BETAALGEDRAG NIEUWE NEDERLANDERS. VROUWEN IN CREDITMANAGEMENT HYPOTHEEKMARKT STAAT ALS EEN HUIS. ZO BETAALT HANS WIEGEL EUREGIO EN DE VERSCHILLEN NEDERLAND-DUITSLAND WET EN REGELGEVING EN GRENZEN PRIVACY. COLUMN HENK KEIJZER
CreditMind is een initiatief van GGN Incassospecialisten en Gerechtsdeurwaarders. Februari 2009, nummer 1.
Inhoud BETAALGEDRAG NIEUWE NEDERLANDERS: PRIMEUR
GGN heeft onderzoek gedaan naar het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders. Het levert informatie op die bijdraagt aan kennis en begrip. Eén van de conclusies: zoek naar alternatieve vormen van communicatie.
>>> 4
Geachte lezer, Wij hebben een prachtig vak! Maar ook een delicaat vak. Als incassospecialisten en gerechtsdeurwaarders opereren we tenslotte altijd op het gevoelige snijvlak van klant en leverancier. Daarbij is het woord ‘vertrouwen’ een kernbegrip. Zeker in deze tijd is het, als hoeder van dat vertrouwen, niet altijd even makkelijk en vraagt ons werk meer dan ooit inzicht in het handelen en denken van de debiteur. Mensenkennis als garantie voor een hoog rendement en respect voor de relatie van klant en leverancier. GGN wil met CreditMind die kennis delen en uitwisselen, uitleg geven en inzichten bieden, betrokkenheid tonen en vertrouwen geven. Door de vele facetten van ons vak en de verhalen van u en ons een eigen platform te bieden.
CRISIS OP DE HYPOTHEEKMARKT: EEN ANALYSE De Nederlandse hypotheekmarkt kan beter tegen een stootje dan de Amerikaanse. Een voordeel van de financiële crisis is dat de risicovolle hypotheken het loodje hebben gelegd. Een profiel van een markt in zwaar weer.
>>> 10
MET VROUWEN IN CREDITMANAGEMENT (P. 8). VEREENVOUDIGING INCASSOPROCEDURE EU (P. 9). NIEUWS (P. 16). GERECHTSDEURWAARDER IN DE PRAKTIJK (P. 17) REGIONIEUWS (P. 20). COLUMN HENK KEIJZER (P. 22)
Voor u ligt het eerste exemplaar van CreditMind. Wij wensen u veel leesgenot en inspiratie!
Henk Keizer. Voorzitter Raad van Bestuur GGN
ZO BETAALT HANS WIEGEL: OUDERWETS Als iedereen betaalde zoals Hans Wiegel dan hadden leveranciers weinig reden tot klagen. Hij gaat er elke zaterdag een half uurtje voor zitten om alle rekeningen van die week te voldoen. “Het is bezopen dat jongeren op afbetaling met vakantie gaan.”
>>> 13
MEER UIT BUITENLAND HALEN: EUREGIO Veel ondernemers schrijven vorderingen op klanten in het buitenland af. Ze zien op tegen de rompslomp van onbetaalde rekeningen. GGN biedt uitkomst met een samenwerking in de Euregio. Het begin van een kenniscentrum voor zaken doen in Duitsland.
>>> 14
TECHNOLOGIE, PREVENTIE EN PRIVACY: DE GRENZEN De technologie maakt het mogelijk de kredietrisico’s beter in te schatten en zo fraude te voorkomen. Dankzij databanken, waarin steeds meer persoonlijke gegevens worden opgeslagen. Wat mag wel en wat mag niet?
>>> 18
C
lage inkomen vaak veel kosten, omdat de gezinnen groter zijn. Zij voelen ook een sterke morele verplichting om ouders of familieleden in het thuisland financieel te ondersteunen. Het jaarlijkse bezoek aan de familie zien zij niet als een vakantie waarop je kunt bezuinigen, maar als een verplichting waaraan zij zich niet kunnen onttrekken. Die familieband verklaart ook waarom nieuwe Nederlanders
NIEUWE NEDERLANDERS
goede betaalmoraal, maar vaker in problemen door laag inkomen
Het onderzoeksbureau Motivaction onderzoekt elk jaar in opdracht van GGN het betalingsgedrag van consumenten in Nederland. De informatie die ‘Zo betaalt Nederland’ sinds 2003 oplevert, draagt bij aan het inzicht in de betalingsproblematiek waarmee steeds meer organisaties te maken krijgen. In 2008 is het onderzoek specifiek gericht op het thema betaalgedrag en betaalmoraal van nieuwe Nederlanders. De groeiende diversiteit van de Nederlandse bevolking is ook merkbaar in de praktijk van de GGN-kantoren, maar de kennis over het betaalgedrag van deze consumenten is gering. Nieuwe Nederlanders zijn al lang geen minderheid meer: 1,6 miljoen Nederlanders 4
Z
O
B
E
T A
A
B E T A A L T R E N D
L T
N
E
D
E
R
L
J A A R V E R S L A G
A
N
D
2 0 0 8
IncassospecIalIsten en GeRecHtsdeuRwaaRdeRs
hebben een niet-westerse herkomst. Dit aantal zal alleen maar groeien. In sommige grote steden ligt de verhouding tussen autochtonen en allochtonen nu al op fiftyfifty. Deze groep vormt een afzetmarkt van betekenis, waar betaalgedrag een behoorlijke (economische) invloed heeft. Voor GGN is dat een valide aanleiding geweest om voor het eerst het betaalgedrag en de betaalmoraal van de nieuwe Nederlanders in kaart te laten brengen door het onderzoeksbureau Motivaction. Motivaction heeft het onderzoek uitgevoerd onder de grootste doelgroepen: Turken, Marokka-
nen, Surinamers en Antillianen. Wat is het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders? Zijn er binnen deze groepen verschillen? Tot welk betaalprofiel behoren zij? Zijn er wezenlijk verschillen in het betaalgedrag van nieuwe en autochtone Nederlanders? Geldgebrek De helft van de nieuwe Nederlanders betaalt rekeningen op tijd. Net als bij de autochtone Nederlanders worden de rekeningen voor huur/hypotheek, zorgverzekering en energie vrijwel altijd op tijd betaald. Als ze betalingen uitstellen dan is dat in de eerste plaats de premie voor de zorgverzekering. Daarna volgen mobiele telefoon, huur of hypotheek, energie en vaste telefoon. Autochtone Nederlanders betalen vooral abonnementen en contributies te laat. De meeste incasso-
zaken van nieuwe Nederlanders hebben betrekking op telefoonrekeningen, huur, medische kosten en energie. Geldgebrek is de belangrijkste reden om niet te betalen. Bij allochtone Nederlanders is vaak sprake van nonchalance. De gemiddelde betalingsachterstand bedraagt e1040,-. Dat is relatief hoog doordat een klein aantal mensen een grote achterstand heeft. Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de nieuwe Nederlanders op tijd betalen belangrijk vindt en zich schaamt als dat onverhoopt te laat gebeurt. Die opvatting sluit niet aan op het daadwerkelijke betaalgedrag en de omvang van de betaalproblemen. “De moraal is goed”, constateert Ahmed Ait Moha, researchmanager bij Motivaction. ”Nee, nieuwe Nederlanders leven niet op te grote voet. Zij maken in verhouding tot hun
Ahmed Ait Moha: ‘Het ontbreekt aan goede voorlichting over incasso en procedures’.
veel meer telefoonkosten maken dan autochtone Nederlanders. Zij hebben de plicht om contact te houden. Die weegt zwaarder dan de financiële consequenties.” Nieuwe Nederlanders komen vaker in financiële problemen. Zij komen twee keer zo vaak met een incassobureau in aanraking als autochtone Nederlanders. Zij lenen ook vaker bij de bank, in de vorm van afbetaling, of door te lenen van familie. Dat laatste gebeurt drie keer zo vaak als bij autochtone Nederlanders. De verklaring is de sterke familieband en het lage
inkomen waardoor zij niet bij een bank kunnen aankloppen. Nieuwe Nederlanders maken heel weinig gebruik van internet als betaalkanaal. De reden is het hoge percentage analfabeten en digibeten onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Basale kennis Voor Ahmed Ait Moha zijn het lage inkomen en de bijzondere verplichtingen de belangrijkste verklaringen voor het betaalgedrag van nieuwe Nederlanders. Hij constateert ook een gebrek aan basale kennis over de consequenties van het financiële handelen. “Wat gebeurt er als je geld leent of op afbetaling koopt en je kunt de verplichtingen niet nakomen? Het ontbreekt aan goede voorlichting over incasso en de formele procedures die daarop volgen. Bij welke instanties kun je terecht voor hulp bij financiële problemen? Mensen verweren zich niet tegen vorderingen, omdat ze niet weten dát het kan en hoe het moet. Ik denk dat het ook geldt voor veel allochtone Nederlanders. Goede voorlichting wil ook zeggen in de taal van de doelgroep. Je kunt je op het standpunt stellen dat je daarmee de integratie niet bevordert. Maar uit onderzoek blijkt dat voorlichtingsmateriaal in het Nederlands niet of nauwelijks wordt gelezen door nieuwe Nederlanders. Met een uitgave in de eigen taal of door het visualiseren met personen uit de eigen gemeenschap bereik je in ieder geval een veel hogere attentiewaarde”. Motivaction heeft op basis van het onderzoek ´Zo betaalt Nederland´ het betaalgedrag getypeerd aan de hand van het Mentalitymodel. Uitgangspunt is de waardenoriëntatie, de manier waarop individuen in het leven staan. Zo is in het betaalgedrag onderscheid gemaakt naar nonchalanten, risicomijders en spenders.
