CRIMPAK
ONDERZOEK BEVEILIGING CLUSTER CHARLES PETIT E.O. BEDRIJVENTERREIN DOORNBOS BREDA
Oktober 2008
ONDERZOEK BEVEILIGING CLUSTER CHARLES PETIT E.O. BEDRIJVENTERREIN DOORNBOS BREDA
CRIMPAK
voor uw veiligheid A.van Kempen 06 -41 38 98 50 Wilgenstraat 2 4844SZ Terheijden www.crimpak.nl
In samenwerking met Jobse Advies en Projectmanagement 0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
2 van 29
INHOUD 1. Inleiding
5
2. Het terrein 2.1 Cluster Charles Petitweg e.o. 2.2 Beheer en onderhoud 2.3 Organisatie 2.4 Ontwikkelingen 2.4.1 Beveiligingsinspanningen omliggende terreinen 2.4.2 Uitbreiding bedrijventerrein 2.4.3 Woonbebouwing 2.5 Conclusies
6 6 7 8 8 8 8 9 9
3. Incidenten 3.1 Incidentcijfers politie 3.2 Resultaten 3.2.1 Per jaar 3.2.2 Per kwartaal 3.2.3 Per postcode 3.3 Conclusies
11 11 11 11 12 12 13
4. Enquête 4.1 Deelname 4.1.1 Respons 4.1.2 Type bedrijven 4.1.3 Bedrijfstijden 4.2 Resultaten 4.2.1 Beheer en onderhoud openbare ruimte 4.2.2 Veiligheidsbeleving 4.2.3 Overlast 4.2.4 Vernieling 4.2.5 Diefstal 4.2.6 Inbraak 4.2.7 Beroving of roofoverval 4.2.8 Bedreiging of intimidatie 4.3 Attractiviteit en genomen maatregelen 4.3.1 Attractiviteit bedrijven 4.3.2 Genomen organisatorische maatregelen 4.3.3 Genomen bouwkundige maatregelen 4.3.4 Genomen organisatorische maatregelen 4.3.5 Beveiligingsdiensten 4.4 Wensen verbetering veiligheid 4.4.1 Gewenste maatregelen 4.4.2 Samenwerking 4.5 Conclusies
14 14 14 14 14 15 15 16 16 17 18 19 19 20 20 20 21 21 21 22 23 23 23 23
5. Richtingbepaling 5.1 Aanleiding en urgentie voor beveiliging 5.2 Draagvlak
25 25 25
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
3 van 29
5.3 Gefaseerde aanpak 5.3.1 1e fase: de eerste klap is een daalder waard 5.3.2 2e fase: voorkoming door vroegsignalering 5.3.3 3e fase: gecontroleerde toegang 5.3.4 Inzet menskracht
26 26 26 27 27
Vervolg
28
BIJLAGE: Overzicht deelnemers collectieve beveiliging SBBB
29
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
4 van 29
Hoofdstuk 1 Inleiding De bedrijvenvereniging Doornbos Noord-Zuid was in Breda de eerste die koos voor een clustergewijze aanpak. Hoewel de voorbereidingstijd voor de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen op het cluster Goeseelsstraat lang is, heeft dit cluster nog steeds een voorbeeldwerking voor andere bedrijventerreinen in Breda. Nu de maatregelen op de Goeseelsstraat in uitvoering zijn, heeft de bedrijvenvereniging een volgende stap gezet in de vorm van een onderzoek welke aanpak op het cluster Charles Petitweg / Kapittelweg wenselijk en haalbaar is. De bedrijvenvereniging is gestart met de uitvoering van een 0-meting voor het cluster. Door middel van een enquête onder de ondernemers is de veiligheidsbeleving in kaart gebracht. Hierbij is de ondernemers tevens gevraagd naar hun wensen en ideeën op het gebied van de verbetering van de veiligheid en hun bereidheid tot participatie. De 0-meting is compleet gemaakt door ook de structuur, inrichting en het onderhoud van het cluster en de criminaliteitscijfers van de politie erbij te betrekken. Het onderzoek is uitgevoerd door Crimpak in samenwerking met Jobse Advies en Projectmanagement.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
5 van 29
Hoofdstuk 2 Het terrein 2.1 Cluster Charles Petitweg e.o. Het bedrijvencluster Charles Petitweg is gelegen in de hoek van de Kapittelweg en de Nieuwe Kadijk en telt ongeveer 70 bedrijven1: - Charles Petitweg: 60 bedrijven - Kapittelweg: 10 bedrijven - Nieuwe Kadijk: 1 bedrijf. Het gaat hierbij om ingeschreven bedrijven. In de praktijk kunnen meerdere bedrijfsvestigingen zijn ingeschreven op één adres, terwijl het feitelijk gaat om één bedrijfsobject. Op het terrein wordt relatief veel gewoond.
Het cluster heeft één ontsluiting voor auto’s op de Kapittelweg en een fietsontsluiting op de Nieuwe Kadijk. De doorgang voor auto’s is op dit fietspad afdoende geblokkeerd.
