verwezen naar genoemde cultuurhistorische analyse (hoofdstukken 4 en 5). Inmiddels hebben zich ten aanzien van de in de analyse van 2006 gepresenteerde objecten enige ontwikkelingen voorgedaan: Het entreecomplex van Park Berg en Bos zal worden vernieuwd, waarbij de bestaande bebouwing niet zal worden gehandhaafd; Het theehuis, dat als monumentwaardig is gekwalificeerd, kan mogelijk gehandhaafd blijven; Het Boschbadcomplex is grotendeels beschermd als gemeentelijk monument;
3.2
Cultuurhistorische analyse Berg en Bos, noordelijk gedeelte + objecten
In de voorliggende cultuurhistorische analyse wordt ook het gebied ten noorden van de Soerenseweg voor het voetlicht gebracht. In paragraaf 3.3 wordt de betekenis en de waardering van de onderdelen, elementen en structuren, die nu nog in dit gebied bestaan, beschreven. In paragraaf 3.4 wordt ingegaan op de inventarisatie, selectie en waardering van de objecten in dit deelgebied. Ook de objecten in het gebied ten zuiden van de Soerenseweg, die niet onder de aandacht zijn gebracht in de analyse uit 2006 komen hierbij aan de orde. Het gaat om enkele gebouwen in de zuidoosthoek van het plangebied (Asselsestraat).
3.3
Betekenis en waardering van onderdelen, elementen en structuren die nu nog bestaan
Algemene waardering Het gebied heeft als onderdeel van het aangrenzende Berg en Bosgebied historische betekenis vanwege de verwante ontwikkelingsgeschiedenis. Zowel ten zuiden als ten noorden van de Soerenseweg komen archeologische vindplaatsen voor. Zichtbaar zijn de grafheuvels (met een datering tussen het Laat-Neolithicum en Bronstijd), de
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 32
ijzerkuilen (Vroege Middeleeuwen) en de Leemkuil (Nieuwe tijd B). Daarnaast kunnen in de ondergrond nog vindplaatsen voorkomen waar we vooralsnog geen weet van hebben. Het gebied heeft hiervoor, zowel op de archeologische beleidskaart uit 2006 als de kaart die in 2012 wordt opgesteld, een grotendeels middelhoge tot hoge archeologische verwachting gekregen. Ten noorden van de Soerenseweg zijn de Soerenseweg en de Amersfoortseweg oude structuren. Vervolgens is in de hoofdstructuur van het gebied en in restanten van de oude perceleringen de midden-19de-eeuwse ontginningsgeschiedenis van het gebied afleesbaar. Uit de periode van de ontwikkeling van het “Wilsche Bos” dateren de restanten van de aanleg (voornamelijk bomenlaantjes) rond de inmiddels verdwenen villa Berg en Bosch, oorspronkelijk de woonstede van de familie Wils, en voorts de ontwikkelingen langs de Amersfoortseweg. Hier verrezen voor de ontwikkeling van de Apeldoornse agglomeratie karakteristieke instellingen als het waterpompstation, uitspanningen en een tehuis. De terreinen, met historische bebouwing, zijn, hoewel in later tijd gemoderniseerd, nog grotendeels aanwezig. Het in 1919-1920 gestichte Sanatorium Berg en Bosch, bij de gelijknamige villa, liet vooral enige sporen van de oorspronkelijke aanleg na, alsmede fragmenten van de bebouwing. Uit latere perioden zijn geen wezenlijke historisch belangrijke structuren behouden gebleven. Deze historische gelaagdheid uit zich onder meer in de aanwezigheid van enkele interessante en cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke structuren en elementen. Deze zijn aangegeven op de cultuurhistorische waardenkaart. Samenvattend (uit Cultuurhistorische waardering van SB4, 2006): Het rapport van SB4 geeft een samenvatting van de waarden, die in feite ook van toepassing is op het deelgebied tussen Soerenseweg en Amersfoortseweg: Park Berg en Bos is van grote cultuurhistorische waarde vanwege de bijzonder rijke historische gelaagdheid en als ruimtelijke weerslag van een grote diversiteit aan gebruik, culturen, ontwikkelingen en opvattingen uit zeer uiteenlopende perioden. Binnen het gebied is een veelheid aan relicten aanwezig die hiervan getuigen. Het gebied is waardevol vanuit landschapsarchitectonisch en stedenbouwkundig oogpunt vanwege het duidelijke raamwerk (wegenpatroon) als resultante van het exploitatieplan van 1919 (en oudere ontwikkelingen), dat in principe voor een sterke binding zorgt met het stedelijke gebied van Apeldoorn en dat ruimte biedt aan het incorporeren
