Alfa’s van Leiden
Alfa’s van Leiden Creatief, ondernemend én succesvol
Alfa’s van Leiden Creatief, ondernemend én succesvol
juni 2013, Leiden
inhoudsopgave - alfa’s van leiden
Inhoudsopgave 5
Voorwoord
Van harte aanbevolen!
8
Inleiding
Humanities en de creatieve economie: kansen voor Leiden
10 Alfa’s van Leiden:
20
Herman van der Velde
28
Désirée Battjes
36
Fred Hermsen
44
Guido Enthoven
52
Albert Reinders
60
Sigrid de Zwart
68
Matthias Snoei
76
Maarten van Vliet
84
Herman Pabbruwe
92
Tom Hazenberg
101 Bijlagen
3
voorwoord - alfa’s van leiden
Van harte aanbevolen Wat hebben een archeoloog, een jurist, twee politicologen, drie taalkun digen (Neerlandicus, Engelse taal en letterkundige, Egyptoloog), twee historici en een commercieel econoom met elkaar gemeen? Eigenlijk niets zo op het eerste gezicht. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat ze allemaal in Leiden hebben gestudeerd, daar nog steeds woonachtig zijn en ook daar hun onderne mersactiviteiten zijn begonnen. Zij zagen in Leiden het licht, gestimuleerd door de studie die ze daar deden. Ze hebben ook gemeen dat hun studie werd verricht in wat we doorgaans de alfa wetenschappen noemen. Ze leerden te structureren en te analyse ren, deden verschillende vormen van werkervaring op en kregen op een bepaald moment de klik om iets te gaan ondernemen. Ze dragen allemaal verantwoordelijkheid voor bedrijven met een omvang van 3 tot en met de 30 medewerkers. Allemaal kleinschalig maar vitaal. Ze zijn representatief voor het groeiend creatief ondernemerschap in Leiden. Ze hebben de verbinding met onze stad Leiden gezocht vanwege de behapbare schaal, de ligging, de cultuur van vrijheid en dialoog, de universiteit en de “creatieve kongsi’s”, die daar het gevolg van zijn. De Stichting Leiden Communicatiestad heeft zich de laatste drie jaar toe gelegd op de promotie van de communicatiesector door de zichtbaarheid te vergroten, alsmede de ontwikkeling en de ontmoeting te bevorderen. Daartoe heeft ze ook het initiatief genomen tot het vervaardigen van een publicatie met richtinggevende interviews, gehouden met vooraanstaande vertegenwoordigers c.q. rolmodellen uit deze sector. Een sector met inmiddels zo’n 800 bedrijven in onze stad, alwaar 2000 communicatie professionals werkzaam zijn.
5
6
alfa’s van leiden - voorwoord
Zij willen allen werken aan het vergroten van de economische waarde van de stad Leiden. Leiden is, met zijn vermaarde kennisinstellingen kennis stad bij uitstek, maar de aan deze kennisinstellingen opgedane weten schap dient ook in specifieke broodwinning omgezet te worden. Ziehier tien voorbeelden van hoe dat in de praktijk heeft plaatsgevonden.
De geïnterviewden hebben ook duidelijk wensen voor de toekomst. π Bevorder ook alfa-ondernemersschap. π Kennis en communicatie gaan goed samen en de creatieve communica
tiesector verdient het om blijvend gepromoot te worden als belangrijk fundament van de Leidse economie. π Het blijvend faciliteren van de netwerken is cruciaal voor de cohesie en uitbouw van deze sector. Het zwaan-kleef-aan effect wordt erdoor gediend. π Grote bedrijven moeten geen eilanden worden in de stad, maar op natuurlijke wijze ingebed raken in de creatieve kongsi’s en dialogen. π Stimuleer inspirerend opdrachtgeverschap. π Geef de groei en bloei van de creatieve communicatiesector de tijd; wees als betrokken kennisinstellingen, gemeente en bedrijfsleven koersvast. π Werk aan dialoog en kruisbestuiving tussen studenten en creatieve communicatie-ondernemers. π Maak doorgroei van veelbelovende communicatiebedrijven ook mogelijk door een passend huisvestingsaanbod. π Geef ruimte aan ambitieuze projecten als ‘Leiden wereldhoofdstad van de archeologie’. π Werk aan de ‘íntersector of technology and liberal arts’.
voorwoord - alfa’s van leiden
Ziehier een aantal wenken voor de toekomst betreffende de kennis economie van de stad Leiden. Ze komen van een voorhoede van creatieve ondernemers die het goed menen met de stad. Het zou goed zijn als deze en mogelijk andere zaken in goed overleg met de sector worden omgezet in concreet economisch beleid. Tot meerdere voorspoed van het creatief ondernemerschap in de stad en de stad in het algemeen. Vandaar van harte aanbevolen!
Mr Fred van Haasteren, voorzitter Stichting Leiden Communicatiestad
7
8
alfa’s van leiden - inleiding
inleiding - alfa’s van leiden
Humanities en de creatieve economie: kansen voor Leiden Sinds de oprichting van de Universiteit Leiden in 1575 vormen de Huma nities (zie pagina 103) een onlosmakelijk onderdeel van de stad Leiden. Niet alleen omdat honderdduizenden wetenschappers en studenten sindsdien in dit ‘bolwerk van vrijheid’ de menselijke cultuur en menselijke relaties bestuderen. Maar ook omdat zich rondom deze studies een stevig fun dament van economische bedrijvigheid heeft gevestigd in Leiden, dat wij tegenwoordig kennen als de ‘creatieve economie’. Vele Leidse studenten Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen startten tijdens of na hun studie een onderneming in de lokale creatieve economie. Nog meer alumni vonden er hun emplooi. Uitgevers, ontwer pers, adviesbureaus, webbouwers, congresorganisatoren, journalisten, tekstschrijvers, vertalers, filmmakers, drukkers en tentoonstellings bouwers. Inmiddels zijn er alleen al in de communicatiesector, die zo’n driekwart van de Leidse creatieve economie beslaat, 800 bedrijven die samen werkgelegenheid bieden aan ruim 2.000 medewerkers.1 Maar denk ook aan de culturele reiswereld (Djoser, Treinreiswinkel), de commerciële archeologie en organisatieadviesbureaus. Het gaat om hooggeschoolde en hoogbetaalde arbeid: de ‘toegevoegde waarde’ van de sector is groot. Het belang van Humanities voor Leiden: zowel qua ondernemingen (ruim 9.000) als personeel (ruim 60.000) bèta
7% rest
59%
humanities
34%
Een rijke historie De Leidse creatieve economie kan bogen op een rijke historie. Leiden is van oudsher een stad van uitgeverijen en drukkerijen. Ooit was het (samen met Haarlem) de belangrijkste stad op dit gebied in Nederland. De wetenschappelijke kennis die sinds de oprichting van de Universiteit Leiden in 1575 in Leiden werd vergaard, moest worden verspreid over de hele wereld. Zo ontstond rondom de universiteit een netwerk van uitgevers en drukkers als Brill, Plantijn, Elsevier en Sijthoff, die een ongekende groei meemaakten. Met daaromheen een netwerk van schrijvers, vertalers, vormgevers, illustratoren, fotografen etc. Leiden was (en is) een stad van boeken. We hebben de meeste boekwinkels per hoofd van de bevolking. Maar ook in de musea werden wetenschappelijke vondsten voor het grote publiek inzichtelijk gemaakt. Leiden is de tweede museumstad van Nederland.
De creatieve economie is na de bioscience sector de belangrijkste export sector van de stad en de facto één van de twee economische pijlers onder de stad. Het is vooral het externe geld (de ‘stuwende economie’) dat er voor zorgt ervoor dat hoogstedelijke voorzieningen intact kunnen blijven, zoals cultuur, sport, speciaalzaken, gespecialiseerd onderwijs, gespecia liseerde zorg, creatieve hotspots, ontmoetingsplekken, parken en hoog waardige horeca.
bèta rest
22%
44% humanities
34% ondernemingen
Tweede exportsector van Leiden De bedrijven in de communicatiesector halen minimaal 100 miljoen euro per jaar aan omzet binnen.2 Omzet die voor het grootste deel van buiten de stad komt en vervolgens voor een belangrijk deel in de Leidse lokale economie wordt uitgegeven. Hoewel de Leidse regio zelf weinig grote ondernemingen heeft die diensten van de creatieve industrie kunnen afne men, weten de Leidse creatieve ondernemers in de nabije omgeving van de Randstad, en daarbuiten, wel grote ondernemingen en overheidsinstellin gen als klant aan zich te binden.
personeel
Fundament onder een vitale stad Behalve dit directe economische belang, hebben Humanities en de crea tieve economie misschien nog wel een belangrijker indirect belang. Het zijn de vrijdenkers uit de Humanities en de creatieve economie die 2 Dit is een grove inschatting. Bij 2.000 medewerkers x gemiddelde (minimale) omzet van € 50.000 p.p.= minimaal € 100 miljoen. In de bredere Humanities-hoek werken ca. 20.000 mensen in 3.000 bedrijven.
1 Zie: bijlage A. Leiden Communicatiestad (pag. 102).
9
10
alfa’s van leiden - inleiding
inleiding - alfa’s van leiden
de stad vitaal houden.3 Die plannen bedenken, initiatieven nemen en relaties leggen. Die verantwoordelijkheid nemen om de stad tot ontwik keling te brengen. De oprichters en bestuurders van RAP en Stadslab, van stichting Tegen-Beeld (van de muurgedichten) en Singelpark, van Leidsch Cabaret Festival en Leids Film Festival, van galeries en creatieve broed plaatsen als Haagweg 4, Scheltema en Nieuwe Energie, van de historische verenigingen en de musea: vrijwel allemaal hebben ze hun wortels in de Humanities en/of de creatieve economie. Musea als Rijksmuseum voor Oudheden, Museum Volkenkunde en het Sieboldhuis zijn vanuit de Humanities ontstaan en zijn nu grote publiekstrekkers. Wat zou er over blijven als deze mensen er niet zouden zijn? Als we niet zo’n fundament van Humanities en creatieve economie zouden hebben? Wat is er dan nog over van de andere pijler onder Leiden als stad van ont dekkingen: de cultuur? Wat zou er overblijven van het bestuur van de stad? Kijk als voorbeeld eens naar de opbouw van de besturen van onderstaande organisaties. Wat blijkt? Bij deze organisaties: • heeft 50-100% een humanities-achtergrond; • heeft 40-80% in Leiden gestudeerd; • heeft 35-70% de combinatie: humanities gestudeerd in Leiden. aantal personen
humanities achtergrond
studie in Leiden
combinatie
B&W gemeente Leiden
7
100%
40%
40%
Gemeenteraad (incl. duofuncties )
56
84%
77%
69%
BV Leiden bestuur
8
100%
63%
63%
Stadslab Leiden bestuur
8
100%
63%
63%
Singelpark (bestuur en commissies)
41
74%
67%
43%
3-Oktober-vereniging bestuur
10
50%
50%
38%
daar waar de goede werknemers zijn. Het vliegwiel van de creatieve stad Bedrijven, zoals onze bioscience bedrij Aantrekkelijke stad ven, vestigen zich graag in een leven dige stad met veel talent. Talent voelt Talent zich aangetrokken tot vitale, bruisende steden. Datzelfde geldt ook voor studen Creatieve industrie, kunst & cultuur ten: méér dan de helft van de schoolver Exporterende creatieve industrie – laters kiest éérst voor de stad en dan pas boost voor de hele lokale economie voor de studie die zij willen gaan volgen. Dat betekent dat Leiden méér dan andere onderwijssteden ook als stad aantrekkelijk moet zijn. De Humanities en de creatieve economie leggen het fundament onder Leiden als vitale stad. Zij helpen een positief vestigingsklimaat voor bedrijven te scheppen en ze helpen het marktaandeel van de Universiteit Leiden, de Hogeschool Leiden en andere onderwijsinstellingen te vergroten. Leiden zonder Humanities, zonder creatieve economie, zou ondenkbaar zijn: een slaapstad zonder kloppend hart. Een economische groeisector De creatieve economie is ‘booming’. Elke week komt er bijvoorbeeld een nieuw communicatiebedrijf bij in Leiden. Van de 800 communicatiebedrij ven zijn er 204 pas maximaal drie jaar oud. Leiden past wat dat betreft in een landelijke en internationale trend. Niet voor niets heeft de rijksover heid de ‘creatieve industrie’ als één van de negen topsectoren benoemd.4 Per topsector stelt de overheid geld en andere middelen beschikbaar voor verder onderzoek, ontwikkeling, samenwerking en andere instrumenten om de concurrentiekracht op de wereldmarkt te vergroten.
Een vitale stad trekt talent en bedrijven Internationale onderzoeken wijzen uit dat vitaliteit, of de stad de ‘vibe’ heeft, essentieel is voor de concurrentiepositie van een stad. Vroeger volg den de medewerkers de bedrijven. Steeds meer vestigen de bedrijven zich
Humanities groeit op zowel Universiteit Leiden als Hogeschool Leiden Onderwijs en onderzoek binnen Humanities zijn groot in Leiden. Bijna 14.000 studenten volgen studies binnen Humanities in brede zin (Geesteswetenschappen 4.295, Rechten 4.497 en Sociale Wetenschappen 5.114). Dat is bijna 80% van de studenten. Op de Hogeschool Leiden ligt het percentage op iets meer dan 54%:
3 Zie: Bijlage B. Wat zijn Humanities? (pag 103).
4 Zie: Bijlage C. De topsector Creatieve Industrie (pag 103).
Voor de besturen van vele organisaties geldt dus dat mensen met een Humanities-achtergrond de ruggengraat vormen.
11
12
alfa’s van leiden - inleiding
zo’n 4.600 studenten (Rechten, Economie, Communicatie, HRM, Cultureel Maatschappelijke Vorming, Lerarenopleiding). Ook hier zijn volop mogelijkheden voor groei. Op de Hogeschool Leiden is de studie richting Communicatie de afgelopen vijf jaren gegroeid van ruim twee honderd naar bijna vierhonderd studenten. Het aantal instromers is gegroeid van 39 naar ruim 150.5 Een vitale binnenstad als campus Wat het Bio Science Park in Leiden is voor het lichaam, is de Leidse bin nenstad voor de geest: de plaats waar onderwijs, onderzoek en bedrijfs leven in de Humanities en de creatieve economie samenkomen. Waar de laboratoria van de bioscience sector behoefte hebben aan grote ruimtes en die vinden ‘achter het station’, is de creatieve sector ruimte-intensief: zij kunnen veel collegezalen, klaslokalen en werkplekken kwijt op weinig ruimte in de veelal inspirerende historische panden van de binnenstad. Niet zelden vestigen ze zich met meerdere creatieve ondernemers in één gebouw, zoals in Nieuwe Energie en het Tieleman en Dros-complex. De Rechtenstudenten vinden hun plaats in het prachtig vernieuwde Kamerlingh Onnesgebouw. De Universiteit Leiden werkt aan een nieuw Humanities Park op de locatie van het huidige Witte Singel Doelencom plex voor onderwijs en onderzoek in de Geesteswetenschappen. Creatieve ondernemers en studenten Humanities kiezen voor dynamiek. In plaats van een monofunctioneel bedrijventerrein, willen zij werken in een inspirerende crossover omgeving met horeca, winkels, cultuurpodia en parken. De dichtbebouwde Leidse binnenstad, waar alles per fiets of te voet bereikbaar is, is bij uitstek geschikt voor zo’n ‘campusgevoel’. Ver spreid over de (binnen)stad zijn de kantoren en ateliers van de creatieve professionals minder zichtbaar dan bijvoorbeeld de grote laboratoria, maar daardoor niet minder omvangrijk als je ze bij elkaar neemt. Verbinden van alfa- en bètawereld Verschillende initiatieven worden genomen om Bio Science Park en bin nenstad, en daarmee de bètawereld en de alfa-/gammawereld, fysiek en programmatisch dichter bij elkaar te brengen. Fysiek bijvoorbeeld door de
inleiding - alfa’s van leiden
ontwikkeling van een ‘science route’ van Naturalis naar de Sterrenwacht, waar de belangrijkste ontdekkingen getoond worden aan het publiek. Pro grammatisch bijvoorbeeld door de uitbouw van projecten op het gebied van wetenschapscommunicatie. Zo ontstaat een krachtige ‘complete stad’ waar lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.6 Kans: grote creatieve klasse Leiden stond ooit bekend als de domste en armste stad van Nederland. Inmiddels hebben we de één na hoogst opgeleide bevolking van Nederland.7 57% Van de beroepsbevolking heeft een opleiding op mini maal HBO-niveau afgerond, nog eens 30.000 studenten studeren in Lei den om minimaal HBO-niveau te bereiken. We hebben bovendien de op twee na grootste creatieve klasse als percentage van de beroepsbevolking in Nederland. En de Leidse regio is na Haarlem en Amersfoort ook nog eens het rijkste van Nederland. Als 22e stad van Nederland zijn we de 23e meest populaire stad van Ne derland onder Nederlanders. Weten we de stad voor onze eigen kritische inwoners aantrekkelijker te maken, dan maken we de stad als vanzelf aantrekkelijk voor bezoekers, studenten en bedrijven van buiten de stad. Hier is nog een wereld te winnen. Een gemiste kans is bijvoorbeeld dat we winkelend publiek (24e winkel stad van de 25, 53% haalt niet-dagelijkse boodschappen buiten Leiden) en uitgaanspubliek te weinig aan de stad weten te binden. Met snelwegen en treinstations in de buurt zijn de Leidenaren zo in omliggende steden om te winkelen, een concertzaal te bezoeken, een bedrijf te starten of naar een werkgever buiten de stad te gaan. Ook op het gebied van creatief ondernemerschap is er nog veel ruimte voor groei. Zo bungelen we onderaan de ranglijstjes van startende onder nemers (39e plaats van de top 50 van grote steden, en een forensenover schot). Als stad moeten we dan ook alles op alles zetten om meer mensen enthousiast te maken om zelf een onderneming te starten, om goedko pere startersruimtes aan te bieden én grotere inspirerende panden waar de starters hun succes op grotere schaal kunnen vervolgen. 6 Zie: Bijlage F. Verschillen en overeenkomsten tussen Beta en Humanities (pag 105).