1
Gegevens gemeente Breda
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
6 van 29
Aan de oostzijde is tevens de toegang tot de voormalige stadskwekerij van de gemeente. Dit terrein heeft ook een ontsluiting op de Nieuwe Kadijk; deze is echter met een hekwerk afgesloten, zodat dit geen vluchtweg vormt. Het bedrijvencluster is hiermee doodlopend voor autoverkeer, hetgeen voor criminelen met een auto minder aantrekkelijk is wegens het ontbreken van vluchtwegen.
Ontsluiting op Kapittelweg
Fietsontsluiting op Nieuwe Kadijk
Toegang gemeentewerf vanuit cluster, doorgang naar Nieuwe Kadijk afgesloten
2.2 Beheer en onderhoud Het bedrijvencluster is ruim opgezet. De inrichting en het onderhoud kunnen worden beschouwd als schoon, heel en veilig: er zijn voldoende lichtmasten, het groen wordt voldoende bijgehouden en het openbaar gebied is relatief schoon. Waar bermen zijn wordt hier veel in geparkeerd. Parkeren in de bermen 0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
7 van 29
Ruim opgezet Openbare ruimte schoon, heel en veilig
2.3 Organisatie Het bedrijvencluster valt onder de bedrijvenvereniging Doornbos Noord-Zuid, waartoe ook de nabij gelegen clusters Druivenstraat en Goeseelssraat behoren. Er is sprake van collectieve beveiliging vanuit de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Breda (SBBB), een publiek private samenwerking tussen ondernemers, gemeente en politie waarin ook de bedrijvenvereniging Doornbos bestuurlijk participeert. In het kader van deze collectieve beveiliging is het cluster opgenomen in de preventieve surveillance en opvolging. Er nemen slechts 4 bedrijven deel aan de collectieve beveiliging, deze zijn alle gelegen aan de rand van het cluster: Kapittelweg en Nieuwe Kadijk. Dit houdt in dat er voor het cluster slechts een zeer beperkte capaciteit aanwezig is. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de deelnemende bedrijven op het cluster.
2.4 Ontwikkelingen Op en rond het bedrijvencluster doen zich een aantal ontwikkelingen voor die van invloed zijn op de veiligheidssituatie. 2.4.1
Beveiligingsinspanningen omliggende terreinen Op diverse bedrijventerreinen in en rond Breda wordt een inhaalslag gemaakt met het op niveau brengen van de beveiliging. Dit gaat steeds meer gepaard met actief cameratoezicht zoals op het nabijgelegen cluster Goeseelsstraat en het wat verder gelegen terrein Hoogeind. Als andere terreinen voor de crimineel minder aantrekkelijk worden zullen zij hun werkterrein gaan verleggen en kan het cluster Charles Petit voor hen meer in de picture komen.
2.4.2
Uitbreiding bedrijventerrein Het cluster wordt flink uitgebreid met nieuwe bedrijven, waarvan een deel in combinatie met de woonfunctie. Ook hierdoor zal het terrein meer in de picture komen. Met de uitbreiding komt er ook een tweede ontsluiting op de Kapittelweg. Dit houdt in dat de crimineel meer vluchtmogelijkheden heeft, hetgeen de
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
8 van 29
aantrekkelijkheid voor de crimineel vergroot. De uitbreiding wordt van het omliggende gebied afgescheiden door een waterpartij, hetgeen een goede barrière vormt.
Waterpartij
Het positieve effect van sociale controle door uitbreiding van de woonfunctie zal gering zijn: de woningen zijn achter de bedrijven gelegen en hebben daarmee geen zicht op wat er in het openbaar gebied afspeelt. De uitbreiding vormt voor de beveiliging ook een kans: de nieuwe bedrijven zullen op grond van hun koopovereenkomst verplicht worden om deel te nemen aan de collectieve beveiliging, waardoor het draagvlak voor samenwerking wordt vergroot. 2.4.3
Woonbebouwing Grenzend aan de uitbreiding van het bedrijvencluster wordt de nieuwe woonwijk Waterakkers gebouwd. Dit hoeft geen consequenties te hebben voor de veiligheidssituatie op het bedrijvencluster.
2.5 Conclusies ►
Gemengde functie Het bedrijvencluster heeft naast de bedrijfsfunctie ook een woonfunctie. Deze woonfunctie brengt op zich sociale controle met zich mee, maar deze is ’s-nachts gering.
►
Inrichting en onderhoud Het cluster is ruim opgezet en schoon, heel en veilig. Voor autoverkeer is de Charles Petitweg doodlopend, hetgeen wegens het gebrek aan vluchtwegen voor de crimineel minder aantrekkelijk is.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
9 van 29
►
Collectieve beveiliging Een zeer beperkt aantal deelnemers neemt deel aan de collectieve beveiliging, waardoor het beschikbaar volume aan preventieve surveillance en opvolging gering is.