van uiteenlopende functies en deelgebieden. Door situering en omgrenzing vormen de aparte deelgebieden samen voor een barrière in de geleidelijke en harmonieuze overgang van het stedelijke gebied naar de westelijk gelegen bossen. Zichtbare tijdslagen In dit deelgebied zijn de volgende belangrijke historische tijdlagen nog zichtbaar / beleefbaar: Laat-Neolithicum en Bronstijd (grafheuvels); het prestedelijke wegenpatroon uit de periode voor de ontginning van het gebied; de de ontginningsgeschiedenis in de 19 eeuw; de uitbreiding van het dorp Apeldoorn (begin villabouw, instellingsbouw, uitspanningen, onderdelen Plan Van Nes); ► Cultuurhistorische elementen met een hoge waarde:
Grafheuvels ten westen van de J.C. Wilslaan; de Amersfoortseweg, onderdeel van de Grande Route uit de vroege 19 eeuw; De J.C. Wilslaan, dominante infrastructuur, onderdeel van het Plan – Van Nes; deels met deels dubbele laanbeplanting; Bomenlanen villa en sanatorium Berg en Bosch; Ontginningsstructuren in bos, Waltersbergje;
► Cultuurhistorische elementen / terreinen met enige waarde:
Terrein Waterpompstation, in oorspronkelijke opzet uit het einde van de de 19 eeuw, later gemoderniseerd en nieuw ingevuld. Karakteristieke ste bebouwing uit de aanlegtijd en de jaren ’50 van de 20 eeuw; op het terrein bevinden zich een gemeentelijk monument (torentje) en enkele objecten met een hoge waarde; de ste Overig bosgebied: wandelbos met padenstructuur uit de 19 en de 20 eeuw en restanten aanleg tuin sanatorium Berg en Bosch;
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 33
3.4
Archeologie
Voor de gehele gemeente Apeldoorn is in 2006 een archeologische beleidskaart vastgesteld. Deze kaart wordt momenteel geactualiseerd en zal medio 2012 vastgesteld worden. De gemeente is op de kaart van 2006 onderverdeeld in zones met een hoge, middelhoge en lage archeologische verwachtingswaarde. Het bestemmingsplangebied van Park Berg en Bos heeft grotendeels een hoge tot middelhoge archeologische verwachtingswaarde.
archiefonderzoek verricht. Het veldwerk vond plaats op 27 oktober 2011. De gemeentelijke en rijksmonumenten zijn niet in de inventarisatie opgenomen omdat deze reeds afdoende zijn beschreven en beschermd. De beschermde monumenten zijn in paragraaf 3.5 opgesomd. Bij de inventarisatie is de nadruk gelegd op de gebiedsdelen binnen het bestemmingsplangebied, die in de analyse van 2006 niet zijn belicht (gebied tussen Soerenseweg en Amersfoort, bebouwing randzone Asselsestraat). Tevens zijn enkele objecten in het Natuurpark Berg en Bosch opnieuw beoordeeld of toegevoegd aan de selectielijst. De niet beschermde objecten, die wel bepalend en waardevol zijn voor het ruimtelijke beeld van het plangebied en die aanmerkelijke cultuurhistorische waarden bezitten worden getoetst aan de hand van een vijftal ruimtelijke en cultuurhistorische criteria. Er zijn drie ruimtelijke waarden, waarbij wordt ingezoomd van gebied, via ensemble op het object. Deze benadering sluit aan bij de ruimtelijke insteek van het project. De ruimtelijke waardering krijgt dus de nadruk. Op objectniveau zijn nog een criterium historische waarde en een op de verschijningsvorm gericht criterium toegevoegd. Waardevolle elementen van het erf en directe omgeving, zoals beeldbepalende bomen, lanen of singels, worden indien relevant in de puntsgewijze beschrijvingen genoemd, maar spelen in de waardering van de bebouwing geen directe rol. Evt. kunnen dergelijke waardevolle groenelementen wel op een andere manier in het bestemmingsplan worden opgenomen. (bijvoorbeeld als monumentale boom of als bestemming groen). Karakteristieke bijgebouwen op het erf worden wel expliciet genoemd.