5
C
Betaalgedrag in vijf varianten
Voor nieuwe Nederlanders is het zogenaamde EtnoMentality ontwikkeld. De drie betaaltypen die Motivaction onderscheidt: Risicomijders: hechten veel waarde aan financiële zekerheid en spaarzaamheid. Zij hebben een strakke betalingsdiscipline en zijn zuinig ingesteld. Spenders: zij zijn materialistisch ingesteld en hebben de consumptiemaatschappij omarmd. Spenders hebben het grootste gat in de hand. Zij geven al gauw meer geld uit dan zij binnen krijgen. Nonchalanten: deze groep is met heel andere dingen bezig dan geldzaken en rekeningen betalen. Te laat betalen is schering en inslag. Niet door gebrek aan geld, maar door slordigheid en het veronachtzamen van betaaltermijnen. Voor nieuwe Nederlanders maakt Motivaction het volgende onderscheid:
Nieuwe Nederlanders zijn divers in samenstelling en betaalgedrag.
Behoudende arbeidsgerichten: deze groep is gedreven door
materialisme, arbeid, consumptie en verwerven van status. Zij zijn sterk gericht op traditie, gezin en religie. Zij vinden het leuk om geld uit te geven, vooral aan nieuwe producten. Dit milieu kan goed rondkomen met het inkomen. Betaalt rekeningen wel eens te laat. Wijkt niet af van het gemiddelde voor rood staan en betalingsproblemen. De administratie is goed op orde. Heeft minder te maken met aanmaningen en incassobureaus. Vinden hun weg naar bedrijven als er iets fout is met facturen. Turken behoren meer dan gemiddeld tot dit milieu. Surinamers minder. Het heeft een oververtegenwoordiging van 18-30-jarigen. Het zijn nonchalante betalers. Statusgerichte carrièremakers: een groep die sterk gericht is op presteren en genieten van de materialistische dingen van het leven. Balanceren tussen plichtsgetrouwheid en onafhankelijkheid. Familie is niet het belangrijkste, maar wordt niet uit het oog verloren. Centraal staan presteren, carrière maken en een hogere inkomensklasse bereiken. Kan goed rondkomen met het huidige inkomen. Heeft niet meer dan gemiddelde betalingsproble-
men. Staat positief tegenover bedrijven. Weten die goed te vinden voor vragen of opmerkingen over rekeningen en aanmaningen. Heeft weinig moeite met ingewikkelde facturen. Is voorstander van strenge en duidelijke aanmaningen. Heeft van alle groepen de grootste voorkeur voor facturen per mail. Tot dit milieu behoren iets meer Surinamers dan Turken. En meer middelbaar en hoogopgeleiden met gemiddeld ook hogere inkomens. Het zijn nonchalante betalers. Religieuze familiegerichten: een groep die hecht aan traditionele waardepatronen. Gezin, familie en het geloof staan op de eerste plaats. Krijgt aanzien van anderen door de intensieve geloofsbelijdenis. Verdieping van religie is een belangrijke vorm van ontplooiing. Hecht vrijwel geen waarde aan materialisme. Heeft de afgelopen jaren meer dan andere groepen te maken gehad met inkomensdaling. Verwacht in de toekomst een verdere daling. Heeft vaker betalingsproblemen. Kan maar net rondkomen met het huidige inkomen. Houdt minder geld over om te sparen. Betaalt daardoor noodgedwongen rekeningen wel eens te laat. Is meer dan gemiddeld goed op de hoogte van de financiële situatie. Schaamt zich voor het eigen betaalgedrag. De moraal is goed, maar het inkomen ontoereikend. Tot dit milieu behoren meer Marokkanen
en Turken en minder Surinamers en Antillianen. Het heeft gemiddeld een oudere leeftijd en telt meer lagere inkomens en lager opgeleiden. Het zijn overwegend risicomijders. Moderne statuszoekers: deze nieuwe Nederlanders worden gedreven door materiële en consumptieve waarden. Voelen zich niet gebonden aan wat zou moeten volgens familie of geloof. Willen zoveel mogelijk kunnen doen en laten waar zij zin in hebben. Streeft in het werk vooral naar zekerheid en regelmaat. Minder behoefte aan zelfontplooiing. Kan meer dan gemiddeld niet rondkomen met het huidige inkomen. Komt elke maand geld tekort. Spaart minder. Heeft vaak grote betalingsproblemen. Verwacht die ook voor de komende jaren. Maakt het meest gebruik van financieringsmogelijkheden (lenen, afbetalen). Is het minst te spreken over incasso. Vindt dat bedrijven niet duidelijk communiceren over facturen en aanmaningen. Ervaart facturen als onduidelijk. Vindt aanmaningen en herinneringen het meest niet terecht. Vindt niet zo makkelijk de weg naar bedrijven met hun vragen en opmerkingen. Legt de oorzaak voor geldproblemen enigszins bij zichzelf. Kan niet goed omgaan met geld. Dit milieu is vrij gemiddeld verdeeld over nieuwe Nederlanders, met iets meer Turken en Antillianen. Het zijn spenders.
Ambitieuze zelfontplooiers: deze categorie staat zelfstandig en onafhankelijk in het leven. Wil zichzelf ontplooien. Hecht veel waarde aan leven volgens eigen principes en wil daarbij niet gedwarsboomd worden door familie en religie. Is minder gericht op uiterlijkheden en materialisme. Heeft de afgelopen twee jaar het vaakst een inkomensstijging doorgemaakt. Maakt gemiddeld gebruik van financieringsmogelijkheden. Heeft minder dan gemiddeld betalingsproblemen. Heeft goed zicht op de uitgaven en de financiële situatie. Betaalt rekeningen tijdig. Komt minder dan gemiddeld in het incassotraject terecht. Weet bedrijven goed te vinden met vragen en opmerkingen. Vindt dat bedrijven rekeningen tijdig versturen. Is de meest zorgeloze groep. Openstaande rekeningen veroorzaken geen slapeloze nachten. Hebben weinig invloed op het humeur. Heeft geen moeite met het openen van enveloppen met rekeningen of aanmaningen. Bedrijven zouden niet zo moeilijk moeten doen als een keer niet op tijd wordt betaald. Stoppen rekeningen vaker dan gemiddeld bij het oud papier. Kan toch goed met geld omgaan. Dit milieu telt meer Surinamers en Marokkanen en minder Turken. Er behoren meer vrouwen dan mannen tot dit milieu. Het is gemiddeld hoger opgeleid. De leeftijd 30 tot 50 jaar is vaker vertegenwoordigd.
Communicatie met nieuwe Nederlanders
6
De waardenoriëntatie en leefstijlsegmenten maken duidelijk dat je niet kunt spreken van de allochtoon, Turk of Marokkaan. Deze groep is divers in haar samenstelling en betaalgedrag. Net als de autochtonen kunnen zij worden ingedeeld naar betaalprofielen. In het incassotraject, maar ook in het voortraject sluiten zij aan bij de waardenoriëntatie van deze groepen. Een spender moet op een andere manier worden benaderd dan een nonchalante betaler. Nieuwe Nederlanders zijn vaker niet bekend met incassoprocedures en de hulpverlenende instanties. Zij hebben vaker te maken met
taalproblemen bij de communicatie. Zij hebben relatief lagere inkomens en lenen vaker onderhands bij familie en vrienden. Met deze specifieke kenmerken moet rekening worden gehouden bij de communicatie en het beïnvloeden van het gedrag van nieuwe Nederlanders. Als je hiermee rekening houdt – aldus Ahemd Ait Moha – kom je echt bij deze groep ‘binnen’ en kun je ze bereiken. In bepaalde gevallen kan het noodzakelijk zijn alternatieve communicatiemogelijkheden in te zetten. Bijvoorbeeld de eerste herinnering op een cassettebandje in te spreken in de taal van de debiteur als hij het Nederlands niet zo goed beheerst. Op die manier zou je ook de procedure kunnen uitleggen.
7
C
‘VROUWEN RAKEN NIET OVERSTUUR VAN EEN HUILENDE MAN OF VROUW’ Lies Jesterhoudt Sinds 2007 hoofd Credit Management bij Crédit Agricol Deveurope (CAD) in Amsterdam
CAD is ontstaan uit een fusie tussen InterBank en Ribank. InterBank is één van de grote financieringsmaatschappijen in Nederland voor consumptieve kredieten, met bekende labels als IDM en Finatabank. “Samen met de afdeling Risk Management beoordelen we regelmatig trends in het betaalgedrag van onze klanten. Het eindresultaat van ons incassotraject blijft stabiel, maar we moeten ons meer inspannen om dat zo te houden. Er staat veel meer druk op de verschillende stappen in het incassotraject. Dat komt vooral doordat de gemiddelde vordering hoger is geworden.