5 Z ie: Bijlage D. Communicatiegerelateerde studies (pag 104) en Bijlage E. Potentiële masterstudies (pag 104).
7 We zijn inmiddels (volgens Prof. Pieter Tordoir, UVA) de stad met de hoogst opgeleide bevolking.
13
14
alfa’s van leiden - inleiding
Alles begint met méér aandacht voor ondernemerschap en kennisvalorisa tie in de creatieve economie op universiteit en hogescholen en het verster ken van de relaties tussen onderwijs, onderzoek, overheid en onderne mers. Daarnaast kunnen we Leiden buiten de gemeentegrenzen nog veel meer onder de aandacht brengen als stad vol creatief talent en met andere gunstige vestigingsvoorwaarden voor creatieve ondernemers. Ons aanbod: het opzetten van een tweede economische pijler onder de stad De Stichting Leiden Communicatiestad is sinds 2009 de aanjager, ver binder en promotor van de succesvolle communicatiesector in de stad. Hoewel we nog een lange weg voor ons zien, hebben we in korte tijd al veel meters gemaakt: • Intensivering van de samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, onderzoek en overheid via stichtingsbestuur, commissies en diverse andere formele en informele netwerken; • Acquisitie en promotie: gemiddeld kwam er elke week een nieuw communicatiebedrijf bij in de stad; • Het project ComOn, waar alle circa honderd tweedejaars studenten Communicatie van de Hogeschool Leiden worden ingewijd in de kan sen van zelfstandig ondernemerschap. In zeventien studentbedrijven werken ze gedurende acht weken aan opdrachten voor Leidse bedrijven en instellingen, variërend van een lokale wijnwinkel tot www.leiden.nu. Een win-winsituatie voor zowel de studenten als voor de ondernemers en de stad; • Matching van onderwijs en werkgevers bij stages en onderzoek; • Nieuwe Energie, Tieleman & Dros, Haagweg 4 en incubator Area071 als broedplaats voor tientallen ondernemingen in de creatieve economie; • Het telkens uitverkochte tweejaarlijkse fcommunicatiefestival De Verleiding dat de Leidse kennisintensieve communicatie nationaal op de kaart zet; • Stimuleren van Leiden als congresstad: diverse bedrijven houden zich binnen Leiden bezig met het ontwikkelen organiseren van congressen en halen (inter)nationale congressen naar Leiden, zoals recentelijk grote congressen van Logeion (beroepsvereniging van communicatieprofes sionals) en de VNG; • De oprichting van ScienceOnline, ontmoetingsplatform voor meer dan
inleiding - alfa’s van leiden
honderd wetenschapsjournalisten en -communicatiemensen in Neder land, de eerste versie in Europa; • Journalistencafés; • OntwerpPlatformLeiden; • Als communicatiesector zetten we onze expertise in voor de branding van Leiden in het algemeen en Leiden als stad van kennis en cultuur in het bijzonder. De Stichting Leiden Communicatiestad wil de komende jaren de im pact van de creatieve economie op de vitaliteit van de stad verder helpen uitbouwen. Enerzijds door binnen de communicatiesector nog meer te focussen op de positionering van Leiden als centrum van kennisintensieve communicatie (door om te vormen naar het Leiden Institute on Knowledge & Communication). Anderzijds door –vanuit de ervaringen met netwerkvorming, broedplaatsontwikkeling, marketing, kennisvalorisatie etc. – universiteit, hogeschool, gemeente en bedrijfsleven te helpen om de Humanities en de creatieve sector tot tweede exporterende pijler onder de Leidse economie te ontwikkelen. Met het Leiden Institute on Knowlegde & Communication als één van de parels. De overheid als inspirerende partner De ontwikkeling van Humanities en de creatieve economie als pijler onder de Leidse economie en Leiden als vitale stad, is in de eerste plaats in handen van de onderwijs- en onderzoeksinstellingen en het bedrijfs leven. Toch kan de lokale overheid op diverse manieren bijdragen aan het succes: door ruimte te maken, door kleine investeringen te doen, door expertise in te zetten, door te verbinden. Denk aan: • Een stabiele politiek en een duidelijke ontwikkelingsvisie waar partners in de stad van op aan kunnen, met Humanities en de creatieve economie als één van de speerpunten; • Combineren van wonen en werken mogelijk maken (flexibiliteit in bestemmingsplannen), bijvoorbeeld werken aan huis; • Bijzonder gemeentelijk vastgoed bestemmen voor combinaties van wonen en werken voor startende ondernemers; • Startend ondernemerschap (helpen) promoten – Leiden positioneren als ‘inviting city’ in plaats als van behoudende stad waar weinig mag en kan;
15
16
alfa’s van leiden - inleiding
• Ruimte geven aan de dynamiek die bij de nieuwe netwerksamenleving en de creatieve economie hoort. Niet alles vastzetten in regels, geen overmatige controledrift; • Ruimte geven aan burger- en bedrijveninitiatief, kiezen voor overheids participatie en een faciliterende rol; • Inspirerend opdrachtgeverschap: gemeentelijke opdrachten verstrek ken aan (combinaties) van lokale partijen en ze daarbij uitdagen om met innovaties te komen; • Ontwikkel in en om de binnenstad een aantrekkelijke leer- en werkomgeving (Noordoostelijke binnenstad als creatieve wijk, Singelpark etc.); • Beperkte, slimme financiële investeringen in netwerken als aanjagers om geld en inzet van andere partners te mobiliseren. • Bereikbaarheid van de stad, zowel met de auto als hoogwaardig OV; • Werving van bedrijven die passen bij het Humanities- en creatieve economieprofiel om zich in Leiden te vestigen (zoals Amsterdam Amerikaanse reclamebureaus paait en Utrecht de gamesbedrijven). Geen tweede textielindustrie ‘Catch all’-steden bestaan niet. Een stad moet keuzes maken. Zeker een stad met het bescheiden formaat van Leiden. Leiden is een onderwijs- en zorgstad. En heeft met de bioscience sector een prachtige economische pijler. De Humanities en creatieve economie passen in dat rijtje, als tweede exporterende economische pijler. Niet alleen omdat de sector de facto bijna van vergelijkbare omvang is als de andere pijler. Maar ook omdat het verder ontwikkelen van deze pijler zorgt voor spreiding van risico’s. Een te eenzijdig opgebouwde economie brengt onverantwoorde risico’s met zich mee. De tijd dat Leiden dreef op de textielindustrie ligt nog niet zo ver achter ons. Toen de textielindustrie verhuisde naar lagelonenlanden, kostte het tientallen jaren voordat de stad deze klap weer enigszins te boven was. Laten we leren van deze lessen en inzetten op een meersporenbeleid. Kennisintensieve communicatie De creatieve industrie, dat is toch Amsterdam en Hilversum? Een belang rijk onderscheidend kenmerk voor de Leidse creatieve industrie is dat wij sterk zijn in de communicatiesector: driekwart van de creatieve bedrijven maakt onderdeel uit van de communicatieketen. Daarbinnen profileert de
inleiding - alfa’s van leiden
Leidse communicatiesector haar kracht in kennisintensieve communicatie. Zowel op de universiteit als in het bedrijfsleven. Enkele steden en hun focus op een segment binnen de communicatie: Amsterdam commerciële reclame Utrecht gaming Den Haag internationale communicatie en public affairs Hilversum (was!) radio en tv Eindhoven design Leiden kennisintensieve communicatie
Wij zijn goed in het helder en begrijpelijk maken van complexe materie. Wij zijn niet de ‘snelle jongens’, maar de ‘slimme jongens’. Een kwaliteit die in een steeds complexere en steeds technologisch geavanceerde ‘big data’ maatschappij alleen maar in belang toeneemt. Wij hebben toch geen faculteit Communicatie, zoals Amsterdam en Nijmegen? Nee, wij hebben iets veel beters dan dat: bij ons bestudeer je de eerste jaren een vakgebied, zoals Politicologie, Bestuurskunde, Chinees of Biomedische wetenschappen.8 Mogelijk met al enkele communicatiegere lateerde bijvakken zoals ‘journalistiek en nieuwe media’. Om je daarna in een van de vele communicatiegerelateerde masters verder te bekwamen in de communicatie over dat vakgebied. Kiezen voor Humanities en de creatieve economie Kiezen voor Humanities en de creatieve economie betekent kiezen voor een vitale, concurrerende, wervelende en dus wervende stad. Een stad met creatieve bedrijvigheid, met ondernemende studenten, met nieuwe initia tieven, een rijk politiek, sociaal en cultureel leven. Kiezen voor Humanities en de creatieve economie betekent kiezen voor groei. En een groei die bij ons past. Een topsector in ontwikkeling, met studies die steeds meer aan populariteit winnen. Een sector die voor zijn groei weinig vierkante meters nodig heeft en daardoor prima past in de dichtst bebouwde stad van Nederland. Kiezen voor Humanities en de creatieve economie betekent kiezen voor de toekomst van Leiden.
8 Zie: Bijlage D. Communicatiegerelateerde studies (pag 104).
17
18
alfa’s van leiden
interviews - alfa’s van leiden
10
Alfa’s van Leiden Ze hebben allemaal in Leiden gestudeerd, zijn daar nog steeds woonachtig en zijn ook daar hun ondernemersactiviteiten begonnen. Zij zagen in Leiden het licht, gestimuleerd door de studie die ze daar deden.
19
20
alfa’s van leiden - herman van der velde
Herman van der Velde, oprichter en directeur-eigenaar van Djoser
‘Kleine bedrijven maken de stad aantrekkelijker’
herman van der velde - alfa’s van leiden
21
22
alfa’s van leiden - herman van der velde
Zes gegadigden zoeken voor een reis naar Egypte en er 120 vinden? Het overkwam Herman van der Velde, die van de weeromstuit Djoser oprichtte en zijn studie Egyptologie tabee zei. “Het zou goed zijn als de universiteit studenten geesteswetenschappen laat nadenken over wat zij zelfstandig kunnen met hun vakgebied. Ik ben ervan overtuigd dat Leidse ondernemers hen daarbij willen helpen.” “Hoezo parkeerproblemen? Als onze klanten met de auto naar Leiden komen, instrueren wij ze nauwkeurig. In de buurt is altijd wel een par keerplek te vinden. Ja, je moet betalen, maar waar niet? In Egypte staan geen parkeermeters, maar is er een man die jou je plek wijst en het verkeer tegenhoudt tijdens het inparkeren. Hem geef je een fooi. Dat is ook beta len. Én ondernemerschap pur sang.” Welkom in de wereld van Herman van der Velde, de man achter Djoser. De start van Djoser leest als een jongensboek. Van der Velde: “In 1984 was ik tweedejaars student Egyptologie in Leiden. Mijn groot rijbewijs had ik gehaald tijdens militaire dienst. En ik zocht een vakantiebaantje. Bij een reisorganisatie solliciteerde ik naar de functie van reisleider in Egypte. Ze namen me aan omdat ik dat papiertje had om in grotere auto’s te rijden.” Een jaar later vroeg diezelfde reisorganisatie hem weer. Maar toen had Van der Velde bedacht dat hij het kunstje zelf moest kunnen. Hij liet een fol dertje samengesteld uit wrijfletters drukken en plaatste enkele kleine ad vertenties in de Volkskrant. “Ik had uitgerekend dat ik zes klanten moest hebben om mijn ticket terug te verdienen. Maar in sneltreinvaart kreeg ik 120 boekingen binnen.” Het noopte tot snel handelen en improvisatie. Van der Velde had nog geen tickets geboekt maar kreeg dat met veel kunst en vliegwerk geregeld. Hij schakelde een contact ter plaatse in om slaap plekken in Egypte te zoeken. Vervolgens stelde hij groepen samen. “Een simpele rekensom: per groep moesten er twee reisleiders mee, en in de Peugeot 504, die toen populair was in Egypte, passen naast de chauffeur zeven passagiers. De extra reisleiders die ik aantrok, waren vooral collegastudenten.” Na die hectische zomer – drie keer verbleef hij met twee groepen drie weken in Egypte – kreeg hij de vraag om ook reizen met Kerst te doen. En naar andere bestemmingen. Griekenland en Turkije volgden, daar was hij al eerder geweest. “En één groep die de Egyptereis had gemaakt wilde daarna graag naar Indonesië. Of ik dat ook kon organiseren. Als een haas
herman van der velde - alfa’s van leiden
leiden
‘Onze reisagenten zijn echt verbaasd dat deze stad niet bekender is in de wereld. Leiden is compact, wordt nog niet overspoeld met toeristen, heeft historie en cultuur. En de sfeer is hier meer ontspannen dan in Amsterdam.’
onderneming
‘Ik zie nog groeimogelijkheden. Bijvoorbeeld in België. Dat kan ik nu weer wat onafhankelijker aanpakken.’
Studie
‘Al bij een van de eerste colleges werd erop gewezen dat de kans op werk binnen het vakgebied Egyptologie niet heel groot was.’
ben ik daarheen gevlogen, heb contacten gelegd en een reis uitgezet.” Dat betekende meteen ook het einde van zijn studentenbestaan. Verhuizen Van der Velde koos de studie Egyptologie destijds puur uit interesse. “Egypte heeft mij geboeid sinds ik daarvandaan een ansichtkaart kreeg van een oom, eind jaren zestig. Mijn ouders lieten mij vrij in de studiekeu ze. Leiden lag voor de hand; wij woonden in Den Haag, en de universiteit stond goed aangeschreven.” Toch heeft de attitude van zijn docenten hem soms verbaasd. “Al bij een van de eerste colleges werd erop gewezen dat de kans op werk binnen het vakgebied niet heel groot was. En een van de professoren vond dat studen
23
24
alfa’s van leiden - herman van der velde
herman van der velde - alfa’s van leiden
levensloop herman van der velde
1961 Geboren in Den Haag
1996 Aanbod reizen op alle continenten
1983 Start studie Egyptologie
1985 Oprichting Djoser
1997 Verhuizing naar huidige pand aan de Breestraat
2005 VERKOOPT DJOSER AAN BRITSE TOUROPERATOR
2013 Djoser teruggekocht
ten Egyptologie echt niet per se zelf naar Egypte hoefden te gaan. Terwijl ik daar bewust al was geweest om de sfeer en cultuur te proeven. Uiteinde lijk hebben die kennis van én passie voor het land en de cultuur mij wel tot een enthousiaste reisleider gemaakt.” Het eerste kantoortje van Djoser was Van der Veldes studentenkamer aan het Pelikaanhof. Korte tijd later werd dat de woonboot aan het Galgewa ter. En in 1989 betrok Djoser een heuse kantoorruimte aan de Hogewoerd. “Ik heb me wel eens afgevraagd of ik met Djoser niet moest verhuizen naar Amsterdam. Dat hoorde toch, als reisorganisatie? Maar in Leiden kende ik de weg en de mensen. Hier bevond zich mijn netwerk. Waarom zou ik dan verhuizen? Wij werken bijvoorbeeld voor ons drukwerk en onze reclame-uitingen nog steeds met dezelfde Leidse bedrijven als in de beginjaren. Het is belangrijk dat Leidse bedrijven elkaar steunen.” Zoals hij ook probeert medewerkers te vinden die in Leiden wonen. “Dat is toch praktischer.” Inmiddels telt Djoser 34 medewerkers en wereldwijd 300 reisleiders. De organisatie houdt kantoor in de Breestraat tegenover het stadhuis. In 2005 verkocht Van der Velde Djoser aan de Britse touroperator Holiday Break. Die werd op zijn beurt overgenomen door het Indiase fonds Cox and Kings. Maar onlangs kocht Van der Velde Djoser weer terug. “Ik ben altijd directeur gebleven en zat in het bestuur van de verre-reizendivisie van Holiday Break. Maar het ondernemerschap bleef kriebelen. Ik zie nog groeimogelijkheden. Bijvoorbeeld in België. Dat kan ik nu weer wat onaf hankelijker aanpakken.” Wake-up call Van der Velde is nog steeds enthousiast over Leiden. En dat enthousiasme wordt versterkt door de reacties van de dertig reisagenten die jaarlijks van over de hele wereld naar Leiden komen. “Zij zijn echt verbaasd dat deze stad niet bekender is in de wereld. Leiden is compact, wordt nog niet overspoeld door toeristen, heeft historie en heeft cultureel veel te bieden. Bovendien: de sfeer is hier meer ontspannen dan in Amsterdam. Ik heb sommigen echt teleurgesteld gezien toen wij een dagje Amsterdam voor hen organiseerden.” Aan de promotie van Leiden kan nog wel wat verbeterd worden, denkt hij. “Als je ziet hoe sommige steden die veel minder te bieden hebben dan Leiden, zich promoten in de wereld. En ze komen er nog mee weg ook.”