afb. 63 Het bestemmingsplangebied op de archeologische beleidskaart 2006 (groen=lage, geel=middelhoge en rood=hoge archeologische verwachtingswaarde).
3.5
Inventarisatie, selectie en waardering objecten
Selectie en veldwerk Voor de inventarisatie en selectie van de objecten is gebruik gemaakt van eerdere analyses en inventarisaties van het plangebied. Bovendien is aanvullend veldwerk en
Ruimtelijke waarde 1. Gebied: van belang als wezenlijk onderdeel of ondersteuning van de cultuurhistorische gebiedskarakteristiek; 2. Ensemble: beeldondersteunend bij rijks- of gemeentelijke monumenten of als onderdeel van een waardevol historisch ensemble; 3. Object: bijzondere betekenis voor het beeld ter plekke door beeldbepalende ligging, zichtlijnen, landmarkfunctie; Historische waarde 4. Illustratief voor de (ontwikkelings)geschiedenis van het dorp of het landschap
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 34
Objectwaarde 5. Belang vanwege authenticiteit, zeldzaamheid, functie en/of vorm; Er worden dus 5 criteria gehanteerd, waarbij -, 0, + of ++ kan worden gescoord. ++ = hoge waarde + = positieve waarde 0 = neutrale waarde = negatieve waarde In de objectenlijst is ieder object kort gekarakteriseerd en per criterium getoetst op de aanwezige kwaliteit. In de korte waardenomschrijving wordt duidelijk waarom een -, een 0, een + of een ++ wordt gescoord. Eindwaardering De optelsom van de scores leidt tot het formuleren van een eindwaardering: Hoge totaalwaarde (H): minimaal 2x ++ en 2x +; Positieve totaalwaarde (P): minimaal 3x + en 2x 0; Neutrale totaalwaarde (N): alles daaronder; Vanwege de “hoge ondergrens” van de veldselectie bevat het in dit rapport gepresenteerde overzicht slechts een beperkt aantal objecten die een neutrale totaalwaarde scoren. Het betreft enkele panden in het deelgebied Beekpark, die eerder zijn gewaardeerd in het rapport Apeldoorn-Centrum. Cultuurhistorische en stedenbouwkundige waardering van de bebouwing in de binnenstad van Apeldoorn, 2010.
Instandhouding van het gevelbeeld en/of hoofdvormen is wenselijk. Neutrale totaalwaarde Overige historische onderdelen in deze quickscan, die voor de ontwikkelingsgeschiedenis van het projectgebied van beperkt belang zijn, een geringe architectuurhistorische waarde bezitten en ten hoogste een neutrale of positieve betekenis voor het straatbeeld bezitten. De waarde is niet dusdanig, dat instandhouding van het gevelbeeld en/of hoofdvormen noodzakelijk is. De geselecteerde en gewaardeerde panden worden gepresenteerd in de bijlage bij dit rapport. Ze zijn tevens gemarkeerd op de cultuurhistorische waardenkaart. Het gaat om de volgende objecten: - Amersfoortseweg 31, bebouwing waterpompstation jaren ’50; - Amersfoortseweg zn, hectometerpaaltje; - Asselsestraat 328, woning; - J.C. Wilslaan 21, theehuis - J.C. Wilslaan zn, tunnel - J.C. Wilslaan zn, monument burgemeester Roosmale Nepveu - J.C. Wilslaan zn, Stenen Bank - Grindberglaan zn, brug; - Soerenseweg 210, blokhut Scouting - Soerenseweg 220, visrestaurant Lido; - Soerenseweg zn, hekposten voormalig Sanatorium Berg en Bosch
Definitie totaalwaarden 3.6 Hoge totaalwaarde Alle beschermwaardige onderdelen (gebouwen, objecten en ensembles), die vanwege de voornamelijk hoge ruimtelijke waarden, historische waarden en objectwaarden van wezenlijk en onlosmakelijk belang zijn voor het projectgebied en zijn historisch-ruimtelijke gebiedskarakteristiek. Instandhouding van het gevelbeeld en/of hoofdvormen is noodzakelijk. Positieve totaalwaarde Alle karakteristieke onderdelen (gebouwen, objecten en ensembles) die vanwege de voornamelijk positieve ruimtelijke waarden, historische waarden en objecten van positieve betekenis zijn voor het projectgebied en zijn historisch-ruimtelijke gebiedskarakteristiek.