►
Verplaatsing criminaliteit Omliggende terreinen worden beter beveiligd. Wanneer er op het cluster niets gebeurd om de beveiliging aan te passen aan de eisen van deze tijd zal de criminaliteit zich deels naar dit terrein verplaatsen.
►
Uitbreiding bedrijventerrein De uitbreiding van het terrein brengt risico’s en kansen met zich mee: Het cluster krijgt een extra ontsluiting waardoor het preventieve effect van een doodlopende weg wordt weggenomen; De nieuwe bedrijven nemen verplicht deel aan de collectieve beveiliging, waardoor er een groter draagvlak ontstaat voor de samenwerking.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
10 van 29
Hoofdstuk 3 Incidenten 3.1 Incidentcijfers politie Voor het in beeld brengen van de incidenten op het gebied van veiligheid en criminaliteit is gebruik gemaakt van de incidentgegevens uit de politieregistratie2. Het gaat hierbij uitsluitend om incidenten die bij de politie bekend zijn: incidenten waarvan de ondernemer geen melding of aangifte doet komen niet in de cijfers terecht. De cijfers zijn geanonimiseerd, waardoor ze niet zijn te herleiden tot specifieke bedrijven. Wel kunnen op postcodeniveau drie delen van het cluster onderscheiden worden.
Een belangrijke categorie is ‘bedrijfsdiefstal’. Het gaat hierbij om diverse vormen van diefstal uit het gebouw of van het terrein. Ook diefstal door eigen personeel valt hier onder3. Onder ‘overige diefstal’ vallen diverse vormen van diefstal die op het terrein plaatsvinden, zoals diefstallen uit auto’s, van fietsen, bromfietsen en auto’s, zakkenrollen, tasjesroof e.d.
3.2 Resultaten 3.2.1
Per jaar In de afgelopen 6½ jaar zijn 52 bedrijfsdiefstallen gemeld en 41 overige diefstallen. Dat is 7 bedrijfsdiefstallen en 6 overige diefstallen op elke 10 bedrijven. Piekjaren waren 2003 en 2005. 2007 was een relatief ‘rustig’ jaar. Incidentencijfers Charles Petitweg / Kapittelweg 40 35
Overlast Verkeersongevallen
30
Calamiteit
25
Gew eldmisdrijven
20
Vandalisme en vernieling Overige diefstal
15
Winkeldiefstal
10
Bedrijfsdiefstal Verdachte situatie
5 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2
Bron Veiligheidsmonitor SBBB / SOAB De incidentregistratie van de politie geeft geen afzonderlijk inzicht in het aantal inbraken in bedrijven. Er kunnen derhalve geen directe conclusies worden getrokken over de ontwikkeling van deze vorm van criminaliteit op de bedrijventerreinen.
3
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
11 van 29
3.2.2
Per kwartaal In onderstaand overzicht zijn de incidentcijfers opgenomen per kwartaal. Charles Petitweg / Kapittelweg per kwartaal
10 Overlast Verkeersongevallen
8
Calamiteit Gew eldmisdrijven
6
Vandalisme en vernieling Overige diefstal
4
Winkeldiefstal Bedrijfsdiefstal
2
Verdachte situatie
3.2.3
2008-3
2008-2
2008-1
2007-4
2007-3
2007-2
2007-1
0
Per postcode De verwerking van de geanonimiseerde incidentcijfers gebeurt op postcodeniveau. Op basis van de 6-cijferige postcode kunnen drie delen van het cluster onderscheiden worden: - het eerste (1 t/m 11 en 6 t/m 10) en het laatste (33 t/m 41 en 26) deel van de Charles Petitweg; - het middendeel (13 t/m 21 en 12 t/m 20); - de Kapittelweg. Het gemeentepand aan de Nieuwe Kadijk zit in een ander postcodegebied. Wat opvalt, is dat er verhoudingsgewijs minder incidenten worden gemeld vanuit het middendeel. Dit kan te maken hebben met het feit dat hier relatief meer wordt gewoond en/of dat de verzamelgebouwen vooral in het eerste en laatste deel voorkomen. Onderbouwde uitspraken hierover kunnen niet worden gedaan zonder analyse op pandniveau. incidentcijfers 2002 t/m 1e half jaar 2008 op postcodeniveau
4827HJ
Charles Petitweg
4847NW
Charles Petitweg
4827HG
Kapittelweg
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
1 33 6 26 13 12 10
t/m 11 t/m 41 t/m 10 t/m 21 t/m 20 t/m 24
geregistreerde bedrijven
incidenten per 10 bedrijven bedrijfsoverige geweldsdiefstal diefstal misdrijven
49
9
7
2
11
1
0
0
10
6
6
1
12 van 29
3.3 Conclusies ►
Criminaliteit op basis van politiecijfers Over een langere periode van zes jaar hebben op elke 10 bedrijven 7 bedrijfsdiefstallen en 6 overige diefstallen plaatsgevonden. Dit is exclusief de criminaliteit die niet aan de politie is gemeld / aangegeven. Na een piek in 2005 is het de afgelopen twee jaar weer iets rustiger. De criminaliteit doet zich niet in de verschillende delen van het cluster in gelijke mate voor. Een relatie met de woonfunctie en de aanwezigheid van bedrijfsverzamelpanden is mogelijk, een analyse op adresniveau is echter nodig om een dergelijke conclusie te onderbouwen.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
13 van 29
Hoofdstuk 4 Enquête 4.1 Deelname 4.1.1
Respons Op het terrein zijn zo’n 70 bedrijven gevestigd4. 25 bedrijven hebben aan de enquête deelgenomen. Dit is een respons van 36%.