25
26
alfa’s van leiden - herman van der velde
herman van der velde - alfa’s van leiden
Of de gemeente het ondernemerschap meer moet stimuleren? Van der Velde is daar niet van overtuigd. “Natuurlijk moet een gemeente open staan voor wensen van ondernemers. Maar dat zit wel goed.” Zelf heeft hij bijvoorbeeld altijd medewerking gekregen van het stadsbestuur als hij in de Pieterskerk de zogenaamde Djoserdagen organiseerde. Eigenlijk ziet hij eerder nog een rol weggelegd voor de universiteit. “Niet bij iedere stu die is ondernemen een voor de hand liggende optie. En al helemaal niet bij geesteswetenschappen. Maar de universiteit kan er wel op wijzen dat je het vak annex studiegebied op verschillende manieren kunt benaderen, dat je óók voor jezelf kunt beginnen. Dat hoeft niet direct door het maken van een bedrijfsplan. Even prikkelen, een soort wake-up call, kan al heel belangrijk zijn.” In die promotie van het ondernemerschap onder studenten zouden onder nemers zelf ook een rol kunnen spelen. “Niet in de vorm van een lezing. Dat is te vluchtig. Ik denk meer aan een goed format, waarbij onderne mers en geïnteresseerde studenten de discussie met elkaar aangaan. Ik weet zeker dat ondernemers het heel leuk vinden om dat te doen. Zij heb ben passie en gevoel voor bedrijvigheid en willen die kennis delen.” Waar bioscience een duidelijk verdienmodel heeft, is dat bij geestes wetenschappen minder concreet. Vaak zullen de bedrijven die ontspruiten uit geesteswetenschappen kleiner zijn, denkt Van der Velde. “Maar veel kleine visjes maken één grote. Bovendien zullen kleinere bedrijven zich vaker in het centrum van de stad vestigen. Dat maakt de stad veelzijdiger en daarmee aantrekkelijker.” ∏
bedrijfsgegevens
π Djoser π Opgericht in 1985 π Kernactiviteit: aanbieden van bijzondere groepsreizen π Aantal medewerkers: 34 π Omzet (2011): 40 miljoen πB elangrijkste klanten: consumenten π www.djoser.nl
27
28
alfa’s van leiden - désirée battjes
Désirée Battjes, eigenaar van internetbureau KEESTM:
‘Snel analytisch denken, dat heb ik tijdens mijn studie geleerd’
désirée battjes - alfa’s van leiden
29
30
alfa’s van leiden - désirée battjes
Een imago is een constructie. Dat is de ultieme les die internetstrateeg Désirée Battjes heeft meegekregen van de colleges postmodernisme van Peter Schmidt. Met haar eigen internetbureau KEESTM plukt ze daar nu nog dagelijks de vruchten van. Sinds 2001 is Désirée Battjes zelfstandig ondernemer. Eerst als organi sator van housefeesten en speeddatesessies, daarna als internetstrateeg. Met internetbureau Kees bouwt zij sinds 2006 websites in alle soorten en maten. Daarnaast spreekt, traint en schrijft ze over internet. ‘We zijn wars van dikdoenerij; we zijn geen full-solution-new-media-total-quality-pro fessional-dynamic- e-commerce-company. Kees is internet op klompen’, zo zet zij haar bedrijf in de markt. Ofwel: internet zonder kapsones. “Ik heb gekozen voor Kees op klompen omdat het lekker bekt. Maar het had net zo goed Kees op pumps of op slippers kunnen zijn. Als je iets maar vaak genoeg roept, dan gaan mensen om je heen het vanzelf geloven.” Waarmee ze maar wil aangeven dat ‘niets vast is’. “Alles is wat we ervan maken. Ik weet nog goed dat ik na de colleges postmodernisme van Peter Schmidt regelmatig in shock naar huis liep. Mijn God, dacht ik dan, alles is vloeibaar. De hele wereld om me heen is een constructie, en alles hangt van taal aan elkaar. Beweer iets, herhaal dat consequent, en iedereen gaat dat geloven. Maar je kunt net zo goed het tegenovergestelde beweren. Imago’s zijn, kortom, maakbaar. Daar kreeg ik hoogtevreesachtige erva ringen van.” Bedding Battjes liep de colleges van Schmidt tijdens haar studie Nederlands in Leiden. Die studie volgde zij van 1991 tot 1996. “Ik had een brede interesse voor vakken waar geen droog brood in te verdienen was; psychologie, kunstgeschiedenis, filosofie en talen. Nederlands leek me de beste optie, daarmee leer je ook nog een vak. En bovendien staat Nederlandse taal- en letterkunde echt veel minder vaag op een cv dan bijvoorbeeld ‘Algemene literatuurwetenschap’. Het waren de jaren waarin de hoogleraren Frits van Oostrom en Ton Anbeek aan de letterenfaculteit voor spectaculair onderwijs zorgden. Battjes: “Ik herinner me colleges over waar onze cultuur vandaan komt; een beetje van de Germanen, een beetje van de Romeinen en een beetje van het Christendom. Daar kregen we heel gestructureerd college in. Als
désirée battjes - alfa’s van leiden
leiden
‘Ik vind Leiden een mooie stad, met veel historie, een universiteit en met net iets meer reuring dan suffe provinciesteden als Haarlem of Gouda. Een prima schaal om mijn bedrijf verder te ontwikkelen.’
onderneming
‘Ik had Wiskunde B in mijn vakkenpakket gehad, en ik was niet bang voor techniek. Als ik websites ga bouwen, dan heb ik daar de rest van mijn leven een goede boterham aan, dacht ik.’
Studie
‘Er moet een vrijplaats zijn waar je ongebreideld onderzoek kunt doen naar 17e-eeuwse zinsconstructies. Dat zo’n plek bestaat, dat vind ik een kwestie van beschaving.’
mens krijg je daar bedding van. Ik weet nog dat na afloop van zo’n col lege - ik weet niet meer of het door Anbeek of Van Oostrom gegeven werd - iedereen in de zaal minutenlang klapte. Een staande ovatie. Ongehoord. En ik vond het allemaal even geweldig. Moet je je voorstellen: ik was het huis al uit, mocht vier, vijf jaar van alles bestuderen, had voor mijn gevoel alle vrijheid van de wereld, en ik kreeg nog studiefinanciering ook.” Kwestie van beschaving Tijdens haar wetenschappelijke studie werd er over ondernemerschap niet of nauwelijks gepraat. Battjes: “Ondernemerschap was in het Leidse wetenschappelijke wereldje van destijds non-existent. Hoe je na je studie praktisch in je levensonderhoud moest voorzien, daar had je het eenvou digweg niet over. Logisch. Ik vind het eerlijk gezegd ook niet de taak van een universiteit om letterkundigen zoiets als een module ondernemer schap aan te bieden. Op een universiteit doe je onderzoek, volg je onder wijs; lekker fundamenteel. Daar behoor je je niet druk te maken over de waan van de dag, over hoe je later je geld moet verdienen. Hou me ten
31
32
alfa’s van leiden - désirée battjes
désirée battjes - alfa’s van leiden
levensloop désirée battjes
1991 start studie Nederlandse Taalen Letterkunde in Leiden
goede: ik ben er een groot voorstander van dat onderwijsinstellingen efficiënter gaan werken. Maar tegelijkertijd moet er ook een vrijplaats zijn waar je nog ongebreideld gefascineerd en gepassioneerd onderzoek kunt doen naar 17e-eeuwse zinsconstructies. Dat zo’n plek bestaat, dat vind ik een kwestie van beschaving.”
1996 Afgestudeerd
1999 Marketing van de virtual community Haagz! 2001 Start als ondernemer van housefeesten 2003 Bijklussen als juf Nederlands
2006 Kees™ wordt internetbureau 2007 Kees™ trekt eerste medewerkers aan
Boterzacht Hoewel ondernemerschap op de universiteit dus bepaald niet actief gestimuleerd werd, heeft de universiteit haar wel degelijk getraind in het verwerven van kwaliteiten waar ze als ondernemer nog dagelijks profijt van heeft. Battjes: “Volgens mensen om mij heen ben ik bijvoorbeeld heel goed in het ontdekken van een grote lijn uit heel veel informatie. Dat merk ik zelf ook als ik met klanten om tafel zit. Het lukt mij doorgaans heel snel om tot de kern van de zaak te komen. Wat wil zo’n klant? Waarom? Mijn analytisch vermogen, daar heeft mijn studie aan de universiteit zeker aan bijgedragen.” Daar staat tegenover dat ze zonder scrupules de grondbeginselen van het bedrijven van wetenschap overboord zet als dat haar zo uitkomt. “Zo publiceer ik regelmatig artikelen over trends in mijn vakgebied op het crossmedia platform Frankwatching. Maar als er iets boterzacht is, dan is het wel trendwatching. Daar is weinig wetenschappelijks aan.” Goede boterham Tijdens haar studie Nederlands had Battjes nog geen idee waar ze daarna terecht zou komen. Een ‘grand design’, dat had ze niet. “Mijn vader zij al tijd: ‘Het maakt niet uit wat jij studeert, jij komt er later toch wel’.” En dat dacht ze zelf ook. “Zo ben ik een jaar lang voorzitter geweest van studen tenvereniging Augustinus. Daar merkte ik dat ik goed ben in organiseren en besturen. Het sterkte mij in de overtuiging dat ik mijn weg wel zou vinden. Ik wist alleen nog niet welke weg.” Het werd in eerste instantie een baan bij de Kunstuitleen. Battjes: “Mijn werk bestond eruit kunstwerken te slijten aan bedrijven.” Dat heeft ze twee jaar met veel plezier gedaan. Daarna volgde verrassend genoeg een hernieuwde kennismaking met het Leidse academische wereldje. “Via via werd ik gevraagd of ik bij de vakgroep informatica de marketing van een virtual community voor Haagse middelbare scholieren wilde aanpakken. Dat werd Haagz! een soort Hyves avant-la-lettre. Een volgende klus bij de
33
34
alfa’s van leiden - désirée battjes
désirée battjes - alfa’s van leiden
universiteit was bezinning op de universiteitswebsite. Alles was nog platte html. Of ik via een aantal pilotprojecten voorstellen tot verbetering kon formuleren. Dat heb ik toen anderhalf jaar gedaan.” Het was in diezelfde periode dat Battjes ook de eerste schreden zette op weg naar het ondernemerschap. Ze ging ‘in de evenementen’: het orga niseren van housefeesten en speeddatesessies. “Op een gegeven moment bouwde ik een website voor mezelf om die activiteiten meer ruchtbaarheid te geven. In die tijd was internet nog volop in opkomst. Een concurrent zag die site en vroeg of ik er voor hem ook eentje wilde bouwen. Toen dacht ik: dit kan wel eens een hele goeie zijn. Ik had ooit Wiskunde B in mijn vakkenpakket gehad, en ik was niet bang voor techniek. Als ik websites ga bouwen, dan heb ik daar de rest van mijn leven een goede boterham aan.” Prima schaal Dat heeft ze gedaan. En met succes. In 2006 zag KEESTM het levenslicht, en inmiddels heeft haar bedrijf tien medewerkers in dienst. Uitvalsbasis is haar bedrijfspand aan de Middelstegracht. Waarom daar? “Ik heb in deze stad wortel geschoten, zo simpel is dat. Het aantrekkelijke vind ik dat ik dagelijks op de fiets naar mijn werk kan. Verder heb ik niet zoveel eisen. Bovendien vind ik Leiden een mooie stad, met veel historie, een universi teit en met net iets meer reuring dan suffe provinciesteden als Haarlem of Gouda. Een prima schaal om mijn bedrijf verder te ontwikkelen.” Internet is here to stay, is daarbij haar adagium. “Te vaak zie ik nog commu nicatieprofessionals die met een grote boog om ict heen lopen. Dat online verhaal, daar heb ik niets mee, zeg bedrijfsgegevens gen ze dan. Social media, dat vinden π Bedrijf: Internetbureau KEESTM ze dan nog wel leuk. Maar zaken π Opgericht in 2006 als usability van websites en zoek π Activiteit: bedenken, maken machinemarketing zijn nu eenmaal en verzorgen van websites ‘en de rest van het online verhaal’ niet sexy. Dom, dom, dom. Want we π Aantal medewerkers: 10 ain’t seen nothing yet. Er zit nog zoveel π Belangrijkste klanten: Univeraan te komen. Elke dag ben ik nog siteit Leiden, Hoogheemraadverbaasd over de mogelijkheden van schap van Rijnland, Onze Taal, Marten Toonder Compagnie internet. O, kan dat ook al? Met die en Libertas Leiden verbazing, daar kan ik nog een leven π www.kees-tm.nl lang verder mee.” ∏
35
36
alfa’s van leiden - fred hermsen
Fred Hermsen, medeoprichter en -directeur van Maters & Hermsen Journalistiek BV:
‘Ondernemer schap begint met een inhoudelijk idee, vertrouwen en hard werken’
fred hermsen - alfa’s van leiden
37
38
alfa’s van leiden - fred hermsen
fred hermsen - alfa’s van leiden
“Wordt het niet eens tijd voor een poëziemuseum in Leiden?” In een twitter-een-tweetje met compagnon Jeroen Maters probeerde Fred Hermsen een discussie op gang te brengen. “Al was het maar om mensen te laten beseffen dat Leiden van oudsher een letterenstad is.”
‘Het is een taak van de gemeente om te zorgen dat grote bedrijven geen eilanden zijn. Met creatieve kongsis en dialogen moet je dat soort organisaties bij de stad betrekken.’
Historicus Fred Hermsen, medeoprichter en -eigenaar van Maters & Hermsen Journalistiek BV – is vergroeid met Leiden. Geboren in Voor schoten zat hij op de middelbare school in Leiden, en eigenlijk is hij nooit meer weggegaan. Hij kent de culturele instellingen, de kroegen en de uni versiteit. Vraag je Hermsen naar de relatie tussen universiteit, gemeente Leiden en ondernemerschap, dan volgt er een historische verhandeling.
‘Wij zijn gaan pionieren: hoe kun je het volle journalistieke instrumentarium inzetten in organisaties? Jeroen deed dat meer vanuit ondernemend perspectief, ik meer onderzoekend. Ja, dat is wel dezelfde houding als tijdens mijn studie.’
Maters & Hermsen, landelijk toonaangevend in bedrijfsjournalistiek, startte in 1993, in de kamers van de oprichters. “Jeroen en ik hadden el kaar ontmoet via zijn vriendin, die in mijn studentenhuis aan de Oude Vest woonde. Jeroen rondde toen zijn opleiding Journalistiek in Tilburg af. Ik was student-assistent bij Vaderlandse Geschiedenis, verdiende geld bij Kooyker en in de rijwielstalling van het station, schreef journalistieke ar tikelen en werkte aan een promotievoorstel. Of ik naar zijn scriptie wilde kijken…” Bij het ministerie van Defensie kreeg Jeroen vervolgens zijn handen meer dan vol aan een paar eindredacties. Hij schakelde Hermsen in. Toen die samenwerking bleek te werken, begonnen ze een vennoot schap onder firma. Pionieren “Bedrijfsjournalistiek was toen nog geen serieus vak”, zo blikt Hermsen op die tijd terug. “Schrijven voor en over organisaties viel onder pr. Wij zijn gaan pionieren: hoe kun je het volle journalistieke instrumentarium inzetten in organisaties? Jeroen deed dat meer vanuit ondernemend per spectief, ik meer onderzoekend. Ja, dat is wel dezelfde houding als tijdens mijn studie: kritisch kijken naar beleidsnota’s, bronnen zoeken in de meest onmogelijke hoeken, verhalen en visies verzamelen, en ze combine ren tot een nieuw, samenhangend, menselijk beeld.” Die rolverdeling is gebleven, stelt Hermsen vast. Jeroen Maters is meer de entrepreneur, de man van de innovatieve ideeën. Hermsen vindt het spel met klanten leuk en borgt de continuïteit in kwaliteit en relatie. Het bedrijf Maters & Hermsen groeide als kool en telt nu bijna veertig medewerkers,
leiden
onderneming
Studie
‘Je moet los kunnen gaan op een vergeten archiefstuk dat onder het stof zit. Hoe meer stof, hoe groter de ontdekking. Het gaat over macht, geloof, politiek, geld, liefde, kortom het leven zelf.’
waaronder opvallend veel oud-letterenstudenten. Het loopbaancentrum Letteren was een broedplaats voor Maters & Hermsen. Leony van der Splinter, tegenwoordig hoofd Studentenzaken bij de Universiteit Leiden, leverde studenten aan. “Geweldig mens. De doorstroom was toen goed geregeld.” Een zekere eenzaamheid Hermsens studie vormde de basis voor zijn latere werk. Geschiedenis is een studie voor zielen met een wat introverte, bespiegelende inborst, denkt hij. “Je moet los kunnen gaan op een vergeten archiefstuk dat onder het stof zit. Hoe meer stof, hoe groter de ontdekking. Het gaat over macht, geloof, politiek, geld, liefde, kortom het leven zelf.” Oudheidkun dige Moses I. Finley is daarbij Hermsens voorbeeld. Een paar opgegraven Romeinse munten in een barbaars gebied ver van Rome zetten Finley aan tot een nieuwe economische theorie. En passant plaatste hij de culturele ontwikkeling van de Griekse en Romeinse oudheid in een ander daglicht.