Beschermde monumenten / beeldbepalende panden
Hieronder volgt een overzicht van de in de deelgebieden aanwezige gemeentelijke monumenten (gm) en rijksmonumenten (rm). De beschermde objecten staan aangegeven op de bij deze analyse behorende cultuurhistorische waardenkaart. In het onderzoeksgebied zuidelijk van de Soerenseweg: Asselsestraat 330, Stayokay(gm) Felualaan 29, complex Boschbad (gm) Grafheuvel (monument 138) In het onderzoeksgebied noordelijk van de Soerenseweg: Amersfoortseweg 31, torentje pompstation (gm) Amersfoortseweg 37, Nieuw Veldzicht (gm) Grafheuvel (monument 143)
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 35
4
AANBEVELINGEN
4.1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat aanbevelingen voor beheer, behoud en versterking van de cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplangebied Park Berg en Bos, ten behoeve van behoud van de cultuurhistorische kwaliteit van het gebied. Daarbij worden specifieke aanbevelingen gedaan voor de wijze waarop nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gerealiseerd kunnen worden door gebruik te maken van de cultuurhistorische kwaliteiten. Ook worden aanbevelingen gegeven met betrekking tot het gebiedsgerichte welstandsbeleid. De archeologische component wordt hier buiten beschouwing gelaten. Voor de aanbevelingen ten aanzien van de waardevolle onderdelen en elementen in het gebied ten zuiden van de Soerenseweg wordt volstaan met een verwijzing naar hoofdstuk 4 in de Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos te Apeldoorn van SB4 uit 2006. Voor het gebied ten noorden van de Soerenseweg relevante aanbevelingen zijn hier wel uit de rapportage van SB4 overgenomen. Zichtbare tijdslagen In het deelegbied noordelijk van de Soerenseweg zijn de volgende belangrijke historische tijdlagen nog zichtbaar / beleefbaar: het prestedelijke wegenpatroon uit de periode voor de ontginning van het gebied; de de ontginningsgeschiedenis in de 19 eeuw; de uitbreiding van het dorp Apeldoorn (begin villabouw, instellingsbouw, uitspanningen, onderdelen Plan Van Nes);
4.2
cultuurhistorische waarde in het bestemmingsplan tbv planologische bescherming; Het valt te overwegen om enkele objecten binnen het park Berg en Bos te beschermen als gemeentelijk monument: het gaat dan om de brug, de tunnel, het monument voor burgemeester Roosmale Nepveu en de Stenen Bank; de Behoud van het bestaande wegenpatroon en de padenstelsels uit de 19 ste en vroege 20 eeuw; Behoud van de in dit gebied gelegen delen van de hoofdstructuur van het plan Van Nes (de J.C. Wilslaan, profiel, beplanting); Behoud van het uitgesproken groene karakter: bebost ontginningsgebied de uit de 19 eeuw;
Bij ruimtelijke ontwikkelingen Versterken van de verwijzing naar de historische ontwikkelingen, de activiteiten en de plekken, onder andere door het geven van publieksinformatie. Binnen het gebied tussen Soerenseweg en Amersfoortseweg is vooral de geschiedenis van het bekende Sanatorium Berg en Bosch en de voorgeschiedenis (villa familie Wils) als tijdslaag vrij onzichtbaar geworden; ook aan de historische betekenis en de ontwikkeling van de complexen aan de Amersfoortseweg (waterpompstation, Julianatoren (buiten het bestemmingsplangebied), Nieuw Veldzicht, zou meer aandacht besteed kunnen worden; Versterken en beter zichtbaar maken van de bomenlaantjes en restanten daarvan van de voormalige tuinaanleg van de villa Berg en Bosch en het latere Sanatorium Berg en Bosch; Onderzoeken of het vroeger vermaarde Waltersbergje weer een plek van betekenis kan krijgen; Er voor zorgen dat de verkeersstructuren en grootschalige parkeervoorzieningen het aaneengesloten parkachtige bosgebied niet verder in stukken knippen.