4.1.2
Type bedrijven De deelnemende bedrijven bestaan voor het grootste deel uit zelfstandige MKB bedrijven die in een eigen pand zitten. Bij een deel van de bedrijven wordt ook gewoond. Vestiging hoofdvestiging nevenvestiging
80% 20%
Eigendom pand eigen pand gehuurd pand
72% 28%
Woonfunctie ja nee
4.1.3
Omvang personeelsbestand 1-5 32% 6 - 25 44% 26 - 60 16% 61 - 100 0% > 100 8% Personeel overdag aanwezig in bedrijf 1-5 56% 6 - 25 40% 26 - 60 0% 61 - 100 0% > 100 4%
20% 80%
Bedrijfstijden Onder de respondenten waren geen bedrijven aanwezig met een 24-uursdienst. Het overgrote deel van de bedrijvigheid vindt bij hen plaats tijdens de reguliere kantoortijden, op zaterdag wordt beperkt gewerkt en op zondag niet. Dit houdt in dat buiten de woonfunctie er geen sociale controle is buiten kantoortijden. Ongewenste bezoekers kunnen zich dan op het terrein ophouden zonder noemenswaardige kans dat ze gezien worden.
bedrijfstijden ma t/m vr 100% 80% 60% aantal bedrijven 40% 20%
4
21.00
20.00
19.00
18.00
17.00
16.00
15.00
14.00
13.00
12.00
11.00
10.00
09.00
08.00
07.00
06.00
05.00
04.00
0%
Bron: gemeente Breda
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
14 van 29
bedrijfstijden za 100% 80% 60% aantal bedrijven 40% 20% 21.00
20.00
19.00
18.00
17.00
16.00
15.00
14.00
13.00
12.00
11.00
10.00
09.00
08.00
07.00
06.00
05.00
04.00
0%
4.2 Resultaten 4.2.1
Beheer en onderhoud openbare ruimte De respondenten zijn tevreden over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Slechts een enkeling is ontevreden. BEHEER EN ONDERHOUD OPENBARE RUIMTE zeer ontevreden ontevreden redelijk tevreden
CP 2006-2007
tevreden zeer tevreden n.i.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Een aantal respondenten is ontevreden over: - slecht onderhoud begroeiing 16% - onoverzichtelijke inrichting terrein 12% - verkeersonveilige inrichting 12% - te weinig schoonmaakbeurten 4% Niet genoemd zijn: - kwaliteit schoonmaakbeurten 0% - herstel kapotte dingen duurt te lang 0% - verkeerd soort begroeiing 0% - te weinig verlichting openbaar terrein 0% - slecht onderhoud verlichting 0%
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
15 van 29
4.2.2
Veiligheidsbeleving De meeste respondenten vinden het bedrijvencluster redelijk veilig. Slechts enkelen vinden het (zeer) onveilig. VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN zeer onveilig onveilig redelijk veilig
CP 2006-2007
veilig zeer veilig n.i. 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bij 10% van de bedrijven heeft de ondernemer of het personeel zich soms of regelmatig onveilig gevoeld in de directe omgeving van het bedrijf. De meeste respondenten vinden dat de veiligheidssituatie de afgelopen twee jaar gelijk is gebleven. Ontwikkeling veiligheidssituatie afgelopen twee jaar - verbeterd 16% - gelijk gebleven 60% - verslechterd 8% - niet ingevuld 16% 4.2.3
Overlast De respondenten hebben de afgelopen twee jaar weinig tot geen overlast5 ervaren. OVERLAST
veel w einig
CP 2006-2007
geen n.i.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
De vormen van overlast die worden ervaren zijn: - parkeeroverlast 16% - rotzooi 16% - anders 12% - vernielen 4% - baldadigheid 4% - geluidsoverlast 4% 5
Overlast is vervelend gedrag, zoals rondhangen, lawaai veroorzaken, rommel maken etc.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
16 van 29
-
drugsoverlast stankoverlast rondhangen
4% 4% 0% RISICOANALYSE OVERLAST %
0%
10%
20%
30%
40%
50%
kans (zeer) groot
effect (zeer) groot
probleem (zeer) ernstig
Overlast scoort op basis van de inschatting van de respondenten vrij laag in de risicoanalyse6. 4.2.4
Vernieling Bijna een kwart van de bedrijven is de afgelopen twee jaar het slachtoffer geworden van vernieling7. Het betreft hierbij vernieling aan: - terrein 16% - gebouw 12% - voertuigen 8% - goederen 4% - graffity 0% VERNIELING
ja CP 2006-2007
nee n.i.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Ruim een derde vindt vernieling een ernstig tot zeer ernstig probleem.
