09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 1 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instructieboekje
Corvette
Inhoudsopgave Gebruik van dit instructieboekje ....................... 3 Belangrijke veiligheidsvoorschriften ................. 5 Hoofdstuk 1 Instrumenten en bedieningsorganen ............. 21 Hoofdstuk 2 Stoelen en inzittendenbeveiliging ................ 205 Hoofdstuk 3 Starten en bedieningsvoorschriften.............. 239 Hoofdstuk 4 Onderhoud en verzorging............................. 281 Hoofdstuk 5 Werkzaamheden in noodgevallen ................ 357 Index................................................................ 375
04AKDUT03
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 2 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke informatie over dit instructieboekje Wij danken u voor het kiezen van product van General Motors en wij verzekeren u dat wij ons in zullen blijven zetten voor uw rijplezier en tevredenheid. Dit instructieboekje moet als vast onderdeel van de auto worden beschouwd. Dit instructieboekje dient in de auto te worden achtergelaten wanneer de auto wordt verkocht, zodat de nieuwe eigenaar alle informatie over gebruik, onderhoud en veiligheid ter beschikking heeft. Voor de ontwikkeling en productie van uw auto is gebruik gemaakt van milieuvriendelijke en gerecyclede materialen. De productiemethoden die zijn toegepast voor de fabricage van uw auto zijn eveneens milieuvriendelijk.
...2
Productieafval wordt gerecycled, waarbij een deel van het afvalmateriaal kan worden teruggewonnen voor hergebruik. De benodigde hoeveelheid water is verlaagd, om natuurlijke bronnen te sparen. Alle beschrijvingen, illustraties en specificaties in dit boekje zijn gebaseerd op de stand van zaken bij het ter perse gaan. Wij behouden ons het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving onze producten te wijzigen. De afbeeldingen in dit boekje dienen slechts ter verduidelijking van de tekst en zijn niet bedoeld om een exacte weergave te geven van de onderdelen van uw auto.
Verder dient u er rekening mee te houden dat de door u gekochte auto niet over alle accessoires hoeft te beschikken die in dit boekje worden beschreven. Naast dit instructieboekje ontvangt u het boekje "Onderhoudsschema en garantie en aanwijzingen voor de eigenaar". Hoewel wij van mening zijn dat dit instructieboekje alle noodzakelijke aanwijzingen bevat voor het gebruik van de auto, dient u voor de juiste verzorging tevens het onderhoudsoverzicht te raadplegen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 3 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Gebruik van dit instructieboekje Wanneer onderhoud nodig is, vergeet dan niet dat uw dealer uw auto beter kent dan wie dan ook, terwijl hij alles in het werk zal stellen om u volledig tevreden te stellen. Uw dealer nodigt u uit om alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden door hem te laten verrichten, niet alleen tijdens, maar ook na de garantieperiode. Raadpleeg het Onderhouds- en Garantieboekje indien eventuele problemen niet tot uw volle tevredenheid mochten zijn opgelost. In dit boekje is aangegeven welke stappen u in zo'n geval kunt ondernemen.
HOUD UW AUTO ORIGINEEL DOOR BIJ VERVANGING UITSLUITEND GM-ONDERDELEN TE GEBRUIKEN. ALLEEN DAN KAN EEN OPTIMALE KWALITEIT EN LANGE LEVENSDUUR VAN UW AUTO WORDEN VERZEKERD. ORIGINELE ONDERDELEN VAN GENERAL MOTORS ZIJN TE HERKENNEN AAN DE VOLGENDE HANDELSMERKEN:
Gebruik dit instructieboekje om vertrouwd te raken met alle functies van uw nieuwe auto en de juiste bedieningswijze. Het boekje is bedoeld als een gids die u helpt om snel de verschillende functies van de auto te herkennen en te gebruiken. Om deze reden zijn in het instructieboekje de plaatsen van de speciale voorzieningen vermeld en niet de werking daarvan.
Hierin is ook zeer belangrijke informatie over veiligheid en onderhoud opgenomen terwijl ook problemen die tijdens het rijden kunnen optreden ter sprake komen. Dit instructieboekje is onderverdeeld in vijf hoofdstukken. • Hoofdstuk 1: Instrumenten en bedieningsorganen Om een idee te krijgen hoe de informatie in dit instructieboekje is onderverdeeld, moet u zich voorstellen dat u heeft plaatsgenomen in de bestuurdersstoel. Uw aandacht is dan allereerst gericht op het instrumentenpaneel recht voor u, dan wat hoger en naar buiten toe op de spiegels, ramen en portieren, vervolgens op de bagageruimte aan de achterzijde en tenslotte op de ruimte boven uw hoofd en het dak. De inhoud van dit instructieboek is zo georganiseerd dat het deze volgorde volgt. De meeste instrumenten en regelaars zijn ingebouwd in deze ruimten en worden eerst besproken in dit boekje, in hoofdstuk 1.
3 ...
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 4 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Gebruik van dit instructieboekje • Hoofdstuk 2: Zitplaatsen en inzittendenbeveiliging Richt vervolgens uw aandacht op het centrum van de auto: de zitplaatsen en de veiligheidsgordels. Informatie hierover en over het airbagsysteem van uw auto vindt u in hoofdstuk 2, waarin bovendien informatie is opgenomen over veiligheidssystemen voor kinderen.
...4
• Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften Nadat u in hoofdstuk 1 en 2 vertrouwd bent geraakt met de werking van de instrumenten en bedieningsorganen en het gebruik van stoelen en gordelen airbagsystemen, worden in hoofdstuk 3 instructies gegeven over het starten en rijden met de auto. In dit hoofdstuk vindt u informatie over uw sleutels en de sloten met afstandsbediening (indien van toepassing), over het ontstekingssysteem, starten, transmissie, verdeelbak (indien van toepassing), parkeren, tractie, stuurinrichting, het remsysteem en de wielophanging. Verder wordt hier informatie gegeven over de maximale belading van de auto en over het rijden met een aanhanger.
• Hoofdstuk 4: Onderhoud en verzorging Het hoofdstuk Onderhoud en verzorging - bevat gegevens over de juiste brandstof - geeft aan waar diverse onderdelen in de motorruimte te vinden zijn - geeft basisinformatie over onderhoud en vloeistoffen voor belangrijke en gemakkelijk toegankelijke motorcomponenten (bijv. motorolie, koelvloeistof, transmissievloeistof, stuurbekrachtigingsvloeistof, remvloeistof, koelmiddel voor airconditioningsysteem, ruitensproeiervloeistof, accuvloeistof)
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 5 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Gebruik van dit instructieboekje - bevat informatie over bandenspanning en over het inspecteren, verwisselen en vervangen - geeft aan waar en welk type zekeringen en stroomonderbrekers in uw auto gemonteerd zijn - bevat instructies en specificaties over het vervangen van gloeilampen - geeft de specificaties en capaciteit/inhoud aan van belangrijke componenten
• Hoofdstuk 5: Werkzaamheden in noodgevallen In dit hoofdstuk is beschreven hoe u zou moeten handelen als er tijdens het rijden bepaalde problemen optreden. Het betreft: - Starten met een hulpaccu - Slepen van uw auto - Oververhitting van de motor - Lekke band verwisselen
Aan het begin van elk hoofdstuk vindt u een inhoudsopgave om het snel opzoeken te vergemakkelijken.
5 ...
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 6 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften DE AANDUIDINGEN WAARSCHUWING EN OPMERKING De WAARSCHUWINGEN en OPMERKINGEN in de tekst dienen om u te wijzen op toestanden die lichamelijk letsel of beschadiging van de auto tot gevolg kunnen hebben.
Veiligheidsgordels
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING Betekent: Kan letsel veroorzaken.
Zitpositie
WAARSCHUWING OPMERKING Betekent: Kan beschadiging veroorzaken.
...6
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden. De stoel kan plotseling in beweging komen hetgeen gevaarlijke situaties tot gevolg kan hebben. Rijden met naar beneden gekantelde rugleuning kan gevaar opleveren. Ook al heeft u uw veiligheidsgordel goed sluitend omgedaan, dan nog kan de gordel geen volledige bescherming bieden wanneer de rugleuning te ver naar achteren is gekanteld.
Draag altijd uw veiligheidsgordel. Zorg dat deze altijd goed is afgesteld. Vervoer geen personen in de auto waar een veiligheidsgordel niet goed kan worden gedragen. Personen die geen veiligheidsgordel dragen kunnen tijdens een aanrijding ernstig gewond raken of zelfs om het leven komen. Wanneer onder dezelfde omstandigheden alle inzittenden een veiligheidsgordel dragen, dan kunnen verwondingen worden voorkomen. Draag tijdens het rijden altijd uw veiligheidsgordel en verzeker uzelf ervan dat uw passagiers dat ook doen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 7 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
WAARSCHUWING Het verkeerd dragen van een veiligheidsgordel kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel. Het heupgedeelte van de gordel moet laag en comfortabel op de heupen liggen, juist boven de dijen. Bij een botsing zullen stoten dan worden opgevangen door het sterke bekken en zult u minder gemakkelijk onder de heupgordel doorglijden. Als u wel onder de gordel door glijdt, moeten stoten worden opgevangen door de onderbuik. Daarbij kunt u ernstig en zelfs dodelijk letsel oplopen.
De veiligheidsgordels moeten nauwsluitend om het lichaam worden gedragen. Laat de schoudergordel niet onder uw arm doorlopen. Zorg dat de gordelriemen niet gedraaid zitten. Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk als u uw gordel in het verkeerde gordelslot vastzet. Druk de slottong steeds vast in het meest nabije gordelslot.
WAARSCHUWING De schoudergordel moet over de schouder en diagonaal over de borst lopen. Deze lichaamsdelen zijn het beste in staat om grote krachten op te vangen.
WAARSCHUWING Een veiligheidsgordel mag steeds slechts door 1 persoon tegelijk worden gedragen. Sta niet toe dat twee kinderen van dezelfde gordel gebruik maken. Uit ongevallenstatistieken is gebleken dat kinderen meer veiligheid wordt geboden wanneer ze gebruikmaken van de veiligheidsvoorzieningen achterin het voertuig.
7 ...
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 8 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Airbags
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING Een zwangere vrouw dient altijd een heup-/schoudergordel te dragen (zgn. driepuntsgordel). Daarbij moet de heupgordel zo laag mogelijk over de heupen lopen.
...8
De veiligheidsgordels en het airbagsysteem zijn ontworpen om volwassenen de best mogelijke bescherming te bieden. Personen die met het airbagsysteem in aanraking komen of die zich te dicht bij een airbag bevinden die wordt opgeblazen, kunnen ernstige verwondingen oplopen met mogelijk dodelijke gevolgen.
WAARSCHUWING Zorg er voor dat indien kinderen die te klein zijn om van een gordel gebruik te maken, goed worden beveiligd met een veiligheidssysteem voor kinderen. De aanwezigheid van een airbag mag u er nooit toe verleiden om geen veiligheidsgordel te dragen, aangezien de airbags alleen effectief zijn in combinatie met veiligheidsgordels.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 9 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Airbags bieden aanvullende bescherming bij het gebruik van veiligheidsgordels. Ook in een auto met airbags bestaat er grotere kans op letsel indien u bij een aanrijding geen veiligheidsgordel draagt. Wanneer u zich te dicht bevindt bij een airbag die wordt opgeblazen, kunt u ernstige verwondingen oplopen. Veiligheidsgordels houden u bij een aanrijding op uw plaats wanneer de airbag wordt opgeblazen. De bestuurder moet zo ver mogelijk naar achteren zitten maar toch de auto volledig onder controle hebben. Het gebied waarin een airbag zich vult, moet altijd worden vrijgehouden.
WAARSCHUWING Bij het opblazen van een airbag komt enig stof vrij dat in de lucht blijft hangen. Deze stof kan de ademhaling bemoeilijken bij mensen die last hebben van astma of van andere aandoeningen aan de luchtwegen. Om dit te voorkomen dient iedereen de auto te verlaten zodra dat veilig mogelijk is. Als uitstappen onmogelijk is, open dan een portier of een ruit.
Kinderen en kinderzitjes
WAARSCHUWING Houd in een rijdende auto nooit een baby in uw armen. Bij een botsing wordt de baby zo zwaar dat u niet in staat zult zijn deze vast te houden. Zo zal bijvoorbeeld een baby van 5,5 kg bij een botsing bij 40 km/u al een gewicht van 110 kg op uw armen uitoefenen. U zult dan vrijwel zeker niet in staat zijn de baby vast te houden. Zet een baby altijd vast in een babyzitje.
9 ...
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 10 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING Een kind in een achterwaarts gekeerd kinderzitje op de zitplaats voor de passagier voor in de auto kan ernstig worden gewond of de gevolgen kunnen fataal zijn indien de airbag voor de passagier in werking komt. De achterkant van het kinderzitje kan zich namelijk dichtbij de ontstoken airbag bevinden. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Extra inzittendenbeveiliging" in hoofdstuk 2.
. . . 10
WAARSCHUWING Kinderen die in een naar achteren gericht kinderzitje moeten worden vervoerd, kunnen niet veilig in een voertuig met airbag aan de passagierszijde zonder achterbank worden vervoerd. Wanneer u echter een voorwaarts geplaatst kinderzitje op de stoel voor de rechter passagier voorin vastzet, moet deze stoel zo ver mogelijk naar achteren worden geschoven.
Auto verlaten
WAARSCHUWING Stap niet uit terwijl de motor nog draait. Laat kinderen niet achter in een auto met de contactsleutel. Ze kunnen de elektrisch bediende ramen of andere bedieningen gebruiken en zelfs de auto in beweging brengen. Zo kan een kind zichzelf of anderen letsel toebrengen met mogelijk fatale gevolgen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 11 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Het is buitengewoon gevaarlijk om kinderen gedurende lange tijd in de auto achter te laten vooral bij warm weer. Neem de kinderen met u mee wanneer u de auto achterlaat.
Auto's met automatische transmissie
WAARSCHUWING Wanneer uw auto met een automatische transmissie is uitgerust, dienen de volgende voorzorgsmaatregelen te worden opgevolgd om goede en veilige werking te waarborgen. De auto kan dan niet plotseling in beweging komen en/of een ongeval veroorzaken.
• Zet bij het verlaten van de auto altijd de keuzehendel in P (parkeerstand) en gebruik tevens de parkeerrem. • Houd het rempedaal stevig ingedrukt en geef geen gas wanneer u vanuit P (parkeren) of N (neutraal) naar een van de rijstanden schakelt. • Schakel niet in D (vooruit) of R (achteruit) wanneer de motor sneller dan met stationair toerental draait. • Schakel niet in de stand P (parkeren) terwijl de auto nog in beweging is. Raadpleeg hoofdstuk 3 "Starten en bedieningsvoorschriften", voor meer informatie.
11 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 12 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen m.b.t. het uitlaatsysteem
WAARSCHUWING • Brandbare voorwerpen kunnen in aanraking komen met hete delen van de uitlaat en ontbranden. Parkeer de auto niet op papier, droge bladeren, droog gras of andere voorwerpen die vlam kunnen vatten. • Uitlaatgassen kunnen dodelijk zijn. Zij bevatten koolmonoxide (CO), dat onzichtbaar en reukloos is. Inademing kan bewusteloosheid en de dood tot gevolg hebben.
. . . 12
WAARSCHUWING • Laat de motor niet in een afgesloten ruimte, zoals een garage, draaien. Koolmonoxide (CO) kan het interieur binnenstromen. • Als de motor stationair draait terwijl de ramen gesloten zijn en de aanjager van de airconditioning (indien van toepassing) uitgeschakeld is, kunnen giftige uitlaatgassen in het interieur stromen.
WAARSCHUWING • Rijden met geopende achterruiten, kofferdeksel of achterdeuren kan ook bijzonder gevaarlijk zijn. Wanneer u toch met geopende of slecht sluitende achterramen, achterklep of achterdeuren moet rijden, sluit dan alle overige ramen en zet de aanjager in de hoogste stand, ingesteld op aanzuiging van buitenlucht. Op deze wijze zal buitenlucht de auto doorstromen. • Let erop dat achterramen, achterportieren of kofferdeksel gesloten zijn als u gaat rijden met een aanhanger.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 13 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING • Uitlaatgassen kunnen ook het interieur binnenstromen indien: – de uitlaat vreemd of anders klinkt – uw auto aan de onderzijde roestig wordt – uw auto is beschadigd of slecht is onderhouden – de auto aan de onderzijde, met name de uitlaat, is geblokkeerd door sneeuw of vuil
WAARSCHUWING Indien u vermoedt dat uitlaatgassen het interieur binnendringen, open dan alle ramen, zet de airconditioning aan (indien van toepassing), ingesteld op aanzuiging van buitenlucht, en laat uw auto onmiddellijk repareren.
Water en uw auto
WAARSCHUWING Na het wassen van de auto of het rijden door plassen kunnen de remmen tijdelijk minder goed werken. Houdt u het rempedaal licht ingedrukt tot de remmen weer normaal functioneren. Rijdt u niet door poelen of diepe plassen. Als er water in een luchtinlaat komt, kan dat de motor ernstig beschadigen. Als u door een plas moet rijden, doe dit dan voorzichtig zodat het water niet tegen de bodemplaat en het schutbord kan spatten.
13 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 14 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Stromend water of water dat in heftige beweging is, heeft grote kracht. Indien u tracht om door stromend water te rijden, zoals een doorwaadplaats bij laag water, dan kan uw auto worden meegesleurd. Zelfs 15 cm stromend water kan een kleine auto meesleuren. In dergelijke gevallen kunnen de inzittenden verdrinken. Let op waarschuwingsborden van de politie en neem in andere gevallen de grootst mogelijke zorg in acht tijdens het rijden door stromend water.
. . . 14
Rijden op hellingen
WAARSCHUWING Als u op een helling moet stoppen, probeer dan nooit om de auto met het gaspedaal op zijn plaats te houden. Door deze handelwijze kan schade aan de transmissie ontstaan. Gebruik de remmen om de auto op zijn plaats te houden. Schakel bij het afdalen van een steile helling terug naar een lagere versnelling om de auto op de motor te laten afremmen. Rijdt u nooit heuvelafwaarts met de transmissie in neutraal of met uitgeschakeld contact. De remmen kunnen dan oververhit raken en een ongeval is dan niet denkbeeldig.
Voertuig beladen
WAARSCHUWING Belaadt de auto niet zwaarder dan is aangegeven bij Gross Vehicle Weight Rating (Maximaal Toelaatbaar Totaalgewicht) of bij Gross Axle Weight Rating (Maximaal Toelaatbare Asbelasting). Door te zware belasting kan breuk optreden in sommige onderdelen en wordt slechte invloed uitgeoefend op de wegligging. Door te zwaar te beladen kunt u de macht over het stuur verliezen, met mogelijk letsel tot gevolg. Ook kan de levensduur van de auto worden bekort.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 15 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Brandstof en andere ontvlambare stoffen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING Bij een noodstop, een botsing of een plotselinge ruk aan het stuur kunnen losse voorwerpen in het interieur in beweging komen en zo inzittenden letsel toebrengen. Berg losse voorwerpen op in de bagageruimte en verdeel het gewicht gelijkmatig. Stapel bagage nooit op tot boven de rugleuningen. Laat geen kinderzitjes los in de auto zitten. Tracht losse voorwerpen in de auto vast te zetten.
Zet de motor af voordat u brandstof tankt. Draai bij het openen de tankvuldop eerst gedeeltelijk los om de druk in de tank te laten ontsnappen en verwijder daarna de dop. Vul nooit een jerrycan met benzine terwijl deze zich in uw auto bevindt. Benzine mag alleen worden afgetapt in goedgekeurde vaten. Rook niet tijdens het tanken van benzine. Vervoer geen ontvlambare stoffen, zoals benzine, in de auto.
WAARSCHUWING Plaats geen papier of ander brandbaar materiaal in de asbak, om te voorkomen dat dit door een sigaret vlam vat. Vul de tank slechts tot het vulpistool van de brandstofpomp automatisch afsluit, waardoor er ruimte overblijft voor het uitzetten van de brandstof in de brandstoftank (veroorzaakt door warmte van de motor).
15 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 16 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Accu's
WAARSCHUWING Een accu kan letsel toebrengen. Accu's bevatten bijtende vloeistoffen en elektriciteit die brandwonden kunnen veroorzaken en gassen die kunnen exploderen of vlamvatten. Wees voorzichtig en volg alle van toepassing zijnde instructies nauwgezet op als u nabij een accu werkt. Zorg er voor dat geen accuzuur met de huid in aanraking kan komen. Mocht u accuzuur in uw ogen of op uw huid krijgen, spoel de plek dan met water en consulteer onmiddellijk een arts. Gebruik nabij een accu nooit lucifers of open vuur. Gebruik een zaklantaarn als u moet bijlichten.
. . . 16
WAARSCHUWING Nieuwe GM-auto's zijn altijd voorzien van een onderhoudsvrije accu. Wanneer echter toch een ander type accu met celdoppen gemonteerd is, controleer dan of de cellen voldoende vloeistof bevatten. Vul bij met water als het niveau laag staat, zodat er geen explosieve gassen aanwezig kunnen zijn.
Slepen van uw auto
WAARSCHUWING Let op het onderstaande om uzelf en anderen zoveel mogelijk te beschermen tegen verwondingen en letsel: • Laat niemand rijden in een auto die wordt gesleept. • Rijdt u niet sneller dan veilig is en overschrijdt de snelheidsbeperkingen niet. • Zet alle losse en beschadigde onderdelen stevig vast. • Werk nooit onder een auto die omhoog is gebracht. • Gebruik steeds afzonderlijke veiligheidskettingen aan elke kant van de auto.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 17 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Wees voorzichtig in de buurt van de elektrische ventilator. De ventilator kan plotseling in werking treden, ook als de motor is afgezet. Koelsysteem Motorruimte
WAARSCHUWING Stoom van een oververhitte motor kan ernstige brandwonden veroorzaken. Blijf bij de motor vandaan wanneer u stoom hoort of ziet ontsnappen. Wees voorzichtig als u in of nabij de motorruimte bezig bent. Sommige motoronderdelen worden zeer heet en kunnen brandwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING Laat de motor niet lopen indien er lekkage is. Als alle koelvloeistof naar buiten lekt dan kan motorbrand ontstaan en kan u brandwonden oplopen. Het kan gevaar opleveren indien alleen water of andere vloeistof dan de aanbevolen koelvloeistof wordt toegevoegd. De motor kan oververhit raken, maar de waarschuwingslamp gaat niet branden. De motor kan in brand vliegen en u of anderen verwonden.
WAARSCHUWING Onder sommige omstandigheden is ethyleenglycol in koelvloeistof ontvlambaar. Voorkom brandwonden en zorg dat nooit koelvloeistof wordt gemorst op het uitlaatsysteem of op hete motoronderdelen. Als u twijfelt, laat het bijvullen dan uitvoeren door een vakkundig automecanicien.
17 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 18 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lekke band verwisselen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING Stoom en hete vloeistof kunnen uit een heet koelsysteem naar buiten spuiten en ernstige brandwonden veroorzaken. Draai de dop niet los wanneer de motor en het koelsysteem heet zijn.
. . . 18
Het verwisselen van een wiel is niet zonder gevaar. De auto kan van de krik glijden en zo uzelf of andere mensen verwonden. Het is gevaarlijk onder de auto te werken wanneer deze is opgekrikt. U kunt zwaar gewond raken of zelfs omkomen, wanneer de auto van de krik valt. Werk nooit onder een auto die alleen wordt ondersteund door een krik.
WAARSCHUWING Wanneer er roest of vuil zit op het wiel of op die delen van de auto waarmee het wiel in aanraking komt, kan dat tot gevolg hebben dat de wielbouten na verloop van tijd loslopen. Hierdoor kan het wiel geheel loskomen en een ongeval veroorzaken. Wanneer u een wiel verwisselt, maak dan de plaatsen schoon waar het wiel met de auto in aanraking komt. In noodgevallen kunt u daarvoor een doek of een stuk papier gebruiken. Zorg er echter voor dat u later, als dat nodig is, met behulp van een schraper of een staalborstel de contactvlakken goed reinigt.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 19 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Problemen met componenten van de auto
OPMERKING
WAARSCHUWING Doorrijden met een brandende waarschuwingslamp van het remsysteem kan een ongeval tot gevolg hebben. Laat het remsysteem onmiddellijk controleren zodra de waarschuwingslamp van het remsysteem blijft branden. Blijf niet doorrijden met een te laag oliepeil. De motor kan te heet worden en in brand vliegen. U en anderen kunnen hierdoor ernstig gewond raken. Controleer zo spoedig mogelijk het oliepeil en laat een onderhoudsbeurt uitvoeren.
WAARSCHUWING Wanneer tijdens het rijden een waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden, dient u de auto onmiddellijk op een veilige plaats te parkeren waarna de aanwijzingen in dit boekje moeten worden opgevolgd. Als de motor tijdens het rijden afslaat, werken de systemen voor stuurbekrachtiging en rembekrachtiging niet langer naar behoren. Er is dan aanzienlijk meer kracht vereist om te sturen en te remmen. Probeer de auto op een veilige plek langs de weg neer te zetten voordat hij uit zichzelf tot stilstand komt.
Aanvullende elektronische apparatuur, zoals een autotelefoon, zend-/ontvanginstallaties of navigatiesystemen kunnen negatieve invloed uitoefenen op de werking van de motor, de radio of de overige elektrische apparatuur en zelfs beschadiging veroorzaken. Alvorens extra apparatuur te installeren is het raadzaam contact op te nemen met een erkende GM-dealer.
19 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 20 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Aanvullende waarschuwingen
WAARSCHUWING Rijden onder invloed is zeer gevaarlijk. Ook een geringe hoeveelheid alcohol heeft al een nadelige invloed op uw reflexen, aandachtsniveau en beoordelingsvermogen. Rijden nadat u alcohol heeft gedronken kan een ernstig of zelfs dodelijk ongeval tot gevolg hebben. Rjijdt nooit als u alcohol gedronken heeft en rijdt ook nooit mee met iemand die gedronken heeft. Ga naar huis met een taxi of vraag of u kunt meerijden met iemand die niet drinkt.
. . . 20
WAARSCHUWING Uit medisch research is gebleken dat alcohol in het lichaam van een persoon verwondingen tijdens een ongeval ernstiger kunnen maken. Dat is met name het geval met letsel aan de hersenen, ruggenmerg of hart. Dit betekent dat wanneer een persoon die alcohol heeft gedronken - hetzij een bestuurder of passagier - een aanrijding krijgt, deze persoon meer kans heeft om gedood of permanent invalide te worden dan iemand die geen alcohol heeft gedronken.
WAARSCHUWING Rijden met niet behoorlijk afgesloten portieren is gevaarlijk. Controleer of alle portieren en de bagageruimte zijn afgesloten voordat u gaat rijden. Zet de cruise control-schakelaar af wanneer de cruise control niet wordt gebruikt.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 21 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
–
Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen
1 Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard en middenconsole...........................24 Instrumentengroep ..............................................26 Waarschuwingslampen ........................................30 Informatiecentrum voor de bestuurder ................39 Toetsen van het informatiecentrum voor de bestuurder .....................................................40 Bijzondere eigenschappen ...................................47 Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder .............................................57 Head-up-display ..................................................76 Schakelaar waarschuwingsknipperlichten............84 Tractieregelsysteem .............................................85 Actief weggedragsysteem ...................................87 Instelmode competitief rijden ..............................89 Elektronisch geregelde schokdemping ................90 Aansluiting elektrische accessoires......................90 Verlichting.............................................................92 Verlichting hoofdschakelaar .................................92 Mistlampen..........................................................96 Instapverlichting ..................................................97 In- en uitstapverlichting .......................................98 Leeslampen..........................................................98 Bescherming tegen ontlading van accu...............98 Verwarmings- en airconditioningsysteem..........99 Automatisch klimaatregelsysteem met twee zones..........................................................99 Sensoren ............................................................105
Luchtroosters..................................................... 105 Tips voor het gebruik ........................................ 106 Achterruitverwarming ....................................... 106 Luchtfilter voor passagiersruimte ...................... 107 Geluidsinstallatie en klok .................................. 108 RDS-geluidsinstallatie met cd-speler (ook geschikt voor mp3) .................................. 110 Klok ................................................................... 110 Gebruik van de radio......................................... 111 CD-speler .......................................................... 121 Cd's met MP3-bestanden afspelen.................... 125 RDS-geluidsinstallatie met cd-speler voor 6 cd's (ook geschikt voor mp3) .................................. 130 Klok ................................................................... 130 Gebruik van de radio......................................... 131 CD-speler voor 6 CD's....................................... 141 Cd's met MP3-bestanden afspelen.................... 150 Draagbaar muziekapparaat ............................... 155 Foutmeldingen .................................................. 156 Beveiliging tegen diefstal ................................... 157 Zorg voor uw CD's ............................................ 157 Zorg voor uw CD-speler .................................... 157 Radiotoetsen op stuurwiel ................................. 158 Diversiteit antennesysteem ................................ 159 Navigatiesysteem ............................................. 159
21 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 22 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen Bedieningsorganen op stuurwiel/ stuurkolom........................................................160 Stuurkolomschakelaar........................................161 Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar .............161 Claxon ...............................................................161 Contactslot ........................................................161 Hendel stuurwielverstelling ................................161 Schakelaar elektrisch instelbare, telescopische stuurkolom (waar van toepassing)....................162 Radiotoetsen op stuurwiel..................................162 Stuurkolomschakelaar........................................163 Richtingaanwijzers .............................................163 Schakelaars koplampen......................................163 Grootlicht-/dimlichtschakelaar ......................164 Cruise control ....................................................164 Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar ..........169 Ruitenwissers......................................................169 Ruitensproeiers...................................................170 Koplampsproeiers ..............................................171 Spiegels ...............................................................171 Buitenspiegels ....................................................171 Dag-/nacht binnenspiegel .................................173 Handbediende dimmende binnenspiegel ........173 Automatische dag-/nacht binnenspiegel met kompasdisplay ..........................................173 Make-up spiegels ...............................................176
. . . 22
Ramen ................................................................ 176 Elektrisch bediende portierramen...................... 177 Portieren ............................................................ 178 Elektrisch bediende portiersloten ...................... 179 Bagageruimte achterin ..................................... 182 Afstandsbediening ontgrendelen kofferdeksel/achterklep ................................... 182 Ontgrendeling kofferruimte ............................. 184 Bagagenet......................................................... 184 Bagageafdekhoes .............................................. 185 Bagageafscheiding ........................................... 186 Achterste bergruimte ........................................ 186 Hoofdruimte en dak .......................................... 187 Zonnekleppen................................................... 187 Verwijderbare dakpanelen ................................ 187 Elektrisch bedienbaar cabrioletdak ................... 192 Bergvakken......................................................... 198 Middenconsole ................................................. 198 Handschoenenkastje ......................................... 199 Bekerhouder...................................................... 199 Bagagenet ........................................................ 199 Bergruimte achterin .......................................... 199 Asbak en aansteker............................................ 200 Accessoirevoeding ............................................. 200 Bescherming tegen leeglopen accu ................. 201 Geheugen .......................................................... 201 Vloermatten ....................................................... 203
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 23 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
–
ENGINE Acc.
23 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 24 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen ■ INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN OP DASHBOARD EN MIDDENCONSOLE 1. Luchtroosters 2. Schakelaars head-up display (indien van toepassing) 3. Stuurkolomschakelaar 4. Regeling handmatige versnellingsmodus automatische transmissie (waar van toepassing) 5. Display van het informatiecentrum voor de bestuurder 6. Instrumentengroep 7. Toetsen van het informatiecentrum voor de bestuurder
. . . 24
8. Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar 9. Middelste luchtroosters 10. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten 11. Geluidsinstallatie en klok 12. Verwarmings- en airconditioningsysteem 13. Zekeringenpaneel 14. Schakelaars voor stoelverwarming 15. Parkeerrem/Ontgrendeling parkeerrem 16. Asbak en aansteker 17. Bekerhouder
18. Aansluiting elektrische accessoires 19. Schakelaar tractieregelsysteem/ actief weggedragsysteem 20. Schakelhendel 21. Contactslot 22. Schakelaar cabrioletkap (indien aanwezig) 23. Bediening dimmer instrumentenpaneel 24. Ontgrendeling klep brandstofvulopening en afstandsschakelaar achterklepontgrendeling 25. Handschoenenkastje 26. Bedieningstoetsen voor het audiosysteem op het stuurwiel 27. Schakelaar elektronisch geregelde schokdemping (indien van toepassing)
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 25 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
9
7
2
1
2
5
8 –
3
4
6
25 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 26 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen INSTRUMENTENGROEP De afgebeelde instrumentengroep dient slechts als voorbeeld. Afhankelijk van de door u gekozen opties kan de instrumentengroep in uw auto hiervan afwijken. De instrumentengroep is zodanig ontworpen dat u snel kunt zien of alle systemen in uw auto goed functioneren. U kunt het informatiecentrum voor de bestuurder gebruiken om het display om te zetten in Engelse of metrische eenheden. Raadpleeg voor meer informatie "Informatiecentrum voor de bestuurder" verderop in dit hoofdstuk. 1. Controlelamp grootlicht Dit lampje gaat branden wanneer het grootlicht ingeschakeld is. 2. Controlelampen richtingaanwijzers Bij inschakeling van de richtingaanwijzers zal een pijl gaan knipperen in de richting van de voorgenomen richtingsverandering of rijbaanwisseling.
. . . 26
105 40
125 °C
3. Koelvloeistoftemperatuurmeter Deze meter geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan. Als de wijzer in het gearceerde waarschuwingsvlak komt, is de temperatuur van de motor te hoog!
Druk voor numerieke meterwaarden op de knop voor meterinformatie op het bedieningspaneel voor het informatiecentrum voor de bestuurder totdat COOLANT TEMPERATURE (koelvloeistoftemperatuur) op het display wordt weergegeven. Het cijfer dat dan wordt weergegeven, is de koelvloeistoftemperatuur. Indien het koelsysteem oververhit is geraakt, zet dan onmiddellijk de motor af. Raadpleeg hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie over het koelsysteem van uw auto.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 27 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 4. Kilometerteller De kilometerteller geeft aan hoeveel kilometer uw auto in totaal heeft gereden. Druk op TRIP van het informatiecentrum voor de bestuurder om de kilometerstand weer te geven. Bij afgezet contact kan de kilometerstand worden afgelezen door het stadslicht in te schakelen. 5. Snelheidsmeter De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van de auto weer. U kunt het informatiecentrum voor de bestuurder gebruiken om het display om te zetten in Engelse of metrische eenheden. Raadpleeg voor meer informatie "Informatiecentrum voor de bestuurder" verderop in dit hoofdstuk.
1/2 0
1
6. Brandstofmeter De brandstofmeter geeft aan hoeveel brandstof in de tank aanwezig is. De brandstofmeter werkt uitsluitend als het contact is ingeschakeld. De pijl op de meter geeft de zijde van het voertuig aan waar de brandstofvulklep zich bevindt. Wanneer de naald het symbool voor laag brandstofpeil nadert, verschijnt LOW FUEL (laag brandstofpeil) op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder.
Tevens klinkt er een gongsignaal. Druk op RESET op het bedieningspaneel van het informatiecentrum voor de bestuurder nadat het bericht is gelezen om het vervolgens te wissen. Wanneer geen brandstof wordt getankt, zal het bericht na tien minuten opnieuw verschijnen. Zie voor meer informatie "Informatiecentrum voor de bestuurder" verderop in dit hoofdstuk.
27 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 28 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen 7. Toerenteller De toerenteller geeft het aantal toeren weer in duizend omwentelingen per minuut (omw/min). - Wanneer uw voertuig een ZR1 is, wordt de brandstoftoevoer naar de motor afgesloten bij een motortoerental van 6.600 omw/min. - Wanneer uw voertuig een Z06 is, wordt de brandstoftoevoer naar de motor afgesloten bij een motortoerental van 7.000 omw/min. - Bij alle andere modellen wordt de brandstoftoevoer naar de motor afgesloten bij een motortoerental van 6.500 omw/min.
. . . 28
OPMERKING Zet de motor uit als dit motortoerental wordt bereikt. Anders kan de motor beschadigd raken. Bedien het voertuig onder het genoemde motortoerental of verlaag de omw/min snel als de brandstoftoevoer wordt onderbroken. 8. Voltmeter (waar van toepassing) Bij draaiende motor wijst de voltmeter de laadstroom aan. Bij aangezet contact en stilstaande motor wordt de laadtoestand van de accu aangegeven.
Druk voor numerieke meterwaarden op de knop voor meterinformatie op het bedieningspaneel voor het informatiecentrum voor de bestuurder totdat BATTERY VOLTAGE (accuspanning) wordt weergegeven. Het cijfer dat wordt weergegeven is de accuspanning. Wanneer de waarde 10 volt of lager is, dan wordt BATTERY VOLTAGE LOW (accuspanning laag) op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. Wanneer de waarde 9 volt of lager is, kunnen het instrumentenpaneel en andere systemen uitgeschakeld worden. Wanneer u door blijft rijden, kan de accu leeglopen, waardoor uw voertuig kan stoppen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 29 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 9. Oliedrukmeter De oliedrukmeter geeft de druk aan waarmee de olie naar de diverse te smeren delen van de motor wordt gepompt. Wanneer de oliedrukmeter continu een lage waarde aangeeft, kan dit duiden op een storing in het smeersysteem of het slecht functioneren van de motor. Druk voor numerieke meterwaarden op de knop voor meterinformatie op het bedieningspaneel van het informatiecentrum voor de bestuurder totdat OIL PRESSURE (oliedruk) wordt weergegeven. Het cijfer dat wordt weergegeven, is de oliedruk. De waarde is in Engelse eenheden van PSI (pond per vierkante inch) of in metrische waarden van kPa (Kilo Pascal).
WAARSCHUWING Blijf niet doorrijden met een te laag oliepeil. De motor kan te heet worden en in brand vliegen. U en anderen kunnen hierdoor ernstig gewond raken. Controleer zo spoedig mogelijk het oliepeil en laat een onderhoudsbeurt uitvoeren.
OPMERKING Schade aan de motor die is ontstaan door het negeren van de waarschuwingslamp kan kostbare reparaties tot gevolg hebben die niet onder de garantie vallen. Zie het onderhoudsschema voor meer informatie.
–
Boostmeter (waar aanwezig) De meter geeft de luchtdruk in het inlaatspruitstuk aan voordat de lucht in de verbrandingskamer komt. Start de motor om de meter automatisch op nul te zetten. De werkelijke onderdruk of boost wordt vanaf dit nulpunt weergegeven.
29 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 30 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen De meter geeft de onderdruk aan bij kleine tot gemiddelde gastoevoer en boost bij een grote gastoevoer. Wijzigingen in de omgevingsdruk, bijvoorbeeld wanneer u in de bergen rijdt of bij veranderende weersomstandigheden, zorgen dat de nulwaarde iets kan veranderen.
. . . 30
WAARSCHUWINGSLAMPEN Uw auto is voorzien van een aantal waarschuwingslampen. De waarschuwingslampen gaan branden wanneer er in een of meer systemen zich een storing voordoet of de kans daartoe bestaat. Sommige waarschuwingslampen branden kort na het aanzetten van het contact om aan te geven dat ze goed functioneren. Raadpleeg voor meer informatie over de systemen van uw voertuig de rubriek "Informatiecentrum voor de bestuurder" verderop in dit hoofdstuk.
Controlelamp remsysteem Uw auto is voorzien van een gescheiden remsysteem. Indien een van beide systemen uitvalt, kunt u de auto met behulp van het andere systeem veilig tot stilstand brengen. Dit lampje moet kort gaan branden als u de motor start. Als het lampje niet gaat branden, moet u het laten repareren zodat u wordt gewaarschuwd bij een probleem.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 31 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Indien de lamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem. Breng het voertuig zo snel mogelijk naar de dealer om het systeem na te laten kijken. Wanneer het lampje gaat branden tijdens het rijden en het bericht CHECK BRAKE FLUID (remvloeistofpeil controleren) op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder wordt weergegeven, zet het voertuig dan rustig aan de kant van de weg. Het kan nodig zijn grotere druk uit te oefenen op het rempedaal en het pedaal kan zich verder omlaag bewegen. Het kan meer tijd in beslag nemen om het voertuig tot stilstand te brengen. Laat, wanneer de lamp blijft branden, de auto naar de dichtstbijzijnde GM-dealer slepen. Het remsysteem moet onmiddellijk worden gecontroleerd.
Het controlelampje van het remsysteem brandt ook wanneer de parkeerrem niet geheel is losgezet. Als de lamp blijft branden na het vrijzetten van de parkeerrem, duidt dit op een storing in het remsysteem.
ABS
WAARSCHUWING Wanneer u blijft rijden met het waarschuwingslampje voor het remsysteem aan, kan dit tot een ongeval leiden. Breng, zodra dit veilig kan, de auto voorzichtig tot stilstand als de lamp tijdens het rijden gaat branden. Laat, wanneer de lamp blijft branden, de auto naar de dichtstbijzijnde GM-dealer slepen. Het remsysteem moet onmiddellijk worden gecontroleerd.
–
Controlelamp ABS Deze lamp zal gaan branden en kan enkele seconden blijven branden wanneer de motor wordt gestart. Wanneer na het aanzetten van het contact de lamp niet gaat branden, dan kan een zekering zijn doorgeslagen of de gloeilamp defect zijn. Laat de storing zo snel mogelijk verhelpen zodat de waarschuwingslamp u kan attenderen op eventuele storingen.
31 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 32 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Indien de lamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem. Breng, zodra dit veilig kan, het voertuig tot stilstand en zet het contact af. Start de motor opnieuw om het waarschuwingssysteem weer in werking te stellen. Laat een onderhoudsbeurt uitvoeren wanneer de lamp blijft branden of tijdens het rijden gaat branden. Tot de reparatie voltooid is, kunnen de remmen nog wel worden gebruikt, maar zonder ABS-functie.
. . . 32
Indien de normale controlelamp van het remsysteem ook brandt, werkt het antiblokkeersysteem niet en is er sprake van een storing in het remsysteem. Parkeer de auto voorzichtig aan de kant van de weg. Laat het voertuig voor reparatie wegslepen. Wanneer er een probleem met het systeem is, kan er een bericht worden weergegeven op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder. Zie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" verderop in dit hoofdstuk.
Controlelamp voor voertuigstoring Deze lamp bewaakt de brandstof-, ontstekings- en emissieregelsystemen. Deze lamp gaat even branden zodra u de motor start om aan te tonen dat hij goed werkt. Wanneer na het aanzetten van het contact de lamp niet gaat branden, dan kan een zekering zijn doorgeslagen of de gloeilamp defect zijn. Laat de storing zo snel mogelijk verhelpen zodat de waarschuwingslamp u kan attenderen op eventuele storingen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 33 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Indien de lamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem. Problemen met het systeem kunnen worden vastgesteld voordat deze merkbaar worden. Laat het systeem zo spoedig mogelijk controleren. Wanneer na een tankstop de lamp blijft branden, kunt u de storing misschien verhelpen door te controleren of de tankdop correct is aangebracht.
OPMERKING Als u blijft doorrijden terwijl dit lampje brandt, zal na verloop van tijd mogelijk de emissieregeling minder goed functioneren, de motor kan meer brandstof gaan verbruiken en zal wellicht minder soepel functioneren. Uiteindelijk kunnen kostbare reparaties nodig zijn die niet door de garantie worden gedekt.
OPMERKING (vervolg) Modificaties aan de motor, de versnellingsbak, het uitlaat-, luchtinlaat- of brandstofsysteem van uw auto of de vervanging van de oorspronkelijke banden door banden die niet voldoen aan dezelfde bandenspecificaties, kunnen van invloed zijn op het emissiesysteem voor uitlaatgassen en zorgen er mogelijk voor dat dit lampje gaat branden. Modificaties aan deze systemen kunnen leiden tot dure reparaties die niet onder de garantie vallen. Teneinde te voldoen aan de voorschriften betreffende emissieregeling, moet de controlelamp voor voertuigstoring goed werken en gedoofd zijn.
Indien de accu van uw auto kortgeleden is vervangen, of als de accu ontladen is, kan het boorddiagnosesysteem vaststellen dat het emissiesysteem van de auto niet gereed is om te worden geïnspecteerd. Het kan nodig zijn een aantal dagen normaal te rijden om het diagnosesysteem voldoende gegevens te verstrekken voor de inspectie. Nadat enige dagen is gereden met de auto (met geheel geladen accu) voordat de inspectie plaatsvindt, maar de auto nog steeds niet gecontroleerd kan worden omdat het boorddiagnosesysteem niet gereed is, neem dan contact op met uw dealer of met een goedgekeurd servicecentrum om de auto klaar te maken voor de inspectie.
33 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 34 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Controlelamp tractieregelsysteem Deze lamp gaat even branden zodra u de motor start om aan te geven dat hij goed werkt. Wanneer hij niet gaat branden, kan een zekering of de gloeilamp defect zijn. Laat de storing zo snel mogelijk verhelpen zodat de waarschuwingslamp u kan attenderen op eventuele storingen.
. . . 34
Wanneer het lampje gaat branden en blijft branden, en het bericht SERVICE TRACTION SYSTEM (onderhoud tractiesysteem) op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder wordt weergegeven, is er een probleem met het tractieregelsysteem en moet uw voertuig naar de garage voor een onderhoudsbeurt. Deze lamp gaat ook branden wanneer u de schakelaar op de console indrukt om het systeem uit te schakelen.
Zie "Tractieregelsysteem" verderop in dit hoofdstuk voor meer gegevens. Dit lampje gaat ook branden wanneer de stand voor wedstrijdrijden is geselecteerd. Zie "Stand voor wedstrijdrijden" verderop in dit hoofdstuk.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 35 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
Controlelamp actief weggedragsysteem Deze lamp gaat even branden wanneer de motor wordt gestart. Wanneer hij niet gaat branden, laat de storing dan zo snel mogelijk verhelpen zodat de lamp u kan attenderen op eventuele storingen. Indien de lamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem.
Het bericht SERVICE ACTIVE HANDLING SYSTEM (onderhoud actief weggedragsysteem) wordt op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven en u hoort een geluidssignaal. Wanneer deze melding wordt getoond, wordt u bij de besturing van de auto niet bijgestaan door het actief weggedragsysteem. Pas uw rijstijl aan. Laat het systeem onmiddellijk controleren. Het lampje gaat ook branden wanneer u de knop op de console vijf seconden ingedrukt houdt om het systeem uit te schakelen. Tevens klinkt er een gongsignaal.
Het bericht TRACTION SYSTEM AND ACTIVE HANDLING - OFF (tractiesysteem en actief weggedragsysteem uit) wordt ook op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven en u hoort een geluidssignaal. Zie voor meer informatie onder "Actief weggedragsysteem" verderop in dit hoofdstuk. Dit lampje gaat ook branden wanneer de stand voor wedstrijdrijden is geselecteerd. Zie "Stand voor wedstrijdrijden" verderop in dit hoofdstuk.
35 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 36 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Indien de lamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem. Laat de auto onmiddellijk repareren.
WAARSCHUWING
Waarschuwingslamp voor niet dragen veiligheidsgordel Zie voor meer informatie onder "Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.
. . . 36
Controlelamp airbag Deze lamp gaat branden zodra u de motor start en kan enkele seconden blijven knipperen. Wanneer na het aanzetten van het contact de lamp niet gaat branden, dan kan een zekering zijn doorgeslagen of de gloeilamp defect zijn. Laat de storing zo snel mogelijk verhelpen zodat de waarschuwingslamp u kan attenderen op eventuele storingen.
Indien de airbaglamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem. De airbags kunnen niet in werking komen tijdens een aanrijding of kunnen in werking komen wanneer geen aanrijding heeft plaatsgevonden. Om u en anderen te beschermen tegen letsel is het nodig om het defect onmiddellijk te laten verhelpen. Raadpleeg hoofdstuk 2 voor meer informatie omtrent de werking van het controlelampje van de airbag.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 37 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
–
Aan/uit-indicator airbag aan passagierszijde Zie "Passagiersdetectiesysteem" in hoofdstuk 2.
Controlelamp alarmsysteem Als deze lamp blijft branden terwijl de motor draait, heeft uw voertuig een onderhoudsbeurt nodig. Zie "Anti-diefstalsysteem" in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
Mistlampcontrolelamp Deze lamp zal branden wanneer de mistlampen zijn ingeschakeld. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Mistlampen" in dit hoofdstuk.
37 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 38 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Controlelamp mistachterlicht Deze lamp zal branden wanneer de mistachterlichten zijn ingeschakeld. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Mistachterlichten" in dit hoofdstuk.
. . . 38
Waarschuwingssignaal ingeschakelde verlichting Deze lamp begint te branden wanneer de parkeerlichten zijn ingeschakeld.
Lampje voor lage bandenspanning Deze lamp gaat even branden zodra u de motor start om aan te geven dat hij goed werkt. Na de eerste gloeilamptest gaat dit lampje branden wanneer het controlesysteem voor de bandenspanning een lage druk in een van de banden waarneemt. In de display van het informatiecentrum kan een bericht verschijnen. Raadpleeg voor meer informatie "Informatiecentrum voor de bestuurder" verderop in dit hoofdstuk.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 39 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Wanneer er een probleem wordt waargenomen, knippert het controlelampje ongeveer één minuut en blijft het lampje de rest van de ontstekingscyclus branden. Het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning knippert 60 seconden en gaat daarna branden wanneer er een probleem is met het controlesysteem voor de bandenspanning. Het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning gaat knipperen en daarna branden aan het begin van elke ontstekingscyclus, totdat het probleem is verholpen. Zie voor meer informatie onder "Controlesysteem bandenspanning" in de paragraaf "Banden" in hoofdstuk 4.
INFORMATIECENTRUM VOOR DE BESTUURDER Het informatiecentrum voor de bestuurder geeft aan in welke staat de diverse systemen van uw voertuig verkeren. Het display bevindt zich aan de onderzijde van het instrumentenpaneel. Bij het aanzetten van het contact, geeft het informatiecentrum voor de bestuurder de huidige bestuurder weer en roept de laatste modus op die bij het afzetten van het contact werd getoond. Indien het systeem een storing waarneemt, verschijnt een melding op het display. Raadpleeg voor meer informatie "Informatiecentrum voor de bestuurder" verderop in dit hoofdstuk.
Wanneer de schakelflippers worden gebruikt terwijl het navigatiesysteem (waar van toepassing) stap voor stap aanwijzingen weergeeft op het head-up-display, dan wordt de gevraagde wijziging in het versnellingsbereik op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven.
39 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 40 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Toetsen van het informatiecentrum voor de bestuurder : druk op deze knop om informatie weer te geven over de brandstof, zoals het brandstofverbruik en de actieradius. : druk op deze knop om informatie weer te geven zoals de oliedruk, de olietemperatuur, de koelvloeistoftemperatuur, de temperatuur van de automatische-transmissievloeistof (waar van toepassing), de accuspanning en de bandenspanning voor en achter. TRIP: druk op deze knop om de totale kilometerstand en de stand van de dagteller, de verstreken tijd, de gemiddelde rijsnelheid en de levensduur van de olie weer te geven.
. . . 40
TRIP
OPTION
RESET
OPTION: druk op deze knop om voorkeuren voor verschillende systemen, zoals portiervergrendelingen, instapverstelling van de stoelen en de taal te selecteren.
RESET: druk op deze knop om de functies van het informatiecentrum voor de bestuurder te resetten, persoonlijke opties te selecteren en berichten uit te schakelen of te bevestigen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 41 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 BRANDSTOFINFORMATIETOETS Druk herhaaldelijk op de knop om het volgende weer te geven: • AVERAGE FUEL ECONOMY (gemiddeld brandstofverbruik): Dit display toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds u het systeem voor het laatst op nul hebt ingesteld. De waarde wordt aangegeven in metrische eenheden van L/100 KM (de hoeveelheid verbruikte brandstof in liters per 100 km) of in Engelse MPGeenheden (mijl per gallon). Druk in deze mode de toets RESET in om het systeem op nul terug te stellen.
• INSTANT FUEL ECONOMY (brandstofverbruik momenteel): er wordt weergegeven wat het huidige brandstofverbruik is. De waarde wordt aangegeven in metrische eenheden van L/100 KM (de hoeveelheid verbruikte brandstof in liters per 100 km) of in Engelse MPGeenheden (mijl per gallon). Dit item kan niet worden gereset.
• RANGE (actieradius): hier ziet u hoe ver de computer denkt dat u kunt rijden met de brandstof die nog in de brandstoftank zit. Wanneer het waarschuwingslampje voor laag brandstofverbruik gaat branden of u heeft nog genoeg voor 64 km, dan wordt RANGE LOW (actieradius laag) weergegeven, wat een laag brandstofpeil aangeeft. U moet meteen tanken. De waarde wordt weergegeven in metrische eenheden (KM) of in Engelse eenheden, MI (mijl). De actieradius wordt berekend aan de hand van het gemiddelde brandstofverbruik tijdens de laatste ritten. Indien de brandstofcomputer op nul is teruggesteld, zal de actieradius worden berekend aan de hand van de huidige rijomstandigheden.
41 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 42 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Wanneer het voertuig langere tijd stationair draait, kan het bereik dat op het informatiecentrum voor de bestuurder wordt weergegeven abnormaal laag zijn.
. . . 42
KNOP METERINFORMATIE Druk herhaaldelijk op de knop om het volgende weer te geven: • OIL PRESSURE (oliedruk) De waarde wordt weergegeven in metrische eenheden (kPa) of in Engelse eenheden (PSI). • OIL TEMPERATURE (olietemperatuur) De waarde wordt aangegeven in metrische eenheden (°C) of in Engelse eenheden (°F). Wanneer de olietemperatuur laag is, wordt op het display OIL TEMPERATURE LOW weergegeven. Wanneer de olietemperatuur hoog is, wordt op het display OIL TEMPERATURE HIGH weergegeven.
• COOLANT TEMPERATURE (koelvloeistoftemperatuur) De waarde wordt aangegeven in metrische eenheden (°C) of in Engelse eenheden (°F). Wanneer de koelvloeistoftemperatuur laag is, wordt op het display COOLANT TEMPERATURE LOW weergegeven. Wanneer de koelvloeistoftemperatuur hoog is, wordt op het display COOLANT TEMPERATURE HIGH weergegeven.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 43 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 • TRANS FLUID TEMP (temperatuur transmissievloeistof) (alleen automatische transmissie) De waarde wordt aangegeven in metrische eenheden (°C) of in Engelse eenheden (°F). Wanneer de temperatuur van de transmissievloeistof laag is, wordt op het display TRANS FLUID TEMP LOW weergegeven. Wanneer de temperatuur van de transmissievloeistof hoog is, wordt op het display TRANS FLUID TEMP HIGH weergegeven.
• BATTERY VOLTAGE (accuspanning): Dit display maakt het mogelijk de accuspanning te controleren om vast te stellen of het laden goed plaatsvindt. • FRONT TIRE PRESSURES L XX R XX PSI (bandenspanning linksvoor en rechtsvoor) De bandenspanning, linksvoor, (L) en rechtsvoor (R) wordt weergegeven in PSI (pounds per vierkante inch) of kPa (kilopascal). Zie voor meer informatie onder "Controlesysteem bandenspanning" in de paragraaf "Banden" in hoofdstuk 4.
• REAR TIRE PRESSURES L XX R XX PSI (bandenspanning linksachter en rechtsachter) De bandenspanning, linksachter, (L) en rechtsachter (R) wordt weergegeven in PSI (pounds per vierkante inch) of kPa (kilopascal). Zie voor meer informatie onder "Controlesysteem bandenspanning" in de paragraaf "Banden" in hoofdstuk 4.
43 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 44 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen DAGINFORMATIETOETS Druk herhaaldelijk op de knop TRIP om het volgende weer te geven: • ODOMETER (kilometerteller): De kilometerteller geeft aan hoeveel kilometer uw auto in totaal heeft gereden. De waarde wordt weergegeven in metrische eenheden (KM) of in Engelse eenheden, MI (mijl). Bij afgezet contact kan de kilometerstand worden afgelezen door het stadslicht in te schakelen.
. . . 44
• TRIP ODOMETER A (dagteller A): deze dagteller kan worden gebruikt om de afstand tot een bestemming te meten. De waarde wordt weergegeven in metrische eenheden (KM) of in Engelse eenheden, MI (mijl). Druk in deze stand op de knop RESET om de gegevens te resetten. Houd de knop RESET drie seconden ingedrukt om de afstand weer te geven die u heeft afgelegd na de laatste keer dat de motor gestart werd.
• TRIP ODOMETER B (dagteller B): deze dagteller kan worden gebruikt om de onderhoudsintervallen bij te houden. De waarde wordt weergegeven in metrische eenheden (KM) of in Engelse eenheden, MI (mijl). Druk in deze stand op de knop RESET om de gegevens te resetten. Houd de knop RESET drie seconden ingedrukt om de afstand weer te geven die u heeft afgelegd na de laatste keer dat de motor gestart werd. Let op: Dagtellers A en B kunnen gelijktijdig worden gebruikt.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 45 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 • ELAPSED TIMER 00:00:00 (timer voor verstreken tijd): de functie verstreken tijd fungeert als een stopwatch. Het display kan uren, minuten en seconden weergeven. Wanneer de stopwatch een verstreken tijd van 23 uur, 59 minuten en 59 seconden bereikt, wordt deze op nul gezet en telt daarna verder. Druk de toets RESET in om de stopwatch te starten en te stoppen. Houd in deze stand de knop RESET drie seconden ingedrukt om de gegevens te resetten. Wanneer u de timerweergave wilt resetten op de tijd sinds de laatste ontstekingscyclus, houd dan RESET minstens tien seconden ingedrukt.
• AVERAGE SPEED (gemiddelde snelheid): u ziet de gemiddelde snelheid sinds de laatste reset van het systeem. Druk in deze mode de toets RESET in om het systeem op nul terug te stellen. De waarde wordt aangegeven in metrische eenheden van KM/H (kilometers per uur) of in Engelse eenheden van MPH (mijl per uur).
• OIL LIFE REMAINING (resterende levensduur van de olie): hier ziet u het percentage van de resterende levensduur van de olie sinds de laatste reset van het systeem. Wanneer op het display bijvoorbeeld OIL LIFE REMAIN 95% staat, betekent dit dat op de manier waarop u met uw voertuig rijdt, de olie nog 95% van zijn levensduur ter beschikking heeft. Afhankelijk van uw rijomstandigheden kan het kilometerinterval waarna een olieverversing noodzakelijk is, aanzienlijk variëren. Hoe vaak u de olie moet verversen, hangt af van uw rijstijl, motortoerentallen en motortemperatuur.
45 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 46 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen De eigenaar is verantwoordelijk voor het regelmatig controleren van het oliepeil. Nadat het bericht CHANGE ENGINE OIL (motorolie verversen) wordt weergegeven, moet de olie binnen 1000 kilometer worden ververst. Zelfs als het systeem voor de levensduur van de olie niet aangeeft dat olie verversen noodzakelijk is, moeten motorolie en filter minimaal eenmaal per jaar worden vervangen. Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer informatie over olie verversen.
. . . 46
KNOP OPTIE Uw voertuig kan uitgerust zijn met de volgende voorzieningen die afzonderlijk kunnen worden aangepast. Druk op de knop OPTION om door de lijst met aanpasbare functies te bladeren die beschikbaar zijn in uw voertuig. • DISPLAY UNITS (display-eenheden) • AUTO MEMORY RECALL (automatische geheugenoproep) • AUTO EXIT RECALL (automatisch uitstapinstellingen terughalen) • APPROACH LIGHTS (naderingslampen) • TWILIGHT DELAY (schemeringsvertraging)
• FLASH AT UNLOCK (knipperen bij ontgrendelen) • FLASH AT LOCK (knipperen bij vergrendelen) • FOB REMINDER (fob herinnering) • PASSIVE DOOR LOCKING (passieve portiervergrendeling) • PASSIVE DOOR UNLOCK (passieve portierontgrendeling) • AUTO UNLOCK (automatische ontgrendeling) • LANGUAGE (taal) • PERSONALIZE NAME (naam aanpassen) Zie "Bijzondere eigenschappen" verderop in dit hoofdstuk voor het programmeren van de aangepaste instellingen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 47 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 KNOP RESET De knop RESET kan, samen met andere knoppen, de systeemfuncties resetten. Wis eventuele meldingen op het display van het bestuurderinfocentrum door de toets RESET in te drukken.