Aanbevelingen & suggesties
Behoud en bescherming Instandhouding van de rijks- en gemeentelijke monumenten via monumentenwet en –verordening; Opnemen van de overige karakteristieke panden / objecten met
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 36
5
BIJLAGEN -
Lijst met cultuurhistorisch waardevolle objecten (hoge waarde en positieve waarde). Cultuurhistorische waardenkaart
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 37
Adres en foto Amersfoortseweg 31
Amersfoortseweg zn
Asselsestraat 328
Korte karakteristiek Uit 1957 daterende gebouwen op het terrein van het in 1893 gestichte waterpompstation. De gebouwen liggen in een parkachtige setting; Eenvoudige bakstenen objecten met zadeldaken in sobere traditionele trant. De gebouwen ondergingen veel wijzigingen; 1. Van belang als onderdeel van de naoorlogse ontwikkeling van Apeldoorn; de 2. De objecten hebben enige ensemblewaarde met de overige onderdelen (en het 19 eeuwse torentje) op het fraai aangelegde terrein van het pompstation; 3. De objecten hebben enige betekenis voor het beeld ter plekke door de ligging in de grote parkachtige tuin, wel op enige afstand van de openbare weg; 4. Zeer illustratief voor de jongere (naoorlogse) geschiedenis van de watervoorziening in Apeldoorn; 5. De gebouwen zijn in redelijk gave staat behouden gebleven, ondanks latere wijzigingen. Vormgeving en materiaalgebruik zijn typerend voor de vroegnaoorlogse periode. Typologisch interessant en zeldzaam; Oude zeshoekige markeringspaal van hardsteen, vermoedelijk een hectometerpaal, geplaatst in de de vroege 19 eeuw bij de aanleg van de Grande Route, de Amersfoortseweg; de paal staat ter hoogte van nr. 37; 1. Het object is van belang als onderdeel van de cultuurhistorische gebiedskarakteristiek en wel de late periode van de “woeste grond”, waarin de Amersfoortseweg zijn vaste beloop krijgt; 2. In samenhang met het historische wegtracé is er sprake van enige ensemblewaarde; 3. Er is geen sprake van een bijzondere beeldbepalende ligging; de 4. Het object heeft als 19 -eeuwse markeringspaal een hoge historische waarde; 5. Typisch en in de gemeente Apeldoorn inmiddels zeldzaam voorbeeld van een de hardstenen markeringspaal, vermoedelijke een hectometerpaaltje uit de vroege 19 eeuw;
1 +
2 +
3 +
4 ++
5 ++
W H
+
+
0
++
+
P
Kleine voormalige boswachterswoning uit 1912, prominent gelegen op de hoek van de Asselsestraat en de Laan van Spitsbergen. Behoort thans tot de oudste bebouwing in dit gebied. Markant deels één-, deels tweelaags huis met fors pannendak en wit gepleisterde gevels met ste bakstenen plint en accenten. Opzet en detaillering zijn typerend voor de vroege 20 eeuw; 1. Het object is van enig belang als onderdeel van de cultuurhistorische gebiedskarakteristiek, te weten de uitbreiding van het dorp Apeldoorn; 2. Er is geen sprake van een specifieke ensemblewaarde; 3. Het pand ligt zeer prominent op een belangrijke straathoek en is mede door zijn karakteristieke verschijning hier van groot beeldbepalend belang; ste 4. Als historische woning uit de vroege 20 eeuw heeft het pand enige historische waarde; 5. Zeer gaaf voorbeeld van een kleine woning in traditioneel-zakelijke trant uit de vroege ste 20 eeuw, voor Apeldoorn zeer karakteristiek type; veel bijzondere details;
+
0
++
+
++
H
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 38
Adres en foto Grindberglaan / J.C. Wilslaan, zn