6 De risicoanalyse is opgebouwd uit de volgende inschattingen van de respondenten: de kans dat het probleem zich bij het bedrijf kan voordoen, het effect voor het bedrijf, in welke mate het een probleem vormt voor het bedrijf. 7 Vernieling is het opzettelijk beschadigen van een bezit van het bedrijf
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
17 van 29
RISICOANALYSE VERNIELING % 0%
10%
20%
30%
40%
50%
kans (zeer) groot
effect (zeer) groot
probleem (zeer) ernstig
4.2.5
Diefstal Ruim een kwart heeft in twee jaar te maken gehad met diefstal8: - uit gebouw 16% - van terrein 12% - uit voertuigen 8%
DIEFSTAL
ja CP 2006-2007
nee n.i.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Diefstal scoort op basis van de inschatting van de respondenten ten aanzien van kans, effect en probleem vrij hoog in de risicoanalyse. RISICOANALYSE DIEFSTAL % 0%
10%
20%
30%
40%
50%
kans (zeer) groot
effect (zeer) groot
probleem (zeer) ernstig
8
Onder diefstal wordt verstaan het wegnemen van (bedrijfs)eigendommen (geen inbraak)
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
18 van 29
4.2.6
Inbraak Een vijfde van de respondenten heeft in twee jaar één of meerdere keren te maken gehad met inbraak9 of een poging daartoe. INBRAAK inbraak poging CP 2006-2007
beide niet niet ingevuld
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Eveneens een vijfde vindt de kans met inbraak geconfronteerd te worden (zeer) groot. Men heeft hiervoor de volgende redenen: - het bedrijventerrein is toegankelijk voor iedereen 32% - er zijn diefstalgevoelige spullen aanwezig 24% - er zijn veel vluchtmogelijkheden 12% - er zijn onvoldoende beveiligingsmaatregelen genomen 12% - mijn terrein is niet goed verlicht 0% De meeste ondernemers vinden dat de kans op inbraak de afgelopen twee jaar gelijk is gebleven: - afgenomen 8% - gelijk gebleven 76% - toegenomen 4% - niet ingevuld. 12% Inbraak scoort op basis van de inschatting van de respondenten ten aanzien van kans, effect en probleem vrij hoog in de risicoanalyse. RISICOANALYSE INBRAAK % 0%
10%
20%
30%
40%
50%
kans (zeer) groot
effect (zeer) groot
probleem (zeer) ernstig
4.2.7
9
Beroving of roofoverval Geen van de respondenten had de afgelopen twee jaar te maken gehad met beroving of een roofoverval10. Men schat de kans dat dit gebeurt ook niet groot in.
Insluipingen horen niet bij inbraak
10
Bij beroving/ roofovervallen wordt gebruik gemaakt van bedreigingen en/of geweld.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
19 van 29
RISICOANALYSE BEROVING OF ROOFOVERVAL % 0%
10%
20%
30%
40%
50%
kans (zeer) groot
effect (zeer) groot
probleem (zeer) ernstig
4.2.8
Bedreiging of intimidatie Ook met bedreiging of intimidatie11 had geen van de respondenten in twee jaar te maken gehad. Dit probleem scoort dan ook laag in de risicoanalyse.
RISICOANALYSE BEDREIGING OF INTIMDATIE % 0%
10%
20%
30%
40%
50%
kans (zeer) groot
effect (zeer) groot
probleem (zeer) ernstig
4.3 Attractiviteit en genomen maatregelen 4.3.1
Attractiviteit bedrijven De respondenten schatten de aantrekkingskracht van hun bedrijf voor de crimineel laag in: - hoog 8% - gemiddeld 24% - laag 56% - niet ingevuld 12% Op onderdelen zijn er vooral ondernemers die de attractiviteit van de inventaris in het pand en de bedrijfsvoertuigen op het terrein hoog inschatten. -
inventaris in pand bedrijfsvoertuigen op terrein goederen in pand productiemiddelen in pand inhoud voertuigen op terrein opslag op terrein
hoog 20% 20% 16% 4% 4% 4%
11
Hiermee worden alle bedreigende situaties rondom het bedrijf bedoeld. Bijvoorbeeld het met geweld afdwingen van een gunst.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
20 van 29
4.3.2
Genomen organisatorische maatregelen Het invoeren van vaste procedures voor het openen en sluiten van het pand is de meest genomen organisatorische maatregel. Slechts 15% van de bedrijven heft een beveiligingsplan. GENOMEN ORGANISATORISCHE MAATREGELEN Hoewel een belangrijk deel 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% van de ondernemers beveiligingsplan ervoor zorgt dat vast persoon verantwoordelijk beveiliging attractieve instructie personeel beveiligingsprocedures goederen als vaste procedures openen en sluiten PC’s in ieder vast persoon verantwoordelijk sleutelbeheer geval buiten toegangscontrole bedrijfstijd uit het merken en registreren inventaris zicht staan, neemt slechts attractieve goederen buiten bedrijfstijd uit zicht een beperkt deel vastzetten PC's en beeldschermen van hen overzichtelijk houden terrein aanvullende vrij houden zicht op pand beperkende anders maatregelen in NIET(S) INGEVULD de vorm van het vastzetten van de apparatuur.