Bijzondere eigenschappen Uw voertuig kan optioneel zijn uitgerust met voorzieningen die voor twee bestuurders afzonderlijk geprogrammeerd, in het geheugen opgeslagen of aangepast kunnen worden. De cijfers boven op de afstandsbedieningen en op de geheugentoetsen komen overeen met de bestuurders 1 en 2.
De motor moet draaien en een automatische transmissie moet in P (parkeren) staat en bij een handgeschakelde transmissie moet de handrem zijn ingeschakeld om de programmeerstand te kunnen activeren. Zorg dat de koplampen zijn uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt.
47 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 48 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Om deze voorziening te programmeren, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de knop OPTION. De huidige bestuurder wordt weergegeven in het informatiecentrum voor de bestuurder. Na enkele seconden worden aanwijzingen voor de knoppen weergegeven. De knop RESET wordt gebruikt om een instelling voor een bepaalde functie te selecteren. De knop OPTION wordt gebruikt om naar de volgende functie te gaan. Wanneer er een afstandsbediening wordt gebruikt die niet aan geheugentoets 1 of 2 is gekoppeld, werken de aanpassingsmenu's niet en wordt OPTIONS UNAVAILABLE (opties niet beschikbaar) enkele seconden weergegeven.
. . . 48
2. Druk op de knop OPTION. De eerste aanpassingsfunctie wordt weergegeven. 3. Druk herhaaldelijk op de knop OPTION om door de lijst met aanpasbare functies te bladeren. Wanneer u de programmeerstand wilt verlaten, druk dan op de knop OPTION totdat deze door alle persoonlijke opties heeft gebladerd of wacht totdat het display verdwijnt. Na 45 seconden inactiviteit treedt een time-out op van het display.
Doe een van de volgende dingen om een instelling van een bestuurder terug te roepen: • Druk op de vergrendel- of ontgrendeltoets op de afstandsbediening van de bestuurder. • Druk de geheugentoets voor de betreffende bestuurder (1 of 2 ) in.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 49 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 • Open het bestuurdersportier terwijl u de juiste afstandsbediening bij u hebt. Als het goed is, detecteert het voertuig de afstandsbediening. Wanneer er meer dan één afstandsbediening wordt waargenomen bij het openen van het bestuurdersportier, dan worden de instellingen voor het laagste bestuurdersnummer opgeroepen. Wanneer er een afstandsbediening wordt gebruikt die niet is gekoppeld aan geheugentoets 1 of 2, dan wordt deze niet herkend door het aanpassingssysteem. Alle aanpasbare functies wordt op de standaardinstellingen ingesteld.
De aanpassingsmenu's werken niet en OPTIONS UNAVAILABLE (opties niet beschikbaar) wordt enkele seconden weergegeven. U kunt door de onderstaande functies bladeren en een aanpassen:
DISPLAY UNITS (display-eenheden) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • ENGLISH (Engelse eenheden) Met deze instelling kunt u de weergaven in AmerikaansEngelse eenheden bekijken. • METRIC (metrisch eenheden) Met deze instelling kunt u de weergaven in metrische eenheden bekijken.
49 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 50 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen AUTO MEMORY RECALL (automatische geheugenoproep) (alleen automatische transmissie) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • "YES" ("ja") Wanneer deze instelling is geactiveerd, wordt de geheugenvoorziening automatisch opgeroepen wanneer de motor wordt gestart. • "NO" ("nee") Gebruik deze instelling om deze functie uit te schakelen. Dit is de standaardinstelling.
. . . 50
AUTO EXIT RECALL (automatisch uitstapinstellingen terughalen) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • "YES" ("ja") Wanneer deze instelling is geactiveerd, worden de geheugenvoorziening instellingen uitstappositie automatisch opgeroepen wanneer een van de volgende dingen plaatsvindt. - de deur van de bestuurder wordt geopend terwijl het voertuig uit staat, terwijl accessoirevoeding actief is of terwijl het sleutelloze contact in de accessoiremodus is. - de ontgrendelingstoets wordt ingedrukt op de afstandsbediening terwijl het voertuig uit staat of terwijl de accessoirevoeding actief is.
• "NO" ("nee") Gebruik deze instelling om deze functie uit te schakelen. Dit is de standaardinstelling. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Geheugen" verderop in dit hoofdstuk.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 51 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 APPROACH LIGHTS (naderingslampen) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • OFF (uit) Gebruik deze instelling om deze functie uit te schakelen.
• ON (aan) Wanneer deze instelling is geactiveerd, gaan sommige buitenlampen ongeveer 20 seconden branden wanneer u op de ontgrendeltoets op de afstandsbediening drukt terwijl de portieren zijn gesloten en het voertuig uit of in de accessoirevoeding staat. De verlichting wordt na 20 seconden uitgeschakeld wanneer er een portier wordt geopend, de vergrendelingsknop op de afstandsbediening wordt ingedrukt of het voertuig niet langer is uitgeschakeld of op de accessoirevoeding staat. Dit is de standaardinstelling.
TWILIGHT DELAY (schemeringsvertraging) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • OFF (uit) Gebruik deze instelling om deze functie uit te schakelen. De uitstapverlichting gaat uit onmiddellijk nadat het contact wordt afgezet. • 15 S (15 seconden) • 30 S (30 seconden) Dit is de standaardinstelling. • 90 S (90 seconden) Deze instellingen bepalen hoe lang dat de parkeerlichten en de koplampen blijven ingeschakeld wanneer de automatische koplampen aan staan en het voertuig is uitgeschakeld of in de accessoirevoeding staat.
51 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 52 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen FLASH AT UNLOCK (knipperen bij ontgrendelen) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • "YES" ("ja") Als deze instelling is geactiveerd, knipperen de knipperlichten voor en achter twee keer wanneer de ontgrendelingsknop of de knop voor de achterklep/kofferbak op de afstandsbediening wordt ingedrukt terwijl het voertuig uit staat. Dit is de standaardinstelling. • "NO" ("nee") Gebruik deze instelling om deze functie uit te schakelen.
. . . 52
FLASH AT LOCK (knipperen bij vergrendelen) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • "YES" ("ja") Als deze instelling is geactiveerd, knipperen de knipperlichten voor en achter eenmaal als op de toets vergrendelen op de afstandsbediening wordt gedrukt terwijl het voertuig uit staat. Als u de toets binnen vijf seconden tweemaal indrukt dan zal de claxon in werking komen om u te laten weten dat de portieren zijn vergrendeld. Dit is de standaardinstelling.
• "NO" ("nee") Gebruik deze instelling om deze functie uit te schakelen. Als u de toets binnen vijf seconden tweemaal indrukt dan zal de claxon in werking komen om u te laten weten dat de portieren zijn vergrendeld.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 53 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 FOB REMINDER (fob herinnering) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • "YES" ("ja") Wanneer deze instelling is geactiveerd, klinkt de claxon drie keer als u het bestuurdersportier sluit terwijl het voertuig is uitgeschakeld en de afstandsbediening nog in het voertuig ligt. • "NO" ("nee") Gebruik deze instelling om deze functie uit te schakelen. Dit is de standaardinstelling.
PASSIVE DOOR LOCKING (passieve portiervergrendeling) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • OFF (uit) Als deze instelling is geactiveerd, staat de passieve vergrendelingsfunctie uit. De deuren worden niet vergrendeld door de passieve vergrendelingsfunctie. Dit is de standaardinstelling. • SILENT (stil) Wanneer deze instelling is geactiveerd, worden de portieren automatisch vergrendeld wanneer beide portieren even zijn gesloten en minstens één afstandsbediening niet meer in het voertuig ligt.
• HORN (claxon) Wanneer deze instelling is geactiveerd, worden de portieren automatisch vergrendeld wanneer beide portieren even zijn gesloten en minstens één afstandsbediening niet meer in het voertuig ligt. De claxon klinkt om vergrendeling te bevestigen. Wanneer deze instelling is geactiveerd, maar u niet wilt dat de claxon klinkt wanneer de portieren worden vergrendeld, druk dan meteen nadat u de afstandsbediening uit het voertuig heeft genomen en de portieren heeft gesloten op de vergrendelingstoets op de afstandsbediening. De portieren worden vergrendeld en de passieve vergrendeling wordt voor deze ontstekingscyclus geannuleerd.
53 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 54 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen De automatische vergrendeling kan tijdelijk worden uitgeschakeld door op de ontgrendelingsknop op het portier te drukken terwijl het portier open staat. De vergrendeling blijft uitgeschakeld totdat u op de vergrendelingsknop op het portier drukt of het voertuig start.
. . . 54
PASSIVE DOOR UNLOCK (passieve portierontgrendeling) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • DRIVER (bestuurder) Wanneer deze instelling is geactiveerd, wordt het bestuurdersportier automatisch ontgrendeld wanneer u het voertuig nadert met de afstandsbediening van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem bij u en wordt het bestuurdersportier geopend. Dit is de standaardinstelling. • BOTH (beide) Wanneer deze instelling is geactiveerd, worden beide portieren automatisch ontgrendeld wanneer u het voertuig nadert met de afstandsbediening bij u en het bestuurdersportier opent. Zie voor meer informatie "Elektrische portiersloten" verderop in dit hoofdstuk.
AUTO UNLOCK (automatische ontgrendeling) Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. • OFF (uit) Wanneer deze instelling geactiveerd is, worden de portieren niet automatisch ontgrendeld. • DRIVER (bestuurder) Bij voertuigen met een automatische transmissie wordt het bestuurdersportier automatisch ontgrendeld wanneer de keuzehendel in de stand P (parkeren) wordt bewogen. Bij een voertuig met handgeschakelde transmissie wordt het bestuurdersportier automatisch ontgrendeld wanneer u het contact uitschakelt of wanneer het voertuig in de stand voor accessoirevoeding staat.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 55 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 • BOTH (beide) Bij een voertuig met automatische transmissie worden beide portieren automatisch ontgrendeld wanneer u de transmissie in P (parkeren) zet. Bij een voertuig met handgeschakelde transmissie worden beide portieren automatisch ontgrendeld wanneer u het contact uitschakelt of wanneer het voertuig in de stand voor accessoirevoeding staat. Dit is de standaardinstelling.
Taal (LANGUAGE) Gebruik deze stand om de displaytaal te selecteren die op het informatiecentrum voor de bestuurder, het head-up-display (indien aanwezig) en het geluidssysteem moet worden gebruikt. Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u de huidige instelling wilt veranderen. Dit zijn de beschikbare talen: • ENGLISH (Engelse taal) • FRANÇAIS (Franse taal) • DEUTSCH (Duitse taal) • ITALIANO (Italiaanse taal) • ESPAÑOL (Spaanse taal)
Als u per ongeluk een taal selecteert die u niet verstaat, kunt u de taal op de volgende manier veranderen: • Houd de knoppen OPTION en RESET tegelijkertijd ingedrukt. Na vijf seconden bladert het display door de talen. Laat de knoppen los wanneer de gewenste taal wordt weergegeven.
55 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 56 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen PERSONALIZE NAME (naam aanpassen) Met deze functie kunt u een naam invoeren die op het informatiecentrum voor de bestuurder wordt weergegeven wanneer de bijbehorende afstandsbediening wordt gebruikt of wanneer één van de geheugentoetsen (1 of 2) wordt ingedrukt. Druk in deze stand op de knop RESET wanneer u het aangepaste display wilt wijzigen. • "YES" ("ja") Wanneer u YES selecteert, kunt u een naam invoeren.
. . . 56
Verricht de volgende handelingen om een naam in te voeren: - Druk op de knop OPTION en er wordt een cursor weergegeven waar een letter kan worden ingevoerd. Druk dan herhaaldelijk op de knop OPTION of houd deze knop ingedrukt om door de letterkeuzes te bladeren. - Druk op de knop RESET om een letter te selecteren en ga dan verder naar de volgende ruimte naar rechts. - Wanneer u het verkeerde teken selecteert, kunt u op de knop RESET drukken om de letter die u wilt wijzigen te markeren. Druk op de knop OPTION om door de letters te bladeren. Druk daarna op de knop RESET om een letter te selecteren en ga dan verder naar de volgende ruimte naar rechts.
- Ga door met het invoeren van letters en/of cijfers tot de invoer voltooid is. De naam kan uit maximaal 20 tekens bestaan. - Druk wanneer u klaar bent op de knop RESET totdat het display leeg is en het menu wordt afgesloten. • "NO" ("nee") Gebruik deze instelling om deze functie uit te schakelen. Wanneer een aangepaste naam niet wordt geprogrammeerd, geeft het display van het informatiecentrum voor de bestuurder DRIVER 1 of DRIVER 2 weer, afhankelijk van de gebruikte afstandsbediening of de ingedrukte knop. Dit is de standaardinstelling.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 57 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 PERSONALIZE NAME (naam aanpassen) is de laatste optie in het menu PERSONAL OPTIONS (persoonlijke opties). Wanneer u opnieuw op de knop OPTION drukt, verlaat u het menu PERSONAL OPTIONS.
Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder Deze meldingen verschijnen wanneer zich een storing in een van de systemen in het voertuig voordoet. Als er meer dan een probleem is gedetecteerd, verschijnen de berichten achter elkaar. Wis eventuele meldingen op het display van het bestuurderinfocentrum door de toets RESET in te drukken. Sommige berichten kunnen niet worden gewist tot de storing is verholpen. Wanneer u het bericht wist, verdwijnt alleen het bericht. Hierdoor wordt niet het probleem verholpen. Neem het bericht serieus.
Berichten op het informatiecentrum voor de bestuurder kunnen worden weergegeven in het Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans. Zie voor meer informatie "Taal" in "Bijzondere eigenschappen" eerder in dit hoofdstuk. ABS ACTIVE (antiblokkeersysteem geactiveerd): verschijnt wanneer het anti blokkeersysteem de remdruk regelt om te voorkomen dat een wiel blokkeert. Het wegdek kan glad zijn; pas dus uw rijstijl aan. Het bericht blijft nog enkele seconden nadat het systeem de remdruk niet meer regelt op het display staan.
57 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 58 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen ACCESSORY MODE ON (accessoiremodus aan) Zie "Sleutelloos contact" in hoofdstuk 3 voor meer informatie. ACTIVE HANDLING (actief weggedrag): Deze melding wordt getoond wanneer het actief weggedragsysteem in werking is om u te helpen bij de besturing van de auto. Mogelijk hoort of voelt u het systeem functioneren.
. . . 58
ACTIVE HANDLING READY (actief weggedragsysteem klaar): dit bericht wordt weergegeven om de bestuurder te laten weten dat het actief weggedragsysteem beschikbaar is. ATTACH TRUNK PARTITION (bagageruimteafscheiding bevestigen): wanneer uw voertuig is voorzien van een elektrisch bedienbaar cabrioletdak, dan verschijnt dit bericht en hoort u een geluidssignaal wanneer de bagageafscheiding niet op zijn plaats zit. Open de kofferbak en controleer of de bagageafscheiding goed vastzit en of er geen objecten op liggen. Zie onder "Laadruimte" verderop in dit hoofdstuk.
BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing actief): Dit bericht verschijnt indien blijkt dat de accuspanning terugloopt tot een onaanvaardbare waarde. Als de accuspanning daalt, zal het accubesparingssysteem de voeding verlagen naar een aantal voorzieningen wat wellicht niet merkbaar is. Indien het nodig is een speciale voorziening uit te schakelen, dan zal dit bericht op het display verschijnen om u te laten weten dat het beschermsysteem tracht om de acculading te handhaven. Schakel onnodige stroomverbruikers uit.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 59 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 BATTERY VOLTAGE HIGH (accuspanning hoog): zie "Voltmeter" onder "Instrumentenpaneel" eerder in dit hoofdstuk. BATTERY VOLTAGE LOW (accuspanning laag): zie "Voltmeter" onder "Instrumentenpaneel" eerder in dit hoofdstuk.
BUCKLE PASSENGER (gordelsluiting passagier): als het contact is ingeschakeld, wordt dit bericht weergegeven als de veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgeklikt, de veiligheidsgordel van de passagier niet is vastgeklikt, terwijl de airbag aan passagierszijde is geactiveerd en het voertuig rijdt. U hoort ook een geluidssignaal om de passagier eraan te herinneren de veiligheidsgordel te bevestigen. De herinnering wordt herhaald als het contact is ingeschakeld, het voertuig rijdt, de veiligheidsgordel van de bestuurder is bevestigd, de veiligheidsgordel van de passagier nog steeds niet is bevestigd en de airbag aan de passagierszijde is geactiveerd. Als de veiligheidsgordel aan de passagierszijde is vergrendeld, hoort u geen geluid en ziet u geen bericht.
BUCKLE SEATBELT (gordelsluiting): als het contact is ingeschakeld, wordt dit bericht weergegeven als de veiligheidsgordel van de bestuurder niet bevestigd is en het voertuig rijdt. U hoort ook een geluidssignaal om u eraan te herinneren dat u uw veiligheidsgordel moet bevestigen. Deze herinnering wordt herhaald als het contact is ingeschakeld, het voertuig rijdt en de bestuurder zijn gordel nog steeds niet heeft bevestigd. Als de veiligheidsgordel van de bestuurder is bevestigd, hoort u geen geluid en wordt er geen bericht weergegeven. Dit bericht verschijnt samen met het waarschuwingslampje voor het niet dragen van de veiligheidsgordel in het instrumentenpaneel. Zie "Waarschuwingslampje voor de veiligheidsgordel" in hoofdstuk 2 voor meer informatie.
59 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 60 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen CHANGE BRAKE PADS (remblokken vervangen): uw voertuig is voorzien van elektronische slijtagesensoren voor de remblokken. Dit bericht wordt weergegeven als de elektronische sensoren waarnemen dat de remblokken zijn versleten. Ga naar uw dealer voor onderhoud. Opmerking: deze functie is alleen beschikbaar op ZR1-modellen. CHANGE ENGINE OIL (motorolie te verversen): dit bericht verschijnt wanneer de levensduur van de motorolie is verlopen en de olie moet worden ververst. CHECK BRAKE FLUID (remvloeistof controleren): wordt weergegeven samen met geluidssignaal bij ingeschakeld contact wanneer het vloeistofpeil in het reservoir laag is. Laat onmiddellijk een onderhoudsbeurt uitvoeren. Wanneer het remvloeistofniveau laag is, gaat het waarschuwingslampje voor het remsysteem ook branden.
. . . 60
CHECK COOLANT LEVEL (koelvloeistofpeil controleren): Dit bericht verschijnt wanneer het peil van de koelvloeistof laag is. Laat onmiddellijk een onderhoudsbeurt uitvoeren. CHECK GAS CAP (benzinedop controleren): Dit bericht verschijnt wanneer de benzinedop niet goed is aangebracht. Controleer of de benzinedop goed is vastgezet. Het bericht moet verdwijnen nadat het voertuig een nacht geparkeerd heeft gestaan. Wanneer dit bericht verschijnt terwijl het storingslampje gaat branden, dan moet uw voertuig naar de garage voor onderhoud. Zie "Controlelampje voor voertuigstoring" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
CHECK OIL LEVEL (oliepeil controleren): het motoroliepeil is laag. Bij het verschijnen van dit bericht hoort u tweemaal een gongsignaal. Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk 4 voor aanvullende informatie. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de vijftien seconden opnieuw tot de storing is verholpen. CHECK WASHER FLUID (ruitensproeiervloeistof controleren): zie "Ruitenwissers/Ruitenwisserschakelaar" later in dit hoofdstuk en "Ruitensproeiervloeistof" in hoofdstuk 4 voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 61 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 CLOSE TRUNK TO MOVE TOP (sluit achterklep om dak te openen/ sluiten): dit bericht wordt weergegeven samen met een geluidssignaal wanneer de achterklep is geopend terwijl u de cabrioletkap probeert te openen/sluiten. Sluit de bagageruimte. Zie "Elektrisch bedienbaar dak" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. COMPETITIVE DRIVING MODE (stand wedstrijdrijden): dit bericht wordt weergegeven wanneer de stand voor wedstrijdrijden wordt geselecteerd. U hoort ook een geluidssignaal. Het tractieregelsysteem werkt niet, dus pas uw rijstijl daarop aan. Zie voor meer informatie "Actief weggedragsysteem" verderop in dit hoofdstuk.
COOLANT OVER TEMPERATURE (koelvloeistoftemperatuur hoger dan): dit bericht wordt weergegeven samen met een geluidssignaal wanneer de koelvloeistoftemperatuur hoger dan 124°C is. Zet het voertuig aan de kant en schakel de motor uit. Zie "Oververhitting van de motor" in hoofdstuk 5. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de minuut opnieuw en klinkt het gongsignaal tot de storing is verholpen. Gebruik de knop voor meterinformatie om de temperatuur in de gaten te houden. CRUISE DISENGAGED (cruise control uitgeschakeld): dit bericht wordt weergegeven wanneer de remmen worden geactiveerd, het koppelings-pedaal wordt ingedrukt of de schakelaar voor de cruise control wordt ingedrukt om het cruise-controlsysteem uit te schakelen. Zie onder "Cruise control" verderop in dit hoofdstuk voor aanvullende informatie.
CRUISE SET TO XX KM/H (cruise control ingesteld op XX km/u): Zie "Cruise Control" verderop in dit hoofdstuk. DRIVER DOOR AJAR (linker voorportier niet goed gesloten): Het bericht wordt getoond als het linker voorportier geopend of niet goed gesloten is. ENGINE DRAG CONTROL ACTIVE (motorslipregeling actief): wanneer u in een lage versnelling bij regen, sneeuw of ijs rijdt, kunnen de achterwielen gaan slippen wanneer u het gaspedaal laat opkomen of wanneer u terugschakelt. De motorslipregeling wordt geactiveerd en dit bericht wordt weergegeven. Dit bericht verdwijnt enkele seconden nadat de motorslipregeling wordt uitgeschakeld.
61 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 62 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen ENGINE OVERHEATED -- STOP ENGINE (motor oververhit -- stop motor): Deze melding verschijnt op het display wanneer de motor oververhit is. Tevens klinkt er een gongsignaal. Breng de auto tot stilstand en zet de motor onmiddellijk af om ernstige motorschade te voorkomen. Zie "Oververhitting van de motor" in hoofdstuk 5. ENGINE PROTECTION REDUCE ENGINE RPM (motorbescherming: verlaag toerental): dit bericht wordt samen met meerdere geluidssignalen weergegeven wanneer de olietemperatuur hoger dan 160° C wordt. Controleer de temperatuur van de motorkoelvloeistof en het motoroliepeil. Indien de motor te heet is, raadpleeg dan de rubriek "Oververhitting van de motor" in hoofdstuk 5 en laat het voertuig door een dealer inspecteren. Dit bericht verdwijnt wanneer de motor afgekoeld is. Gebruik de knop voor meterinformatie om de temperatuur in de gaten te houden.
. . . 62
FOB AUTOLEARN WAIT XX MINUTES (automatisch instellen fob, wacht XX minuten): zie "Bijbehorende afstandsbedieningen" onder "Sleutelloos start- en vergrendelingssysteem" in hoofdstuk 3 voor informatie. FOB BATTERY LOW (batterij fob bijna leeg): zie "Batterij vervangen" onder "Sleutelloos start- en vergrendelingssysteem" in hoofdstuk 3 voor meer informatie. HATCH AJAR (achterklep open) (alleen coupé): dit bericht wordt weergegeven als de achterklep geopend of niet goed gesloten is. HEADLAMPS SUGGESTED: dit bericht wordt op het display weergegeven wanneer het buiten donker is en de knoppen voor de koplampen en automatische verlichting zijn uitgeschakeld om u eraan te herinneren dat u de buitenverlichting moet inschakelen.
HIGH TIRE PRESSURE - (LEFT FRONT, LEFT REAR, RIGHT FRONT, RIGHT REAR) (hoge bandenspanning - linksvoor, linksachter, rechtsvoor, rechtsachter) (waar van toepassing): dit bericht wordt weergegeven wanneer de bandenspanning in één of meer banden te hoog is. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de vijftien seconden opnieuw tot de storing is verholpen. Stop zodra dit veilig kan en laat de bandenspanning controleren en zo nodig corrigeren.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 63 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 HOT ENGINE AIR CONDITIONING OFF (hete motor, airconditioning uit): dit bericht wordt weergegeven wanneer de koelvloeistoftemperatuur boven de normale bedrijfstemperatuur ligt. De airconditioning wordt automatisch uitgeschakeld totdat de koelvloeistoftemperatuur terug naar normaal gaat. De airconditioning wordt dan opnieuw ingeschakeld. U mag nu verder rijden met het voertuig. Wanneer dit bericht terug blijft komen, laat dan het systeem zo spoedig mogelijk repareren om schade aan de compressor te voorkomen.
ICE POSSIBLE (ijzelgevaar): Deze melding verschijnt wanneer de buitentemperatuur voldoende laag is om het wegoppervlak te laten bevriezen. INTRUSION SENSOR OFF (intrusiesensor uit) Zie "Anti-diefstalsysteem" in hoofdstuk 3 voor meer informatie. INTRUSION SENSOR ON (intrusiesensor aan) Zie "Anti-diefstalsysteem" in hoofdstuk 3 voor meer informatie. KNOWN FOB (bekende fob): zie "Bijbehorende afstandsbedieningen" onder "Sleutelloos start- en vergrendelingssysteem" in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
LOW FUEL (laag brandstofpeil): dit is een waarschuwing dat het brandstofpeil in de brandstoftank laag is. U hoort een meervoudig geluidssignaal. Tank zo snel mogelijk. LOW OIL PRESSURE (lage oliedruk): wanneer dit bericht wordt weergegeven terwijl de motor draait, stop dan en schakel de motor onmiddellijk uit. Gebruik het voertuig niet totdat het probleem is verholpen. U hoort ook een meervoudig geluidssignaal. Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk 4 voor aanvullende informatie.
63 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 64 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen LOW TIRE PRESSURE - (LEFT FRONT, LEFT REAR, RIGHT FRONT, RIGHT REAR) (lage bandenspanning - linksvoor, linksachter, rechtsvoor, rechtsachter) (waar van toepassing): dit bericht wordt weergegeven wanneer de bandenspanning in één of meer banden te laag is. U hoort meerdere geluidssignalen en het lampje voor een lage bandenspanning op het instrumentenpaneel gaat branden wanneer dit bericht wordt weergegeven. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de vijftien seconden opnieuw tot de storing is verholpen. Stop zodra dit veilig kan en laat de bandenspanning controleren en zo nodig corrigeren.
. . . 64
WAARSCHUWING Wanneer dit bericht op het display staat, is uw voertuig minder goed wendbaar. Indien u te snel rijdt, kunt u de macht over het stuur verliezen. U kunt zo uzelf of anderen letsel toebrengen. Rijd niet sneller dan 90 km/ u wanneer dit bericht op het display staat. Rijd voorzichtig en controleer de bandenspanning zo spoedig mogelijk. Zie voor meer informatie onder "Actief weggedragsysteem" verderop in dit hoofdstuk.
MAXIMUM NUMBER OF FOBS LEARNED (maximaal aantal fobs geleerd): zie "Bijbehorende afstandsbedieningen" onder "sleutelloos start- en vergrendelingssysteem" in hoofdstuk 3 voor meer informatie. MAXIMUM SPEED 129 KM/H (maximumsnelheid 129 km/h): dit bericht verschijnt op het display indien zich een storing in het schokdempsysteem voordoet waardoor in de stand "soepel" schokken worden doorgegeven. De koersstabiliteit kan hierdoor worden beïnvloed. De voertuigsnelheid is begrensd tot een snelheid die door het voertuig is bepaald. Laat onderhoud verrichten. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de vijftien seconden opnieuw tot de storing is verholpen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 65 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 NO FOBS DETECTED (geen fobs waargenomen): dit bericht wordt weergegeven wanneer het voertuig geen afstandsbedieningen heeft waargenomen toen u het voertuig probeerde te starten of nadat er een portier werd gesloten. Dit bericht kan verschijnen omdat iets voor storing zorgt. Apparatuur die op het contact voor accessoires op de middenconsole is aangesloten kan voor storing zorgen. Het kan om de volgende apparatuur gaan: • mobiele telefoon • oplader voor de mobiele telefoon • radio met zend- en ontvangstinstallatie • HF-inverter
Probeer de zender bij het apparaat vandaan te plaatsen wanneer u het voertuig start. PDA's en afstandsbedieningen voor garage/poorten kunnen elektromagnetische storing genereren. Houd de afstandsbediening niet in dezelfde zak of tas als deze apparaten.
Er kan ook storing optreden in gebieden met een elektromagnetisch veld, zoals in de buurt van een vliegveld, automatische tolpoortjes of sommige benzinestations. Probeer de afstandsbediening op verschillende locaties binnen het voertuig te leggen. Als dit niet helpt, plaats de afstandsbediening dan in het afstandsbedieningsvakje in het handschoenenkastje met de toetsen naar rechts gekeerd en start dan het voertuig. De acculading moet meer dan 10 volt zijn om de zender waar te nemen.
65 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 66 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen NO FOB - OFF OR RUN? (geen fob, uit of draaien?): dit bericht wordt weergegeven wanneer u de motor uitschakelt en het voertuig geen afstandsbediening in het voertuig waarneemt. Het voertuig blijft in accessoiremodus totdat de motor is uitgeschakeld of gestart, of totdat er vijf minuten zijn verstreken. Wanneer u op de toets voor sleutelloos contact uit drukt, kan het voertuig pas weer worden gestart als de afstandsbediening in het voertuig ligt.
. . . 66
OPTIONS UNAVAILABLE (opties niet beschikbaar): dit bericht wordt enkele seconden weergegeven wanneer er een afstandsbediening wordt gebruikt die niet is gekoppeld aan geheugentoets 1 of 2 en u functies van het voertuig probeert aan te passen door op de toets OPTION te drukken. De afstandsbediening wordt niet door het aanpassingssysteem herkend. Alle aanpasbare functies worden ingesteld op de standaardwaarden. Zie "Bijzondere eigenschappen" eerder in dit hoofdstuk. OFF-ACCESSORY TO LEARN (uitaccessoire leren): zie "Bijbehorende afstandsbedieningen" onder "Sleutelloos start- en vergrendelingssysteem" in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
PASSENGER DOOR AJAR (rechter voorportier niet goed gesloten): Het bericht wordt getoond als het rechter voorportier geopend of niet goed gesloten is. PRESS BRAKE TO START ENGINE (druk rem in om te starten): dit bericht wordt weergegeven bij voertuigen met automatische transmissie om u eraan te herinneren dat het rempedaal moet worden ingedrukt om het voertuig te starten. Zorg dat het rempedaal volledig is ingedrukt. READY FOR FOB #X (klaar voor fob #X): zie "Bijbehorende afstandsbedieningen" onder "Sleutelloos starten vergrendelingssysteem" in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 67 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 REDUCED ENGINE POWER (gereduceerd motorvermogen): Dit bericht verschijnt op het display wanneer het motorvermogen is gereduceerd omdat zich een storing voordoet in één of meerdere systemen. Rijd met aangepaste snelheid. Wanneer de controlelamp voor ontsteking en brandstofsysteem ook gaat branden en blijft branden, dan kan het motorvermogen aanzienlijk gereduceerd zijn. Laat het voertuig zo spoedig mogelijk repareren. Indien andere meldingen verschijnen, raadpleeg de betreffende rubrieken in dit hoofdstuk. U hoort meerdere geluidssignalen wanneer dit bericht wordt weergegeven. Nadat het bericht is bevestigd, wordt het elke vijf minuten opnieuw weergegeven tot de storing is verholpen.
SERVICE ACTIVE HANDLING SYSTEM (onderhoud actief weggedragsysteem): dit bericht wordt samen met een geluidssignaal weergegeven bij een probleem met het actief weggedragsysteem. Het waarschuwingslampje gaat ook branden. Pas uw rijstijl aan en breng uw voertuig naar de garage voor een onderhoudsbeurt.
SERVICE AIR CONDITIONING (onderhoud airconditioning): dit bericht wordt weergegeven wanneer de elektronische sensoren die de airconditionings- en verwarmingssystemen regelen niet meer werken. Wanneer u merkt dat de efficiëntie van de verwarming en de airconditioning daalt, breng het voertuig dan naar de garage voor onderhoud aan het klimaatregelingssysteem.
67 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 68 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen SERVICE ANTILOCK BRAKES (onderhoud ABS-systeem): dit bericht wordt weergegeven bij een probleem met het ABS-systeem. Breng, zodra dit veilig kan, het voertuig tot stilstand en zet het contact af. Start de motor opnieuw om het waarschuwingssysteem weer in werking te stellen. Indien het bericht op het display blijft of tijdens het rijden opnieuw verschijnt, moet het voertuig door een dealer worden gerepareerd. Tot de reparatie voltooid is, kunnen de remmen nog wel worden gebruikt, maar zonder ABS-functie.
. . . 68
Indien de normale controlelamp van het remsysteem ook brandt, werkt het antiblokkeersysteem niet en is er sprake van een storing in het remsysteem. Parkeer de auto voorzichtig aan de kant van de weg. Laat het voertuig voor reparatie wegslepen. Raadpleeg de rubriek "Controlelamp remsysteem" eerder in dit hoofdstuk. Wanneer dit bericht wordt weergegeven, worden het tractieregelsysteem en het actief weggedragsysteem ook uitgeschakeld. Zie de berichten SERVICE ACTIVE HANDLING SYSTEM en SERVICE TRACTION SYSTEM in dit hoofdstuk. Pas uw rijstijl aan.
SERVICE CHARGING SYSTEM: dit bericht wordt weergegeven bij een probleem met het laadsysteem. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud. U hoort meerdere geluidssignalen wanneer dit bericht wordt weergegeven. Wanneer u blijft rijden terwijl dit bericht wordt weergegeven, kan de accu leeg lopen. Wanneer u een kort stuk moet rijden terwijl dit bericht wordt weergegeven, zet dan de accessoires uit. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de tien minuten opnieuw en klinkt het gongsignaal éénmaal tot de storing is verholpen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 69 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 SERVICE COLUMN LOCK (onderhoud stuurkolomvergrendeling) Wordt weergegeven wanneer er problemen bestaan met het systeem dat voor het vergrendelen en ontgrendelen van de stuurkolom zorgt. Laat het voertuig voor reparatie wegslepen.
SERVICE ELECTRICAL SYSTEM (onderhoud elektrisch systeem): dit bericht wordt weergegeven bij een probleem met de regeleenheid van de aandrijflijn. Ga naar uw dealer voor een onderhoudsbeurt. SERVICE FUEL SYSTEM (onderhoud brandstofsysteem): Dit bericht verschijnt indien er een probleem is met het brandstofsysteem. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud. Dit bericht verschijnt ook als de instrumentengroep geen brandstofinformatie ontvangt van de voedingsregelmodule.
SERVICE RIDE CONTROL (onderhoud elektronisch schokdempsysteem): Dit bericht verschijnt indien het veersysteem niet goed werkt. Laat de storing verhelpen. SERVICE TIRE MONITOR SYSTEM (onderhoud bandencontrolesysteem): dit wordt weergegeven wanneer het controlesysteem voor de bandenspanning niet goed werkt. Het lampje voor lage bandenspanning op het instrumentenpaneel begint te knipperen. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud.
69 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 70 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen SERVICE TRACTION SYSTEM (onderhoud tractieregelsysteem): dit bericht verschijnt wanneer het tractieregelsysteem niet correct werkt. Het systeem voorkomt nu niet dat één van de wielen doorspint. Pas uw rijstijl aan en laat uw voertuig door een dealer inspecteren. U hoort een geluidssignaal en er gaat een waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden. SERVICE TRANSMISSION (onderhoud transmissie): Dit bericht verschijnt indien er een probleem is met de transmissie. Laat onderhoud verrichten.
. . . 70
SERVICE VEHICLE SOON (onderhoud spoedig vereist): dit bericht verschijnt op het display indien zich een storing in één van de elektrische systemen voordoet. Laat een onderhoudsbeurt verrichten zodra dat gelegen komt. Tevens klinkt er een gongsignaal. SET PARK BRAKE FOR SEAT RECALL (handrem inschakelen voor oproepen stoelinstellingen): dit bericht wordt weergegeven op voertuigen met handgeschakelde transmissie wanneer u de geheugenstanden probeert op te roepen terwijl het contact is ingeschakeld en de handrem niet is ingeschakeld. Zie "Geheugen" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
SET PARK BRAKE TO MOVE TOP (handrem instellen voor openen/ sluiten dak): dit bericht wordt samen met een geluidssignaal weergegeven bij voertuigen met een handgeschakelde transmissie wanneer de handrem niet is ingeschakeld terwijl u het cabrioletdak probeert te openen/sluiten. SHIFT TO PARK (schakelen naar parkeerstand): dit bericht wordt weergegeven bij voertuigen met een automatische transmissie wanneer het voertuig niet in P (parkeren) staat wanneer de motor wordt uitgeschakeld. Het sleutelloze contactsysteem is in de accessoiremodus. Als het voertuig in de stand P (Parkeren) wordt gezet, wordt het voertuig uitgezet.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 71 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 SHIFT TO PARK OR SET PARK BRAKE FOR TOP (schakelen naar parkeerstand of handrem inschakelen voor dak): dit bericht wordt samen met een geluidssignaal weergegeven bij voertuigen met een automatische transmissie wanneer het voertuig niet in P (parkeren) is gezet of wanneer de handrem niet is ingeschakeld terwijl u het cabrioletdak wilt openen of sluiten. SHOCKS INOPERATIVE (schokdempers werken niet): dit bericht verschijnt op het display indien zich een storing in het schokdempsysteem voordoet waardoor in de stand "soepel" schokken worden doorgegeven. De koersstabiliteit kan hierdoor worden beïnvloed. Laat onderhoud verrichten. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de vijftien seconden opnieuw tot de storing is verholpen.
TIRE FLAT - (LEFT FRONT, LEFT REAR, RIGHT FRONT, RIGHT REAR) (lekke band - linksvoor, linksachter, rechtsvoor, rechtsachter) (waar van toepassing): dit bericht wordt weergegeven wanneer de bandenspanning in één of meer banden te laag is. U hoort meerdere geluidssignalen wanneer dit bericht wordt weergegeven. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de vijftien seconden opnieuw tot de storing is verholpen.
Nadat dit bericht wordt weergegeven, kan MAXIMUM SPEED 90 KM/H (maximale snelheid 90 km/u) worden weergegeven. Als dat het geval is, mag u niet harder dan deze snelheid rijden. Het lampje voor lage bandenspanning kan ook op het instrumentenpaneel worden weergegeven. Zie voor meer informatie "Lampje voor lage bandenspanning" onder "Waarschuwingslampjes" eerder in dit hoofdstuk.
71 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 72 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Ook kan REDUCED HANDLING (gereduceerd weggedrag) op het display verschijnen. Pas uw rijstijl aan. Stop zodra dit veilig kan en laat de bandenspanning controleren en zo nodig corrigeren.
WAARSCHUWING Wanneer dit bericht op het display staat, is uw voertuig minder goed wendbaar. Indien u te snel rijdt, kunt u de macht over het stuur verliezen. U kunt zo uzelf of anderen letsel toebrengen. Rijd niet sneller dan 90 km/ u wanneer dit bericht op het display staat. Rijd voorzichtig en controleer de bandenspanning zo spoedig mogelijk.
. . . 72
TONNEAU AJAR (bagageruimte niet goed gesloten): dit wordt weergegeven als de afdekking van de bagageruimte open of niet goed gesloten is. TOO COLD TO MOVE TOP (te koud om dak te openen/sluiten): dit bericht wordt weergegeven wanneer de knop voor het cabrioletdak wordt ingedrukt terwijl de temperatuur van de pompmotor voor het cabrioletdak lager is dan 20°C. Wacht tot de pompmotor voor het cabrioletdak is opgewarmd. Tevens klinkt er een gongsignaal.
TOP MOTOR OVER TEMPERATURE (temperatuur motor dak boven): dit bericht wordt samen met een geluidssignaal weergegeven wanneer de knop voor het cabrioletdak wordt ingedrukt terwijl de temperatuur van de pompmotor voor het cabrioletdak hoger is dan 105°C. Wacht tot de pompmotor van de cabrioletkap is afgekoeld.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 73 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 TOP NOT SECURE (kap niet goed vast): dit bericht wordt samen met een geluidssignaal weergegeven wanneer de knop voor het cabrioletdak wordt losgelaten voordat het dak volledig geopend of gesloten is. Houd de knop ingedrukt totdat de cabrioletkap volledig is geopend of gesloten. Zorg dat de voorste vergrendeling goed bevestigd is nadat de kap gesloten is.
TRACTION SYSTEM ACTIVE (tractieregelsysteem actief): dit bericht wordt weergegeven wanneer het tractieregelsysteem het doorslippen van de wielen beperkt. Er kunnen zich natte wegomstandigheden voordoen, dus pas uw rijstijl aan. TRACTION SYSTEM AND ACTIVE HANDLING - OFF (tractieregel- en actief weggedragsystemen uit): dit bericht wordt samen met een waarschuwingslampje en een geluidssignaal weergegeven wanneer de tractieregel- en actief weggedragsystemen worden uitgeschakeld. Pas uw rijstijl aan.
TRACTION SYSTEM AND ACTIVE HANDLING - ON (tractieregel- en actief weggedragsystemen aan): dit bericht wordt samen met een geluidssignaal weergegeven wanneer de tractieregel- en actief weggedragsystemen worden ingeschakeld. TRACTION SYSTEM - OFF (tractie regelsysteem - uit): Dit bericht verschijnt wanneer het tractieregelsysteem is afgezet. Bij het verschijnen van dit bericht klinkt een akoestisch signaal. Het waarschuwingslampje voor het tractieregelsysteem gaat ook op het instrumentenpaneel branden. Zie "Controlelamp tractieregelsysteem" onder "Waarschuwingslampen" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
73 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 74 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen TRACTION SYSTEM-ON (tractieregelsysteem - aan): dit bericht wordt samen met een geluidssignaal weergegeven wanneer de knop voor het actief weggedragsysteem wordt ingedrukt om het tractieregelsysteem in te schakelen en dat systeem beschikbaar wordt. Dit bericht verdwijnt automatisch.
. . . 74
TRANSMISSION HOT IDLE ENGINE (versnellingsbak heet, motor stationair): dit bericht wordt weergegeven wanneer de temperatuur van de transmissievloeistof boven 132°C komt of snel stijgt. Wanneer dit bericht wordt weergegeven na agressief rijgedrag of nadat u op lange heuvels heeft gereden, kunt u door blijven rijden, maar wel met een lagere snelheid. Wanneer dit bericht wordt weergegeven terwijl u normaal rijdt, dan kunt u het voertuig het beste even naar de garage brengen voor een onderhoudsbeurt. Verlaag uw snelheid totdat de waarschuwing verdwijnt en de temperatuur lager dan 110°C is. Wanneer uw voertuig is voorzien van een automatische transmissie, dan wordt de sportmodus aanbevolen. Zie "Handmatige versnellingsmodus van de automatische transmissie" in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
Gebruik de knop voor meterinformatie om de temperatuur in de gaten te houden. De koelvloeistoftemperatuur moet ook worden gecontroleerd. U hoort vier gongsignalen wanneer dit bericht op het display verschijnt. Nadat het bericht is gewist, verschijnt het om de vijftien seconden opnieuw tot de storing is verholpen. Indien de motor te heet is, raadpleeg dan de rubriek "Oververhitting van de motor" in hoofdstuk 5 en laat het voertuig door een dealer inspecteren.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 75 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 TRUNK AJAR (achterklep open): dit wordt weergegeven wanneer de achterklep open staat. TURN SIGNAL ON (richtingaanwijzer aan): dit bericht wordt weergegeven om u er aan te herinneren dat de richtingaanwijzer al circa 1,2 km is ingeschakeld. U hoort ook een geluidssignaal.
UNLATCH HEADER TO MOVE TOP (houder ontgrendelen om kap te openen/sluiten): dit bericht wordt samen met een geluidssignaal weergegeven wanneer de voorste vergrendeling niet open is terwijl u het cabrioletdak probeert te openen.
UPSHIFT NOW (nu opschakelen): Zie voor meer informatie onder "Handgeschakelde transmissie" in hoofdstuk 3.
–
75 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 76 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Head-up-display (indien van toepassing) WAARSCHUWING Zorg dat het weergegeven beeld niet te helder is of te hoog in uw blikveld staat.
. . . 76
Het head-up display maakt het mogelijk een afbeelding van de snelheidsmeter op de voorruit te projecteren. Dit display toont bovendien: • de controlelampjes richtingaanwijzers. • het controlelampje grootlicht • de toerenteller • de temperatuurmeter • de oliedrukmeter • De waarschuwing CHECK GAGES (meters controleren)
• het lampje voor de handmatige versnellingsmodus van de automatische transmissie (waar aanwezig) Deze lampjes worden gebruikt wanneer de automatische transmissie in S (sportieve modus) staat en de schakelflippers worden gebruikt om handmatig te schakelen. Zie "Handmatige versnellingsmodus van de automatische transmissie" in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 77 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 • het controlelampje Shift Deze lamp wordt gebruikt wanneer de instelmode voor optimale prestaties is ingeschakeld om aan te duiden dat het maximum prestatieniveau is bereikt. Het lampje gaat branden vlak voordat het motortoerental de uitschakelingsfunctie voor de brandstoftoevoer naar de motor bereikt: - Wanneer uw voertuig een ZR1 is, gaat het lampje branden bij ongeveer 6.600 omw/min. - Wanneer uw voertuig een Z06 is, gaat het lampje branden bij ongeveer 7.000 omw/min. - Bij alle andere modellen gaat het lampje branden bij ongeveer 6.500 omw/min.
•
• • • • •
Wanneer het schakellamppijltje gaat branden, schakel dan naar een hogere versnelling op. de temperatuurmeter voor de transmissievloeistof (alleen automatische transmissie) de meter voor de olietemperatuur de meter voor G-kracht de boostmeter (waar aanwezig) radiofuncties (alleen Straatstand) Stap voor stap begeleiding van het navigatiesysteem (waar van toepassing) Zie het afzonderlijke handboek voor het navigatiesysteem voor meer informatie.
–
Weergaveselectie head-up display Houd de knop MODE ingedrukt om door de drie mogelijke displayschermen te bladeren. U ziet de volgende schermen:
77 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 78 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
2
• Displayscherm Straatstand Deze stand ondersteunt radioen navigatiefuncties (indien aanwezig) met uw gewenste toerentellerinstellingen.
. . . 78
• Displayscherm in de stand Track 1 Deze stand ondersteunt de meter voor G-kracht, uw keuze aan kleinere meters en een ronde toerenteller.
• Displayscherm in de stand Track 2 Deze stand ondersteunt meters voor G-krachten, uw keuze aan kleinere meters, boostmeter (waar aanwezig) en een lineaire toerenteller.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 79 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 M ODE
Laat de toets los zodra de gewenste weergave wordt getoond. Druk in de straatstand herhaaldelijk op de knop PAGE om door de volgende opties te bladeren: • geen toerenteller • ronde toerenteller • lineaire toerenteller
PAGE
–
Wanneer uw voertuig is voorzien van een navigatiesysteem, dan worden veel van de afslag-perafslag-navigatiefuncties ook weergegeven in de straatstand. Zie de aparte handleiding voor het navigatiesysteem en de radio voor meer informatie.
Druk in de stand Track 1 en 2 herhaaldelijk op de knop PAGE om door de volgende opties te bladeren: • geen kleine meter • de temperatuurmeter • de temperatuurmeter voor de transmissievloeistof • de meter voor de olietemperatuur • de oliedrukmeter • de boostmeter (waar aanwezig)
79 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 80 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen In modus 1 of 2 kunt u de maximale G-krachtwaarde weergeven die tijdens de huidige ontstekingscyclus wordt gebruikt. Druk de toets PAGE in en houd deze ingedrukt. De maximale G-krachtwaarde (X.XX G) en de bijbehorende meetbalk overschrijven de huidige G-krachtwaarde en meterbalk op het display. De maximale G-krachtwaarde wordt van het display gehaald wanneer u de knop PAGE loslaat. Vergeet niet op al uw displays, bedieningen en bestuurdersvoorzieningen te letten alsof u niet beschikt over een head-up display. U kunt anders belangrijke informatie of waarschuwingen over het hoofd zien.
. . . 80
PAGE
CHECK GAGES (meters controleren) wordt weergegeven op het display wanneer er een belangrijke reden tot waarschuwing is. Controleer het display van het informatiecentrum voor de bestuurder voor meer informatie over de systemen van uw voertuig.
Afstellen van head-up display De bedieningen voor het head-up display vindt u links van het stuurwiel. Om het display aan te passen voor een beter zicht: 1. Start de motor en zet de bediening van de dimmer voor het head-up-display helemaal omhoog door de knop plus (+) in te drukken. De helderheid van het weergegeven beeld is afhankelijk van de lichtcondities vóór de auto en ook van de instelling van de dimmerknop.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 81 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Opmerking: Als u een gepolariseerde zonnebril draagt, kan het beeld van het head-up display moeilijker zijn te zien. Er kan zonlicht op het head-updisplay schijnen, zodat het lastiger wordt het beeld te zien. Het display keert terug naar de normale weergave wanneer er geen zonlicht meer in het headup-display komt. 2. Stel de stand van de bestuurdersstoel in volgens uw wensen.
PAGE
PAGE
–
3. Druk op de pijltjes omhoog en omlaag om het beeld op het head-up-display te centreren. De beeldweergave kan alleen hoger of lager gesteld worden, niet naar links of rechts.
4. Druk op de dimmerknop min (-) totdat het beeld niet helderder dan nodig is. U kunt het informatiecentrum voor de bestuurder gebruiken om het display om te zetten in Engelse of metrische eenheden. Zie "Informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk wanneer u de taal wilt wijzigen.
81 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 82 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Als het head-up display niet aan gaat, controleer dan of: • het head-up display door iets wordt afgedekt • de dimmerknop niet goed is afgesteld • het beeld op de juiste hoogte is ingesteld • er weinig omgevingslicht is vóór de auto • de zekering in het zekeringenpaneel is doorgebrand
. . . 82
Houd de dimmerknop min (-) ingedrukt om het head-up-display uit te schakelen.
OPMERKING Zorg dat de voorruit aan de binnenzijde schoon blijft om de scherpte en de helderheid van het beeld te behouden. Reinig de lens van het head-up display door ruitenreiniger te sproeien op een zachte en schone doek en veeg de lens dan rustig schoon. Sproei de ruitenreiniger niet rechtstreeks op de lens. Uw voorruit maakt deel uit van dit head-up display systeem. Als de voorruit moet worden vervangen, zorg dan dat deze geschikt is voor dit systeem.
Verwarmings- en airconditioningsysteem Uw auto is uitgerust met een verwarmings- en airconditioningsysteem. Raadpleeg de rubriek "Verwarming en airconditioning" in dit hoofdstuk voor gegevens over de bediening van het systeem.
Geluidsinstallatie en klok Raadpleeg de rubriek "Geluidsinstallatie en klok" in dit hoofdstuk voor informatie omtrent de bediening van uw autoradio.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 83 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Ontgrendeling van de motorkap
Parkeerrem/Ontgrendeling parkeerrem
Met de handgreep linksonder het dashboard kan de motorkap worden ontgrendeld. Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer informatie.
De parkeerremhefboom bevindt zich tussen de twee voorstoelen. De hefboom wordt gebruikt om het voertuig op en van de parkeerrem te zetten. Raadpleeg de rubriek "Parkeerrem" in hoofdstuk 3 voor informatie over de juiste wijze waarop de parkeerrem in werking gesteld en gelost moet worden.
Afstandsbediening ontgrendelen kofferdeksel/achterklep (indien van toepassing) Met deze optie is het mogelijk het kofferdeksel/achterklep vanuit het interieur van het voertuig te openen. Zie onder "Laadruimte" verderop in dit hoofdstuk.
–
Ontgrendeling klep brandstofvulopening Met deze voorziening kunt u de brandstofvulklep van binnenuit openen. De ontgrendelingstoets bevindt zich aan de bestuurderszijde van het instrumentenpaneel. Bij storingen aan de elektrische installatie kan de klep per handgreep in de kofferruimte (linker zijde) worden ontgrendeld. Raadpleeg "Ontgrendeling klep brandstofvulopening" in hoofdstuk 4 voor verdere gegevens.
83 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 84 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Contactslot
Druk de toets nogmaals in voor het uitschakelen. Bij ingeschakelde waarschuwingsknipperlichten is de richtingaanwijzerschakelaar buiten werking.
Zie "Sleutelloos contact" in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
Schakelaar waarschuwingsknipperlichten De knop voor de waarschuwingsknipperlichten bevindt zich in het midden van het instrumentenpaneel. Druk de knipperlichttoets in om de voorste en achterste richtingaanwijzers te laten knipperen. Het systeem werkt altijd, het maakt niet uit in welke stand de contactsleutel staat, ook als de motor is uitgeschakeld.
. . . 84
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 85 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
■ TRACTIEREGELSYSTEEM Op een glad wegdek beperkt dit systeem het doordraaien van de wielen. Wanneer het systeem waarneemt dat één of beide achterwielen doorslippen of tractie verliezen, dan wordt er nauwkeurig met de achterremmen afgeremd en/of wordt het motorvermogen verminderd om het slippen te begrenzen.
U hoort of voelt mogelijk dat het systeem actief is, maar dat is normaal. Het bericht TRACTION SYSTEM ACTIVE (tractiesysteem actief) wordt weergegeven wanneer het systeem het doorslippen van de wielen beperkt. Raadpleeg voor meer informatie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk. Bij het starten van de motor wordt het systeem automatisch geactiveerd. Normaliter moet u het systeem in diens normale bedrijfsmodus laten, zorg er echter voor dat het systeem wordt uitgeschakeld wanneer de auto vast komt te zitten in modder, zand of sneeuw. Druk de toets op de middenconsole in om het systeem uit te schakelen.
Op het informatiecentrum voor de bestuurder verschijnt een bericht en de storingslamp van het tractieregelsysteem in de instrumentengroep gaat branden om te bevestigen dat het systeem is uitgeschakeld.
OPMERKING
–
De achterwielen kunnen grip verliezen wanneer het tractieregelsysteem is uitgeschakeld of de stand voor wedstrijdrijden is geselecteerd. Schakel niet wanneer de achterwielen spinnen. De transmissie kan beschadigd raken. Schade aan de transmissie valt niet onder de garantie.
85 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 86 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Druk nogmaals op de toets om het systeem weer in te schakelen. Op het informatiecentrum voor de bestuurder verschijnt een bericht en de storingslamp van het tractieregelsysteem in de instrumentengroep gaat uit om te bevestigen dat het systeem weer is ingeschakeld.
. . . 86
Indien bij ingeschakeld tractieregelsysteem het bericht SERVICE TRACTION SYSTEM (onderhoud tractieregelsysteem) of de controlelamp gaat branden en langere tijd blijft branden, is het systeem uitgeschakeld en moet uw voertuig door een dealer worden geïnspecteerd. Wanneer deze waarschuwingslamp brandt of dit bericht getoond wordt, dan zal het slippen van de wielen niet worden begrensd door het tractieregelsysteem. Pas uw rijstijl aan. Raadpleeg voor meer informatie "SERVICE TRACTION SYSTEM" (onderhoud tractieregelsysteem) onder "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.
Wanneer de cruise control is ingeschakeld en het als optie leverbare tractieregelsysteem wordt geactiveerd, zal de cruise control automatisch worden uitgeschakeld. Zodra de omstandigheden weer normaal zijn, mag u de cruise control weer inschakelen. Zie onder "Cruise control" verderop in dit hoofdstuk voor aanvullende informatie. Wanneer u accessoires die niet door GM zijn geproduceerd aan uw voertuig toevoegt, kan dit de prestaties en veiligheid van uw voertuig beïnvloeden. Zie het volgende in hoofdstuk 4 voor meer informatie: • Accessoires en aanpassingen
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 87 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 ■ ACTIEF WEGGEDRAGSYSTEEM Dit systeem past selectief een van de remmen toe om zo te helpen richtingscontrole te handhaven in moeilijke rijomstandigheden. Bij het starten van de motor wordt het systeem automatisch geactiveerd. Wanneer het systeem actief ingrijpt, verschijnt de melding ACTIVE HANDLING op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder. U hoort of voelt mogelijk dat het systeem actief is, maar dat is normaal.
Tevens klinkt er een gongsignaal. Ook het tractieregelsysteem wordt uitgeschakeld. Pas uw rijstijl aan.
–
Houd de knop op de middenconsole vijf seconden ingedrukt om het systeem uit te schakelen. Op het informatiecentrum voor de bestuurder verschijnt een bericht en de waarschuwingslamp van het actief weggedragsysteem in de instrumentengroep gaat branden om te bevestigen dat het systeem is uitgeschakeld.
87 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 88 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Druk de knop opnieuw in om de systemen weer te activeren. Op het informatiecentrum voor de bestuurder verschijnt een bericht en de waarschuwingslamp van het actief weggedragsysteem in de instrumentengroep gaat uit om te bevestigen dat het systeem weer is ingeschakeld. Tevens klinkt er een gongsignaal.
. . . 88
Wanneer het bericht SERVICE ACTIVE HANDLING SYSTEM (onderhoud actief weggedragsysteem) wordt weergegeven of het waarschuwingslampje voor het systeem gaat branden en aanblijft terwijl u rijdt, dan wordt het systeem uitgeschakeld en moet uw voertuig naar de garage voor onderhoud. Tevens klinkt er een gongsignaal. Pas uw rijstijl aan. Laat het systeem onmiddellijk controleren. Raadpleeg voor meer informatie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.
Wanneer het controlesysteem voor de bandenspanning een lekke band waarneemt en TIRE FLAT (lekke band) op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder wordt weergegeven, of het controlesysteem voor de bandenspanning storingen vertoont en SERVICE TIRE MONITOR (onderhoud controlesysteem banden) op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder wordt weergegeven, dan heeft dit als volgt effect op het actief weggedragsysteem: • Het actief weggedragsysteem kan niet door de bestuurder uitgeschakeld worden. • Wanneer het actief weggedragsysteem uitgeschakeld is, wordt het automatisch ingeschakeld. • U kunt de stand voor wedstrijdrijden niet gebruiken. • Het actief weggedragsysteem voelt anders aan wanneer het helpt bij het handhaven van de richting.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 89 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
Instelmode competitief rijden De instelmode voor wedstrijdrijden geeft de bestuurder volledige controle over de achterwielen terwijl het actief weggedrag systeem meehelpt bij de besturing door het selectief bekrachtigen van de remmen. Wanneer u deze stand wilt activeren, druk dan twee keer op de toets voor het actief weggedragsysteem op de middenconsole.
De melding COMPETITIVE DRIVING MODE (wedstrijdmodus actief) wordt op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. Het lampje voor het actief weggedragssysteem blijft in deze stand branden Het tractieregelsysteem wordt dan uitgeschakeld. Pas uw rijstijl aan.
OPMERKING De achterwielen kunnen grip verliezen wanneer het tractieregelsysteem is uitgeschakeld of de stand voor wedstrijdrijden is geselecteerd. Schakel niet wanneer de achterwielen spinnen. De transmissie kan beschadigd raken. Schade aan de transmissie valt niet onder de garantie.
Druk nog een keer op de toets om de systemen voor actief weggedrag en tractieregeling in te schakelen. Het bericht TRACTION SYSTEM AND ACTIVE HANDLING ON (tractiesysteem en actief weggedragsysteem aan) wordt op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. Tevens klinkt er een gongsignaal. Wanneer u uw voertuig voor wedstrijdrijden gebruikt, zie dan "Motorolie" en "Smeermiddel achterste spoorstang" voor extra onderhoudsinformatie.
89 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 90 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
■ ELEKTRONISCH GEREGELDE SCHOKDEMPING (INDIEN VAN TOEPASSING) Indien uw wagen is uitgerust met deze functie, bevindt de knop zich op de tunnelconsole. Er zijn twee standen: TOUR en SPORT. Kies een stand die in overeenstemming is met de rijsnelheid en rijcondities. De schakelaar kan op ieder willekeurig moment in een andere stand worden gezet. Bij het veranderen van snelheid, past het elektronisch geregelde schokdempsysteem de dempingskarakteristiek automatisch aan teneinde een optimale wegligging te bewerkstelligen.
. . . 90
TOUR is voor het rijden in de stad en op snelwegen. In deze stand is het voertuig soepel geveerd. SPORT wanneer de wegcondities een straffere vering vereisen. Als er een probleem is met het elektronische schokdempsysteem, wordt één van de volgende berichten op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven: • SERVICE RIDE CONTROL (onderhoud elektronisch schokdempsysteem) • SHOCKS INOPERATIVE (schokdempers werken niet) • MAXIMUM SPEED 129 KM/H (maximale snelheid 129 km/u) Raadpleeg voor meer informatie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.