39
40
alfa’s van leiden - fred hermsen
fred hermsen - alfa’s van leiden
levensloop fred hermsen
1991 afgestudeerd als historicus
1991 ontmoet COMPAGNON Jeroen Maters
1964 geboren in Voorschoten
1993 oprichting MATERS & HERMSEN JOURNALISTIEK BV
1997 winnaar PW-prijs voor sociaal jaarverslag Pink Elephant, waarna vele prijzen volgen 2002 winnaar FEIEA European Grand Prix Inhouse Journals
2006 Afronding biografie over rockgroep Earth & Fire
2013 Maters & Hermsen wordt uitgeroepen tot Cultuurmecenas van het jaar 2012
“Dat je op basis van die paar munten een hele wereld kunt creëren, vind ik –zoals mijn dochter dat zou zeggen– heilig.” Een andere uitspraak schudde hem op een minder leuke manier wakker: ‘Beeldt u zich vooral niet in dat u met deze studie een baan zult vinden’, kreeg hij tijdens zijn opleiding nadrukkelijk ingeprent. “Het waren de na dagen van de ‘wetenschap um sonst’. Tegenwoordig word je al vanaf dag één klaargestoomd voor het werkend bestaan, is mijn indruk.” Uiteindelijk trok ook de wetenschap niet. “Wetenschap vind ik het hoog ste goed. Maar de praktijk is wel dat je voor een zekere eenzaamheid ge bouwd moet zijn. Veel lezen is –hoe verrijkend ook – bovendien een fysiek beperkte bezigheid. Ik moet meer beweging, dynamiek om me heen heb ben. Ik herinner me een stevige uitspraak van mijn docent wetenschaps filosofie in de laatste maanden van mijn studie. ‘Als je niet oppast, denk je van ieder uur boven je boeken al snel de helft aan seks’. Toen besefte ik dat ik er meer in het leven moest zijn.” Chemie verdwijnt Aan het relatief kleinschalige van de faculteit Letteren in ‘zijn’ tijd heeft Hermsen een warme herinnering. “Daar kon je als individu iets beteke nen. In Leiden hoefde ik mijn onderzoek niet in vooraf bepaalde model len en paradigma’s te persen. De echt vrije geest wordt hier van oudsher gestimuleerd. Iedereen wordt uitgenodigd te denken wat hij wil en daar vervolgens helder over te argumenteren. Ik vermoed dat al die grote we tenschappers om die reden naar Leiden kwamen.” Waarom een universiteit zich zou laten verleiden tot grootschaligheid is dan een logische vraag. Waarom verhuizen vakgroepen naar – bijvoorbeeld – Den Haag? Stellig: “De universiteit van Heidelberg verhuist toch ook niet naar Berlijn, of die van Perugia naar Rome? En nog zo’n vraag: waarom sta je als universiteit lijdzaam toe dat kwetsbare vakgebieden – vaak in de geesteswetenschappen – sneuvelen? Het economisch denken schaadt de veelzijdige verfijning van onze universiteit.” De komst van al die wetenschappers heeft voor het culturele en economi sche klimaat van Leiden veel betekend. Er kwamen schrijvers, vrijdenkers, maar ook uitgeverijen: Brill, Sijthoff en Elsevier. “Dit was een veilige haven voor mensen die anders dachten en daarover in dialoog gingen. Dat zit in de genen van de Universiteit Leiden en kan nooit worden overgeno men door een andere stad. In het verlengde daarvan: kunst, wetenschap
41
42
alfa’s van leiden - fred hermsen
fred hermsen - alfa’s van leiden
en ondernemerschap gaan ook nu de dialoog aan. Je ziet succesvolle initiatieven ontstaan: Haagweg 4, Nieuwe Energie, Stadslab.” Tegelijker tijd vindt Hermsen het verdwijnen van het LAK-theater tekenend voor de verwijdering tussen de universiteit en de stad. “Die chemie lijkt te verdwij nen, terwijl samen optrekken zo inspirerend is en juist nu hard nodig.” Iets meer flexibiliteit In de relatieve kleinschaligheid van de stad (‘met een van de grootste his torische centra van Nederland’) liggen veel mogelijkheden, denkt Herm sen. Dat Ikea haar financieel hoofdkwartier in Leiden vestigt, zegt wel iets over uitstraling en locatie (en fiscale regelgeving). Zoals ook het financieel agentschap dat de belangen behartigt van U2, Adèle en Rolling Stones in Leiden is gevestigd. En Achmea heeft hier niet voor niets een enorm kan toor neergezet. “Het is de taak van de gemeente om te zorgen dat die grote bedrijven geen eilanden zijn. Met creatieve kongsi’s en dialogen moet je dat soort organisaties bij de stad betrekken. Dat genereert een dynamiek die uiteindelijk ook economisch vruchten afwerpt.” Voor het stimuleren van startende ondernemingen zijn er in Leiden genoeg faciliteiten, is Hermsens ervaring. De Stichting Werk en Onder neming voorziet in ruimtes voor starters. De problemen ontstaan pas als je groter wordt. “Na onze start op de Middelstegracht verkasten we in 1999 naar de zolder van de Latijnse school aan de Lokhorststraat. Toen het daar te krap werd, lieten we ons oog vallen op de oude meisjes-hbs aan de Garenmarkt. Maar dat bleek lastig. Iets meer flexibiliteit van de gemeente zou ons heel erg geholpen hebben.” Maar uiteindelijk moet je het on bedrijfsgegevens dernemen zelf doen, moet je zelf je π Bedrijf: Maters & Hermsen keuzes maken. Dat betekent jezelf π Opgericht in 1993 niet afhankelijk opstellen en vooral π Activiteit: Bedrijfs niet te veel op geld gericht zijn, journalistiek π Aantal medewerkers: 38 vindt Hermsen, die nu kantoor π Omzet: 3,4 miljoen houdt aan de Herengracht. “On π Belangrijkste klanten: dernemerschap begint met een in rijksoverheden, uitvoerings houdelijk idee, vertrouwen en hard instanties, grote landelijke ondernemingen werken. Dat is je basis. Geld is een π www.matershermsen.nl gevolg, geen uitgangspunt.” ∏
43
44
alfa’s van leiden - guido enthoven
guido enthoven - alfa’s van leiden
Guido Enthoven, directeur-oprichter van het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie
‘Al die Leidse historie werkt inspirerend’
45
46
alfa’s van leiden - guido enthoven
Guido Enthoven, directeur van het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie (IMI), laat organisaties naar burgers luisteren, voordat ze beleid maken En adviseert, soms ook ongevraagd. Bijvoorbeeld aan de gemeente Leiden, als die van Leiden echt een communicatiestad wil maken. “Je weet dat grote bureaus om de tien jaar hun huisvesting heroverwegen. Daar kan een college van Burgemeester en Wethouders op inspelen.” Het IMI is gevestigd aan het Rapenburg, in de voormalige Prinsenhof. De entree is chic: zware voordeur, portaal met marmeren tegels, dan een glazen deur. In de werkkamer een uitpuilende boekenkast en een kleine, draagbare cassetterecorder met bandjes van de Doors en Pink Floyd. Kijkt Guido Enthoven uit het raam, dan ziet hij het huis waar Descartes schreef aan Meditationes de prima philosophia. Een paar huizen daarnaast ligt de Bibliotheca Thysiana, die op de Werelderfgoedlijst staat. “Ja, al die histo rie werkt bij vlagen inspirerend. Het maakt me gelukkig hier ’s morgens naartoe te fietsen.” Na zijn middelbare school deed Enthoven de Heao. Vervolgens reisde hij de wereld rond. Hij plukte tabaksbladeren in Canada en sinaasappelen in Israël, zette ramen in Californië en zat een paar maanden in een Zenklooster. “Ik heb serieus overwogen om monnik te worden.” Maar Enthoven, 25 jaar oud, keerde terug naar Nederland. “Ik was maat schappelijk gedreven en wist goed wat ik wilde: een studie waarbij je nadenkt over welke afspraken je met elkaar maakt om het samenleven wat gemakkelijker te maken. Op mijn 18de had ik dat nog niet voor ogen, op mijn 25ste wel. Rechten in Leiden stond goed aangeschreven en was bereis baar. Andere opties waren er niet voor mij.” Tijdens zijn studie startte hij in 1991 de Nationale Ideeënlijn. Kort daarna richtte hij het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie op. Opvang voor ideeën Hij is geboren in Poeldijk, waar zijn vader tuinder was, vandaar misschien de drang om te ondernemen. Die Nationale Ideeënlijn startte hij met vrienden uit het studentenleven. “Wij kenden nogal wat mensen die wel veel ideeën hadden, maar onvoldoende tijd, geld, netwerk of deskundig heid om daar iets mee te doen. Wij dachten: als wij nou eens een laag
guido enthoven - alfa’s van leiden
leiden
‘Als je je wilt profileren als communicatiestad, zou je als gemeente toch op z’n minst je eigen bedrijvigheid een kans moeten geven.’
onderneming
‘Clustervorming betaalt zich uit. Dat zie je bij het Bio Science Park. Fysieke nabijheid nodigt uit om elkaar op te zoeken, in expert meetings of om zaken te doen.’
Studie
‘De manier van werken zoals die bij rechten gebruikelijk is, komt mij van pas: een heel gestructureerde manier van naar vraagstukken krijgen. Het ontleden in deelaspecten.’
drempelige opvang voor die ideeën creëren. Let wel, het was het pre-inter nettijdperk. Zonder e-mail. Met een telefoon en een postbus. We werkten er met 45 vrijwilligers. De universiteit creëerde een geweldig netwerk. Wij hadden een team van deskundigen bijeen gezocht die het kaf van het ko ren moest scheiden. Het concept werkte wonderwel. We sluisden ideeën door naar overheden, organisaties en bedrijven. We kregen veel free publi city, in universiteitsblad Mare, maar ook van landelijke dagbladen en zelfs op prime time bij de NCRV. Die Ideeënlijn raakte een snaar, maar geld ge nereren deed het niet. Het bleek heel lastig om die ideeën te parachuteren. Je zit met geheimhouding, octrooien en het not invented here-syndroom.” Het lastige proces van idee naar uitvoering was de reden om te zeggen: exit Ideeënlijn. Tegelijkertijd startte hij – weer met een aantal vrienden – het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie. “Het idee hierachter was dat het voor overheden verstandig is om gebruik te maken van kennis en expertise uit de samenleving. Dat leidt tot meer kwaliteit en legitimi teit van je beleid. In het begin legden we de focus op het verzamelen van ideeën voor overheden. Inmiddels doen we ook toekomstverkenningen en
47
48
alfa’s van leiden - guido enthoven
guido enthoven - alfa’s van leiden
levensloop guido enthoven
1962 geboren in Poeldijk
1984 rondt Heao af
1985 werkt als tabaksplukker, sinaasappelplukker en glaszetter
1991 oprichting Nationale Ideeënlijn
1992 studeert af als jurist
1993 oprichting IMI
2011 promoveert op “Hoe vertellen we het de Kamer”, over informatieverschaffing van regering aan parlement
mediation. Onder de noemer maatschappelijke innovatie kun je heel veel doen.” Het IMI werkt overwegend voor ministeries (tweederde van de activi teiten). Verder voor gemeenten, en soms voor andere partijen zoals de Consumentenbond of bedrijven. Of overheden gevoelig zijn voor ideeën van burgers? “Het is een feit dat je niet in splendid isolation de wereld kunt besturen met een beleidsnota. Als die nota niet goed aansluit bij wat bedrijven, burgers en organisaties werkbaar vinden, dan krijg je het deksel op je neus. Of het plan wordt gewoon niet uitgevoerd. Steeds meer amb tenaren zien dat ze de betrokken mensen erbij moeten halen als ze iets gedaan willen krijgen.” Afpellen Of hij nu nog iets heeft aan zijn studie rechten? “Ik heb niet een beroep waarvoor rechtenstudenten nou speciaal worden opgeleid.” De manier van werken zoals bij rechten gebruikelijk was, komt hem wel van pas. “Daar leerde ik om op een heel gestructureerde manier naar vraagstukken te kijken. Het ontleden in deelaspecten. Sommigen noemen rechten de wiskunde onder de alfavakken. Bovendien helpt het soms bij het lezen van jurisprudentie of een memorie van toelichting.” Achteraf zou je kunnen zeggen dat bestuurskunde een betere studie voor Enthoven was geweest. “Maar ach, hier werken een filosoof, een historica en een theoretisch natuurkundige. In de wereld van maatschappelijke in novatie gaat het vooral om procesgevoeligheid.” Voor zijn werk is Leiden een bijna ideale uitvalsbasis. “Je wilt niet te ver af zitten van je belangrijkste opdrachtgever, maar wel op gepaste afstand. In twaalf minuten ben ik vanaf Leiden Centraal op Den Haag Centraal. Dat lukt me niet met de auto. Als je in Den Haag gevestigd bent, word je te veel onderdeel van het Haagse.” Verder heeft Leiden een ‘plezierige tussenmaat’ tussen een dorp en de grote stad met te veel prikkels. ”Hier gebeurt veel, maar het is behapbaar.” En hij geniet van de bouw en uitstraling. “Ik ben gelukkig als ik ’s mor gens over het Rapenburg fiets. Zoveel historie…” Gemakkelijker schakelen Die historische uitstraling zou de stad kunnen gebruiken bij het neerzet
49
50
alfa’s van leiden - guido enthoven
guido enthoven - alfa’s van leiden
ten van Leiden als communicatiestad, denkt hij. “Clustervorming betaalt zich uit. Dat zie je bij het Bio Science Park. Fysieke nabijheid nodigt uit om elkaar op te zoeken, in expert meetings of om zaken te doen. Wij kunnen niet alles aanbieden en werken dus samen, onder andere met congresbu reaus, tekstschrijvers en vormgevers. Zelf werken wij het liefst met par tijen uit Leiden. Dat schakelt gemakkelijker. Natuurlijk kun je via de mail of telefoon afspraken maken. Maar soms moet je elkaar ook zien.” Als de gemeente zich wil profileren als communicatiestad, moet ze dat vooral consistent uitdragen, vindt Enthoven. “Je kunt niet in 2010 zeggen: we willen een communicatiestad zijn, en twee jaar later: we willen ict-stad zijn. Dat werkt niet. Een keuze moet leidraad zijn in de activiteiten. De gemeente zou congressen kunnen organiseren die zich toesnijden op dat thema. Met de universiteit kun je afspraken maken over lezingen. Dat zie ik op dit moment onvoldoende gebeuren. Is het wel een echte prioriteit? Of is het een van de 67 prioriteiten? Als de gemeente echt een communica tiestad wil zijn, zou het college van B&W beleidsbureaus moeten opdra gen dat beter vorm te geven.” Het is ook een kwestie van oren en ogen open houden, stelt hij. “Kijk hoe Amsterdam het NRC van Den Haag heeft afgepakt. De directie had een deal met Den Haag. De burgemeester van Amsterdam nodigde vervolgens de hoofddirectie uit en bood de krant een fantastische locatie aan op het Rokin. Je weet dat grote partijen om de pakweg tien jaar hun huisvesting heroverwegen. Daar kun je strategisch op inzetten. Zo kun je Leiden ook profileren als logische speler voor departementen en andere organisaties uit Den Haag. Op gepaste afstand en toch nabij. Maar dan moet je wel die lange adem hebben. ” ∏ bedrijfsgegevens
π Instituut voor Maatschappelijke Innovatie π Opgericht in 1993 π Aantal medewerkers: 12 en kaartenbak vol freelancers π Omzet 1 miljoen π Belangrijkste klanten: ministeries en gemeenten π www.imi.nu
51
52
alfa’s van leiden - albert reinders
albert reinders - alfa’s van leiden
Albert Reinders, oprichter en algemeen directeur van MediaAdvice
‘Overal in het land worden Leidse communicatie bedrijven geroemd door hun opdrachtgevers’
53
54
alfa’s van leiden - albert reinders
Vijftien jaar werkte Albert Reinders bij landelijke media als HP/De Tijd, MiddagEditie en Netwerk. Daar absorbeert hij de kennis en kunde van gepokt en gemazelde leermeesters als John Jansen van Galen en Gijs van Beuzekom. Daarna besluit hij voor zichzelf te beginnen. Met een prestigieuze Emmy Award op zak en een slim idee om ‘zijn’ MediaAdvice handen en voeten te geven. Het is een maand na de noodlottige gebeurtenissen in de Zuid-Russische stad Beslan als Albert Reinders, verslaggever bij Netwerk, naar de school gaat waar het bloederige gijzelingsdrama plaatsvond. Hij maakt er een indringende reportage, getiteld ‘Terug naar Beslan’. Deze levert hem in 2005 de internationaal hoog aangeschreven Emmy Award op, een tele visieprijs vergelijkbaar met de Oscars voor film. Hoe gek kan het lopen? Had een collega hem niet gewezen op dat kleine berichtje in die lokale krant, dan had zijn leven er nu vermoedelijk heel anders uitgezien. “Dat artikeltje ging over een inwoonster van Kampen, Bella Tubejeva, die in Beslan op die school had gezeten. We besloten daar een kort item voor Netwerk van te maken. Maar dat moest wel ’s avonds klaar zijn.” Zo’n dagklus is hard werken en op de redactie bepaald niet geliefd. Wie gaat dat doen, wilde de hoofdredacteur weten. Reinders stak zijn vinger op. “Ik had het gevoel dat er een goed verhaal in zat. Na het korte interview dacht ik: hier kunnen we meer mee.” Hij wist de hoofd redactie daarvan te overtuigen en mocht naar Beslan afreizen voor een uitgebreide reportage. Sindsdien wordt deze geschiedenis als schoolvoorbeeld voorgehouden aan beginnende redacteuren van Netwerk. Reinders: “Schuw de dagklus sen niet, is de boodschap, want je kunt er een Emmy mee winnen!” Gapend gat Niet bang zijn om aan te pakken en op het juiste moment kansen grijpen: dat is kort samengevat de succesformule waarmee Reinders zijn imposan te journalistieke carrière telkens op belangrijke momenten een boost heeft gegeven. “Als afstudeeropdracht voor mijn studie politicologie moest ik een eindscriptie maken. Ik koos voor een programmatische vergelijking van de PvdA met de Engelse Labour-partij. Daarin beargumenteerde ik dat beide partijen in hun oriëntatie steeds meer naar het midden zijn opge schoven. Toen ik was afgestudeerd ben ik bij HP De Tijd gaan werken,
albert reinders - alfa’s van leiden
leiden
‘Leiden heeft de gezelligheid van een kleine stad, maar is tegelijkertijd werelds genoeg om niet te klein te zijn.’
onderneming
‘De drive om mezelf regelmatig opnieuw uit te vinden zit in me. Dat betekent ook dat je risico’s neemt.’