J.C. Wilslaan 21
J.C. Wilslaan zn
Korte karakteristiek ste Bakstenen brug over de spreng bij de Grindberglaan. De brug kwam in de jaren ’30 van de 20 eeuw tot stand als onderdeel van de nieuwe inrichtring van het Park Berg en Bos. De brug is direct met de aanleg van de spreng gebouwd. Zware bakstenen constructie met ijzeren leuningen. 1. Het object is van groot belang als onderdeel van de eerste aanlegperiode van het Park Berg en Bos en daarmee wezenlijk voor de cultuurhistorische gebiedskarakteristiek; 2. Er is, in samenhang met de historische parkaanleg en de spreng sprake van een hoge ensemblewaarde; 3. Het object heeft een bijzondere betekenis voor het beeld ter plekke door zijn beeldbepalende ligging binnen de parkstructuur; 4. Als vooroorlogse brug uit de oorspronkelijke aanlegperiode van het Park Berg en Bos heeft het object enige historische waarde; 5. In gave staat verkerende brug met voor de jaren ’30 typerende vormgeving; heeft binnen de gemeente Apeldoorn zeldzaamheidswaarde; ste Houten uit 1948 of 1952,uit ontworpen deheeft Koo, gebouwd n.a.v. historische het toenmalige 6.theehuis Als historische woning de vroegedoor 20 N.P. eeuw het pand enige Apeldoornswaarde; Bloemenfestijn, dat in Park Berg en Bos werd gehouden. Uitgebreid in 1959. ste Langgerekt symmetrisch paviljoen rondhouten delen en voorzien vanuit een kap. Zeer gaaf voorbeeld van een kleinevan woning in traditioneel-zakelijke trant derieten vroege 20 eeuw, 1. Het object is van groot belang als onderdeel de ontwikkelingsgeschiedenis van het voor Apeldoorn zeer karakteristiek type; veel bijzonderevan details; Park Berg en Bos, dat kort na WOII werd verfraaid; 2. Er is, in samenhang met de historische parkaanleg en andere objecten in de omgeving sprake van een hoge ensemblewaarde; 3. Het object heeft een bijzondere betekenis voor het beeld ter plekke door zijn zeer beeldbepalende ligging binnen de parkstructuur en de relatie met de vijver; 4. Het pand heeft als belangrijkste onderdeel van de ten behoeve van het beroemde Bloemenfestijn gerealiseerde gebouwen een hoge historische waarde; 5. In gave staat verkerend horecagebouw uit circa 1950. Architectuurhistorisch en typologisch interessant en binnen de Apeldoornse context tevens De beroemde tunnel / brug over de spreng in park Berg en Bos dateert uit 1937, met een kern van zeldzaamheidswaarde; beton en veldkeien. Bekleding met veldkeien. 1. Het object is van groot belang als onderdeel van de ontwikkelingsgeschiedenis van het Park Berg en Bos; 2. Er is, in samenhang met de historische parkaanleg en andere objecten in de omgeving sprake van een hoge ensemblewaarde; 3. Het object heeft binnen de parkaanleg een zeer hoge beeldbepalende waarde; 4. Het object heeft als decoratief en functioneel onderdeel van de oorspronkelijke parkaanleg een hoge historische waarde. 5. Markant vormgegeven tunnel / brugbank; de rustieke vormgeving sluit naadloos aan bij de romantische parkaanleg; bezit hoge zeldzaamheidswaarde;
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 39
1 ++
2 ++
3 +
4 +
5 ++
W H
++
++
++
++
++
H
++
++
++
++
++
H
Adres en foto J.C. Wilslaan zn
J.C. Wilslaan zn
Soerenseweg 210