■ AANSLUITING ELEKTRISCHE ACCESSOIRES De aansluitpunten kunnen worden gebruikt voor het aansluiten van elektrische uitrusting zoals een autotelefoon, 27 MC radio, enz. Deze aansluiting bevindt zich aan de linker voorzijde van het opbergcompartiment in de middenconsole. Verwijder het kapje. Sluit de aansluitingen altijd met de kapjes af wanneer ze niet worden gebruikt.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 91 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 OPMERKING
OPMERKING
• Wanneer elektrische uitrusting langdurig ingeschakeld blijft, kan de accu ontladen raken. • Schakel altijd alle elktrische apparatuur uit die niet in gebruik is. • Elektrische apparatuur mag niet meer stroom vragen dan 20 ampère.
Het toevoegen van elektrische apparatuur aan uw voertuig kan het voertuig beschadigen of ertoe leiden dat andere dingen niet juist werken. Een dergelijke beschadiging valt niet onder de garantie. Raadpleeg uw dealer voordat u elektrische apparatuur toevoegt. Elektrische apparatuur mag niet meer stroom vragen dan 20 ampère.
Aansluitstekkers van bepaalde accessoires zijn wellicht niet geschikt voor de aansluitpunten in uw voertuig. Het gebruik van dergelijke aansluitstekkers kan resulteren in defecte zekeringen. Als u problemen ondervindt, neem dan contact op met uw dealer voor meer informatie over de aansluitpunten voor elektrische accessoires.
Zorg er tijdens het toevoegen van elektrische apparatuur voor dat u de juiste installatie-instructies volgt die bij de apparatuur zijn geleverd.
OPMERKING De aansluitpunten zijn uitsluitend bedoeld voor accessoirestekkers. Bevestig geen enkel type accessoire of beugel aan de accessoirestekker. Onjuist gebruik van de aansluitingspunten kan leiden tot schade die niet door de garantie wordt gedekt.
91 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 92 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen ■ VERLICHTING C
Verlichting hoofdschakelaar De hoofdlichtschakelaar bedient de volgende verlichtingssystemen: • Koplampen • Achterlichten • Parkeerlichten • Kentekenverlichting • Contourverlichting
. . . 92
B
A
Draai de ring naar om de koplampen in te schakelen. De parkeerlichten en de overige verlichting worden ook ingeschakeld. Draai de knop in de stand om het parkeerlicht en de overige verlichting in te schakelen. De koplampen branden niet. Het waarschuwingssysteem van het remsysteem gaat branden als de parkeerlichten aan zijn terwijl de motor uitstaat en contact in de accessoiremodus staat.
Om te schakelen tussen dimlicht en grootlicht, moet u de schakelaarhandel voor de richtingaanwijzers van u af bewegen. Om het dimlicht weer in te schakelen moet u de schakelaarhandel naar u toe bewegen, in de middenstand. Bij ingeschakeld grootlicht brandt de controlelamp op het instrumentenpaneel. Draai de ring in de stand AUTO om het automatische koplampsysteem te activeren. Als het automatische koplampsysteem wordt ingeschakeld terwijl het contact wordt uitgeschakeld, gaat het systeem automatisch aan als u de motor start. Draai de ring in de stand om de koplampen en de overige verlichting uit te schakelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 93 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Waarschuwingssignaal ingeschakelde verlichting Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl de handmatige bediening voor de verlichting is ingeschakeld, en het contact en de automatische lichtbediening uitgeschakeld zijn, dan hoort u een waarschuwingssignaal. Schemerwaakfunctie® Automatisch koplampsysteem Als deze functie actief is, worden de koplampen en andere verlichting automatisch aan- of uitgeschakeld dankzij sensors die gevoelig zijn voor omgevingslicht. Om deze voorziening goed te laten werken, mag de lichtsensor op de bovenkant van het instrumentenpaneel niet worden bedekt.
Draai de ring in de stand AUTO om dit systeem in te schakelen. Wanneer de ring al in de stand AUTO staat terwijl u het voertuig start, wordt het automatische koplampsysteem automatisch ingeschakeld. Wanneer het buiten donker is, worden de koplampen en andere verlichting automatisch ingeschakeld. Als het buiten weer licht genoeg is, gaan de koplampen en andere verlichting automatisch weer uit.
93 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 94 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen De verlichting kan ook worden ingeschakeld wanneer u in een donkere omgeving rijdt. Zodra u het gebied met weinig licht verlaat, kan het ca. een minuut duren voordat de automatisch ingeschakelde koplampen worden uitgeschakeld. Tijdens deze korte vertraging is de instrumentengroep wellicht niet zo helder als gebruikelijk. Zorg ervoor dat de dimmer voor de instrumentenverlichting op volledige lichtsterkte staat ingesteld. Zie "Dimmer voor de instrumentenverlichting" verderop in dit hoofdstuk.
. . . 94
Wanneer u het automatische koplampsysteem tijdelijk wilt uitschakelen, draait u de ring in de uitstand. U kunt het automatische koplampsysteem weer inschakelen door de ring opnieuw in de uitstand te draaien en daarna los te laten. Wanneer via deze functie de koplampen automatisch zijn ingeschakeld en u zet het contact af, zullen de koplampen nog enige tijd aan blijven terwijl u zich van de auto verwijdert.
Gebruik het bestuurderinfocentrum om deze functie aan of uit te schakelen en om de duur van aanvullende verlichtingsperiode aan te passen. Raadpleeg het volgende onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie: • Bijzondere eigenschappen - TWILIGHT DELAY (schemeringsvertraging) U moet de normale verlichting inschakelen wanneer dat noodzakelijk is.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 95 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Door wissers ingeschakelde koplampen Wanneer de schakelaar voor de automatische verlichting is ingeschakeld, dan worden de koplampen en parkeerlichten automatisch ingeschakeld wanneer de voorruitwissers ongeveer 15 seconden in werking zijn geweest. De koplampen gaan meteen uit wanneer het contact wordt uitgeschakeld of 15 seconden nadat de wissers zijn uitgeschakeld. Als de hoofdschakelaar is uitgeschakeld of in de stand voor de parkeerlichten staat en de wisserbediening bevindt zich in een willekeurige stand uitgezonderd "uit" of "mist", verschijnt het bericht HEADLAMPS SUGGESTED (koplampen aanbevolen) in het informatiecentrum voor de bestuurder om u erop te attenderen dat het inschakelen van de koplampen wordt aanbevolen. Raadpleeg voor meer informatie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.
Wanneer de knop helemaal naar links wordt gedraaid, is het informatiecentrum voor de bestuurder overdag mogelijk niet zichtbaar. Druk op de dimmerknop voor de instrumentenverlichting om de instapverlichting handmatig in en uit te schakelen. Dimmer voor de instrumentenverlichting De dimmer voor de instrumentenverlichting regelt de sterkte waarmee het instrumentenpaneel wordt verlicht. Draai de knop naar rechts om de lichtsterkte te verhogen en naar links om de sterkte te verminderen.
95 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 96 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Lichtsignaal van grootlicht Wanneer de koplampen zijn uitgeschakeld, kan met het grootlicht een signaal worden gegeven om andere weggebruikers te waarschuwen. Om deze voorziening te gebruiken, moet u de stuurkolomschakelaar naar u toe trekken. Indien de mistlampen zijn ingeschakeld bij uitgeschakeld dimlicht, zullen de mistlampen knipperen.
. . . 96
Als de mistlampen ingeschakeld zijn, brandt tevens de controlelamp voor de mistlampen in de instrumentengroep. Volgens de wetgeving in sommige landen moeten de koplampen zijn ingeschakeld wanneer de mistlampen aan staan.
Mistlampen Mistlampen voor Gebruik mistlampen voor beter zicht in mistige omstandigheden. Draai de ring omhoog naar en laat deze los om uw mistlampen in en uit te schakelen. De mistachterlichten kunnen alleen branden bij ingeschakeld contact.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 97 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
Mistachterlichten Uw voertuig is uitgerust met mistachterlichten. Draai de ring omlaag (voorbij de stand voor de mistlampen voor) naar en laat los om uw mistlampen achter in en uit te schakelen. De mistachterlichten kunnen alleen werken wanneer het contact aan staat en de voorste mistlampen zijn ingeschakeld. Als de mistlampen ingeschakeld zijn, brandt tevens de controlelamp voor de mistlampen in de instrumentengroep.
Schakel de mistlampen niet in wanneer het zicht goed is. U hindert hiermee andere verkeersdeelnemers. Het verdient geen aanbeveling de mistachterlichten in te schakelen tijdens het rijden in de stad. Mistachterlichten mogen alleen worden gebruikt bij slecht zicht en dienen alleen om de achterzijde van uw voertuig zichtbaar te maken voor andere weggebruikers.
Instapverlichting Wanneer een portier of het kofferdeksel resp. de achterklep bij duisternis wordt geopend, gaat de instapverlichting branden. Druk op de dimmerknop voor de instrumentenverlichting om de instapverlichting handmatig in en uit te schakelen.
97 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 98 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen In- en uitstapverlichting
Leeslampen
Wanneer een portier wordt geopend zullen sommige lampen in de auto worden ingeschakeld om het instappen te vergemakkelijken. De interieurverlichting gaat branden wanneer de motor wordt uitgeschakeld zodat u bij het verlaten van het voertuig verlichting heeft. De uitstapverlichting blijft ongeveer 20 seconden branden. Schakel de instapverlichting snel in en uit met de dimmer voor de instrumentenverlichting om de verlichting van het in- en uitstapsysteem uit te schakelen.
De achteruitkijkspiegel binnen is uitgerust met ingebouwde leeslampen. De lampen gaan branden wanneer u een portier opent. Als de portieren gesloten zijn, druk op de toetsen naast de lampen om de lampen in en uit te schakelen.
. . . 98
Bescherming tegen ontlading van accu Exterieurverlichting Indien de handbediende schakelaar voor de verlichting in de ingeschakelde stand blijft, nadat het contact is afgezet, wordt de exterieurverlichting automatisch uitgeschakeld om het ontladen van de accu te voorkomen. Wanneer het de bedoeling is dat de verlichting blijft branden, zet dan de verlichting uit en vervolgens weer aan om de buitenverlichting weer in te schakelen. Interieurverlichting De interieurverlichting wordt 10 minuten nadat het contact is afgezet automatisch uitgeschakeld. Zie "Accu-ontladingsbescherming" verderop in dit hoofdstuk.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 99 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 ■ VERWARMINGSEN AIRCONDITIONINGSYSTEEM Raadpleeg voor het invoeren van uw voorkeurstanden het hoofdstuk "Geheugen" verderop in dit hoofdstuk.
Automatisch klimaatregelsysteem met twee zones Uw voertuig is uitgerust met een airconditioningsysteem met twee zones. Wanneer u het voertuig start, geeft het display de huidige ventilatorsnelheid, de luchtverdelingsstand en de door de bestuurder ingestelde temperatuur, en de buitentemperatuur ongeveer tien seconden weer.
AUTO
– AUTO
C
De buitentemperatuur wordt in het midden van het display weergegeven.
A
B
D
U kunt het informatiecentrum voor de bestuurder gebruiken om het display om te zetten in Engelse of metrische eenheden.
99 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 100 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Automatische temperatuurregeling Om deze voorziening goed te laten werken dient u er voor te zorgen dat de sensor op de bovenkant van het instrumentenpaneel niet wordt bedekt. Druk de toets AUTO in om de airconditioning en het temperatuurregelsysteem in te schakelen. AUTO zal op het display verschijnen. In de automatische modus zal het systeem de binnentemperatuur, de luchtverdelingsmodus en de ventilatorsnelheid automatisch regelen, om zo snel mogelijk de door u ingestelde temperatuur te bereiken.
. . . 100
Stel de temperatuur in op een comfortabele instelling. Zie onder "Temperatuurregeling" verderop in dit hoofdstuk. Bij koud weer zal het systeem beginnen met een verlaagde ventilatorsnelheid om te voorkomen dat koude lucht in de auto wordt geblazen. Het kan 10 tot 30 minuten duren voordat het systeem op de normale stand is afgeregeld. Pas zonodig de temperatuur aan.
TEMPERATUURREGELING Temperatuurregeling voor de bestuurder Druk op de knop aan de bestuurderszijde om het systeem in of uit te schakelen. Alleen de buitentemperatuur wordt op het display weergegeven wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. Draai de knop aan de bestuurderszijde om de gewenste temperatuur in het voertuig te kiezen. U kunt kiezen uit 16° C tot 32° C. Door de maximale instelling voor verwarming of koeling te kiezen, zal het systeem niet sneller verwarmen of koelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 101 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Temperatuurregeling voor de passagier Druk op de knop aan de passagierszijde om de bediening aan de passagierszijde in en uit te schakelen. Draai de knop aan de passagierszijde om de temperatuur voor de passagierszone te verhogen of te verlagen. Als de temperatuurregeling voor de passagier niet is ingeschakeld, regelt de temperatuurregeling voor de bestuurder de temperatuur voor het volledige voertuig.
AUTO
AUTO
C HANDMATIGE BEDIENING Regelaar voor ventilatorsnelheid Pas de ventilatorsnelheid aan door op te drukken. Druk op de pijl naar boven of beneden om de hoeveelheid binnenstromende lucht te laten toe- of afnemen. Er wordt een ventilatorsymbool op het display weergegeven als de ventilatorsnelheid handmatig is geselecteerd.
A
B
–
D
Wanneer dit bedieningselement wordt ingedrukt terwijl het systeem zich in de automatische modus bevindt, zal AUTO van het display verdwijnen. Druk op AUTO om de automatische regeling opnieuw in te schakelen. Indien weinig lucht door het klimaatregelsysteem stroomt, dan kan het nodig zijn dat het filter moet worden vervangen. Zie "Luchtfilter voor luchttoevoer interieur" in hoofdstuk 4 voor meer gegevens.
101 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 102 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Luchtverdelingsmodus Druk herhaalde malen op om handmatig een van de vier standen te selecteren en de richting van de luchtstroom te regelen. Op het display wordt de gekozen stand aangegeven. Wanneer dit bedieningselement wordt ingedrukt terwijl het systeem zich in de automatische modus bevindt, zal AUTO van het display verdwijnen. Indien de luchtverdeling met de hand is ingesteld, verschijnt een symbool voor de luchtverdeling op het display.
. . . 102
U kunt kiezen uit de onderstaande vier functies: De ventilatiemodus richt de luchtstroom via de luchtroosters in het instrumentenpaneel. Er wordt ook een kleine hoeveelheid lucht naar de vloerroosters geleid. De luchtverdelingsmodus voert lucht naar zowel de luchtroosters in het instrumentenpaneel als de vloer. De verwarmingsstand leidt de meeste lucht naar de luchtroosters in de beenruimte, terwijl een kleine hoeveelheid lucht naar het ventilatiesysteem van de voorruit en de zijruiten wordt geleid.
In de stand voor verwarmen/ontwasemen wordt de lucht gelijkmatig verdeeld over de ontwasemingsroosters en de vloerroosters. Er wordt ook een kleine hoeveelheid lucht naar de roosters voor de zijramen geleid. Gebruik deze modus om beslagen voor- en zijruiten te ventileren terwijl tegelijkertijd de auto wordt verwarmd. De instelling voor de luchtinvoer is Buitenlucht. De AC-compressor werkt in deze stand als de buitentemperatuur boven het vriespunt ligt. Druk op AUTO om de automatische regeling opnieuw in te schakelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 103 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Recirculeren Druk op de recirculatietoets om de lucht in het voertuig te laten recirculeren. Dit is nuttig om stof en geurtjes uit het systeem te houden en wanneer het interieur snel moet worden gekoeld. Het controlelampje zal gaan branden wanneer het systeem aan staat. De aircocompressor is in deze modus ingeschakeld. De recirculatiefunctie kan niet worden ingeschakeld bij de standen Verwarming/Ontwaseming of Ontdooien.
AUTO
AUTO
C Airconditioningmodus Druk op de knop om de compressor van de airconditioning uit te schakelen. Druk op AUTO om de automatische regeling opnieuw in te schakelen. Het systeem koelt en droogt de lucht in de auto.
A
B
–
D
De airconditioning werkt alleen als de buitentemperatuur hoger is dan 2°C tot 4°C. Wanneer de temperatuur hoger is dan 4°C, dan kan de compressor van de airconditioning niet worden uitgeschakeld in de ontwasemingen ontdooistanden om zo het vocht uit de lucht te halen.
103 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 104 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Selecteer voor maximale koeling de ventilatiestand en de hoogste ventilatorsnelheid. Zorg dat de compressor van de airconditioning ingeschakeld is. Draai de regelknop voor de temperatuur naar de laagste temperatuur en activeer de recirculatiestand. Wanneer de airconditioning wordt gebruikt, dient u de voorziening voor recirculatie af te zetten zodra de temperatuur in het interieur comfortabel is. Omdat de compressor van het koelsysteem op het motorvermogen werkt, kunnen het vermogen en de prestaties van de motor iets veranderen wanneer de compressor in werking is. Soms loopt er water onder de motor uit terwijl u met de airconditioning ingeschakeld rijdt. Dit is normaal.
. . . 104
Ontdooien Druk in om de voorruit te ontdooien of te ontwasemen. De meeste lucht wordt naar de ontdooiroosters voor de voorruit gevoerd waarbij een klein gedeelte naar de ontwasemingssleuven voor de zijruiten wordt gevoerd. Het controlelampje zal gaan branden wanneer het systeem aan staat. De instelling voor de luchtinvoer is Buitenlucht. De AC-compressor werkt in deze stand als de buitentemperatuur boven het vriespunt ligt. Druk de toets nogmaals in om deze voorziening uit te schakelen. Het systeem keert terug naar de laatste werkingsmodus. Zet bij zeer lage vriestemperaturen de temperatuurknop aan de bestuurderszijde op 32°C in de ontdooierstand.
Stand OFF (uit) Druk op de knop aan de bestuurderszijde om het systeem uit te schakelen. Elke keer als de motor wordt gestart, wordt de buitentemperatuur weergegeven. Zelfs als het systeem is uitgeschakeld, kunt u nog steeds de temperatuur en de luchtverdelingsmodus instellen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 105 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Sensoren Teneinde het automatische klimaatregelsysteem juist te laten werken, mogen de sensoren niet afgedekt zijn. Zonlichtsensor De sensor bevindt zich boven op het instrumentenpaneel.
Temperatuursensoren De binnentemperatuursensor bevindt zich aan de linkerzijde van het sleutelloze contactslot. De buitentemperatuursensor bevindt zich aan de voorzijde van het voertuig, achter de voorbumper. Elke type afdekking aan de voorzijde van de auto kan ertoe leiden dat het systeem een foutieve temperatuurweergave laat zien. Als u uw auto start, of wanneer de sensor een temperatuurverandering registreert, kan er een korte vertraging zijn voordat het systeem het display vernieuwt.
Luchtroosters Beweeg de roosters omhoog, omlaag, naar rechts of naar links om de luchtstroom in de gewenste richting te leiden.
–
105 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 106 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Tips voor het gebruik Voor u de airconditioning gebruikt, moet u eerst enkele minuten de ramen openen om de warme lucht te laten ontsnappen. Houd tijdens het gebruik van de airconditioning de ramen gesloten. Houd de motorkap en de luchtinlaten aan de voorzijde vrij van ijs, sneeuw, bladeren of andere obstakels. Zorg dat er niets onder de console in het instrumentenpaneel en onder de voorstoelen ligt zodat de lucht door het hele voertuig kan stromen. Gebruik op uw auto alleen door GM goedgekeurde luchtgeleiders voor de motorkap.
. . . 106
Achterruitverwarming Om deze functie te laten werken moet de motor lopen. Voor het beste resultaat maakt u de ruit zoveel mogelijk vrij van ijs of sneeuw voordat u de achterruitverwarming gebruikt.
Druk op deze toets om de achterruit te ontwasemen. De achterruitverwarming wordt automatisch na 10 minuten uitgeschakeld wanneer uw voertuig langzamer dan 48 km/u rijdt. Wanneer de achterruitverwarming na de eerste cyclus van tien minuten onmiddellijk opnieuw wordt ingeschakeld, blijft hij slechts telkens vijf minuten werken. Door nogmaals op de toets te drukken wordt de verwarming eerder uitgeschakeld. U kunt de ontwaseming ook uitschakelen door het contact uit te schakelen. Het controlelampje in de toets brandt wanneer het systeem is ingeschakeld. De verwarming van de buitenspiegels werkt in combinatie met de achterruitverwarming.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 107 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 De ruitverwarming van de achterruit en verwarmde spiegels zijn uitgeschakeld wanneer de cabrioletkap wordt ingetrokken of wordt bewogen.
OPMERKING Gebruik voor het reinigen van de binnenzijde van de achterruit geen scherpe voorwerpen. Hierdoor kunnen de verwarmingsdraden worden beschadigd. De reparaties worden niet gedekt door uw garantie. Bevestig geen tijdelijke kentekenplaat, plakband of stickers op de achterruitverwarming.
Luchtfilter voor passagiersruimte OPMERKING Wanneer u rijdt zonder dat het luchtfilter goed is gemonteerd in het passagierscompartiment, kan er water of vuil in het klimaatregelsysteem komen. Deze schade wordt niet door uw garantie gedekt.
Het filter verwijdert verontreinigers zoals stuifmeel en stof uit de lucht die het voertuig binnenstroomt. Het filter bevindt zich aan de passagierszijde van het motorcompartiment, bij de accu. Indien weinig lucht door het klimaatregelsysteem stroomt, dan kan het nodig zijn dat het filter moet worden vervangen. Zie "Luchtfilter passagierscompartiment" in hoofdstuk 4 voor meer gegevens.
107 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 108 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen ■ GELUIDSINSTALLATIE EN KLOK WAARSCHUWING Vermijd of minimaliseer activiteiten met de geluidsinstallatie of navigatiesysteem wanneer u rijdt. U kunt de macht over het stuur verliezen en uzelf en anderen in gevaar brengen. De bestuurder moet altijd goed blijven opletten tijdens het rijden.
. . . 108
OPMERKING
OPMERKING
Extra gemonteerde elektronische apparatuur zoals een geluidsinstallatie, een cd-speler, MCzender/ontvanger, autotelefoon of zend-/ontvanginstallatie kunnen een negatieve invloed uitoefenen op de werking van motor, radio of overige systemen en deze zelfs beschadigen. Neem bij twijfel contact op met uw dealer. Controleer ook de nationale regelgeving voor mobiele radioen telefooneenheden. De motor, het navigatiesysteem of andere systemen van uw voertuigen kunnen storen op de werking van later toegevoegde geluidsapparatuur.
Gebruik van een mobiele telefoon kan storing veroorzaken bij de ontvangst van autoradio. Deze storing kan optreden wanneer u belt of wordt gebeld, wanneer de telefoon wordt opgeladen of als de telefoon alleen maar aanstaat. Deze storing wordt omschreven als een verhoogd niveau statische ruis terwijl naar de radio wordt geluisterd. Als u statische ruis hoort, terwijl u naar de radio luistert, verwijder dan de mobiele telefoon en schakel deze uit. Ook andere apparatuur (opladers voor mobiele telefoons, extra accessoires of elektronische apparaten) die op het contact voor accessoires zijn aangesloten kunnen voor storing zorgen. Wanneer u merkt dat u last hebt van storing of statische elektriciteit, haal het apparaat dan uit het contact voor accessoires.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 109 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Op de volgende bladzijden vindt u uitgebreide informatie over hoe u de geluidsinstallatie in uw auto het beste kunt bedienen. Indien uw voertuig is uitgerust met een navigatiesysteem dan is de radio samengebouwd met het regelpaneel van dat systeem. Zie het afzonderlijke handboek voor het navigatiesysteem en de radio voor meer informatie.
In andere gevallen is uw voertuig voorzien van één van de volgende beschikbare radio's. • RDS-geluidsinstallatie met cdspeler (ook geschikt voor mp3) • RDS-geluidsinstallatie met cdspeler voor 6 cd's (ook geschikt voor mp3) Om de radio te kunnen inschakelen, moet het contact aangezet zijn of de accessoirevoeding ingeschakeld zijn.
Uw auto is voorzien van een RDS radio. RDS betekent Radio Data System, hetgeen inhoudt dat gecodeerde informatie via de FMfrequentie kan worden doorgegeven. In gebieden waar RDS niet beschikbaar is, werkt de stand RDS (radio data system) niet en moet niet worden ingeschakeld.
109 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 110 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen RDS-GELUIDSINSTALLATIE MET CD-SPELER (OOK GESCHIKT VOOR MP3) Klok Indien uw auto uitgerust is met het navigatiesysteem, raadpleeg dan de afzonderlijke handleiding over het navigatiesysteem voor het op tijd zetten van de klok.
Instellen van de plaatselijke tijd Het gelijkzetten van de klok geschiedt als volgt: 1. Druk op of om de klokstand in te schakelen. - Druk op en houdt hem ingedrukt om de uren te laten verspringen, of
. . . 110
- Druk op en houd hem ingedrukt om de minuten te laten verspringen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 111 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 2. Druk op de onderste knop om 12-uursweergave of 24-uursweergave te selecteren. Het huidige display verdwijnt automatisch na een tijdje.
Gebruik van de radio BEDIENING VAN DE RADIO Aan/uit-toets Druk de bovenste knop iets in om het systeem in te schakelen. Druk nog een keer op de knop om het systeem uit te schakelen. Volumeregelaar Draai de bovenste knop naar rechts om het volume te verhogen en naar links om het te verlagen. Display-regeling Druk wanneer u RDS gebruikt op de knop om een RDS-zendernaam, frequentie, programmatype of programmanaam weer te geven (indien beschikbaar). Druk op de knop om het gewenste display op te roepen en houd deze daarna ingedrukt totdat u een piep hoort om te wijzigen wat er normaal gesproken op het display wordt weergegeven.
Automatische volumeregeling Deze voorziening zorgt ervoor dat het geluidsvolume bij het toenemen van de rijgeluiden bij hogere snelheden automatisch wordt gecompenseerd. Zet het volume met de bovenste knop op het gewenste niveau. Druk op AUTO om de functie voor automatische volumeregeling in te schakelen. Druk herhaaldelijk op AUTO om door de vier volumecompensatieniveaus te bladeren. U kunt kiezen uit AUTO VOLUME MIN (automatisch volume minimaal), AUTO VOLUME MED (automatisch volume medium), AUTO VOLUME MAX (automatisch volume maximaal) en AUTO VOLUME OFF (automatisch volume uit).
111 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 112 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Elke hogere instelling geeft meer volumecompensatie bij hogere rijsnelheden. In de positie AUTO VOLUME OFF (automatisch volume uit) is deze functie uitgeschakeld. Als deze voorziening is ingeschakeld, stelt de geluidsinstallatie automatisch het volume bij zodat de geluidssterkte die u hoort steeds gelijk blijft. Mute Druk op MUTE om het systeem te onderbreken. Druk nog een keer om het geluid weer in te schakelen.
. . . 112
Luidsprekers afstellen Druk herhaaldelijk op de knop om de luidsprekerregeling BALANCE of FADE te selecteren. Door BALANCE te kiezen, kunt u het geluid tussen de rechter- en linkerluidsprekers regelen. Door FADE te kiezen kunt u het geluid tussen de voor- en achterluidsprekers regelen. Nadat u de gewenste luidsprekerregeling hebt gekozen, draait u de knop naar rechts of naar links om de luidsprekers in te stellen.
U kunt snel alle luidsprekerregelingen op hun middenposities afstellen door de knop ingedrukt te houden terwijl een luidsprekerregeling wordt weergegeven. De middenstand zorgt voor balans in het niveau. U kunt snel alle luidspreker- en geluidsregelingen op hun middenposities afstellen door geen regeling te selecteren. U houdt gewoon de knop ingedrukt als er geen toon- of luidsprekerregeling wordt weergegeven. AUDIO SETTINGS CENTERED (audio-instellingen gecentreerd) wordt op het display weergegeven.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 113 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Toonregeling met de hand Druk de knop herhaaldelijk in om te kiezen tussen de toonregeling voor BASS (lage tonen) of TREBLE (hoge tonen). Na het kiezen van de gewenste toonregeling draait u de knop naar rechts of naar links om het niveau van de geselecteerde toon te verhogen of te verlagen. U kunt snel alle toonregelingen op hun middenposities afstellen door de knop ingedrukt te houden terwijl er een toonregeling wordt weergegeven. De middenstand zorgt voor balans in het niveau.
U kunt snel alle luidspreker- en geluidsregelingen op hun middenposities afstellen door geen regeling te selecteren. U houdt gewoon de knop ingedrukt als er geen toon- of luidsprekerregeling wordt weergegeven. AUDIO SETTINGS CENTERED (audio-instellingen gecentreerd) wordt op het display weergegeven.
Instellingen toonregeling Druk de toets AUTO EQ een paar maal in om te kiezen tussen de verschillende reeds ingestelde voorkeuzestanden voor de toonregeling van verschillende soorten muziek of radiozenders. Deze functie heeft instellingen voor de volgende muziek- of zendertypes: klassiek, pop, rock, jazz, praatprogramma's en country. De radio slaat in het geheugen afzonderlijke afstellingen voor elke geluidsbron en elke voorkeuzezender op. Wanneer u de toonregeling terug wilt zetten op de handmatige stand, druk dan op de knop AUTO EQ en laat deze los totdat CUSTOM op het display wordt weergegeven of stel de toon handmatig bij met de knop. Zie "Handmatige toonregeling" eerder in dit hoofdstuk.
113 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 114 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen EEN ZENDER ZOEKEN Golfbandkeuze Druk op BAND om de AM, FM1 of FM2 band te kiezen. Afstemmen Draai de knop naar rechts om naar de volgende zender en naar links om naar de vorige zender te gaan. Automatisch zoeken van radiozenders Druk op de knop SEEK | of | om de radio op een hogere of lagere zender te zetten en daar te laten staan. De radio zal niet stoppen bij radiozenders met zwakke ontvangst.
. . . 114
Radiozenders scannen Druk twee seconden op een van de zijden van de knop | SCAN | totdat FREQUENCY SCAN op het display wordt weergegeven. De radio zoekt daarna de volgende zender en blijft daar enkele seconden staan. Daarna gaat het systeem naar de volgende zender, blijft daar staan en gaat daarna weer verder. Druk opnieuw op | SCAN | om te stoppen met scannen.
De radio zal niet stoppen bij radiozenders met zwakke ontvangst.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 115 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Voorkeuzezenders scannen Wanneer u een voorproefje wilt krijgen van alle ingestelde zenders, houd dan een van beide zijden van de knop | SCAN | meer dan vier seconden ingedrukt totdat PRESET SCAN op het display wordt weergegeven. De radio zoekt de volgende ingestelde zender en blijft daar enkele seconden hangen. Daarna gaat de radio naar de volgende ingestelde zender en blijft daar staan. Daarna gaat hij verder. De radio zal niet stoppen bij radiozenders met zwakke ontvangst. Druk de toets nogmaals in of druk op een van de voorgeprogrammeerde druktoetsen om deze functie te stoppen.
Radiozenders voorprogrammeren Met behulp van de voorkeuzetoetsen kunt u een aantal van uw favoriete radiozenders voorprogrammeren. Met iedere voorkeuzetoets kan een radiozender op AM, op FM1 en op de FM2-band worden geprogrammeerd. 1. Druk op BAND om de AM, FM1 of FM2 band te kiezen. 2. Stem op een radiozender af. 3. Druk de toets AUTO EQ herhaaldelijk in om één van de vooraf ingestelde toonprofielen te kiezen die het best bij het gekozen radioprogramma past. 4. Druk een voorkeuzetoets in en houd hem ingedrukt tot u een pieptoon hoort. Als de bewuste toets opnieuw wordt ingedrukt, wordt op de voorkeuzezender afgestemd. 5. Herhaal deze handelingen voor iedere voorkeuzetoets.
GELUIDSBRON KIEZEN Druk CD AUX in om over te schakelen van de radio naar een CD. Druk op BAND om terug te schakelen naar de radio. Druk nog een keer op CD AUX om een afspeelapparaat op afstand af te spelen (waar aanwezig en aangesloten).
115 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 116 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen AANSLUITING VOOR EXTRA APPARAAT U kunt een extra apparaat op uw audiosysteem aansluiten. Er kan een draagbaar muziekapparaat, zoals een MP3-speler, iPod, PDA, laptop (met microfooningang) of een cassettespeler, worden aangesloten op de geluidsinstallatie; dit kan via de radio en de luidsprekers worden afgespeeld. Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van een extra apparaat met de geluidsinstallatie. FOUTMELDINGEN Als er ooit een foutmelding op het display verschijnt, raadpleeg dan "Foutmeldingen" verderop in dit hoofdstuk.
. . . 116
EIGENSCHAPPEN EN BEDIENING VAN HET RDS Het RDS-systeem: • biedt u de mogelijkheid alleen radiozenders op te zoeken met het type programma waarnaar u wenst te luisteren. • biedt u de mogelijkheid om berichten van radiozenders te ontvangen en op het display weer te geven. • biedt u de mogelijkheid om zenders te zoeken die verkeersberichten uitzenden.
• onderbreekt de radio-ontvangst of CD om berichten te ontvangen betreffende plaatselijke of nationale noodtoestanden. RDS-voorzieningen zijn alleen beschikbaar voor FM-zenders die RDS-informatie uitzenden. In uitzonderlijke gevallen kan een radiozender onjuiste informatie uitzenden waardoor de radiofuncties niet juist zullen werken. Als dit gebeurt, moet u contact opnemen met de radiozender.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 117 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Als u hebt afgestemd op een RDSzender, verschijnt de naam van de radiozender op het display in plaats van de frequentie. De meeste RDS-zenders geven hun zendernaam, de tijd en het programmatype voor het actuele programma. Zenders kunnen ook de naam weergeven van het programma dat wordt uitgezonden.
RDS-zenders zoeken Bepaald soort programma's zoeken: 1. Druk op de knop CAT om een programmatype te selecteren. Het laatst geselecteerde programmatype wordt op het display weergegeven. 2. Draai de knop totdat het gewenste programmatype op het display wordt weergegeven. 3. Druk op een SEEK-pijl om een zoekactie te starten. De radio gaat op zoek naar de eerste zender die programma's uitzendt van het geselecteerde programmatype.
4. Als u een andere zender wilt zoeken met hetzelfde programmatype en de programmatypenaam wordt opnieuw weergegeven op het display, drukt u nogmaals op de SEEK-pijl. Wanneer de programmatypenaam niet op het display wordt weergegeven, druk dan een keer op CAT om de naam weer te geven. Druk daarna nog een keer op de knop om de volgende zender te zoeken. Wanneer er geen zenders met het geselecteerde programmatype worden gevonden, wordt NONE op het display weergegeven. De radio keert terug naar de laatst ingestelde frequentie.
117 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 118 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Scannen op programmatype: 1. Druk op de knop CAT om een programmatype te selecteren. Het laatst geselecteerde programmatype wordt op het display weergegeven. 2. Draai de knop totdat het gewenste programmatype op het display wordt weergegeven. 3. Houd een van de pijltjes SCAN ingedrukt totdat u een piep hoort waarmee een zoekopdracht wordt geactiveerd. SCAN CATEGORY (categorie scannen) wordt op het display weergegeven. De radio scant de RDS-zenders die programma's uitzenden van het geselecteerde programmatype.
. . . 118
4. Druk opnieuw op de knop SCAN om de scanfunctie te stoppen.
Display-regeling Druk herhaaldelijk op de knop om een RDS-zendernaam, frequentie, programmatype of programmanaam weer te geven (indien beschikbaar).
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 119 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Voorgeprogrammeerde programmatypes Elke voorkeuzetoets kan worden gebruikt om een FM1 en een FM2 programmatype te programmeren: 1. Druk BAND in om FM1 of FM2 te kiezen. 2. Druk op de knop CAT om een programmatype te selecteren. Op het display verschijnen TYPE en de naam van het geselecteerde programmatype. 3. Druk een voorkeuzetoets in en houd hem ingedrukt tot u een pieptoon hoort. Wanneer dezelfde toets nogmaals wordt ingedrukt, zal het programmatype weer terugkeren. 4. Herhaal deze handelingen voor iedere voorkeuzetoets.
Verkeersinformatie Als u heeft afgestemd op een radiozender die verkeersinformatie uitzendt, dan wordt TA op het display weergegeven. Wanneer u niet heeft afgestemd op een zender die verkeersberichten uitzendt, druk dan op TRAF om de volgende zender die wel verkeersberichten uitzendt te zoeken. Wanneer er geen zender wordt gevonden, wordt NO TRAFFIC INFO op het display weergegeven. Wanneer er een verkeersbericht op de huidige radiozender wordt uitgezonden, hoort u het bericht, zelfs wanneer het volume laag staat of wanneer er een cd wordt afgespeeld. Druk de toets TRAF nogmaals in om de voorziening voor de verkeersberichten uit te schakelen.
Tekstberichten Mededelingen zijn aanvullende informatie, zoals de titel van een lied, de naam van een artiest, de naam van de omroeporganisatie, een slogan, enz. Als de RDS-zender waarop is afgestemd berichten heeft uitgezonden die nog niet zijn bekeken, dan verschijnt INFO op het display. Druk op de knop om het bericht weer te geven. Indien het gehele bericht niet op het display verschijnt, dan zullen delen van het bericht elke drie seconden verschijnen tot het gehele bericht is ontvangen.
119 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 120 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Wanneer u de delen van het bericht sneller dan elke drie seconden wilt bekijken, druk dan opnieuw op de knop . Telkens wanneer u op de knop drukt, wordt het volgende deel van het bericht weergegeven. Nadat het gehele bericht op het display is verschenen, zal INFO van het display verdwijnen tot een volgend nieuw bericht wordt ontvangen. Tot er een nieuw bericht wordt ontvangen of de radio wordt afgestemd op een andere zender, kan het oude bericht opnieuw worden weergegeven door op de knop te drukken. Wanneer de knop wordt ingedrukt terwijl het informatiesymbool niet op het display staat en er geen oud bericht door de radio is opgeslagen, wordt NO INFO op het display weergegeven.
. . . 120
Berichten over noodtoestanden Het systeem zal automatisch de uitzending onderbreken voor het ontvangen van plaatselijke of landelijke belangrijke berichten. ALERT verschijnt op het display. Uitzendingen over noodtoestanden kunnen niet worden afgezet. Het bericht is ook hoorbaar wanneer het volume is gedempt of er een cd wordt afgespeeld. Wanneer de uitzending over noodtoestanden ten einde komt, zal de radio weer worden afgestemd op de volume-instelling en de zender waar u naar luisterde voor aanvang van de uitzending of zal het inschakelen van de CD weer plaatsvinden. Let op: Deze functie wordt niet ondersteund door alle RDS-zenders.
Alternatieve frequenties (AF) Deze voorziening zorgt ervoor dat de radio automatisch op een krachtigere zender afstemt met hetzelfde type programma. Druk de toets BAND in en houd hem vier seconden ingedrukt om deze functie in te schakelen. AF ON zal op het display verschijnen. De radio kan overschakelen op krachtigere radiozenders. Houd de toets BAND opnieuw vier seconden ingedrukt om deze functie weer uit te schakelen. AF OFF zal op het display verschijnen. De radio zal niet overschakelen op andere radiozenders.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 121 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 CD-speler Deze speler is geen CD-wisselaar. U kunt slechts een schijf tegelijkertijd in deze speler plaatsen. Schuif de CD gedeeltelijk in de opening met de label aan de bovenkant. De speler zal de CD dan geheel naar binnen trekken. Als het contact aan staat, zal het afspelen van de CD direct na het inbrengen beginnen. Wanneer het contact of de radio uitgeschakeld is, blijft de cd in de speler. Wanneer het contact en de radio ingeschakeld worden, gaat de cd verder met afspelen op het punt waar de cd was gestopt. CD en het cd-symbool worden op het display weergegeven. Het nummer van het muziekstuk verschijnt op het display wanneer elk muziekstuk met afspelen begint.
CD's met de gebruikelijke afmetingen kunnen in de speler worden aangebracht. De kleinere 8 cm CD's kunnen echter alleen met behulp van een speciale adapter worden afgespeeld. Bij het afspelen van een CD-R kan de geluidskwaliteit minder zijn als gevolg van de kwaliteit van de CDR, de opnamemethode, de kwaliteit van de opgenomen muziek of de manier waarop de CD-R is behandeld. Het gevolg kan zijn overslaan, problemen met het vinden van tracks en/of met het in- en uitvoeren van CD-R's. Raak het signaaloppervlak onder geen enkele omstandigheid aan tijdens het hanteren van een schijf. Houd schijven vast bij de buitenrand of bij het middelste gat en de buitenrand. Wanneer deze problemen zich voordoen, controleer dan de onderzijde van de cd op schade of probeer een cd waarvan u weet dat hij goed is.
OPMERKING Breng geen papieren labels aan op cd's. De labels kunnen vast komen te zitten in de speler. Steek slechts een cd per keer in het apparaat. Gebruik geen bekraste of beschadigde cd's. Houd andere voorwerpen, vloeistoffen en vuil uit de buurt van de laadsleuf. Als er ooit een foutmelding op het display verschijnt, raadpleeg dan "Foutmeldingen" verderop in dit hoofdstuk. Indien storingen steeds weer plaatsvinden of indien een storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met uw dealer. Geef foutcodes die misschien op het display zijn verschenen aan uw dealer.
121 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 122 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen EEN CD AFSPELEN Gebruik de toetsen voor geluidsvolume, toon en de toetsen voor de luidsprekers op dezelfde manier als voor de radio. Andere bedieningsknoppen kunnen verschillende functies hebben wanneer een CD naar binnen wordt gestoken. Draai de knop naar rechts of links om naar het volgende of vorige nummer te gaan. (terug): houd deze knop ingedrukt om snel terug door een nummerselectie te spoelen. (vooruit): houd deze knop ingedrukt om snel vooruit door een nummerselectie te spoelen. Druk op de toets SEEK | om door te spoelen naar het begin van het volgende nummer. Om de huidige selectie opnieuw te starten, als het meer dan acht seconden heeft gespeeld, of om de vorige selectie af te spelen, drukt u op de toets | SEEK.
. . . 122
Als u de toets ingedrukt houdt of deze meermalen indrukt, zal de speler de CD verder voorwaarts of achterwaarts blijven doorspoelen. Druk en houdt een van de pijlen op de toets SCAN meer twee seconden ingedrukt (totdat SCAN op het display verschijnt en u een pieptoon hoort) om een aantal seconden van het begin van elk muziekstuk op de CD af te luisteren. Druk nogmaals in om deze zoekfunctie uit te schakelen.
Druk op RDM om de tracks willekeurig en niet op volgorde af te spelen. RANDOM DISC PLAY (willekeurig afspelen disk) wordt op het display weergegeven. Druk nog een keer om de functie te stoppen. Druk op RPT (herhalen) om opnieuw naar een selectie te luisteren. De huidige selectie zal opnieuw worden herhaald. REPEAT zal op het display verschijnen. Druk de toets nogmaals in om het herhaald afspelen uit te schakelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 123 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Druk op MUTE om het systeem te onderbreken. Druk nog een keer om het geluid weer in te schakelen. Druk op de toets BAND om de CD te stoppen en over te schakelen op radioweergave. Druk de CD AUX-toets opnieuw in om afspelen van de CD te hervatten. Druk nog een keer op CD AUX om een weergaveapparaat op afstand af te spelen (indien aanwezig). Wanneer u een AUTO EQ-instelling kiest voor uw CD-speler, wordt deze telkens geactiveerd wanneer u een CD afspeelt. Zie "Instellingen toonregeling" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie. Voor het uitwerpen van de CD drukt u op de toets (bevindt zich naast de sleuf voor de CD).
AFSPEELLIJSTMODUS Met deze voorziening kunnen meer dan 20 muziekstukken in het geheugen worden opslaan. Muziekstukken opslaan in de afspeellijst: 1. Zorg ervoor dat de CD-speler is ingeschakeld. 2. Zorg ervoor dat het systeem nog niet in de afspeellijstmodus staat. S-LIST mag niet op het display worden weergegeven. Als S-LIST wel is weer gegeven, druk dan op om het uit te schakelen. 3. Druk op het pijltje SEEK of draai de onderste knop om naar de gewenste track te gaan. Het muziekstuk wordt afgespeeld.
4. Houd ingedrukt. Wanneer de eerste keer wordt ingedrukt, hoort u een pieptoon. Wanneer de track in de afspeellijst wordt opgeslagen, wordt ADDED SONG (toegevoegde track) op het display weergegeven. 5. Herhaal de stappen 3 en 4 om andere muziekstukken op te slaan in de afspeellijst.
123 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 124 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Als u meer dan 20 tracks probeert op te slaan in de afspeellijst, wordt SONGLIST FULL (afspeellijst vol) op het display weergegeven. Druk op om de afspeellijst af te laten spelen. U zult één pieptoon horen. S-LIST moet op het display worden weergegeven. De muziekstukken worden afgespeeld in de volgorde waarin ze zijn opgeslagen. Om de afspeellijst te doorzoeken, drukt u op een van beide zijden van de toets SEEK. Om de afspeellijst-functie een muziekstuk af te spelen, moet de CD in de speler geplaatst blijven. Als de CD uit de speler wordt uitgeworpen, worden eventuele muziekstukken van die CD automatisch gewist in de afspeellijst.
. . . 124
Afzonderlijke muziekstukken uit de afspeellijst verwijderen. 1. Zorg ervoor dat de CD-speler is ingeschakeld. 2. Zorg dat het systeem in de afspeellijstmodus staat. S-LIST moet op het display worden weergegeven. Als S-LIST niet wordt weergegeven, druk dan op om de functie in te schakelen.
3. Druk op het pijltje SEEK of draai de onderste knop om naar de track te gaan die u wilt verwijderen. 4. Houd minimaal twee seconden ingedrukt. Laat de toets los wanneer SONG REMOVED (track verwijderd) op het display wordt weergegeven. 5. Herhaal de stappen 3 en 4 om andere muziekstukken uit de afspeellijst te verwijderen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 125 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Alle muziekstukken uit de afspeellijst verwijderen. 1. Zorg ervoor dat de CD-speler is ingeschakeld. 2. Zorg dat het systeem in de afspeellijstmodus staat. S-LIST moet op het display worden weergegeven. Als S-LIST niet wordt weergegeven, druk dan op om de functie in te schakelen. 3. Houd minimaal vier seconden ingedrukt. Wanneer de eerste keer wordt ingedrukt, hoort u een pieptoon. SONGLIST EMPTY (afspeellijst leeg) wordt op het display weergegeven om te bevestigen dat alle tracks uit de afspeellijst zijn verwijderd.
Druk op om de afspeellijststand uit te schakelen. U zult één pieptoon horen. S-LIST verdwijnt van het display.
Cd's met MP3-bestanden afspelen Wanneer u uw eigen MP3-cd op een computer brandt: • Zorg dat de MP3-bestanden op een CD-R worden opgenomen. • Bestanden kunnen met verschillende vaste of variabele bitsnelheden worden opgenomen. • De titel van een nummer, de naam van een artiest en de naam van de cd zijn beschikbaar wanneer de cd is opgenomen met ID3-tags versies 1 en 2. • Combineer standaardaudio- en MP3-bestanden niet op één cd. • Zorg dat de speellijsten de volgende extensies hebben: - .mp3 - .wpl Bestanden met andere extensies werken niet altijd.
125 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 126 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen De speler kan maximaal 50 mappen, 50 afspeellijsten, 10 sessies en 255 bestanden lezen en afspelen. Lange bestands-, map- of afspeellijstnamen of een combinatie van een groot aantal bestanden en mappen of afspeellijsten kan ervoor zorgen dat de spelep niet het maximaal aantal bestanden, mappen, afspeellijsten of sessies kan afspelen.
. . . 126
Hoofddirectory De hoofddirectory wordt behandeld als een map. Wanneer de hoofddirectory gecomprimeerde audiobestanden bevat, wordt de directory weergegeven als F1 ROOT. Bestanden worden in de hoofddirectory opgeslagen wanneer de disk of het opslagapparaat geen mappen bevat. Lege directory of map Wanneer een hoofddirectory of een map leeg is of alleen mappen bevat, dan gaat de speler automatisch naar de volgende map in de bestandsstructuur die een gecomprimeerd audiobestand bevat. Lege mappen worden niet weergegeven.
Afspeelvolgorde Tracks worden als volgt op volgorde afgespeeld: 1. Afspeellijsten 2. Bestanden in de hoofddirectory. 3. Bestanden in mappen. Bestandssysteem en namen De weergegeven titel van het nummer wordt overgenomen uit de ID3-tag van het bestand. Wanneer er geen titel voor het nummer in de ID3-tag wordt vermeld, geeft de radio de bestandsnaam als de naam van het nummer weer. Bestands- en mapnamen mogen maximaal 32 tekens lang zijn.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 127 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Ingeprogrammeerde afspeellijsten De radio herkent ingeprogrammeerde afspeellijsten die zijn gemaakt met de software van WinAmp™, MusicMatch™ of Real Jukebox™. De bestanden kunnen echter niet worden bewerkt.
EEN MP3-AUDIOBESTAND AFSPELEN Schuif de CD gedeeltelijk in de opening met de label aan de bovenkant. De speler zal de CD dan geheel naar binnen trekken. READING (lezen) wordt op het display weergegeven. Als het contact aan staat, zal het afspelen van de CD direct na het inbrengen beginnen. Wanneer het contact of de radio uitgeschakeld is, blijft de cd in de speler. Wanneer het contact en de radio ingeschakeld worden, gaat de cd verder met afspelen op het punt waar de cd was gestopt.
Op het display wordt een CD- pictogram getoond. Het nummer van het muziekstuk verschijnt op het display wanneer elk muziekstuk met afspelen begint. Gebruik de toetsen voor geluidsvolume, toon en de toetsen voor de luidsprekers op dezelfde manier als voor de radio. Andere bedieningsknoppen kunnen verschillende functies hebben wanneer een CD naar binnen wordt gestoken.
127 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 128 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Afstemmen Draai de knop naar rechts of links om naar het volgende of vorige nummer te gaan. Vorige/Volgende map (vorige map): druk op deze knop om naar het eerste nummer in de vorige map te gaan. (volgende map): druk op deze knop om naar het eerste nummer in de volgende map te gaan. Snel vooruitspoelen/ Snel terugspoelen (terug): houd deze knop ingedrukt om snel terug door een nummerselectie te spoelen. (vooruit): houd deze knop ingedrukt om snel vooruit door een nummerselectie te spoelen.
. . . 128
Nummers herhalen Wanneer u herhaaldelijk op RPT drukt, bladert het systeem door de volgende afspeelstanden: • REPEAT (herhalen) De huidige track wordt herhaald. • REPEAT FOLDER (map herhalen) De tracks in de huidige map worden herhaald. • REPEAT OFF (herhaald afspelen uit) Selecteer deze instelling om herhaald afspelen uit te schakelen.
Willekeurig afspelen Wanneer u herhaaldelijk op RDM drukt, bladert het systeem door de volgende afspeelstanden: • RANDOM DISC PLAY (willekeurig afspelen van tracks op de huidige disk) Het systeem speelt de tracks willekeurig af, dus niet op volgorde. • RANDOM FOLDER (willekeurig binnen map) Het systeem speelt de tracks in de huidige map willekeurig af, niet op volgorde. • RANDOM OFF (willekeurig afspelen uit) Selecteer deze instelling om willekeurig afspelen uit te schakelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 129 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Mute Druk op MUTE om het systeem te onderbreken. Druk nog een keer om het geluid weer in te schakelen. Zoeken Druk op de toets SEEK | om door te spoelen naar het begin van het volgende nummer. Om de huidige selectie opnieuw te starten, als het meer dan acht seconden heeft gespeeld, of om de vorige selectie af te spelen, drukt u op de toets | SEEK. Als u de toets ingedrukt houdt of deze meermalen indrukt, zal de speler de CD verder voorwaarts of achterwaarts blijven doorspoelen.
Display-regeling Druk op terwijl er een cd met MP3bestanden is geladen om de naam van de artiest en het album weer te geven. Geluidsbron kiezen Druk op de toets BAND om de CD te stoppen en over te schakelen op radioweergave. Druk de CD AUX-toets opnieuw in om afspelen van de CD te hervatten.
CD's uitwerpen Voor het uitwerpen van de CD drukt u op de toets (bevindt zich naast de sleuf voor de CD). Het uitwerpen kan worden geactiveerd als het contact of de radio is uitgeschakeld. –
129 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 130 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen RDS-GELUIDSINSTALLATIE MET CD-SPELER VOOR 6 CD'S (OOK GESCHIKT VOOR MP3) Klok Indien uw auto uitgerust is met het navigatiesysteem, raadpleeg dan de afzonderlijke handleiding over het navigatiesysteem voor het op tijd zetten van de klok. Instellen van de plaatselijke tijd Het gelijkzetten van de klok geschiedt als volgt: 1. Druk op of om de klokstand in te schakelen. - Druk op en houdt hem ingedrukt om de uren te laten verspringen, of - Druk op en houd hem ingedrukt om de minuten te laten verspringen.
. . . 130
2. Druk op de onderste knop om 12-uursweergave of 24-uursweergave te selecteren.
Het huidige display verdwijnt automatisch na een tijdje.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 131 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Gebruik van de radio BEDIENING VAN DE RADIO Aan/uit-toets Druk de bovenste knop iets in om het systeem in te schakelen. Druk nog een keer op de knop om het systeem uit te schakelen. Volumeregelaar Draai de bovenste knop naar rechts om het volume te verhogen en naar links om het te verlagen.
Display-regeling Druk wanneer u RDS gebruikt op de knop om een RDS-zendernaam, frequentie, programmatype of programmanaam weer te geven (indien beschikbaar). Druk op de knop om het gewenste display op te roepen en houd deze daarna ingedrukt totdat u een piep hoort om te wijzigen wat er normaal gesproken op het display wordt weergegeven.
Geluidscompensatie AudioPilot® Deze voorziening zorgt ervoor dat het geluidsvolume bij het toenemen van de rijgeluiden bij hogere snelheden automatisch wordt gecompenseerd. Deze functie werkt beter bij lagere volume-instellingen. Bij hogere volume-instellingen kunnen er weinig of geen aanpassingen mogelijk zijn. Zet het volume met de bovenste knop op het gewenste niveau. Schakel deze functie in door op AUTO te drukken totdat AUTO VOLUME ON op het display wordt weergegeven. Schakel deze functie uit door op AUTO te drukken totdat AUTO VOLUME OFF op het display wordt weergegeven. Als deze voorziening is ingeschakeld, stelt de geluidsinstallatie automatisch het volume bij zodat de geluidssterkte die u hoort steeds gelijk blijft.
131 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 132 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Luidsprekers afstellen Druk herhaaldelijk op de knop om de luidsprekerregeling BALANCE of FADE te selecteren. Door BALANCE te kiezen, kunt u het geluid tussen de rechter- en linkerluidsprekers regelen. Door FADE te kiezen kunt u het geluid tussen de voor- en achterluidsprekers regelen.
. . . 132
Nadat u de gewenste luidsprekerregeling hebt gekozen, draait u de knop naar rechts of naar links om de luidsprekers in te stellen. U kunt snel alle luidsprekerregelingen op hun middenposities afstellen door de knop ingedrukt te houden terwijl een luidsprekerregeling wordt weergegeven. De middenstand zorgt voor balans in het niveau.
U kunt snel alle luidspreker- en geluidsregelingen op hun middenposities afstellen door geen regeling te selecteren. U houdt gewoon de knop ingedrukt als er geen toon- of luidsprekerregeling wordt weergegeven.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 133 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 AUDIO SETTINGS CENTERED (audio-instellingen gecentreerd) wordt op het display weergegeven. Toonregeling met de hand Druk de knop herhaaldelijk in om te kiezen tussen de toonregeling voor BASS (lage tonen) of TREBLE (hoge tonen). Na het kiezen van de gewenste toonregeling draait u de knop naar rechts of naar links om het niveau van de geselecteerde toon te verhogen of te verlagen. U kunt snel alle toonregelingen op hun middenposities afstellen door de knop ingedrukt te houden terwijl er een toonregeling wordt weergegeven. De middenstand zorgt voor balans in het niveau. U kunt snel alle luidspreker- en geluidsregelingen op hun middenposities afstellen door geen regeling te selecteren. U houdt gewoon de knop ingedrukt als er geen toon- of luidsprekerregeling wordt weergegeven.
AUDIO SETTINGS CENTERED (audio-instellingen gecentreerd) wordt op het display weergegeven. Instellingen toonregeling Druk de toets AUTO EQ een paar maal in om te kiezen tussen de verschillende reeds ingestelde voorkeuzestanden voor de toonregeling van verschillende soorten muziek of radiozenders. De radio slaat in het geheugen afzonderlijke afstellingen voor elke geluidsbron en elke voorkeuzezender op. De instellingen voor de toonregeling zijn EQ1 tot en met EQ6 en CUSTOM (aangepast).
Raak een van de toetsen, EQ1 tot en met EQ6, aan om de gewenste instelling voor de automatische toonregeling te selecteren. Wanneer u de toonregeling terug wilt zetten op de handmatige stand, druk dan op de knop AUTO EQ en laat deze los totdat CUSTOM op het display wordt weergegeven of stel de toon handmatig bij met de knop. Zie "Handmatige toonregeling" eerder in dit hoofdstuk.
133 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 134 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen EEN ZENDER ZOEKEN Golfbandkeuze Druk op BAND om de AM, FM1 of FM2 band te kiezen. Afstemmen Draai de knop naar rechts om naar de volgende zender en naar links om naar de vorige zender te gaan. Automatisch zoeken van radiozenders Druk op de knop SEEK | of | om de radio op een hogere of lagere zender te zetten en daar te laten staan. De radio zal niet stoppen bij radiozenders met zwakke ontvangst.
. . . 134
Radiozenders scannen Druk twee seconden op een van de zijden van de knop | SCAN | totdat FREQUENCY SCAN op het display wordt weergegeven. De radio zoekt daarna de volgende zender en blijft daar enkele seconden staan. Daarna gaat het systeem naar de volgende zender, blijft daar staan en gaat daarna weer verder. Druk opnieuw op | SCAN | om te stoppen met scannen.
De radio zal niet stoppen bij radiozenders met zwakke ontvangst.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 135 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Voorkeuzezenders scannen Wanneer u een voorproefje wilt krijgen van alle ingestelde zenders, houd dan een van beide zijden van de knop | SCAN | meer dan vier seconden ingedrukt totdat PRESET SCAN op het display wordt weergegeven. De radio zoekt de volgende ingestelde zender en blijft daar enkele seconden hangen. Daarna gaat de radio naar de volgende ingestelde zender en blijft daar staan. Daarna gaat hij verder. De radio zal niet stoppen bij radiozenders met zwakke ontvangst. Druk de toets nogmaals in of druk op een van de voorgeprogrammeerde druktoetsen om deze functie te stoppen.
Radiozenders voorprogrammeren Met behulp van de voorkeuzetoetsen kunt u een aantal van uw favoriete radiozenders voorprogrammeren. Met iedere voorkeuzetoets kan een radiozender op AM, op FM1 en op de FM2-band worden geprogrammeerd. 1. Druk op BAND om de AM, FM1 of FM2 band te kiezen. 2. Stem op een radiozender af. 3. Druk de toets AUTO EQ herhaaldelijk in om één van de vooraf ingestelde toonprofielen te kiezen die het best bij het gekozen radioprogramma past.
4. Druk een voorkeuzetoets in en houd hem ingedrukt tot u een pieptoon hoort. Als de bewuste toets opnieuw wordt ingedrukt, wordt op de voorkeuzezender afgestemd. 5. Herhaal deze handelingen voor iedere voorkeuzetoets.
135 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 136 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Geluidsbron kiezen Druk op de toets BAND om de CD te stoppen en over te schakelen op radioweergave. Druk de CD AUX-toets opnieuw in om afspelen van de CD te hervatten. Druk nog een keer op CD AUX om een weergaveapparaat op afstand af te spelen (indien aanwezig). AANSLUITING VOOR EXTRA APPARAAT U kunt een extra apparaat op uw audiosysteem aansluiten. Er kan een draagbaar muziekapparaat, zoals een MP3-speler, iPod, PDA, laptop (met microfooningang) of een cassettespeler, worden aangesloten op de geluidsinstallatie; dit kan via de radio en de luidsprekers worden afgespeeld. Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van een extra apparaat met de geluidsinstallatie.