VROUWEN IN CREDIT MANAGEMENT 8
Ons geautomatiseerde incassosysteem is gebaseerd op het gehele traject. We spannen ons tot het uiterste in om binnen de termijn van 90 dagen tot betaling of een regeling te komen en het inschakelen van een deurwaarder te voorkomen. Dat lukt in bijna alle gevallen. Uiteindelijk moeten we maar een klein percentage uit handen geven. Het proces begint bij onze afdeling Actieve Incasso waar contracten met een betalingsachterstand van tien dagen binnenstromen. Daar wordt, automatisch, een selectie gemaakt op de
risicoprofielen hoog, midden en laag. De hoge risico’s worden als eerste 45 dagen lang benaderd door het callcenter dat in deze termijn aandringt op betaling of het treffen van een regeling. Na 45 dagen neemt een behandelaar, een specialist, de behandeling over en beginnen de indringende gesprekken. Na negentig dagen valt het doek. Als dan niet betaald is, gaat de vordering over naar de afdeling Derden Incasso. Het vervolg hebben we uitbesteed aan vier incassoen deurwaardersbedrijven. De vorderingen uit het hele land worden willekeurig, geautomatiseerd verdeeld. Dat is bewust gedaan, om vergelijkingen en discussies in de trant van ‘ja maar, Amsterdam is een veel lastiger markt dan Rotterdam’ te voorkomen. De hoofdtaak van de afdeling Derden Incasso is het monitoren van de deurwaarders op resultaten. Ook dat gebeurt geautomatiseerd. We doen dat aan de hand van een maandelijks overzicht van de portefeuille en de status. We voeren ook regelmatig ter plaatse controles uit op de kantoren. We geven vooraf aan dat we een audit gaan doen, op welk kantoor en welke dossiers wij willen inzien. Onze medewerkers maken ter plaatse een rapport op en later op kantoor een evaluatie. De bevindingen bespreken we met de directie. Ik heb elk kwartaal overleg met directies over de resultaten. Het is leuk werk, omdat je met mensen werkt. Dat is nooit saai. Als manager ben je wel heel erg gericht op cijfers, maar er zitten altijd mensen achter. Ik vind het ook spannend om elke keer weer te proberen de verliezen voor het bedrijf zo beperkt mogelijk te houden.
Of dit een mannenwereld is… Voor een deel. Mannen kom je vooral tegen in de managementlagen. In het incassogedeelte werken voor het merendeel vrouwen. Nee, niet omdat ze aardiger zijn. Ze zijn wel erg geschikt voor dit werk. Ze zijn directer dan mannen. Ze zijn juist niet aardig, maar streng. Wel op een correcte en vriendelijke manier. Ze raken niet overstuur als zij een huilende man of vrouw aan de telefoon krijgen. Om deze functie te bereiken heb ik me niet meer hoeven in te spannen dan mannen. Ik ben wel met argwaan bekeken toen ik in 1996 bij ABN Amro mijn entree maakte in de deurwaarderswereld. Dat was toen een gesloten mannenbolwerk. Ze zeiden het niet, maar ik werd wel bejegend met een houding van: wat moeten we met haar? Die argwaan had waarschijnlijk meer te maken met mijn ideeën dan met mijn vrouw-zijn. Ik was bezig de deurwaarders te gaan monitoren op resultaten. Dat was een heftige confrontatie. Controleren was niet gebruikelijk. Een deurwaarder vertrouwde je. Punt uit. Hij was in zijn omgeving een notabel, een man met gezag. Zo iemand controleren of hij zijn werk wel goed deed? Hoe haal je het in je hoofd? Het is allemaal goed gekomen. Nu is het heel vanzelfsprekend dat wij regelmatig audits uitvoeren. Ik krijg reacties van directies die onze controles voor willen zijn en vooraf zelf willen zien wat niet goed is gegaan. Zij willen ons systeem graag intern toepassen. Dat is alleen maar goed. Tien jaar geleden zou die reactie ondenkbaar zijn geweest.”
VEREENVOUDIGING INCASSOPROCEDURE EU Er geldt geen limiet voor de hoogte van de vordering De Europese Unie maakt het een stuk makkelijker om niet-betwiste vorderingen in de lidstaten te incasseren. De invoering van een Europese betalingsbevelprocedure in 2008 brengt eenheid in de vorderingsprocedure, waardoor een snellere en goedkopere uitvoering mogelijk is. Een ander voordeel is dat er geen limiet geldt voor de hoogte van de vordering. In de oude situatie zagen schuldeisers er vaak vanaf om een betalingsprocedure in de EUlanden in gang te zetten. De juridische gang van zaken verschilde van land tot land, was vaak ingewikkeld en daardoor tijdrovend. De kosten die ermee gemoeid waren, stonden vaak niet in verhouding tot de opbrengsten. Door een uniforme regeling is er ook sprake van vrij verkeer bij het incasseren van nietbetwiste vorderingen. Nu hoeft de schuldeiser voor het aanvragen van een betalingsbevelprocedure alleen maar een standaard formulier in te vullen en dat in te dienen bij een aangewezen instantie zoals een rechtbank in het land van de debiteur.
Als dat voldoet aan de voorwaarden dan honoreert de rechtbank het verzoek binnen dertig dagen. De debiteur kan de uitvoering van het bevel alleen voorkomen door binnen dertig dagen een verweerschrift in te dienen. Het betalingsbevel kan in alle lidstaten van de EU worden uitgevoerd, met Denemarken als enige uitzondering. Uitgesloten De Europese betalingsbevelprocedure geldt alleen voor vorderingen die niet worden betwist. De procedure is van toepassing in burgerlijke- en handelszaken, waarbij partijen in verschillende landen van de EU wonen (behalve Denemarken dus). Uitgesloten zijn fiscale zaken, douanezaken, bestuursrechtelijke zaken en bepaalde aansprakelijkheden van de staat. Verder zijn uitgesloten het huwelijksgoederenrecht, faillissementen, surséances van betaling en soortgelijke procedures, sociale zekerheid en vorderingen uit niet-contractuele verbintenissen. Gezien het nieuwe karakter van de Europese betalingsbevelprocedure en het ontbreken van enige ervaring met de uitvoering, onderzoekt GGN nog wat dit precies betekent voor haar klanten en haar dienstverlening.
9
C
De financiële crisis is begonnen op de huizenmarkt in de Verenigde Staten. De financiering bleek een zeepbel en spatte uiteen met een kracht die nu de reële economie wereldwijd raakt. De fundamentele oorzaak van de huidige problemen is het wegvallen van vertrouwen. Niet alleen bij banken, maar bij alle partijen die financiering nodig hebben om zaken te kunnen doen. Wat staat de Nederlandse hypotheeken woningmarkt te wachten?
Het grote verschil met Nederland is dat de financiers in de Verenigde Staten bij het verstrekken van hypotheken vooral keken naar de prijsontwikkeling op de huizenmarkt en iedereen geld leenden als de te betalen rente maar gedekt werd door de stijging van de huizenprijzen. Zo konden huiseigenaren jaren achter elkaar in een eigen huis wonen zonder daarvoor per saldo een cent te betalen. Totdat de rente steeg, de prijzen daalden en de hypotheekverstrekkers bij hun klanten aanklopten om te betalen. Bij velen schoot het inkomen daarvoor te kort. Nederlandse hypotheekverstrekkers beoordelen de kredietwaardigheid van hun klanten op andere aspecten, zoals de waarde van het huis,
grootbanken hebben hun hypotheekvoorwaarden de afgelopen tijd niet veranderd. “Mensen die twee jaar geleden voor een hypotheek in aanmerking kwamen, kunnen nog steeds hun huis laten financieren”, zegt drs. Martijn de Jong Tennekes, senior econoom bij het directoraat Kennis en Economisch Onderzoek van de Rabobank en specialist op het gebied van de woningmarkt. Wel is de rente hoger, waardoor het leenbedrag nu iets lager is. Problemen doen zich vooral voor in de zogenoemde securisatiemarkt, in het bijzonder bij de buitenlandse hypotheekverstrekkers. Partijen die van deze markt afhankelijk zijn, hebben mogelijk wel hun hypotheekvoorwaarden aangescherpt, producten
HYPOTHEEKMARKT STAAT ALS EEN HUIS het nominale huishoudinkomen en de woonlasten die niet meer dan circa dertig procent van het inkomen mogen bedragen. Sinds 1 januari 2007 geldt de Gedragscode Hypothecaire Financieringen, waaraan alle financiële instellingen op de hypotheekmarkt zich dienen te houden. Daarin is in tabellen vastgelegd wat de maximale hypotheek is. Cijfers maken duidelijk hoe groot het verschil is tussen de Nederlandse en de Amerikaanse situatie. In Nederland schommelt het aantal gedwongen veilingen rond de tweeduizend per jaar. Dat is ongeveer één procent van alle transacties. Dat is een te verwaarlozen percentage in een markt met ruim 3,5 miljoen eigen woningen (op een woningbestand van ruim zeven miljoen). In de Verenigde Staten is dat momenteel veertig procent. De Nederlandse 10
van het schap gehaald of zijn helemaal gestopt met de verkoop van hypotheken in Nederland. Nederland kende ook hypotheken met een hoog risico, de zogenoemde BKR-hypotheken (Bureau Kredietregistratie). Mensen die door hun hoger risicoprofiel voor financiering niet terecht konden bij de reguliere banken, waren welkom bij gespecialiseerde financiers die bereid waren om tegen hogere kosten extra risico te lopen. Het betreft een kleine niche in de hypotheekmarkt die slechts een paar jaar heeft bestaan en in Nederland zeer beperkt in omvang is gebleven. Op de top van de markt was 1 procent van de in Nederland verkochte hypotheken een BKRhypotheek. Deze producten zijn in Nederland door de financiële crisis nagenoeg verdwenen.