4.3.3
Genomen bouwkundige maatregelen De belangrijkste bouwkundige maatregel is het aanbrengen van 2-sterren hang- en sluitwerk. Tegelijkertijd heeft bijna de helft van de respondenten niet aangegeven deze maatregel te hebben getroffen. GENOMEN BOUWKUNDIGE MAATREGELEN 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% stevige terreinafscheiding voldoende hoogte stroomdraden op hekwerk maatregelen in- en opklimmen 2 ** hang- en sluitwerk alle ramen en deuren extra bouwkundige beveiliging ramen BG barrières tegen ramkraak extra beveil. ruimtes attract./kwetsb. goederen anders
NIET(S) INGEVULD
4.3.4
Genomen organisatorische maatregelen Vrijwel alle respondenten beschikken over een inbraaksignaleringssysteem die is aangesloten op een meldkamer. Cameratoezicht komt (nog) nauwelijks voor.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
21 van 29
GENOMEN ELEKTRONISCHE MAATREGELEN 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
elektronische toegangscontrole inbraaksignaleringssysteen aangesloten op meldkamer cameraopnames passief met beeldopslag cameraopnames met eigen actief toezicht op beelden cameratoezicht actief op professionele anders
NIET(S) INGEVULD
4.3.5
Beveiligingsdiensten 20% van de respondenten neemt deel aan de collectieve beveiliging van de SBBB. De vragen over de beveiligingsdiensten die worden afgenomen zijn minder goed ingevuld. Dit heeft ondermeer te maken met het feit dat veel bedrijven deze kennis niet paraat hebben. Wat bij de bedrijven die deze vragen wel hebben ingevuld opvalt is de grote versnippering in dienstverlening. Alarmcentrale / meldkamer: - Varel 5x - Trigion 2x - CSU 2x - Cocon 2x - RAN 1x - EBN 1x - Blicon 1x - Niet ingevuld 7x Alarmopvolging: - EBN - Assa - Varel - Trigion - Gaan zelf kijken - Niet ingevuld
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
2x 2x 1x 1x 8x 7x
22 van 29
4.4 Wensen verbetering veiligheid 4.4.1
Gewenste maatregelen Maar een beperkt deel van de ondervraagde ondernemers heeft concrete wensen met betrekking tot het veiligheidsprobleem dat men het liefst opgelost wil zien en suggesties voor oplossingen. Het volgende is genoemd: Welk veiligheidsprobleem zou u het liefst opgelost zien? - beperken van de toegankelijkheid (2x) - een veilige buurt maken - sociale controle - personen die er niets te zoeken hebben - richting verkeer Welke oplossingen ziet u zelf voor dit probleem? - Hekwerk en poorten - slagbomen - afsluiten doorgaand fietspad als vluchtroute - bewaking - collectieve beveiliging - omgevingsbeveiliging met camera’s - duidelijke borden richting verkeer
4.4.2
Samenwerking Tot slot is de ondernemers gevraagd of samenwerking met collega-ondernemers op het gebied van beveiliging zinvol kan zijn. Tweederde van hen is deze mening toegedaan, een aantal van hen echter met een ‘mits’. -
ja ja, ‘mits’ nee niet ingevuld
44% 24% 8% 24%
De volgende mitsen zijn genoemd: - Mits iedereen meedoet (2x) - Mits het een verplichting is bij een ieder - Mits men ervan doordrongen is - Mits het kosteloos - Mits offerte bij of in contact met betreffende bedrijf 4.5 Conclusies ►
Veiligheidssituatie De ondervraagde ondernemers zijn overwegen positief over de veiligheidssituatie op het bedrijvencluster en over het beheer en onderhud van de openbare ruimte.
►
Criminaliteitservaringen Eenderde van de ondernemers heeft in twee jaar te maken gehad met criminaliteit in de vorm van vernieling, diefstal, inbraak of een poging tot inbraak; bij een kwart van de ondernemers gaat het om twee of meer vormen van criminaliteit.