. . . 136
Foutmeldingen Als er ooit een foutmelding op het display verschijnt, raadpleeg dan "Foutmeldingen" verderop in dit hoofdstuk.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 137 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 EIGENSCHAPPEN EN BEDIENING VAN HET RDS Het RDS-systeem: • biedt u de mogelijkheid alleen radiozenders op te zoeken met het type programma waarnaar u wenst te luisteren. • biedt u de mogelijkheid om berichten van radiozenders te ontvangen en op het display weer te geven. • biedt u de mogelijkheid om zenders te zoeken die verkeersberichten uitzenden. • onderbreekt de radio-ontvangst of CD om berichten te ontvangen betreffende plaatselijke of nationale noodtoestanden.
RDS-voorzieningen zijn alleen beschikbaar voor FM-zenders die RDS-informatie uitzenden. In uitzonderlijke gevallen kan een radiozender onjuiste informatie uitzenden waardoor de radiofuncties niet juist zullen werken. Als dit gebeurt, moet u contact opnemen met de radiozender. Als u hebt afgestemd op een RDSzender, verschijnt de naam van de radiozender op het display in plaats van de frequentie. De meeste RDS-zenders geven hun zendernaam, de tijd en het programmatype voor het actuele programma. Zenders kunnen ook de naam weergeven van het programma dat wordt uitgezonden.
RDS-zenders zoeken Bepaald soort programma's zoeken: 1. Druk op de knop CAT om een programmatype te selecteren. Het laatst geselecteerde programmatype wordt op het display weergegeven. 2. Draai de knop totdat het gewenste programmatype op het display wordt weergegeven. 3. Druk op een SEEK-pijl om een zoekactie te starten. De radio gaat op zoek naar de eerste zender die programma's uitzendt van het geselecteerde programmatype.
137 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 138 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen 4. Als u een andere zender wilt zoeken met hetzelfde programmatype en de programmatypenaam wordt opnieuw weergegeven op het display, drukt u nogmaals op de SEEKpijl. Wanneer de programmatypenaam niet op het display wordt weergegeven, druk dan een keer op CAT om de naam weer te geven. Druk daarna nog een keer op de knop om de volgende zender te zoeken. Wanneer de programmatypestand niet wordt weergegeven, moet u de procedure vanaf stap 1 opnieuw uitvoeren.
. . . 138
Wanneer de voorzieningen Traffic Announcement en de Program Type actief zijn, dan zal de radio alleen zoeken naar radiozenders die van het gekozen programmatype zijn en die verkeersinformatie uitzenden. Wanneer er geen zenders met het geselecteerde programmatype worden gevonden, wordt NONE op het display weergegeven. De radio keert terug naar de laatst ingestelde frequentie.
Scannen op programmatype: 1. Druk op de knop CAT om een programmatype te selecteren. Het laatst geselecteerde programmatype wordt op het display weergegeven. 2. Draai de knop totdat het gewenste programmatype op het display wordt weergegeven.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 139 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 3. Houd een van de pijltjes SCAN ingedrukt totdat u een piep hoort waarmee een zoekopdracht wordt geactiveerd. SCAN CATEGORY (categorie scannen) wordt op het display weergegeven. De radio scant de RDS-zenders die programma's uitzenden van het geselecteerde programmatype. 4. Druk opnieuw op de knop SCAN om de scanfunctie te stoppen.
Display-regeling Druk herhaaldelijk op de knop om een RDS-zendernaam, frequentie, programmatype of programmanaam weer te geven (indien beschikbaar). Voorgeprogrammeerde programmatypes Elke voorkeuzetoets kan worden gebruikt om een FM1 en een FM2 programmatype te programmeren: • Druk BAND in om FM1 of FM2 te kiezen. • Druk op de knop CAT om een programmatype te selecteren. Op het display verschijnen TYPE en de naam van het geselecteerde programmatype. • Druk een voorkeuzetoets in en houd hem ingedrukt tot u een pieptoon hoort. Wanneer dezelfde toets nogmaals wordt ingedrukt, zal het programmatype weer terugkeren. • Herhaal deze handelingen voor iedere voorkeuzetoets.
Verkeersinformatie Als u heeft afgestemd op een radiozender die verkeersinformatie uitzendt, dan wordt TA op het display weergegeven. Wanneer u niet heeft afgestemd op een zender die verkeersberichten uitzendt, druk dan op TRAF om de volgende zender die wel verkeersberichten uitzendt te zoeken. Wanneer er geen zender wordt gevonden, wordt NO TRAFFIC INFO op het display weergegeven. Wanneer er een verkeersbericht op de huidige radiozender wordt uitgezonden, hoort u het bericht, zelfs wanneer het volume laag staat of wanneer er een cd wordt afgespeeld. Druk de toets TRAF nogmaals in om de voorziening voor de verkeersberichten uit te schakelen.
139 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 140 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Tekstberichten Mededelingen zijn aanvullende informatie, zoals de titel van een lied, de naam van een artiest, de naam van de omroeporganisatie, een slogan, enz. Als de RDS-zender waarop is afgestemd berichten heeft uitgezonden die nog niet zijn bekeken, dan verschijnt INFO op het display. Druk op de knop om het bericht weer te geven. Indien het gehele bericht niet op het display verschijnt, dan zullen delen van het bericht elke drie seconden verschijnen tot het gehele bericht is ontvangen.
. . . 140
Wanneer u de delen van het bericht sneller dan elke drie seconden wilt bekijken, druk dan opnieuw op de knop . Telkens wanneer u op de knop drukt, wordt het volgende deel van het bericht weergegeven. Nadat het gehele bericht op het display is verschenen, zal INFO van het display verdwijnen tot een volgend nieuw bericht wordt ontvangen.
Tot er een nieuw bericht wordt ontvangen of de radio wordt afgestemd op een andere zender, kan het oude bericht opnieuw worden weergegeven door op de knop te drukken. Wanneer de knop wordt ingedrukt terwijl het informatiesymbool niet op het display staat en er geen oud bericht door de radio is opgeslagen, wordt NO INFO op het display weergegeven.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 141 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Berichten over noodtoestanden Het systeem zal automatisch de uitzending onderbreken voor het ontvangen van plaatselijke of landelijke belangrijke berichten. ALERT verschijnt op het display. Uitzendingen over noodtoestanden kunnen niet worden afgezet. Het bericht is ook hoorbaar wanneer het volume is gedempt of er een cd wordt afgespeeld. Wanneer de uitzending over noodtoestanden ten einde komt, zal de radio weer worden afgestemd op de volume-instelling en de zender waar u naar luisterde voor aanvang van de uitzending of zal het inschakelen van de CD weer plaatsvinden. Let op: Deze functie wordt niet ondersteund door alle RDS-zenders.
Alternatieve frequenties (AF) Deze voorziening zorgt ervoor dat de radio automatisch op een krachtigere zender afstemt met hetzelfde type programma. Druk de toets BAND in en houd hem vier seconden ingedrukt om deze functie in te schakelen. AF ON zal op het display verschijnen. De radio kan overschakelen op krachtigere radiozenders. Houd de toets BAND opnieuw vier seconden ingedrukt om deze functie weer uit te schakelen. AF OFF zal op het display verschijnen. De radio zal niet overschakelen op andere radiozenders.
CD-speler voor 6 CD's Met de CD-wisselaar kunt u maximaal 6 CD's achter elkaar afspelen. Wanneer het contact of de radio uitgeschakeld is, blijft de cd in de speler. Wanneer het contact en de radio ingeschakeld worden, gaat de cd verder met afspelen op het punt waar de cd was gestopt. Wanneer er een cd in de speler is geplaatst, ziet u op het display een cd-symbool. Het nummer van het muziekstuk wordt ook getoond als het afspelen van een nieuw muziekstuk begint. CD's met de gebruikelijke afmetingen kunnen in de speler worden aangebracht. De kleinere 8 cm CD's kunnen echter alleen met behulp van een speciale adapter worden afgespeeld.
141 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 142 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Bij het afspelen van een CD-R kan de geluidskwaliteit minder zijn als gevolg van de kwaliteit van de CDR, de opnamemethode, de kwaliteit van de opgenomen muziek of de manier waarop de CD-R is behandeld. Het gevolg kan zijn overslaan, problemen met het vinden van tracks en/of met het in- en uitvoeren van CD-R's. Raak het signaaloppervlak onder geen enkele omstandigheid aan tijdens het hanteren van een schijf. Houd schijven vast bij de buitenrand of bij het middelste gat en de buitenrand. Wanneer deze problemen zich voordoen, controleer dan de onderzijde van de cd op schade of probeer een cd waarvan u weet dat hij goed is.
. . . 142
OPMERKING Breng geen papieren labels aan op cd's. De labels kunnen vast komen te zitten in de speler. Steek slechts een cd per keer in het apparaat. Gebruik geen bekraste of beschadigde cd's. Houd andere voorwerpen, vloeistoffen en vuil uit de buurt van de laadsleuf.
Als er ooit een foutmelding op het display verschijnt, raadpleeg dan "Foutmeldingen" verderop in dit hoofdstuk. Indien storingen steeds weer plaatsvinden of indien een storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met uw dealer. Geef foutcodes die misschien op het display zijn verschenen aan uw dealer.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 143 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 DISKS LADEN EN VERWIJDEREN Met deze CD-speler kunt u maximaal 6 CD's achter elkaar afspelen. Een CD plaatsen: 1. Zet het contact aan. 2. Druk op de knop (laden) en laat deze los. Wanneer INSERT CD # (cd # plaatsen) op het display wordt weergegeven, kunt u een disk in de sleuf plaatsen. 3. Schuif de CD gedeeltelijk in de opening met de label aan de bovenkant. De speler zal de CD dan geheel naar binnen trekken.
Twee of meer CD's plaatsen: 1. Zet het contact aan. 2. Houd de knop (laden) twee seconden ingedrukt. U hoort twee piepen en LOAD ALL DISCS (alle disks laden) wordt op het display weergegeven. 3. Wanneer INSERT CD # (cd # plaatsen) op het display wordt weergegeven, kunt u een disk in de sleuf plaatsen. Schuif de CD gedeeltelijk in de opening met de label aan de bovenkant. De speler zal de CD dan geheel naar binnen trekken.
Steek de disks een voor een in de sleuf en wacht tot het bericht INSERT CD # (cd # plaatsen) wordt weergegeven. Voor elke CD die in de speler wordt geplaatst, verschijnt een nummer op display. Probeer niet meer dan zes CD's te plaatsen. 4. Druk op de knop (laden) om de laadfunctie te annuleren wanneer u alle cd's heeft geladen. De laatst geplaatste cd begint met afspelen.
143 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 144 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen CD's uitwerpen Druk in en laat deze weer los om de CD uit te werpen die wordt afgespeeld. Om alle geplaatste CD's uit te laten werpen, houdt u twee seconden lang ingedrukt. U hoort een pieptoon. EJECT ALL zal op het display verschijnen. Wanneer REMOVE DISC (disk verwijderen) op het display wordt weergegeven, werpt de speler de disk uit. U kunt de disk nu verwijderen. Verwijder de schijf voorzichtig uit de sleuf en plaats deze terug in het doosje. Druk op de knop of om het uitwerpen van de cd's te stoppen.
. . . 144
Als de CD niet binnen 25 seconden is verwijderd, wordt hij automatisch teruggetrokken in de speler. Als u probeert de CD terug in de speler te duwen voordat de 25 seconden zijn verstreken, detecteert de speler een fout en zal proberen de CD een aantal malen uit te werpen.
Als dat gebeurt, mag u niet op de uitwerptoets drukken. Elke keer als de uitwerptoets wordt ingedrukt, wordt de tijdsduur van 25 seconden gereset en het systeem vertraagd in het daadwerkelijk uitwerpen van de CD. Zodra de speler stopt en de CD is uitgeworpen, verwijdert u de CD.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 145 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 EEN CD AFSPELEN Voor elke CD die in de speler wordt geplaatst, verschijnt een nummer op display. Om een specifieke CD af te spelen drukt u eerst op CD AUX om de CDbron in te schakelen (tenzij deze al is ingeschakeld) en vervolgens drukt u op de druktoets met het nummer dat overeenkomt met de CD die u wilt afspelen. Gebruik de toetsen voor geluidsvolume, toon en de toetsen voor de luidsprekers op dezelfde manier als voor de radio. Andere bedieningsknoppen kunnen verschillende functies hebben wanneer de CDbron is ingeschakeld.
Afstemmen Draai de knop naar rechts of links om naar het volgende of vorige nummer te gaan. Snel vooruitspoelen/ Snel terugspoelen (terug): houd deze knop ingedrukt om snel terug door een nummerselectie te spoelen. (vooruit): houd deze knop ingedrukt om snel vooruit door een nummerselectie te spoelen.
CD's of muziekstukken herhalen Wanneer u herhaaldelijk op RPT drukt, bladert het systeem door de volgende afspeelstanden: • REPEAT (herhalen) De huidige track wordt herhaald. • REPEAT ONE DISC (een disk herhalen) De huidige disk wordt herhaald. • REPEAT OFF (herhaald afspelen uit) Selecteer deze instelling om herhaald afspelen uit te schakelen.
145 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 146 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Willekeurig afspelen Druk op RDM om muziekstukken in een willekeurige volgorde weer te geven. Wanneer u herhaaldelijk op RDM drukt, bladert het systeem door de volgende afspeelstanden: • RANDOM DISC PLAY (willekeurig afspelen van tracks op de huidige disk) Het systeem speelt de tracks willekeurig af, dus niet op volgorde. • RANDOM ALL DISCS (willekeurig afspelen van de tracks op alle disks) Het systeem speelt alle tracks op alle geladen disks willekeurig af. • RANDOM OFF (willekeurig afspelen uit) Selecteer deze instelling om willekeurig afspelen uit te schakelen.
. . . 146
Automatische toonregeling Wanneer u een AUTO EQ-instelling kiest voor uw CD-speler, wordt deze telkens geactiveerd wanneer u een CD afspeelt. Zie "Instellingen toonregeling" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Zoeken Druk op de toets SEEK | om door te spoelen naar het begin van het volgende nummer. Om de huidige selectie opnieuw te starten, als het meer dan acht seconden heeft gespeeld, of om de vorige selectie af te spelen, drukt u op de toets | SEEK. Als u de toets ingedrukt houdt of deze meermalen indrukt, zal de speler de CD verder voorwaarts of achterwaarts blijven doorspoelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 147 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Scannen Houd een van de pijlen op de toets SCAN meer twee seconden ingedrukt (totdat SCAN op het display verschijnt en u een pieptoon hoort) om een aantal seconden van het begin van elk muziekstuk op een geselecteerde CD af te luisteren. Druk nogmaals in om deze zoekfunctie uit te schakelen. Houd een van de pijlen op de knop SCAN meer dan vier seconden ingedrukt (totdat CD SCAN op het display wordt weergegeven en u een pieptoon hoort) om een aantal seconden van het eerste nummer op elke cd af te spelen. Druk nogmaals in om deze zoekfunctie uit te schakelen.
Geluidsbron kiezen Druk op de toets BAND om de CD te stoppen en over te schakelen op radioweergave. Druk de CD AUX-toets opnieuw in om afspelen van de CD te hervatten. Druk nog een keer op CD AUX om een weergaveapparaat op afstand af te spelen (indien aanwezig).
AFSPEELLIJSTMODUS Met deze voorziening kunnen meer dan 20 muziekstukken in het geheugen worden opslaan. Muziekstukken opslaan in de afspeellijst: 1. Zorg ervoor dat de CD-speler is ingeschakeld en dat tenminste een CD is geplaatst. 2. Zorg ervoor dat het systeem nog niet in de afspeellijstmodus staat. S-LIST mag niet op het display worden weergegeven. Als S-LIST wel is weer gegeven, druk dan op om het uit te schakelen. 3. Druk op een genummerde druktoets om een disk te selecteren. 4. Druk op het pijltje SEEK of draai de onderste knop om naar de gewenste track te gaan. Het muziekstuk wordt afgespeeld.
147 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 148 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen 5. Houd ingedrukt. Wanneer de eerste keer wordt ingedrukt, hoort u een pieptoon. Wanneer de track in de afspeellijst wordt opgeslagen, wordt ADDED SONG (toegevoegde track) op het display weergegeven. 6. Herhaal de stappen 3 en 4 om andere muziekstukken op te slaan in de afspeellijst.
. . . 148
Als u meer dan 20 tracks probeert op te slaan in de afspeellijst, wordt SONGLIST FULL (afspeellijst vol) op het display weergegeven. Druk op om de afspeellijst af te laten spelen. U zult één pieptoon horen. S-LIST moet op het display worden weergegeven. De muziekstukken worden afgespeeld in de volgorde waarin ze zijn opgeslagen.
Om de afspeellijst te doorzoeken, drukt u op een van beide zijden van de toets SEEK. Om de afspeellijst-functie een muziekstuk af te spelen, moet de CD in de speler geplaatst blijven. Als de CD uit de speler wordt uitgeworpen, worden eventuele muziekstukken van die CD automatisch gewist in de afspeellijst.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 149 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Afzonderlijke muziekstukken uit de afspeellijst verwijderen. 1. Zorg ervoor dat de CD-speler is ingeschakeld. 2. Zorg dat het systeem in de afspeellijstmodus staat. S-LIST moet op het display worden weergegeven. Als S-LIST niet wordt weergegeven, druk dan op om de functie in te schakelen. 3. Druk op een genummerde druktoets om een disk te selecteren. 4. Druk op het pijltje SEEK of draai de onderste knop om naar de track te gaan die u wilt verwijderen.
5. Houd minimaal twee seconden ingedrukt. Laat de toets los wanneer SONG REMOVED (track verwijderd) op het display wordt weergegeven. 6. Herhaal de stappen 3 en 4 om andere muziekstukken uit de afspeellijst te verwijderen.
Alle muziekstukken uit de afspeellijst verwijderen. 1. Zorg ervoor dat de CD-speler is ingeschakeld. 2. Zorg dat het systeem in de afspeellijstmodus staat. S-LIST moet op het display worden weergegeven. Als S-LIST niet wordt weergegeven, druk dan op om de functie in te schakelen. 3. Houd minimaal vier seconden ingedrukt. Wanneer de eerste keer wordt ingedrukt, hoort u een pieptoon. SONGLIST EMPTY (afspeellijst leeg) wordt op het display weergegeven om te bevestigen dat alle tracks uit de afspeellijst zijn verwijderd. Druk op om de afspeellijststand uit te schakelen. U zult één pieptoon horen. S-LIST verdwijnt van het display.
149 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 150 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Cd's met MP3-bestanden afspelen Wanneer u uw eigen MP3-cd op een computer brandt: • Zorg dat de MP3-bestanden op een CD-R worden opgenomen. • Bestanden kunnen met verschillende vaste of variabele bitsnelheden worden opgenomen. De titel van een nummer, de naam van een artiest en de naam van de cd zijn beschikbaar wanneer de cd is opgenomen met ID3-tags versies 1 en 2.
. . . 150
• Combineer standaardaudio- en MP3-bestanden niet op één cd. • Zorg dat de speellijsten de volgende extensies hebben: - .mp3 - .wpl Bestanden met andere extensies werken niet altijd. De speler kan maximaal 50 mappen, 50 afspeellijsten, 10 sessies en 255 bestanden lezen en afspelen. Lange bestands-, map- of afspeellijstnamen of een combinatie van een groot aantal bestanden en mappen of afspeellijsten kan ervoor zorgen dat de spelep niet het maximaal aantal bestanden, mappen, afspeellijsten of sessies kan afspelen.
Hoofddirectory De hoofddirectory wordt behandeld als een map. Wanneer de hoofddirectory gecomprimeerde audiobestanden bevat, wordt de directory weergegeven als F1 ROOT. Bestanden worden in de hoofddirectory opgeslagen wanneer de disk of het opslagapparaat geen mappen bevat. Lege directory of map Wanneer een hoofddirectory of een map leeg is of alleen mappen bevat, dan gaat de speler automatisch naar de volgende map in de bestandsstructuur die een gecomprimeerd audiobestand bevat. Lege mappen worden niet weergegeven.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 151 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Afspeelvolgorde Tracks worden als volgt op volgorde afgespeeld: 1. Afspeellijsten 2. Bestanden in de hoofddirectory. 3. Bestanden in mappen. Bestandssysteem en namen De weergegeven titel van het nummer wordt overgenomen uit de ID3-tag van het bestand. Wanneer er geen titel voor het nummer in de ID3-tag wordt vermeld, geeft de radio de bestandsnaam als de naam van het nummer weer. Bestands- en mapnamen mogen maximaal 32 tekens lang zijn.
Ingeprogrammeerde afspeellijsten De radio herkent ingeprogrammeerde afspeellijsten die zijn gemaakt met de software van WinAmp™, MusicMatch™ of Real Jukebox™. De bestanden kunnen echter niet worden bewerkt.
EEN MP3-AUDIOBESTAND AFSPELEN Schuif de CD gedeeltelijk in de opening met de label aan de bovenkant. De speler zal de CD dan geheel naar binnen trekken. READING (lezen) wordt op het display weergegeven. Als het contact aan staat, zal het afspelen van de CD direct na het inbrengen beginnen. Wanneer het contact of de radio uitgeschakeld is, blijft de cd in de speler. Wanneer het contact en de radio ingeschakeld worden, gaat de cd verder met afspelen op het punt waar de cd was gestopt. Op het display wordt een CD- pictogram getoond.
151 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 152 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Het nummer van het muziekstuk verschijnt op het display wanneer elk muziekstuk met afspelen begint. Disks met normale afmetingen kunnen in de cd-speler worden geplaatst. Kleinere disks van 8 cm kunnen echter alleen met behulp van een speciale adapter worden afgespeeld.
. . . 152
Bij het afspelen van een CD-R kan de geluidskwaliteit minder zijn als gevolg van de kwaliteit van de CDR, de opnamemethode, de kwaliteit van de opgenomen muziek of de manier waarop de CD-R is behandeld. Het gevolg kan zijn overslaan, problemen met het vinden van tracks en/of met het in- en uitvoeren van CD-R's. Als deze problemen zich voordoen, controleer dan de onderzijde op schade of probeer dan een cd waarvan u weet dat hij goed is.
OPMERKING Breng geen papieren labels aan op cd's. De labels kunnen vast komen te zitten in de speler. Gebruik geen bekraste of beschadigde cd's. Houd andere voorwerpen, vloeistoffen en vuil uit de buurt van de laadsleuf. Gebruik de toetsen voor geluidsvolume, toon en de toetsen voor de luidsprekers op dezelfde manier als voor de radio. Andere bedieningsknoppen kunnen verschillende functies hebben wanneer een CD naar binnen wordt gestoken.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 153 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Afstemmen Draai de knop naar rechts of links om naar het volgende of vorige nummer te gaan. Vorige/Volgende map (vorige map): druk op deze knop om naar het eerste nummer in de vorige map te gaan. (volgende map): druk op deze knop om naar het eerste nummer in de volgende map te gaan.
Snel vooruitspoelen/ Snel terugspoelen (terug): houd deze knop ingedrukt om snel terug door een nummerselectie te spoelen. (vooruit): houd deze knop ingedrukt om snel vooruit door een nummerselectie te spoelen.
Nummers herhalen Wanneer u herhaaldelijk op RPT drukt, bladert het systeem door de volgende afspeelstanden: • REPEAT (herhalen) De huidige track wordt herhaald. • REPEAT ONE DISC (een disk herhalen) De huidige disk wordt herhaald. • REPEAT FOLDER (map herhalen) De tracks in de huidige map worden herhaald. • REPEAT OFF (herhaald afspelen uit) Selecteer deze instelling om herhaald afspelen uit te schakelen.
153 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 154 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Willekeurig afspelen Wanneer u herhaaldelijk op RDM drukt, bladert het systeem door de volgende afspeelstanden: • RANDOM DISC PLAY (willekeurig afspelen van tracks op de huidige disk) Het systeem speelt de tracks willekeurig af, dus niet op volgorde. • RANDOM FOLDER (willekeurig binnen map) Het systeem speelt de tracks in de huidige map willekeurig af, niet op volgorde.
. . . 154
• RANDOM ALL DISCS (willekeurig afspelen van de tracks op alle disks) Let op: dit bericht wordt alleen weergegeven bij voertuigen met de cd-wisselaar voor 6 cd's. Het systeem speelt alle tracks op alle geladen disks willekeurig af. • RANDOM OFF (willekeurig afspelen uit) Selecteer deze instelling om willekeurig afspelen uit te schakelen.
Zoeken Druk op de toets SEEK | om door te spoelen naar het begin van het volgende nummer. Om de huidige selectie opnieuw te starten, als het meer dan acht seconden heeft gespeeld, of om de vorige selectie af te spelen, drukt u op de toets | SEEK. Als u de toets ingedrukt houdt of deze meermalen indrukt, zal de speler de CD verder voorwaarts of achterwaarts blijven doorspoelen. Display-regeling Druk op terwijl er een cd met MP3-bestanden is geladen om de naam van de artiest en het album weer te geven.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 155 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Geluidsbron kiezen Druk op de toets BAND om de CD te stoppen en over te schakelen op radioweergave. Druk de CD AUX-toets opnieuw in om afspelen van de CD te hervatten. CD's uitwerpen Druk in en laat deze weer los om de CD uit te werpen die wordt afgespeeld. Om alle geplaatste CD's uit te laten werpen, houdt u twee seconden lang ingedrukt. U hoort een pieptoon. EJECT ALL zal op het display verschijnen. Het uitwerpen kan worden geactiveerd als het contact of de radio is uitgeschakeld.
DRAAGBAAR MUZIEKAPPARAAT U kunt een extra apparaat op uw audiosysteem aansluiten. Er kan een draagbaar muziekapparaat, zoals een MP3-speler, iPod, PDA, laptop (met microfooningang) of een cassettespeler, worden aangesloten op de geluidsinstallatie; dit kan via de radio en de luidsprekers worden afgespeeld. Sluit geen koptelefoon aan op de extra aansluiting. Bestuurders wordt aangeraden extra apparatuur in te stellen terwijl het voertuig staat geparkeerd. Sluit een kabel met een stekker van 3,5 mm van het draagbare muziekapparaat aan op de extra aansluiting op het voorpaneel van de radio.
GELUIDSBRON KIEZEN Wanneer er al een extra apparaat is aangesloten, maar er een andere bron actief is, kunt u als volgt overschakelen op de extra bron: • Druk op CD AUX terwijl de disk afspeelt om naar het extra apparaat te luisteren. • Druk op CD AUX terwijl de radio is ingeschakeld om naar het extra apparaat te luisteren. Wanneer er een extra apparaat is aangesloten, wordt AUX INPUT DEVICE (extra apparaat) op het display weergegeven. Druk op BAND om terug te schakelen naar de radio. Druk op CD/AUX om over te schakelen van het draagbare apparaat naar een cd. Het draagbare muziekapparaat blijft afspelen. Gebruik de knoppen om te stoppen met afspelen.
155 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 156 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen VOLUMEREGELAAR Draai de knop naar rechts om het volume te laten toenemen en naar links om het te laten afnemen. U kunt het volume van het draagbare apparaat instellen op het gewenste volume.
. . . 156
FOUTMELDINGEN Als LOCKED in het display verschijnt, is het Theftlock®-systeem vergrendeld. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud. Als CAL ERR in het display verschijnt, is de radio niet correct gekalibreerd voor de auto. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud.
Wanneer CHECK CD (cd controleren) of CD READ ERROR (leesfout cd) wordt weergegeven en/of de disk uit het apparaat komt, dan is er een storing. De oorzaak kan extreme hitte, oneffen wegdek, vocht of een beschadigde of verkeerd geplaatste disk zijn. De disk kan niet worden afgespeeld of uit het apparaat worden geworpen. Wanneer de omstandigheden weer normaal zijn, wordt de disk weer afgespeeld, tenzij de disk is beschadigd. Indien storingen steeds weer plaatsvinden of indien een storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met uw dealer. Geef foutcodes die misschien op het display zijn verschenen aan uw dealer.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 157 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 BEVEILIGING TEGEN DIEFSTAL De beveiliging tegen diefstal is automatisch ingesteld en hoeft niet te worden geprogrammeerd. Wanneer de antidiefstalfunctie is geactiveerd, gaat er een lampje op de radio knipperen wanneer het contact wordt uitgeschakeld. De radio werkt niet als hij is gestolen. Als de radio naar een ander voertuig wordt verplaatst, verschijnt LOCKED op het display.
ZORG VOOR UW CD'S Hanteer de cd's/dvd's met grote zorg. Bewaar ze in de originele doosjes of andere verpakking en stel ze niet bloot aan direct zonlicht en stof. Wanneer het oppervlak van een cd/dvd vervuild is, maak dan een schone, zachte doek vochtig met een zacht sopje en veeg de cd/dvd vanuit het midden naar de randen schoon. Raak het signaaloppervlak onder geen enkele omstandigheid aan tijdens het hanteren van een schijf. Houd schijven vast bij de buitenrand of bij het middelste gat en de buitenrand.
ZORG VOOR UW CD-SPELER Het gebruik van reinigings-cd's voor de cd-lens wordt afgeraden. Wanneer er lensreinigings-cd's worden gebruikt, kan de optische lens van de cd-speler vuil worden. –
157 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 158 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
RADIOTOETSEN OP STUURWIEL De bediening voor de radio is bij uw voertuig op het stuurwiel gemonteerd. Druk op om het geluid uit te schakelen. Druk nog een keer op de toets om het geluid weer in te schakelen. Er komt geen geluid uit de luidsprekers. Opmerking: De toets werkt niet in de regio waar uw voertuig als nieuw voertuig is verkocht.
. . . 158
Druk op "+" om het volume te verhogen of op "–" om het te verlagen. Gebruik de toets 1-6 op het stuur om door de voorkeurzenders te bladeren. Druk op het pijltje omhoog of omlaag om snel naar de volgende of vorige radiozender te gaan. De radio zal niet stoppen bij radiozenders met zwakke ontvangst. Of druk op het pijltje omhoog om snel vooruit te gaan of het pijltje omlaag om terug te gaan wanneer u naar een cd luistert.
U kunt omhoog of omlaag door zenders scannen door een van de pijltjes ingedrukt te houden totdat SCAN (scannen) op het display wordt weergegeven. U hoort een pieptoon. De radio gaat naar de volgende of vorige radiozender, laat enkele seconden horen en gaat vervolgens naar de volgende radiozender. U kunt langs de voorkeurzenders scannen door het pijltje omhoog of omlaag langer dan vier seconden ingedrukt te houden totdat PRESET SCAN (scannen voorkeurzenders) op het display wordt weergegeven. U hoort een pieptoon. De radio gaat naar de eerste opgeslagen voorkeurzender, laat enkele seconden horen en gaat vervolgens naar de volgende voorkeurzender. U kunt wanneer u naar een cd luistert ook één van de pijltjes meer dan twee seconden ingedrukt houden om enkele seconden van het begin van elke track op de disk te horen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 159 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Wanneer uw audiosysteem is voorzien van de cd-speler voor zes cd's, houd één van de pijltjes dan meer dan vier seconden ingedrukt om een stukje van alle geladen cd's te horen. Het systeem gaat naar de volgende disk en speelt de eerste tien seconden van elke track af; daarna gaat het systeem naar de volgende disk. Druk één van de pijltjes opnieuw in om met scannen te stoppen. Opmerking: Als uw voertuig is voorzien van een navigatiesysteem, werken sommige bedieningen op het stuur met het navigatiesysteem. Zie het supplement over het navigatiesysteem voor meer informatie.
DIVERSITEIT ANTENNESYSTEEM De antenne zit verborgen en is niet bereikbaar.
■ NAVIGATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Het navigatiesysteem bevindt zich in het midden van het instrumentenpaneel. Het systeem bestaat uit bedieningstoetsen en een scherm en is uitgerust met een navigatie-geleidingssysteem met routeplanner. Het kan tevens zijn voorzien van de volgende functies of informatie: • Geluidsinstallatie • een programmeerbaar adressenboek • plaatsen van belang • een lijst met restaurants • een lijst met hotels en motels
159 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 160 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Het navigatiesysteem kan ook interactief met de radio reageren voor het ontvangen van verkeersinformatie, weerberichten en noodtoestanden. Zie de afzonderlijke handleiding voor meer informatie over de wijze waarop dit systeem moet worden gebruikt.
ENGINE Acc.
■ BEDIENINGSORGANEN OP STUURWIEL/ STUURKOLOM De volgende bedieningsorganen zijn op het stuurwiel en de stuurkolom aangebracht.
. . . 160
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 161 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Stuurkolomschakelaar Gebruik deze toets om de volgende functies te regelen: • Richtingaanwijzers • Koplampen • Mistlampen • Exterieurverlichting • Lichtsignaal van grootlicht • Grootlicht-/dimlichtschakelaar • Cruise control Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Stuurkolomschakelaar" verderop in dit hoofdstuk.
Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar Gebruik deze hendel om de ruitenwisser en -sproeier te bedienen. Zie "Ruitenwisser/ruitensproeierschakelaar" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
–
Claxon
Hendel stuurwielverstelling
De claxon wordt ingeschakeld door op de symbolen op het stuurwiel te drukken.
U kunt het stuurwiel in een aantal verschillende standen zetten. Wanneer u het stuurwiel wilt kantelen, houd u het stuurwiel vast en trekt u de hendel naar u toe. Plaats het stuurwiel in de gewenste stand en laat de hendel los.
Contactslot Zie "Sleutelloos contact" in hoofdstuk 3 voor meer informatie over het contactslot .
161 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 162 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Schakelaar elektrisch instelbare, telescopische stuurkolom (waar van toepassing) U kunt de diepte van het stuurwiel in de gewenste stand zetten.
. . . 162
Druk de schakelaar naar de voorzijde van het voertuig om het stuurwiel dieper in het instrumentenpaneel en verder van u af in te stellen. Trek de schakelaar naar de achterzijde van het voertuig om het stuurwiel verder uit het instrumentenpaneel en dichter naar u toe in te stellen. De dieptestand van het stuurwiel kan in het geheugen worden opgeslagen. Zie "Geheugen" verderop in dit hoofdstuk
Radiotoetsen op stuurwiel Uw voertuig is uitgerust met radiotoetsen op het stuurwiel . Zie onder "Geluidsinstallatie en klok" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 163 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
■ STUURKOLOMSCHAKELAAR Richtingaanwijzers Wanneer u wilt aangeven dat u wilt afslaan, zet u de hendel helemaal omhoog (rechts) of omlaag (links). Na de afslag gaat de hendel automatisch terug in de oorspronkelijke stand. Wanneer u naar een andere rijbaan wilt, kunt u de hendel iets omhoog of omlaag doen totdat het pijltje gaat knipperen. Laat de hendel los en de richtingaanwijzer knippert automatisch drie keer. Wanneer u wilt dat de richtingaanwijzer vaker knippert, kunt u de hendel omhoog of omlaag houden totdat u op de andere rijbaan bent. Er gaat een pijltje op het instrumentenpaneel knipperen in de richting van de afslag of rijbaanwissel.
Wanneer de richtingaanwijzer links langer dan 1,2 km blijft ingeschakeld, hoort u een geluidssignaal om u eraan te herinneren de richtingaanwijzer uit te schakelen. Wanneer de richtingaanwijzer langer moeten blijven ingeschakeld, schakelt u de richtingaanwijzer even uit en meteen weer in. Als de richtingaanwijzers sneller dan normaal knipperen, is waarschijnlijk een gloeilamp doorgebrand. Controleer de werking van de richtingaanwijzers aan de voor- en achterzijde van de auto. Vervang de defecte gloeilamp zo snel mogelijk om ongevallen te voorkomen. Wanneer de richtingaanwijzers helemaal niet gaan knipperen wanneer u ze inschakelt, verdient het aanbeveling om eerst de zekering te controleren (zie de inhoudsopgave onder "Zekeringen") en daarna te kijken of misschien de gloeilampen zijn doorgebrand.
Schakelaars koplampen Zie voor meer informatie onder "VERLICHTING" eerder in dit hoofdstuk.
163 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 164 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Grootlicht-/dimlichtschakelaar Wanneer de koplampen zijn ingeschakeld en de schakelaararm in de middenstand staat, dan branden de koplampen op dimlicht. Beweeg de schakelaararm in de richting van de voorkant van het voertuig om het grootlicht in te schakelen. Bij ingeschakeld grootlicht brandt de controlelamp op het instrumentenpaneel. Beweeg de schakelaararm weer terug in de middenstand voor het weer inschakelen van het dimlicht. Het is mogelijk met grootlicht een signaal te geven om de aandacht te trekken van andere weggebruikers. Om deze voorziening te gebruiken, moet u de stuurkolomschakelaar naar u toe trekken. Indien de mistlampen zijn ingeschakeld bij uitgeschakeld dimlicht, zullen de mistlampen knipperen.
. . . 164
Cruise control WAARSCHUWING Laat de cruise controlschakelaar niet in de ingeschakelde stand staan wanneer u de cruise control niet gebruikt. Wanneer u de cruise control per ongeluk activeert, kunt u schrikken en zelfs de controle over het voertuig verliezen.
WAARSCHUWING Het is gevaarlijk om de cruise control in druk verkeer te gebruiken, evenals op gladde of bochtige wegen.
Cruise control biedt de mogelijkheid om uw auto met een snelheid van ongeveer 40 km/u of sneller met constante snelheid te laten rijden, zonder dat u uw voet op het gaspedaal houdt. De cruise control werkt niet wanneer de handrem is ingesteld of wanneer het remvloeistofpeil in de hoofdremcilinder laag is. Opmerking: Wanneer de cruise control is ingeschakeld en het als optie leverbare tractieregelsysteem wordt geactiveerd, zal de cruise control automatisch worden uitgeschakeld. Zodra de omstandigheden weer normaal zijn, mag u de cruise control weer inschakelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 165 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
Cruise control inschakelen 1. Zet de cruise controlschakelaar in de middelste "aan"-stand. 2. Geef gas tot u met de gewenste snelheid rijdt. 3. Druk de toets op het uiteinde van de schakelaarhendel in en laat de toets weer los. 4. Neem uw voet van het gaspedaal.
Wanneer de cruise control is ingesteld, wordt op het informatiecentrum voor de bestuurder CRUISE SET TO XXX KM/H (cruise ingesteld op XXX km/u) weergegeven.
Cruise control uitschakelen Wanneer u de cruise control wilt uitschakelen zonder het geheugen voor de ingestelde snelheid te wissen, moet u het volgende doen: • Druk het rempedaal in. of • Trap het koppelingspedaal in wanneer u een handgeschakelde transmissie heeft.
165 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 166 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Wanneer u de cruise control wilt uitschakelen en het geheugen voor de ingestelde snelheid wilt wissen, moet u het volgende doen: • Zet de cruise controlschakelaar in de linker "uit"-stand. of • Zet het contact af. Er wordt een bericht op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. Zie het volgende onder "Berichten van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie: • CRUISE DISENGAGED (cruise uitgeschakeld)
. . . 166
Rijden met de eerder afgestelde snelheid Zodra u weer sneller dan 40 km/h rijdt, kunt u de schakelaar van de cruise control even in de rechter hervatten/versnellen-stand zetten. De auto gaat dan automatisch met de eerder afgestelde snelheid rijden en zal deze snelheid handhaven.
Wanneer u de schakelaar in de hervatten/versnellen-stand zet om met de eerder gekozen snelheid te gaan rijden, houd deze dan niet in deze stand. Wanneer u de schakelaar langer dan een seconde ingedrukt houdt, zal de auto accelereren en in snelheid blijven toenemen. Het accelereren duurt voort tot u de schakelaar loslaat of de rempedaal indrukt.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 167 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
–
Ingestelde snelheid verhogen Zo verhoogt u de ingestelde snelheid: • Druk het gaspedaal in om de gewenste snelheid te bereiken. Druk de toets op het eind van de schakelaar in. Laat de toets en het gaspedaal los. Uw auto zal nu met de hogere snelheid blijven rijden. Opmerking: De cruise control wordt uitgeschakeld wanneer het gaspedaal 60 seconden of langer wordt ingedrukt.
• Zet de schakelaar naar rechts, in de stand voor hervatten/versnellen. U kunt de schakelaar in deze stand houden terwijl het voertuig accelereert tot de gewenste nieuwe snelheid. Wanneer uw voertuig de gewenste snelheid heeft bereikt, laat dan de schakelaar los. Het voertuig houdt nu de hogere snelheid aan. • Raak de schakelaar kort aan om de snelheid met stappen van 1,6 km/u (1 mijl/u) te verhogen.
Ingestelde snelheid verlagen • Druk de toets op het uiteinde van de schakelaarhendel in en houd de toets ingedrukt. De auto gaat langzamer rijden. Zodra de gewenste, lagere snelheid is bereikt, laat u de toets los. De auto zal nu de lagere snelheid handhaven. • Door het intikken van de toets zal de snelheid van uw auto telkens met 1,6 km/u afnemen.
167 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 168 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Andere weggebruikers inhalen wanneer cruise control is ingeschakeld Druk eenvoudig het gaspedaal in om de snelheid te verhogen. Na het loslaten van de gaspedaal zal de auto weer automatisch met de eerder ingestelde snelheid gaan rijden en deze snelheid handhaven.
. . . 168
De cruise control op heuvels gebruiken Hoe goed het cruise-controlsysteem werkt op heuvels, hangt af van verschillende factoren: • voertuigsnelheid • voertuigbelasting • steilheid van de heuvel Wanneer u een steile heuvel oprijdt, moet u eventueel het gaspedaal gebruiken om de snelheid te handhaven. Wanneer u bergafwaarts gaat, moet u eventueel het rempedaal gebruiken om de snelheid van het voertuig te controleren. Als u op de rem trapt, wordt cruise control uitgeschakeld.
CRUISE CONTROL MET DE HANDMATIGE VERSNELLINGSMODUS GEBRUIKEN (WAAR VAN TOEPASSING) Wanneer de versnellingshendel in S (sportieve modus) staat, werkt de cruise control normaal totdat er een versnelling wordt geselecteerd. Wanneer er handmatig een versnelling wordt geselecteerd terwijl de versnellingshendel in S (sportieve modus) staat, houdt de cruise control de ingestelde snelheid in de handmatig geselecteerde versnelling aan. De transmissie schakelt niet automatisch op of terug. Wanneer u op heuvelachtig terrein rijdt, kan het gebeuren dat u handmatig op of terug moet schakelen om de ingestelde snelheid voor de cruise control te behouden. Zie "Handmatige versnellingsmodus van de automatische transmissie" in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 169 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 OPMERKING Verwijder sneeuw en ijs van de wisserbladen voordat ze worden ingeschakeld, om beschadiging van de wisserbladen en de wissermotor te voorkomen.
■ RUITENWISSERS-/ RUITENSPROEIERSCHAKELAAR Ruitenwissers U kunt de ruitwissers van de voorruit bedienen door de grote hendel rechts van de stuurkolom omhoog of omlaag te zetten. Duw de schakelaar omlaag richting en laat hem vervolgens los om de ruitenwissers een enkele wisbeweging te laten maken. Houd de schakelaar in deze stand om de ruitenwissers meerdere wisbewegingen te laten maken.
Om de wisbewegingen met intervallen te laten plaatsvinden moet de schakelaar in de eerste stand omhoog worden geplaatst. U kunt het interval tussen de cycli aanpassen door de knop omhoog of omlaag te draaien. Plaats, afhankelijk van de omstandigheden, de schakelaar in de tweede of de derde stand voor ononderbroken wisbewegingen. Draai het schakelaardeel naar de "uit"-stand om de wissers uit te schakelen.
De ruitenwissers worden beschermd door een stroomonderbreker. Als er een elektrische overbelasting plaats vindt, stopt het wissersysteem tot de motor is afgekoeld. Ruitenwissers slijten en wissen dan niet goed meer, waardoor het zicht wordt verminderd. Vervang versleten ruitenwissers.
169 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 170 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Door wissers ingeschakelde koplampen Zie "Verlichting" eerder in dit hoofdstuk.
WAARSCHUWING Gebruik als het vriest pas ruitensproeier als de voorruit is verwarmd; anders kan zich ijsvorming voordoen, wat uw zicht ernstig belemmerd.
Ruitensproeiers Druk de schakelaar op het uiteinde van de hefboom in om de ruitensproeiers in werking te laten treden. De sproeiers blijven werken tot u de schakelaar loslaat. De wissers zullen de ruit schoonvegen en dan tot stilstand komen of weer werken met de vooraf afgestelde snelheid.
. . . 170
Indien weinig vloeistof aanwezig is in het ruitensproeierreservoir, dan zal CHECK WASHER FLUID (vloeistofpeil ruitensproeier controleren) verschijnen op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder. Raadpleeg voor meer informatie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 171 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Koplampsproeiers De koplampsproeiers worden elke vijfde keer ingeschakeld dat de ruitenwissers voor de voorruit worden geactiveerd.
■ SPIEGELS BUITENSPIEGELS De buitenspiegel aan de passagierszijde is convex. Een convexe spiegel is bolrond zodat u meer kunt zien vanaf de bestuurdersstoel.
WAARSCHUWING Convex (bolstaand) spiegelglas heeft een verkleinende werking, waardoor voorwerpen verder weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Gebruik ook de binnenspiegel of kijk over uw schouder voordat een andere rijbaan wordt gekozen.
Handbediende inklapbare buitenspiegels Uw voertuig is uitgerust met inklapbare buitenspiegels. Bij het passeren door nauwe doorgangen of het binnenrijden van een wasstraat verdient het aanbeveling om altijd de spiegels in te klappen. Dit om onnodige beschadiging te voorkomen.
171 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 172 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Elektrisch bediende buitenspiegels De bedieningstoetsen bevinden zich op het paneel van het bestuurdersportier. Kies de linker of rechter spiegel door op de linker- of rechterkant van de tuimelschakelaar te drukken. Gebruik de onderste regelaar om de spiegel af te stellen. Druk op de zijde van de toets die overeenkomt met de richting waarin u de spiegel wilt verstellen.
. . . 172
Stel de buitenspiegels zodanig af met de knop op het portier dat u net de zijkant van het voertuig en de ruimte ernaast en erachter kunt zien wanneer u in een comfortabele rijpositie zit. Wanneer u de spiegels niet bijstelt, dient u er voor te zorgen dat de linker/rechter keuzeschakelaar in de middenstand staat om onbedoelde bewegingen van de spiegel te voorkomen. Raadpleeg voor het invoeren van uw voorkeurstanden het hoofdstuk "Geheugen" verderop in dit hoofdstuk. Sommige spiegels aan bestuurderszijde dimmen automatisch om hinder door lichtweerkaatsing te verminderen en het zicht naar achteren te verbeteren. Zodra het licht minder hel schijnt, wordt de werking van dergelijke spiegels weer normaal.
Spiegelverwarming De verwarming van de buitenspiegels werkt in combinatie met de achterruitverwarming. Zie "Achterruitverwarming" onder "Verwarmings- en airconditioningsysteem" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 173 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 DAG-/NACHT BINNENSPIEGEL Handbediende dimmende binnenspiegel (indien van toepassing) De spiegel heeft draaipunten zodat u hem zowel omhoog en omlaag als naar links en rechts kunt bewegen. Zet de knop naar rechts voor 's nachts rijden en naar links wanneer u overdag rijdt. De achteruitkijkspiegel binnen is uitgerust met ingebouwde leeslampen. Zie voor meer informatie "Leeslampjes" eerder in dit hoofdstuk.
Automatische dag-/nacht binnenspiegel met kompasdisplay (indien van toepassing) De spiegel heeft draaipunten zodat u hem zowel omhoog en omlaag als naar links en rechts kunt bewegen.
–
OPMERKING Spuit geen ruitreiniger rechtstreeks op de spiegel. Gebruik voor het reinigen van de spiegel een vochtige doek of keukenpapier. De achteruitkijkspiegel binnen is uitgerust met ingebouwde leeslampen. Zie voor meer informatie "Leeslampjes" eerder in dit hoofdstuk.
AUTOMATISCH DIMMENDE BINNENSPIEGEL Uw auto kan zijn voorzien van de volledig automatische achteruitkijkspiegel met een aan/uit-toets aan de onderkant. Deze spiegel verandert automatisch om het verblindend licht van de koplampen van achter u rijdend verkeer te verminderen.
173 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 174 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
Bij het aanzetten van het contact wordt deze voorziening automatisch ingeschakeld. Wanneer u de automatische spiegelfunctie in of uit wilt schakelen, druk u de linkertoets zes seconden in. Het controlelampje zal gaan branden wanneer het systeem aan staat. Wanneer deze voorziening is ingeschakeld, dimt de buitenspiegel aan bestuurderszijde ook automatisch om verblindend licht te reduceren en het zicht naar achteren te verbeteren. Wanneer het lichtschijnsel afneemt, neemt het spiegelglas zijn oorspronkelijke kleur weer aan.
. . . 174
AAN/UIT-INDICATOR AIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE Uw voertuig is uitgerust met het passagiersdetectiesysteem. Wanneer u het voertuig start, ziet u de lampjes voor airbag "aan" en "uit" even in de achteruitkijkspiegel. Een van de indicators blijft aan om aan te geven of de frontairbag van de passagier rechtsvoor aan of uit is. Zie "Passagiersdetectiesysteem" in hoofdstuk 2.
KOMPAS Bediening van het kompas Druk op de kompastoets, aan de onderzijde van de spiegel rechts, en houd deze drie seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen. Het kompas zal dan de kompasrichting aangeven in de rechter bovenhoek van de achteruitkijkspiegel. Tijdens het rijden verschijnt N (noord), NE (noordoost), E (oost), SE (zuidoost), S (zuid), SW (zuidwest), W (west) of NW (noordwest) op het display om aan te geven in welke richting u rijdt. Het kompas moet worden gekalibreerd wanneer er een verkeerde waarde wordt aangegeven. Er kan een sterk magnetisch veld aanwezig zijn (van een aantal magnetische voorwerpen in de auto) dat invloed uitoefent op het kompas.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 175 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Verwijder deze voorwerpen of vraag uw dealer om hulp. Wanneer CAL in het venster wordt weergegeven, moet het kompas worden gekalibreerd. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Kompas kalibreren" verderop in dit hoofdstuk. Wanneer een foute aflezing op het display verschijnt, controleer dan eerst of het kompas is afgesteld op de juiste afwijkingszone. Indien dat het geval is, dan moet het kompas worden gekalibreerd (afgesteld). Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Kompasafwijking" verderop in dit hoofdstuk.
Kompas kalibreren Wanneer CAL in het venster wordt weergegeven, moet het kompas worden gekalibreerd. Rijd met de auto in een 360° graden cirkel met een maximumsnelheid van 8 km/h indien dit veilig kan plaatsvinden zonder andere weggebruikers ongemak te bezorgen tot een richting op het display wordt aangegeven.
Kompasafwijking Kompasafwijking is het verschil tussen het magnetische noorden en het geografische noorden. Het kompas van uw auto moet vooraf zijn afgesteld voor uw zone. Indien uw voertuig buiten uw zone wordt gebruikt dan kan het nodig zijn om het kompas bij te stellen om te compenseren voor de afwijking.
175 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 176 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Kompasafwijking bijstellen: 1. Vraag uw dealer in welke zone u zich bevindt. 2. Houd de aan-/uittoets ingedrukt totdat ZONE en een zonenummer op het display wordt weergegeven. 3. Druk herhaaldelijk op de aan-/ uitknop totdat het juiste zonenummer op het display wordt weergegeven. Het display geeft binnen enkele seconden een kompasrichting weer. 4. Kalibreer het kompas. Zie "Kompas kalibreren" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
. . . 176
MAKE-UP SPIEGELS Make-up spiegels bevinden zich op de zonnekleppen. De verlichting van de spiegels wordt automatisch in- en uitgeschakeld door het klepje te bewegen.
■ RAMEN WAARSCHUWING Kinderen, hulpeloze volwassenen of huisdieren achterlaten in een voertuig met gesloten ramen is gevaarlijk. Zij kunnen onwel worden door extreme hitte en permanent letsel overhouden of zelfs overlijden door de hitte. Laat een kind, hulpeloze volwassene of huisdier nooit alleen achter in een voertuig, met name niet wanneer de ramen gesloten zijn bij warm of heet weer.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 177 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
Elektrisch bediende portierramen Met behulp van de schakelaars op het portier aan bestuurderszijde kunnen alle ruiten worden bediend. Het passagiersportier heeft een schakelaar voor het raam van het passagiersportier. Gedurende tien minuten na het afzetten van het contact of tot een portier wordt geopend kunnen de ruiten nog elektrisch worden bediend.
Zie "Accessoirevoeding" voor informatie. De schakelaars van de voorste ramen aan bestuurders- en passagierszijde kunnen zijn voorzien van een Express Down-functie. De ramen kunnen iets worden geopend door het voorste deel van de schakelaar even kort in te drukken. Wanneer de schakelaar volledig wordt ingedrukt en losgelaten, wordt het raam volledig geopend. Druk nog een keer op de schakelaar om het openen van het raam te onderbreken. Om de ruit omhoog te bewegen, drukt u op de voorkant van de schakelaar.
Raamindexering Deze functie opent het raam automatisch een kleine hoeveelheid wanneer het portier wordt geopend. Dan, wanneer het portier wordt gesloten, sluit het raam volledig. Wanneer de elektrische voeding naar de ramen wordt onderbroken, moet u de raamindexeringsfunctie voor elk elektrisch bedienbare raam opnieuw programmeren.
177 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 178 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Om een ruit opnieuw te programmeren als elektrische spanning weer is hersteld: 1. Sluit het portier. 2. Trek de raamschakelaar omhoog om het raam volledig te sluiten en houd de schakelaar ongeveer drie seconden in die stand. Laat de schakelaar los. 3. Trek de schakelaar nog een keer drie seconden omhoog.
. . . 178
■ PORTIEREN WAARSCHUWING Rijden met niet-afgesloten portieren is gevaarlijk. • Passagiers - met name kinderen - kunnen de portieren gemakkelijk openen en uit een rijdend voertuig vallen als de portieren onvergrendeld blijven. Als een portier vergrendeld is, kan deze niet met de hendel worden geopend. • Jonge kinderen die in niet-afgesloten voertuigen komen, zijn wellicht niet in staat deze te verlaten. Een kind kan onwel worden door de extreme hitte en permanent letsel overhouden of zelfs overlijden door de hitte. Sluit uw voertuig altijd af als u deze verlaat.
WAARSCHUWING • Als de portieren niet vergrendeld zijn, is de kans groter om tijdens een ongeluk uit het voertuig te worden geslingerd. Draag uw veiligheidsgordels op de juiste wijze en vergrendel de portieren altijd als u rijdt. • Het vergrendelen van uw portieren als u rijdt, kan voorkomen dat ongewenste buitenstaanders uw voertuig kunnen binnendringen wanneer u snelheid mindert of uw voertuig tot stilstand brengt.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 179 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Elektrisch bediende portiersloten De portieren kunnen van buitenaf met de afstandsbediening worden vergrendeld of ontgrendeld. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem" in hoofdstuk 3. Het portier wordt ook automatisch ontgrendeld wanneer u in de portiergreepsensor knijpt, zolang u de afstandsbediening bij u hebt. Dit wordt passieve toegang genoemd. Merk op dat wanneer u passieve toegang gebruikt om het portier aan passagierszijde eerst te openen, het portier aan bestuurderszijde ook wordt ontgrendeld.
2
1
Om een deur van binnen uit te openen, drukt u de toets voor de deurklink in en duwt u de deur open. U hoort een geluidssignaal. Gebruik de regelaars voor de elektrische deurvergrendeling om de deuren vanaf de binnenkant van het voertuig te vergrendelen of ontgrendelen.
Aan de achterkant van de deur, bij het raam, bevindt zich een knipperlicht. Als de vergrendelingszijde van de schakelaar van de elektrische deurvergrendeling wordt ingedrukt terwijl het portier wordt gesloten, hoort u een piep en gaat het knipperlicht een paar seconden branden en gaat dan weer uit. Als de vergrendelingszijde van de schakelaar van de elektrische deurvergrendeling wordt ingedrukt terwijl het portier wordt geopend, hoort u een piep en blijft het knipperlicht continu branden.
179 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 180 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen 2
1
Als de ontgrendelingszijde van de schakelaar van de elektrische deurvergrendeling wordt ingedrukt terwijl het portier wordt gesloten, hoort u een piep en knippert het knipperlicht tweemaal. Wanneer de ontgrendelingszijde van de schakelaar van de elektrische deurvergrendeling wordt ingedrukt terwijl het portier is geopend, hoort u een piep en knippert het controlelampje Als de accu van het voertuig leeg is of als de afstandsbediening kwijt is, kunnen de portieren nog wel worden geopend.
. . . 180
Als u in het voertuig zit, gebruikt u een van de ontgrendelingsgrepen aan de binnenkant van het portier. De ontgrendelingsgrepen aan de binnenkant bevinden zich op de vloer naast elke stoel. Trek de greep omhoog om het portier te ontgrendelen en te openen.
Wanneer u buiten het voertuig staat, moet u de portierontgrendeling op afstand op de vloerbekleding aan de bestuurderszijde van de bagageruimte gebruiken. Om de deurontgrendeling op afstand te bereiken, moet u eerst de kofferbak openen met de sleutel. Zie "Afstandsschakelaar kofferbak/ achterklep" onder "Bagageruimte" voor meer informatie. Trek de hendel omhoog om het bestuurdersportier te ontgrendelen en te openen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 181 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Programmeerbare automatische portiersloten Uw voertuig is zo geprogrammeerd dat de portieren worden vergrendeld nadat u ze heeft gesloten, het contact heeft ingeschakeld en de versnellingshendel uit P (parkeren) heeft geschakeld bij een automatische transmissie of wanneer de voertuig een snelheid van 13 km/u overschrijdt bij een handgeschakelde transmissie. Als u een portier moet openen, kunt u de portieren nog wel ontgrendelen en vergrendelen met behulp van de schakelaar voor elektrische deurvergrendeling. Wanneer het portier weer wordt gesloten, worden de portieren automatisch vergrendeld wanneer u uw voet van het rempedaal haalt of wanneer het voertuig een snelheid van ongeveer 13 km/u bereikt.
Wanneer u stopt en een automatische transmissie in P (parkeren) zet, of wanneer het contact wordt uitgeschakeld of in de accessoirevoeding bij een handgeschakelde transmissie wordt gezet, dan worden alle portieren ontgrendeld. U kunt het informatiecentrum voor de bestuurder gebruiken om de deurvergrendelingen te programmeren om automatisch te vergrendelen of ontgrendelen afhankelijk van de gekozen instellingen. Raadpleeg het volgende onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie: • Bijzondere eigenschappen - AUTO UNLOCK (automatische ontgrendeling) - PASSIVE DOOR LOCKING (passieve portiervergrendeling) - PASSIVE DOOR UNLOCK (passieve portierontgrendeling)
Voorziening om buitensluiten te voorkomen Het voertuig kan worden geprogrammeerd om de claxon drie keer te laten klinken en het portier aan bestuurderszijde te ontgrendelen als beide portieren worden gesloten terwijl de afstandsbediening nog in het voertuig ligt. Wanneer het bestuurdersportier opnieuw wordt geopend, klinkt er een gongsignaal om u eraan te herinneren de zender uit het contact te nemen. Het voertuig blijft alleen vergrendeld als een zender uit het voertuig wordt gehaald en beide deuren zijn gesloten. Raadpleeg het volgende onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie: • Bijzondere eigenschappen - FOB REMINDER (fob herinnering)
181 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 182 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen ■ BAGAGERUIMTE ACHTERIN WAARSCHUWING Het rijden met geopend kofferdeksel/achterklep kan groot gevaar opleveren. Er kan koolmonoxide (CO) in uw auto komen. CO is niet zichtbaar en is reukloos. Het kan bewusteloosheid veroorzaken en zelfs dodelijk zijn. Wanneer u met uw auto moet rijden terwijl de afdichting tussen de carrosserie en het kofferdeksel of de achterklep gebroken is, sluit dan alle ramen, laat de aanjager op de hoogste snelheid draaien en kies een stand om buitenlucht in het interieur te laten stromen. Op deze manier stroomt de buitenlucht door de auto.
. . . 182
WAARSCHUWING Controleer of de luchtroosters op of onder het instrumentenpaneel volledig open staan.
OPMERKING Zorg wanneer u voorwerpen in de bagageruimte plaatst dat ze het glas van de ruit niet breken wanneer u de achterklep sluit. Sla de achterklep nooit dicht en trek de achterklep nooit vanaf de zijkanten omlaag. U kunt zo het glas breken of de ontwaseming of de tochtstrippen beschadigen. Berg geen zware of scherpe voorwerpen op in de kofferbak/ achterklep. Ze kunnen de bodem beschadigen.