Studie
‘Grote hoeveelheden informatie verwerken en er dan met een helikopterview naar kijken: dat is misschien wel het allerbelangrijkste wat ik tijdens mijn studie heb geleerd.’
nadat ik er tijdens mijn studie al een tijdje stage had gelopen. Ik kwam op het idee om materiaal uit die scriptie om te werken tot een artikel over de PvdA. Het artikel viel bij de eindredactie van HP/De Tijd blijkbaar in de smaak, want het werd aangekondigd op de cover.” Reinders beslissing om na vijftien jaar landelijke journalistiek zelfstandig ondernemer te worden is ook een mooi voorbeeld van het ijzer smeden als het heet is. “Gedurende al die jaren kreeg ik steeds scherper in de gaten dat er een gapend gat bestaat tussen organisaties die iets van de media willen en de behoeften van die media zelf. Wat is de boodschap die jij aan een journalist kwijt wilt? En waar zit zo’n journalist eigenlijk op te wach ten en waarop vooral niet? Na vijftien jaar in de landelijke journalistiek had ik bovendien behoefte aan persoonlijke vernieuwing. Met mijn opgedane kennis kan ik bedrijven helpen de media beter te bedienen. Daar worden alle partijen beter van, redeneerde ik.” En dus richtte hij in 2005 MediaAd vice op, een bureau voor corporate communicatie, tegenwoordig geves tigd aan de Herengracht. Naast het realiseren van free-publicity, maakt MediaAdvice voor haar klanten onder meer ook bedrijfsfilms, nieuwsbrie ven en brochures en verzorgt het mediatrainingen. Het bleek een schot in de roos. Reinders: “De Emmy Award werd door opdrachtgevers gezien als een soort keurmerk. Zo kon ik een vliegende start maken.”
55
56
alfa’s van leiden - albert reinders
albert reinders - alfa’s van leiden
levensloop albert reinders
1992 afgestudeerd als politicoloog
1992 redacteur weekblad HP/De Tijd
1968 geboren in Amsterdam
1995 verslaggever bij MiddagEditie (VARA/NPS/VPRO)
1999 senior verslaggever actualiteiten rubriek Netwerk
2005 winnaar International Emmy Award (de Oscar voor televisie)
2005 communicatie adviesbureau MediaAdvice opgericht
Interessante leerschool Dat Reinders van nature een sterke innerlijke drang bezit om zichzelf te ontwikkelen en vernieuwen is natuurlijk mooi meegenomen. Hij is niet iemand die voor ‘safe’ of voor ‘gebaande paden’ gaat. Of zoals hij dat zelf uitdrukt: “De drive om mezelf regelmatig opnieuw uit te vinden zit in me. Dat betekent ook dat je risico’s neemt.” Op belangrijke momenten in zijn carrière heeft hij daarnaast steeds hulp gekregen van personen die hem een stapje verder konden helpen. “Op de een of andere manier was er altijd iemand die mij net dat extra zetje gaf.” Zo bemiddelde Willem Breedveld, destijds docent massacommunicatie aan de universiteit van Leiden, bij een journalistieke stage op de redactie van HP/De Tijd. Na een paar maanden diende de volgende leermeester zich aan. “Dat was toen ik voorstelde om de doopceel van Hans van Mierlo te lichten. Ik vond namelijk dat er in de Nederlandse media een bijna kritiekloze adoratie voor hem was. Tijd voor een gedegen analyse, vond ik. Mijn begeleider vond het een goed idee, maar heel terecht wel een te ambitieuze klus voor een stagiair. Echter: de ervaren rot John Jansen van Galen zag er wel brood in. En samen zijn we aan de slag gegaan. Ik heb veel gehad aan zijn enorme ervaring en zijn tips and tricks. Het was een interessante leerschool. En het leverde een coverstory op als resultaat!” Ook aan Gijs van Beuzekom, destijds hoofdredacteur van Netwerk, heeft Reinders veel te danken, vindt hij. “Hij nam standaard de opzet voor een reportage-item met me door en altijd had hij wel een paar tips hoe ik het anders of beter kon doen. Hij gaf mij daarbij de ruimte om af en toe zelf dingen uit te proberen en om te groeien. Daar heb ik enorm veel van geleerd.” Geen seconde spijt Zelfs tijdens zijn studie politicologie in Leiden stuitte Reinders al regel matig op figuren die hem als lichtgevende bakens de weg wezen. Zoals de docenten Bart Tromp en Joop van den Berg. “Zeer begeesterde en inspire rende mensen waren dat.” Niet voor nie ts is hij juist bij hen afgestudeerd. Van de beslissing om na zijn middelbare schooltijd politicologie te gaan studeren, heeft hij dan ook ‘geen seconde’ spijt gehad. “Internationale betrekkingen, nationale politiek, terrorisme: alles kwam voorbij. De studie heeft mij veel geestelijke bagage gegeven waar ik mee verder kon. Ook heb ik op de universiteit geleerd om analytisch te denken. Om grote
57
58
alfa’s van leiden - albert reinders
albert reinders - alfa’s van leiden
hoeveelheden informatie te verwerken en er dan met een helikopterview naar kijken: dat is misschien wel het allerbelangrijkste wat ik tijdens mijn studie in Leiden heb geleerd.” Liaison-officer Na zijn afstuderen is Reinders in Leiden blijven hangen. Niet zonder reden. “Het heeft de gezelligheid van een kleine stad, maar is werelds genoeg om niet te klein te zijn”, vindt hij. Bovendien is het ondernemers klimaat er in orde: “Er worden mijn bedrijf in elk geval geen beperkingen opgelegd.” Maar, voegt hij daar onmiddellijk aan toe, Leiden laat wel kansen liggen. “Vooral in de driehoek tussen gemeente-onderwijs-be drijfsleven kan nog veel meer kruisbestuiving plaatsvinden. Er is te weinig kennis over elkaar. Wellicht is het een idee als de gemeente een ambtenaar als liaison-officer aanstelt. En maak een inventarisatie waar de verschillende partijen behoefte aan hebben. Zorg er voor dat ze elkaar nog meer weten te vinden. Het bedrijfsleven zou zijn kennis en expertise kunnen leveren aan de universiteit en hogeschool. Omgekeerd zou ik tegen gemeente, universiteit en hogeschool willen zeggen: profiteer van de kennis en ex pertise die in de stad voorhanden is. Soms heb ik het idee dat onvoldoen de helder is wat de communicatiesector allemaal te bieden heeft.” Het klantenportfolio van zijn bedrijf MediaAdvice bevestigt dat. De vele opdrachtgevers waar Reinders vaak al jarenlang naar tevredenheid voor werkt, komen zelden uit Leiden. “Datzelfde hoor ik ook van collega’s om me heen. En zo ontstaat er een gekke situatie: overal in het land worden Leidse communicatiebedrijven door hun opdrachtgevers geroemd. Maar niet in Leiden zelf; daar wordt de expertise van deze bedrijven nog onvol doende gezien.” Maar wat niet is, kan nog komen. bedrijfsgegevens Reinders: “Neem Leiden Communica π Bedrijf: MediaAdvice tiestad. Met zo’n duizend bedrijven in π Opgericht in: 2005 de Leidse regio is de communicatiesec π Activiteit: Communicatie & tor in deze stad een economische factor Advies π Aantal medewerkers: 6 van betekenis. Daar is de komende π Belangrijkste klanten: ESA, jaren nog veel meer uit te halen. De sec Warchild, Golden Tulip Hotels, tor is enorm breed ontwikkeld. Ik zou TechniekTalent.nu, TI Pharma zeggen: laten we daar met z’n allen ons π
[email protected] voordeel mee doen.” ∏
59
60
alfa’s van leiden - sigrid de zwart
Sigrid de Zwart, eigenaar van Zabriski
‘Wij zijn een belangrijke economische motor van Leiden’
sigrid de zwart - alfa’s van leiden
61
62
alfa’s van leiden - sigrid de zwart
Sigrid de Zwart is achttien als ze Brabant letterlijk ontvlucht. “Ik heb me daar nooit echt thuis gevoeld, ik wist dat ik weg moest. Leiden leek me een heerlijke stad om te studeren. Wel groot, maar behapbaar. Nu weet ik ook waar ik toen al op viel. Leiden is een stad zonder ego’s.” De Zwart wist dat een studie Engelse Taal- en Letterkunde haar positie op de arbeidsmarkt niet heel sterk zou maken, dus vanaf het begin is ze erbij gaan werken. “Wc’s boenen, horecabaantjes, ik heb zelfs bij het Silvius nog laboratoria schoongemaakt. Ik wist namelijk dat ik een netwerk moest opbouwen, desnoods met dat soort werk. Toen de administratieve baantjes voorbij kwamen, pakte ik mijn kans. Ik werkte als student in de catering bij EWR toen een projectsecretaresse vroeg of ik haar baan wilde overnemen. Ik leek haar wel een type die dat kon. En dat terwijl ik op dat moment nog nooit een computer had aangeraakt.” De Zwart is niet het type dat zich door gebrek aan kennis of ervaring uit het veld laat slaan. ‘Gewoon proberen, gewoon doen’ is haar motto. Dat deed ze ook toen ze werd gevraagd voor de personeelskrant. “Ik vond dat leuk en het ging me gemakkelijk af. Ik ontdekte steeds meer wat ik goed kon en wat ik leuk vond: organiseren en mooie dingen maken.” Eigenwijs Om de lijn naar het onderwijs niet helemaal te verbreken volgde ze ook nog een tijdje het vak didactiek, maar tijdens haar stage voor de klas knap te ze helemaal af op het onderwijs. “Zat ik voor zo’n groep onderuitgezak te, verveelde leerlingen. Zo demotiverend. Ik wil met mensen werken die ook iets moois willen maken, die betrokken zijn. Ik merk dat nu in mijn werk ook weer. Zoals bij Eneco; die mensen zijn zo gedreven, fantastisch om voor zo’n klant te werken. Ik wil raken en geraakt worden. Boven dien ben ik te eigenwijs om in het onderwijs of in een grote organisatie te werken. Ik weet nog wel wat Bart Westerweel tijdens mijn afstuderen zei: ‘ik heb nog nooit zo’n eigenwijze student meegemaakt als jij’.” Ze lacht er nu om en ziet het als compliment. “Eigenwijsheid is een noodzakelijke karaktereigenschap voor een ondernemer.” Doodmoe Na haar studie, die naar eigen zeggen wel heel lang duurde, volgden verschillende banen. Als regio-secretaresse bij Centric leerde ze nog beter
sigrid de zwart - alfa’s van leiden
leiden
‘Leiden is een stad zonder ego’s. Dat is een enorme kracht, maar het is tegelijkertijd onze valkuil. Want wie zet Leiden op de kaart?’
onderneming
‘Ik wil met mensen werken die ook iets moois willen maken, die betrokken zijn. Ik wil raken en geraakt worden.’
Studie
‘Mijn afstudeerbegeleider zei dat hij nog nooit zo’n eigenwijze student had meegemaakt. Ik heb het altijd als compliment ervaren.’
organiseren en vooral structureren. De Zwart: “Maar ik deed er niets met mijn kennis. Daarom ging ik al snel bij MB Thomas & Kleyn in Den Haag aan de slag. Het was een bedrijf dat corporate communicatie deed voor grote klanten als Phillips, Draka en Haskoning. Een harde leerschool, want ik kreeg ook gigantisch op m’n lazer als iets niet goed ging. Maar als ik in een functioneringsgesprek vroeg om een opleiding of cursus, dan werd dat niet gehonoreerd. Zelf juich ik dat als leidinggevende altijd toe, als medewerkers bijscholing willen, maar die sfeer hing daar destijds niet. En ik zag de baas; 35 jaar, dikke auto, groot huis. Ik dacht: het huis en de auto hoef ik niet zo nodig, maar wat hij kan, kan ik ook. Ik ben daar weg gegaan. Ik heb er veel geleerd, maar het was onbevredigend. Hetzelfde gevoel kreeg ik bij mijn volgende baan, bij Meneba. Ik was eerst concept manager - een heerlijke creatieve baan – en daarna ben ik afdelingshoofd geworden. Daar ervoer ik hoe afhankelijk je kunt zijn in een groot bedrijf. Business units die elkaar niet kunnen vinden, de hiërarchie, het gezaag aan je stoelpoten. Ik kon er niet tegen en werd er doodmoe van.” Ego Wie de Sigrid de Zwart van nu ontmoet, weet dat het woord ‘moe’ niet bij
63
64
alfa’s van leiden - sigrid de zwart
sigrid de zwart - alfa’s van leiden
levensloop sigrid de zwart
1987 Studie Engelse Taal- en Letterkunde 1993 Afgestudeerd
2001 oprichting 071 Communicatie
2008 oprichting Zabriski
2010 Bestuurslid Leiden Communicatiestad
haar hoort. Ze is oprichter en eigenaar van Zabriski, bestuurslid bij Leiden Communicatiestad en speelt als penningmeester, regisseur en speler een prominente rol bij toneelgezelschap Litteris Sacrum. “Ik doe nu waar m’n hart ligt, ik ben eigen baas en ik heb een club trouwe medewerkers om me heen die hetzelfde doel hebben als ik: mooie dingen maken. Dat geeft energie.” Toen ze haar partner Hans leerde kennen, nam ze de stap naar het zelf standig ondernemerschap. “Eerst met het bedrijf 071 Visuele Communi catie, natuurlijk in Leiden. Leiden past beter bij me dan Den Haag. Geen kouwe drukte, maar gewoon doen. Korte lijnen, creatieve mensen met passie, mensen die durven delen, die elkaar iets gunnen en willen sa menwerken; in zo’n omgeving kom ik het beste tot mijn recht. Zo ben ik enorm schatplichtig aan Maters & Hermsen. Ik heb zoveel van ze geleerd; zij gingen niet op hun kennis zitten maar deelden die. Het was natuurlijk nog wel in een tijd dat de bomen tot in de hemel reikten, maar dan nog. Zo zou het moeten zijn, dat je samenwerkt, het beste van jezelf inzet en samen tot een mooi resultaat komt. Laatst nog bij een opdracht. Toen hebben we Marije van den Berg ingevlogen vanwege haar kennis van soci ale media. We hebben toen echt indruk kunnen maken op de klant, mede dankzij de inzet van Marije. In Leiden kan dat beter dan in Amsterdam of in Den Haag, omdat Leiden geen stad van ego’s is.” Goeroe De Zwart constateert dat ego ook precies is wat Leiden misschien wel te weinig heeft. “Onze kracht is gelijk onze zwakte. We maken onwijs mooie dingen, we zijn met veel creatieven en we timmeren aan de weg met Stads lab en Leiden Communicatiestad. De kiem is gelegd, de ingrediënten zijn er, maar wat we vergeten is om dit alles aan de grote klok te hangen. Wie zet Leiden in de etalage? Wie laat zien wat Leiden op communicatiegebied allemaal te bieden heeft? Eigenlijk zouden we een PR-machine moeten starten, maar dat zit niet in ons Leidse bloed. We hebben schroom om onszelf op de borst te kloppen, we zijn te bescheiden. En zo houden we ons klein.” De Zwart kan er eindeloos over filosoferen, over dat Leiden eigenlijk een goeroe zou moeten hebben. “Zo’n groot bedrijf met uitstra ling, dat klanten aantrekt, dat Leiden op de kaart zet.”