Consument terughoudend De Rabobank (marktleider met dertig procent van de Nederlandse hypotheekmarkt) laat in zijn ‘Kwartaalbericht Woningmarkt’ van november 2008 weten dat “de hypotheekproductie zowel in aantallen als in waarde onder druk blijft staan. Wij verwachten echter geen massale betalingsproblemen op de Nederlandse woningmarkt, ondanks de in de afgelopen jaren opgelopen hypotheekrente. Wel kan een kleine groep mensen getroffen worden. Vaak door een combinatie van gestegen rentes en verandering in de persoonlijke situatie, zoals echtscheiding of verlies van baan”. Uit onderzoek blijkt wel dat de consument terughoudender is dan voor de crisis, als het gaat om het kopen van een woning. Vereniging Eigen Huis bevestigt dat aan de hand van
haar Marktindicator: de helft van de Nederlandse bevolking vindt dit geen goed moment om een huis te kopen. Een half jaar geleden was dit 36 procent. Een meerderheid van eigenwoningbezitters (55 procent) vindt dat de overheid maatregelen moet nemen om de woningmarkt te ondersteunen. Vereniging Eigen Huis pleit voor een tijdelijke halvering van de overdrachtsbelasting en een verhoging van de grens voor de Nationale Hypotheek Garantie. Positieve kanten Martijn de Jong Tennekes zet de belangrijkste gevolgen van de kredietcrisis voor de hypotheekrente op een rij. De nadelige effecten, zoals minder economische groei en hogere werkloosheid, kent iedereen. Maar er zijn ook minder negatieve gevolgen van de kredietcrisis. Zo valt
de inflatie veel lager uit dan in de zomermaanden werd verwacht. Die verwachting was vooral gebaseerd op de sterke stijging van de grondstofprijzen. “Begin 2008 ging de olieprijs door de grens van 100 dollar heen. Op het hoogtepunt bedroeg de prijs circa 145 dollar per vat en de huidige prijs is slechts een derde van dat bedrag.” Gevolg van de lagere inflatie(verwachtingen) is dat de centrale banken wereldwijd (inclusief de ECB) hun rentetarieven verlagen. Op 4 december verlaagde de ECB de rente voor de derde keer, nu met een recordverlaging van 0,75 procentpunten tot 2,5 procent. Gunstig voor de consument die wil lenen, zou je zeggen, maar Hans André de la Porte van Vereniging Eigen Huis constateert dat de consument weinig merkt van die daling. Banken gebruiken het voordeel om eerst hun
eigen risico’s af te dekken. Martijn de Jong Tennekes tekent hierbij aan dat de hypotheekrente niet uitsluitend bepaald wordt door de beleidsrente van de ECB. De fundingskosten zijn momenteel aanzienlijk hoger dan voor de kredietcrisis en ook de spaarrentes zijn toegenomen. De kosten voor banken zijn hierdoor hoger. De kern van de kredietcrisis is het gebrek aan vertrouwen. Banken moeten hierdoor een hogere risico-opslag betalen wanneer zij geld aantrekken op financiële markten. De consument merkt dit ook, bijvoorbeeld in de hogere spaarrentes die verschillende banken momenteel vergoeden. “Rabobank verwacht per saldo dat de hypotheekrentetarieven enigszins kunnen dalen. Aangezien de huizenprijzen een meer gematigde ontwikkeling doormaken en de inkomens volgend jaar met 11
C
geld dat vooral de nieuwe aanbieders in hypothekenland zo verdienden, gebruikten ze om nieuwe hypotheken te verstrekken. De bereidheid van investeerders om die risico’s over te nemen is momenteel tot nul gereduceerd. De kosten en voorwaarden zijn dermate ongunstig dat dit product onverkoopbaar is geworden. Is de ontwikkeling in de woning- en hypotheekmarkt te vergelijken met de crisis die eind jaren zeventig en begin jaren tachtig tot een dramatische daling van de huizenprijzen leidde? “Nee”, zegt Martijn de Jong Tennekes, “de omstandigheden zijn totaal verschillend. In Nederland zijn toen te grote risico’s genomen bij de verstrekking 12
met een gemiddelde nominale prijsstijging van 1,5 procent en voor 2009 van ongeveer één procent. Het consumentenvertrouwen is echter lastig te voorspellen en blijft zeker nu een risicofactor.” Huiseigenaren liggen wakker De financiële crisis leidt onder woningbezitters tot onzekerheid. Dat is op de website van Vereniging Eigen Huis te zien aan de vragen die worden gesteld. Hoeveel en hoe hard dalen de huizenprijzen? Is het een gezonde correctie of een ontwikkeling waarvan je wakker moet liggen? Dat laatste is het geval als je geen keuze hebt en de aan- of verkoop niet kunt uitstellen in de hoop op
Woningmarkt in cijfers De Nederlandse hypotheekmarkt is 574 miljard euro groot. Uit gegevens van het kadaster blijkt dat het aantal verstrekte hypotheken sinds 2006 daalt. In dat jaar bedroeg de omzet in verstrekte hypotheken 121 miljard euro. In 2007 was dat 109 miljard. Voor 2008 wordt een omzet van 92 miljard euro verwacht. Volgens het kadaster is de gestegen rente niet de enige oorzaak. Ook de vergrijzing speelt een rol: steeds meer ouderen verkopen hun huis
en verhuizen naar een huurwoning. Prijsdaling koopwoningen Volgens de NVM is voor het eerst in achttien jaar de verkoopprijs van een gemiddelde woning met 0,3 procent gedaald (in het tweede kwartaal bedroeg de prijsstijging nog 1,9 procent). Het aantal woningen dat in het derde kwartaal van 2008 is verkocht ligt 13 procent lager dan in het tweede kwartaal. De NVM constateert dat een voorlopige koopovereenkomst door de financiële crisis minder waard wordt. Steeds meer mensen moeten noodgedwongen afzien van de koop van een huis, omdat zij de financiering niet rond krijgen. De woningbouwmarkt Martijn de Jong Tennekes verwacht dat het inzakken van de woningproductie op de langere termijn het grootste effect heeft. Er is nu al sprake van een gat tussen vraag en aanbod op de Nederlandse woningmarkt. Er zijn kwantitatief te weinig woningen beschikbaar om aan de vraag te kunnen voldoen. De kwaliteit van het aanbod sluit niet aan op de wensen van de kopers. En ook regionaal sluiten vraag en aanbod niet op elkaar aan. “De woningen die mensen zoeken, zijn niet altijd op de gewenste locatie beschikbaar”, zegt hij. “Regio’s die een bovengemiddelde prijsontwikkeling laten zien, bieden relatief veel werkgelegenheid. Daar is ook de vraag naar kwalitatief goede woningen het grootst. In de Randstad is de behoefte aan woningen het grootst. Als de bouwproductie nu afneemt, neemt de mismatch op de Nederlandse woningmarkt in de toekomst grotere vormen aan.”
HANS
WIEGEL
Doorverkopen hypotheekportefeuilles Het effect van de verhoogde risico’s heeft ook een einde gemaakt aan het doorverkopen van hypotheekportefeuilles aan investeerders die de risico’s van hypotheekverstrekkers overnamen. Daardoor kwamen de risico’s niet op de balans van de banken. Het
betere tijden, zegt Hans André de la Porte van Vereniging Eigen Huis. “Als een andere baan of scheiding dwingen tot verkoop. Of als je een dubbele hypotheek hebt, omdat je je huis niet kunt verkopen. Die risico’s dragen eraan bij dat mensen wachten met de aankoop van een volgend huis. Het is een stagnatie die grote invloed heeft op onze economie en werkgelegenheid. Daar is heel veel geld mee gemoeid.” De afwachtende houding is terug te voeren op onzekerheid bij de consument. Een peiling van Vereniging Eigen Huis legt dat gebrek aan vertrouwen ook bloot: in november daalde het vertrouwen naar de laagste waarde, 68 (100 is neutraal). “Onder de honderd wil zeggen negatief, terughoudend en weifelend. Bij 68 moet je zelfs denken aan verlies in het vertrouwen en afzien van de koop van een huis.” Het gebrek aan vertrouwen zou er niet mogen zijn als je alleen kijkt naar de economische factoren: de hypotheekrente is laag, de werkgelegenheid en de financiële positie van huishoudens zijn niet slecht. Dat gebrek aan vertrouwen is ook fnuikend voor de doorstroming in de huizenmarkt die vooral de starters treft. “Niet omdat er geen starterswoningen zijn, maar omdat de mensen die erin wonen niet van plan zijn te verhuizen”, aldus Hans André de la Porte.