Afstandsbediening ontgrendelen kofferdeksel/achterklep (indien van toepassing) Wanneer uw voertuig een automatische transmissie heeft, moet u de versnellingshendel in P (parkeren) zetten, anders werkt de ontgrendeling niet. Wanneer uw voertuig een handgeschakelde transmissie heeft, moet u de handrem inschakelen terwijl het contact is ingeschakeld, anders werkt de ontgrendeling niet.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 183 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Met het elektrische slotsysteem voor het kofferdeksel/achterklep kan het ontgrendelen plaatsvinden door eenvoudig een toets in te drukken. Opmerking: de ontgrendelingsknop werkt niet wanneer het antidiefstalsysteem is geactiveerd. De knop zit op het instrumentenpaneel aan de linkerzijde van de stuurkolom. Of u kunt de toets op de afstandsbediening gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem" in hoofdstuk 3.
U kunt de kofferbak/achterklep openen door de ontgrendelingsknop op de achterzijde van de achterklep/kofferbak boven de kentekenplaat in te drukken wanneer u de afstandsbediening bij u heeft. Wanneer de elektrische voeding onderbroken wordt, kunt u de achterklep/kofferbak handmatig met de sleutel openen. De sleutel bevindt zich in de afstandsbediening.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem" in hoofdstuk 3. De sleutelcilinder zit op de achterzijde van de achterklep/het kofferbakdeksel boven de kentekenplaat. Draai de sleutel met de klok mee in het slot. Elektrische vergrendeling Wanneer u de achterklep sluit, moet u de achterklep laten zakken totdat de elektrische vergrendelingsfunctie wordt geactiveerd. De achterklep sluit dan automatisch verder en wordt automatisch vergrendeld.
183 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 184 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Ontgrendeling kofferruimte (indien van toepassing)
Bagagenet Dit net dat in de kofferruimte kan worden gemonteerd, is bedoeld om te voorkomen dat kleine zaken, zoals boodschappentassen, zullen omvallen tijdens het nemen van scherpe bochten of bij het plotseling optrekken of remmen.
Alleen cabriolet-modellen Met behulp van deze ontgrendelingshendel kan een persoon die vast komt te zitten in de kofferruimte deze van binnen uit openen.
OPMERKING De ontgrendelhendel voor de kofferruimte mag niet worden gebruikt om de kofferdeksel vast te binden of als verankering voor het vastbinden van voorwerpen in de kofferbak. Onjuist gebruik van de ontgrendelhendel kan deze beschadigen.
. . . 184
De ontgrendelingshendel van de bagageruimte zit op de achterwand van de bagageruimte, onder de vergrendeling. De hendel licht op in het donker als het is blootgesteld aan licht. Trek de hendel omlaag om de kofferbak van binnenuit te openen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 185 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1
A
–
B
Bagageafdekhoes Voorwerpen die in de bagageruimte liggen kunnen aan het zicht worden onttrokken met behulp van de bagageafdekhoes. 1. Bevestig de elastische lussen aan de voorste hoeken van het hoes aan de haken op de voorste hoeken van het frame. 2. Bevestig de elastische lussen aan de achterste hoeken van het huis aan de haken aan de binnenzijde van het frame.
3. Pak de lus rechts midden van het scherm vast en wikkel deze rond de slotplaateenheid.
4. Duw de lus omhoog naar de voet van de slotplaat.
185 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 186 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Bagageafscheiding (indien aanwezig) In de kofferbak bevindt zich een bagageafscheiding die moet worden gebruikt zodat bagage de cabrioletkap niet kan belemmeren. Het cabrioletdak kan niet worden geopend wanneer de bagageafscheiding niet goed op zijn plaats zit. Het bericht ATTACH TRUNK PARTITION (bagageruimteafscheiding bevestigen) wordt op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven en u hoort een geluidssignaal wanneer de bagageafscheiding niet op zijn plaats zit.
. . . 186
Klap de afscheiding omhoog en klik de afscheiding in de bevestigingen aan beide zijden van de bagageruimte.
Achterste bergruimte In de vloer van het achtercompartiment bevinden zich twee bergruimten. Trek het deksel omhoog om toegang te krijgen tot een opbergvak met deksel. De deksels kunnen niet worden verwijderd. • Z06-modellen In de bergruimte rechts is de accu geplaatst; deze ruimte kan niet voor spullen worden gebruikt. • ZR1-modellen Gebruik de achtercompartimenten niet als opbergruimte.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 187 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 OPMERKING Plaats, om te voorkomen dat de vloer van de auto wordt beschadigd, geen zware of scherpe voorwerpen in de achterste bagageruimten.
■ HOOFDRUIMTE EN DAK Zonnekleppen Trek de zonneklep naar beneden of opzij om verblinding te voorkomen. Make-up spiegels Make-up spiegels bevinden zich op de zonnekleppen. De verlichting van de spiegels wordt automatisch in- en uitgeschakeld door het klepje te bewegen.
Verwijderbare dakpanelen (indien van toepassing) Verwijderen en opbergen van het dakpaneel
WAARSCHUWING Maak nooit een dakpaneel los of tracht nooit een dakpaneel te verwijderen tijdens het rijden. U en anderen kunnen gewond raken indien het dakpaneel in het voertuig valt of wegvliegt. Verwijder het dakpaneel alleen wanneer het voertuig op een veilige plaats en op vlakke grond is geparkeerd.
187 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 188 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen OPMERKING Wanneer u het dakpaneel laat vallen of op de randen laat rusten, kunnen het paneel, de lak of de tochtstrips beschadigen. Plaats het dakpaneel altijd in de houders nadat u deze uit het voertuig heeft verwijderd. Laat iemand u zo nodig helpen bij het uitvoeren van deze procedure. Verwijder de dakpanelen als volgt: 1. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond. Schakel de handrem stevig in. Zet de automatische transmissie in P (parkeren) of zet de handgeschakelde versnellingsbak in N (neutraal). 2. Zet alle ruiten volledig open. 3. Zet het contact uit. 4. Doe beide zonnekleppen omlaag.
. . . 188
5. Er zitten twee voorste vergrendelingen en een achterste vergrendelingen. Wanneer u de voorste ontgrendelingen wilt loshalen, trekt u elke hendel naar buiten.
De hendel aan de passagierszijde gaat in de richting van het bestuurdersportier en de hendel aan de passagierszijde gaat in de richting van het passagiersportier.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 189 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 A
Dakpaneel opbergen: 1. Draai het dakpaneel zodat de voorrand in de richting van het opbergvak wijst.
–
B Wanneer u de achterste vergrendeling wilt ontgrendelen, druk dan op de achterzijde van de ontgrendelingshendel . Druk daarna op de ontgrendelingsknop van de ontgrendeling en trek de ontgrendelingshendel omlaag. 6. Laat iemand helpen bij het optillen van de voorzijde van het dakpaneel, beweeg het naar voren en neem het uit het voertuig. Laat iemand het dakpaneel zo dicht mogelijk bij het midden van het voertuig vasthouden.
2. Steek het dakpaneel zo naar buiten dat de buitenste voorranden uitgelijnd worden tussen de ontvangerafdekkingen. 3. Druk het paneel naar voren totdat dit stopt.
189 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 190 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen WAARSCHUWING Een onjuist opgeborgen dakpaneel kan bij een aanrijding of een onverwachte manoeuvre door het interieur worden geslingerd. Hierdoor kunnen u en uw passagier gewond raken. Controleer altijd of het dakpaneel goed vast zit. 4. Breng het dakpaneel voorzichtig omlaag en zorg daarbij de achterste pennen op het dakpaneel in de ontvangers in de achterzijde van het opbergvak vallen. Druk goed omlaag om de pennen in de ontvangers te drukken.
. . . 190
Aanbrengen van het dakpaneel Laat iemand u zo nodig helpen bij het uitvoeren van deze procedure. Dakpaneel aanbrengen: 1. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond. Schakel de handrem stevig in. Zet de automatische transmissie in P (parkeren) of zet de handgeschakelde versnellingsbak in N (neutraal). 2. Controleer of de voorste vergrendelingen en de achterste vergrendelingen op de dakopening van het voertuig in de geopende stand staan. 3. Pak de achterrand van het dakpaneel met beide handen vast. Til het voorzichtig omhoog en verwijder het uit het opbergvak en plaats het terug op het voertuig.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 191 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 4. Plaats het dakpaneel over het voertuig. Breng de achterrand van het paneel langs de afdichtstrip op de achterzijde van de dakopening aan. 5. Lijn de pennen uit en plaats ze bij de achterzijde van het dakpaneel binnen de openingen in de achterste, bovenste afdichtstrip. Laat de voorrand van het dakpaneel op de voorzijde van de dakopening zakken.
WAARSCHUWING Een onjuist aangebracht dakpaneel kan naar binnen vallen of van de auto af waaien. U kunt zo uzelf of anderen letsel toebrengen. Controleer met regelmatige tussenpozen of het dakpaneel goed is vergrendeld. 6. Laat de achterste vergrendeling vastgrijpen door de hendel in de vergrendelde stand te zetten. 7. Draai de voorste vergrendelingshendels naar binnen in de vergrendelde stand. 8. Trek het paneel naar boven en beneden, en naar links en naar rechts om te controleren of het dakpaneel goed vast zit.
OPMERKING Wanneer u het dakpaneel laat vallen of op de randen laat rusten, kunnen het paneel, de lak of de tochtstrips beschadigen. Plaats het dakpaneel altijd in de houders nadat u deze uit het voertuig heeft verwijderd.
191 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 192 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen Elektrisch bedienbaar cabrioletdak (indien aanwezig) OPMERKING Wanneer het voertuig in een wasstraat met hogedrukreinigers wordt gereinigd, kan er water in het voertuig komen. De kap omlaag en het interieur van het voertuig blootstellen aan de elementen kan schade veroorzaken. Sluit de kap altijd als u uw voertuig buiten laat staan.
WAARSCHUWING Breng het dak niet omhoog of omlaag wanneer het voertuig rijdt. U kunt het dak of het dakmechanisme beschadigen. De eventuele reparatie hiervan wordt niet gedekt door de garantie. Zet een automatische transmissie altijd in P (parkeren) en een handgeschakelde transmissie in N (neutraal) voordat u het cabrioletdak omhoog of omlaag brengt.
OPMERKING Laat de kap niet zakken wanneer deze vochtig, nat of vuil is. Wanneer de kap omlaag is, kan water in de auto vlekken, schimmel en schade aan de binnenzijde van uw voertuig veroorzaken. Droog de kap dus af voordat u deze laat zakken. Laat de kap niet zakken bij lage temperaturen (-18° C of lager) om schade aan de dakonderdelen te voorkomen. Opmerking: Wanneer de elektrische voeding naar de ramen wordt onderbroken, moet u de raamindexeringsfunctie voor elk elektrisch bedienbare raam opnieuw programmeren. Anders werkt het cabrioletdak niet. Zie voor meer informatie "Ramen" eerder in dit hoofdstuk.
. . . 192
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 193 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Het laten zakken van de cabrioletkap kan als volgt plaatsvinden: 1. Parkeer op vlakke grond. 2. Start de motor. 3. Zet de versnellingshendel van de automatische transmissie in P (parkeren) of de versnellingshendel van de handgeschakelde versnellingsbak in N (neutraal). 4. Trek de parkeerrem aan.
5. Zorg dat de bagageruimte gesloten is, de bagageafscheiding op zijn plaats en rechtop zit en er geen voorwerpen voor de afscheiding staan. Zie het volgende, eerder in dit hoofdstuk, voor meer informatie: - Bagageruimte achterin - Bagageafscheiding
OPMERKING Wanneer u het cabrioletdak in het opbergvak laat zakken terwijl er voorwerpen in liggen, kan het dak beschadigd raken of het glas van de achterruit breken. Controleer altijd of er geen voorwerpen in het opbergvak liggen wanneer u het cabrioletdak laat zakken.
–
6. Trek de voorste vergrendeling boven de achteruitkijkspiegel omlaag en draai deze met de klok mee om de ontgrendeling los te halen.
193 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 194 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
7. Druk omhoog op de voorste rand. De ruiten gaan automatisch omlaag.
. . . 194
8. Druk de schakelaar van de cabrioletkap in en houd hem ingedrukt. De knop zit op het instrumentenpaneel aan de linkerzijde van de stuurkolom. De ruiten gaan automatisch omlaag. De kap wordt automatisch opgeborgen in de opslagruimte. U hoort een gong wanneer de top volledig omlaag is. Wanneer de radio is ingeschakeld, kan het geluid even worden gedempt wanneer het cabrioletdak omlaag wordt gebracht. Om ervoor te zorgen dat de accu niet ontlaadt, moet u de cabrioletkap niet een aantal malen omhoog en omlaag doen terwijl de motor uit staat. Raadpleeg voor meer informatie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.
Opzetten van de cabrioletkap 1. Parkeer op vlakke grond. 2. Start de motor. 3. Zet de versnellingshendel van de automatische transmissie in P (parkeren) of de versnellingshendel van de handgeschakelde versnellingsbak in N (neutraal). 4. Trek de parkeerrem aan. 5. Zorg dat de bagageruimte gesloten is, de bagageafscheiding op zijn plaats en rechtop zit en er geen voorwerpen voor de afscheiding staan. Zie het volgende, eerder in dit hoofdstuk, voor meer informatie: - Bagageruimte achterin - Bagageafscheiding
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 195 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 6. Druk de bovenkant van de schakelaar van de cabrioletkap in en houd hem ingedrukt. De knop zit op het instrumentenpaneel aan de linkerzijde van de stuurkolom. De ruiten gaan automatisch omlaag. De kap gaat automatisch omhoog. U hoort een gong wanneer de top volledig omhoog is. Laat de schakelaar los als de cabrioletkap volledig omhoog is. Wanneer de radio is ingeschakeld, kan het geluid even worden gedempt.
7. Trek de voorste vergrendeling omlaag en draai deze tegen de klok in om de ontgrendeling vast te zetten. Om ervoor te zorgen dat de accu niet ontlaadt, moet u de cabrioletkap niet een aantal malen omhoog en omlaag doen terwijl de motor uit staat. Raadpleeg voor meer informatie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.
Handmatige bediening Als het voertuig te maken krijgt met voedingsproblemen, zoals een lege accu, kunt u de kap handmatig omhoog doen. Wanneer het cabrioletdak niet volledig omlaag is gebracht en goed is opgeborgen met de schakelaar voor het cabrioletdak, moet u vijf minuten wachten voordat u het dak handmatig omhoog brengt. Volg de onderstaande handelingen op: 1. Zet de versnellingshendel van de automatische transmissie in P (parkeren) of de versnellingshendel van de handgeschakelde versnellingsbak in N (neutraal). 2. Trek de parkeerrem aan. 3. Zet het contact uit. 4. Zorg dat de bagageruimte gesloten is, de bagageafscheiding op zijn plaats en rechtop zit en er geen voorwerpen voor de afscheiding staan.
195 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 196 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
5. Open de dekkleedafdekking door aan de handmatige ontgrendelingskabel te trekken. De ontgrendelingskabel zit aan de onderzijde van de dekkleedafdekking, midden achter de passagiersstoel. Reik door de opening achter de stoel om bij de kabel te kunnen.
. . . 196
6. Beweeg de dekkleedafdekking handmatig in de geopende stand. Open de dekkleedafdekking voorzichtig. Wanneer de dekkleedafdekking te snel wordt geopend, kan het scharniermechanisme beschadigd raken. Wanneer het scharniermechanisme is beschadigd, kan het cabrioletdak niet goed werken.
7. Zoek de hydraulische pomp onder de vloerbedekking, rechtsachter in de dekkleedruimte. Zoek de ontluchtingsbout op de voorzijde van de hydraulische pomp.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 197 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Gebruik de sleutel (in de console) om de ontluchtingsbout een slag tegen de klok in te draaien. Hierdoor wordt de druk van de hydraulische pomp gehaald en kan het cabrioletdak met de hand omhoog worden gebracht.
A
A C B
–
8. Trek het cabrioletdak omhoog door de voorrand stevig vast te pakken in het midden en omhoog en naar voren te trekken zodat het dak helemaal omhoog komt.
9. Til de voorrand omhoog en zet de achterrand helemaal rechtop. 10. Sluit het deksel van het opbergvak in een snelle, stevige beweging. 11. Laat de achterrand van de cabrioletkap zakken en druk de voorrand naar voren, op de voorruitlijst. 12. Ga in het voertuig zitten en gebruik de middelste hendel om de voorrand omlaag te trekken.
197 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 198 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen
13. Trek de voorste vergrendeling omlaag en draai deze tegen de klok in om de ontgrendeling vast te zetten. Wanneer de voeding hersteld is, moet u de ontluchtingsbout van de hydraulische pomp weer met de klok mee vastdraaien.
. . . 198
Opmerking: Wanneer de elektrische voeding naar de ramen wordt onderbroken, moet u de raamindexeringsfunctie voor elk elektrisch bedienbare raam opnieuw programmeren. Anders werkt het cabrioletdak niet. Zie voor meer informatie "Ramen" eerder in dit hoofdstuk.
■ BERGVAKKEN Middenconsole De middenconsole bevat een bergruimte. Open het vak door de voorste rand van de console aan de bestuurderszijde omhoog te trekken en het deksel naar de passagierszijde te zwaaien.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 199 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Bagagenet (indien van toepassing) Zie "Bagageruimte achterin" eerder in dit hoofdstuk.
Bergruimte achterin Zie "Bagageruimte achterin" eerder in dit hoofdstuk.
Handschoenenkastje
Bekerhouder
Het handschoenenkastje kan worden gebruikt voor het opbergen van kleine voorwerpen. Gebruik de sleutel in de afstandsbediening voor het vergrendelen en ontgrendelen van het handschoenenkastje. Om het handschoenenkastje te openen trekt u aan de onderzijde van de hendel op de klep van het handschoenenkastje.
Er zitten twee bekerhouders in de middenconsole. Open de afdekking door de hendel naar rechts te schuiven.
199 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 200 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen ■ ASBAK EN AANSTEKER De asbak en de aansteker bevinden zich in het midden onderin het instrumentenpaneel. Druk op de inkeping boven op het klepje om de asbak te openen.
OPMERKING Deponeer geen papier of ander brandbaar materiaal in de asbakken. Als u dergelijke materialen in de asbak deponeert, kan dit brand veroorzaken.
. . . 200
Losse objecten kunnen vast komen te zitten achter en onder het asbakdeskel, waardoor het vast kan komen te zitten. Leg geen kleine, losse objecten in de buurt van de asbak. Druk de aansteker in en wacht tot hij gedeeltelijk naar buiten springt, gereed voor het gebruik.
WAARSCHUWING Houd de aansteker niet ingedrukt terwijl hij opwarmt. Hierdoor kan het verwarmingselement en het mechanisme dat ervoor zorgt dat de aansteker omhoog springt worden beschadigd. Ook kan daardoor de zekering doorbranden.
■ ACCESSOIREVOEDING Uw voertuig heeft een voorziening voor accessoirevoeding die het mogelijk maakt om stroomverbruikers zoals ruiten met elektrische bediening of de radio gedurende een periode van 10 minuten te gebruiken na het afzetten van het contact, tenzij een portier is geopend.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 201 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 ■ BESCHERMING TEGEN LEEGLOPEN ACCU Deze functie dient om uw accu tegen ontlading te beschermen. Wanneer de motorruimteverlichting of de verlichting in het interieur van het voertuig ingeschakeld blijft nadat het contact is uitgeschakeld, dan zorgt dit systeem ervoor dat de verlichting na 10 minuten wordt uitgeschakeld. Wanneer u het systeem nogmaals 10 minuten wilt laten werken, dan moet het contact worden ingeschakeld of moeten al deze lichten worden uitgeschakeld.
2
1
2
1
■ GEHEUGEN (INDIEN VAN TOEPASSING) Wanneer uw auto met een geheugenfunctie is uitgerust, kunt u de diverse instellingen voor de bestuurdersstoel, de buitenspiegels, de uitschuifbare stuurkolom (indien van toepassing), het systeem voor klimaatregeling en het audiosysteem in dit geheugen opslaan om deze later weer op te roepen. De bedieningstoetsen bevinden zich op het paneel van het bestuurdersportier. De nummers boven op de afstandsbediening komen overeen met geheugentoetsen 1 en 2.
Invoeren van de zitpositie in het geheugen: 1. Stel de stand van de bestuurdersstoel, de buitenspiegels en de telescopisch verstelbare stuurkolom (indien van toepassing) naar wens in. 2. Houdt de juiste bestuurdersgeheugentoets (1 of 2) ingedrukt tot u twee pieptonen hoort, die aangeven dat de instellingen zijn opgeslagen. Wanneer de automatische transmissie in P (parkeren) staat of bij een auto met handgeschakelde transmissie de handrem is aangetrokken en u een van de geheugenknoppen 1 of 2 indrukt, hoort u het geluidssignaal en bewegen de stoel, de stuurkolom en de spiegels in de vooraf ingestelde standen.
201 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 202 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Instrumenten en bedieningsorganen 2
1
2
1
Er klinken drie gonggeluiden en de vooraf ingestelde standen worden niet opgeroepen wanneer bij een auto met automatische transmissie de keuzehendel niet in P (parkeren) staat, of bij een auto met handgeschakelde versnellingsbak de handrem niet is aangetrokken en u een van de geheugentoetsen 1 of 2 indrukt. U kunt de geheugenuitlezing afbreken door op een willekeurige geheugentoets voor stoelen, buitenspiegels of stuurkolom te drukken.
. . . 202
Wanneer uw voertuig is voorzien van een automatische transmissie, dan kunt u met behulp van het informatiecentrum voor de bestuurder de geheugenfunctie programmeren zodat uw geheugeninstellingen automatisch worden opgeroepen wanneer de motor wordt gestart. Raadpleeg het volgende onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie: • Bijzondere eigenschappen - AUTO MEMORY RECALL (automatische geheugenoproep)
Uitstappen: Om het in- en uitstappen te vergemakkelijken dient u gebruik te maken van de uitstaptoets wanneer de transmissie in de stand P (parkeren) staat of wanneer de parkeerrem is ingeschakeld bij een handgeschakelde versnellingsbak. Deze toets kan worden geprogrammeerd voor maximaal twee personen. Door op deze toets te drukken, beweegt uw stoel zich in de voor u aangepaste uitstappositie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 203 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 1 Om uw eigen persoonlijke uitstappositie te programmeren: 1. Druk op de geheugentoets 1. De stoel wordt in de opgeslagen geheugenpositie verplaatst. 2. Stel de stand van de bestuurdersstoel en het stuurwiel in op de gewenste uitstappositie. 3. Houd de uitstaptoets ingedrukt tot u twee pieptonen hoort, die aangeven dat de instellingen zijn opgeslagen. Herhaal bovenstaande handelingen om de tweede zitpositie te programmeren, maar druk daarbij de geheugentoets 2 in. Wanneer u nu op de uitstaptoets drukt, zal de bestuurdersstoel naar uw aangepaste uitstappositie bewegen. Tevens klinkt er een gongsignaal.
Wanneer uw voertuig is voorzien van een automatische transmissie, dan kunt u het informatiecentrum voor de bestuurder zo programmeren dat de geheugenfunctie uw persoonlijke uitstapstand automatisch oproept wanneer u op de ontgrendeltoets op de afstandsbediening drukt en ook wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl de motor is uitgeschakeld. De nummers op de achterkant van de afstandsbediening komen overeen met geheugentoetsen 1 en 2. Raadpleeg het volgende onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie: • Bijzondere eigenschappen - AUTO EXIT RECALL (automatisch uitstapinstellingen terughalen)
–
■ VLOERMATTEN Controleer of de mat aan bestuurderszijde goed op zijn plaats ligt zodat hij de bewegingen van het gaspedaal niet belemmert. Mat aanbrengen: • Lijn de openingen in de vloermat uit over de haken en druk deze omlaag op zijn plaatst. Mat verwijderen: • Trek de achterzijde van de mat omhoog om deze uit de haken te halen.
203 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 204 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 205 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
––
Hoofdstuk 2 - Zitplaatsen en inzittendenbeveiliging
2 Sto ele n en
Bedieningsorganen voor de stoelen.................206 Met de hand verstelbare rugleuning van de voorste stoel ................................................206 Rugleuningvergrendeling van de voorste stoelen ..............................................................207 Elektrisch verstelbare stoelen..............................208 Lendensteun met elektrische bediening ...........208 Elektrisch verwarmde stoelen ............................209 Veiligheidsgordels ..............................................209 Heup-/schoudergordel.......................................211 Verlenger voor veiligheidsgordel........................213 Veiligheidsgordels vervangen.............................214 Gebruik van veiligheidsgordel tijdens zwangerschap...................................................215 Waarschuwingslamp voor niet dragen veiligheidsgordel ................................................... 215
Extra inzittendenbeveiliging............................. 216 Gordelspanners ................................................. 216 Airbag ................................................................ 217 Passagiersdetectiesysteem ................................. 222 Veiligheid voor kinderen .................................... 230
205 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 206 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging WAARSCHUWING
■ BEDIENINGSORGANEN VOOR DE STOELEN Met de hand verstelbare rugleuning van de voorste stoel Om de rugleuning schuin te plaatsen, leunt u voorover zodat u niet tegen de rugleuning steunt en trekt u de hendel helemaal omhoog. Leun vervolgens achterover en druk tegen de rugleuning om deze in de gewenste stand te drukken. Laat de hendel los en controleer of de rugleuning goed is vastgezet.
. . . 206
Rijden met naar beneden gekantelde rugleuning kan gevaar opleveren. Ook al heeft u uw veiligheidsgordel goed sluitend omgedaan, dan nog kan de gordel geen volledige bescherming bieden wanneer de rugleuning te ver naar achteren is gekanteld. Draag altijd uw veiligheidsgordel. Zorg dat deze altijd goed is afgesteld.
WAARSCHUWING Om te voorkomen dat de voorstoel tijdens krachtig remmen of botsing naar voren schuift, dient u te controleren of de stoel goed is vergrendeld door te trachten hem naar achteren te bewegen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 207 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 De rugleuning staat in de stand omlaag. Ontgrendel de rugleuning en druk hem naar achteren om de stoel weer in zijn oorspronkelijke stand te brengen.
WAARSCHUWING Een rugleuning die niet goed is vergrendeld, kan bij een aanrijding of noodstop naar voren bewegen. Dat kan letsel toebrengen aan de persoon die erop zit. Druk altijd de rugleuning naar achteren om te controleren of deze vergrendeld is.
Rugleuningvergrendeling van de voorste stoelen
–
–
De rugleuningen van de voorstoelen kunnen naar voren worden geklapt ten behoeve van het in- en uitstappen van de achterpassagiers. Trek de hendel aan de achterzijde van de rugleuning omhoog om de rugleuning te ontgrendelen. Klap daarna de leuning naar voren.
207 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 208 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging Beweeg de schakelaar naar voren of naar achteren om de stoel naar voren of naar achteren te laten bewegen. Raadpleeg de rubriek "Geheugen" in hoofdstuk 1 voor het in het geheugen opslaan van diverse standen.
Elektrisch verstelbare stoelen De bedieningsorganen bevinden zich aan de zijkant van de stoel. Druk op de voorzijde van de schakelaar om de voorzijde van de zitting omhoog of omlaag te laten bewegen. Druk op de achterzijde van de schakelaar om de achterzijde van de zitting omhoog of omlaag te laten bewegen.
. . . 208
A
B
Lendensteun met elektrische bediening (indien van toepassing) Met de verstelbare lendesteunen (optie) kan de juiste steun aan de rug worden gegeven. Schakelaar stelt de ondersteuning in de rugleuning af. Zet de schakelaar naar voren om het kussen van de rugleuning op te blazen of naar achteren om het rugleuningkussen leeg te laten lopen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 209 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 Met behulp van schakelaar kunnen de kussens aan de zijkant worden versteld teneinde uw bovenlichaam meer steun te bieden. Beweeg de schakelaar naar boven om de omvang van het kussen te laten toenemen of naar beneden om het in omvang te laten afnemen.
AUTO
AUTO
–
Elektrisch verwarmde stoelen (indien van toepassing) De bedieningsknoppen zitten op de middenconsole. Deze functie werkt alleen wanneer het contact is ingeschakeld. Druk op de bovenste toets om de stoel te verwarmen en om tussen de hoge en lage warmte-instellingen te schakelen. Het controlelampje op de toets geeft aan welke instelling actief is. Druk op de onderste toets om het systeem uit te schakelen. Het uitschakelen van deze functie vindt automatisch plaats wanneer het contact wordt afgezet.
■ VEILIGHEIDSGORDELS –
WAARSCHUWING Vervoer geen personen in de auto waar een veiligheidsgordel niet goed kan worden gedragen. Personen die geen veiligheidsgordel dragen kunnen tijdens een aanrijding ernstig gewond raken of zelfs om het leven komen. Wanneer onder dezelfde omstandigheden alle inzittenden een veiligheidsgordel dragen, dan kunnen verwondingen worden voorkomen. Draag tijdens het rijden altijd uw veiligheidsgordel en verzeker uzelf ervan dat uw passagiers dat ook doen.
209 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 210 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging WAARSCHUWING Het is buitengewoon gevaarlijk om in een laadruimte te rijden, zowel binnen als buiten de auto. Tijdens een botsing is de kans groter dat mensen op deze plaatsen ernstig of fataal letsel ondervinden. Zorg ervoor dat iedereen in de auto in een stoel zit en de veiligheidsriem op de juiste wijze gebruikt.
OPMERKING Controleer, voordat u het portier sluit, dat de veiligheidsgordels niet ingeklemd kunnen raken. Beschadiging van de gordel en/ of carrosserie wordt dan voorkomen.
. . . 210
De veiligheidsgordelinformatie is bedoeld voor volwassen bestuurders/passagiers en voor oudere kinderen die kinderzitjes zijn ontgroeid. Oudere kinderen die te groot zijn geworden voor een zitverhoger, moeten op de achterbank zitten, met de veiligheidsgordel goed bevestigd. U kunt bepalen of een kind te groot is geworden voor een zitverhoger en op de achterbank kan zitten aan de hand van de informatie in "Oudere kinderen" onder "Kinderzitjes" verderop in dit hoofdstuk.
Zorg er voor dat kinderen die te klein zijn om van een gordel gebruik te maken goed worden beveiligd door een veiligheidssysteem voor kinderen. Zie "Veiligheid voor kinderen" verderop in dit hoofdstuk.
WAARSCHUWING Een veiligheidsgordel mag steeds slechts door 1 persoon tegelijk worden gedragen. Sta niet toe dat twee kinderen van dezelfde gordel gebruik maken.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 211 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 Heup-/schoudergordel De heup/schoudergordel moet op de juiste manier worden gedragen, zoals hieronder is beschreven. Veiligheidsgordel vastmaken: 1. Stel de stoel in en ga rechtop zitten. 2. Pak de gordel bij de slottong vast. 3. Trek de gordel over het lichaam. Zorg dat de riemen niet gedraaid zitten. De heup-/schoudergordel kan blokkeren wanneer hij te snel wordt uitgetrokken. U kunt de gordel ontgrendelen door de gordel eerst weer iets op te laten rollen en hem daarna langzamer naar buiten te trekken.
–
4. Druk de slottong in het gordelslot tot u een tikgeluid hoort. Overtuig u ervan dat de ontsluitknop op het gordelslot naar boven of naar buiten wijst.
WAARSCHUWING Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk als u uw gordel in het verkeerde gordelslot vastzet. Druk de slottong steeds vast in het meest nabije gordelslot.
6. Trek aan de schouderriem om de heupriem af te stellen. Bij kleinere inzittenden kan het nodig zijn het stiksel op de heupgordel door de slottong te halen om de gordel volledig vast te zetten. De veiligheidsriem blokkeert als er een plotselinge stop of crash is, of als u de riem heel snel uit het oprolmechanisme trekt.
5. Trek aan de slottong om er zeker van te zijn dat deze stevig vast zit.
211 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 212 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging Wanneer u de schouderriem van de heup-schoudergordel van bepaalde passagierszitplaatsen geheel naar buiten trekt, dan komt de vergrendelingsvoorziening voor het kinderveiligheidssysteem in werking. De gordel kan niet weer naar buiten worden getrokken voordat eerst het oprollen heeft plaatsgevonden. Inschakeling van de vergrendelingsfunctie voor een kinderzitje kan het passagiersdetectiesysteem beïnvloeden. Zie "Passagiersdetectiesysteem" verderop in dit hoofdstuk.
. . . 212
Veiligheidsgordel losmaken: • Druk de knop op het slotmechanisme in. Controleer, voordat u het portier sluit, dat de veiligheidsgordels niet ingeklemd kunnen raken. Beschadiging van de gordel en/of carrosserie wordt dan voorkomen.
De heup-/schoudergordel moet worden gedragen zoals hierboven is afgebeeld.
WAARSCHUWING De veiligheidsgordels moeten nauwsluitend om het lichaam worden gedragen. Laat de schoudergordel niet onder uw arm of achter uw riem doorlopen. Zorg dat de gordelriemen niet gedraaid zitten.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 213 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2
De schoudergordel moet over de schouder en diagonaal over de borst lopen. Deze lichaamsdelen zijn het beste in staat om grote krachten op te vangen. De schouderriem moet voor het gezicht of de nek lopen.
Het heupgedeelte van de gordel moet laag en comfortabel op de heupen liggen, juist boven de dijen. Bij een botsing zullen stoten dan worden opgevangen door het sterke bekken en zult u minder gemakkelijk onder de heupgordel doorglijden. Als u wel onder de gordel door glijdt, moeten stoten worden opgevangen door de onderbuik. Daarbij kunt u ernstig en zelfs dodelijk letsel oplopen.
Verlenger voor veiligheidsgordel Indien de veiligheidsgordel niet lang genoeg is voor uw postuur, kan uw dealer een verlengstuk bestellen. Het verdient aanbeveling om de gordelverlengers tevoren met uw dikste jas aan te passen, zodat een voldoende lang exemplaar wordt besteld. Gebruik de gordelverlenger alleen op de stoel waarvoor hij is gemaakt. Laat niemand anders er gebruik van maken. De gordelverlengers kunnen aan de gebruikelijke veiligheidsgordels worden bevestigd. Gebruik de gordelverlenger nooit voor het vastmaken van een kinderzitje.
213 . . .
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 214 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging Veiligheidsgordels vervangen WAARSCHUWING Een botsing kan schade veroorzaken aan de inzittendenbeveiliging, zodat deze niet de juiste bescherming biedt. Dit kan tijdens een botsing resulteren in ernstig of zelfs fataal letsel. Om er zeker van te zijn dat de systemen voor inzittendenbeveiliging nog correct werken na een botsing, moet u deze zo snel mogelijk laten controleren en vervangen.
. . . 214
Indien u bij een aanrijding betrokken bent geweest, kunnen de veiligheidsgordels zijn uitgerekt, ingesneden of anderszins beschadigd waardoor vervanging noodzakelijk is. Zelfs wanneer de veiligheidsgordel niet werd gebruikt ten tijde van de aanrijding kunnen reparaties nodig zijn. Laat na een aanrijding altijd de systemen voor inzittendenbeveiliging inspecteren. Wanneer u betrokken raakt bij een botsing die ernstig genoeg is om de airbags in te schakelen, dan moet alle gordels die tijdens de botsing werden gebruikt, worden vervangen.
Uw voertuig is met gordelspanners uitgerust. Gordelspanners werken slechts éénmaal. Als de spanners bij een botsing werden geactiveerd, moeten ze worden vervangen. Als het airbaglampje blijft branden of gaat branden terwijl u rijdt, laat dan de gordelspanner controleren. Zie "Gordelspanners" onder "Extra inzittendenbeveiliging" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie over deze functie.
WAARSCHUWING Bij het verwijderen (sloop) van het voertuig of voertuigonderdelen moeten altijd de veiligheidsprocedures in acht worden genomen. Verwijdering mag uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend onderhoudsbedrijf om het milieu en uw gezondheid te beschermen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 215 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2
Gebruik van veiligheidsgordel tijdens zwangerschap Veiligheidsgordels zijn nuttig voor iedereen, dus ook voor zwangere vrouwen. Ook bij hen is de kans op ernstig letsel groter indien geen veiligheidsgordel wordt gedragen.
Een zwangere vrouw dient altijd een heup-/schoudergordel te dragen (zgn. driepuntsgordel). Daarbij moet de heupriem zo laag mogelijk over de heupen liggen. De beste manier om de foetus te beschermen, is het beschermen van de moeder. Wanneer een veiligheidsgordel goed wordt gedragen, is de kans groter dat de foetus ongedeerd blijft bij een aanrijding. Voor zwangere vrouwen geldt, net als voor iedereen, dat de effectiviteit van de veiligheidsgordels aanzienlijk wordt verhoogd indien ze goed worden gedragen.
–
Waarschuwingslamp voor niet dragen veiligheidsgordel Wanneer de motor wordt aangezet, klinkt gedurende een aantal seconden een geluidssignaal om u eraan te herinneren de veiligheidsgordels te dragen. Het controlelampje voor de veiligheidsgordels gaat ook aan en blijft enkele seconden branden. Daarna knippert het nog enkele seconden. Wanneer de veiligheidsgordel reeds is omgegespt, zal noch het signaal noch het lampje worden geactiveerd. De gong en het lampje worden opnieuw geactiveerd als de bestuurder zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgedaan terwijl het voertuig rijdt.
215 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 216 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging ■ EXTRA INZITTENDENBEVEILIGING WAARSCHUWING Een botsing kan de inzittendenbeveiligingen van uw auto beschadigen. Een beschadigd inzittendenbeveiligingssysteem kan de persoon die het gebruikt niet goed beschermen, wat kan leiden tot ernstig en zelfs fataal letsel bij een botsing. Laat na een aanrijding altijd de systemen voor inzittendenbeveiliging inspecteren. Zorg er zo spoedig mogelijk voor dat de noodzakelijke vervangingen worden uitgevoerd.
. . . 216
GORDELSPANNERS Uw voertuig is uitgerust met gordelspanners. Deze gordelspanners zorgen dat een passagier bij een gemiddelde tot zware frontale aanrijding niet te ver naar voren schiet. De gordelspanners bevinden zich in de veiligheidsgordeleenheden voor de bestuurder en de voorpassagier. Gordelspanners werken slechts éénmaal. Als de spanners bij een botsing werden geactiveerd, moeten ze worden vervangen.
WAARSCHUWING Bij het verwijderen (sloop) van het voertuig of voertuigonderdelen moeten altijd de veiligheidsprocedures in acht worden genomen. Verwijdering mag uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend onderhoudsbedrijf om het milieu en uw gezondheid te beschermen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 217 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 Auto's die uitgerust zijn met tweetraps airbags beschikken tevens over stoelpositiesensoren waarmee kan worden bepaald of airbags gedeeltelijk of volledig moeten worden opgeblazen. –
AIRBAG Uw auto kan uitgerust zijn met twee airbags die in de stuurwielnaaf en achter de rechterkant van het instrumentenpaneel zijn ondergebracht. Bij een frontale aanrijding kunnen de airbags worden opgeblazen. Dit zijn tweetraps front-airbags waarvan het weerstandsniveau wordt aangepast aan de ernst van de botsing. Voor lichtere frontale botsingen worden de airbags niet volledig opgeblazen. Voor ernstigere frontale botsingen, worden de airbags volledig opgeblazen.
Uw voertuig heeft ook aan de buitenkant van de rugleuningen van de voorste stoelen twee airbags die in werking kunnen komen tijdens een botsing aan de zijkant van het voertuig. Wanneer er accuvoeding is, kunnen de portieren automatisch worden ontgrendeld en wordt de interieurverlichting ingeschakeld wanneer er een airbag wordt geactiveerd. De waarschuwingsknipperlichten worden ook ingeschakeld als er een airbag wordt geactiveerd.
217 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 218 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging U kunt de portieren vergrendelen, de interieurverlichting uitschakelen en de waarschuwingsknipperlichten inschakelen met de bedieningsorganen voor die functies.
WAARSCHUWING De veiligheidsgordels en het airbagsysteem zijn ontworpen om volwassenen de best mogelijke bescherming te bieden. Personen die met het airbagsysteem in aanraking komen of die zich te dicht bij een airbag bevinden die wordt opgeblazen, kunnen ernstige verwondingen oplopen met mogelijk dodelijke gevolgen. Iedereen in het voertuig die te groot is voor een kinderzitje, moet een veiligheidsgordel op de juiste manier dragen. Het maakt daarbij niet uit of er een airbag voor die persoon aanwezig is.
. . . 218
WAARSCHUWING Zorg er voor dat kinderen die te klein zijn om van een gordel gebruik te maken goed worden beveiligd door een veiligheidssysteem voor kinderen. Zie "Veiligheid voor kinderen" verderop in dit hoofdstuk. Uit ongevallenstatistieken is gebleken dat kinderen meer veiligheid wordt geboden wanneer ze gebruikmaken van de veiligheidsvoorzieningen achterin het voertuig. Daarom raden wij u aan kinderen in kinderzitjes te plaatsen en oudere kinderen die groot genoeg zijn om een veiligheidsgordel te dragen op de achterbank te zetten, ook al is de voorairbag uitgeschakeld.
WAARSCHUWING Een kind in een achterwaarts gekeerd kinderzitje op de zitplaats voor de passagier voor in de auto kan ernstig worden gewond of de gevolgen kunnen fataal zijn indien de airbag voor de passagier in werking komt. De achterkant van het kinderzitje kan zich namelijk dichtbij de ontstoken airbag bevinden. Plaats geen naar achteren gericht kinderzitje op de passagiersstoel voor.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 219 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 WAARSCHUWING Hoewel sommige voertuigen uitgerust zijn met een uitschakelfunctie voor de airbag aan passagierszijde waarmee de voorairbag aan passagierszijde onder bepaalde omstandigheden uit kan worden geschakeld, is geen enkel systeem 100% storingvrij. Niemand kan garanderen dat een airbag onder ongebruikelijke omstandigheden niet wordt geactiveerd, zelfs als het systeem is uitgeschakeld.
WAARSCHUWING We raden u daarom aan naar achteren gerichte kinderzitjes op een stoel achterin vast te maken, zelfs als de voorairbag is uitgeschakeld. Omdat het risico bij een naar achteren gericht kinderzitje groot is als de airbag wordt geactiveerd, zit er een sticker op de zonneklep die u waarschuwt nooit een naar achteren gericht kinderzitje op de voorstoel te zetten.
WAARSCHUWING Een kind in een naar voren gericht kinderzitje op de zitplaats van de passagier voor in het voertuig kan ernstig of dodelijk gewond raken als de airbag voor de passagier in werking treedt en de passagiersstoel naar voren staat. Wanneer u echter een voorwaarts geplaatst kinderzitje op de stoel voor de rechter passagier voorin vastzet, moet deze stoel zo ver mogelijk naar achteren worden geschoven.
WAARSCHUWING Airbags bieden aanvullende bescherming bij het gebruik van veiligheidsgordels. Ook in een auto met airbags bestaat er grotere kans op letsel indien u bij een aanrijding geen veiligheidsgordel draagt.
219 . . .
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 220 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging WAARSCHUWING Wanneer u zich te dicht bevindt bij een airbag die wordt opgeblazen, kunt u ernstige verwondingen oplopen. Veiligheidsgordels houden u bij een aanrijding op uw plaats wanneer de airbag wordt opgeblazen. De bestuurder moet zo ver mogelijk naar achteren zitten maar toch de auto volledig onder controle hebben. Airbags vóór in de auto treden helemaal niet in werking wanneer de auto om de lengteas rolt, bij aanrijdingen van achteren en bij veel zij-aanrijdingen. Zijairbags worden niet geactiveerd wanneer het voertuig om de lengteas rolt, bij aanrijdingen van achteren of bij frontale botsingen.
. . . 220
WAARSCHUWING Bevestig niets in de ruimte waar het opblazen van de airbag plaatsvindt. Als er zich iets tussen inzittende en een airbag bevindt, kan de airbag niet juist worden opgeblazen, of kan het voorwerp tegen de inzittende duwen, met ernstig of fataal letsel tot gevolg. Zorg er voor dat geen stoelbekleding aanwezig is in de opblaaszone van de airbags aan de zijkant. Het gebied waarin een airbag zich vult, moet altijd worden vrijgehouden. Inzittenden van de auto mogen niet tegen de portieren leunen of slapen.
Een dikke laag materiaal (bijvoorbeeld een deken) of later gemonteerde voorzieningen (zoals stoelhoezen, stoelverwarming of stoelmassagesystemen) tussen het zitkussen en het kinderzitje of een kleine inzittende kunnen invloed hebben op de werking van het passagiersdetectiesysteem. Gebruik alleen door GM goedgekeurde optionele uitrusting wanneer uw voertuig met dit systeem is uitgerust.
WAARSCHUWING Voorkom beschadiging van de airbagbekleding. Zorg er voor dat geen stoelbekleding aanwezig is in de opblaaszone van de airbags aan de zijkant. Inzittenden van de auto mogen niet tegen de portieren leunen of slapen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 221 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 WAARSCHUWING Wanneer er een airbag wordt geactiveerd, kan er stof vrijkomen dat in de lucht blijft hangen. Dit kan de ademhaling bemoeilijken bij mensen die last hebben van astma of andere aandoeningen aan de luchtwegen. U kunt dit voorkomen door ervoor te zorgen dat iedereen meteen het voertuig verlaat zodra dat veilig is. Als uitstappen onmogelijk is, open dan een raam of portier. Als u ademhalingsproblemen ondervindt nadat een airbag is geactiveerd, moet u een arts raadplegen.
Bij vele ernstige botsingen barst de voorruit als gevolg van de vervorming van het voertuig. Extra schade aan de voorruit kan ook plaatsvinden door het opblazen van de rechter front-airbag. De airbag treedt slechts eenmaal in werking. Na een botsing moet hij worden vervangen. Laat alleen speciaal opgeleid personeel aan het airbagsysteem werken.
OPMERKING Voorkom beschadiging van de airbagbekleding. Wanneer een afdekking van een airbag beschadigd is, moet in sommige gevallen de airbagmodule of de module en afdekking van de airbag worden vervangen. De kappen van de airbags mogen niet worden geopend of gebroken.
WAARSCHUWING Een airbag kan bij onjuiste behandeling tot maximaal tien minuten na het afzetten van het contact en na het verbreken van de stroomverbinding alsnog worden geactiveerd. Wanneer u zich te dicht bij een geactiveerde airbag bevindt, kunt u ernstig gewond raken. Voorkom contact met gele connectors. Wees er zeker van dat u of de persoon die de werkzaamheden verricht goed is opgeleid en de voorgeschreven handelingen kan opvolgen.
221 . . .
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 222 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging WAARSCHUWING Bij het verwijderen (sloop) van het voertuig of voertuigonderdelen moeten altijd de veiligheidsprocedures in acht worden genomen. Verwijdering mag uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend onderhoudsbedrijf om het milieu en uw gezondheid te beschermen. Wanneer u opties aan de voorzijde of zijkanten van het voertuig toevoegt, is het mogelijk dat airbags niet goed meer functioneren. Raadpleeg uw dealer voordat u opties aan de buitenzijde van uw auto monteert.
Controlelamp airbag Bij het aanzetten van het contact knippert de controlelamp van de airbag om aan te geven dat het systeem operationeel is. Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1 voor meer informatie.
WAARSCHUWING Laat onmiddellijk onderhoud verrichten indien bij het aanzetten van het contact de controlelamp van de airbag niet aangaat of blijft branden, of als hij tijdens het rijden gaat branden.
. . . 222
PASSAGIERSDETECTIESYSTEEM Uw voertuig is uitgerust met het passagiersdetectiesysteem. Wanneer u het voertuig start, ziet u de lampjes voor airbag "aan" en "uit" even in de achteruitkijkspiegel. Wanneer de zelfcontrole van het systeem is voltooid, blijft één van de lampjes branden om aan te geven dat de airbags van de passagier rechtsvoor zijn in- of uitgeschakeld.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 223 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 Sensoren in de voorstoel rechts en de veiligheidsgordel detecteren de aanwezigheid van een goed zittende inzittende om te bepalen of de airbag voor de voorpassagier in- of uitgeschakeld moet zijn. Het passagiersdetectiesysteem schakelt de airbags rechtsvoor onder bepaalde omstandigheden uit. • Er is gedurende een bepaalde periode geen gewicht geplaatst op de rechter voorstoel. • Het systeem detecteert een kind in een naar achteren geplaatst kinderzitje. • Het systeem detecteert een kind in een naar voren geplaatst kinderzitje. • Het systeem detecteert een kind in een stoelverhoger.
• Op de rechter voorstoel zit een kleine persoon, zoals een kind die te groot is voor een kinderzitje of een erg kleine volwassene. Het is belangrijk hierbij op te merken dat bij sommige kinderen die te groot zijn geworden voor een kinderzitje en bij zeer kleine volwassenen het systeem de airbag niet altijd kan inschakelen, afhankelijk van de zithouding en lichaamsbouw van die persoon. Iedereen in het voertuig die te groot is voor een kinderzitje, moet een veiligheidsgordel op de juiste manier dragen. Het maakt daarbij niet uit of er een airbag voor die persoon aanwezig is. De airbags aan de passagierszijde worden ook uitgeschakeld als er een ernstig probleem is met het voorairbagsysteem of het zijairbagsysteem of met het passagiersdetectiesysteem.
–
Het lampje voor 'uit' blijft branden wanneer de airbags rechtsvoor zijn uitgeschakeld.
223 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 224 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging Optionele apparatuur, zoals stoelhoezen, kunnen de prestaties van het passagiersdetectiesysteem beïnvloeden. Gebruik alleen door GM goedgekeurde optionele uitrusting wanneer uw voertuig met dit systeem is uitgerust.
WAARSCHUWING Wanneer het systeem een persoon met volwassen afmetingen waarneemt in de stoel rechtsvoor, worden de airbags rechtsvoor en opzij opnieuw ingeschakeld en gaat het 'aan'-lampje in de achteruitkijkspiegel branden. Zie het volgende verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie: • Werking van het systeem met een kinderzitje • Werking van het systeem met volwassen passagiers
. . . 224
Houd het gebied onder de passagierstoel of tussen stoelkussen en rugleuning vrij van voorwerpen waardoor het passagiersdetectiesysteem op de juiste manier kan functioneren.
WAARSCHUWING Indien de airbaglamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem. Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1 voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 225 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 Werking van het systeem met een kinderzitje Uit ongevallenstatistieken is gebleken dat kinderen veiliger in een voertuig worden vervoerd wanneer ze in een kinderstoeltje op de achterbank zitten. Bij het kiezen van een veiligheidssysteem voor kinderen dient u niet alleen rekening te houden met het gewicht, de grootte en de leeftijd van het kind, maar ook met de geschiktheid van het systeem voor uw auto. Plaats geen naar achteren gerichte kinderzitjes in dit voertuig, zelfs niet als de airbag voor is uitgeschakeld. Daarom raden wij u aan kinderen in kinderzitjes te plaatsen en oudere kinderen die groot genoeg zijn om een veiligheidsgordel te dragen op de achterbank te zetten, ook al is de voorairbag uitgeschakeld.
WAARSCHUWING Een kind in een achterwaarts gekeerd kinderzitje op de zitplaats voor de passagier voor in de auto kan ernstig worden gewond of de gevolgen kunnen fataal zijn indien de airbag voor de passagier in werking komt. De achterkant van het kinderzitje kan zich namelijk dichtbij de ontstoken airbag bevinden. Plaats geen naar achteren gericht kinderzitje op de passagiersstoel voor.
WAARSCHUWING Hoewel uw voertuig is voorzien van een uitschakelfunctie voor de airbag aan de passagierszijde die is ontworpen om de airbag aan passagierszijde onder bepaalde omstandigheden uit te schakelen, is geen enkel systeem 100% storingvrij. Niemand kan garanderen dat een airbag onder ongebruikelijke omstandigheden niet kan worden ingeschakeld, zelfs als het systeem is uitgeschakeld.
225 . . .
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 226 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging WAARSCHUWING We raden u daarom aan naar achteren gerichte kinderzitjes op een stoel achterin vast te maken, zelfs als de voorairbag is uitgeschakeld. Omdat het risico bij een naar achteren gericht kinderzitje groot is als de airbag wordt geactiveerd, zit er een sticker op de zonneklep die u waarschuwt nooit een naar achteren gericht kinderzitje op de voorstoel te zetten.
. . . 226
WAARSCHUWING Een kind in een naar voren gericht kinderzitje op de zitplaats van de passagier voor in het voertuig kan ernstig of dodelijk gewond raken als de airbag voor de passagier in werking treedt en de passagiersstoel naar voren staat. Wanneer u echter een voorwaarts geplaatst kinderzitje op de stoel voor de rechter passagier voorin vastzet, moet deze stoel zo ver mogelijk naar achteren worden geschoven.
WAARSCHUWING Wanneer het voertuig wordt gestart met een kinderzitje op de passagiersstoel, moet de indicator "uit" in de achteruitkijkspiegel verschijnen. Als de "aan"-indicator onderin de achteruitkijkspiegel verschijnt terwijl u een kinderzitje in de rechter voorstoel hebt geplaatst, dan betekent dit dat de frontairbag rechtsvoor nog steeds ingeschakeld is.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 227 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 Als er een kinderzitje is geplaatst en het passagiersdetectiesysteem de airbag niet heeft uitgeschakeld, schakel de motor dan uit. Verwijder het kinderzitje en plaats het opnieuw. Een dikke laag materiaal (bijvoorbeeld een deken) of later gemonteerde voorzieningen (zoals stoelhoezen, -verwarming of massagesystemen) tussen het zitkussen en het kinderzitje of een kleine inzittende kan invloed hebben op de werking van het passagiersdetectiesysteem. Verwijder alle extra materiaal van het zitkussen voordat u een kinderzitje monteert of een kleine inzittende vastzet.
Plaats geen kinderzitje in het voertuig wanneer de indicator "aan" nog altijd te zien is. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud. Zie "Veiligheid voor kinderen" verderop in dit hoofdstuk. –
Als na het opnieuw starten van het voertuig de "aan"-indicator nog altijd verschijnt, controleer dan of de rugleuning van het voertuig het kinderzitje niet in het zitkussen drukt. Als dit het geval is, kantelt u de rugleuning van het voertuig iets en stelt u indien mogelijk het zitkussen af.
–
227 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 228 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging
Werking van het systeem met volwassen passagiers Wanneer het systeem een persoon met volwassen afmetingen waarneemt in de stoel rechtsvoor, worden de airbags rechtsvoor opnieuw ingeschakeld en gaat het 'aan'-lampje in de achteruitkijkspiegel branden.
. . . 228
Wanneer een persoon met volwassen afmetingen in de rechter voorstoel zit en de airbag rechtsvoor blijft uitgeschakeld, kan het zijn dat de persoon niet goed in de stoel zit. Als het passagiersdetectiesysteem niet kan waarnemen of er een persoon van volwassen afmetingen in de stoel zit, zet de motor dan uit. Een dikke laag materiaal (zoals een deken) of optionele uitrusting (zoals stoelhoezen, verwarming of massagesystemen) kan effect op de werking van het passagiersdetectiesysteem hebben. Verwijder alle extra materiaal van de stoel. Plaats de rugleuning in rechtopstand. Zorg ervoor dat de passagier rechtop in het midden van de stoel op het stoelkussen zit met de benen comfortabel gestrekt.
Start de motor opnieuw. Hierdoor zou het systeem de persoon moeten kunnen waarnemen en de airbag aan passagierszijde inschakelen. Het kan twee tot drie minuten duren voordat het systeem de passagier heeft waargenomen en de airbags inschakelt.
WAARSCHUWING Indien de airbaglamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem. De volwassen passagier wordt dan niet beschermd door de airbag. Laat de auto onmiddellijk repareren. Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1 voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 229 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2
AAN/UIT-INDICATOR AIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE Wanneer u het voertuig start, ziet u de lampjes voor airbag "aan" en "uit" even in de achteruitkijkspiegel. Eén van de lampjes blijft branden om aan te geven of de airbags van de passagier rechtsvoor aan of uit zijn.
Wanneer het controlelampje voor "aan" gaat branden, is de airbag voor de passagier nog steeds actief. De "uit"-indicator blijft branden in de achteruitkijkspiegel wanneer de frontairbag rechtsvoor uitgeschakeld is. Als de twee lampjes nooit gaan branden wanneer het voertuig voor het eerst wordt gestart of wanneer beide lampjes na een aantal seconden blijven branden, kan er een probleem zijn met het systeem. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud.
WAARSCHUWING Indien de airbaglamp blijft branden, of tijdens het rijden gaat branden, kan dit duiden op een storing in het systeem. De airbags kunnen niet in werking komen tijdens een aanrijding of kunnen in werking komen wanneer geen aanrijding heeft plaatsgevonden. Om u en anderen te beschermen tegen letsel is het nodig om het defect onmiddellijk te laten verhelpen. Zie "Passagiersdetectiesysteem" eerder in dit hoofdstuk.
229 . . .
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 230 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging WAARSCHUWING Nadat u een kinderzitje heeft geplaatst, moet u de schoudergordel helemaal uit het oprolmechanisme trekken om de gordel vast te zetten.
WAARSCHUWING VEILIGHEID VOOR KINDEREN WAARSCHUWING Laat geen kinderen in het voertuig zonder toezicht. Kinderen die zonder toezicht in het voertuig achterblijven kunnen met de veiligheidsgordels spelen. De gordel kan hierbij rond de nek van het kind worden gedraaid en vastklemmen. Het kind kan ernstig gewond raken of zelfs overlijden. Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels spelen.
. . . 230
Kleine kinderen moeten altijd in een baby- of kinderzitje worden vervoerd. Houd een baby of kind nooit in uw armen tijdens het rijden.
WAARSCHUWING Wanneer een kinderzitje niet goed met de veiligheidsgordels wordt bevestigd, kan het zitje het kind dat zich in het zitje bevindt niet beschermen. Tijdens een ongeluk kan het kind ernstig en zelfs fataal letsel oplopen.
WAARSCHUWING Een niet goed aangebracht kinderzitje kan tijdens een botsing of een noodstop door de auto worden geslingerd. U en uw passagiers kunnen daarbij gewond raken. Zorg ervoor dat het kinderzitje correct is bevestigd, ook als een kind geen gebruik maakt van het zitje.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 231 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 In de aanwijzingen van de fabrikant van het veiligheidssysteem moeten het gewicht en de hoogtebeperkingen voor het specifieke veiligheidssysteem staan vermeld.
WAARSCHUWING
De meeste kinderzitjes zijn in verschillende modellen verkrijgbaar.
Bij het kiezen van een veiligheidssysteem voor kinderen dient u niet alleen rekening te houden met het gewicht, de grootte en de leeftijd van het kind, maar ook met de geschiktheid van het systeem voor uw auto.
Pasgeboren kinderen hebben volledige ondersteuning nodig, inclusief ondersteuning van hoofd en nek. Tijdens een botsing wordt een kind in een ruggelings geplaatst kinderzitje in het veiligheidssysteem gedrukt, zodat de kracht van de botsing kan worden verdeeld over de sterkste delen van het kinderlichaam, de rug en de schouders. Kinderen moeten altijd veilig bevestigd zijn in geschikte kinderzitjes.
231 . . .
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 232 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging WAARSCHUWING De lichaamsbouw van een jong kind is anders dan dat van een volwassene of een ouder kind voor wie de veiligheidsgordels zijn ontworpen. De heupbeenderen van een jong kind zijn nog zo klein dat de normale veiligheidsgordel van een voertuig niet laag blijft zitten op de heupbotten, zoals het zou moeten. In plaats daarvan kan het opkruipen tot rond de ingewanden van het kind. Tijdens een botsing oefent de gordel een kracht uit op een lichaamsdeel dat helemaal niet wordt beschermd door een botstructuur. Dit alleen kan al ernstig en zelfs dodelijk letsel veroorzaken. Jonge kinderen moeten altijd veilig bevestigd zijn in geschikte kinderzitjes.
. . . 232
Voor deze veiligheidssystemen in uw auto wordt gebruik gemaakt van het gordelsysteem, maar het kind moet echter ook de veiligheidsgordels van het veiligheidssysteem dragen om de kans op verwondingen te verminderen. Volg de richtlijnen op die in de gebruiksaanwijzing zijn vermeld. Een dikke laag materiaal (bijvoorbeeld een deken) of later gemonteerde voorzieningen (zoals stoelhoezen, -verwarming of massagesystemen) tussen het zitkussen en het kinderzitje of een kleine inzittende kan invloed hebben op de werking van het passagiersdetectiesysteem. Verwijder alle extra materiaal van het zitkussen voordat u een kinderzitje monteert of een kleine inzittende vastzet.