►
Criminaliteit als probleem 40 - 45 % van de ondernemers vindt diefstal en inbraak een ernstig probleem
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
23 van 29
►
Risicoanalyse op grond van mening ondernemers Op basis van de risico-inschatting van de respondenten komt inbraak op de eerste en dieftal op de tweede plaats van de risico’s voor de ondernemers op het bedrijvencluster. Overlast wordt nauwelijks als risico gezien. 0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
Overlast Vernieling Diefstal Inbraak Beroving of roofoverval Bedreiging of intimidatie
►
Dienstverlening De meeste ondernemers investeren in veiligheid, onder meer in de vorm van een inbraaksignaleringssysteem met aansluiting op een meldkamer. Een deel van hen besteedt de alarmopvolging uit. Op het gebied van de beveiligingsdienstverlening is sprake van versnippering, hetgeen te koste gaat van de (kosten-)effectiviteit.
►
Samenwerking Een ruime meerderheid vindt samenwerking op het gebied van beveiliging zinvol. Een deel van hen verbindt hier wel voorwaarden aan, zoals dat iedereen meedoet.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
24 van 29
Hoofdstuk 5 Richtingbepaling 5.1 Aanleiding en urgentie voor beveiliging Momenteel is het criminaliteitsprobleem op het cluster ten opzichte van andere terreinen in Breda minder groot. Toch heeft eenderde van de ondernemers in twee jaar één of meerdere keren te maken gehad met criminaliteit. Er doen zich een aantal ontwikkelingen voor die het tij in negatieve zin kunnen doen keren: - door de beveiligingsinspanningen op omliggende terreinen, waaronder de nabijgelegen Goeseelsstraat én in de regio (o.a. Etten-Leur en Oosterhout) zal de bedrijfsgerichte criminaliteit zich verplaatsen; - het cluster wordt uitgebreid en krijgt meerdere ontsluitingsmogelijkheden, waardoor de aantrekkelijkheid voor de criminaliteit toeneemt. Ook de dynamiek binnen de criminaliteitsbranche zelf kan ertoe leiden dat terreinen ineens meer of minder interessant zijn. De verplichte deelname aan de collectieve beveiliging voor de te vestigen bedrijven op de nieuw uit te geven kavels biedt kansen om de beveiliging op het cluster een impuls te geven. Tegelijkertijd zal er voor de legitimiteit van de verplichte deelname moeten worden toegewerkt naar een effectieve aanpak. De bedrijvenvereniging is er op tijd bij. Er is geen reden om meteen zeer omvangrijke stappen te nemen, wel om met elkaar een richting te kiezen en met elkaar planmatig de eerste stappen te zetten. 5.2 Draagvlak Bijna de helft van de ondernemers vindt diefstal en inbraak een ernstig probleem. Onder de ondernemers is draagvlak voor samenwerking om hier wat aan te doen: een ruime meerderheid van hen vindt dit zinvol, echter bij een deel van hen wel met enige mitsen en maren. Een gezamenlijke aanpak is kansrijk indien deze voorbehouden kunnen worden overbrugd. Hiervoor is nodig dat er een aanpak wordt gekozen waar de deelnemers individueel baat bij hebben in de vorm van een kosteneffectieve beveiliging van het eigen bedrijf, zonder dat zij het gevoel hebben te moeten meebetalen aan een systeem waar free riders van profiteren. In de toekomst zal er sprake zijn van verplichte deelname op een deel van het terrein. Het zal aan deze nieuwe ondernemers moeilijk te verkopen zijn dat zij voor een belangrijk deel moeten opdraaien voor de kosten voor een collectieve terreinbeveiliging van het gehele cluster waar niet meebetalende bedrijven op het oude deel van het cluster evenveel baat bij hebben. Uitgangspunt: De aanpak dient in belangrijke mate een privaat karakter te hebben uitsluitend ten dienste van die bedrijven die bereid zijn de handen ineen te slaan. Eventueel kan in een later stadium, wanneer er sprake is van een brede deelname, worden overgegaan tot aanvullende maatregelen gericht op de bewaking van de openbare delen van het terrein.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
25 van 29
5.3 Gefaseerde aanpak Gezien de huidige criminaliteit, de huidige deelname aan de collectieve beveiliging, de te verwachten toename van de risico´s en de uitbreiding van het terrein is er alle reden te kiezen voor een groeimodel. 5.3.1
1e fase: de eerste klap is een daalder waard Momenteel is er sprake van een sterke mate van versnippering in beveiligingsinspanningen, hetgeen niet alleen ten koste gaat van de effectiviteit, maar tevens ten koste gaat van de portemonnee van de individuele ondernemer. Voorgesteld wordt te starten met de intensivering van de samenwerking door de versnipperde dienstverlening te bundelen en in één hand te brengen. Het gaat hierbij om: - aansluitingen op alarmcentrales; - alarmopvolging; - collectieve surveillance; - andere voorkomende vormen van beveiligingsdiensten. Door toezicht, signalering en opvolging in één hand te brengen is er één partij verantwoordelijk voor de individuele én gezamenlijke beveiliging van het cluster. Door dit te koppelen aan de uitvoering van nabijgelegen clusters wordt de aanwezigheid vergroot waardoor een snelle reactietijd mogelijk wordt. Met deze fase wordt de basis gelegd voor de samenwerking en de eerste stap gezet op weg naar een gezamenlijke doelmatige infrastructuur.