ZO BETAALT
circa 3% kunnen stijgen verwachten we dat de betaalbaarheid van Nederlandse koopwoningen licht zal verbeteren. Het is een eerste stap in de goede richting voor meer dynamiek”, aldus De Jong Tennekes.
van hypotheken. De inflatie was veel hoger dan nu en de nominale lonen stegen veel sneller. Bepaalde hypotheekproducten hielden rekening met toekomstige loonstijgingen en dat liep mis toen die stijging niet gerealiseerd werd. Bovendien waren de overheidsfinanciën toen niet op orde. Wat dat betreft staan we er nu een stuk gunstiger voor. Wel is de economische groei nu minder dan we gewend waren. Ook neemt het consumentenvertrouwen af en dat zie je terug in het koopgedrag op de woningmarkt. Wij verwachten een geringe stijging van de huizenprijzen, maar niet overal in Nederland. We houden voor 2008 rekening
Hoe gaan Nederlanders om met hun financiële huishouding? GGN doet jaarlijks onderzoek naar het betaalgedrag. Daarin worden drie betaaltypen onderscheiden: Nonchalanten: Zij zijn vooral met andere zaken bezig dan geldzaken en rekeningen betalen. Ze kunnen de rekeningen wel betalen, maar laten die vaak slingeren. Te laat betalen komt vooral door slordigheid en het veronachtzamen van betaaltermijnen. Als ze een keer in de problemen komen dan regelen ze iets met het bedrijf of met het incassobureau. Zij hebben een gemiddeld betaalgedrag en handelen veel per e-mail af. Risicomijders: Financiële zekerheid en spaarzaamheid staan bij deze groep hoog aangeschreven. Ze hebben hun administratie goed op orde en betalen op tijd. Ze hebben een strakke betalingsdiscipline en zijn zuinig ingesteld. Als ze een keer een aanmaning krijgen, hebben ze geen moeite met de strenge toon. Spenders: Zij zijn materialistisch ingesteld en hebben de consumptiemaatschappij omarmd. Deze groep heeft het grootste gat in de hand. Grote aankopen worden vaak op krediet gedaan en ze lenen makkelijk geld van familie en vrienden. Zij komen af en toe in de financiële problemen en hebben daardoor regelmatig slapeloze nachten. Zij krijgen regelmatig post van een incassobureau. Tot welke groep rekent Hans Wiegel zich? “Tot de risicomijders. Ik heb mijn administratie op orde en ik betaal altijd op tijd. Dat zit in mijn karakter, maar het is ook discipline. Elke zaterdagmiddag betaal ik alle rekeningen van die week. Nee, ik geef geen voorrang aan bepaalde rekeningen.” Is dat niet zonde van de zaterdagmiddag? “Nee, want het kost me niet meer dan een half uurtje.” Controleert u de rekeningen? “Nee, niet in details. Dat is niet nodig. Ik weet wat ik heb besteld en wat dat ongeveer kost. Bij de nutsbedrijven gaat het om vaste bedragen. Ik neem de rekeningen globaal door. Alleen als mij iets opvalt, dan vraag ik opheldering.”
Raspoliticus en voorzitter van het bestuur van Zorgverzekeraars Nederland, een organisatie die de belangen behartigt van ondernemingen die zorgverzekeringen aanbieden.
Staat u wel eens rood? “Dat is nog nooit voorgekomen.” Krijgt u wel eens aanmaningen? “Het zal wel een enkele keer gebeurd zijn, maar ik kan het me niet herinneren.” Hebt u wel eens te maken gehad met een incassobureau of deurwaarder? “Nee, als je elke week betaalt dan heb je niets met deze keurige mensen te maken.” Wat is uw associatie met het begrip deurwaarder? “Ik ken er één en dat is een grote, opgewekte kerel.” Bezuinigt u wel eens en waarop? “Niet echt, nee. We hebben het goed, maar we leven zuinig. We gooien geen geld over de balk. Dan hoef je ook niet extra te bezuinigen. Als we besluiten om een of twee keer met vakantie te gaan, dan mag dat ook wat kosten.” Waar geeft u zo weinig mogelijk geld aan uit en waarmee bent u royaal? “Pennywise: ik let op de kleintjes. Poundfoolish: ik kan ook wel iets moois kopen voor mijn geliefde of kinderen. Dan kijk ik niet in de eerste plaats naar wat het kost. Belangrijker is of ik ze er een plezier mee doe.” Van welke miskoop of welke uitgave hebt u nog steeds spijt? “Is nooit voorgekomen.” Wat hebt u van huis uit meegekregen als betaalmoraal? “Hoe ik mijn financiële huishouden voer, is gebaseerd op het gezin waarin ik ben opgegroeid. Ik ben in het begin van de oorlog geboren. Dat zegt genoeg. Na de oorlog is mijn vader een eigen zaak begonnen. Dat is nooit simpel, maar in de karige tijd zo kort na de oorlog was dat een extra groot risico. We zijn nooit arm geweest en dat is voor een groot deel te danken aan de wijze waarop mijn moeder het huishouden voerde. Zuinig.” Geeft u dat ook aan uw kinderen mee? “Ja, maar ik hou er ook rekening mee dat zij in deze tijd iets makkelijker in het leven kunnen staan. Maar zij zullen nooit iets op krediet kopen. Daar ben ik faliekant tegen. Het is toch bezopen dat jongeren op afbetaling met vakantie gaan.” Wat zou u – als dat kon – veranderen in het betaalgedrag? “Het besef dat betalen vanzelfsprekend is als je een product koopt of een dienst afneemt. Je krijgt iets en die prestatie behoor je per ommegaand te honoreren. Mensen beseffen niet dat slecht betalen slordig omgaan met geld van anderen is. Dat hoort niet. Lekker ouderwets, hè?”
13
C
Onbekend maakt onbetaald. Ondernemers boeken vorderingen op buitenlandse klanten vaak af, omdat ze opzien tegen het gedoe van incasso in onbekende omstandigheden. Of tegen hoge incassokosten. GGN heeft in Almelo een portaal geopend voor incasso in de Euregio. Voor opdrachtgevers aan beide zijden van de grens. Het is de voorloper van een NederlandsDuits kantoor.
GGN VORDERT IN EUREGIO Voor zakendoen in het buitenland is kennis van de ondernemerscultuur minstens zo belangrijk voor resultaten als de commerciële actie. Zo verdwijnen aanmaningen met een Nederlandse afzender in negen van de tien gevallen ongeopend in de prullenbak van de Duitse ondernemer. “Ook al komen de brieven van een deurwaarderskantoor en zijn ze in perfect Duits geschreven. Post uit het buitenland wordt in het Duitse ondernemersland meestal niet serieus genomen”, zegt Oscar Pont, manager Sales en Marketing van Tijhuis & Partners GGN, die samen met accountmanager Claudia in het Veld de Euregio-activiteiten voorbereidt en uitvoert. Het is één van de redenen waarom GGN in de Euregio samenwerkt met het advocatenkantoor Bierschenk, Hagemann, dr. Kühle & Kollegen in Gronau. 14
In Duitsland heb je een advocaat nodig om een Gerichtsvollzieher te kunnen inschakelen. Een Duitse deurwaarder is een ambtenaar die niet op commerciële basis mag werken en niet door iedereen kan worden ingeschakeld. Scoringskansen “Een ander groot verschil met Nederland is dat de wetgeving in Duitsland vooral de debiteur beschermt. In Nederland is dat de crediteur”, zegt Claudia in het Veld. “Daarom liggen de scoringskansen om je vorderingen betaald te krijgen beduidend lager – dertig procent – dan in Nederland. Een reden te meer om de vordering meteen professioneel aan te pakken.” Dankzij de samenwerking met het advocatenkantoor heeft GGN zich verzekerd van een
netwerk in Duitsland om het incassoproces landelijk in gang te zetten en overal een deurwaarder te kunnen inzetten. “We overwegen om het advocatenkantoor al vanaf de eerste sommatie in te schakelen”, aldus Oscar Pont. De toegevoegde waarde van GGN bestaat uit de commerciële kennis; het vermogen om een relatienetwerk op te bouwen en te onderhouden. Plus het landelijke databestand met een schat aan informatie over debiteuren. Claudia in het Veld: “Wij zijn in staat een opdrachtgever duidelijkheid te verschaffen over de kansen om zijn vordering te verhalen. Wij hebben een aantal ziekenhuizen in Duitsland als klant. Steeds meer Nederlanders maken gebruik van de gezondheidszorg over de grens.