WAARSCHUWING Een kind kan ernstig gewond raken of overlijden bij een aanrijding wanneer het kind niet goed in het kinderzitje is geplaatst. Volg de instructies die bij het kinderzitje worden geleverd. Wanneer u de schouderriem van de heup-schoudergordel van bepaalde passagierszitplaatsen geheel naar buiten trekt, dan komt de vergrendelingsvoorziening voor het kinderveiligheidssysteem in werking. De gordel kan niet weer naar buiten worden getrokken voordat eerst het oprollen heeft plaatsgevonden.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 233 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 Wanneer u een veiligheidsgordel gebruikt die voorzien is van een vergrendelingsvoorziening voor het kinderzitje, zorg er dan voor dat u de schoudergordel uit het terugtrekmechanisme trekt om de gordelvergrendeling te activeren nadat u de gordel door het kinderzitje hebt geleid en de gordel hebt vastgegespt. Voer vervolgens de schoudergordel terug in het terugtrekmechanisme terwijl u het kinderzitje omlaag duwt. Beweeg het kinderzitje in verschillende richtingen om er zeker van te zijn dat hij goed is bevestigd.
Uit ongevallenstatistieken is gebleken dat kinderen meer veiligheid wordt geboden wanneer ze gebruikmaken van de veiligheidsvoorzieningen achterin het voertuig. Daarom raden wij u aan kinderen in kinderzitjes te plaatsen en oudere kinderen die groot genoeg zijn om een veiligheidsgordel te dragen op de achterbank te zetten, ook al is de voorairbag uitgeschakeld.
–
WAARSCHUWING Een kind in een achterwaarts gekeerd kinderzitje op de zitplaats voor de passagier voor in de auto kan ernstig worden gewond of de gevolgen kunnen fataal zijn indien de airbag voor de passagier in werking komt. De achterkant van het kinderzitje kan zich namelijk dichtbij de ontstoken airbag bevinden.
233 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 234 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging WAARSCHUWING Hoewel uw voertuig is voorzien van een uitschakelfunctie voor de airbag aan passagierszijde die is ontworpen om de airbag aan passagierszijde onder bepaalde omstandigheden uit te schakelen, is geen enkel systeem 100% storingvrij. Niemand kan garanderen dat een airbag onder ongebruikelijke omstandigheden niet kan worden ingeschakeld, zelfs als het systeem is uitgeschakeld. Plaats geen naar achteren gerichte kinderzitjes in dit voertuig, zelfs niet als de airbag voor is uitgeschakeld. Omdat het gevaar voor een naar achteren gericht kinderzitje groot is als de airbag wordt geactiveerd, zit er een sticker op de zonneklep die u waarschuwt nooit een naar achteren gericht kinderzitje op de voorstoel te plaatsen
. . . 234
WAARSCHUWING Wanneer het voertuig wordt gestart met een kinderzitje op de passagiersstoel, moet de indicator "uit" in de achteruitkijkspiegel verschijnen. Als de "aan"-indicator onderin de achteruitkijkspiegel verschijnt terwijl u een kinderzitje in de rechter voorstoel hebt geplaatst, dan betekent dit dat de frontairbag rechtsvoor nog steeds ingeschakeld is.
WAARSCHUWING Een kind in een naar voren gericht kinderzitje op de zitplaats van de passagier voor in het voertuig kan ernstig of dodelijk gewond raken als de airbag voor de passagier in werking treedt en de passagiersstoel naar voren staat. Wanneer u echter een voorwaarts geplaatst kinderzitje op de rechter voorstoel vastzet, moet deze stoel zo ver mogelijk naar achteren worden geschoven. Zie "Passagiersdetectiesysteem" eerder in dit hoofdstuk.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 235 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 Oudere kinderen Oudere kinderen die te groot zijn geworden voor een zitverhoger, moeten op de achterbank zitten, met de veiligheidsgordel goed bevestigd. In de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het kinderzitje moeten het gewicht en de hoogtebeperkingen voor het specifieke kinderzitje staan vermeld.
Bepaal aan de hand van de plaatselijke wetgeving of een kind te groot is geworden voor een zitverhoger en op de achterbank kan zitten. Controleer daarbij het volgende: • Laat het kind helemaal naar achteren op de achterbank zitten. Buigen de knieën van het kind bij de rand van de achterbank? Wanneer u "ja" heeft geantwoord op deze vraag, ga naar de volgende vraag. Wanneer u "nee" heeft geantwoord op deze vraag, dan moet het kind op een zitverhoger blijven zitten.
• Bevestig de veiligheidsgordel rond het kind terwijl het helemaal naar achteren op de achterbank zit, met de knieën gebogen bij de rand van de achterbank. Ligt de schouderriem op de schouder? Wanneer u "nee" heeft geantwoord op deze vraag, dan moet het kind op een zitverhoger blijven zitten. • Past de heupriem laag en strak rond de heupen, waarbij de riem net de dijen raakt? Wanneer u "ja" heeft geantwoord op deze vraag, ga naar de volgende vraag. Wanneer u "nee" heeft geantwoord op deze vraag, dan moet het kind op een zitverhoger blijven zitten.
235 . . .
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 236 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Stoelen en inzittendenbeveiliging • Blijft de veiligheidsgordel goed zitten tijdens de rit? Wanneer u "nee" heeft geantwoord op deze vraag, dan moet het kind op een zitverhoger blijven zitten. Wanneer u "ja" heeft geantwoord op deze vraag, moet een ouder kind een heup-/schoudergordel dragen, waardoor het kind de extra bescherming krijgt die een schoudergordel kan bieden.
. . . 236
De schouderriem moet voor het gezicht of de nek lopen. Het heupgedeelte van de riem moet laag en passend rond de heupen worden gedragen, waarbij de riem net de dijen moet raken. Bij een aanrijding oefent de riem dan druk uit op de sterke botten van het bekken. Wanneer dit niet het geval is, drukt de riem bij een aanrijding op de buik van het kind. Dit kan ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING Laat een kind nooit een veiligheidsgordel dragen met de schouderriem achter de rug langs. Het kind kan te ver naar voren bewegen waardoor het bij een aanrijding hoofd- en nekletsel kan oplopen. Het kind kan onder de heupriem doorschuiven. De riem drukt dan op de buik van het kind. Dit kan ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorzaken. De schoudergordel moet over de schouder en diagonaal over de borst lopen. Deze lichaamsdelen zijn het beste in staat om grote krachten op te vangen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 237 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 2 WAARSCHUWING Bij een aanrijding kan een inzittende die niet met de veiligheidsgordel vastzit een ander persoon in het voertuig raken en verwonden of uit het voertuig worden geworpen.
WAARSCHUWING Een veiligheidsgordel mag steeds slechts door 1 persoon tegelijk worden gedragen. Sta niet toe dat twee kinderen van dezelfde gordel gebruik maken. Zie "Veiligheidsgordels" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie over veiligheidsgordels en veiligheid.
ANKERPUNTEN VOOR KINDERZITJES Sommige kinderzitjes zijn voorzien van onderste bevestigingspunten die de plaatsing van het zitje vereenvoudigen. Uw voertuig is niet voorzien van de ankerpunten die nodig zijn om dergelijke zitjes te bevestigen. U moet een veiligheidsgordel gebruiken om een kinderzitje in dit voertuig te bevestigen. Lees alle aanwijzingen die bij het kinderzitje worden geleverd en volg deze op.
BOVENRIEM Sommige kinderzitjes met een bovenriem zijn ontworpen om met of zonder bovenriem te worden vastgezet. Voor andere zitjes is het bevestigen van de bovenriem vereist. Gebruik geen kinderzitjes waarvoor de bovenriem moet worden bevestigd, omdat de riem niet juist kan worden bevestigd. Uw voertuig is niet uitgerust met een ankerbevestiging voor een bovenriem. Als het kinderzitje volgens de fabrikant of de plaatselijke wetgeving met de bovenriem moet worden bevestigd, gebruik het kinderzitje dan niet in dit voertuig. Zet het kinderzitje vast in een voertuig met een ankerbevestiging voor een bovenriem. Lees alle aanwijzingen die bij het kinderzitje worden geleverd en volg deze op.
237 . . .
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 238 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 239 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
––– 3 Star ten en bed ienin gs-
Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften Inrijperiode bij nieuwe voertuigen....................240 Sleutels ................................................................240 Anti-diefstalsysteem...........................................242 Immobilisatie .....................................................246 Sleutelloos toegangssysteem ............................248 Werking van de afstandsbediening....................250 Extra vergrendeling............................................251 Zendbereik.........................................................252 Batterij vervangen..............................................253 Aanpassen van zenders......................................255 Akkoordcode voor zenderfrequenties ................255 Sleutelloos contact .............................................255 Accessoirevoeding .............................................257 Instructies voor het starten ...............................258 Motor starten.....................................................258 Startproblemen..................................................259 De motor stoppen..............................................260 Transmissie..........................................................261 Automatische transmissie...................................261 Handgeschakelde versnellingsbak......................266 Parkeren..............................................................268 Tractie..................................................................270 Tractieregelsysteem............................................270 Limited-Slip differentieel ....................................270
Weggedrag ........................................................ 270 Stuurinrichting................................................... 271 Stuurbekrachtiging............................................ 271 Snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging.......... 271 Remmen ............................................................. 271 Slijtage-indicatoren voor de remblokken (andere modellen dan ZR1)............................. 271 Slijtage-indicatoren voor de remblokken (ZR1-model) .................................................... 272 Remschijven (ZR1-model) ................................. 273 Remmen stellen ................................................ 275 Slag van het rempedaal .................................... 275 Antiblokkeerremsysteem (ABS) ......................... 275 Parkeerrem........................................................ 276 Wielophanging .................................................. 276 Snelheidsbegrenzer........................................... 277 Begrenzer motortoerental................................. 277 Voorspoiler......................................................... 277 Voertuig beladen ............................................... 278 Informatieplaatje voor banden ......................... 279 Identificatieplaatje ............................................. 280 Trekken van een aanhanger.............................. 280 Rijden met recreatieve voertuigen................... 280
239 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 240 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften ■ INRIJPERIODE BIJ NIEUWE VOERTUIGEN OPMERKING Er gelden geen speciale regels voor het inrijden van uw auto, maar voor betere prestaties is het raadzaam de volgende richtlijnen in acht te nemen: • Rijd tijdens de eerste 800 km niet sneller dan 90 km/h. • Rijd tijdens de eerste 800 km niet met constante snelheid snel of langzaam. • Vermijd omlaagschakelen om te remmen of te vertragen.
. . . 240
WAARSCHUWING • Voorkom hard remmen tijdens de eerste 320 km. Hard remmen met nieuwe remvoeringen kan voortijdige slijtage veroorzaken. Neem telkens nadat nieuwe remvoeringen en/of remblokken zijn gemonteerd deze richtlijnen in acht. Na het inrijden kunnen het toerental en de belasting langzaam worden verhoogd.
■ SLEUTELS WAARSCHUWING Laat kinderen niet alleen achter in het voertuig met de afstandsbediening. Voertuigcontact- en startfuncties kunnen worden geactiveerd als de zender in het voertuig is. De kinderen kunnen de elektrische ramen of andere regelaars bedienen en kunnen het voertuig zelfs starten en laten rijden. Een kind of anderen kunnen gewond raken of zelfs gedood. Laat geen kinderen in het voertuig zonder toezicht.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 241 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3
A
In tegenstelling tot traditionelere voertuigen is uw voertuig uitgerust met een sleutelloos toegangssysteem voor zowel toegang tot het voertuig als voertuigcontact- en startfuncties. Zie "Sleutelloze toegangssysteem", "Sleutelloos contact" en "Startinstructies" verderop in dit hoofdstuk voor informatie over de diverse functies van het sleutelloze toegangssysteem.
Het voertuig wordt geleverd met een sleutel waarmee het handschoenenkastje op slot kan worden gedraaid en weer open. De sleutel bevindt zich in de afstandsbediening. U kunt de sleutel verwijderen door de knop onder op de afstandsbediening in te drukken en de sleutel naar buiten te trekken. Druk altijd eerst op de knop voordat de sleutel uit de afstandsbediening trekt.
De sleutel kan ook worden gebruikt om de achterklep/kofferbak te openen. Zie "Afstandsschakelaar kofferbak/ achterklep" onder "Bagageruimte" voor meer informatie. Uw voertuig kan ook worden geleverd met een sleutel voor het ontgrendelen van de tankdop.
OPMERKING Anti-diefstalmaatregelen kunnen het lastig maken om in uw auto te komen als u uw zender en/of sleutel verliest. Wellicht moet u zelfs uw auto beschadigen om een portier te kunnen openen. Zorg ervoor dat u een reservezender en/of -sleutel hebt.
241 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 242 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften
■ ANTI-DIEFSTALSYSTEEM OPMERKING Verander het immobilizer/antidiefstalsysteem of het alarmsysteem niet. Dit kan de prestatie van het systeem nadelig beïnvloeden.
. . . 242
Uw voertuig is voorzien van een alarmsysteem. Naast het standaard antidiefstalsysteem beschikt dit systeem ook over een elektrische geluidsgenerator en een indringingssensor. Als het systeem is geactiveerd, wordt het alarm ingeschakeld telkens als er een portier of de kofferbak wordt geopend zonder de afstandsbediening te gebruiken. Het alarm kan ook worden geactiveerd wanneer de stroomtoevoer van het voertuig wordt onderbroken.
De indringingssensor van het voertuig (op de hemelbekleding, tussen de bestuurder en de passagier) bewaakt ook het interieur van het voertuig en zorgt voor een alarmsignaal naar de antidiefstalmodule in het geval van ongeoorloofd binnendringen in de passagiersruimte. Wanneer u de motor uitschakelt, wordt INTRUSION SENSOR ON (indringingssensor aan) op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. Zie 'Indringingssensor' verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. Het voertuig start ook niet zonder de afstandsbediening aanwezig.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 243 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Handel als volgt om het alarmsysteem te activeren: • Vergrendel het voertuig met het sleutelloze toegangssysteem. • Open het portier. Vergrendel het portier met de elektrische portierslotschakelaar. De controlelamp van het alarmsysteem gaat knipperen. Verwijder de afstandsbediening uit het voertuig en sluit het portier. De controlelamp van het alarmsysteem blijft continu branden. De controlelamp van het alarmsysteem dooft binnen ca. 30 seconden. Als dit lampje blijft branden terwijl de motor draait, moet uw voertuig voor onderhoud naar de garage.
• Indien geactiveerd, kan de passieve vergrendelingsfunctie van het voertuig automatisch het voertuig vergrendelen en het anti-diefstalsysteem activeren wanneer u uit het voertuig stapt. Zie "Bijzondere eigenschappen" onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1.
Het systeem wordt niet geactiveerd als u het bestuurdersportier vergrendelt met de elektrische vergrendelingsschakelaar nadat de portieren zijn gesloten. Wanneer een persoon in de auto achterblijft, moeten de portieren met de vergrendelingsschakelaar van binnenuit worden vergrendeld, nadat de portieren zijn gesloten. Als bovendien het antidiefstalalarm is geactiveerd, kunnen de portieren niet worden ontgrendeld met de knoppen van de elektrische portiervergrendeling.
243 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 244 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften Om het alarmsysteem te deactiveren als u weer terug bent bij het voertuig: • Druk op de ontgrendeltoets op de afstandsbediening. of • Knijp de sensor op de portierhandgreep in terwijl u de afstandsbediening bij u hebt. Wanneer een portier op een andere manier is geopend, klinkt het alarm. Laat de sleutel of afstandsbediening waarmee het antidiefstalsysteem kan worden uitgeschakeld niet achter in het voertuig. Mocht het alarm per ongeluk afgaan, dan kunt u het uitschakelen door de ontgrendeltoets op de afstandsbediening in te drukken.
. . . 244
Het systeem testen: 1. Zorg dat de achterklep is gesloten. 2. Zet een raam open en open het bestuurdersportier. 3. Vergrendel de portieren met de elektrische portierschakelaar. 4. Sluit het portier en wacht ongeveer 30 seconden. 5. Steek daarna uw hand door het open raam en trek aan de binnenhandgreep van het portier (op de vloer naast de stoel) om het portier handmatig te ontgrendelen en te openen. 6. U moet nu het alarm horen.
Als het alarm niet klinkt, controleer dan de claxon. Als de claxon niet werkt, kan het zijn dat de zekering is gesprongen. Zie "Zekeringen en stroomonderbrekers" voor meer informatie. Als het probleem niet veroorzaakt wordt door een zekering, moet de auto voor onderhoud worden afgeleverd bij de dealer.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 245 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 INDRINGINGSSENSOR De indringingssensor van het voertuig (op de hemelbekleding, tussen de bestuurder en de passagier) bewaakt ook het interieur van het voertuig en zorgt voor een alarmsignaal naar de antidiefstalmodule wanneer iemand de passagiersruimte binnendringt. Wanneer u de portieren vergrendelt met de afstandsbediening, dan wordt het antidiefstalsysteem geactiveerd en gaat het alarm af bij elke beweging in het voertuig. Laat geen passagiers of huisdieren achter in het voertuig wanneer de indringingssensor is geactiveerd.
Wanneer er passagiers in het voertuig achterblijven, moeten de portieren met de vergrendelingsschakelaar van binnenuit worden vergrendeld, nadat de portieren zijn gesloten. De indringingssensor wordt niet geactiveerd. Zie 'Uitschakelknop indringingssensor' verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Voordat u op de vergrendeltoets op de afstandsbediening drukt om het antidiefstalsysteem en de indringingssensor te activeren, moet u eerst het volgende doen: • Controleer of alle portieren, ramen en het zonnedak volledig zijn gesloten. • Schakel alle aanjagers en ventilatoren uit. Bewegende lucht kan het alarm activeren. • Zorg dat alle losse voorwerpen goed vastzitten, zoals het zonnescherm en de raamschermen. • Zorg dat de sensoren niet worden gehinderd door obstakels. • Hang niets aan de achteruitkijkspiegel.
245 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 246 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften Uitschakelknop indringingssensor Wanneer u de motor uitschakelt, wordt INTRUSION SENSOR ON (indringingssensor aan) op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. U kunt het antidiefstalsysteem inschakelen zonder de indringingssensor te activeren met de uitschakelknop in het handschoenenkastje voordat u de motor uitschakelt. Het bericht INTRUSION SENSOR (indringingssensor) wordt op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. De indringingssensor wordt niet geactiveerd.
. . . 246
Het systeem schoonmaken U kunt de sensor reinigen door het reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te spuiten en voorzichtig af te vegen. Zorg dat er geen resten van het reinigingsmiddel achterblijven.
OPMERKING Spuit reinigingsmiddel niet rechtstreeks op de indringingssensor. Gebruik geen borstels. De haren van de borstel beschadigen de sensor. Raak de sensor niet aan met pennen of andere scherpe voorwerpen.
Immobilisatie Let op: als er aanpassingen aan dit systeem worden aangebracht in een niet-bevoegde werkplaats, dan kan de toestemming om het systeem te gebruiken komen te vervallen. Uw voertuig is voorzien van een passief antidiefstalsysteem. Het systeem wordt automatisch ingeschakeld, zodra het contact wordt uitgezet. Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de contactmodus verandert naar Accessoire of Start en er een goede afstandsbediening in het voertuig wordt waargenomen. Het systeem kan alleen worden uitgeschakeld met een afstandsbediening die correct aan het voertuig is gekoppeld.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 247 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Wanneer er een beschadigde of niet-gekoppelde afstandsbediening is gebruikt, zorgt het systeem dat de motor niet kan worden gestart. Wanneer de motor niet start en het lampje voor het alarmsysteem gaat branden, dan kan er een probleem zijn met het immobilisatiesysteem. Wanneer de afstandsbediening niet in het voertuig wordt waargenomen, staat op het informatiecentrum voor de bestuurder het bericht NO FOBS DETECTED (geen fobs waargenomen).
Als dit gebeurt, leg de zender in het zendervakje in het handschoenenkastje met de knoppen naar rechts gekeerd. Druk dan, met het voertuig in P (parkeren) of N (neutraal), op het rempedaal en de knop sleutelloos contact starten om het voertuig te starten. Wanneer de motor nog steeds niet start en de afstandsbediening onbeschadigd lijkt, probeer dan het voertuig te starten met een andere afstandsbediening die aan het voertuig is gekoppeld.
Controleer ook de zekering. Zie "Zekeringen en stroomonderbrekers" voor meer informatie. Laat het voertuig repareren wanneer de motor nog steeds niet gestart kan worden. Wanneer de motor wel start, kan de eerste afstandsbediening defect zijn. Neem contact op met de dealer voor onderhoud aan het immobilisatiesysteem en om een nieuwe afstandsbediening te kopen die voor uw voertuig kan worden geprogrammeerd. Laat de sleutel of afstandsbediening waarmee het antidiefstalsysteem kan worden uitgeschakeld niet achter in het voertuig.
247 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 248 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften ■ SLEUTELLOOS TOEGANGSSYSTEEM Wanneer aanpassingen aan dit systeem door personen buiten een erkend servicefaciliteit worden gedaan, kan de toestemming om het systeem te gebruiken komen te vervallen.
WAARSCHUWING Laat kinderen niet alleen achter in het voertuig met de afstandsbediening. De kinderen kunnen de elektrische ramen of andere regelaars bedienen en kunnen het voertuig zelfs starten en laten rijden. Een kind of anderen kunnen gewond raken of zelfs gedood. Laat geen kinderen in het voertuig zonder toezicht.
. . . 248
Met dit systeem kunt u tot op een afstand van 3 meter van het voertuig de portieren vergrendelen en ontgrendelen, en de kofferbak/ achterklep openen. Het sleutelloze toegangssysteem vervangt ook de traditionele ontsteking en de startsystemen van het voertuig. Zie de volgende informatie: • Sleutelloos contact • Instructies voor het starten • De motor stoppen
Met het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem kunt u ook de portieren vergrendelen of ontgrendelen en de achterklep openen zonder dat u de afstandsbediening uit uw zak, tas, etc. hoeft te halen. U hoeft geen toets op de afstandsbediening in te drukken. • Ontgrendelen zonder sleutel Het portier wordt ook automatisch ontgrendeld wanneer u in de sensor van de portierhandgreep knijpt, zolang u de afstandsbediening bij u hebt. Dit noemt men passieve toegang. Merk op dat wanneer u passieve toegang gebruikt om het portier aan passagierszijde eerst te openen, het portier aan bestuurderszijde ook wordt ontgrendeld. Raadpleeg "Ontgrendeling elektrische deuren" in hoofdstuk 1 voor verdere gegevens.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 249 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 • Vergrendelen zonder sleutel Wanneer er minstens één afstandsbediening uit het voertuig is verwijderd, worden alle portieren enkele seconden nadat het laatste portier is gesloten vergrendeld. U kunt ervoor kiezen om de portieren automatisch te laten vergrendelen als u uit het voertuig stapt, zie hiervoor "Bijzondere eigenschappen" en "PASSIVE LOCKING (passieve vergrendeling)" onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1.
• Ontgrendeling van de kofferruimte zonder sleutel Open de kofferruimte vanaf de buitenkant door in de ontgrendelingsgreep achter op het kofferdeksel te knijpen; dit kan alleen als u de afstandsbediening bij u hebt. Zie "Ontgrendeling van de kofferruimte" onder "Bagageruimte" voor meer informatie.
De afstandsbediening kan worden gebruikt om de geheugeninstellingen voor de stoelen en spiegels op te roepen voor maximaal twee bestuurders. Zie "Geheugenfunctie" in hoofdstuk 1. Voor de toetsen op de afstandsbediening kunnen verschillende feedbackopties worden gekozen. Zie "Bijzondere eigenschappen" onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1 voor meer informatie. U kunt ook het informatiecentrum voor de bestuurder gebruiken om te programmeren dat de claxon moet klinken om er eraan te herinneren dat u de afstandsbediening voor het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem in het voertuig heeft laten liggen. Zie "FOB REMINDER (fob herinnering)" onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1.
249 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 250 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften
A
B C D
Werking van de afstandsbediening De afstandsbediening maakt deel uit van het sleutelloze toegangssysteem van het voertuig. De cijfers boven op de afstandsbedieningen en op de geheugentoetsen komen overeen met de bestuurders 1 en 2. Vergrendelen Druk één keer op op de afstandsbediening om alle portieren te vergrendelen. Wanneer u binnen vijf seconden nog een keer op de toets drukt, wordt de extra vergrendeling (waar van toepassing) ingeschakeld.
. . . 250
Zie "Extra vergrendeling" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. De lamp op de deur knippert eenmaal. Als u de toets tweemaal indrukt, hoort u de claxon om u te laten weten dat de portieren op slot zijn gedaan. Het antidiefstalsysteem wordt ook geactiveerd door de vergrendeltoets op de afstandsbediening in te drukken. Zie "Antidiefstalsysteem" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Ontgrendelen Druk op om het bestuurdersportier te ontgrendelen. De aan/uit-indicatorlamp op het portier knippert tweemaal. Druk binnen 5 seconden twee keer op de toets om beide portieren te ontgrendelen. Als het buiten donker genoeg is, zal ook de interieurverlichting inschakelen. Wanneer u op de ontgrendeltoets op de afstandsbediening drukt, wordt het antidiefstalsysteem ook uitgeschakeld. Zie "Antidiefstalsysteem" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie. De instellingen die in het geheugen (indien van toepassing) zijn opgeslagen, kunnen ook worden opgeroepen door de ontgrendeltoets in te drukken. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Geheugen" in hoofdstuk 1.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 251 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Achterklepontgrendeling Houd ingedrukt om de achterklep/kofferbak te openen wanneer de motor is uitgeschakeld of de automatische transmissie in P (parkeren) staat of de handgeschakelde transmissie in neutraal staat met de handrem ingeschakeld. Alarmsignaal Druk op de paniekknop om een alarm te activeren. Druk op een willekeurige knop op de afstandsbediening om het alarm uit te schakelen.
Extra vergrendeling Uw voertuig is voorzien van een extra vergrendeling, naast de gewone portiersloten. De extra vergrendeling wordt ingeschakeld wanneer u twee keer binnen vijf seconden op de vergrendeltoets op de afstandsbediening drukt. Raadpleeg "Systeem voor sleutelloze toegang" voor meer informatie. Wanneer de portieren zijn vergrendeld met de extra vergrendeling, worden de portieren niet ontgrendeld met de knoppen voor handmatige vergrendeling van het portier.
Wanneer u het bestuurdersportier vanaf de buitenzijde met de afstandsbediening ontgrendelt, wordt de extra vergrendeling voor alle portieren uitgeschakeld. Let op: alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld. U kunt vanaf de binnenzijde van het voertuig de extra vergrendeling uitschakelen door de motor te starten. De portieren blijven vergrendeld totdat u ze ontgrendelt met de afstandsbediening of de elektrische portierensloten.
–
–
–
251 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 252 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften Zendbereik Het bereik van uw afstandsbediening moet ongeveer 3 meter bedragen. Zo nu en dan zult u merken dat het bereik minder groot is. Dit is normaal. Wanneer de afstandsbediening niet werkt of u dichter bij uw voertuig dan normaal moet gaan staan om de afstandsbediening te gebruiken: • U staat misschien te ver verwijderd van uw auto. Controleer de afstand. Het kan nodig zijn om dichter bij uw auto te gaan staan bij regen of sneeuw.
. . . 252
• Controleer de locatie. Andere voertuigen of voorwerpen kunnen het signaal blokkeren. Ga een paar stappen naar links of naar rechts. • Kan de batterij van de afstandsbediening leeg zijn. Zie de aanwijzingen voor het vervangen van de batterij. • Een elektronische voorziening, zoals een mobiele telefoon of een lap-top computer zorgt voor storing.
Indien geen van het bovenstaande van toepassing is, laat dan service verrichten door uw dealer of een bevoegde monteur.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 253 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Batterij vervangen Bij normaal gebruik heeft de batterij in uw zender een levensduur van circa drie jaar. Gebruik voor vervangingsdoeleinden een batterij van het type CR2032 of een hiermee overeenkomend type. Als het systeem niet reageert op de afstandsbediening als u binnen het normale bereik bent, moet u waarschijnlijk de batterij in de zender vervangen. Wanneer de zenderbatterij bijna leeg is, kan de melding NO FOBS DETECTED (geen fobs gedetecteerd) worden weergegeven in het informatiecentrum wanneer u probeert het voertuig te starten.
Als dit gebeurt, leg de zender in het zendervakje in het handschoenenkastje met de knoppen naar rechts gekeerd. Zet een automatische transmissie in P (parkeren) en druk het rempedaal en de startknop in om het voertuig te starten.
Druk bij een handgeschakelde transmissie het koppelingspedaal en de startknop in om het voertuig te starten. U wordt aangeraden de zenderbatterij zo snel mogelijk te vervangen. FOB BATTERY LOW (batterij fob leeg) kan verschijnen in het display van het informatiecentrum voor de bestuurder.
–
–
–
253 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 254 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften
Vervangen van een batterij:
OPMERKING Raak de bedrading niet aan wanneer een batterij wordt vervangen. Statische elektriciteit op deze bedrading kan beschadiging van de zender veroorzaken.
. . . 254
1. Steek een dun, plat, niet-metalen voorwerp in de sleuf aan de zijkant of achterkant van de afstandsbediening om het onderste deel los te halen van het bovenste deel. 2. Verwijder de batterij en vervang deze, de positieve zijde (+) van de batterij moet naar onderen zijn gekeerd. Gebruik hetzelfde type batterij als de oude. Wanneer u een ander type batterij gebruikt, kan de afstandsbediening beschadigd raken.
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat u oude accu's in overeenstemming met de milieubeschermende voorschriften laat verwerken om het milieu en uw gezondheid te helpen beschermen. 3. Breng de afdekking weer aan. 4. Controleer de werking van de zender bij uw voertuig.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 255 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Aanpassen van zenders Het kan zijn dat u afstandsbedieningen eerst aan uw voertuig moet koppelen wanneer u een afstandsbediening kwijtraakt of vervangt. Er kunnen maximaal vier afstandsbedieningen voor uw voertuig worden geprogrammeerd. Informeer bij uw dealer wanneer u een nieuwe zender wilt aanschaffen en zenders wilt voorbereiden om voor uw auto te worden gebruikt.
Akkoordcode voor zenderfrequenties
■ SLEUTELLOOS CONTACT
Hieronder volgt de Europese certificatiecode voor de afstandsbedieningsfrequentie voor dit systeem:
Uw voertuig is uitgerust met een elektronisch sleutelloos contact met druktoetsstart. De afstandsbediening moet in het voertuig liggen anders werkt het contact niet.
•
–
–
–
255 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 256 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften WAARSCHUWING Laat kinderen niet alleen achter in het voertuig met de afstandsbediening. De kinderen kunnen de elektrische ramen of andere regelaars bedienen en kunnen het voertuig zelfs starten en laten rijden. Een kind of anderen kunnen gewond raken of zelfs gedood. Laat geen kinderen in het voertuig zonder toezicht.
. . . 256
ENGINE Acc.
Druk op deze toets om de motor te starten: Zorg bij een automatische transmissie dat u het gewone rempedaal ingedrukt houdt en bij een handgeschakelde transmissie het koppelingspedaal ingedrukt houdt terwijl u de motor start. De afstandsbediening moet in het voertuig liggen anders werkt het contact niet.
ENGINE Acc.
• Druk op deze knop om de motor uit te zetten en accessoirevoeding te activeren. Zie "Accessoirevoeding" voor informatie over deze functie. Zet de versnellingshendel in P (parkeren) bij een automatische transmissie of in R (achteruit) bij een handgeschakelde transmissie. Als de motor al uitstaat, wordt het contact in accessoiremodus geplaatst door op deze knop te drukken.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 257 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Het bericht ACCESSORY MODE ON (accessoiremodus aan) wordt weergegeven op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder. Als de versnellingshendel niet in de stand P (parkeren) staat bij een automatische transmissie, gaat het voertuig in de accessoirestand, wordt de motor uitgeschakeld en wordt op het informatiecentrum voor de bestuurder de melding SHIFT TO PARK (schakelen naar parkeerstand) weergegeven. In deze stand kunnen de elektrische accessoires worden ingeschakeld, terwijl de motor is uitgeschakeld. Gebruik deze stand als u het voertuig moet bewegen terwijl de motor uit staat (als het voertuig bijvoorbeeld wordt geduwd of getrokken).
Wanneer het voertuig ongeveer 10 minuten in de accessoirestand heeft gestaan, wordt de accessoirevoeding automatisch geactiveerd of wordt de motor uitgeschakeld. Dit is afhankelijk van of de portieren geopend of gesloten zijn. Om deze stand uit te schakelen zonder de motor te starten, drukt u nogmaals op de toets sleutelloos contact uit/accessoire. Het contact slaat af en de functie accessoirevoeding gaat aan. Opmerking: Bij een handgeschakelde transmissie wordt de stuurkolom vergrendeld wanneer het contact uit staat.
Accessoirevoeding Uw voertuig heeft een voorziening voor accessoirevoeding die het mogelijk maakt om stroomverbruikers zoals ruiten met elektrische bediening of de radio gedurende een periode van 10 minuten te gebruiken na het afzetten van het contact, tenzij een portier is geopend.
–
–
–
257 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 258 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften ■ INSTRUCTIES VOOR HET STARTEN Motor starten Wanneer u een voertuig met automatische transmissie start, moet de versnellingshendel in P (parkeren) of N (neutraal) staan. Druk bij een handgeschakelde transmissie het koppelingspedaal tot de vloer in met de versnellingshendel in een willekeurige stand. Kies stand N (neutraal) om de motor opnieuw te starten wanneer het voertuig al in beweging is. De afstandsbediening moet in het voertuig liggen anders werkt het contact niet.
. . . 258
OPMERKING Schakel niet in de stand P (parkeren) terwijl de auto nog in beweging is. Anders kan de transmissie beschadigd worden. Druk bij een automatische transmissie het rempedaal en de startknop in om het voertuig te starten. Druk bij een handgeschakelde transmissie het koppelingspedaal en de startknop in om het voertuig te starten. Laat de toets los zodra de motor aanslaat. De motor start automatisch.
Laat de motor niet meteen na het starten met een hoog motortoerental draaien. Geef de motor genoeg tijd om op te warmen en de olie naar de verschillende onderdelen van de motor die moeten worden gesmeerd te laten stromen.
WAARSCHUWING De werking van de motor is gebaseerd op de aanwezige elektronica in de auto. Wanneer u extra elektrische onderdelen of accessoires laat monteren, zal de motor mogelijk anders gaan functioneren. Informeer bij uw dealer alvorens extra elektrische apparatuur te monteren. Deze schade wordt niet door uw garantie gedekt.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 259 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Startproblemen Afstandsbediening niet gedetecteerd Wanneer de afstandsbediening niet in het voertuig wordt waargenomen, staat op het informatiecentrum voor de bestuurder het bericht NO FOBS DETECTED (geen fobs waargenomen). NO FOBS DETECTED (geen fobs waargenomen) wordt ook weergegeven wanneer een oplader van een mobiele telefoon stoort op de werking van het systeem voor de afstandsbediening. Ontkoppel alle accuopladers wanneer u de motor start of uitschakelt. Als dit gebeurt, leg de zender in het zendervakje in het handschoenenkastje met de knoppen naar rechts gekeerd.
Zet een automatische transmissie in P (parkeren) en druk het rempedaal en de startknop in om het voertuig te starten. Druk bij een handgeschakelde transmissie het koppelingspedaal en de startknop in om het voertuig te starten. FOB BATTERY LOW (batterij fob laag) kan op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder worden weergegeven wanneer de batterij van de afstandsbediening bijna leeg is. U wordt aangeraden de zenderbatterij zo snel mogelijk te vervangen. Raadpleeg "Systeem voor sleutelloze toegang" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Motor slaat niet aan Wanneer de motor niet start en er geen bericht wordt weergegeven in het informatiecentrum voor de bestuurder, wacht dan 15 seconden en probeer dan opnieuw. –
–
–
259 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 260 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften Motor "verzopen" Druk bij een verzopen motor het gaspedaal langzaam volledig tot de bodem in en houd hem in deze stand terwijl u de motor start. Wanneer de motor niet binnen 15 seconden start, stopt het systeem met het starten van de motor om schade aan de tandwielen van de startmotor te voorkomen. Wanneer de motor even start, maar daarna weer stopt, herhaalt u dit nog een keer.
OPMERKING Wanneer u meteen nadat de motor is aangeslagen op de startknop voor sleutelloos contact drukt, kan de startmotor oververhit en beschadigd raken en kan de accu leeglopen. Wacht ongeveer 15 seconden tussen elke startpoging om te voorkomen dat de accu leegloopt of de startmotor beschadigd raakt.
. . . 260
■ DE MOTOR STOPPEN Automatische transmissie U schakelt de motor uit door op de toets uit/accessoire te drukken terwijl de versnellingshendel in P (parkeren) staat. Als de versnellingspook niet in de stand P (parkeren) staat, gaat het voertuig over op de accessoiremodus en wordt in het informatiecentrum voor de bestuurder de melding SHIFT TO PARK (koppelen voor parkeren) weergegeven. Als het voertuig in de stand P (parkeren) staat, gaat de motor uit. Wanneer de afstandsbediening niet in het voertuig wordt waargenomen, staat op het informatiecentrum voor de bestuurder de melding NO FOB, OFF OR RUN? (geen fob, uit of draaien?). Raadpleeg voor meer informatie "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1.
Handgeschakelde versnellingsbak Wanneer u de motor uit wilt schakelen, druk dan op de uit-/accessoireknop terwijl de versnellingshendel in R (achteruit) staat. Trek de parkeerrem aan. Wanneer de afstandsbediening niet in het voertuig wordt waargenomen, staat op het informatiecentrum voor de bestuurder de melding NO FOB, OFF OR RUN? (geen fob, uit of draaien?). Raadpleeg voor meer informatie "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 261 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 ■ TRANSMISSIE Automatische transmissie WAARSCHUWING Schakel bij een sneldraaiende motor niet vanuit P (parkeren) of N (neutraal). U kunt de macht over het stuur verliezen en uzelf en anderen in gevaar brengen. Overschakelen naar een rijstand terwijl de motor met verhoogd motortoerental draait, is gevaarlijk. Houdt uw voet op het rempedaal en raak het gaspedaal niet aan. Wacht een ogenblik na het schakelen en laat vervolgens het rempedaal langzaam los. Hierdoor wordt voorkomen dat de auto onverwachts in beweging komt.
OPMERKING
OPMERKING
Schade aan de transmissie die is veroorzaakt doordat u de keuzehendel bij sneldraaiende motor vanuit P (parkeren) of N (neutraal) in een rijstand hebt geplaatst, wordt niet gedekt door de garantie.
De wielen te snel laten doorslippen of het voertuig tegen een helling op zijn plaats houden door alleen het gaspedaal et gebruiken kan de transmissie beschadigen. Als de auto vast komt te zitten, moet u de wielen niet te snel laten doorslippen. Wanneer u de auto tot stilstand brengt tijdens het oprijden van een helling, houdt de auto dan op zijn plaats met behulp van de remmen.
261 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 262 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften Houd de rem ingedrukt en druk op de knop op de versnellingshendel en probeer deze van de stand P (parkeren) in de gewenste versnelling te zetten. Raadpleeg "Voertuig parkeren" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
WAARSCHUWING De keuzehendel van de transmissie kent verschillende schakelstanden. P (parkeren) In deze stand zijn de achterwielen geblokkeerd. Gebruik deze stand voor het parkeren van de auto en tijdens het starten van de motor. Uw auto is voorzien van een vergrendelingssysteem voor de keuzehendel van de automatische transmissie. Terwijl de motor draait, moet u het rempedaal volledig intrappen voordat u uit de stand P (parkeren) kan schakelen.
. . . 262
Zet bij het verlaten van de auto altijd de keuzehendel in de stand P (parkeren) en gebruik tevens de parkeerrem. Stap niet uit terwijl de motor nog draait.
R (achteruit) Deze stand dient voor het achteruitrijden.
OPMERKING Schakel de stand R (achteruit) alleen in wanneer het voertuig niet in beweging is. Indien de achteruit bij rijdende auto wordt ingeschakeld, kan dit beschadiging van de transmissie tot gevolg hebben. De reparaties worden niet gedekt door uw garantie. N (neutraal) Met de keuzehendel in deze stand staat de motor niet met de wielen in verbinding. De stand N (neutraal) kan worden gekozen om een afgeslagen motor tijdens het rijden weer te starten. Kies de stand N (neutraal) tijdens het slepen van het voertuig.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 263 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 D (normaal rijden) Kies deze stand voor normaal rijden in de stad en op autowegen. Als u over meer motorvermogen wilt beschikken en: • u langzamer dan 55 km/u rijdt, druk dan het gaspedaal ongeveer voor de helft in. • u sneller rijdt dan 55 km/u, druk dan het gaspedaal geheel in. Wanneer het wegdek glad is, kan terugschakelen ervoor zorgen dat het voertuig gaat slippen. S (Sportieve modus) Gebruik deze stand om de automatische transmissie handmatig te schakelen. Zie "Handmatige versnellingsmodus automatische transmissie" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE HANDMATIGE VERSNELLINGSMODUS Deze functie geeft de bestuurder meer handmatige controle over de bediening van de transmissie. U kunt deze functie gebruiken door de versnellingshendel uit de automatische overdrivepositie naar de stand S (sportieve modus) te zetten. Wanneer de transmissie in S (sportieve modus) staat en u niet handmatig schakelt met de schakelflippers op het stuur, staat het voertuig in de sportieve modus.
Het voertuig schakelt strakker en levert betere prestaties. Het is normaal dat de transmissie langer in een versnelling blijft als de sportieve modus gekozen is. Wanneer het tractieregelsysteem actief is, wordt het opschakelen vertraagd. Raadpleeg hoofdstuk 1 voor aanvullende informatie over het tractieregelsysteem.
–
–
–
263 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 264 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften 4 MODE
5
120 140 100 km/h 80 60
6
RPM X 1000
7
3
40
PAGE
2
300 0
600 kPa
MPH
20 0
1
105
0 40
125 °C
Handmatig schakelen met de flippers Wanneer de versnellingshendel in S (sportieve modus) staat, kunt u handmatig schakelen met uw automatische transmissie. De bediening bevindt zich op het stuurwiel. Druk de flipper van u af om op te schakelen.
. . . 264
Trek de flipper naar u toe om terug te schakelen. Op het informatiecentrum voor de bestuurder of het head-up-display wordt de gevraagde verandering in schakelbereik weergegeven. Wanneer de schakelflippers worden gebruikt terwijl het navigatiesysteem (waar van toepassing) stap voor stap aanwijzingen weergeeft op het head-up-display, dan wordt de gevraagde wijziging in het versnellingsbereik op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. Hoewel de verandering in versnellingsbereik direct wordt weergegeven, kan het daadwerkelijke schakelen naar de hogere of lagere versnelling worden vertraagd tot de motorsnelheid voldoende is voor het gevraagde versnellingsbereik.
Er wordt een X in het informatiecentrum voor de bestuurder of het head-up-display weergegeven (waar van toepassing) en u hoort een geluidssignaal wanneer een gevraagde schakelbeweging niet wordt uitgevoerd. Als u niet schakelt naar een hogere versnelling als de motor de maximummotortoerental bereikt voor het geselecteerde versnellingsbereik, voorkomt een motortoerentalbegrenzer dat te veel toeren worden gemaakt door de omwentelingen per minuut van de motor te beperken. Om een te hoog toerental van de motor te voorkomen, heeft elk versnellingsbereik een bijbehorende maximale voertuigsnelheid. Een verzoek voor een lagere versnelling gemaakt terwijl het voertuig harder rijdt dan de maximumsnelheid wordt genegeerd door de transmissie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 265 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 De transmissie schakelt automatisch terug als de snelheid van het voertuig afneemt. Wanneer het voertuig wordt gestopt, staat de transmissie in 2 (tweede versnelling). Wanneer het voertuig begint te bewegen, start de transmissie in 2 (tweede versnelling) en blijft daar staan totdat de transmissie handmatig op wordt geschakeld of de versnellingshendel in D (automatische overdrive) wordt gezet.
Wanneer de versnellingshendel in S (sportieve modus) staat, kan het voertuig niet vanuit stilstand rijden wanneer de transmissie in 4 (vierde versnelling) of hoger staat. U kunt de handmatige versnellingsmodus van de automatische transmissie stoppen en terugkeren naar volledig automatische transmissiebediening door de versnellingshendel van S (sportieve modus) naar D (automatische overdrive) te zetten om verder te rijden of in P (parkeren) te zetten wanneer het voertuig wordt stilgezet.
De handmatige versnellingsmodus met cruise control gebruiken Wanneer de versnellingshendel in S (sportieve modus) staat, werkt de cruise control normaal totdat er een versnelling wordt geselecteerd. Wanneer er handmatig een versnelling wordt geselecteerd terwijl de versnellingshendel in S (sportieve modus) staat, houdt de cruise control de ingestelde snelheid in de handmatig geselecteerde versnelling aan. De transmissie schakelt niet automatisch op of terug. Wanneer u op heuvelachtig terrein rijdt, kan het gebeuren dat u handmatig op of terug moet schakelen om de ingestelde snelheid voor de cruise control te behouden.
265 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 266 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften VERGRENDELINGSSYSTEEM VOOR DE KEUZEHENDEL Uw auto is voorzien van een vergrendelingssysteem voor de keuzehendel van de automatische transmissie. Terwijl de motor draait, moet u het rempedaal volledig intrappen voordat u uit de stand P (parkeren) kan schakelen. Raadpleeg "Voertuig parkeren" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
1
3
5
2
4
6
R
Handgeschakelde versnellingsbak Indien uw voertuig een handgeschakelde versnellingsbak heeft, dan is het bijgaande schakelpatroon van toepassing. Uw voertuig is voorzien van een functie die schakelen naar R (achteruit) mogelijk maakt zodra het voertuig langzamer rijdt dan 5 km/h.
. . . 266
Gebruik de stand R (achteruit) als u uw voertuig parkeert. Raadpleeg "Voertuig parkeren" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. De handgeschakelde versnellingsbak met 6 versnellingen beschikt voer een veer die de schakelhendel in het midden houdt nabij de derde en vierde versnelling zodat u weet in welke versnelling u zich bevindt als u schakelt. Wees voorzichtig bij het schakelen van de eerste naar de tweede versnelling en van de zesde naar de vijfde versnelling. De veer trekt de schakelhendel naar de derde en de vierde versnelling. Zorg ervoor dat u de hendel zonodig in de tweede of vijfde versnelling zet. Anders schakelt u wellicht per ongeluk van de eerste versnelling in de vierde of van de zesde in de derde.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 267 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 WAARSCHUWING Sla geen versnellingen over tijdens het terugschakelen om te voorkomen dat u het voertuig niet meer onder controle kan houden. U kunt zo uzelf of anderen letsel toebrengen.
OPMERKING Maak tijdens het schakelen geen onnodige bewegingen met de schakelhendel. Hierdoor kan de versnellingsbak worden beschadigd, hetgeen onnodige reparatiekosten met zich meebrengt. Schakel direct de volgende versnelling in.
1
3
5
2
4
6
R
SCHAKELSNELHEDEN Dit schema geeft aan wanneer u het best kunt opschakelen naar de eerst volgende hogere versnelling om een beter brandstofverbruik te realiseren. • 1 tot 2 bij 24 km/h • 2 tot 3 bij 40 km/h • 3 tot 4 bij 64 km/h • 4 tot 5 bij 72 km/h • 5 tot 6 bij 80 km/h
Schakel terug naar de eerstvolgende lagere versnelling als het toerental van de motor onder 900 t/min zakt of de motor niet soepel draait. Gebruik het volgende schema om het maximum toerental te bepalen wanneer u omlaag moet schakelen: • 5 tot 4 bij 209 km/h • 4 tot 3 bij 163 km/h • 3 tot 2 bij 119 km/h • 2 tot 1 bij 80 km/h
–
–
OPMERKING Als u meer dan één versnelling overslaat of de motor snel laat draaien tijdens het terugschakelen terwijl u de koppeling loslaat, dan kan de koppeling, aandrijfas of transmissie worden beschadigd.
267 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 268 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften ■ PARKEREN HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 1. Houd het koppelingspedaal ingedrukt. 2. Plaats de handgeschakelde versnellingshendel in de achteruit en zet het voertuig op de parkeerrem. 3. Zet het contact uit. 4. Laat de koppeling opkomen. AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
WAARSCHUWING Stap niet uit terwijl de motor nog draait. Als u zich niet in een auto met stationair draaiende motor bevindt, kan de motor oververhit raken en zelfs in brand vliegen. U kunt zo uzelf of anderen letsel toebrengen. Laat de motor niet draaien terwijl u zich niet in de auto bevindt.
. . . 268
Als u uw voertuig moet verlaten terwijl de motor draait, controleer dan of de versnellingshendel volledig in de stand P (parkeren) staat. Houd hiervoor het normale rempedaal ingedrukt nadat u de versnellingshendel in de stand P (parkeren) heeft gezet en probeer de versnellingshendel uit de parkeerstand te halen zonder eerst de knop in te drukken. Als dit mogelijk is, is de versnellingshendel niet in de parkeerstand vergrendeld. Zet bij het verlaten van de auto altijd de keuzehendel in P (parkeerstand) en gebruik tevens de parkeerrem.
Torsievergrendeling Wanneer u uw voertuig op een helling parkeert, moet u eerst de parkeerrem bedienen voordat u de keuzehendel in stand P (parkeren) plaatst. Anders zal te veel druk worden uitgeoefend op de parkeervergrendeling in de transmissie, waardoor de keuzehendel zich moeilijk uit stand P (parkeren) laat verwijderen. Schakel bij het wegrijden altijd eerst de keuzehendel uit stand P (parkeren) en zet eerst daarna de parkeerrem los. Als u niet uit P (parkeren) kunt schakelen, hebt u wellicht een andere auto nodig die u een stukje heuvelop trekt. Hierdoor wordt de druk op het parkeermechanisme in de transmissie verminderd, zodat u de keuzehendel uit P (parkeren) kunt schakelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 269 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Vergrendelingssysteem voor de keuzehendel Uw voertuig heeft een controlesysteem voor schakelvergrendeling van de automatische transmissie die de versnellingshendel vergrendelt in P (parkeren) wanneer het contact is uitgeschakeld. U moet de gewone remmen volledig indrukken voordat u uit P (parkeren) kunt schakelen terwijl de motor draait. Als u niet uit de stand P (parkeren) kunt schakelen, verminder dan de druk op de keuzehendel terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt en duw vervolgens de keuzehendel volledig in de parkeerstand. Probeer uit de stand P (parkeren) in de gewenste versnelling te schakelen. Als u nog steeds niet uit de stand P (parkeren) kunt schakelen, volg dan deze stappen:
ENGINE Acc.
Wanneer het probleem blijft aanhouden, moet het voertuig voor onderhoud naar de dealer. Het vergrendelingssysteem voor de versnellingshendel kan mogelijk niet werken wanneer de accu leeg of bijna leeg is. Zie "Starten met een hulpaccu" in hoofdstuk 5.
1. Druk terwijl u het rempedaal met uw voet indrukt twee keer op de toets Acc. (accessoirestand) om het voertuig in de accessoirestand te zetten. 2. Houd het rempedaal ingedrukt tot het einde van stap 4. 3. Plaats de keuzehendel van de transmissie in de stand N (neutraal). 4. Start de motor en plaats de keuzehendel van de transmissie in de gewenste stand.
–
–
–
269 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 270 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften ■ TRACTIE
Limited-Slip differentieel
■ WEGGEDRAG
Er zijn drie hoofdsystemen voor het bedienen van de auto: stuurinrichting, remmen en gasmechanisme. Om het voertuig onder controle te houden, mag bij geen van deze systemen de limiet worden overschreden.
De achteras kan extra trekkracht geven op sneeuw, ijs, e.d.. Onder normale omstandigheden werkt deze zelfblokkerende as als een gewone standaard achteras. Wanneer echter een achterwiel doorslipt en het andere wiel meer grip heeft, zorgt het limited slip differentieel toch voor voldoende aandrijving, ook al zal een van beide achterwielen aanvankelijk doorslippen.
Zie onder "Actief weggedragsysteem" in hoofdstuk 1.
Tractieregelsysteem Op een glad wegdek beperkt dit systeem het doordraaien van de wielen. Zie hoofdstuk 1 voor het in- en uitschakelen van het tractieregelsysteem.
OPMERKING Schakel het tractieregelsysteem uit zodra de auto vast komt te zitten in modder, los zand of sneeuw.
. . . 270
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 271 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 ■ STUURINRICHTING Stuurbekrachtiging Wanneer de bekrachtiging wegvalt doordat de motor afslaat of het systeem niet goed functioneert, kan de auto nog wel worden bestuurd maar is hiervoor aanzienlijk meer kracht nodig.
Snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging Dit systeem zorgt ervoor dat de mate van bekrachtiging wordt aangepast aan de rijsnelheid. Naarmate de snelheid toeneemt is meer kracht voor het sturen vereist.
■ REMMEN Wanneer de motor tijdens het rijden afslaat, kunt u de auto normaal tot stilstand brengen, maar pomp de remmen niet. Als de motor afslaat, is er nog voldoende rembekrachtiging aanwezig, maar de bekrachtiging vermindert tijdens het remmen.
Slijtage-indicatoren voor de remblokken (andere modellen dan ZR1) Uw voertuig is uitgerust met schijfremmen. De schijfremmen hebben ingebouwde slijtage-indicators, die een hoogtonig waarschuwingssignaal laten horen als de remblokken zijn versleten en moeten worden vervangen.
–
–
WAARSCHUWING Dit waarschuwingssignaal geeft aan dat binnen afzienbare tijd uw remmen niet meer goed zullen functioneren. Dit zou tot een ongeval kunnen leiden. Breng het voertuig naar de garage voor onderhoud, zodra u het waarschuwingssignaal voor de remblokken hoort.
271 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 272 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften OPMERKING Door blijven rijden met versleten remblokken kan resulteren in dure reparaties aan de remmen. In sommige omstandigheden of in bepaalde klimaten kunnen de schijfremmen piepen wanneer ze voor de eerste keer of lichtjes worden ingedrukt. Dit duidt niet op een probleem met de remmen. Remvoeringen moeten altijd worden vervangen als complete assets.
. . . 272
Slijtage-indicatoren voor de remblokken (ZR1-model) De ZR1 heeft geen ingebouwde slijtage-indicatoren voor de remblokken en daarom moeten de remblokken regelmatig worden gecontroleerd zodat u weet wanneer de remblokken moeten worden vervangen. Uw voertuig is uitgerust met een elektronisch sensorsysteem voor slijtage van de remblokken. Wanneer de remblokken zijn versleten, wordt het bericht CHANGE BRAKE PADS (remblokken vervangen) op het informatiecentrum voor de bestuurder weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1.
OPMERKING Door blijven rijden met versleten remblokken kan resulteren in dure reparaties aan de remmen. Wanneer u de remblokken gaat controleren, moet u de parkeerrem inschakelen en ervoor zorgen dat de remmen voldoende zijn afgekoeld.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 273 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Remschijven (ZR1-model)
A
B
De remblokken kunnen visueel via het wiel worden gecontroleerd door de buitenste remblokken bij elk voorwiel en achterwiel te controleren. De remblokken moeten worden vervangen wanneer ze 2 mm dik zijn. Originele remblokken zonder slijtage zijn 10 mm dik. Daarnaast moeten ze worden gecontroleerd als de banden worden vervangen.
In sommige omstandigheden of in bepaalde klimaten kunnen de schijfremmen piepen wanneer ze voor de eerste keer of lichtjes worden ingedrukt. Dit duidt niet op een probleem met de remmen. Remvoeringen moeten altijd worden vervangen als complete assets.
Uw voertuig is voorzien van keramische remschijven. De schijven moeten visueel worden gecontroleerd wanneer de remblokken worden vervangen. De remschijven moeten worden vervangen wanneer de massa van de remschijven gelijk is aan of minder is dan de slijtagemassa op de remschijf. Vraag uw dealer of raadpleeg het onderhoudsboekje van uw voertuig voor meer informatie over de juiste controle voor de remschijven en weegmethoden.
273 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 274 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften Remschijfbeschermer
WAARSCHUWING Wees voorzichtig als u in de buurt van de remschijven bezig bent. De remschijven kunnen zeer heet worden en kunnen brandwonden veroorzaken. Zorg dat het remsysteem helemaal is afgekoeld voordat u de beschermer op de remschijf monteert.
OPMERKING Gebruik altijd remschijfbeschermers wanneer u wielen monteert of verwijdert. Volg de instructies zorgvuldig op om schade aan de remschijven te voorkomen.
. . . 274
Monteer een remschijfbeschermer voordat u een wiel verwijdert. Steek de beschermer door de wielspaken en schuif hem daarna over de buitenste rand van de remschijf.
Laat de beschermer op zijn plaats over de rand van de remschijf, totdat het wiel is gemonteerd. Ga naar uw dealer voor de aanschaf van remschijfbeschermers.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 275 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 Remmen stellen Telkens wanneer het rempedaal wordt ingedrukt, wordt de speling die door slijtage ontstaat, automatisch opgeheven.
Slag van het rempedaal Neem contact op met uw dealer als het rempedaal niet meer geheel omhoog komt of als de slag van het pedaal plotseling groter wordt. Dit kan duiden op een defect in het remsysteem.
Antiblokkeerremsysteem (ABS) Het antiblokkeerremsysteem (ABS) helpt de bestuurder om de auto onder controle te houden tijdens krachtig remmen op natte of gladde wegen. Het systeem regelt automatisch de remdruk tijdens het remmen. Terwijl u remt, ontvangt het systeem nieuwe informatie over wielsnelheid en regelt de remdruk bij elk wiel afzonderlijk om optimaal gebruik te maken van band- en wegomstandigheden.
ABS treedt alleen in werking indien er tijdens het remmen gevaar bestaat dat een of meer wielen zullen blokkeren. U behoeft niet pompend te remmen. Druk het rempedaal normaal in. U kunt het voelen of horen pulseren, maar dat is normaal. Wanneer het lampje voor het antiblokkeersysteem gaat branden, is er een storing in het remsysteem. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte "Controlelamp ABS" in hoofdstuk 1.
–
–
–
275 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 276 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften OPMERKING
Parkeerrem De parkeerremhefboom bevindt zich tussen de twee voorstoelen. Het aanzetten van de parkeerrem geschiedt door uw rempedaal ingetrapt te houden en tegelijkertijd de parkeerremhefboom omhoog te trekken. Raadpleeg tevens de rubriek "Controlelamp remsysteem" in hoofdstuk 1.
. . . 276
Rijd niet met aangetrokken parkeerrem. Het rijden met aangetrokken parkeerrem kan oververhitting van de remmen veroorzaken. De remmen of andere delen van de auto kunnen dan worden beschadigd. Controleer of de controlelamp van het remsysteem niet brandt. Druk, om de handrem vrij te zetten, het rempedaal in en druk de knop op de handremhefboom in; beweeg de handremhefboom naar beneden. Wanneer een voertuig met een automatische transmissie op een helling wordt geparkeerd, moet eerst de parkeerrem worden bediend voordat de keuzehendel in stand P (parkeren) wordt geplaatst.
■ WIELOPHANGING De wielophanging in uw voertuig is er op gericht om het voertuig horizontaal te houden en een gelijkmatige, gecontroleerde rit te verschaffen. Raadpleeg "Elektronisch geregelde schokdemping" in hoofdstuk 1 voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 277 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 ■ SNELHEIDSBEGRENZER Begrenzer motortoerental De brandstoftoevoer naar de motor wordt onderbroken zodra het toerental te hoog is. • Wanneer uw voertuig een ZR1 is, wordt de brandstoftoevoer naar de motor afgesloten bij een motortoerental van 6.600 omw/ min. • Wanneer uw voertuig een Z06 is, wordt de brandstoftoevoer naar de motor afgesloten bij een motortoerental van 7.000 omw/ min. • Bij alle andere modellen wordt de brandstoftoevoer naar de motor afgesloten bij een motortoerental van 6.500 omw/min.
OPMERKING Zet de motor uit als dit motortoerental wordt bereikt. Anders kan de motor beschadigd raken. Bedien het voertuig onder het genoemde motortoerental of verlaag de omw/min snel als de brandstoftoevoer wordt onderbroken.