Korte karakteristiek In 1933 vervaardigde bank in het kader van het werkverschaffingsproject Berg en Bos. Ontwerp van Hein Berkhoff, gemaakt van beton en bekleed met keien uit de grindwinning in de Loenermark. Tevens zijn er mozaïeken van de “denker” en de “ziener, die het heden en de toekomst symboliseren. De bank staat bij de grote vijver in Berg en Bos. 1. Het object is van groot belang als onderdeel van de ontwikkelingsgeschiedenis van het Park Berg en Bos; 2. Er is, in samenhang met de historische parkaanleg en andere objecten in de omgeving sprake van een hoge ensemblewaarde; 3. Het object heeft geen bijzondere beeldbepalende waarde; 4. Het object heeft als decoratief en functioneel onderdeel van de oorspronkelijke parkaanleg een hoge historische waarde. 5. Markant vormgegeven bank met mozaïeken, van bekende Apeldoornse kunstenaar. In gave staat, hoge zeldzaamheidswaarde; Op 29 juni 1934 werd deze granieten gedenksteen onthuld ter gelegenheid van het afscheid van burgemeester Willem Roosmale Nepveu. De steen met een medaillon met portret naar ontwerp van Pieter Puype werd geplaatst bij de vijver in het park Berg en Bos. 1. Het object is van groot belang als onderdeel van de ontwikkelingsgeschiedenis van het Park Berg en Bos; 2. Er is, in samenhang met de historische parkaanleg en andere objecten in de omgeving sprake van een ensemblewaarde; 3. Het object heeft geen bijzondere beeldbepalende waarde; 4. Het object heeft als herinneringsmonument voor burgemeester Roosmale Nepveu een hoge historische waarde. 5. Markant herinneringsmonument met bronzen medaillon van plaatselijk belangrijke kunstenaar; verkeert in gave staat;
1 ++
2 ++
3 0
4 ++
5 ++
W H
++
+
0
++
++
H
Blokhut van de Scoutinggroep Berg en Bos, gebouwd in 1950 op een open perceel in het bosgebied ten noorden van de Soerenseweg. Het gebouw staat op het terrein van het vroegere Sanatorium Berg en Bosch, dat in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog werd afgebroken; het betreft een eenvoudig, houten stammen opgetrokken bouwwerk met platte daken. 1. Het object is maakt geen deel uit van een specifieke cultuurhistorische gebiedskarakteristiek; 2. Er is geen sprake van een ensemble- of beeldondersteunende waarde; 3. Er is geen sprake van een bijzondere beeldbepalende ligging, behalve voor het beeld ter plekke; 4. Het complexje uit 1950 heeft als onderkomen van de Scoutinggroep Berg en Bos enige historische waarde; 5. In redelijk oorspronkelijke staat verkerend verenigingsgebouw uit de periode rond 1950, eenvoudige blokhut in houtbouw, met een beperkte architectonische waarde;
0
0
+
+
+
P
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 40
Adres en foto Soerenseweg 220
Soerenseweg zn, hekposten
Korte karakteristiek Het tegenwoordige visrestaurant Lido is gehuisvest in een gebouw, dat in 1920 is ontstaan als onderdeel (mogelijk een dienstwoning) van het Sanatorium Berg en Bosch. In hoofdvorm en diverse details herkenbaar gebleven. Het pand is het laatste resterende gebouw van het grote instellingsterrein; 6. Het object is van enig belang als onderdeel van de ontwikkeling van het gebied, dat ste begin 20 eeuw in zwang kwam als vestigingsgebied van allerlei instellingen; 7. Er is geen sprake van een ensemble waarde; het sanatoriumcomplex is verdwenen; 8. Het pand ligt prominent op een open perceel aan de Soerenseweg en is door de opvallende verschijning binnen de groene boscontext van enige beeldbepalende waarde; 9. Als één van de laatste “gebouwde” relicten van het Sanatorium Berg en Bosch heeft het object enige historische waarde; illustratief voor de geschiedenis van het gebied; 10. Tot restaurant verbouwd pand uit 1920, nog herkenbaar aan de hoofdvorm, details en De entree van het vroegerediverse Sanatorium Berg en Bosch de Soerenseweg wordt gemarkeerd materialisering; moderniseringen enaan aanbouw serre; door twee gemetselde posten met aansluitende vleugelmuren en posten, vermoedelijk uit de begintijd van het sanatorium, circa 1920. Op de gepleisterde velden stond de naam van het sanatorium vermeld. 