Dat leidt ook tot een toename van onbetaalde rekeningen. Wij kunnen aan de hand van onze bestanden vooraf informatie geven over het betaalgedrag van debiteuren.” Langdurige relatie Het portaal in Almelo en straks het kantoor in Gronau moet meer zijn dan een commerciële activiteit voor incasso- en deurwaarderswerk. “We willen op termijn een kenniscentrum worden voor ondernemers in Nederland en Duitsland”, zegt Oscar Pont. “Zoals wij
ondernemers nu bijvoorbeeld adviseren over hun debiteurenbeheer, zo willen wij ook adviezen gaan geven over zakendoen in Nederland en Duitsland.” Met welke valkuilen moeten Nederlandse ondernemers rekening houden bij het zakendoen in Duitsland? De grootste valkuil is
gebrek aan duidelijkheid. Duitse ondernemers houden strak vast aan het principe van afspraak is afspraak. Duidelijkheid in afspraken en (algemene) leveringsvoorwaarden. Wie niet precies aan zijn verplichtingen kan voldoen,
hoeft niet te rekenen op begrip. Relaties zijn altijd zakelijk en formeel. De persoonlijke touch die in Nederland bijdraagt aan het vertrouwen, werkt in Duitsland averechts. “Nederlanders reageren altijd bescheiden op de vraag of zij goed zijn in hun
werk. Ze zeggen dan iets in de trant van: ik doe mijn best. Als je dat zegt tegen een Duitse klant dan voelt hij zich bekocht. Hij dacht dat hij zaken deed met de beste leverancier en dat krijgt hij niet bevestigd.” 15
C
NIEUWS
>>> Betalingsachterstand bij 1,9 miljoen huishoudens Ruim 1,9 miljoen huishoudens (27 procent) heeft een betalingsachterstand. De belangrijkste oorzaken zijn betalingsregelingen, creditcardschulden, rood staan en achterstallige rekeningen. De monitor geeft niet aan hoe vaak er sprake is van problematische schulden. De staats-
secretaris wil in een verdiepend onderzoek laten vaststellen hoeveel mensen met een betalingsachterstand problematische schulden hebben en hoe die snel zijn te signaleren. De monitor wordt jaarlijks uitgevoerd. De monitor maakt zichtbaar dat betalingsachterstanden vaker dan gemiddeld voorkomen bij mensen die
niet werken, alleenstaande ouders en allochtonen. Het is in mindere mate het geval bij jongeren, laagopgeleiden en mensen met een inkomen onder de tweeduizend euro per maand. Mensen die minder verdienen dan duizend euro per maand hebben net zo vaak betalingsachterstanden als de groep met minder dan
Gerechtsdeurwaarder in de praktijk
tweeduizend euro per maand. Mensen boven de 65 jaar hebben nauwelijks schulden.
| | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |
>>> Daling aantal schuldsaneringen De gewijzigde wet Schuldsanering Natuurlijke Personen heeft in de eerste drie kwartalen van 2008 geleid tot minder schuldsaneringen. De rechter heeft bijna veertig procent minder schuldsaneringen uitgesproken. De sterkste afname vond plaats onder jongeren. Dit blijkt uit onderzoek door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het aanscherpen van de criteria voor toelating tot schuldsanering is volgens het CBS de belangrijkste oorzaak van de voortgaande daling. In de eerste negen maanden van 2008 zijn 7.100 schuldsaneringen uitgesproken. Dat is 37 procent minder dan in dezelfde periode in 2007. Er is sprake van een forse daling sinds het eerste kwartaal van 2008. Het aantal schuldsaneringen is het sterkst gedaald onder jongeren van achttien tot vier- entwintig jaar:
265 in de eerste drie kwartalen; dat is bijna de helft minder dan in dezelfde periode in 2007. De daling bij jongeren is eerder ingezet – in 2005 – dan bij de andere leeftijdsgroepen. Het aantal schuldsaneringen is het sterkst gedaald in de provincies Utrecht en Groningen. Alleen in Limburg, Friesland en Flevoland was sprake van een toename met enkele procenten. Dit kan te maken hebben met de achterstanden bij de rechtbanken in deze provincies. In Flevoland
is het aantal uitgesproken schuldsaneringen relatief hoog: 150 personen per honderdduizend inwoners. Dit is bijna 3,5 keer zo hoog als het landelijke cijfers van 43.
| | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |
>>> Wettelijke regeling voor incassotarieven hard nodig De discussie over de incassotarieven maakt duidelijk wat GGN al langer bepleit: wettelijke regels voor deze tarieven, de werkzaamheden en de rechtsbescherming van mensen met schulden en wettelijk toezicht op de naleving daarvan. Dat is de meest effectieve manier om excessief hoge tarieven te voorkomen die helaas soms in rekening worden gebracht. Voor gerechtsdeurwaarders zijn de ambtelijke tarieven en werkzaamheden vastgelegd in de Gerechtsdeurwaarderswet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Deze tarieven 16
worden jaarlijks aangepast (zie www.kbvg.nl). Incasso daarentegen is een vrije markt, waarin bedrijven zelf hun tarieven kunnen bepalen. De enige vorm van toezicht is de kantonrechter die de hoogte van de kosten en de daaraan verbonden werkzaamheden achteraf op redelijkheid kan toetsen. De ervaring leert dat maar weinig mensen met een schuld die stap zetten. Bovendien komt het incidenteel voor dat kantonrechters hoge kosten als redelijk beoordelen. Dat verschil in beoordeling is voor GGN een reden temeer om te pleiten voor een wettelijke regeling. Bij GGN is het aantal incasso’s met gerechtelijke tus-
senkomst in acht jaar gedaald van 45 procent naar minder dan 25 procent. Voorwerk II De Nederlandse vereniging voor Rechtspraak, waar de rechtbanken in zijn vertegenwoordigd, heeft enige jaren terug al het initiatief genomen om op uniforme wijze de redelijkheid van de buitengerechtelijke kosten vast te stellen. Een werkgroep heeft in het rapport ‘Voorwerk II’ vastgelegd wat redelijke incassowerkzaamheden en incassotarieven zijn, maar deze criteria en de incassostaffel hebben geen wettelijke status. (www.rechtspraak.nl/ voorwerk II)
‘DE BAAN VAN MIJN LEVEN’
Algemene voorwaarden Een andere praktijk die hand over hand toeneemt, is dat bedrijven in hun algemene voorwaarden vastleggen welke kosten zij in rekening brengen bij het niet nakomen van de betalingsverplichting. Zij kunnen zelf de hoogte van die bedragen bepalen, met opnieuw de kantonrechter als enige instantie om de redelijkheid te toetsen. De kritiek dat mensen met schulden moeten opdraaien voor de kosten van het incassoproces, gaat voorbij aan het feit dat dit uitgangspunt in de wet is vastgelegd, volgens het principe van ‘de vervuiler betaalt’.
“Ik hou van mijn werk, want alles wat mij interesseert komt bij elkaar in die ene baan: de wet, het exploot en de mensen. Ik heb dus de baan van mijn leven.” De sollicitaties na haar studie privaat- en strafrecht waren een teleurstelling. Maritza Bernardt: “Advocatenkantoren vonden me te jong. Geen ramp, want mijn hart lag toch meer bij de rechterlijke macht. Maar ik kwam ook niet in aanmerking voor een Raio-plaats. Uiteindelijk ben ik bij een deurwaarderskantoor gaan werken, om ervaringen op te doen als gemachtigde bij een kantongerecht.” Na een half jaar koos Maritza definitief voor het vak van gerechtsdeurwaarder. Vorig jaar is zij tijdens haar zwangerschapsverlof beëdigd. Zij raakt niet gauw uitgepraat over haar werk. “Dat heb ik ook gezegd bij mijn sollicitatie. Ik praat graag met mensen. Ik neem daar de tijd voor. Als ik als gerechtsdeurwaarder vier keer voor een gesloten deur heb gestaan en de vijfde doet open, dan zeg ik dat ook: u hebt pech, want ik moet echt mijn verhaal even kwijt. Mensen nodigen mij vaak uit voor een kopje koffie. Als dat gebeurt, dan heb ik goed contact. Daarmee voorkom je dat het gesprek in een negatieve spiraal terecht komt. Ik vind uitleg geven het belangrijkste onderdeel van mijn werk.