65
66
alfa’s van leiden - sigrid de zwart
sigrid de zwart - alfa’s van leiden
Potentie Leiden landelijk op de kaart zetten is belangrijk voor De Zwart, maar er is een agendapunt dat meer prioriteit heeft. “We moeten de communica tiesector promoten in Leiden zelf. We hebben als Leiden veel te bieden. We zijn betrokken, we zijn Leidenaars. We zijn bijna zonder uitzonde ring mensen die niet voor het grote geld gaan. Als ik dat vergelijk met de bioscience sector zie ik toch wel een groot verschil. Die bedrijven zitten letterlijk buiten de stad, en ik zie geen beweging naar de stad toe van de mensen die daar werken. Ze komen hier niet naar de film, zitten hier niet op het terras, kopen niet in onze winkels. Al die honderden mensen uit de communicatiesector doen dat wel. Zij maken Leiden mooier en span nender met al hun initiatieven. In die zin is de communicatiesector een economische motor van belang, en meer mensen moeten dat weten.” Het is een van de drijfveren van De Zwart om zich aan te sluiten bij Leiden Communicatiestad. “Er is zoveel potentie in Leiden, en we vinden elkaar steeds beter. De link naar de wetenschap is ook gelegd. Wetenschappers als Jaap de Jong, Bas Haring en Jos van den Broek kom je tegen op de markt, je spreekt elkaar makkelijk aan. De menselijke maat van de stad maakt dat ook mogelijk. Verbindingen zijn zo gelegd, allianties worden gesloten. De eerste versie van Festival de Verleiding is in drie weken in elkaar getimmerd. Niks geen ellenlange vergaderingen of eindeloze notu len: gaan, werken, doen. En iets moois in elkaar draaien. Daar leef ik van op.” ∏
bedrijfsgegevens
πB edrijf: Zabriski π Opgericht: 071 in 2001, in 2008 is dat Zabriski geworden π Activiteit: grafische vormgeving en communicatieadvies π Aantal medewerkers: 6 π Belangrijkste klanten: Eneco, Landal GreenParks, Vogelbescherming, Leven! Magazine, NEM, Politie Hollands Midden, Holland Rijnland π www.zabriski.nl
67
68
alfa’s van leiden - matthias snoei
matthias snoei - alfa’s van leiden
Matthias Snoei, oprichter-eigenaar van SWIS
‘Alfa-ondernemers brengen vitaliteit in de stad’
69
70
alfa’s van leiden - matthias snoei
“Maak ik een keuze, dan heb ik niet veel behoefte om daarna nog meer paden te verkennen. Volharding, daar sta ik voor.” Politicoloog Matthias Snoei is oprichter-eigenaar van SWIS. Met zo’n dertig medewerkers werkt hij in Nieuwe Energie aan webprojecten. “Briljante plannen? Het gaat vooral om een goede uitvoering.” Wat je noemt een nuchtere ondernemer. Dit wordt geen verhaal van twaalf ambachten, dertien ongelukken. Want als je staat achter de keuzes die je maakt, dan hoef je niet veel uit te probe ren. En toen Snoei al in 4 VWO besloot dat hij Politicologie in Leiden zou gaan studeren, stond dat besluit onwrikbaar vast. Waarom Leiden? “Am sterdam was te veel een links bolwerk. En Nijmegen? Ach, Nijmegen.” Zijn jeugd was anders dan anders. Hij is een schipperskind. Vader en moeder vervoerden met de Panta Rhei grind en zand tussen de Randstad en Limburg, België en Duitsland. Vanaf zijn zesde verbleef hij doorde weeks op het schippersinternaat in Nieuwegein. In de weekends was hij aan boord. “Ik ben opgegroeid in een omgeving waar veel gediscussieerd werd. Thuis, aan tafel, won degene met de beste argumenten. Op het internaat gold hetzelfde: leven in een groep betekent veel discussiëren. Je moet er samen het beste van maken.” Lachend: “De groep is mijn natuurlijke habitat, misschien wel meer dan het gezin.” Racespelletjes Een full service omgeving. Zo typeert Snoei zijn SWIS. Het schippersinter naat was dat feitelijk ook. “School, spelletjes, advies, maaltijden, sportvel den binnen de hekken; alles was er.” Thuis aan boord kon hij als twaalf jarige zijn fascinatie voor computers botvieren op zijn Commodore 64. “Ik programmeerde racespelletjes, letterspelletjes. Daar kon ik mijn creativiteit in kwijt. Maar in klas 4 van de middelbare school werd wel duidelijk dat ik absoluut geen bèta was.” Het werd dus een keuze voor een beetje sociologie, een beetje economie, een beetje rechten, en voor ruimte in het curriculum. Politicologie bood Snoei de mogelijkheid naar hartenlust te shoppen: politieke psychologie, een keuzevak Vietnamees omdat zijn vriendin – en inmiddels vrouw - daar geboren is. “Ik had nooit het idee dat ik een heel scherp profiel moest kiezen. Het was juist leuk dat het een brede opleiding was. Het gaf me een
matthias snoei - alfa’s van leiden
leiden
‘Leiden Communicatiestad? Als je dat wilt, dan moet je het concept consequent uitdragen. Tegelijkertijd moet je steeds de afweging maken: als ik nu investeer, rendeert het dan ook?’
onderneming
‘Ondernemen is een kwestie van vasthoudend zijn. Je in vesteert en investeert. Eerst levert het geen moer op. Dan lijkt iemand de schakelaar om te zetten en gaat het licht aan.’
Studie
‘Politicologie gaf me een bepaald perspectief op de wereld. Een analytische blik. Waarom gaan dingen zoals ze gaan? Waar moet je aan draaien om mensen in beweging te krijgen?’
bepaald perspectief op de wereld. Een analytische blik. Tijdens de studie had ik dat niet zo in de gaten. Waarom gaan dingen zoals ze gaan? Waar moet je aan draaien om mensen in beweging te krijgen? Procesdenken. Dat is een instelling die ik heb meegenomen in mijn ondernemerschap. Als ik dat betrek op websites: er is iemand die een website maakt. Die heeft een product of mening te verkopen. Er is een gebruiker die ook iets wil. Die twee moeten met elkaar worden verzoend. Maar die gebruiker staat centraal.” Vlugschriften Toch zijn voor het ondernemerschap vooral de werkervaring en maat schappelijke betrokkenheid van Snoei belangrijk. Voor de lokale PvdA bouwde hij in 1997 een website en verzorgde hij een digitale nieuwsbrief. Snoei: “Tijdens een stage op het hoofdkantoor van de PvdA in Amsterdam zag ik tijdens de Niet Nix-revolutie hoe de ‘e-mail-vlugschriften’, toegan kelijke, losjes geschreven nieuwsbrieven, steevast de pers haalden. Dáár zag ik wat je met technologie kon doen en wat dat kon betekenen. Zo kon je heel direct de leden bereiken én nieuws maken. Hoe internet en e-mail
71
72
alfa’s van leiden - matthias snoei
matthias snoei - alfa’s van leiden
levensloop matthias snoei
1974 Geboren in Rotterdam
1980 Naar schippersinternaat
1992 Start studie Politicologie
1997 Bouw website voor lokale PvdA
1999 Inschrijving Swis bij Kamer van Koophandel
2003 Eerste werknemer in dienst 2008 Verhuizing van Swis naar Nieuwe Energie
1
2
3
4
5
10 9
8
7
6
2010 en 2012 Uitbreiding met extra Unit in Nieuwe Energie
onze manier van leven en communiceren veranderden en konden verande ren, dat vond ik fascinerend.” Na zijn studie werkte hij kort bij Harting Bank, een bedrijf in revalidatie- en zorghulpmiddelen, en bij het ministerie van Justitie als inpakker van de tas van de minister. Tussendoor bouwde hij thuis aan een website voor de Hockeyspecialist Nederland, een opdracht die via een vriend van de mid delbare school binnenkwam. “Het mislukte. Bij het bouwen van de PvdAwebsite had ik een duidelijk doel. Nu had ik geen idee van offertes, geen idee van het doel van de website. Wat wil die opdrachtgever nou? En wat zouden klanten willen? Maar het prikkelde wel om met mijn eigen bedrijf te starten toen het werk bij Justitie ophield.“ Schakelaar Zijn bedrijf begon hij thuis, daarna verkaste hij naar een bedrijfsverza melgebouw aan de Frambozenweg, en inmiddels zit hij al weer vijf jaar in Nieuwe Energie. Daar heeft hij twee muren uitgebroken om het ra zendsnel groeiende bedrijf voldoende plek te geven. “We hebben tien jaar nodig gehad om volwassen te worden. Het is het bekende verhaal dat je 10.000 uur nodig hebt om een vaardigheid te verwerven. Daar geloof ik wel in.” Ondernemen is een kwestie van vasthoudend zijn, zegt Snoei. “Je investeert en investeert. Eerst levert het geen moer op. Dan lijkt iemand de schakelaar om te zetten en gaat het licht aan.” Datzelfde geldt voor Leiden Communicatiestad, waarvoor zowel de gemeente, de universiteit als de hogeschool hun piketpaaltjes slaan. De politicoloog in Snoei vraagt zich af: kan Leiden Communicatiestad wat worden? En wat dan? “Als je dat wilt, dan moet je het concept consequent uitdragen. Tegelijkertijd moet je steeds de afweging maken: als ik nu in vesteer, rendeert het dan ook? Vergeet niet dat het Bio Science Park er ook 25 jaar over heeft gedaan om te komen waar het nu is.” Tegelijkertijd is Leiden als kennisstad redelijk onomstreden. En kennis en communicatie gaan best goed samen, denkt Snoei. Vervolgens is de vraag: levert het wat op? “Een vriend van mij vraagt altijd: ‘waar schaalt het bij jou?’ Daarmee bedoelt hij wat ik internationaal kan gaan verkopen. Zoals iTunes met de liedjes deed. Zoals bedrijven op het Bio Science Park hopen op een wereldveroverend medicijn, zo zou je in de communicatie ook op zoek kunnen gaan. Het verspreiden van informatie schaalt, zeker online,
73
74
alfa’s van leiden - matthias snoei
matthias snoei - alfa’s van leiden
maar goede verdienmodellen zijn lastig. Het is spannend om daarover na te denken.” ‘Niks mis met Leiden’ Er valt van alles over Leiden te zeggen, zegt Snoei. Over de prettige schaal, de mooie binnenstad, de centrale ligging. Maar dat hij er nooit meer is vertrokken, is toeval. Hij studeerde in Leiden, bouwde er zijn netwerk op en leerde er zijn vrouw kennen. En hij vertrok niet meer, omdat het er oké is. “Er is niks mis met Leiden”, parafraseert hij de gesneefde stadleus ‘Niets lijkt op Leiden’. Een beetje meer aandacht voor alfa-ondernemers kan geen kwaad, denkt Snoei. Vooral omdat ze ‘vitaliteit’ brengen. “Alfa’s zorgen voor verbin ding. Verbinding tussen mensen en ideeën. Daar moet Leiden slim van profiteren. Steve Jobs sprak altijd over the intersection of Technology and Liberal Arts. Als Leiden stug volhoudt, dan kan de stad wellicht de volgende Apple voortbrengen. Kwestie van volharding.” Of de gemeente het ondernemerschap voor alfa’s nog verder kan stimule ren? Snoei kijkt dan toch vooral naar wat hij zelf nodig had bij het starten van zijn onderneming. “Goedkope huisvesting, en die is er. Advies haalde ik bij Syntens. Het opbouwen van een netwerk zou je misschien wat beter kunnen faciliteren, zodat het hechter is en sneller aangroeit. Zeker als je ziet dat binnen de communicatie heel veel zzp’ers actief zijn. Samen werking tussen hen creëren is interessant. Maar een gemeente moet de ondernemer vooral zelf ondernemer laten zijn.” ∏
bedrijfsgegevens
edrijf: Swis BV B Opgericht in 2001 Aantal medewerkers: 27/19fte Omzet in 2011: 1.400.000 euro Belangrijkste klanten: (semi-) overheden, belangenorganisaties en grote bedrijven π www.swis.nl π π π π π
75
76
alfa’s van leiden - maarten van vliet
maarten van vliet - alfa’s van leiden
Maarten van Vliet, medeoprichter en -eigenaar van Interaction Matters
‘We mogen niet denken dat we alles alleen kunnen’
77
78
alfa’s van leiden - maarten van vliet
Maarten van Vliet opereert nu met Interaction Matters nog vanuit zijn zolderkamer, maar in 2013 wil hij ‘een fijn Leids kantoor’ betrekken. “Waarom Leiden? Als inwoner heb ik het hier fijn. En als ondernemer zeg ik: Leiden is van ons; dit is ons gebied.” De geboren Leidenaar –“nou vooruit, ik zag het levenslicht in het Lei derdorpse Rijnlandziekenhuis, maar dat telt niet” – startte na vier jaar sportacademie in Den Haag met de studie commerciële economie aan de Hogeschool in Leiden. “Een vriend van me studeerde al in Leiden aan de Hogeschool en hij was enthousiast. Na mijn toelatingsgesprek wist ik het zeker. In het gesprek werd ik door de docenten benaderd als een volwas sene, bijna alsof we collega’s waren. Dat vond ik zo prettig. In Den Haag, waar ik ook had rondgekeken, was er meer afstand. Zij de docenten, jij de student. Op zo’n sfeer knap ik af, dan voel ik me niet serieus genomen.” Van Vliet schreef zich dus in. Reclamebureau 2.0 Een prima keus, stelt hij nu, tien jaar later. “De Hogeschool was toeganke lijk en sociaal en de docenten waren heel benaderbaar.” In zijn studie leer de hij alleen niets over sociale media, nu zijn business. “Natuurlijk niet, dat was er toen amper. Ik ben zes jaar geleden afgestudeerd, toen stond dat nog in de kinderschoenen. Daarna is het heel snel gegaan. Daarom moet je ook willen blijven leren, je vak bijhouden. Een studie is maar een start, daarna ga je je pas echt ontwikkelen. Dat was ook het motto tijdens mijn studie. Als ik dat toen niet in mijn oren had geknoopt, had ik nu niet het werk kunnen doen wat ik doe. Dan had ik al lichtjaren achtergelopen.” Want het bedrijf Interaction Matters van Van Vliet en zijn compagnon Mat thijs Zoons is eigenlijk een reclamebureau 2.0. “Natuurlijk gebruiken we traditionele marketinginstrumenten, maar onze kracht en meerwaarde ligt bij het strategisch en effectief inzetten van sociale media.” Volgens Van Vliet draait het daarbij om interactie, verbinding en om het activeren van mensen. “Met sociale media heb je prachtige instrumenten in handen, maar weinig bedrijven weten hoe ze die effectief kunnen inzetten. In die vijver gooien wij onze hengel uit.” Op de site van Interaction Matters staat een mooie quote: ‘Negentig pro cent van de bedrijven vraagt zich af wat je met sociale media kunt doen. De resterende tien procent is hard bezig marktleider te worden’. Van Vliet ge
maarten van vliet - alfa’s van leiden
leiden
‘Er is een goed netwerk in Leiden, maar ik ervaar steeds meer dat het zo’n old-boy-network is. Ons kent ons. Waar is de jongere garde? Die is er wel, en wat mij betreft komen we elkaar snel tegen.’
onderneming
‘Ik denk dat je ondernemerschap niet kunt leren. Het moet in je zitten. Een ondernemer wacht niet, die doet het zelf.’
Studie
‘Een studie is maar een start, daarna ga je je pas echt ontwikkelen. Daarom moet je ook willen blijven leren, je vak bijhouden. Als ik dat niet had gedaan, had ik nu ons bedrijf niet kunnen hebben.’