11. Het object is van enig belang als onderdeel van de ontwikkeling van het gebied, dat ste begin 20 eeuw in zwang kwam als vestigingsgebied van allerlei instellingen; 12. Er is geen sprake van een ensemble waarde; het sanatoriumcomplex is verdwenen; 13. De entree is door de bescheiden schaal en de bosrijke entourage weinig opvallend aanwezig. De beeldbepalende waarde is beperkt; 14. Als één van de laatste “gebouwde” relicten van het Sanatorium Berg en Bosch heeft het object enige historische waarde; illustratief voor de geschiedenis van het gebied; ste 15. Eenvoudige entreepoort uit de eerste helft van de 20 eeuw, bleef redelijk gaaf bewaard;
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 41
1 +
2 0
3 +
4 +
5 +
W P
+
0
0
+
+
P
6
Eck, J. van, K. van der Hoek en C.J.C.W.H. Arnold, Kadastrale Atlas Gelderland 1832 Apeldoorn: tekst en kadastrale gegevens, 1987.
BRONNEN
Frank, C.J., F. Haans en H. Ummels, Apeldoorn. Architectuur en stedenbouw 18501940, Zwolle-Apeldoorn 1997.
Archieven CODA, Gemeentearchief Apeldoorn Diverse archieven Gemeentediensten en secretariearchief
Hageman, B., Het bos van de burgemeester. Geschiedenis van Natuurpark Berg en Bos Apeldoorn, Apeldoorn 1998.
Rapporten Cultuurhistorische analyse Apeldoorn Noord-West, door Amer Adviseurs BV, in samenwerking met P. Opmeer en L. van Meijel, 2003. Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos te Apeldoorn, door SB4 Bureau voor historische tuinen, parken en landschappen, januari 2006. Inventarisatie van waardevolle bebouwing en structuren van de deelgebieden De Parken, Indische Buurt en Het Centrum uit 1991 (door Monumenten Advies Bureau). Diverse redengevende beschrijvingen van objecten en complexen aan de Amersfoortseweg, opgesteld door Monumenten Advies Bureau. Literatuur Aardoom, L., Caart der Limitten van de Hooge en Vrije Heerlijckhijdt van Het Loo. e Een 18 eeuwse kartering van de gemeente Apeldoorn, Alphen aan den Rijn, 1989.
Heiner, J, H. Hilkemeijer en A. Kelderman, Ter herinnering aan…kleine monumenten in Apeldoorn, uitgave van de Stichting Apeldoornse Monumenten, Apeldoorn 2000. Kemperink, R.M. e.a. (red.), Geschiedenis van Apeldoorn, Zutphen 1993. Oldenburger-Ebbers, C.S., A.M. Backer en E. Blok, Gids voor de Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur: bezoekersgids en vademecum tuinen landschapsarchitectuur in Nederland, Deel Oost en Midden, Gelderland en Utrecht, Rotterdam 1996. Websites Apeldoorn.nl Coda-apeldoorn.nl (beeldbank) Dewoonomgeving.nl Gelderlandinbeeld.nl Oudapeldoorn.nl Watwaswaar.nl
Arnold, C.J.C.W.H., Apeldoorn in opkomst. Gelderse Historische Reeks, Zutphen, 1971. Blok, E., Nederlandse Tuinarchitectuur III, Jongere Tuinkunst 1900-1940 – Tuinen van K.P.C. de Bazel, K.C. van Nes, G. Bleeker, C.A. Cool en J.P. Fokker, Nederlandse Tuinenstichting, Wageningen 1992.
Cultuurhistorische analyse Park Berg en Bos II blad 42