■ VOORSPOILER Uw voertuig is voorzien van een voorspoiler met minimale bodemvrijheid. De voorspoiler kan nu en dan een verhoging in de weg raken, zoals een verkeersdrempel. U kunt dan een schurend geluid horen. Dit is normaal en duidt niet op een probleem. Wees wel voorzichtig wanneer u een verhoging in de weg nadert en vermijd deze zo mogelijk. Wanneer uw voertuig een ZR-1 is, dan is uw voertuig voorzien van een splitter van koolstofvezel.
277 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 278 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften WAARSCHUWING Wanneer de splitter van koolstofvezel is beschadigd, kunnen de blootliggende randen zeer scherp zijn. U of anderen kunnen gewond raken. Wees voorzichtig wanneer u het voertuig wast of wanneer u onderdelen van koolstofvezel verwijdert. Ga naar uw dealer voor onderhoud.
. . . 278
■ VOERTUIG BELADEN WAARSCHUWING Bij een noodstop, een botsing of een plotselinge ruk aan het stuur kunnen losse voorwerpen in het interieur in beweging komen en zo inzittenden letsel toebrengen. Berg losse voorwerpen op in de bagageruimte en verdeel het gewicht gelijkmatig. Stapel bagage nooit op tot boven de rugleuningen. Laat geen kinderzitjes los in de auto zitten. Tracht losse voorwerpen in de auto vast te zetten.
Het is belangrijk dat u weet hoeveel gewicht uw auto kan dragen. Dit gewicht wordt het laadvermogen (Vehicle Capacity Weight) genoemd. Dit is inclusief het gewicht van alle inzittenden, bagage en alle optionele accessoires. Zie "Informatieplaatje voor banden" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
OPMERKING Uw garantie dekt geen onderdelen of componenten die defect raken als gevolg van overbelasting.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 279 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 3 WAARSCHUWING De componenten van uw auto zijn zodanig ontworpen dat een lange levensduur is gewaarborgd, mits de toelaatbare vooren achterasbelasting niet worden overschreden. Ook de maximaal toelaatbare voor- en achterasbelasting mag niet worden overschreden. Overbelasting kan de besturing bemoeilijken en ongelukken tot gevolg hebben. Ook kan de levensduur van de auto worden bekort.
TIRE AND LOADING INFORMATION SEATING CAPACITY
TOTAL
FRONT
REAR
The combined weight of occupants and cargo should never exceed XXX kg or XXX lbs.
TIRE FRONT REAR
ORIGINAL SIZE
COLD TIRE PRESSURE
SEE OWNER’S MANUAL FOR ADDITIONAL INFORMATION
SPARE
Informatieplaatje voor banden (indien van toepassing) Op dit plaatje vindt u de gegevens over de juiste bandenmaat en de aanbevolen bandenspanning voor uw auto. Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk 4 voor meer informatie.
Het identificatieplaatje is doorgaans aan uw auto bevestigd op een van de volgende plaatsen: • De achterste stijl van het bestuurdersportier. • De achterrand van het bestuurdersportier. • de zijmuur aan passagierszijde van het motorcompartiment. Het vermeldt ook het maximum aantal inzittenden en het laadvermogen (Vehicle Capacity Weight) van de auto. Overschrijd het laadvermogen van uw auto niet. Zie "Identificatieplaatje" voor meer informatie.
279 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 280 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Starten en bedieningsvoorschriften Identificatieplaatje Op het identificatieplaatje, aan de passagierszijde van het motorcompartiment, staat het maximaal toelaatbare totaalgewicht (GVWR). Het GVWR is het maximaal toelaatbare gewicht van de auto in beladen toestand. Hierin is inbegrepen het gewicht van de auto zelf en van alle inzittenden, de brandstof en de bagage. Maximaal toegestane voor- en achterasbelasting Op de sticker staat verder ook vermeld het maximale gewicht op de vooras (de Maximaal Toelaatbare Asbelasting voor) en het maximale gewicht op de achteras (de Maximaal Toelaatbare Asbelasting achter).
. . . 280
■ TREKKEN VAN EEN AANHANGER Uw voertuig is niet ontworpen en niet bestemd om een aanhanger te trekken.
■ RIJDEN MET RECREATIEVE VOERTUIGEN OPMERKING Uw auto is niet ontwikkeld om te worden gesleept met de wielen op de grond. Neem contact op met uw dealer of een erkend sleepbedrijf als uw auto gesleept moet worden.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 281 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
–––– 4 Onderhou d en verz orging
Hoofdstuk 4 - Onderhoud en verzorging Onderhoudsrichtlijnen.......................................282 Uw eigen onderhoud doen ...............................282 Accessoires en aanpassingen.............................283 Brandstof ............................................................284 Brandstofverbruik en emissiegegevens ..............286 Ontgrendeling klep brandstofvulopening..........286 Brandstof tanken................................................287 Ontgrendeling van de motorkap ......................290 Motorruimte .......................................................291 Motorolie ...........................................................294 Koelvloeistof.......................................................303 Automatische transmissievloeistof......................307 Vloeistof voor handgeschakelde transmissie ......307 Hydraulische koppelingsvloeistof .......................308 Smeermiddel achteras .......................................308 Smeermiddel achterste spoorstang....................309 Stuurbekrachtigingsvloeistof..............................310 Remvloeistof ......................................................311 Ruitensproeiervloeistof.......................................313 Accu...................................................................313 Luchtfilter/filterelement .....................................314 Luchtfilter voor passagiersruimte .......................317 Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen....318
Banden ............................................................... 320 Run-flat banden ................................................ 321 Op spanning brengen....................................... 322 Bediening bij hogere snelheden........................ 324 Controlesysteem bandenspanning ................... 325 Inspecteren en verwisselen van de banden....... 327 Banden vervangen ............................................ 327 Sneeuwkettingen of gelijkaardige tractiehulpmiddelen......................................... 329 Winterbanden ................................................... 330 Wielen................................................................. 330 Uitlijning van de wielen en uitbalancering van banden...................................................... 330 Wiel vervangen ................................................. 331 De auto opkrikken ............................................. 333 Voertuig Identificatie Nummer ........................ 336 Identificatieplaatje voor onderdelen................ 337 Zekeringen en stroomonderbrekers ................ 337 Zekeringenhouder in het instrumentenpaneel.. 339 Zekeringenhouder in motorcompartiment ....... 342 Gloeilampen vervangen.................................... 345 Gloeilampentabel .............................................. 348 Specificaties en inhouden ................................. 349 Specificaties van de onderdelen........................ 349 Inhouden (richtwaarden) .................................. 352 Brandstofverbruik en emissiegegevens ........... 353 Zorg voor de buitenkant................................... 356
281 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 282 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging ■ ONDERHOUDSRICHTLIJNEN Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de geografische positie, het terrein en de gebruiksomstandigheden, kunnen de voorgeschreven onderhoudsintervallen aanzienlijk verschillen. In het onderhoudsboekje zijn de voorgeschreven intervallen en de diverse onderhoudswerkzaamheden voor uw gebied opgenomen. Let erop dat de in het Nederlandstalig onderhoudsboekje genoemde onderhoudsintervallen worden opgevolgd en niet die uit de Engelstalige uitgave die in uw auto aanwezig kan zijn.
. . . 282
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat alle materialen in overeenstemming met de milieubeschermende voorschriften worden verwerkt om het milieu en uw gezondheid te helpen beschermen. Sommige onderdelen kunnen niet worden gerecycled.
■ UW EIGEN ONDERHOUD DOEN WAARSCHUWING Wanneer u probeert zelf onderhoud aan een voertuig uit te voeren terwijl u er niet genoeg vanaf weet, dan kunt u gewond raken en kan het voertuig beschadigd raken. • Zorg dat u voldoende kennis en ervaring heeft en dat u de juiste vervangingsonderdelen en gereedschap heeft voordat u onderhoudswerkzaamheden aan een voertuig probeert uit te voeren.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 283 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 WAARSCHUWING • Zorg dat u over de juiste moeren, bouten en andere bevestigingsmiddelen beschikt. Engelse en metrische bevestigingen kunnen gemakkelijk door elkaar worden gehaald. Wanneer de verkeerde bevestigingen worden gebruikt, dan kunnen onderdelen later afbreken of van het voertuig vallen. U kunt hierbij gewond raken. Gebruik het juiste onderhoudsboekje wanneer u zelf het onderhoud uitvoert.
■ ACCESSOIRES EN AANPASSINGEN Het toevoegen van accessoires aan uw voertuig kan de prestaties en veiligheid van uw voertuig beïnvloeden. Aanpassingen kunnen problemen of schade veroorzaken aan voertuigsystemen voor bijvoorbeeld airbags, remmen, stabiliteit, rijeigenschappen, emissies, aërodynamica, duurzaamheid en elektronische systemen zoals ABS, tractieregeling en actief weggedrag. Deze schade wordt niet door uw garantie gedekt.
Wanneer er uitrusting aan de buitenzijde van het voertuig wordt toegevoegd, kan de mate van windruis toenemen. Bovendien kan dit invloed hebben op het brandstofverbruik en de prestaties van de ruitensproeier. Neem contact op met uw dealer voordat u extra uitrusting toevoegt.
–
–
–
–
283 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 284 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging
■ BRANDSTOF WAARSCHUWING Benzinedampen zijn zeer brandbaar. Vermijd vonken, open vuur en roken in de nabijheid van brandstof.
. . . 284
OPMERKING
OPMERKING (vervolg)
Gebruik alleen schone brandstof. Verontreinigde benzine kan de levensduur van het brandstoftoevoersysteem en de motor bekorten. Tank geen brandstof met meer dan 10% ethanol voor uw voertuig. Brandstoffen met het octaanverhogende toevoegingsmiddel methylcyclopentadieenmangaan-tricarbonyl (MMT) worden niet aanbevolen.
Uw voertuig is niet ontworpen voor brandstoffen die methanol bevatten. Methanol kan metalen delen in uw brandstofsysteem laten corroderen en tevens schade veroorzaken aan kunststof en rubberen onderdelen. Schade veroorzaakt door het gebruik van brandstoffen die methanol bevatten, wordt niet gedekt door de garantie. De motor van uw auto is uitsluitend geschikt voor ongelode benzine. Het gebruik van gelode benzine kan de prestaties van uw auto beïnvloeden alsmede de garantie van de auto.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 285 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Het wordt aanbevolen brandstof te gebruiken die voldoet aan de specificaties zoals beschreven in het World-Wide Fuel Charter, verkrijgbaar bij de Alliance of Automobile Manufacturers op www.autoalliance.org. Gebruik van de aanbevolen brandstof is een belangrijk onderdeel van het juiste onderhoud van uw auto. U moet brandstof van hoge kwaliteit gebruiken die voldoet aan het aanbevolen minimum octaangehalte.
Gebruik voor de 6.2 l V8-motor (Code W) benzine met een octaangehalte van 95 (researchmethode) of hoger. Er kan ook een benzine van gemiddelde kwaliteit met een octaangehalte van 91 of hoger worden gebruikt, maar hierdoor kan het acceleratievermogen van het voertuig iets afnemen. Gebruik voor de 6.2l V8-motor (code R) of de 7.0l V8-motor (code E) benzine met een octaangehalte van 95 (researchmethode) of hoger. Gebruik voor de beste prestaties benzine met een octaangehalte van 98. In noodgevallen kan er benzine van een gemiddelde kwaliteit met een octaangehalte van 91 of hoger worden gebruikt.
OPMERKING Wanneer er brandstof met een octaangehalte van 91 in de 6.2l V8-motor (code R) of de 7.0l V8motor (code E) wordt gebruikt, rijd dan niet op een agressieve manier. Tank zo snel mogelijk brandstof met een octaangehalte van 95 om schade aan de motor te voorkomen. Wanneer benzine met een lager octaangetal dan voorgeschreven wordt gebruikt, kan dit tot gevolg hebben dat de motor gaat pingelen. Voortdurend gebruik van dergelijke brandstof kan beschadiging van de motor veroorzaken terwijl dan ook de garantie vervalt.
285 . . .
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 286 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Wanneer er zich toch ernstig pingelen voordoet wanneer u wel de juiste benzine heeft getankt, moet de motor worden nagekeken. Korte momenten van pingelen tijdens het oprijden van een helling of bij acceleratie zijn acceptabel.
Brandstofverbruik en emissiegegevens Zie "Brandstofverbruik en emissiegegevens" verderop in dit hoofdstuk voor informatie met betrekking tot brandstofverbruik en kooldioxideemissies.
Ontgrendeling klep brandstofvulopening Met deze voorziening kunt u de brandstofvulklep van binnenuit openen. De ontgrendelingstoets bevindt zich aan de bestuurderszijde van het instrumentenpaneel.
. . . 286
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 287 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4
OR FUEL DO E RELEAS
Bij storingen aan de elektrische installatie kan de klep per handgreep in de kofferruimte (linker zijde) worden ontgrendeld. Trek aan de handgreep om de brandstofvulklep met de hand te openen.
Brandstof tanken De brandstofvuldop bevindt zich achter een scharnierende klep aan de linkerzijde van uw auto. De brandstofvulklep kan worden geopend door de knop links van de stuurkolom in te drukken. U kunt ook de ontgrendelingshendel in de achterklep gebruiken.
Wanneer uw voertuig is voorzien van een brandstofdop met vergrendeling, moet u de sleutel van de brandstofdop gebruiken om deze te ontgrendelen. Verwijder de vuldop door hem langzaam linksom te draaien. Breng de vuldop weer aan door hem rechtsom te draaien. Voor het aanbrengen moet u de dop zover rechtsom draaien tot u een tikgeluid hoort. Als de brandstofdop niet correct geplaatst is, verschijnt het bericht CHECK GAS CAP (benzinedop controleren) op het display van het informatiecentrum. Raadpleeg "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1.
–
–
–
–
287 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 288 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging WAARSCHUWING Benzinedampen zijn zeer brandbaar. Vermijd vonken, open vuur en roken in de nabijheid van brandstof. Wanneer benzine over u heen spat en dit wordt vervolgens ontstoken, dan kunt u ernstig verbranden. Om verwonding van uzelf en andere te voorkomen, alle instructies op de brandstofpomp lezen en opvolgen. Zet de motor af voordat u brandstof tankt.
. . . 288
WAARSCHUWING Wanneer u de dop snel losdraait terwijl overdruk in de tank aanwezig is, kan er brandstof naar buiten spatten. Draai daarom de dop altijd eerst gedeeltelijk los om de druk te laten ontsnappen.
OPMERKING Indien u een nieuwe dop nodig heeft, dient u er voor te zorgen dat het juiste type wordt gekocht. Een dop van een verkeerd type is misschien niet voorzien van de juiste ventilatieopening, hetgeen kan leiden tot beschadiging van het brandstofsysteem en het uitlaatsysteem. Uw dealer weet welke dop voor uw auto geschikt is.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 289 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 WAARSCHUWING • Vul nooit een jerrycan met benzine terwijl deze zich in uw auto bevindt. • Benzine mag alleen worden afgetapt in goedgekeurde vaten. • Laat de brandstofpomp tijdens het tanken niet onbeheerd achter. • Houdt kinderen uit de buurt van de brandstofpomp. • Laat het mondstuk voor het vullen in aanraking komen met de binnenkant van de vulhals voordat het mondstuk wordt bediend. • Voer geen gesprekken met uw mobiele telefoon. • Rook niet tijdens het tanken van benzine.
WAARSCHUWING Benzinedampen kunnen door statische elektriciteit ontsteken. U kunt hierdoor brandwonden oplopen en uw voertuig kan erdoor beschadigd raken. Wanneer u de tankdop wilt openen, raak dan eerst een metalen onderdeel van uw voertuig aan om de statische elektriciteit in uw lichaam te ontladen. Ga niet op uw stoel zitten tijdens het tanken. Wanneer u op uw stoel gaat zitten, kan uw lichaam zich weer opladen met statische elektriciteit.
WAARSCHUWING Vul de tank slechts tot het vulpistool van de brandstofpomp automatisch afsluit, waardoor er ruimte overblijft voor het uitzetten van de brandstof in de brandstoftank (veroorzaakt door warmte van de motor).
WAARSCHUWING Als er brand ontstaat terwijl u tankt, neem dan niet het vulmondstuk uit de tankopening. Stop de brandstofstroom door de pomp uit te zetten. Waarschuw het personeer van het benzinestation en verlaat onmiddellijk het gebied.
289 . . .
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 290 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging OPMERKING Lek geen brandstof op externe delen van de auto. Hierdoor kan de lak beschadigd raken. Mocht u brandstof lekken, maak het dan zo snel mogelijk schoon.
■ ONTGRENDELING VAN DE MOTORKAP Trek aan de hendel links onder het dashboard om de motorkap te ontgrendelen.
Trek vervolgens de achterrand van de motorkap bij de voorruit omhoog. Voordat u de motorkap sluit, moet u controleren of de vuldoppen goed gesloten zijn.
WAARSCHUWING De koelventilator kan zelfs bij nietdraaiende motor worden ingeschakeld. Kom daarom niet te dicht in de buurt van de ventilator. Laat geen brandbare vloeistoffen of materialen op een hete motor vallen. Hierdoor kan brand ontstaan, waardoor u en anderen gewond kunnen raken.
. . . 290
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 291 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 ■ MOTORRUIMTE 6,2 l V8-motor (Code W) Bij het openen van de motorkap ziet u het volgende: 1. Reservoir voor de koppelingsvloeistof (indien aanwezig) 2. Ruitensproeierreservoir 3. Remvloeistofreservoir 4. Expansietank van koelsysteem 5. Luchtfilter/filterelement 6. Stuurbekrachtigingsreservoir 7. Olievuldop
–
–
1
2
3
8. Motoroliepeilstaaf 9. Zekeringenhouder in motorcompartiment
4 5
6
5
7 8 9 10 11
–
–
10. Luchtfilter voor passagiersruimte 11. Accu
291 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 292 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging 6,2 l V8-motor (code R) Bij het openen van de motorkap ziet u het volgende: 1. Interkoeler 2. Luchtfilter/filterelement 3. Expansietank van koelsysteem 4. Ruitensproeierreservoir 5. Reservoir voor de koppelingsvloeistof (indien aanwezig) 6. Remvloeistofreservoir 7. Stuurbekrachtigingsreservoir 8. Zekeringenhouder in motorcompartiment
1 2 3
12
4
11 10 9
5 6 7 9. Externe positieve (+) accuklem 10. Luchtfilter voor passagiersruimte
. . . 292
8 11. Motoroliepeilstaaf 12. Olievuldop
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 293 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 7,0 l V8-motor (Code E) Bij het openen van de motorkap ziet u het volgende: 1. Luchtfilter/filterelement 2. Stuurbekrachtigingsreservoir 3. Zekeringenhouder in motorcompartiment 4. Externe positieve (+) accuklem 5. Motoroliepeilstaaf 6. Motorolietank met gesloten smeersysteem 7. Olievuldop
1
2
3
4
5
6
7
8 9
10
11
–
–
–
8. Expansietank van koelsysteem 9. Ruitensproeierreservoir
10. Remvloeistofreservoir 11. Koppelingsvloeistofreservoir
293 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 294 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Motorolie WAARSCHUWING Gebruikte oliefilters en lege olieblikken mogen niet met het reguliere huisvuil worden verwerkt. Laat olie en oliefilter door een erkend onderhoudscentrum vervangen, dat bekend is met wettelijke eisen met betrekking tot de verwerking van oude olie om het milieu en uw gezondheid te beschermen.
. . . 294
WAARSCHUWING Oude motorolie bevat bestanddelen die ongezond zijn voor uw huid en kankerverwekkend kunnen zijn. Was uw handen na de omgang. Zie de waarschuwingen van de oliefabrikanten over het gebruik en de verwerking van olie of olieverontreinigde producten.
OPMERKING Het gebruik van een verkeerd type motorolie kan leiden tot motorschade die niet door de garantie wordt gedekt.
Teneinde een goede smering van de motor te bewerkstelligen moet de motorolie op het juiste peil worden gehouden. Enig olieverbruik is normaal, maar sommige motoren gebruiken meer olie wanneer ze nieuw zijn. De eigenaar is verantwoordelijk voor het regelmatig controleren van het oliepeil. Als het bericht CHECK OIL LEVEL (oliepeil controleren) wordt weergegeven, bevindt er zich te weinig olie in uw motor. Controleer het oliepeil meteen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 295 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 MOTOROLIE CONTROLEREN Controleer het oliepeil regelmatig, bijvoorbeeld wanneer u moet tanken. Het motoroliepeil kan het beste worden gecontroleerd wanneer de olie warm is.
OPMERKING Vul niet teveel olie bij. Als uw motor teveel olie bevat, zodat het oliepeil boven het bovenste merkteken dat het juiste bedrijfsbereik aangeeft, staat, kan uw motor worden beschadigd.
OPMERKING
OPMERKING (vervolg)
Wanneer u uw auto voor racen of andere wedstrijdsporten gebruikt, kan het olieverbruik toenemen. Een laag oliepeil kan tot beschadiging van de motor leiden. Controleer tijdens races of andere wedstrijden regelmatig het oliepeil. • Z06- en ZR1-modellen Zorg dat het peil op of bij de bovenste markering staat die het juiste bereik op de oliepeilstok weergeeft.
• Behalve Z06- en ZR1-modellen Houd het peil op of bij één liter boven de bovenste markering die het juiste bereik op de oliepeilstok aangeeft. Verwijder na het wedstrijdrijden het teveel aan olie zodat het peil niet boven de bovenste markering voor het juiste bereik staat.
–
–
–
–
295 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 296 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Behalve Z06- en ZR1-modellen Controleer het oliepeil als volgt: 1. Plaats de auto op een vlakke ondergrond en trek de parkeerrem aan. 2. Zet de motor af en wacht enkele minuten zodat de olie terug kan stromen in het carter. 3. Trek de peilstaaf naar buiten en veeg deze af. 4. Steek de peilstaaf weer geheel naar binnen.
. . . 296
5. Trek de peilstaaf nogmaals naar buiten en controleer het oliepeil. Het oliepeil moet in het oppervlak met de kruisarcering van de oliepeilstok staan. Vul olie bij indien nodig. Beschadiging van de motor kan ontstaan als het oliepeil te hoog is. 6. Plaats de peilstaaf weer terug.
Z06- en ZR1-modellen Uw voertuig is uitgerust met een gesloten motorsmeersysteem. Wanneer u de olie controleert, moet u het peil in het aparte oliereservoir controleren in plaats van in de motor. Controleer het oliepeil wanneer de olie minimaal 80° C is, anders is de meting niet nauwkeurig.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 297 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 6. Trek de peilstaaf nogmaals naar buiten en controleer het oliepeil. Het oliepeil moet in het oppervlak met de kruisarcering van de peilstok staan. Vul indien nodig olie bij tot de aangegeven vulmarkering . Vul niet te veel bij omdat de motor dan beschadigd kan raken.
B A
Controleer het oliepeil als volgt: 1. Plaats de auto op een vlakke ondergrond en trek de parkeerrem aan. 2. Zet de motor af. 3. Wacht minstens 5 minuten, maar niet langer dan 20 minuten, voordat u de peilstok uit de motorolietank met gesloten smeersysteem haalt.
4. Trek de peilstaaf naar buiten en veeg deze af. 5. Steek de peilstaaf weer geheel naar binnen.
–
–
–
–
297 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 298 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
T PE
ROL E U
M TUTE STI • IN
MERICA •A N
Onderhoud en verzorging
FOR GASOLINE ENGINES
C
ER
T I FI E
D
KIEZEN VAN DE JUISTE KWALITEIT MOTOROLIE Gebruik in uw auto een synthetische olie die voldoet aan de GM norm GM4718M. Olie die aan deze norm voldoet, heeft ook het Starburst-symbool van het American Petroleum Institute op de verpakking.
. . . 298
Uw voertuig is in de fabriek voorzien van synthetische olie Mobil 1®, die voldoet aan alle specificaties voor uw voertuig. Wanneer er geen olie die voldoet aan de GM-norm GM4718M beschikbaar is, gebruik dan olie die voldoet aan de Service SM- of GMLL-A-025-servicevereisten van het American Petroleum Institute.
OPMERKING Het gebruik van een verkeerd type motorolie kan leiden tot motorschade die niet door de garantie wordt gedekt.
Vervangende olie die niet voldoet aan de GM-norm GM4718M mag niet worden gebruikt bij het verversen van de olie. Wanneer u de olie echter niet ververst, maar alleen bijvult om het olieniveau te handhaven, kan het zijn dat olie die aan deze GM-norm voldoet niet verkrijgbaar is. Bij alle temperaturen kunt u dan een 5W30 olie als vervanger gebruiken.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 299 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Gebruik geen SAE 20W-50 olie of olie met een andere viscositeit die niet wordt aanbevolen.
OPMERKING
SAE 0W-30
Het gebruik van motorolie met andere viscositeit dan aanbevolen kan schade veroorzaken aan de motor. De reparaties worden niet gedekt door uw garantie.
SAE 5W-30 SAE 10W-30 SAE 5W-40
–
SAE 10W-40
°C -30 °F -22
-20 -4
-10 14
0 32
10 50
KIEZEN VAN OLIE MET DE JUISTE VISCOSITEIT SAE 5W-30 is het beste voor uw voertuig.
20 68
–
30 86
40 104
–
50 122
–
Als u geen olie kunt vinden van de aanbevolen viscositeit, maak dan een inschatting van de temperatuur waaronder uw auto gebruikt zal worden tot aan de keer dat de olie ververst wordt en gebruik bovenstaande tabel om een alternatief te kiezen dat vodloet aan de kwaliteitsstandaarden.
299 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 300 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging MOTOROLIEADDITIEVEN/MOTOROLIE SPOELEN Wanneer u de aanbevolen kwaliteit olie gebruikt en de olie ververst met de aanbevolen tussenpozen, heeft uw motor geen extra additieven (doop) nodig. Spoel het motoroliesysteem niet. De motor kan beschadigd raken en deze reparaties vallen niet onder garantie. Neem contact op met uw dealer wanneer u een probleem denkt te hebben dat met de motorolie te maken heeft.
. . . 300
VERVERSINGSTERMIJNEN VAN MOTOROLIE Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de geografische positie, het terrein en de rijomstandigheden kunnen de voorgeschreven intervallen voor het verversen van de olie en het vervangen van het oliefilter aanzienlijk verschillen. In het onderhoudsboekje zijn de voorgeschreven intervallen vermeld voor het verversen van de olie en vervangen van het oliefilter die in uw gebied van toepassing zijn. Let erop dat de in het Nederlandse onderhoudsboekje genoemde onderhoudsintervallen worden opgevolgd en niet die uit het Engelstalige boekje dat in uw auto aanwezig kan zijn.
De in het onderhoudsoverzicht voorgeschreven intervallen voor het verversen van de olie en het vervangen van het oliefilter zijn gebaseerd op het gebruik van kwaliteitsolie en van filters van uitstekende kwaliteit. Het gebruik van andere olie dan wordt aanbevolen of het verversen van de olie en het vervangen van het oliefilter met langere intervallen dan aanbevolen, kan leiden tot kortere levensduur van de motor. Afhankelijk van uw rijomstandigheden kan het kilometerinterval waarna een olieverversing noodzakelijk is, aanzienlijk variëren.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 301 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Hoe vaak u de olie moet verversen, hangt af van uw rijstijl, motortoerentallen en motortemperatuur. De eigenaar is verantwoordelijk voor het regelmatig controleren van het oliepeil. Nadat het bericht CHANGE ENGINE OIL (motorolie verversen) wordt weergegeven, moet de olie binnen 1000 kilometer worden ververst.
Zelfs als het systeem voor de levensduur van de olie niet aangeeft dat olie verversen noodzakelijk is, moeten motorolie en filter minimaal eenmaal per jaar worden vervangen. Raadpleeg voor meer informatie over de bewaking van de levensduur van de motorolie de rubriek "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1.
OPMERKING Beschadiging van de motor door het niet nakomen van de onderhoudsadviezen valt niet onder de garantie van het nieuwe voertuig. –
–
–
–
301 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 302 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging MOTOROLIE VERVERSEN EN FILTER VERVANGEN (Z06- EN ZR1-MODELLEN) Uw voertuig is uitgerust met een gesloten motorsmeersysteem. Er is een specifieke procedure voor het verversen van de motorolie en het vervangen van het filter voor uw voertuig.
B A
A B
Voer de volgende stappen uit voor verversing van de motorolie en vervanging van het filter: 1. Verwijder de aftappluggen uit het oliecarter. Eén aftapplug tapt de motorolietank met gesloten smeersysteem af via de olietoevoerleiding. Een andere aftapplug tapt de resterende olie uit het oliecarter.
. . . 302
2. Verwijder het oliefilter en tap de olie af. 3. Plaats de aftappluggen terug en draai ze aan tot 25 Nm (18 lb-ft). Zorg dat de keerringen goed zijn uitgelijnd voordat u de pluggen vastdraait. 4. Monteer het nieuwe filter en draai dit dan aan met 25 Nm (18 lb-ft). 5. Verwijder de olievuldop en voeg olie toe tot de vulmarkering op de motorolietank met gesloten smeersysteem. Zie voor de inhoud van het carter "Specificaties en inhouden" verderop in dit hoofdstuk.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 303 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Eerder in dit hoofdstuk vindt u informatie over het bepalen van de vereiste kwaliteit en viscositeit van de olie voor de motor van uw voertuig. - Kiezen van de juiste kwaliteit motorolie - Kiezen van olie met de juiste viscositeit 6. Plaats de dop en de oliepeilstok terug, als dit nog niet was gebeurd. 7. Start de motor en laat deze minimaal 15 seconden stationair draaien om de olie in de motor te laten circuleren. 8. Schakel het contact uit en controleer het motoroliepeil. Vul eventueel olie bij. Zie "Motorolie controleren" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
WAARSCHUWING Het koelsysteem van uw auto staat onder druk. Vul alleen koelvloeistof bij wanneer het koelsysteem koud is.
Koelvloeistof WAARSCHUWING Raadpleeg "Oververhitting van de motor" in hoofdstuk 5 als de motor te heet wordt. Door een oververhitte motor te laten draaien, zelfs gedurende korte tijd, kan brand ontstaan met de mogelijkheid van verwondingen en/of ernstig lichamelijk letsel en ernstige schade aan het voertuig.
Het koelsysteem van uw auto is ontworpen voor koelvloeistof (een mengsel van ethyleenglycol, anticorrosiemiddelen en water), in plaats van alleen water. Gebruik een 50/50-mengsel van schoon water en DEX-COOL®-koelvloeistof. Als u dit mengsel gebruikt, hoeft u niets anders bij te voegen.
–
–
–
–
303 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 304 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging WAARSCHUWING Het kan gevaar opleveren indien alleen water of andere vloeistof dan de aanbevolen koelvloeistof wordt toegevoegd. De motor kan oververhit raken, maar de waarschuwingslamp gaat niet branden. De motor kan in brand vliegen en u of anderen verwonden.
OPMERKING Vervang het correcte koelvloeistofmengsel niet door andere typen vloeistoffen. Wanneer u dit wel doet, kan voortijdige corrosie ontstaan en de koelvloeistof moet dan vaker worden ververst. Schade veroorzaakt doordat niet de aanbevolen koelvloeistof is gebruikt, wordt niet gedekt door de garantie.
OPMERKING Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel is, kan de vloeistof bevriezen en de motor en andere auto-onderdelen laten barsten.
. . . 304
OPMERKING Als u de juiste koelvloeistof gebruikt, hebt u geen extra toevoegingen of inhibitors nodig. Deze kunnen schadelijk zijn voor het voertuig.
WAARSCHUWING Gebruikte koelvloeistof mag niet met het reguliere huisvuil worden verwerkt. Laat de koelvloeistof door een erkend onderhoudscentrum vervangen, dat bekend is met wettelijke eisen met betrekking tot de verwerking van oude koelvloeistof om het milieu en uw gezondheid te beschermen. Raadpleeg het onderhoudsboekje om vast te stellen wanneer de koelvloeistof moet worden ververst.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 305 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Controleer het koelvloeistofpeil met regelmatige tussenpozen, zoals bijvoorbeeld wanneer benzine wordt getankt. Het controleren van het koelvloeistofpeil kan plaatsvinden op de doorzichtige expansietank zonder de dop te verwijderen. Het koelvloeistofreservoir bevindt zich aan de bestuurderszijde in de motorruimte. Plaats de auto op vlakke grond. Wanneer het motorcompartiment koel is, moet het niveau op de peilstreep FULL COLD staan.
WAARSCHUWING Stoom en hete vloeistof kunnen uit een heet koelsysteem naar buiten spuiten en ernstige brandwonden veroorzaken. Draai de dop niet los wanneer de motor en het koelsysteem heet zijn.
Wanneer de motor heet is, moet het peil hoger staan dan de lijn FULL COLD. Wanneer de koelvloeistof lager staat dan FULL COLD terwijl de motor heet is, dan kan er een lek in het koelsysteem zijn. Indien het koelvloeistofpeil laag is, voeg dan een 50/50 mengsel bestaande uit water en DEXCOOL®-koelvloeistof toe tot het voorgeschreven peil is bereikt.
OPMERKING De expansietankdop is een dop met een drukventiel en moet stevig worden vastgedraaid om verlies van koelvloeistof en mogelijke motorschade door oververhitting te voorkomen. Controleer dat de dop handvast is aangedraaid en volledig aansluit.
–
–
WAARSCHUWING Onder sommige omstandigheden is ethyleenglycol in koelvloeistof ontvlambaar. Voorkom brandwonden en zorg dat nooit koelvloeistof wordt gemorst op het uitlaatsysteem of op hete motoronderdelen. Als u twijfelt, laat het bijvullen dan uitvoeren door een vakkundig automecanicien.
–
–
305 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 306 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging INTERKOELERSYSTEEM (ZR1-MODEL) Controleer het koelvloeistofpeil regelmatig.
OPMERKING Het interkoelersysteem op de 6.2l V8-motor (code R) heeft een specifieke vulprocedure voor de koelvloeistof. Wanneer u zich niet aan deze procedure houdt, kan de motor oververhitten waardoor de motor ernstig beschadigd kan raken. Aangezien het moeilijk is om de procedure zelf uit te voeren, kunt u het controleren of verversen van de koelvloeistof het beste overlaten aan uw dealer of servicecentrum.
. . . 306
1. Zorg dat de motor en interkoeler niet meer heet zijn. 2. Plaats de auto op vlakke grond. 3. Zet de motor af. 4. Zoek de drukdop van het interkoelersysteem.
A
5. Leg een doek onder de ontluchtingsklep aan de bestuurderszijde om eventueel gelekte koelvloeistof op te vangen. 6. Draai de ontluchtingsklep los, maar verwijder hem nog niet. Controleer of er koelvloeistof in het systeem aanwezig is. Wanneer er koelvloeistof uit de ontluchtingsklep stroomt, draait u de ontluchtingsklep vast. Als er geen koelvloeistof uit de ontluchtingsklep stroomt, kan er een lek in het systeem aanwezig zijn. Draai de ontluchtingsklep vast en ga naar uw dealer voor onderhoud.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 307 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Automatische transmissievloeistof Het peil van de transmissievloeistof hoeft niet te worden gecontroleerd. Vloeistofverlies kan uitsluitend door lekkage worden veroorzaakt. Maak zo snel mogelijk een afspraak voor een onderhoudsbeurt wanneer er sprake is van lekkage. Aangezien het moeilijk is om de procedure zelf te verrichten, kunt u het controleren van het vloeistofpeil het beste overlaten aan uw dealer of servicecentrum. Ververs de vloeistof met de intervallen die zijn vermeld in het onderhoudsschema. Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" verderop in dit hoofdstuk om na te gaan wat voor soort vloeistof moet worden gebruikt.
OPMERKING Schade veroorzaakt doordat niet de aanbevolen koelvloeistof is gebruikt, wordt niet gedekt door de garantie.
Vloeistof voor handgeschakelde transmissie Het peil van de transmissievloeistof hoeft niet te worden gecontroleerd. Laat het voertuig nakijken wanneer er vloeistof lekt. –
–
–
–
307 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 308 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging
Hydraulische koppelingsvloeistof Het is niet nodig om de koppelingsvloeistof regelmatig te controleren, tenzij u denkt dat het systeem kan lekken. Vloeistof bijvullen verhelpt een eventuele lekkage niet. Vloeistofverlies in dit systeem kan duiden op een probleem. Laat het systeem controleren.
. . . 308
Controleer het peil van de hydraulische koppelingsvloeistof met de tussenpozen die zijn vermeld in het onderhoudsoverzicht. Het peil moet zich bij de peilstreep MIN staan. Verwijder de dop niet om het vloeistofpeil te controleren. Verwijder de dop alleen als het peil laag staat. Vul dan voldoende vloeistof bij tot de markering MIN. Raadpleeg het onderhoudsboekje voor de verversingsintervallen van uw voertuig. Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" verderop in dit hoofdstuk om na te gaan wat voor soort vloeistof moet worden gebruikt.
Smeermiddel achteras Het is niet nodig om de achterasvloeistof regelmatig te controleren, tenzij u denkt dat het systeem kan lekken of u ongebruikelijke geluiden hoort. Vloeistofverlies in dit systeem kan duiden op een probleem. Laat het systeem controleren.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 309 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4
Het vloeistofpeil controleren: 1. Plaats de auto op een vlakke ondergrond en trek de parkeerrem aan. 2. Zet de motor af. 3. Controleer het peil van het smeermiddel na het verwijderen van de plug. 4. Voeg smeermiddel toe indien nodig tot het peil de onderkant van het vulpluggat bereikt.
Wanneer het voertuig wordt gebruikt om mee te racen of bij wedstrijdrijden, dan kan de vloeistoftemperatuur van de achteras hoger zijn dan bij normaal rijden. De vloeistof van de achteras moet worden afgetapt en met nieuwe vloeistof worden gevuld na elke 24 uur dat er met het voertuig wordt geracet of wedstrijden zijn gereden. Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" verderop in dit hoofdstuk om na te gaan wat voor soort vloeistof moet worden gebruikt.
Smeermiddel achterste spoorstang Voertuigen met het prestatiepakket Z51 en ZR1- en Z06-modellen hebben vettige uiteinden op beide achterste spoorstangen. Smeer de uiteinden van beide achterste spoorstangen. Bij normaal gebruik moeten de achterste spoorstangen worden gesmeerd volgens de intervallen die in het Onderhoudsschema worden vermeld. Wanneer het voertuig voor wedstrijden wordt gebruikt, moeten de achterste spoorstangen na elke wedstrijddag worden gesmeerd. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud.
309 . . .
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 310 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Stuurbekrachtigingsvloeistof Het is niet nodig om de stuurbekrachtigingsvloeistof regelmatig te controleren, tenzij u denkt dat het systeem kan lekken. Vloeistofverlies in dit systeem kan duiden op een probleem. Laat het systeem controleren. Het vloeistofpeil controleren: 1. Zet het contact af en laat de motorruimte afkoelen. 2. Veeg de dop en de bovenzijde van het reservoir schoon. 3. Draai de dop los en veeg de peilstaaf schoon. Plaats de dop terug en draai deze stevig vast. 4. Verwijder de dop opnieuw en controleer het vloeistofniveau op de peilstaaf.
. . . 310
ADD
HOT
FULL COLD
Wanneer het motorcompartiment koel is, moet het vloeistofniveau de peilstreep FULL COLD bereiken. Wanneer het motorcompartiment heet is, moet het niveau op de peilstreep HOT staan.
Voeg alleen voldoende vloeistof toe om het peil te laten stijgen tot het merkteken. Als het peil laag is, vul dan voldoende vloeistof bij zodat het peil weer op het juiste punt op de peilstok staat. Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" verderop in dit hoofdstuk om na te gaan wat voor soort vloeistof moet worden gebruikt.
OPMERKING Verkeerde remvloeistof kan de componenten van het systeem beschadigen en lekkages veroorzaken. Gebruik steeds de juiste remvloeistof. Schade veroorzaakt doordat niet de aanbevolen koelvloeistof is gebruikt, wordt niet gedekt door de garantie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 311 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4
Remvloeistof Er zijn twee redenen waarom het remvloeistofpeil in de hoofdremcilinder lager kan worden. De eerste is dat het remvloeistofpeil aanvaardbaar lager wordt tijdens normale slijtage van de remvoeringen. Zodra nieuwe remvoeringen worden aangebracht, zal het vloeistofpeil weer hoger worden. De andere reden is dat er sprake kan zijn van lekkage in het remsysteem. Indien dit het geval is, moet u het remsysteem laten repareren.
Het is niet aan te bevelen steeds remvloeistof bij te vullen. Remvloeistof bijvullen zal lekkage niet verhelpen. Wanneer u vloeistof toevoegt wanneer de remvoeringen zijn gesleten, zal het vloeistofreservoir te vol raken na het monteren van nieuwe remvoeringen. Alleen bij werkzaamheden aan het hydraulische systeem van de remmen mag remvloeistof worden bijgevuld of afgetapt.
WAARSCHUWING Eventuele overtollige remvloeistof kan op de motor lekken. De vloeistof kan, wanneer de motor heet is, tot ontbranding komen. U, maar ook anderen, kunnen ernstige brandwonden oplopen en de auto kan worden beschadigd. Voeg alleen remvloeistof toe bij het uitvoeren van werkzaamheden aan het hydraulische remsysteem.
WAARSCHUWING Gebruikte remvloeistof mag niet met het reguliere huisvuil worden verwerkt. Laat de remvloeistof door een erkend onderhoudscentrum vervangen, dat bekend is met de wettelijke eisen met betrekking tot de verwerking van oude remvloeistof om het milieu en uw gezondheid te beschermen. Controleer het vloeistofpeil in het reservoir van de hoofdremcilinder met de tussenpozen die zijn vermeld in het onderhoudsoverzicht.
–
–
–
–
311 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 312 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Een laag vloeistofpeil kan betekenen dat er een lek in het remsysteem aanwezig is. Breng het voertuig voor onderhoud naar de garage. Onderstaande handelingen zijn van toepassing: • Controleer het vloeistofpeil in het reservoir. • Het peil moet zich tussen de MIN- en MAX-merktekens bevinden. Nadat werkzaamheden zijn verricht aan het hydraulische remsysteem en het vloeistofpeil laag is, voeg dan DOT-3 vloeistof toe uit een gesloten blik tot het juiste peil is bereikt. Zie "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" verderop in dit hoofdstuk.
. . . 312
Om verontreiniging van de remvloeistof te voorkomen, controleert u of het remreservoir en dop goed schoon zijn voordat u de dop verwijdert.
WAARSCHUWING Met verkeerde vloeistof in het remsysteem kunnen de remmen niet goed of in het geheel niet werken. U kunt zo een botsing veroorzaken. Gebruik steeds de juiste remvloeistof.
OPMERKING Verkeerde remvloeistof kan de componenten van het systeem ernstig beschadigen. Gebruik steeds de juiste remvloeistof.
OPMERKING Lek geen brandstof op externe delen van de auto. Hierdoor kan de lak beschadigd raken. Mocht u brandstof lekken, maak het dan zo snel mogelijk schoon. Als u uw Z06 of ZR1 voor wedstrijdrijden gebruikt, moet de remvloeistof worden vervangen door een remvloeistof voor hoge prestaties, die een hoger droogkookpunt dan 279°C heeft. Gebruik geen siliconen- of DOT-5remvloeistof. Als u remvloeistof voor hoge prestaties gebruikt, volg dan de onderhoudsaanbevelingen voor de remvloeistof van de vloeistoffabrikant.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 313 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 OPMERKING
Ruitensproeiervloeistof Gebruik ruitensproeiervloeistof zoals GM Optikleen® in plaats van water om bevriezing te voorkomen en de ruiten beter te reinigen. Vul ruitensproeiervloeistof bij, tot het reservoir vol is.
• Voeg geen water toe aan gebruiksklare ruitensproeiervloeistof. De vloeistof kan bevriezen, waardoor het ruitensproeiersysteem wordt beschadigd. • Wanneer u een geconcentreerde sproeiervloeistof gebruikt, moet u de instructies van de fabrikant volgen. • Vul het reservoir van de ruitensproeiers bij zeer lage buitentemperaturen slechts 3/4, zodat de vloeistof kan uitzetten. • Gebruik geen koelvloeistof voor de ruitensproeiers. Het sproeiersysteem en de lak kunnen worden beschadigd door motorkoel vloeistof.
Accu Uw voertuig is voorzien van een onderhoudsvrije accu. • Wanneer er weinig met het voertuig wordt gereden, koppel dan de kabel van de minpool ("-") van de accu los om te voorkomen dat de accu leegloopt. • Wanneer het voertuig langere tijd niet wordt gebruikt, moet u de kabel van de minpool ("-") van de accu loskoppelen of een druppellader op de accu aansluiten om te voorkomen dat de accu leegloopt. Wanneer de elektrische voeding naar de ramen wordt onderbroken, moet u de raamindexeringsfunctie voor elk elektrisch bedienbare raam opnieuw programmeren. Raadpleeg "Elektrisch bedienbare ramen" in hoofdstuk 1 voor verdere gegevens.
313 . . .
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 314 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Wanneer het tijd is voor een nieuwe accu, koop dan één met hetzelfde vervangingsnummer als op het label van de oorspronkelijke accu.
WAARSCHUWING Accu's bevatten zuur dat brandwonden kan veroorzaken en gas dat kan exploderen. Handel uiterst voorzichtig om ernstig letsel te voorkomen. Zie het hoofdstuk "Gebruik van dit instructieboekje" voor aanwijzingen hoe veilig nabij de accu kan worden gewerkt. Accupolen, aansluitklemmen en aanverwante accessoires bevatten lood en loodcomponenten die kanker en verminderde vruchtbaarheid kunnen veroorzaken. Was uw handen na de omgang.
. . . 314
Luchtfilter/filterelement OPMERKING Sproei geen water in de luchtfilterinlaat of -behuizing. Wanneer er water in de luchtfilterbehuizing komt, kan de motor van het voertuig beschadigd raken. Uiteindelijk kunnen kostbare reparaties nodig zijn die niet door de garantie worden gedekt.
WAARSCHUWING Het luchtfilter moet goed zijn aangebracht, tenzij reparaties of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Indien de motor wordt gestart en het luchtfilter niet goed is aangebracht, kan de motor terugslaan en kan brand ontstaan.
OPMERKING Wanneer u rijdt zonder dat het luchtfilter goed is gemonteerd, kan er vuil of andere troep in de motor komen. De motor kan hierdoor beschadigd raken. De luchtfilters zijn voorzien van wegwerpfilterelementen. Controleer en vervang de filters volgens de intervallen die in het onderhoudsoverzicht worden vermeld.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 315 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4
Behalve Z06- en ZR1-modellen 1. Verwijder de schroeven waarmee het luchtfilter is bevestigd.
2. Trek het luchtfilter naar achteren om bij het filterelement te komen. 3. Verwijder de schroeven waarmee het filterelement is bevestigd. 4. Verwijder het filter. Probeer zo weinig mogelijk vuil los te maken.
5. Verwijder eventueel vuil of steenslag uit het luchtfilter. 6. Weg van het motorcompartiment het filter zachtjes uitschudden om stof en vuil te verwijderen. Vervang het filter als er vuil aangekoekt blijft. Zie Specificaties van de onderdelen onder Specificaties en inhouden, verderop in dit hoofdstuk voor het filtertype. 7. Installeer het nieuwe de luchtfilter. 8. Plaats het deksel weer terug.
–
–
–
–
315 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 316 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging
Z06- en ZR1-modellen 1. Verwijder de schroeven waarmee het luchtfilter is bevestigd. 2. Trek het luchtfilter naar achteren om bij het filterelement te komen. 3. Verwijder de schroeven waarmee het filterelement is bevestigd.
. . . 316
4. Verwijder het filter. Probeer zo weinig mogelijk vuil los te maken. 5. Verwijder eventueel vuil of steenslag uit het luchtfilter.
6. Weg van het motorcompartiment het filter zachtjes uitschudden om stof en vuil te verwijderen. Vervang het filter als er vuil aangekoekt blijft. Zie Specificaties van de onderdelen onder Specificaties en inhouden, verderop in dit hoofdstuk voor het filtertype. 7. Installeer het nieuwe de luchtfilter. 8. Plaats het deksel weer terug.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 317 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Luchtfilter voor passagiersruimte
1
OPMERKING Wanneer u rijdt zonder dat het luchtfilter goed is gemonteerd in het passagierscompartiment, kan er water of vuil in het klimaatregelsysteem komen. Deze schade wordt niet door uw garantie gedekt.
–
Een wegwerpluchtfilter voor het interieur filtert de meeste verontreinigingen uit de lucht die uw auto instroomt. Vervang het filter met de tussenpozen die in het onderhoudsboekje vermeld staan. Het filter bevindt zich aan de passagierszijde van het motorcompartiment, bij de accu. Verwijderen en vervangen van het luchtfilter:
1. Haal de borgclips van het luchtfilterdeksel los. 2. Licht het deksel op en verwijder het luchtfilter. 3. Installeer het nieuwe de luchtfilter. 4. Plaats het deksel weer terug. 5. Maak de borgclips van het luchtfilterdeksel vast.
317 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 318 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging ■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN GEBRUIK
VLOEISTOF/SMEERMIDDEL
Motorolie
Om de vereiste kwaliteit en viscositeit te bepalen van de olie voor de motor van uw auto, zie "Motorolie" eerder in dit hoofdstuk.
Koelvloeistof
50/50-mengsel van schoon drinkwater en gebruik uitsluitend DEX-COOL®-koelvloeistof. Zie "Koelvloeistof" eerder in dit hoofdstuk.
Interkoelersysteem (alleen ZR1-modellen)
50/50-mengsel van schoon drinkwater en gebruik uitsluitend DEX-COOL®-koelvloeistof.
Hydraulisch remsysteem
Delco Supreme 11® remvloeistof of gelijkwaardige DOT-3 remvloeistof.
Ruitensproeiervloeistof
GM Optikleen®-ruitensproeiervloeistof.
Hydraulisch koppelingssysteem
Hydraulische-koppelingsvloeistof (GM-onderdeelnummer 88958860, Super DOT4-remvloeistof).
Stuurbekrachtigingssysteem
GM stuurbekrachtigingsvloeistof (GM onderdeelnummer 89021184).
Chassissmering (uiteinden achterste spoorstang) (alleen Z06, ZR1 en Z51)
Chassissmeermiddel dat aan de voorwaarden van NLGI-klasse 2 voldoet, categorie LB of GC-LB (GM onderdeelnummer 12377985)
. . . 318
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 319 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 ■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN (VERVOLG) GEBRUIK
VLOEISTOF/SMEERMIDDEL
Handgeschakelde versnellingsbak
Vloeistof voor handgeschakelde transmissie (GM-onderdeelnr. 88861800).
Automatische transmissie
DEXRON®-VI automatische-transmissievloeistof.
Slotcilinder
Multi-purpose smeermiddel, Superlube® (GM onderdeelnummer 12346241).
Achteras (limited slip differentieel)
DEXRON®
Motorkapgrendel, veiligheidshaak, draaipunten, veerbevestigingspunt en ontgrendelingspal
Lubriplate® spuitsmeermiddel (GM onderdeelnummer 12346293) of smeermiddel dat aan de voorwaarden van NLGI-klasse 2 voldoet, categorie LB of GC-LB.
Motorkap- en portierscharnieren
Multi-purpose smeermiddel, Superlube® (GM onderdeelnummer 12346241).
Onderhoud afdichtstrip
Smeermiddel voor afdichtstrips (GM-onderdeelnummer 3634770) of diëlektrisch siliconenvet (GM-onderdeelnummer 12345579).
–
LS-tandwielolie. –
–
319 . . .
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 320 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging ■ BANDEN Uw nieuwe auto wordt geleverd met banden van hoge kwaliteit, gemaakt door een gerenommeerde bandenfabrikant. Raadpleeg voor vragen over de garantie van uw banden het garantieboekje van de fabrikant dat bij de gebruikershandleiding van uw voertuig wordt geleverd of vraag uw dealer.
WAARSCHUWING Rijden met slecht onderhouden of een verkeerd type banden is gevaarlijk. • Voorkom overbelasting van de banden. Overbelaste banden kunnen oververhit worden. Zo'n band kan klappen en een ernstig ongeval veroorzaken.
. . . 320
WAARSCHUWING • Zorg voor voldoende bandenspanning. Te lage bandenspanning kan oververhitting veroorzaken. Zo'n band kan klappen en een ernstig ongeval veroorzaken. • Voorkom te hoge bandenspanning. Banden met te hoge spanning raken gemakkelijker lek. • Versleten, oude banden kunnen ongevallen veroorzaken. Wanneer het loopvlak ernstig versleten is of de band beschadigd is, moet deze vervangen worden
OPMERKING Banden met laag profiel zijn gevoeliger voor schade door obstakels op de weg of stoepranden dan banden met een normaal profiel. De band- en/of wieleenheid kan beschadigd raken door obstakels op de weg te raken, zoals kuilen of scherpe voorwerpen, of als u tegen een trottoirband schuift. Dit type schade valt niet onder de garantie van het voertuig. Zorg dat de banden de juiste bandenspanning hebben en vermijd waar mogelijk trottoirbanden, kuilen en andere obstakels.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 321 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 WAARSCHUWING Gebruik geen sterke zeep of reinigingsmiddelen die zuur bevatten op aluminium of verchroomde velgen. Spuit geen reinigingsmiddel op plekken waar het middel in contact kan komen met veren van glasvezel. Schade veroorzaakt door het gebruik van reinigingsmiddelen die niet worden aanbevolen, wordt niet gedekt door de garantie voor nieuwe voertuigen. Neem contact op met uw dealer als u nadere informatie wenst.
Run-flat banden Als uw voertuig een ZR-1 is, dan zijn de banden van het type "run-flat". Deze banden zijn speciaal ontwikkeld om zonder lucht nog maximaal 80 km te kunnen afleggen met een maximale snelheid van 90 km/u, maar daarna moeten ze worden vervangen. De banden op andere modellen zijn ook van het type "flat-run". De banden van andere modellen dan de ZR1 zijn speciaal ontwikkeld om zonder lucht nog maximaal 160 km te kunnen afleggen met een maximale snelheid van 90 km/u, maar daarna moeten ze worden vervangen. U hoeft niet de stoppen aan de kant van de weg om een lekke band te verwisselen. Wanneer de afstand die u met een lekke band moet overbruggen korter is dan 40 km en u niet sneller rijdt dan 90 km/u, kan de band wellicht worden gerepareerd.
Run-flat banden rijden zo goed zonder lucht, dat het controlesysteem voor de bandenspanning moet worden gebruikt om u erop te attenderen dat een band spanning heeft verloren. Zie "Controlesysteem bandenspanning" later in dit hoofdstuk. –
WAARSCHUWING Wanneer het lampje voor lage bandenspanning brandt, is uw voertuig minder goed wendbaar. Wanneer u te hard rijdt, kunt u de macht over het stuur verliezen. U kunt zo uzelf of anderen letsel toebrengen. Rijd met een lage bandenspanning niet harder dan 90 km/u. Rijd voorzichtig en controleer de bandenspanning zo snel mogelijk.
321 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 322 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging WAARSCHUWING Run-flat banden kunnen springen wanneer zij niet goed worden onderhouden. Wanneer u een run-flat band tracht te repareren, vervangen, demonteren of monteren kunt u, maar kunnen ook anderen, gewond raken of gedood worden. Laat daarom het onderhoud aan deze banden over aan geschoold personeel. Rijd met een lekke band niet door kuilen ed. Hierdoor kan de velg worden beschadigd. Wanneer een band is beschadigd of wanneer u een afstand hebt afgelegd met een lege run-flat band, laat dan een geautoriseerd bedrijf controleren of de band kan worden gerepareerd of dat hij moet worden vervangen.
. . . 322
Om de voordelen van het run-flat band systeem te behouden mogen uitsluitend run-flat banden worden gemonteerd. De ventielen van uw run-flat banden zijn voorzien van sensoren, die een onderdeel vormen van het controlesysteem voor de bandenspanning. Deze sensoren zijn voorzien van een batterij die onder normale rijomstandigheden een levensduur heeft van tenminste tien jaar. Raadpleeg uw dealer wanneer een wiel of een sensor moet worden vervangen.
OPMERKING Gebruik in uw banden geen vloeibare afdichtingsmiddelen. Het bandventiel bevat sensors die het controlesysteem voor bandenspanning informeren. Bij gebruik van afdichtingsmiddelen kan corrosie ontstaan en kunnen deze sensors een afwijkende werking vertonen.
Op spanning brengen Zie het bandenplaatje voor de bandenspanningsspecificaties van uw auto. Om de plaats te bepalen van het bandenplaatje van uw auto, zie "Voertuig beladen" in hoofdstuk 3. Op de sticker worden de juiste bandenspanningen vermeld voor banden in koude toestand. Koud betekent dat de auto drie uur of langer heeft stilgestaan of - wanneer er toch mee is gereden - niet meer dan 1,6 km heeft afgelegd.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 323 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Voor optimale prestaties van de banden moet de bandenspanning worden aangehouden die op het plaatje onder "cold" is vermeld. Voorkom echter overbelasting van uw auto. Zie Voertuig beladen in hoofdstuk 3. Het handhaven van de bandenspanning voor koude banden, zoals vermeld op het bandenplaatje, zal lager brandstofverbruik, langere levensduur van de banden, meer rijcomfort en beter algeheel rijgedrag tot gevolg hebben. Controleer uw banden minstens eens per maand.
OPMERKING Verkeerde bandenspanning heeft een negatieve invloed op de levensduur van de banden en de prestaties van de auto. Door te lage bandenspanning ontstaat overmatige doorbuiging en oververhitting van de band, waardoor de sterkte van de band vermindert en beschadiging kan ontstaan. Ook overbelasting, abnormale slijtage, slechte rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik zijn het gevolg. Te hoge bandenspanning veroorzaakt abnormale slijtage van de banden en slechte rijeigenschappen die kunnen leiden tot beschadiging van de auto door stootbelastingen tijdens het rijden.
Om de bandenspanning te controleren en aan te passen: Met alleen een visuele inspectie van de banden kunt u niet nagaan of deze de correcte spanning hebben. Radiaalbanden kunnen eruit zien alsof ze de juiste spanning hebben, ook als de bandenspanning te laag is. Voor het controleren van de bandenspanning wordt het gebruik aanbevolen van een kleine bandenspanningmeter van goede kwaliteit. Verwijder het ventieldopje. Druk de meter stevig tegen het ventiel om de druk te meten. Als de druk laag is, voegt u lucht toe totdat de aanbevolen druk is bereikt. Als u te veel lucht toevoegt, laat de lucht dan weglopen door op het metalen staafje in het midden van het ventiel te drukken.
323 . . .
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 324 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Controleer de bandenspanning opnieuw. Zorg ervoor dat u de ventieldopjes terugplaatst op de ventielen. Ze helpen lekkages te voorkomen door vuil en vocht uit de band te weren. Controleer regelmatig de bandenspanning met het informatiecentrum voor de bestuurder. Zie "Controlesysteem bandenspanning" verderop in dit hoofdstuk voor meer gegevens.
. . . 324
Bediening bij hogere snelheden WAARSCHUWING Als u bij hoge snelheden van 160 km/u of harder rijdt, komen de banden meer onder druk te staan. Langdurig bij hogere snelheden rijden zorgt dat de banden overmatig warm worden en zelfs beschadigd kunnen raken. Het voertuig kan bij een aanrijding betrokken raken, waarbij u of uw medepassagiers kunnen overlijden.
WAARSCHUWING Sommige banden die geschikt zijn voor hogere snelheden moeten worden aangepast als u er hard mee wilt rijden. Waar de maximale snelheid en de wegomstandigheden toelaten dat er hard met een voertuig wordt gereden, moet u ervoor zorgen dat de banden geschikt zijn voor hogere snelheden, in uitstekende conditie zijn en op de juiste koude bandenspanning voor de voertuigbelasting zijn ingesteld.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 325 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Wanneer u van plan bent 282 km/u of sneller te gaan rijden, wanneer dergelijke snelheden wettelijk zijn toegestaan, dan moet de spanning van de banden in koude toestand overeenkomen met de maximale bandenspanning die wordt vermeld op de zijwand of worden ingesteld op 265 kPa (39 psi), welke van de twee lager is. Zodra u weer minder snel gaat rijden, brengt u de banden weer op de koude bandenspanning zoals vermeld op het informatieplaatje voor bandenspanning. Zie "Auto beladen" in hoofdstuk 3 voor meer informatie. Wanneer u wedstrijden rijdt, kan dit effect hebben op de garantie van het voertuig.