looft heilig in sociale media. “Het is niet meer de vraag óf je sociale media moet gebruiken, maar hoe je ze inzet. En wij kunnen bedrijven helpen om met behulp van sociale media een betere marktpositie te verkrijgen.” Van jezelf zijn Lang voordat Interaction Matters het licht zag, riep Van Vliet al: ‘Eerst een paar jaar werkervaring opdoen, kijken hoe het in de grotemensen wereld werkt en daarna iets voor mezelf beginnen’. Dat idee ontkiemde in de C1000 van Peter de Jong op het Leidse Diamantplein, waar Van Vliet zijn eerste baantje had. “Bij Peter zag ik hoe gaaf het is om in je werk ‘van jezelf ’ te zijn, niet naar de pijpen van een ander te hoeven dansen. Daar merkte ik ook dat zelf verantwoordelijkheid dragen veel voldoening geeft.” Zijn beslissing om de minor ‘jong ondernemerschap’ te gaan volgen, was dan ook een logische keuze. Hij kreeg de opdracht een eigen bedrijf te starten, binnen kaders van een bepaalde omzet, investering en inzet. Maar Maarten en zijn elf medestudenten pasten niet binnen de
79
80
alfa’s van leiden - maarten van vliet
maarten van vliet - alfa’s van leiden
levensloop maarten van vliet
1998 C1000 Peter de Jong 2004 Studie commerciële economie
2007 Minor ‘jong ondernemerschap’, merchandising Rembrandtjaar
2008 Marketing 3M Zoeterwoude
2009 Afgestudeerd
2012 Start als ondernemer
kaders van de opdracht toen zij besloten samen de merchandising van het Leidse Rembrandtjaar aan te pakken. Het werd een groot succes. “We werkten er allemaal fulltime aan, de verkoop was enorm en de publici teit en de bezoekersaantallen waren boven verwachting. Gelukkig werd ons niets in de weg gelegd door de opleiding, we kregen alle ruimte. We mochten zelfs nog kerstpakketten met Rembrandtartikelen leveren aan de Hogeschool.” Tijdens die minor is zijn ondernemersdrang aangewakkerd. Van Vliet: “Ik denk dat je ondernemerschap niet kunt leren. Het moet in je zitten. Een ondernemer wacht niet, die doet het zelf. Hij blijft niet in een probleem hangen, hij vertaalt het altijd naar kansen. Goede ondernemers schoppen niet, want met schoppen kun je niet bouwen. Die manier van denken moet in je zitten als je een goed bedrijf wilt opbouwen. Een baantje, studie of minor kan dat aanwakkeren, in bloei zetten. Maar het echt leren als het niet in je zit? Ik betwijfel of dat kan.” Structurele interactie Na zijn studie ging Maarten aan de slag bij 3M in Zoeterwoude, zijn oude stagebedrijf. Opdracht was onder andere om een social media-strategie te ontwerpen om meer structurele interactie te creëren. Maarten: “Via Twit ter kwam ik in contact met oud-studiegenoot Matthijs Zoons, die onge veer dezelfde opdracht had bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het bleek dat we tegen dezelfde problemen op liepen. Een kleine groep men sen voelt de urgentie om iets te doen, maar het wordt niet breed gedragen, en het proces gaat niet bepaald snel. En dat terwijl we zelf stonden te trap pelen om iets moois neer te zetten. We hielden contact en besloten elkaars kennis en ervaringen te delen. Dat contact was zo prettig, dat we begin 2012 besloten dat we dit werk wel als bedrijf wilden doen. Zo is Interac tion Matters ontstaan. Het Hoogheemraadschap was een van onze eerste klanten, en gelukkig breidt ons klantenbestand zich gestaag uit.” Grotere vis Maarten droomt overigens niet van ongebreidelde groei voor zijn bedrijf. Voor hem voorlopig geen personeelsleden erbij of extra vestigingen. “Ik ben meer van de organische groei. In die zin heeft Leiden ook de perfecte maat voor ons. Niet te groot, niet te klein. Wel ambitieus, maar geen patserigheid. Amsterdam is de reclamehoofdstad. Daar zitten de hippe
81
82
alfa’s van leiden - maarten van vliet
maarten van vliet - alfa’s van leiden
bedrijven met grote klanten, nette pakken en mooie auto’s. Ze zijn dan misschien onze concurrenten, maar niet onze voorbeelden. Het is niet onze wereld. Ik wil met mijn klanten om tafel, samen aan het werk, op een gelijkwaardig niveau. Wij moeten de klant niet vertellen wat hij moet doen, dat ontdekken we samen.” Droomt hij dan niet van grote opdracht gevers? Van Vliet: “Natuurlijk wel. Anders zou ik geen ondernemer zijn. Ik zou graag een groot consumentenmerk doen, waarvoor we meerdere campagnes kunnen ontwerpen. Zodat we erin slagen om bij klanten in het hoofd te gaan zitten, om ze in beweging te krijgen. Maar dat hoeft niet per se morgen. We zijn er natuurlijk klaar voor, maar ons bedrijf mag ook groeien. Wij zijn ervan overtuigd dat je in het kleine moet laten zien waar je goed in bent. Daar moet je mee opvallen, en dan hapt er vanzelf een grotere vis naar je dobber. Die zijn er gelukkig ook genoeg in deze regio.” Specialisten Hoe we in Leiden de communicatiekracht volop tot bloei kunnen laten komen? Van Vliet: “In ieder geval niet door de bètakant als concurrent te zien. We kunnen heel goed naast elkaar bestaan. En waarom zou een bioscience bedrijf geen klant van ons kunnen worden? Verder denk ik dat we sterker worden door allianties te sluiten. We mogen niet de arrogantie hebben om te denken dat we alles alleen kunnen doen. Om echt kwali teit te leveren, moet je je specialiseren; je moet een ding echt heel goed kunnen. En als jouw klant meer nodig heeft, werk je samen met andere specialisten. Vertrouwen is het sleutelwoord, en dat bouw je op in een hecht netwerk.” Van Vliet zegt dat Leiden een goed netwerk heeft, maar hij ervaart bedrijfsgegevens dat steeds meer als een old-boyπ Bedrijf: Interaction Matters network. “Ons kent ons. Maar waar π Opgericht in 2012 π Activiteit: strategisch inzetten is de jongere garde? Waar zijn de van social media natuurlijke vernieuwers? Ze zijn π Aantal medewerkers: 3 er wel, dat weet ik zeker. En als π Belangrijkste klanten: Hooghet aan mij ligt, vinden we elkaar. heemraadschap van Rijnland, Daily Milk, C1000 Peter de Bij een borrel én aan de werktafel. Jong, Vrienden van Amstel Live, Want samen kunnen we meer.” ∏ Restaurant SpiZe Den Haag π www.interactionmatters.nl
83
84
alfa’s van leiden - herman pabbruwe
Herman Pabbruwe, directeur van uitgeverij Brill:
‘Je moet een zekere voorspelbaarheid hebben’
herman pabbruwe - alfa’s van leiden
85
86
alfa’s van leiden - herman pabbruwe
Als je zo oud bent als de wetenschappelijke uitgeverij Koninklijke Brill is elk lustrum een feestje. Maar het ene feestje is wel groter dan het ander. Dat de uitgeverij dit jaar 330 jaar bestaat, wordt dan ook minder groots gevierd dan het 65ste lustrum van vijf jaar geleden. “Voorspelbaarheid en een lange adem vormen de pijlers onder deze onder neming”, zegt Herman Pabbruwe, die sinds 2004 de scepter zwaait bij Brill. Brill is de oudste uitgeverij van Nederland en een van de oudste bedrij ven van het land. Beursgenoteerd. En groot in boeken en tijdschriften in vreemde schriftsoorten, theologie en ideeëngeschiedenis. Het bedrijf is ontstaan uit de banden met de Universiteit Leiden én uit de handelsgeest in de zeventiende eeuw, gericht op de Oriënt. De randen van het werkter rein van het huidige Brill zijn biologie en internationaal recht, daarbinnen domineren de geesteswetenschappen. “Hier, dit is het leukste wat wij hebben.” Pabbruwe pakt een dun, gebon den boek op A3-formaat uit de goedgevulde boekenkast op zijn werkka mer. Teksten in het Turks, Arabisch en Chinees in één boekje. Ouderwets gezet. “In onze zetterij liepen in de vorige eeuw jongens met een timmer mansoog en een fotografisch geheugen rond. Zij pakten gewoon de juiste tekens, hoewel ze de talen niet kenden.” Pabbruwe is een boekenliefhebber, zo’n jongen die op de middelbare school al antiquaars afstruinde op zoek naar boeken van Nederlandse dichters. Deze Herman Pabbruwe ging in 1972 kunstgeschiedenis stude ren in Leiden. “Daarvoor tekende en schilderde ik veel. En de vragen die ik mij – reconstrueer ik achteraf – stelde, waren: ‘Hoe herken je dat kunst uit een bepaalde periode komt? Hoe kun je de individuen in die stijl herken nen? En zijn er personen die die stijl een zetje geven?’ Die spanning tussen individu en collectief vond ik interessant.” Zeven verschillen Hij ging van schilderkunst via kunstnijverheid naar architectuur. “Kunst geschiedenis is een studie van plaatjes kijken. Wat mij heeft gevormd is het kijken en vergelijken. Ik ben geen lineaire denker, maar denk asso ciatief. Op die wijze krijg ik wel vrij snel overzicht. Legt iemand mij nu cijfers voor en denk ik: ‘raar’, dan weet ik dat ik op zoek moet naar een afwijking. Kijk en vergelijk: waar zitten de zeven verschillen. Dat is bijna
herman pabbruwe - alfa’s van leiden
leiden
‘De ligging van Leiden is bijna volmaakt Tussen grote steden in. Prachtige binnenstad. Vliegveld in de buurt. Bollenvelden. Zee. Musea. Goed opgeleide bevolking. Het is bijna een droom.’
onderneming
‘Je moet niet te ijdel zijn over je eigen oplossing. Je moet bereid zijn om die in te ruilen voor iets anders, iets beters, zonder dat je afbreuk doet aan je kerntaak en voorspelbare kwaliteit.’
Studie
‘Wat mij heeft gevormd is het kijken en vergelijken. Ik ben geen lineaire denker, maar denk associatief. Op die wijze krijg ik wel vrij snel overzicht. Legt iemand mij nu cijfers voor en denk ik ‘raar’, dan weet ik dat ik op zoek moet naar een afwijking.’
een visueel proces.” Een paar jaar werkte Pabbruwe als ambtenaar, maar sinds 1982 is hij be roepsmatig verbonden aan uitgeverijen. De laatste negen jaar als directeur bij Brill, het bedrijf dat in 1683 door Jordaan Luchtmans werd opgericht aan het Rapenburg. Het zwaartepunt van de uitgeefactiviteiten ligt nog steeds bij de wetenschappen. Maar de relatie met de Universiteit Leiden is minder vanzelfsprekend geworden. De hele wereld is nu het werkterrein van Brill. “Nederland is verantwoordelijk voor misschien vier procent van onze omzet. Zouden wij ons hoofdkantoor vestigen in de regio waar wij het meeste belang hebben, dan zou dat in het noordoosten van de Ver enigde Staten zijn. Maar dat doen wij niet. Als de wereld je werkterrein is, maakt het niet zoveel uit waar je zit. De Universiteit Leiden is nog steeds belangrijk voor ons: symbolisch, historisch, emotioneel. En veel mensen die hier werken, wonen ook in de regio. We hebben hier wel een geweldig
87
88
alfa’s van leiden - herman pabbruwe
herman pabbruwe - alfa’s van leiden
levensloop herman pabbruwe
1953 geboren in Rotterdam
1980 beleidsmedewerker musea en monumentenzorg provincie NoordHolland
1981 afronden studie kunstgeschiedenis
1982 eerste baan in uitgeverij bij Kluwer
2001 consultant Book Ties in de Verenigde Staten
2004 CEO Koninklijke Brill
arbeidsmarktpotentieel. Stagiaires en medewerkers komen van allerlei letterenstudies, mediastudies, boekwetenschappen. Via beurzen en spon soring doen we wat terug. We blijven graag betrokken bij de universitaire wereld.” Pabbruwe bezoekt bijvoorbeeld standaard de opening van het academisch jaar en de Dies Natalis. En pakweg één keer per jaar praat hij met verschil lende vertegenwoordigers van de universiteit: de directie van de univer siteitsbibliotheek, de decaan van de faculteit Letteren, iemand uit het College van Bestuur. “Wij hebben bijvoorbeeld kennis van het ontsluiten en uitgeven van bijzondere collecties. Daarin willen we investeren. Maar dat vergt wel overleg, bijvoorbeeld over licenties. Of wij macht hebben? Nee. Maar door te investeren kunnen we wel proberen iemand anders mee te trekken. Dan ondernemen we samen.” Rijke producten Of het boek nog bestaansrecht heeft? Voorlopig lijken boeken nog de core business van het bedrijf te vormen, maar de vraag raakt de kern van het ondernemerschap van Pabbruwe. Weer pakt hij er een boek bij. “Wij werken in kleine oplages: 300 of 400 stuks zijn geen uitzondering. Dit boek is printed on demand. Bestelt iemand een boek, dan maken we er een.” Tegelijkertijd ziet Pabbruwe mogelijkheden in het internet. Brill publi ceert nieuwe elektronische uitgaven en digitale edities van wat eerder op papier verscheen. Internet zorgt er zo voor dat oude publicaties iets vaker worden verkocht. Pabbruwe: “Het vak, publicaties maken, zie ik niet zo snel helemaal verdwijnen. Er zal altijd een markt blijven voor producten waarin inspiratie, vakmanschap en risicodragend vermogen zit. Maar de vorm? Geen idee. Het lijkt mij geweldig om in een historisch boek de plaatjes te zien bewegen, met een klik op de knop verder te zoeken of zelfs een dialoog met de schrijver aan te gaan. Moderne technologie biedt die mogelijkheid. Dat worden hele rijke producten en minstens even leuk als boeken. Je moet niet te ijdel zijn over je eigen oplossing. Je moet bereid zijn om die in te ruilen voor iets anders, iets beters, zonder dat je afbreuk doet aan je kerntaak en voorspelbare kwaliteit.” Lange adem Pabbruwe gelooft in de lange adem. In continuïteit. Ook bij gemeentelijk beleid. Leiden heeft zeker kansen om in de alfahoek bedrijven aan zich te
89
90
alfa’s van leiden - herman pabbruwe
herman pabbruwe - alfa’s van leiden
binden, denkt hij. “De ligging van Leiden is bijna volmaakt. Tussen grote steden in. Prachtige binnenstad. Vliegveld in de buurt. Bollenvelden. Zee. Musea. Goedopgeleide bevolking. Het is bijna een droom. Maar wat het oplevert…? De alfa-industrie is per definitie veel kleinschaliger dan de bèta-industrie. In de taaltechnologie en de uitgeverijbranche zijn een paar grote spelers, maar die vormen een uitzondering.” Hoe je die bedrijvigheid dan naar Leiden haalt? Contacten intensiveren is altijd goed, zegt Pabbruwe. Maar verwacht niet direct wonderen als je op de communicatiesector inzet. Geef het tijd. En in de tussentijd, wees koersvast. “Ik heb de indruk dat de universiteit een aantal jaren achtereen met strategiewijzigingen kwam. Ik weet niet of dat verstandig is. Je moet bij alles een zekere voorspelbaarheid hebben. En een timmermansoog. Weet wat je wilt en wat daarvoor nodig is. Misschien blijkt dan wel dat de stad bescheidener plannen moet maken en hopen op een zwaan-kleefaaneffect.” ∏
bedrijfsgegevens
πB edrijf: Koninklijke Brill π Opgericht in 1683 π Kernactiviteit: uitgeven van wetenschappelijke publicaties π Aantal medewerkers: 121 fte wereldwijd π Omzet (2011): 28,6 miljoen euro π Belangrijkste klanten: wetenschappers en universiteitsbibliotheken π www.brill.com
91
92
alfa’s van leiden - tom hazenberg
tom hazenberg - alfa’s van leiden
Tom Hazenberg, oprichter-directeur van Hazenberg Archeologie Leiden
’Leiden mag zichzelf afficheren als wereldhoofd stad van de archeologie’
93
94
alfa’s van leiden - tom hazenberg
Voor archeoloog Tom Hazenberg was het een euforisch moment: de ontdekking van het bronzen viziermasker ‘Gordon’ in het Leidse Roomburg. We schrijven 1996. Het zoeken met traditionele troffels in de archeologische putten leverde al lange tijd zo weinig op, dat nu grote machines de aarde op een grove zeef gooiden. “Een onwaarschijnlijke vondst, de mooiste van Nederland.” Toen hij zijn grote vondst deed, werkte hij nog voor de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, die het archeologisch graafwerk faciliteerde. Behalve het masker werden het Romeinse fort Matilo en een burgernederzetting blootgelegd. Anno 2013 heeft Hazenberg nog steeds een zwak voor dat plekje in Leiden. Hij is inmiddels als ondernemer en burger betrokken bij Matilo, een van de grote geheimen van Leiden. “Ster ker nog, ik sta op het punt om een stichting op te richten. We hebben hier de enige plek in Nederland waar je een Romeins castellum kunt ervaren. Leiden maakt daar echt te weinig reclame mee. Nou ja, zo’n gemeente kan ook niet alles en heeft soms een beetje hulp nodig. Dat doe ik in de vorm van een burgerinitiatief.” Bij de Leidenaar – “ik woon hier sinds mijn zevende, dan mag je dat wel zeggen” – lopen passie voor de stad, archeologie, privé-interesse en het ondernemen vrolijk door elkaar heen. Hij neemt deel aan projecten omdat hij ze leuk of zinvol vindt, zoals bij het PS Theater of Stadslab. Maar ook omdat het handig is om creatieve partijen te ontmoeten. “De archeologen ken ik nou wel. Ik probeer mensen te vinden die ons nodig hebben of die wij nodig hebben. Met andere deskundigheden. Met goede ideeën. Alleen zo ontstaan nieuwe initiatieven.” Vierpuntenaanpak Als archeoloog heeft Hazenberg inmiddels een bureau neergezet dat ertoe doet, met de hoofdvestiging in Leiden en een filiaal in Arnhem. Het groei de in de hoogtijdagen uit tot een club met 25 medewerkers. Maar met de crisis in de bouw is ook de klad gekomen in het werk voor archeologen. Hazenberg Archeologie telt nu nog maar twaalf medewerkers. De kracht van zijn bureau ligt in een vierpuntenaanpak, legt Hazenberg uit. “Bij elke opgraving vragen wij ons af wat het betekent voor de weten schap, voor de betalende opdrachtgever, voor de overheid en voor het publiek. Dat zijn heel verschillende doelgroepen die je in het oog moet
tom hazenberg - alfa’s van leiden
leiden
‘Leiden zou zichzelf mogen afficheren als wereldhoofdstad van de archeologie. Een grote, spraakmakende opleiding waar je alle soorten archeologie kunt studeren. Met Casper Reuvens had Leiden bovendien de eerste officiële hoogleraar in de archeologie van de wereld. En de stad zelf ademt historie.’
onderneming
‘Als ik de hele tijd intensief archeologisch onderzoek eis, dan zegt de burgemeester: we stoppen met alles. Eis ik te weinig, dan vindt het ministerie van OCW mijn adviezen waardeloos. We zitten in een periode dat partners weten wat ze willen. Wij zijn er om hen te dienen.’
Studie
‘Ik deed klassieke talen en wilde – als Leidenaar – naar onze eigen mooie universiteit. Maar ik kreeg niet alleen de talen, ik kreeg de culturen erbij. Ik had de droom te gaan graven naar de Etrusken. Maar dat mocht alleen als je een cursus Methoden en Technieken Nederlandse Archeologie had gevolgd.’
houden. Dat maakt ons uniek. We hebben net de boeken binnen over een door ons georganiseerd internationaal congres over de trechterbekercul tuur, je weet wel: van de hunebedden. Enorm specialistisch. Maar we werken ook mee aan een nieuwsbrief over Matilo voor wijkbewoners. We hebben specialisten voor enorm ingewikkelde zaken, maar we zitten ook met wethouders om de tafel om te zien of een opgraving goedkoper kan. Als adviseur.” Hoe hij de archeologie is ingerold? “Bij toeval. Ik deed klassieke talen en wilde – als Leidenaar – naar onze eigen mooie universiteit. Maar ik kreeg niet alleen de talen, ik kreeg de culturen erbij. Ik had de droom te gaan graven naar de Etrusken. Maar dat mocht alleen als ik een cursus Metho den en Technieken Nederlandse Archeologie had gevolgd. Het stelde niet veel voor. Een paar maanden een paar uur per week. En ik moest een week stage lopen.” Die stage liep hij bij een steentijdopgraving bij Geleen Janskamperveld.