5.3.2
2e fase: voorkoming door vroegsignalering De huidige alarmeringsystemen zijn meestal niet meer dan een waarschuwing achteraf dat er is ingebroken. Tegelijkertijd is een intensieve preventieve aanwezigheid van de beveiliger kostbaar. Er dienen maatregelen genomen te worden om dreigende inbreuken vroegtijdig te signaleren, zodat tijdig actie kan worden ondernomen. Met de inzet van technische hulpmiddelen kan gericht toezicht worden gehouden op de private bedrijfsobjecten. Door te kiezen voor een gezamenlijk systeem van private actieve camerabewaking kan een dergelijke infrastructuur worden uitgerold zonder dat hiervoor toestemming van de overheidsinstanties noodzakelijk is. Het systeem werkt in grote lijnen als volgt: - de deelnemende bedrijven worden voorzien van detectieschilden, waardoor dreigende inbreuk al vóór de gevel wordt gesignaleerd; - op strategische plaatsen worden enkele camera’s geïnstalleerd die zich automatisch richten op de plek van dreigende inbreuk, door de gezamenlijke infrastructuur zijn per groep bedrijven bijvoorbeeld maar twee camera’s nodig, hetgeen het systeem betaalbaar maakt;
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
26 van 29
-
de signalering activeert de procedure in de toezichtcentrale, waar interpretatie plaats vindt: is het de krantenjongen of is er meer aan de hand?; bij dreiging vindt aansturing van de surveillance plaats met een gegarandeerde reactietijd, zo nodig wordt ook de politie ingeschakeld.
Het systeem is flexibel: - kan ook toegepast bij kleine samenwerkingsverbanden van bijvoorbeeld een groepje in elkaars nabijheid gelegen bedrijven of een bedrijfsverzamelcomplex; - is free riders onafhankelijk: wie wil doet mee, freerider bedrijven die niet deelnemen profiteren ook niet van het systeem, deelnemende bedrijven worden duidelijk herkenbaar gemaakt; - eventuele bestaande camerasystemen en andere bestaande elektronische systemen kunnen vaak worden geïntegreerd; - het is privaat, dus onafhankelijk van overheidsbesluitvorming; - het kan uitgroeien tot een dekkend terreinbewakingssysteem. 5.3.3
3e fase: gecontroleerde toegang Naar de toekomst kan de beveiliging verder worden uitgebreid met cameratoezicht op de openbare weg, bijvoorbeeld door na realisatie van de uitbreiding camera’s te plaatsen op de toegangen van het terrein, zodat ook in de gaten kan worden gehouden wie tijdens risicouren het terrein op en af gaat. Flexibele afsluiting van de entrees ligt in verband met de woonfunctie minder voor de hand.
5.3.4
Inzet menskracht Techniek is niet meer dan een hulpmiddel om situaties vroegtijdig te signaleren en hier effectief op te reageren. In alle gevallen is de inzet van menskracht bepalend voor het resultaat. Dit houdt in dat naast de uitwerking van een geavanceerde elektronische infrastructuur ook de organisatorisch-operationele kant goed moet worden geborgd.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
27 van 29
Vervolg De bedrijvenvereniging Doornbos Noord-Zuid heeft opdracht verleend voor de uitvoering van een 0-meting en het samen met de ondernemers bepalen van een richting voor de aanpak. De resultaten van de 0-meting zijn opgenomen in voorliggende conceptrapportage. Op basis van interpretatie van deze resultaten is tevens een voorstel op genomen voor de in te slagen weg. Voorliggend concept wordt besproken in de bestuursvergadering van de bedrijvenvereniging. Daarna vindt een presentatie plaats aan de ondernemers op het cluster waar gezamenlijk conclusies worden getrokken hoe het vervolgtraject eruit moet komen te zien. Het bestuur kan op basis van de resultaten van de bijeenkomst met de ondernemers besluiten een Plan van Aanpak op te laten stellen, waarin ook de financiering nader is uitgewerkt. Voorgesteld wordt in de aanloop van het plan van aanpak een aantal gesprekken te voeren met individuele ondernemers waarvan wordt verwacht dat zijn een voorloperrol kunnen vervullen bij de individuele besluitvorming om deel te nemen.
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
28 van 29
Bijlage Deelnemers Collectieve Beveiliging SBBB per 31-12-2007 Bron: SBBB, jaarverslag 2007 - Bosch Security Systems - Adema & Touw BV - Vitelec BV - Gemeente Breda
0-meting cluster Charles Petit oktober 2008
Kapittelweg 10 Kapittelweg 16 Kapittelweg 18 Nieuwe Kadijk 99
29 van 29