Ik benader mensen zoals ik zelf het liefste wil worden benaderd. Met respect. Ik uit dat door duidelijk uitleg te geven over wat ik kom doen, hoe de procedure verder gaat en wat de mogelijkheden zijn als zij het niet eens zijn met de vordering. Ik geef altijd een duidelijk advies. Je moet in dit vak voortdurend kritisch naar jezelf kijken: heb ik het goed gedaan of is er sprake van beroepsdeformatie?” Maritza hamert waar mogelijk op het belang van een goed exploot. “Als dat goed is, kan er buiten niet veel mis gaan. Ik draag dit uit in onze interne opleiding voor nieuwe medewerkers en heb het gedaan op de Hogeschool van Utrecht waar ik voor de deurwaardersopleiding gastdocent ben geweest voor burgerlijk procesrecht. Hoe groter de organisatie des te moeilijker het is de kennis van medewerkers op peil te houden. Automatisering is noodzakelijk, maar het gevaar is dat een exploot maken wordt gereduceerd tot een druk op de knop. Zonder precies te weten wat een exploot is, wat het moet bevatten en wat de deurwaarder ermee doet. Medewerkers hebben niet altijd een goed beeld van het werk van een deurwaarder. Ik pleit ervoor om mensen een dag mee te nemen. Als je op kantoor zit en een telefoontje krijgt van iemand die niet kan betalen, dan is de reactie: ja, ja dat zal wel. Als deurwaarder ervaar je de
omstandigheden en begrijp je waarom iemand niet in staat is om te betalen. Ik heb niet zoveel begrip dat ze bij mij niet hoeven te betalen. Als je normaal communiceert en goed luistert naar mensen dan kun je altijd een oplossing bedenken die tegemoet komt aan het belang van de schuldeiser en de debiteur.” “Ik hoor regelmatig dat gerechtsdeurwaarders te maken hebben met agressie. Ik maak dat hooguit één keer per jaar mee. Misschien heb ik het voordeel dat een vrouw niet
zo gauw agressie oproept. Maar ik heb een naïeve instelling, ik ga ervan uit dat mij niets kan overkomen. Ik heb nog steeds een positief mensbeeld dat niet beschadigd is door mijn ervaringen. Ik kom regelmatig mensen tegen die roepen: hé, deurwaarder, het is allemaal geregeld hoor. Of die vragen: heb je dit keer nog wat voor mij?”
Maritza Bernardt Sinds 2004 gerechtsdeurwaarder, standplaats Dordrecht.
17
C
WET- EN REGELGEVING TEN AANZIEN VAN PRIVACY
DE GRENZEN VOOR DE CREDITMANAGER Achterstallige betalingen, ze leveren veel wetenschap op, maar doorgaans achteraf. Mede dankzij technologische ontwikkelingen kan het moment van deze kennis aanzienlijk naar voren schuiven in het beslissingstraject. Door betaalgedrag met moderne methoden tijdig tegen het licht te houden, zijn kredietrisico’s beter in te schatten en is fraude in veel gevallen te voorkomen. Veiligheid voor alles? Ja, zegt de wetgever, maar wel met inachtneming van de privacyregels. Wat mag dan wel en wat niet? Databanken Sinds we digitale databanken kunnen aanleggen en op basis van tal van variabelen kunnen verfijnen, is het vastleggen van persoonlijke gegevens in een onstuitbare versnelling geraakt. De database is niet meer weg te denken uit onze informatiemaatschappij. Bij de gemeente, de bank, de zorgverzekeraar, de woningcorporatie, het energiebedrijf, postorderbedrijven, webwinkels, supermarkten, overal laten we persoonlijke gegevens achter en deze worden aangevuld met transactiespecifieke data. Je hoeft maar een pinbetaling te doen, op een enquêtevraag te reageren, in te loggen op een website of over een elektronisch bewaakt wegtraject te rijden en je hebt weer iets van jezelf toegevoegd aan de kennis van derden over 18
jou. Waar we wonen, hoe we wonen en met wie, wat we doen, wat we daarmee verdienen, hoe we dat geld uitgeven, wat we eten, drinken, rijden, lezen en soms zelfs denken, alles zit in databases. Verspreid en versnipperd, van burgerservicenummer tot bonuskaart en elektronisch patiëntendossier. Door deze digitale kaartenbakken elektronisch te koppelen en zo de opgeslagen informatie als puzzelstukjes in elkaar te passen, kan een redelijk compleet beeld ontstaan van iemands financiële situatie, moraal en integriteit. De politie vangt er boeven mee. Marketingbedrijven zijn in staat om cookies (=in server opgeslagen informatie van een websitegebruiker, zoals gebruikersnaam en wachtwoord, om een volgend bezoek aan de site te vergemakkelijken) te herleiden naar e-mailadressen en deze vervolgens te gebruiken voor webmailings. Ook vindt er levendige uitwisseling van data plaats; persoonlijke gegevens zijn geld waard. Zo komt een gemiddeld individu tegenwoordig al gauw in honderden bestanden voor. Bescherming privacy Aan de wildgroei van dataverzameling is moeilijk een halt toe te roepen, aan het ongebreideld gebruik hiervan wel. Zo kennen wij in Nederland sinds 2001 de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Burgers mogen verzamelde
gegevens over henzelf inzien en bezwaar maken tegen verwerking ervan zonder hun toestemming. Verwerkers en/of gebruikers van deze gegevens zijn verplicht dit te melden aan het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Het CBP is door de overheid aangesteld voor toezicht op naleving van de Wbp. In de toetsing staat steeds de vraag voorop hoe het belang van de datagebruiker zich verhoudt tot de gevolgen hiervan voor de persoonlijke levenssfeer van het betrokken individu. Toegespitst op de praktijk van een creditmanager vertaalt zich dit in de vraag: waar ligt de grens tussen wat technisch mogelijk is aan inzet tegen wanbetaling en wat wettelijk mag?
Behavioural scoring Opdrachtgevers voor incasso willen steeds meer inzicht in betalingsgedrag om de effectiviteit van hun kredietrisicomanagement te kunnen verhogen. Dit betekent bijna automatisch dat ze verder doordringen in het domein van de privacy. Kredietinformatie gekoppeld aan technieken van creditscoring en automatisering van kredietbeslissingen vergroot de mogelijkheden om risico’s in te schatten en dus ook uit te sluiten. Daarmee kan het aantal openstaande rekeningen teruglopen en fraudegevoeligheid in een vroeg stadium worden opgemerkt. Deze discipline ter herkenning van consumentengedrag, ook wel ‘behavioural scoring’
genoemd, maakt gebruik van analysesoftware voor verwerking van persoonlijke gegevens. Hierop kunnen bijvoorbeeld banken besluiten of ze een lening aanbieden en zo ja welke. Verzekeraars kunnen potentieel frauduleuze meldingen signaleren. Woningcorporaties krijgen aanwijzingen voor mogelijke woonfraude. Dienstverleners kunnen per adres controles uitvoeren op consumentengedrag, negatieve betalingservaringen, gerechtelijke aankondigingen en eerdere toetsingen. Schuldeisers kunnen hun beslagmogelijkheden vaststellen.
Openbare bronnen Veel van deze methoden voor het bepalen van verhaalsmogelijkheden en kredietwaardigheid beroepen zich op gebruik van openbare bronnen: adres- en verhuisinformatie, telefoniegegevens, kadaster, gerechtelijke aankondigingen. Daar zijn wettelijk weinig tot geen grenzen aan te stellen. Wanneer persoonsgegevens worden verzameld en vastgelegd, bijvoorbeeld in een zwarte lijst, dan is men verplicht dit te melden aan het CBP. Dit bevordert de openheid en de mogelijkheid voor betrokkenen om hun verwerkte gegevens te controleren. Adressenhandel en het gebruik van persoonsgegevens is in veel gevallen toegestaan.
Op basis van de Wbp kan een betrokkene echter verzet aantekenen tegen verkoop of verhuur van zijn persoonsgegevens en verhinderen dat deze worden gebruikt voor telemarketing en direct mail. Over waar de grenzen liggen, komt meer duidelijkheid wanneer binnenkort de door staatssecretaris Albayrak van Justitie in het begin van 2008 ingestelde adviescommissie het ‘Veiligheid en persoonlijke levenssfeer’ verslag uitbrengt. Deze commissie onderzoekt onder meer hoe technologische ontwikkelingen zowel de persoonlijke levenssfeer kunnen beschermen als een bijdrage kunnen leveren aan handhaving van orde en veiligheid. Wordt vervolgd. 19
C
REGIONIEUWS >>> Gerechtsdeurwaarder benoemd in Amsterdam, Breda en Roermond Bij Koninklijk Besluit is Dennis Joustra op 10 november 2008 benoemd tot gerechtsdeurwaarder, met vestigingsplaats Amsterdam. De officiële beëdiging heeft plaatsgevonden bij de Rechtbank in Amsterdam. Dennis Joustra is sinds 1 december 1995 werkzaam bij Swier & Van der Weijden Gerechtsdeurwaarders GGN te Amsterdam waar hij zijn carrière is begonnen als incassomedewerker huurzaken. In 2001 heeft hij de opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder afgerond waarna hij in de functie van toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder bij Swier & Van der Weijden Gerechtsdeurwaarders
GGN is blijven werken. Gerechtsdeurwaarder mr. M.J. van Rooij is bij Koninklijk Besluit van 20 oktober 2008 benoemd tot gerechtsdeurwaarder met vestigingsplaats Breda, het Koninklijk Besluit is een beslissing van de regering. De benoeming gaat officieel in op het moment dat mr. M.J. van Rooij wordt beëdigd door de rechtbank in Breda. Dit zal plaats vinden op het moment dat er een vestigingsadres in Breda bekend is. Momenteel wordt er druk gezocht naar een pand en de planning is om op korte termijn in Breda daadwerkelijk aan de slag te gaan. Breda zal de vierde vesti-
gingsplaats in Brabant worden. Momenteel zijn er al GGN kantoren actief in Tilburg, Eindhoven en ’s-Hertogenbosch. Ook in Roermond gaat GGN een nieuw pand openen. Naast het huidige kantoor in Heerlen zal Roermond de tweede GGN vestiging in Limburg worden. Mevrouw W. Drooghaag is
>>> Spookfacturen Kamer van Koophandel? bij Koninklijk Besluit van 22 augustus 2008 benoemd tot gerechtsdeurwaarder met vestigingsplaats Roermond. De benoeming gaat pas officieel in op het moment dat mw. W. Drooghaag wordt beëdigd door de rechtbank in Roermond. Dit zal op zeer korte termijn plaats gaan vinden. In Roermond wordt er momenteel hard gewerkt aan de verbouwing en inrichting van het nieuwe kantoorpand aan de Dr. Philipslaan 35. De vestiging in Roermond zal medio maart haar deuren openen.
| | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |
>>> Verhuizingen Tijhuis & Partners Gerechtsdeurwaarders en Incasso GGN GGN Tijhuis & Partners Drachten is verhuisd per december 2008. Na het aflopen van het huurcontract van Omloop 58 is het nieuwe pand half december 2008 in gebruik genomen. De nieuwe vestiging aan de te Drachten is eenvoudig te berei-
ken door de centrale ligging in de omgeving van de autosnelweg A7. Ook ons pand in Apeldoorn is uit zijn voegen gegroeid. De verhuizing heeft inmiddels plaatsgevonden.
Kantoor Drachten Lavendelheide 8a en 8b 9202 PD Drachten
Half januari heeft kandidaat deurwaarder Marco Bosma van Tijhuis & Partners Gerechtsdeurwaarders en Incasso GGN in opdracht van een advocaat toezicht gehouden op het vernietigen van 1
miljoen brieven in enveloppen “Kantoor voor Klanten”. De vernietiging heeft plaatsgevonden bij Van Gansewinkel in Groningen.
De spookfacturen van het Kantoor voor Klanten (KvK) die als twee druppels water leken op de facturen van de Kamer van Koophandel zijn in opdracht van een advocaat in beslag genomen.
| | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |
>>> GGN ‘doet’ aan topsport GGN sponsort een catamaran zeilboot van het NARCA-team dat meedoet aan wedstrijden in de hoogste klasse. De zeilklasse trekt wereldwijd de meeste deelnemers. De sponsoring stelt Remco Remeijer, Danny Radelaar en Lucas Schröder in staat een serieuze poging te doen om door te stoten naar de top tien van de Nederlandse competitie. Ondanks een korte voorbereidingstijd
(in juni was de catamaran beschikbaar) is het GGNteam in de open Nederlandse Kampioenschappen als dertiende geëindigd. “Voor ons ligt de meerwaarde van de sponsoring in de mogelijkheid om rondom zeilwedstrijden evenementen voor relaties te organiseren. Dat gaan we volop doen in 2009”, aldus Maxine Vanmeulebrouk, corporate marketingmanager van GGN.
Kantoor Apeldoorn Molenstraat – Centrum 377, 7311 XJ Apeldoorn.
| | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |
>>> GGN breidt haar kantorennetwerk uit De toenemende vraag naar dienstverlening op het gebied van incasso en gerechtsdeurwaarders in Noord-Holland is de aanleiding tot deze uitbreiding.
GGN breidt haar kantorennetwerk uit met een vestiging in Alkmaar. Met deze vestiging richt GGN zich op opdrachtgevers in Noord-Holland. 20
GGN Alkmaar is één van de 24 kantoren van GGN. Voorheen opereerde deze vestiging onder de naam AGIN NoordHolland. Brigitte Haarms, sinds 2001 werkzaam op het kantoor in Alkmaar, zal
de vestiging in Alkmaar gaan leiden. Bestuursvoorzitter van GGN, Henk Keizer: “GGN biedt opdrachtgevers landelijke dekking. De opening van het kantoor in Alkmaar past in de groeistrategie van GGN die erop gericht is om de positie van GGN in de regio nóg meer te versterken. De uitbreiding van ons kantorennetwerk geeft onze organisatie een stevige stimulans in Noord-Holland. Ondernemers in die regio kun-
nen nu ook gebruik maken van de dienstverlening van GGN”. Het nieuwe kantoor is gevestigd aan de Havinghastraat 24 te Alkmaar. Naast de vestiging in Alkmaar opent GGN binnenkort ook nieuwe vestigingen in Breda en Roermond.
21
Henk Keizer
COLUMN
C
HET LAATSTE WOORD
Slechte tijden, goede tijden.
Ik krijg het regelmatig te horen en ik noem het één van de grootste misverstanden van de kredietcrisis. Een slechte economie zou goed zijn voor deurwaarders. De redenering klopt maar voor een heel klein stukje: minder inkomen leidt inderdaad tot meer schulden. Maar met het stijgen van het aantal incasso’s dalen de scoringskansen voor het innen van vorderingen. Ik merk er op dit moment nog niet veel van, maar ik verwacht wel dat het aantal incassozaken sterk zal toenemen. Dat is absoluut geen voordeel, want het betekent onvermijdelijk dat op die ene debiteur meer vorderingen worden uitgebracht. In het gunstigste geval moeten we het geld delen dat beschikbaar is. Ik verwacht eerlijk gezegd dat we vaker dan we gewend waren, moeten constateren dat er
heel veel zelf aan doen. Controleer structureel de kredietwaardigheid van debiteuren. Kijk goed naar hun betaalgedrag in het verleden. Maak incassoprotocollen. Kom meteen in actie als de betaaltermijn is verstreken. Herinner klanten eraan dat zij hun betaalplicht verzaken. Wacht niet af, maar bel, ga bij hem langs of geef de incasso in handen van een specialist. Gerechtsdeurwaarders zijn professionele partners die met hun kennis en ervaring kunnen helpen bij het opzetten van een effectief debiteurenbeleid. Ik weet uit de praktijk dat het werkt. Het is een investering die geld oplevert. Klanten merken dat rekeningen eerder betaald worden en dat er meer geld binnenkomt. Wanbetalen is niet te voorkomen. Je kunt de financiële schade wel beperken.
KREDIETCRISIS
Foto: Management Team Finance 2008
niets te verdelen valt, omdat de debiteur geen geld heeft.
22
Gerechtsdeurwaarders zijn voor het resultaat van hun inspanningen juist gebaat bij een gezonde economie. Het klinkt misschien cynisch, maar het voordeel van de kredietcrisis is dat ondernemers zich opeens bewust worden van de risico’s die zij lopen met hun vorderingen. Onze gerechtsdeurwaarders hameren allang op preventie in de vorm van een goed debiteurenbeleid. Nu de banken kredietvoorstellen strenger beoordelen, ontdekken ondernemers hoe belangrijk contant geld is voor de liquiditeit van hun onderneming. Zij beseffen dat vorderingen pas omzet zijn als klanten betaald hebben. De focus moet daarom veel meer gericht zijn op het voorkomen van wanbetalen. Daar kunnen opdrachtgevers
Wat mij in de reactie op de kredietcrisis het meest tegen de borst stuit, is de achterliggende gedachte dat gerechtsdeurwaarders baat hebben bij een slechte economie en zoveel mogelijk mensen die hun schulden niet kunnen betalen. Het gaat voorbij aan de maatschappelijke functie van de gerechtsdeurwaarder die zelfs verankerd is in de wet. Hij is een openbaar ambtenaar die boven de partijen staat. Hij waarborgt dat de wettelijke procedures voor incasso’s worden nageleefd. Hij werkt mee aan oplossingen voor probleemsituaties. En wat hij daarvoor in rekening brengt, ligt ook vast in de wet. Henk Keizer, Voorzitter Raad van Bestuur GGN
C olofon CreditMind is een uitgave van GGN en verschijnt 3 maal per jaar. CreditMind richt zich op relaties van GGN en personen die werkzaam zijn in de gerechtsdeurwaarders- en incassobranche. Niets van deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie is niet aansprakelijk voor gegevens die door derden zijn verstrekt. GGN heeft de inhoud met grote zorgvuldigheid samengesteld, maar aan de informatie in dit magazine kunnen geen rechten woorden ontleend. Februari 2009 Nummer 1 Uitgever GGN Hoofdredactie Maxine Vanmeulebrouk Eindredactie Huddles Marketing bv Redactie Maxine Vanmeulebrouk, Sabine Weppner, Astrid Rutten, Patrick Nauw, Femke Flikkema, Arjan Rattink, Jaap de Jong Aan dit nummer werkte mee: Concept en productie Huddles Marketing Teksten Jaap de Jong, Huddles Marketing Fotografie Manola van Leeuwen (Fotografie+) Druk Drukkerij de Croon van Heerbeek, Oirschot Redactieadres Stationsplein 50, 5211 AP ‘s-Hertogenbosch
Reageren? Stuur een mail naar
[email protected]
Oplage: 15.000 exemplaren www.ggn.nl 23
Als het vertrouwen wankelt kiest u voor zekerheid. I ncassospecialiste N en G E R E C H T S deurwaarders
www.ggn.nl
Reken op meer rendement