95
96
alfa’s van leiden - tom hazenberg
tom hazenberg - alfa’s van leiden
levensloop tom hazenberg
1963 geboren in Rotterdam
1987 Start studie klassieke talen
1993 Treedt in dienst bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1996 Ontdekking Gordon-masker
2001 Start Hazenberg Archeologie Leiden
2003 Ontdekking Romeins vrachtschip Woerden 7
2013 Verhuizing naar kantoor aan Lammenschansweg
2012 Samenwerkingsovereenkomst met Universiteit Leiden in project Roman North Sea
Daar lag ook een Romeins grafveld. Toen ze hem vroegen om de week daarop terug te komen, haalde hij schone kleren en las hij in het weekend snel een keur aan archeologieboeken. Geen Italië meer. Nederland was prachtig. In die week stage viel voor Hazenberg alles samen. “Ik ben best handig, ik snap de wetenschap, weet welke normen daarbij horen. De ar cheoloog werkt in Nederland in een omgeving van graafmachines, putten, boze burgemeesters, pompen en buren. Dat is het laboratorium. Daarin kon ik een middle man zijn.” Vertraging voorkomen Hazenberg is een regelaar. Zijn bureau begeleidt niet alleen opgravingen, hij is ook adviseur van projectontwikkelaars en gemeenten. Want opgra vingen kunnen wel mooie resultaten opleveren, maar de kosten zijn hoog. Alleen een goede organisatie kan vertraging voorkomen. En veel opgra vingen zijn helemaal niet nodig, vindt Hazenberg. “Heel veel boeken zijn al geschreven. Veel vindplaatsen kunnen we met minimaal onderzoek documenteren. Daar hebben wij een programma voor ontworpen: Sharp. Kort samengevat houdt dat in: tegen minimale kosten zo nuttig mogelijk onderzoek doen, met veel aandacht voor het publiek.” Maar met Sharp balanceert Hazenberg op een dun koord. “We kunnen dat doen, omdat we een goede naam hebben. Als ik de hele tijd intensief archeologisch onderzoek eis, dan zegt de burgemeester: we stoppen met alles. Eis ik te weinig, dan vindt het ministerie van OCW mijn adviezen waardeloos. We zitten in een periode dat partners weten wat ze willen. Wij zijn er om hun te dienen.” Romeins Noordzeeproject “Leiden zou zichzelf mogen afficheren als wereldhoofdstad van de ar cheologie”, zegt Hazenberg. “Er is een grote, spraakmakende opleiding waar je alle soorten archeologie kunt studeren. Met Casper Reuvens had Leiden bovendien de eerste officiële hoogleraar in de archeologie van de wereld. Overigens is Reuvens’ graf nog te bezoeken op de begraafplaats aan de Groenesteeg. En de stad zelf ademt historie. Daarmee is Leiden een vanzelfsprekende vestigingsplaats voor Hazenberg Archeologie, nog los van Toms persoonlijke verbondenheid met de stad. “Met de universiteit kunnen we een enorme bron van kennis aanboren, en een groot netwerk. En omgekeerd zijn voor de universiteit onze ideeën
97
98
alfa’s van leiden - tom hazenberg
tom hazenberg - alfa’s van leiden
en aanpak weer interessant. Zo ben ik bezig met het opzetten van een Romeins Noordzeeproject, waarin zeven landen participeren. Het is interessant voor de wetenschap maar ook voor het toerisme. Ik ken enkele archeologen binnen universiteiten rondom de Noordzee. Die moeten de hele organisatie in beweging brengen. Het zou een mooi voorbeeld kun nen worden van een cross over tussen wetenschap en zakendoen.” Nou gebeurt het natuurlijk vaker dat een relatief kleine partij grote par tijen ertoe willen bewegen om te participeren. Bij geesteswetenschappen zijn er niet veel grote commerciële partijen die zomaar willen investeren in dergelijke projecten. Geld komt via NWO of vanuit speciale fondsen van de universiteit zelf. Hazenberg: “Maar als je een vliegwiel wilt creëren, dan heb je soms steun nodig.” Kleine dingen, grote impact Kijk, een stichting oprichten is geen probleem, vindt Hazenberg. Of zo’n project verzinnen. “Maar daarna moet het handen en voeten krijgen. Moet je fondsen werven. Het Noordzeeproject zou heel groot kunnen worden. Omarmd worden door universiteit en gemeente zou ons helpen bij het werven van fondsen. Een handtekening van de burgemeester onder een projectvoorstel opent andere deuren. Een interview waarin de voorzitter van het College van Bestuur van de universiteit de naam van zo’n project laat vallen… Het zijn kleine dingen die grote impact kunnen hebben. Wij kunnen zo’n project niet alleen doen. We moeten het toch samen doen. Laten we het elkaar dan wat gemakkelijker maken.” Wat zou de gemeente Leiden kunnen doen om ondernemerschap te sti muleren? “Mensen leren kennen is belangrijk, maar als een gemeente een netwerk faciliteert, is het voor onder bedrijfsgegevens nemers erg vrijblijvend. Ik begin liever π Bedrijf: Hazenberg een project met vijf partijen. Dan heb Archeologie Leiden je samen een doel. En wil de gemeente π Opgericht in 2001 nieuwe initiatieven, laat haar dan π Omzet: 1 miljoen π Aantal medewerkers: 12 bewezen Leidse initiatiefnemers wat π Belangrijkste klanten: over geld geven met de verplichting om vier heden, projectontwikkelaars, partijen mee te nemen in hun plannen. bedrijven die grondstoffen Vraag desnoods periodieke rapporta winnen π www.hazenbergarcheologie.nl ges. Maar dan zul je zien dat er heel mooie ideeën worden waargemaakt.” ∏
99
100
alfa’s van leiden
bijlagen - alfa’s van leiden
bij lagen
101
102
alfa’s van leiden - bijlagen
bijlagen - alfa’s van leiden
A. Leiden Communicatiestad
B. Wat zijn Humanities?
De Leidse creatieve industrie bestaat voor driekwart uit bedrijven in de communicatiesector: uitgeverijen, grafische bedrijven, communicatieonderzoeken, tekstschrijvers, vertalers, fotografen, audiovisuelen, ontwerpers, webdesigners, evenementenorganisatoren. Binnen de gemeentegrenzen zijn er zo’n 800 bedrijven op dit vlak, variërend van vele eenmanszaken tot een grote beurs genoteerde onderneming als uitgeverij Brill. Samen bieden zij emplooi aan ruim 2.000 werknemers. Zij hebben elkaar nodig om producten en diensten tot stand te brengen en vormen zo een sterke waardeketen (zie onder).
Waar de bètawetenschappen de menselijke natuur bestuderen, bestudeert de Humanities de menselijke cultuur en de menselijke relaties. Onderzoeksmethodes zijn in de eerste plaats analytisch, kritisch, vergelijkend en speculatief, in tegenstelling tot de voornamelijk empirische aanpak in de natuurwetenschappen.
Bedrijfsverdeling op basis van aantal medewerkers Tekstschrijvers, journalististen
Opleidingen
3%
2% Evenementen
Audiovisueel
Designers
3%
R&D, PR-adviezen Communicatieonderzoeken
5%
Fotografen
5%
2%
1%
6%
7% Ontwerpers/vormgevers, webdesigners
12%
Het woord ‘Humanities’ komt van het Latijnse ‘studia humanitatis’ uit de Renaissance, oftewel ‘studie naar humanitas’. Dat klassieke Latijnse woord betekent ‘cultuur, verfijning, educatie’ en meer specifiek ‘de studie die past bij een gecultiveerd mens’. In de 15e eeuw was de ‘studia Humanitatis’ een serie studies die bestond uit grammatica, poëzie, retorica, geschiedenis en morele filosofie voornamelijk gebaseerd op de studie van Latijnse en Griekse klassieken. Vanaf de 19e eeuw wordt Humanities gezien als een manier om zelfreflectie te promoten, die helpt om een persoonlijke bewustwording en een gevoel van actief burgerschap te ontwikkelen.
Reclameadviesbureaus
11%
Internet diensten Grafische bedrijven (drukkerij etc.)
Tot de Humanities behoren klassieke en moderne talen en culturen, literatuur, filosofie, religie, en beeldende en performing kunst. Daarnaast behoren tot de Humanities studies die tevens tot de sociale wetenschappen worden gerekend: geschiedenis, antropologie, sociologie, politicologie, bestuurskunde, communicatiestudies, cultuurwetenschappen, rechten, economie.
Vertalers/tolken
C. De topsector Creatieve Industrie
6%
9%
Uitgeverijen
15%
Distributie retailers
12%
Om de communicatiesector verder te verstevigen hebben Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden, ROC Leiden, de gemeente Leiden, de Kamer van Koophandel Leiden en Leidse communicatieondernemers in 2009 de stichting Leiden Communicatiestad opgericht. De stichting verleidt communicatieondernemingen om zich in de gemeente Leiden te vestigen, stimuleert jong talent om een eigen bedrijf te beginnen, faciliteert een intensieve samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven op het gebied van communicatie en vormt het netwerk tussen communicatieondernemers in de stad, van waaruit nieuwe samenwerkingen en innovatie kunnen ontstaan.
De creatieve Industrie is één van de negen topsectoren die de overheid heeft aangewezen. Dit zijn sectoren waarin Nederland wereldwijd sterk is. In zogenaamde topteams hebben ondernemers, wetenschappers en de overheid gezamenlijk aan adviezen gewerkt waarin zij aangeven met welke maatregelen deze sectoren kunnen blijven concurreren op de wereldmarkt. Dit zijn de negen topsectoren: • Topsector tuinbouw en • Topsector chemie uitgangsmaterialen • Topsector high tech • Topsector agri&food • Topsector energie • Topsector water • Topsector logistiek • Topsector life sciences & health • Topsector creatieve industrie De creatieve sector (zoals design, media en entertainment, mode, gaming en architectuur) zorgt ervoor dat steden aantrekkelijk worden voor toeristen, bedrijven en bewoners. Ook in het buitenland is Nederland beroemd. Bijvoorbeeld door Dutch Design, gebouwen van architecten en musici. De topsector Creatieve Industrie is al jaren één van de snelst groeiende sectoren van de Nederlandse economie. Naast de initiële creatie – het creëren van vorm, betekenis of symbolische waarde – is in deze topsector de kern van de activiteiten ook de manier waarop zij die activiteiten vormgeven: het creatieve innovatieproces. Als topsector gaat het om bedrijven die hun bestaansreden vinden in creativiteit, innovatie en ondernemerschap.
103
104
alfa’s van leiden - bijlagen
D. Communicatiegerelateerde studies Master aan de Universiteit Leiden • Mediastudies, met vier specialisaties: 1. Book and Digital Media Studies 2. Comparative Literature and Literary Theory 3. Film and Photographic Studies 4. Journalistiek en nieuwe media • Language and Communication • Media, Visual and Material Culture • Media Technology • Astronomy and Science Communication and Society • Bio-Pharmaceutical Sciences and Science Communication and Society • Biology and Science Communication and Society • Biomedical Sciences Communication • Chemistry and Science Communication and Society • Computer Science and Science Communication and Society • Life Science and Science Communication and Society • Mathematics and Science Communication and Society • Physics and Science Communication and Society
bijlagen - alfa’s van leiden
F. Verschillen en overeenkomsten tussen Bèta en Humanities (alfa en gamma)
α/γ
β
Humanities
Bèta LEIDEN
Taken: Zoeken, denken Werkplek: Café
A
Aan het HBO en MBO zijn de communicatiegerelateerde opleidingen: HBO / Hogeschool Leiden • Communicatie MBO/ ROC Leiden • Marketingmedewerker • Assistent Communicatiemedewerker • Medewerker evenement organisatie • ICT Academie MBO/ ID College • Marketingmedewerker
B
Onderzoek: Analytisch, vergelijkend, speculatief
Ruim
3.000
Bedrijven
Taken: Feiten vinden
Werkplek: Laboratorium
Onderzoek: Empirisch
Gemiddeld aantal werknemers per bedrijf
Gemiddeld aantal werknemers per bedrijf
Ruim
600 Bedrijven E. Potentiële masterstudies • • • • • • • • •
Law & Communication Communication in Asia, Africa, Middle East, Eastern Europe Crisiscommunication Public Affairs Interactieve beleidsvorming Gezondheidsvoorlichting Geschiedenis van de pers Documentairefilms Serious gaming
Studies Studie WO
Studie HBO
Geesteswetenschappen (talen, culturen), Rechten, Sociale Wetenschappen
Geneeskunde, Wiskunde en Natuurwetenschappen
Communicatie
Boegbeelden Bas Haring (filosofie), Eveline Crone (psychologie), Jaap de Jong & Jos van de Broek (communicatie), Piet van Sterkenburg (taal) RM Oudheden, Lakenhal, Volkenkunde, Siebold
Vincent Icke (sterrekunde), Ton van Raan (wetenschapshistorie), Joost Frenken (natuurkunde)
Naturalis, Boerhaave, Corpus
105
106
alfa’s van leiden - bijlagen
bijlagen - alfa’s van leiden
G. De cultuursector van Leiden is groots1 Binnen de creatieve economie komt cultureel ondernemerschap steeds meer tot wasdom. Mede daardoor kent Leiden een cultureel aanbod van nationale betekenis. Als 22e stad van Nederland in omvang, staan we stevig in de top tien van steden met het grootste culturele aanbod van Nederland en in de top tien van cultuurbezoekers en -beoefenaars onder inwoners. Musea publiekstrekkers Leiden kent in totaal 2,5 miljoen culturele bezoeken per jaar. Publiekstrekker nummer één zijn de musea, met 850.000 bezoeken, waarvan tweederde van buiten Leiden komt. Ook de podia en de bioscopen worden goed bezocht met 350.000 bioscoopbezoeken en 200.000 theaterbezoeken. Bijna een half miljoen mensen bezoeken jaarlijks de festivals & evenementen, waarvan een aantal belangrijke tegenwoordig samenwerkt binnen de Signatures cultuurweken. Cultuurhistorische evenementen (Museumnacht, Open Monumentendagen etc.) trekken 300.000 bezoekers, cultuurfestivals (Jazzweek, Werfpop, Leids Cabaret Festival, Leids Film Festival etc.) trekken 150.000 bezoekers. Verder komen er jaarlijks één miljoen mensen bij BplusC: bibliotheek en cursussen e.d. Uiteraard is hiervan veel lokaal herhaalbezoek. Veel cultuurbeoefenaars De Leidenaar beoefent zelf ook cultuur: 43% van alle Leidenaren beoefent zelf een culturele activiteit. Vooral muziek maken, fotografie/film, tekenen/ schilderen en zingen behoren tot de favorieten. En 78% is een “passieve” cultuurbezoeker. Werkgelegenheid De Leidse cultuursector biedt directe werkgelegenheid aan ongeveer 1.500 personen, inclusief die personen die statistisch vaak niet tot de cultuursector zelf gerekend worden (externen of oproepkrachten bijvoorbeeld), en daarnaast ruim 3.000 vrijwilligers. Voor iedere persoon die volgens de officiële CBS statistieken werkzaam is in de cultuursector, zijn er nog drie andere personen betrokken, vrijwillig of betaald. Van alle personen betrokken bij de organisatie van Leidse festivals en evenementen is zelfs 96% vrijwilliger. Op dit moment wordt er onderzoek gedaan naar de geldstromen in de gehele cultuursector, voor de festivals en evenementen is er al een soortgelijk onderzoek gedaan: • Het subsidiegeld van de gemeente wordt gemiddeld genomen vervijfvoudigd in de begroting; • Er wordt voor minstens 20% geld van buiten de stad gehaald; • Er wordt voor 43% privaat geld aangetrokken; • Bijna de helft van de begroting wordt in de lokale economie gespendeerd; • Een kwart van de begroting wordt door de festivals bij culturele partners uitgegeven.
Enkele kenmerken van bezoekers van verschillende evenementen 2: Lakenfeesten 2010 Open Monumentendagen 2010 Cultuurmaand 2011 Glazen Huis 2011 Cultuurweken 2012
% kinderen 16% 13% 20% 20% 9%
% hoogopgeleid 47% 69% 81% 54% 77%
Dus meer dan 50% van de bezoekers komt van buiten en is dus een vorm van “export”. Enkele overige feiten3 • Leiden staat op nummer 4 van de cultuurindex Atlas voor gemeenten 2012 (1. Amsterdam, 2, Groningen, 3. Utrecht, 4. Leiden, 5. Leeuwarden, 6. Den Bosch). Dit is een index voor de omvang en diversiteit van het culturele aanbod in de gemeente): • Per jaar brengen ongeveer één miljoen bezoekers ruim twee miljoen bezoeken aan Leiden. We hebben het dan over een dagje uit, niet over werk, school of familiebezoek. • Wat is de belangrijkste reden voor mensen om een stad te bezoeken? Leiden is de stad waar de meeste bezoekers komen met een cultureel bezoekmotief. Bijna de helft (47%) van de dagbezoekers komt naar Leiden vanwege het culturele aanbod. Met als hoofdredenen: museumbezoek, stadswandeling, evenement, theater- en bioscoopbezoek. 1. Leiden, 2 Deventer, 3 Amsterdam, 4 Utrecht Museumbezoek in de afgelopen jaren 200.000
200.000
Naturalis Rijksmuseum van Oudheden
200.000
Hortus botanicus Leiden 100.000
Museum Volkenkunde Museum Boerhaave
50.000
Stedelijk museum De Lakenhal Sieboldhuis 2005
2006
2007
2008
2009
Bron: Museumgroep Leiden
2 Bron: Evenementenmonitor Leiden 1 Bron: de kracht van de cultuur in Leiden, www.cultuurfondsleiden.nl
% uit Leiden 53% 42% 66% 27% 55%
3 Bron: www.leidenincijfers.nl/onderzoeksbank
2010
107
COLOFON Teksten Maurits von Heijden, Jeroen Maters, Robin Ouwerkerk, Saskia Ridder, Eric Went Eindredactie Margreet Steiner, Eric Went Coördinatie Peter Duijvestein en Fred van Haasteren Ontwerp en illustraties Nanda Alderliefste Fotografie Edwin Weers Infographics Nanda Alderliefste, Loek Weijts Deze publicatie is een product van Stichting Leiden Communicatiestad. Gegevens uit deze publicatie mogen worden overgenomen met bronvermelding.