Controlesysteem bandenspanning OPMERKING Wanneer aanpassingen aan het controlesysteem voor bandenspanning door personen buiten een erkend servicefaciliteit worden gedaan, kan de toestemming om het systeem te gebruiken komen te vervallen. Dit systeem maakt gebruikt van radio- en sensortechnologie om de bandenspanning te bewaken. Sensoren die zich op elk wiel bevinden, zenden de bandenspanningsmetingen naar een ontvanger in het voertuig.
–
Statusmeldingen en waarschuwingen over de bandenspanning worden weergegeven op het display van het informatiecentrum voor de bestuurder. Controleer regelmatig de bandenspanning met het informatiecentrum voor de bestuurder. Zie "Mededelingen van het informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1. Let, om bandenpech te voorkomen, op de berichten op het informatiecentrum voor de bestuurder die betrekking hebben op de bandenspanning.
325 . . .
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 326 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Wanneer het systeem een lage bandenspanning in een of meer banden waarneemt, gaat het lampje voor lage bandenspanning op het instrumentenpaneel branden. De waarschuwing verschijnt telkens als het voertuig wordt gestart, totdat de lage bandendruk is gecorrigeerd. Als de spanning van een band laag is, moet u zo snel mogelijk stoppen en alle banden controleren op beschadiging. Pomp de band tot de voorgeschreven spanning op. Controleer dat de banden van uw auto in koude toestand de voorgeschreven spanning hebben. Zie het bandenplaatje voor deze gegevens.
. . . 326
OPMERKING Verkeerde bandenspanning heeft een negatieve invloed op de levensduur van de banden en de prestaties van de auto. Door te lage bandenspanning ontstaat overmatige doorbuiging en oververhitting van de band, waardoor de sterkte van de band vermindert en beschadiging kan ontstaan. Ook overbelasting, abnormale slijtage, slechte rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik zijn het gevolg. Controleer uw banden minstens eens per maand. Het controlesysteem voor de bandenspanning kan u waarschuwen voor een lage of een hoge spanningstoestand, maar het vervangt niet het normale bandenonderhoud.
Wanneer er een band wordt verwisseld, moet het controlesysteem voor de bandenspanning worden gereset. Ga naar uw dealer voor een onderhoudsbeurt. Het bericht SERVICE TIRE MONITOR (onderhoud bandencontrolesysteem) wordt weergegeven wanneer het controlesysteem voor de bandenspanning niet goed werkt. Dit bericht en/of waarschuwingslampje voor lage bandenspanning kan onder de volgende omstandigheden worden geactiveerd: • Het controlesysteem voor de bandenspanning is niet goed gereset zodat de identificatiecode van de nieuwe sensor niet overeenkomt met de juiste positie voor de band. • Een of meer bandensensoren kunnen ontbreken of niet werken. • De oorspronkelijke banden of wielen van uw voertuig hadden andere afmetingen dan de nieuwe.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 327 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 • Het voertuig bevindt zich bij een faciliteit of elektronisch apparaat dat radiogolffrequenties gebruikt die gelijkaardig zijn aan die van het controlesysteem voor de bandenspanning. Wanneer dit bericht wordt weergegeven, moet het voertuig voor onderhoud naar de dealer. Dit heeft ook invloed op het actief weggedragsysteem. Zie "Actief weggedragsysteem" in hoofdstuk 1 voor meer informatie
OPMERKING Gebruik in uw banden geen vloeibare afdichtingsmiddelen. Het gebruik van vloeibare afdichtingmiddelen kan de controlesensors voor de bandenspanning beschadigen.
Inspecteren en verwisselen van de banden Om de levensduur van de banden te verlengen, verdient het aanbeveling de banden met de in het onderhoudsboekje voorgeschreven intervallen te laten controleren. Wissel de banden niet, aangezien de banden van de voor- en achterwielen een verschillende maat hebben. Sommige banden zijn richtinggevoelig en moeten in de aangegeven richting worden gemonteerd.
Banden vervangen Het rubber in de banden van uw voertuig neemt na verloop van tijd af in kwaliteit, zelfs als de banden niet worden gebruikt. Hoe snel dit gaat, is afhankelijk van een aantal factoren. Rijsnelheid, toestand van de weg, temperaturen, belasting van het voertuig en of de banden regelmatig worden opgepompt hebben invloed op de verouderingssnelheid van de banden. Wanneer de banden worden onderhouden volgens het onderhoudsschema, dan moeten de banden waarschijnlijk worden vervangen voordat ze door veroudering zijn afgeschreven.
–
–
–
–
Raadpleeg "Lekke banden" in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
327 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 328 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging A
Uw banden zijn voorzien van slijtageindicators . Deze geven aan wanneer de profieldiepte van het loopvlak tot 1,6 mm of minder is gesleten. Wanneer deze slijtage-indicators op drie plaatsen rondom de band zichtbaar worden, zoals is afgebeeld, is vervanging van de band vereist. Ook bij het constateren van de volgende afwijkingen moet de band worden vernieuwd: • Insnijdingen, scheuren of andere beschadigingen in het loopvlak of de zijkanten van de band, van een zodanige omvang dat de koordlagen zichtbaar zijn.
. . . 328
• De band heeft een bult, uitstulping of inkeping. Op het informatieplaatje voor de banden is de juiste bandenmaat voor uw auto vermeld. Om de plaats te bepalen van het bandenplaatje van uw auto, zie "Voertuig beladen" in hoofdstuk 3. We raden u aan alle vier de banden tegelijkertijd te laten vervangen. Wanneer er minder dan vier banden worden vervangen, kan dit invloed hebben op de remprestaties en het weggedrag van uw voertuig. Nieuwe banden moeten altijd van dezelfde maat zijn, hetzelfde laadvermogen hebben en van dezelfde constructie zijn als de op de fabriek gemonteerde banden. Raadpleeg "Winterbanden" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. Gebruik banden die compatibel zijn met het controlesysteem voor de bandenspanning van uw voertuig en de functie 'Extended mobility'.
Als u de verkeerde vervangingsbanden gebruikt, kunt u een incorrecte lage bandendruk waarschuwing krijgen die hoger of lager is dan de daadwerkelijke druk. Zie "Controlesysteem bandenspanning" verderop in dit hoofdstuk voor meer gegevens. Wanneer winterbanden voor uw voertuig worden gebruikt, voorzie dan alle vier wielen van deze banden.
WAARSCHUWING Het gebruik van verschillende bandenmaten en -types kan ertoe leiden dat u de macht over het stuur verliest tijdens het rijden en kan tevens resulteren in schade aan de auto. Gebruik dezelfde bandenmaat en hetzelfde bandentype op alle wielen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 329 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 WAARSCHUWING Indien de auto is voorzien van diagonaalbanden, dan kunnen er in de velgflenzen na vele kilometers rijden scheurtjes ontstaan. Een band en/of wiel kan dan plotseling defect raken, met als gevolg een ongeluk. Gebruik alleen radiaalbanden voor de wielen van uw voertuig.
WAARSCHUWING Rijdt niet sneller dan de maximumsnelheid waarvoor de banden zijn vervaardigd, ongeacht de wettelijk toegestane snelheid. Indien dikwijls en/of gedurende lange perioden zeer snel moet worden gereden dient u contact op te nemen met uw voertuig-/bandendealer betreffende banden van het juiste type voor uw doel en de weersomstandigheden in het gebied waar het voertuig wordt gebruikt.
Sneeuwkettingen of gelijkaardige tractiehulpmiddelen Bij de volgende bandenmaten kunnen er tractiehulpmiddelen worden gemonteerd: • Banden P285 of 285/35ZR19 • Banden P325 of 325/30ZR19 • Banden P335 of 335/25ZR20 Gebruik tractiehulpmiddelen alleen wanneer dit noodzakelijk is. Gebruik uitsluitend 11 mm tractiekabels die voldoen of beter zijn dan de vereisten van de SAE-klasse "S" en die de juiste maat hebben voor uw banden. Monteer ze zo strak mogelijk om de achterbanden, met de uiteinden stevig bevestigd.
OPMERKING Monteer geen tractiehulpmiddelen op de voorbanden. Rijd langzaam en volg de aanwijzingen van de fabrikant van de kabels. Wanneer de kabels hoorbaar in aanraking komen met uw voertuig, stop dan en trek de kabels strakker aan. Rijd langzamer als de kabels nog steeds contact maken, tot u geen geluid meer hoort.
–
–
OPMERKING Wanneer u te snel rijdt met sneeuwkettingen of kabels, kan het voertuig beschadigd raken.
–
–
329 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 330 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Winterbanden Uw vierseizoenenbanden bieden u wellicht niet de tractie of het prestatieniveau dat u wilt op sneeuw of ijs. Als u verwacht regelmatig op wegen met sneeuw en ijs te rijden, kunt u overwegen winterbanden aan te schaffen. Wanneer u winterbanden gebruikt, kan dit een negatieve invloed hebben op het rijgedrag. De tractie op droge wegen kan afnemen, het rijgeluid kan toenemen en de levensduur van de banden kan afnemen. Ga naar uw dealer voor meer informatie over de beschikbaarheid van winterbanden en voor de keuze van de juiste banden. Als u winterbanden gaat gebruiken, moet u altijd hetzelfde formaat, belastingbereik, dezelfde maximum toegestane snelheid en hetzelfde constructietype als de originele banden van de auto gebruiken.
. . . 330
Wanneer winterbanden voor uw voertuig worden gebruikt, voorzie dan alle vier wielen van deze banden. Winterbanden met dezelfde maximaal toegestane snelheid kunnen soms niet leverbaar zijn voor banden met een maximaal toegestane snelheid van H, V, W en ZR. Als u sneeuwbanden met een lagere maximaal toegestane snelheid kiest, mag u nooit de maximaal toegestane snelheid van de band overschrijden. Zie "Band verwisselen" eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
■ WIELEN Uitlijning van de wielen en uitbalancering van banden Als er ongebruikelijke bandenslijtage optreedt of als het voertuig een kant optrekt, moet de uitlijning eventueel opnieuw worden ingesteld. Als het voertuig vibreert wanneer u rijdt op een gladde weg, moeten de wielen eventueel worden uitgebalanceerd.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 331 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Wiel vervangen Vervang een wiel waarvan de velg is vervormd, gescheurd, geroest of gecorrodeerd. Indien wielmoeren telkens opnieuw loslopen, moeten de wielmoeren en -bouten worden vervangen. Gebruik alleen nieuwe originele GM-onderdelen. Raadpleeg uw dealer.
WAARSCHUWING Het gebruik van verkeerde onderdelen kan gevaarlijk zijn. Het kan invloed hebben op de werking van het remsysteem en het rijgedrag van de auto. U kunt de macht over het stuur verliezen en uzelf en anderen in gevaar brengen.
OPMERKING Het verkeerde wiel kan problemen veroorzaken voor de levensduur van de lagers, koeling van de remmen, kalibratie van snelheidsmeter en dagteller, koplampafstelling, bumperhoogte, bodemvrijheid van het voertuig en de vrije ruimte tussen band en carrosserie en chassis.
WAARSCHUWING Een gebruikt wiel op een voertuig doen is gevaarlijk. U weet dan niet hoe het wiel is gebruikt of hoeveel ermee is gereden. Het wiel kan plotseling kapot gaan en een ongeluk veroorzaken.
WAARSCHUWING Roest of vuil op het wiel, of op de onderdelen waartegen het wordt bevestigd, kan na verloop van tijd tot het loslopen van de wielbouten leiden. Hierdoor kan het wiel geheel loskomen en een ongeval veroorzaken. Wanneer u een wiel verwisselt, maak dan de plaatsen schoon waar het wiel met de auto in aanraking komt. In noodgevallen kunt u daarvoor een doek of een stuk papier gebruiken. Zorg er echter voor dat u later, als dat nodig is, met behulp van een schraper of een staalborstel de contactvlakken goed reinigt.
–
–
–
–
WAARSCHUWING Smeer nooit olie of vet op de wielbouten of wielmoeren. Hierdoor zouden de moeren kunnen losraken. Wanneer als gevolg hiervan het wiel van de auto loopt, zou een ernstig ongeval kunnen ontstaan.
331 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 332 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging WAARSCHUWING 1 3 4 5 2
Draai de wielbouten met de wielmoersleutel stevig vast in de hierboven aangegeven volgorde.
Door verkeerde of niet goed vastgedraaide wielmoeren kan het wiel losraken en zelfs van de auto lopen. Dit zou tot een ernstig ongeval kunnen leiden. Overtuig u ervan dat u de juiste wielmoeren gebruikt. Vooral bij een eventuele vervanging is het belangrijk om erop te letten dat u nieuwe wielmoeren van het juiste type krijgt.
OPMERKING Wanneer de wielmoeren niet met het juiste aanhaalmoment zijn vastgezet, kunnen trillingen ontstaan tijdens het remmen en kan de remschijf worden beschadigd. Om kostbare reparaties aan het remsysteem te voorkomen, moeten de wielmoeren gelijkmatig en in de juiste volgorde met het voorgeschreven aanhaalmoment worden vastgezet. Zie "Specificaties en inhouden" verderop in dit hoofdstuk.
. . . 332
Remschijfbeschermer (ZR1-model)
OPMERKING Gebruik altijd remschijfbeschermers wanneer u wielen monteert of verwijdert. Volg de instructies zorgvuldig op om schade aan de remschijven te voorkomen. Zie voor meer informatie "Remschijven" in hoofdstuk 3.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 333 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 ■ DE AUTO OPKRIKKEN WAARSCHUWING Bij opkrikken van een auto kan letsel ontstaan. De auto kan van de krik glijden en zo uzelf of andere mensen verwonden. Om de auto tegen bewegen te blokkeren: • Zoek een vlakke plaats om uw voertuig te omhoog te krikken. • Trek de parkeerrem stevig aan. • Plaats de keuzehendel in de stand P (parkeren) of schakel bij voertuigen met een handgeschakelde transmissie de eerste versnelling 1 of de achteruit R in. • Zet de motor af. • Leg blokken voor en achter de banden die op de grond blijven.
WAARSCHUWING Het is gevaarlijk onder de auto te werken wanneer deze is opgekrikt. U kunt zwaar gewond raken of zelfs omkomen, wanneer de auto van de krik valt. Werk nooit onder een auto die alleen wordt ondersteund door een krik.
WAARSCHUWING Wanneer uw voertuig wordt opgekrikt terwijl de krik niet goed is geplaatst, kan de auto worden beschadigd of kan het voertuig van de krik vallen. Om persoonlijk letsel en beschadiging van de auto te voorkomen moet de krikkop op de juiste plaats zijn aangebracht voordat de auto wordt opgekrikt.
–
–
–
–
333 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 334 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging OPMERKING Schade die is ontstaan doordat de auto niet onder de geëigende krikpunten werd opgekrikt, wordt niet door de garantie gedekt. Om voertuigschade te voorkomen: • Plaats bekleding tussen de krikplaat en de auto. • Controleer of de juiste krikpunten worden gebruikt. • Controleer of de krikplaat van de gebruikte krik breed genoeg is en afsteunt tegen minstens twee dwarsbalkribben D. • Volg eventuele instructies die bij de krik werden meegeleverd. Neem contact op met uw dealer als u nadere informatie wenst.
. . . 334
A
Opkrikken aan de voorzijde De voorste krikpunten kunnen worden bereikt vanaf beide zijden van het voertuig, achter de voorwielen.
Vind de voorste krikpunten . Plaats bekleding tussen de krikplaat en de auto.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 335 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 B
A
–
Controleer of de krikplaat van de gebruikte krik breed genoeg is en afsteunt tegen minstens twee dwarsbalkribben .
Opkrikken aan de achterzijde De achterste krikpunten bevinden zich aan de achterzijde van de auto.
De achterste krikpunten zitten op de achterzijde van uw voertuig. Plaats bekleding tussen de krikplaat en de auto.
–
–
–
335 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 336 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging B
SAMPLE4UX1M072675
B Controleer of de krikplaat van de gebruikte krik breed genoeg is en afsteunt tegen minstens twee dwarsbalkribben .
. . . 336
■ VOERTUIG IDENTIFICATIE NUMMER Dit nummer is het wettelijke identificatienummer voor uw voertuig. Het voertuigidentificatienummer staat vermeld op een plaatje op de voorste hoek van het instrumentenpaneel aan de bestuurderszijde. Het plaatje is van buitenaf zichtbaar via de voorruit van het voertuig.
U kunt dit nummer op een van de volgende locaties vinden: • het chassis en/of subframe aan de rechterzijde van het voertuig. • Identificatieplaatje voor onderdelen • Certificatiesticker Het achtste karakter van het VIN is de motorcode. Deze code heeft u nodig ter identificatie van de motor, voertuigspecificaties en reserveonderdelen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 337 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 ■ IDENTIFICATIEPLAATJE VOOR ONDERDELEN
■ ZEKERINGEN EN STROOMONDERBREKERS
Dit plaatje bevindt zich in het handschoenenkastje. Deze informatie is handig wanneer u onderdelen moet bestellen. Op dit plaatje treft u de volgende informatie aan: • het identificatienummer van de auto (VIN) • de modelaanduiding • informatie over carrosserielak • een lijst met alle fabrieksopties en speciale uitrustingen Verwijder dit informatieplaatje niet uit de auto.
De circuits van de elektrische installatie in uw auto zijn tegen kortsluiting beveiligd door middel van een combinatie van zekeringen, stroomonderbrekers en thermische beveiligingen. De kans op brand door kortsluiting wordt hierdoor belangrijk verminderd. Wanneer u ooit pech onderweg krijgt en u heeft geen reservezekering, kunt u een zekering met dezelfde doorsmeltwaarde lenen van een ander circuit. Neem de zekering van een circuit waar u geen gebruik van behoeft te maken (bijvoorbeeld van de radio of de aansteker) en gebruik deze zekering als de doorsmeltwaarde overeenkomt met die van de doorgesmolten zekering. Vervang de zekering zo spoedig mogelijk.
De zekeringenhouder bevindt zich rechts onder het instrumentenpaneel. Verwijder de vloerbedekking en het paneel door aan de bovenzijde van elke hoek van het paneel te trekken. Trek de afdekking open. Het zekeringenblok onder de motorkap bevindt zich aan de passagierszijde in de motorruimte.
–
–
–
–
337 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 338 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging A 20
U kunt de zekeringen verwijderen met de speciale zekeringtrekker.
. . . 338
Let op de zilverkleurige draad in de zekering. Vervang de zekering indien de draad is gesmolten of gebroken. De nieuwe zekering moet dezelfde doorsmeltwaarde hebben als de oude.
Wanneer uw voertuig een ZR1 is, dan is uw voertuig voorzien van een extra relais en minizekering: • Het interkoelerrelais bevindt zich op de ventilatortunnel. • De minizekering voor het brandstofsysteem bevindt zich bij de accu in het accuvak achter in het voertuig. Neem contact op met uw dealer als u nadere informatie wenst.
OPMERKING Knoei geen vloeistoffen op de elektrische onderdelen van uw voertuig. Hierdoor kan schade aan uw voertuig of de motor ontstaan. Plaats de afdekking van de zekeringenhouder altijd terug om de elektrische onderdelen te beschermen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 339 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 1
SPARE
2
SPARE
3
SPARE
4
SPARE
FUSE PLR
8
TELE SWTCH/ MSM
14
9
IGN SWTCH/INTR SNSR
15
17
ISRVM/HVAC
24
CLSTR/HUD
RDO/S-BAND/VICS
18
CRUISE SWTCH
25
HVAC/PWR SND
REAR FOG/ALDL/ TOP SWTCH
19
TONNEAU RELSE
26
EXH MDL
42 PWR SEATS MSM
41
SWC DM
TRUNK RELSE
29
40
CTSY/LAMP
34
STOP LAMP
30
TONNEAU RELSE
32
REAR/FOG
31
TRUNK RELSE
33
FUEL DR RELSE
PWR/WNDWS TRUNK/FUEL RELSE CB
DRIV DR SWTCH
SDM/AOS SWTCH AIRBAG
DR LCK
28
39
7
12
27
WPR DWELL
ONSTAR
ECM
AUX PWR
23
6
HTD SEAT/ WPR RLY
22
PASS HTD SEAT
GM LAN RUN/CRNK
38
21
13 BTSI SOL/STR WHL LCK 16
37
REVERSE LAMPS
LTR
11
DRVR HTD SEAT
TPA
RUN CRNK
35
5
WPR/WSW
20 BCK/UP LAMP
36
10
Zekeringenhouder in het instrumentenpaneel Nr.
Beveiligde circuits
1 2
Reserve Reserve
Nr.
Beveiligde circuits
3 4 5 6 7 8
Reserve Reserve Servomotor dekkleed omlaag Niet in gebruik Schakelaar bestuurdersportier Telescoopschakelaar; Stoel met geheugen-module Contactschakelaar; Intrusiesensor Achteruitrijlichten Achteruitrijlichten Remlicht Schakelblokkering remmen/transmissie; Structuurvergrendeling Radio; VICS Mistlampen achterzijde; Montageband - diagnosestekker; Schakelaar cabrioletkap GM LAN-apparaten
9 10 11 12 13 14 15
16
339 . . .
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 340 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Zekeringenhouder in het instrumentenpaneel (vervolg) Nr.
Beveiligde circuits
Nr.
Beveiligde circuits
17
Elektrische achteruitkijkspiegel; Verwarming, ventilatie en airconditioningssysteem Instelschakelaar cruise control Ontgrendeling bergruimte achterzijde Startrelais Stoelverwarming; Wisserrelais Elektronische regelmodule Sensor- en diagnosemodule; Passagiersdetectiesysteem; Airbag
24
Instrumentengroep; Head-up display Verwarming, ventilatie en airconditioningssysteem; Stroomsounder Uitlaatmodule (Z06 en ZR1); Reserve (Behalve Z06 en ZR1) Portiersloten Instapverlichting Dimmen stuurwiel Ontgrendeling bergruimte achterzijde
18 19 20 21 22 23
. . . 340
25 26 27 28 29
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 341 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Zekeringenhouder in het instrumentenpaneel (vervolg) Nr.
Beveiligde circuits
Nr.
Beveiligde circuits
30 31 32 33 34 35 36
Ontgrendelen van kofferdeksel Mistlampen achter Ontgrendeling brandstofvulklep Aansteker Verwarmde bestuurdersstoel Wisserhapering Aansluitpunten elektrische accessoires
37 38
Verwarmde passagiersstoel Elektrisch bediende portierramen; Kofferruimte; Ontgrendeling brandstofvulklep Ontgrendelen van kofferdeksel Stoelen met elektrische verstelmogelijkheid; Stoel met geheugenmodule Wis/was-schakelaar voorruit
39 40
41
–
–
–
–
341 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 342 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
2
38
18
46
37
8
11
43
5
40
34
20
16
10
9
6
3
1 49 48
31 30
Zekeringenhouder in motorcompartiment Nr.
Beveiligde circuits
Zekering 1 Transmissieregelmodule; Transmissie 2 Claxon; Dynamorichting
. . . 342
Nr.
Beveiligde circuits
3
ABS-systeem; Real-time geregelde schokdemping Wisser Remlichten; Achteruitrijlichten Lambdasonde Hoofdbatterij 5 Parkeerlichten Relaisingang aandrijflijn; Elektronische gasklepbediening Magneetkleppen handgeschakelde transmissie ABS-systeem Brandstofinjectoren met oneven nummers Elektronische wielophangingsregeling (Optie) Magneetklep benzinedampafvoer; Luchtmassameter Airconditioningcompressor
4 5 6 7 8 9 10 11 12
B+
29
26 25
50
55
35
39
23
24
22
13
15 14
44 12
7
56 51
4
17
47
19
21
36
45
42
41
53
32
27
52
33
28
54
Onderhoud en verzorging
13 14 15
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 343 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Zekeringenhouder in motorcompartiment (vervolg) Nr.
Beveiligde circuits
Nr.
16 17 18 19 20 21 22 23 24 56
Brandstofinjectoren met even nummers Ruitensproeiers Koplampsproeiers Dimlicht - rechts Brandstofpomp Dimlicht - links Mistlamp voor Grootlicht - rechts Grootlicht - links Elektronische regelmodule; Transmissieregelmodule; 'Easy Key'-eenheid
Zekering J-Style 25 Motorventilator 26 Hoofdbatterij 3 27 ABS-systeem 28 Verwarmings- en airconditioningsventilator 29 Hoofdaccu 2 30 Startmotor 31 Audioversterker 32 Interkoelerpomp 33 Hoofdaccu 1
Beveiligde circuits
–
–
–
–
343 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 344 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Zekeringenhouder in motorcompartiment (vervolg) Nr.
Beveiligde circuits
Microrelais 34 Claxon 35 Airconditioningcompressor 36 Ruitensproeiers 37 Parkeerlichten; Mistlampen 38 Mistlamp voor 39 Grootlicht koplamp 46 Koplampsproeiers 55 Brandstofpomp Minirelais 40 Achterruitverwarming 41 Ruitenwisser (hoog/laag) 42 Ruitenwisser (draaien/accessoire) 43 Starten 44 Ontsteking 1 aandrijflijn
. . . 344
Nr.
Beveiligde circuits
45 47 48 49 50 51 52 53 54 Dioden
Ruitenwisser (aan/uit) Dimlicht Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Zekeringtrekker Diode 1 Wisser Diode 2
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 345 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 ■ GLOEILAMPEN VERVANGEN Informeer bij uw dealer voor de werkwijze bij het vervangen van gloeilampen die niet in dit hoofdstuk zijn vermeld. Halogeenlampen
WAARSCHUWING Halogeen gloeilampen bevatten onder druk staand gas en kunnen door een val of krassen barsten. U en anderen kan dan letsel worden toegebracht. Volg de instructies op, die op de verpakking van de gloeilamp staan.
Hoge-ontladingslampen (HID)
WAARSCHUWING
A
B
C
De hoge-ontladingslampen van het dimlicht werken onder een zeer hoge spanning. Probeer de systeemcomponenten niet zelf te repareren. U kunt ernstig gewond raken. Neem contact op met uw dealer voor onderhoud. Uw voertuig kan met hoge-ontladingslampen zijn uitgerust. Als een gloeilamp van een koplamp is vervangen, zult u merken dat de straal iets anders is dan de oorspronkelijke gloeilamp. Dit is normaal.
–
Koplampen Wanneer het dimlichtkoplamp moet worden vervangen, ga dan naar uw dealer of een gekwalificeerde monteur voor onderhoud.
–
–
–
345 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 346 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging
A
Vervang een groot-lichtkoplamp als volgt: 1. Draai het wiel zodat u toegang heeft tot de wielkast. 2. Verwijder de drie buitenste bevestigingen en klap de afdekking van het toegangspaneel terug. 3. Verwijder de buitenste afdekking. 4. Verwijder de gloeilamp door de buitenste lipjes uit de fitting te halen. 5. Vervang de gloeilamp en verricht de demontagehandelingen in omgekeerde volgorde om de onderdelen weer aan te brengen.
. . . 346
B
C
Voorste parkeerlichten/richtingaanwijzers Ga als volgt te werk om een parkeerlicht/richtingsaanwijzer voor te vervangen: 1. Draai het wiel zodat u toegang heeft tot de wielkast. 2. Verwijder de drie buitenste bevestigingen en klap de afdekking van het toegangspaneel terug. 3. Verwijder de buitenste afdekking.
4. Draai de gloeilampfitting tegen de klok in en trek de gloeilamp eruit. 5. Vervang de gloeilamp en verricht de demontagehandelingen in omgekeerde volgorde om de onderdelen weer aan te brengen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 347 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4
Achterlichten, remlichten en richtingaanwijzers achter 1. Verwijder de schroef uit de bovenzijde van de lichteenheid.
2. Kantel de lichteenheid naar buiten. 3. Draai de gloeilampfitting een kwart slag tegen de klok in om deze te verwijderen. 4. Trek de gloeilamp recht naar buiten. 5. Vervang de gloeilamp en verricht de demontagehandelingen in omgekeerde volgorde om de onderdelen weer aan te brengen.
6. Wanneer u de lichteenheid terug plaatst, lijn dan de lipjes op de onderzijde van de lichteenheid uit met de lipjes in het voertuig en schuif deze daarna erin. –
–
–
–
347 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 348 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging ■ GLOEILAMPENTABEL Koplamp .................................................................................................................................................... H9 Parkeerlichten/richtingaanwijzers voor...........................................................................................PY27/7WK Achterlichten, remlichten en richtingaanwijzers achter......................................................................P27/7W Contourverlichting.................................................................................................................................W3W
. . . 348
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 349 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 ■ SPECIFICATIES EN INHOUDEN Specificaties van de onderdelen 6,2 L V8-motor (Code W) Type .......................................................................................................................................6,2 L V8 (LS3) Ontstekingsvolgorde...........................................................................................................1-8-7-2-6-5-4-3 Motorvermogen ............................................................................................... 321 kW @ 5900 omw/min Motorkoppel.................................................................................................... 575 Nm @ 4600 omw/min Compressie verhouding.................................................................................................................. 10,69:1 Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm Luchtfilter/filterelement............................................................................................... 15776148**/A3077C* Motoroliefilter .................................................................................................................. 89017524**/PF48* Luchtfilter in passagiersruimte........................................................................................15848592**/CF139* Bougie.............................................................................................................................1260987**/41-985* Elektrodenafstand...........................................................................................................................1,016 mm * AC Delco®-onderdelennummer ** GM onderdeelnummer
349 . . .
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 350 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Specificaties van de onderdelen (vervolg) 6,2 L V8-motor (Code R) Type .......................................................................................................................................6,2 L V8 (LS9) Ontstekingsvolgorde...........................................................................................................1-8-7-2-6-5-4-3 Motorvermogen......................................................................................476 kW @ 6500 omw/min-1 Motorkoppel ..........................................................................................819 Nm @ 3800 omw/min-1 Compressie verhouding.................................................................................................................... 9,10:1 Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm Luchtfilter/filterelement............................................................................................... 25940997**/A3107C* Motoroliefilter ..............................................................................................................12626224**/UPF48R* Luchtfilter in passagiersruimte........................................................................................15848592**/CF139* Bougie...........................................................................................................................12571165**/41-104* Elektrodenafstand...........................................................................................................................1,016 mm * AC Delco®-onderdelennummer ** GM onderdeelnummer
. . . 350
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 351 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 Specificaties van de onderdelen (vervolg) 7,0 L V8-motor (Code E) Type .......................................................................................................................................7,0 L V8 (LS7) Ontstekingsvolgorde...........................................................................................................1-8-7-2-6-5-4-3 Motorvermogen ............................................................................................... 377 kW @ 6300 omw/min Motorkoppel.................................................................................................... 637 Nm @ 4800 omw/min Compressie verhouding.................................................................................................................... 11,0:1 Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm Luchtfilter/filterelement............................................................................................... 15776148**/A3077C* Motoroliefilter ..............................................................................................................12626224**/UPF48R* Luchtfilter in passagiersruimte..................................................................................................... 15848592** Bougie...........................................................................................................................12571165**/41-104* Elektrodenafstand...........................................................................................................................1,016 mm * AC Delco®-onderdelennummer ** GM onderdeelnummer
–
–
–
–
351 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 352 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging Inhouden* (richtwaarden) Brandstoftank...........................................................................................................................................68 L Koelsysteem ..........................................................................................................................................11,3 L Interkoeler (ZR1-model)...................................................................................................................... 4,8 L Krukkast (met filter vervangen) Motor van 6,2 L (LS3)..........................................................................................................................5,7 L Motor van 6,2 L (LS9)..........................................................................................................................9,9 L Motor van 7,0 L (LS7)..........................................................................................................................9,9 L Transmissie (Carter verwijderen en filter vervangen) Automatische transmissie.....................................................................................................................6,2 L Handgeschakelde versnellingsbak Basismodel .......................................................................................................................................3,5 L Model Z51 .......................................................................................................................................4,0 L Model ZR1........................................................................................................................................4,3 L Model Z06 .......................................................................................................................................4,3 L Airconditioningkoelmiddel (R-134a) ........................................................................................................‡ kg *Alle vloeistofpeilen na het vullen controleren. ‡ Zie voor de hoeveelheid koelvloeistof van het airconditioningssysteem het waarschuwingslabel voor de koelvloeistof onder de motorkap. Ga voor meer informatie naar uw dealer. Zie "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" voor meer informatie.
. . . 352
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 353 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 ■ BRANDSTOFVERBRUIK EN EMISSIEGEGEVENS 6,2 L-motor met automatische transmissie (LS3) (MYC) Brandstofverbruik stadsverkeer ............................................................................................ 20,4 L/100 km Brandstofverbruik snelweg..................................................................................................... 9,2 L/100 km Gemiddeld brandstofverbruik.............................................................................................. 13,4 L/100 km Stedelijke kooldioxide-emissie......................................................................................................484 g/km Niet-stedelijke kooldioxide-emissie ..............................................................................................220 g/km Gemengde kooldioxide ...............................................................................................................317 g/km 6,2 L-motor met handgeschakelde transmissie (LS3) (MZ6) Brandstofverbruik stadsverkeer ............................................................................................ 20,7 L/100 km Brandstofverbruik snelweg..................................................................................................... 9,0 L/100 km Gemiddeld brandstofverbruik.............................................................................................. 13,3 L/100 km Stedelijke kooldioxide-emissie......................................................................................................490 g/km Niet-stedelijke kooldioxide-emissie ..............................................................................................214 g/km Gemengde kooldioxide ...............................................................................................................316 g/km
353 . . .
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 354 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging ■ BRANDSTOFVERBRUIK EN EMISSIEGEGEVENS (VERVOLG) 6,2 L-motor met handgeschakelde transmissie (LS3) (MM6) Brandstofverbruik stadsverkeer ............................................................................................ 19,7 L/100 km Brandstofverbruik snelweg..................................................................................................... 9,2 L/100 km Gemiddeld brandstofverbruik.............................................................................................. 13,1 L/100 km Stedelijke kooldioxide-emissie......................................................................................................468 g/km Niet-stedelijke kooldioxide-emissie ..............................................................................................220 g/km Gemengde kooldioxide ...............................................................................................................312 g/km 6,2 L-motor met handgeschakelde transmissie (LS9) (MH3) Brandstofverbruik stadsverkeer.................................................................................... 21,5 L/l/100 km Brandstofverbruik snelweg ......................................................................................... 11,1 L/l/100 km Gemiddeld brandstofverbruik ..................................................................................... 15,0 L/l/100 km Stedelijke kooldioxide-emissie...............................................................................................508 g/km Niet-stedelijke kooldioxide-emissie ........................................................................................265 g/km Gemengde kooldioxide........................................................................................................355 g/km
. . . 354
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 355 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 4 ■ BRANDSTOFVERBRUIK EN EMISSIEGEGEVENS (VERVOLG) 7,0 L-motor met handgeschakelde transmissie (LS7) (MM6) Brandstofverbruik stadsverkeer ............................................................................................ 22,8 L/100 km Brandstofverbruik snelweg................................................................................................... 10,0 L/100 km Gemiddeld brandstofverbruik.............................................................................................. 14,7 L/100 km Stedelijke kooldioxide-emissie......................................................................................................539 g/km Niet-stedelijke kooldioxide-emissie ..............................................................................................238 g/km Gemengde kooldioxide ...............................................................................................................350 g/km
–
–
–
–
355 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 356 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Onderhoud en verzorging ■ ZORG VOOR DE BUITENKANT WAARSCHUWING Zorg dat de riem van de veiligheidsgordel niet wordt vervuild met poetsmiddel, olie, chemicalieen en vooral accuzuur. U kunt de riem reinigen met een milde zeep en water. De gordel moet worden vervangen als de riem rafelig, vuil of beschadigd is.
. . . 356
General Motors heeft producten voor onderhoud van de buitenkant en zorg voor uw voertuig. Neem contact op met uw dealer als u nadere informatie wenst.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 357 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
–––– – 5 Werk zaa mhe den in noo dgevallen
Hoofdstuk 5 - Werkzaamheden in noodgevallen Starten met een hulpaccu..................................358 Slepen van de auto.............................................362 Oververhitting van de motor ............................362 Lekke band..........................................................368 Als uw voertuig vast komt te zitten ..................369 Het voertuig voor- en achteruit laten rollen.......369 Sleepogen..........................................................370
Wanneer u uw voertuig niet met de afstandsbediening kunt starten ...................... 371 Gegevensverzameling en gegevensrecorders voor gebeurtenissen ........................................ 372
357 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 358 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Werkzaamheden in noodgevallen ■ STARTEN MET EEN HULPACCU Als de accu in het voertuig ontladen is kunnen een ander voertuig en hulpstartkabels worden gebruikt om de motor te starten. Het andere voertuig moet over een 12 V-accu met een negatieve massa beschikken.
OPMERKING Als het andere voertuig niet over een 12 V-accu met een negatieve massa beschikt, kunnen beide voertuigen beschadigd raken.
. . . 358
WAARSCHUWING Accu's bevatten zuur dat brandwonden kan veroorzaken en gas dat kan exploderen. Handel uiterst voorzichtig om ernstig letsel te voorkomen. Zie het hoofdstuk "Gebruik van dit instructieboekje" voor aanwijzingen hoe veilig nabij de accu kan worden gewerkt. Gebruik nabij een accu nooit lucifers of open vuur. Gebruik een zaklantaarn als u moet bijlichten.
WAARSCHUWING Nieuwe GM-auto's zijn altijd voorzien van een onderhoudsvrije accu. Wanneer echter toch een ander type accu met celdoppen gemonteerd is, controleer dan of de cellen voldoende vloeistof bevatten. Vul bij met water als het niveau laag staat, zodat er geen explosieve gassen aanwezig kunnen zijn.
OPMERKING De motor zal niet starten door de auto aan te duwen of te slepen; hierdoor kan de auto zelfs worden beschadigd.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 359 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 5 Verricht de volgende handelingen om uw auto met een hulpaccu te starten:
OPMERKING Als deze aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan ernstige schade aan uw auto tot gevolg hebben. De reparaties worden niet gedekt door uw garantie. 1. Plaats de auto's voldoende dicht bij elkaar om de hulpstartkabels te kunnen aansluiten. De auto's mogen elkaar niet raken.
WAARSCHUWING Voorkom dat de auto's in beweging komen tijdens de handelingen voor het starten met een hulpaccu door de parkeerrem van beide auto's stevig aan te trekken. Kies de stand P (parkeren) bij een voertuig met automatische transmissie en zet een handgeschakelde transmissie in N(neutraal) voordat u de parkeerrem aantrekt.
OPMERKING Een ingeschakelde radio of andere accessoires kunnen ernstig worden beschadigd. De reparaties worden niet gedekt door uw garantie. –
–
–
2. Zet van beide auto's het contact uit. Zet de radio's af en schakel alle lampen uit die niet nodig zijn. Verwijder alle accessoires die eventueel zijn aangesloten op de aansluiting van de aansteker of die voor elektrische accessoires.
–
–
359 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 360 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Werkzaamheden in noodgevallen 3. Open nu de motorkappen en zoek de positieve (+) en de negatieve (-) accupool op.
WAARSCHUWING A
WAARSCHUWING De koelventilator kan zelfs bij stilstaande motor worden ingeschakeld. Neem de nodige zorg in acht nabij een elektrische ventilator in de motorruimte.
WAARSCHUWING Ventilatoren of andere bewegende motoronderdelen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Houdt uw handen uit de buurt van bewegende onderdelen, zodra de motor draait.
. . . 360
B
Uw auto heeft positieve (+) en negatieve (-) externe accuklem. De positieve (+) klem zit onder de afdekking van de zekeringenhouder in de motorruimte. De negatieve (-) klem zit onder de motorafdekking, onder de motorolievuldop. Maak steeds gebruik van de positieve en negatieve accuklemmen op afstand in plaats van de accuklemmen op de accu van de auto.
Controleer dat de hulpstartkabels geen losse of ontbrekende isolatie hebben. Indien deze kabels zijn beschadigd, kunt u een elektrische schok oplopen en worden de auto's mogelijk beschadigd.
OPMERKING Sluit positief (+) niet aan op negatief (-), hierdoor veroorzaakt u kortsluiting die de accu en mogelijk andere delen kan beschadigen. Sluit de negatieve (-) kabel niet aan op de negatieve (-) pool van de ontladen accu, omdat hierdoor vonken kunnen ontstaan.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 361 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 5 4. Sluit de positieve (+) (rode) kabel aan op de positieve (+) pool van de ontladen accu. Gebruik de speciale, op afstand van de accu gemonteerde startaansluiting (+) indien uw auto hiermee is uitgerust. 5. Laat het andere uiteinde niet in aanraking komen met metaal en sluit hem dan aan op de positieve klem (+) van een goed geladen accu. Gebruik de speciale, op afstand van de accu gemonteerde startaansluiting (+) indien uw auto hiermee is uitgerust.
6
5
7
4
6. Neem nu de negatieve (-) (zwarte) kabel. Sluit hem eerst aan op de negatieve (-) pool van de geladen accu. Gebruik de op afstand van de accu aanwezige accuklem (-) indien uw auto hiermee is uitgerust. Laat het andere einde nog niet met metaal in aanraking komen. 7. Bevestig het andere eind van de negatieve kabel op een zwaar metalen onderdeel op de motor van de auto met de ontladen accu of op een externe negatieve (-) accuklem indien de auto hiermee is uitgerust.
De kabel moet op een afstand van tenminste 45 cm van de ontladen accu worden aangesloten, maar niet in de omgeving van bewegende motoronderdelen. Uw voertuig heeft hiervoor een externe negatieve (-) accuklem. Sluit de negatieve (-) kabel niet aan op de negatieve (-) pool van de ontladen accu, omdat hierdoor vonken kunnen ontstaan. 8. Start de motor van de auto met de geladen accu. Laat de motor even draaien. 9. Probeer de motor van het andere voertuig te starten. Als de motor na een aantal startpogingen niet kon worden gestart, kan onderhoud nodig zijn. 10. Verwijder de startkabels in omgekeerde volgorde om kortsluiting te voorkomen.
361 . . .
–
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 362 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Werkzaamheden in noodgevallen OPMERKING Wanneer de startkabels onjuist worden aangesloten of ontkoppeld, kan hierdoor kortsluiting ontstaan waardoor uw voertuig beschadigd kan raken. Zorg om kortsluiting te voorkomen dat de kabels niet met elkaar of andere metalen delen in aanraking komen. De reparaties worden niet gedekt door uw garantie. Opmerking: Het kan zijn dat u de raamindexeringsfunctie voor elk elektrisch bedienbare raam opnieuw moet programmeren. Raadpleeg "Elektrisch bedienbare ramen" in hoofdstuk 1 voor verdere gegevens.
. . . 362
■ SLEPEN VAN DE AUTO OPMERKING Uw auto is niet ontwikkeld om te worden gesleept met de wielen op de grond. Neem contact op met uw dealer of een erkend sleepbedrijf als uw auto gesleept moet worden.
■ OVERVERHITTING VAN DE MOTOR WAARSCHUWING Stoom van een oververhitte motor kan ernstige brandwonden veroorzaken. Blijf bij de motor vandaan wanneer u stoom hoort of ziet ontsnappen.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 363 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 5 WAARSCHUWING Door een oververhitte motor te laten draaien, zelfs gedurende korte tijd, kan brand ontstaan met de mogelijkheid van verwondingen en/of ernstig lichamelijk letsel. Zie onder "Bescherming tegen oververhitting" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. De meter voor de motorkoelvloeistof geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan. Wanneer de naald het gearceerde waarschuwingsgebied van de meter bereikt, wordt de motor te heet!
In het informatiecentrum voor de bestuurder kan een oververhittingsmelding verschijnen. Zie het volgende onder "Informatiecentrum voor de bestuurder" in hoofdstuk 1 voor aanvullende informatie: • COOLANT OVER TEMPERATURE (te hoge koelvloeistoftemperatuur) Indien u ziet of hoort dat er stoom uit de motor komt, moet u onmiddellijk stoppen en de motor afzetten. Open de motorkap niet voordat de motor is afgekoeld.
Als de controlelamp gaat branden zonder dat stoom zichtbaar is: 1. Schakel de airconditioning uit en schakel de verwarmingsinstallatie in op maximale verwarming en maximum aanjagertoerental. 2. Raakt u in een file, plaats dan zodra u stilstaat de keuzehendel in de stand N (neutraal). Wanneer de oververhittingswaarschuwing is verdwenen of de koelvloeistoftemperatuurmeter geen oververhitting aangeeft, kunt u nog 10 minuten met uw voertuig rijden, maar wel bij een lagere snelheid. Als de waarschuwing zich niet opnieuw voordoet, kunt u gewoon verder rijden. Als het bericht niet verdwijnt of wanneer de temperatuurmeter nog steeds een te hoge koelvloeistoftemperatuur aangeeft, zet het voertuig dan onmiddellijk aan de kant van de weg en zet de motor uit.
363 . . .
–
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 364 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Werkzaamheden in noodgevallen Als er nog steeds geen stoom zichtbaar is, laat de motor dan gedurende ca. 3 minuten stationair draaien. Als de controlelamp blijft branden, zet u de motor uit en laat u meteen iedereen uit de auto stappen.
WAARSCHUWING Laat de motor niet lopen indien er lekkage is. Alle koelvloeistof kan naar buiten lekken en motorbrand veroorzaken. U zou brandwonden kunnen oplopen.
WAARSCHUWING De elektrische ventilator kan ook in werking komen wanneer de motor niet loopt. Kom daarom niet te dicht in de buurt van de ventilator. Indien de koelvloeistof in de expansietank heeft gekookt, draai dan de dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof is afgekoeld. De auto moet op een vlakke ondergrond worden geplaatst.
. . . 364
OPMERKING Het koelvloeistofniveau in de expansietank moet tot het FULL COLDmerkteken reiken. Is dat niet het geval dan kan er een lek in het koelsysteem zijn.
WAARSCHUWING Motoronderdelen kunnen zeer heet zijn. Raak deze niet aan.
Wanneer de motor zonder koelvloeistof draait, kan dit ernstige schade aan de motor tot gevolg hebben, die niet onder de garantie valt. Zie onder "Bescherming tegen oververhitting" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 365 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 5 Wanneer koelvloeistof uit de motor of de radiator lekt, moet de oorzaak hiervan onmiddellijk worden verholpen. Indien geen lekkage van koelvloeistof aanwezig is maar de motor oververhit is, dan moet de ventilator lopen. Als dat niet het geval is, dan moet de ventilator worden gerepareerd.
Bescherming tegen oververhitting Als de waarschuwing tegen oververhitting aanhoudt, schakelt de motor over op een programma waarbij de verbranding beurtelings in cilindergroepen plaatsvindt, om zo motorschade te beperken en u in staat te stellen met de auto naar het dichtstbijzijnde servicecentrum te rijden. U zult wel een aanzienlijk verlies in motorprestaties opmerken. De maximum afstand die onder deze omstandigheden mag worden afgelegd bedraagt 80 km.
OPMERKING Nadat u met deze functie heeft gereden, moet u de motor laten afkoelen alvorens reparaties uit te voeren. Repareer dan de oorzaak van het koelvloeistofverlies, ververs de olie.
KOELVLOEISTOF CONTROLEREN EN BIJVULLEN
WAARSCHUWING Stoom en hete vloeistof kunnen uit een heet koelsysteem naar buiten spuiten en ernstige brandwonden veroorzaken. Draai de dop niet los wanneer de motor en het koelsysteem heet zijn.
–
–
WAARSCHUWING Het kan gevaar opleveren indien alleen water of andere vloeistof dan de aanbevolen koelvloeistof wordt toegevoegd. De motor kan oververhit raken, maar de waarschuwingslamp gaat niet branden. De motor kan in brand vliegen en u of anderen verwonden.
–
–
–
365 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 366 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Werkzaamheden in noodgevallen OPMERKING
OPMERKING
Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel is, kan de vloeistof bevriezen en de motor en andere auto-onderdelen laten barsten.
Vervang het correcte koelvloeistofmengsel niet door andere typen vloeistoffen. Wanneer u dit wel doet, kan voortijdige corrosie ontstaan en de koelvloeistof moet dan vaker worden ververst. Schade veroorzaakt doordat niet de aanbevolen koelvloeistof is gebruikt, wordt niet gedekt door de garantie.
WAARSCHUWING Vervang het correcte koelvloeistofmengsel niet door andere typen vloeistoffen. De motor kan in brand vliegen en u of anderen verwonden. Mors geen koelvloeistof op hete motoronderdelen.
. . . 366
Het controleren van het koelvloeistofpeil kan plaatsvinden op de doorzichtige expansietank zonder de dop te verwijderen.
Als koelvloeistof zichtbaar is in het expansietank: Als koelvloeistof zichtbaar is in het reservoir, maar het niveau reikt niet tot de markering FULL COLD, wacht dan tot die motor is afgekoeld, en voeg vervolgens een 50/50-mengsel toe van schoon water en DEX-COOL® aan de expansietank. Zie onder "Koelvloeistof" in het hoofdstuk "Onderhoud en verzorging".
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 367 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 5 Als er geen koelvloeistof zichtbaar is in de expansietank: Voeg een 50/50 mengsel van schoon water en DEX-COOL®-koelvloeistof toe aan de expansietank. Zie onder "Koelvloeistof" in het hoofdstuk "Onderhoud en verzorging". Vul koelvloeistof op de volgende manier bij: 1. Als het koelvloeistofreservoir of de dop niet te heet is, draai de dop dan langzaam een 1/4 slag naar links en stop. Als u een sissend geluid hoort, wacht dan tot het sissen stopt. Verwijder vervolgens de dop door deze helemaal naar links te draaien. 2. Vul het reservoir met het juiste mengsel van koelvloeistof en schoon water tot de markering FULL COLD.
3. Wanneer de dop met het drukventiel is verwijderd, start dan de motor en laat deze draaien tot de bovenste radiatorslang heet aanvoelt (let op de motorkoelventilator). 4. Als het niveau in de expansietank gedaald is, voegt u meer koelvloeistofmengsel toe om het niveau tot de juiste markering te brengen. 5. Breng de dop weer aan. Zet de dop stevig vast.
–
–
–
–
–
367 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 368 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Werkzaamheden in noodgevallen OPMERKING De expansietankdop is een dop met een drukventiel en moet stevig worden vastgedraaid om verlies van koelvloeistof en mogelijke motorschade door oververhitting te voorkomen. Controleer dat de dop handvast is aangedraaid en volledig aansluit. Wanneer de motor en het koelsysteem afgekoeld zijn, controleer dan het koelvloeistofpeil opnieuw. Wanneer de koelvloeistof niet op het juiste niveau staat, herhaal dan stappen 1 tot en met 5. Wanneer de koelvloeistof niet op het juiste niveau staat wanneer het systeem is afgekoeld, breng het voertuig dan naar de garage voor een onderhoudsbeurt.
. . . 368
■ LEKKE BAND De banden van uw voertuig zijn van het type "run-flat". Deze banden zijn speciaal ontwikkeld om zonder lucht te rijden, zodat u een lekke band niet meteen hoeft te verwisselen. U kunt gewoon doorrijden. Hoe korter de afstand en hoe langzamer u rijdt, hoe groter de kans dat de band niet hoeft te worden vervangen. Run-flat banden rijden zo goed zonder lucht, dat het controlesysteem voor de bandenspanning moet worden gebruikt om u erop te attenderen dat een band spanning heeft verloren. Zie "Run-flat banden" en "Controlesysteem bandenspanning" onder "Banden" in hoofdstuk 4.
U hoeft niet de stoppen aan de kant van de weg om een lekke band te verwisselen. In uw voertuig bevindt zich geen reservewiel of krik.
WAARSCHUWING Om verwondingen en beschadiging van de auto te voorkomen, moeten voor het verwisselen van een run-flat band speciale gereedschappen worden gebruikt en procedures worden toegepast. Laat deze werkzaamheden over aan uw dealer of een gekwalificeerde monteur.
OPMERKING Gebruik in uw banden geen vloeibare afdichtingsmiddelen. Het gebruik van vloeibare afdichtingmiddelen kan de controlesensors voor de bandenspanning beschadigen. De reparaties worden niet gedekt door uw garantie.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 369 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 5 ■ ALS UW VOERTUIG VAST KOMT TE ZITTEN Als uw voertuig vast komt te zitten in zand, modder, ijs of sneeuw moet u de wielen laten doorslippen. U moet de wielen echter niet te snel laten doorslippen. Het tractieregelsysteem kan vaak helpen een vastgelopen voertuig los te krijgen. Zie "Tractieregelsysteem" in hoofdstuk 1. Het kan echter mogelijk zijn dat u het voertuig heen en weer moet laten rollen om het los te krijgen. Zie "Het voertuig voor- en achteruit laten rollen" verderop in dit hoofdstuk.
WAARSCHUWING Als u uw wielen met een te hoge snelheid laat doorslippen, kunnen ze exploderen. U kunt zo uzelf of anderen letsel toebrengen. Daarnaast kunnen ook de transmissie of andere onderdelen van het voertuig oververhit raken en motorbrand of andere schade veroorzaken. Als het voertuig vast komt te zitten, moet u de wielen zo min mogelijk laten doorslippen. Laat de wielen niet doorslippen met snelheden van meer dan 55 km/ u, zoals op de snelheidsmeter wordt aangegeven. Voor informatie over het gebruik van sneeuwkettingen, zie "Sneeuwkettingen" onder "Banden" in hoofdstuk 4.
Het voertuig voor- en achteruit laten rollen Uw voertuig los krijgen als deze vast zit: 1. Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om het gebied rond de voorwielen vrij te maken. 2. Druk de toets voor de tractieregeling in om het systeem uit te schakelen. 3. Schakel de versnellingshendel heen en weer tussen R (achteruit) en een voorwaartse versnelling (eerste of tweede versnelling bij handgeschakelde versnellingsbakken), waarbij de wielen zo min mogelijk moeten doorslippen. Wacht totdat de wielen stoppen met draaien voordat u schakelt. Laat het gaspedaal los terwijl u schakelt en drukt het iets in wanneer u hebt geschakeld.
369 . . .
–
–
–
–
–
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 370 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Werkzaamheden in noodgevallen Door de heen-en-weer-beweging komt het voertuig wellicht vrij. Als dit niet lukt, moet u het voertuig los laten trekken.
. . . 370
Sleepogen Uw voertuig kan zijn uitgerust met een sleepoog. U kunt deze gebruiken wanneer de auto vastzit in zand, modder of sneeuw enz. Trek de auto altijd rechtuit. Trek nooit in zijwaartse richting aan de sleepogen. Wanneer u het sleepoog wilt gebruiken, moet u de oogbout monteren.
Sleepoog voor (waar van toepassing) 1. Verwijder de oogbout uit het opbergvak linksachter. Trek het deksel omhoog om toegang te krijgen tot een opbergvak met deksel. 2. Steek de oogbout door de voorgrille. Zoek de opening achter de grille, aan de rechterzijde van het voertuig. 3. Draai de oogbout met de klok mee om deze stevig vast te draaien.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 371 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 5 Sleepoog achter (waar van toepassing) 1. Verwijder de oogbout uit het opbergvak linksachter. Trek het deksel omhoog om toegang te krijgen tot een opbergvak met deksel. 2. Steek de oogbout aan de onderkant naar binnen aan de achterzijde van het voertuig. Zoek de opening tussen de dempers, bij het midden. 3. Draai de oogbout met de klok mee om deze stevig vast te draaien.
■ WANNEER U UW VOERTUIG NIET MET DE AFSTANDSBEDIENING KUNT STARTEN
Raadpleeg wanneer dit gebeurt "Afstandsbediening niet gedetecteerd" onder "Startproblemen" verderop in dit hoofdstuk.
Wanneer uw voertuig zeer dicht bij een radio-/televisiemast staat, kan het voertuig de afstandsbediening niet waarnemen en kunt u de motor niet starten. Wanneer u het voertuig probeert te starten, kan er op het informatiecentrum voor de bestuurder NO FOBS DETECTED (geen fobs waargenomen) worden weergegeven.
–
–
–
–
–
371 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 372 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Werkzaamheden in noodgevallen ■ GEGEVENSVERZAMELING EN GEGEVENSRECORDERS VOOR GEBEURTENISSEN Uw voertuig is voorzien van computermodules die de voertuigsystemen en prestaties volgen en regelen. Deze modules kunnen deze informatie voor later gebruik opslaan. De opgeslagen informatie kan worden gebruikt bij de diagnose en reparatie van storingen. De informatie kan ook worden gebruikt om de rijveiligheidheid en prestaties bij aanrijdingen te verbeteren.
. . . 372
Sommige modules kunnen ook gegevens opslaan over hoe u met het voertuig omgaat, zoals het brandstofverbruik of de gemiddelde rijsnelheid. Deze modules kunnen ook persoonlijke voorkeuren van de eigenaar opslaan, zoals voorkeurinstellingen voor de radio, zitposities en temperatuurinstellingen. De gegevensrecorders voor gebeurtenissen in uw voertuig zijn bedoeld om gegevens over de voertuigdynamica en veiligheidssystemen op te slaan. Tijdens een aanrijding kan uw voertuig informatie opslaan over de toestand van het voertuig, hoe het voertuig werd gebruikt en wat de verschillende veiligheidssystemen deden.
Gegevens worden alleen opgeslagen wanneer er zich een ernstige aanrijding voordoet. In de meeste gevallen wordt er slechts 30 seconden informatie opgeslagen. Er is speciale apparatuur nodig om deze gegevens op te halen. Ordehandhavingsinstanties of anderen kunnen apparatuur hebben waarmee deze informatie kan worden opgevraagd wanneer zij toegang hebben tot het voertuig of het apparaat waarmee deze gegevens worden opgeslagen. Er worden geen persoonlijke gegevens opgeslagen door de gegevensrecorders voor gebeurtenissen, maar ordehandhavingsinstanties of anderen kunnen de gegevens opgeslagen in uw voertuig combineren met persoonlijk informatie die altijd bij een aanrijding wordt verzameld.
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 373 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Hoofdstuk 5 GM kan alleen toegang tot deze informatie krijgen met toestemming van de eigenaar of huurder van het voertuig, in reactie op een officieel verzoek van de politie of andere autoriteiten, als onderdeel van de verdediging tijdens een proces of wanneer vereist door de wet. De gegevens die GM verzamelt of ontvangt kunnen ook worden gebruikt voor onderzoek door GM of kunnen aan anderen beschikbaar worden gesteld voor onderzoek, wanneer is aangetoond dat dit nodig is en de gegevens niet aan een specifiek voertuig of een specifieke eigenaar kunnen worden gekoppeld.
Bij voertuigen met navigatiesysteem kan daarnaast de volgende informatie worden opgeslagen: • Adressen • Bestemmingen • Telefoonnummers • Andere reisinformatie Raadpleeg de afzonderlijke handleiding voor het navigatiesysteem voor instructies voor het verwijderen van de opgeslagen informatie.
Sommige voertuigen gebruiken identificatietechnologie via radiofrequenties voor functies zoals het controlesysteem voor de bandenspanning en afstandsbedieningssystemen. Bij deze technologie wordt geen persoonlijke informatie gebruikt of opgeslagen of een koppeling naar andere systemen met dit soort informatie gemaakt.
–
–
–
–
–
373 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 374 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 375 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index A Aanhanger - rijden met een aanhanger .................280 Aanpassingen .........................................................283 Aansluiting elektrische accessoires ..................... 24, 90 Aansteker .................................................24, 200, 267 ABS .........................................................................275 ABS - waarschuwingslamp .......................................31 Accessoires .............................................................283 Accessoires - accessoirevoeding .................... 200, 257 Accu .............................................................. 291, 313 Accu - afzonderlijke positieve accuklem ........ 292, 293 Accu - bescherming tegen leeglopen accu ............201 Accu - bescherming tegen ontlading van accu ........98 Accu - starten met hulpaccu ..................................358 Accuklemmen - positieve externe accuklem . 292, 293 Achter - achterste bergruimte ................................186 Achter - laadruimte ...............................182, 193, 194 Achterklep achterklep op afstand ontgrendelen ............. 83, 182 Achterruit - verwarming .........................................106 Achterste deel van de bagageruimte bagageafscheiding ..............................186, 193, 194 Actief weggedragsysteem ........................................87 Afdekhoes - bagageafdekhoes ................................185 Afstandsbediening akkoordcode voor zenderfrequenties ..................255 Afstandsbediening automatisch uitstapinstellingen oproepen .............50
Afstandsbediening - batterij vervangen ..................253 Afstandsbediening bereik van de afstandsbediening .........................252 Afstandsbediening - herinnering fob ........................53 Afstandsbediening - sleutelloos toegangssysteem ..248 Afstellen van head-up display ...................................80 Airbag ....................................................................217 Airbag - aan/uit-indicator ........................37, 174, 229 Airbag - passagiersdetectiesysteem ........................222 Airbag - waarschuwingslamp .......................... 36, 222 Airbags - passagiersdetectiesysteem .......................222 Airbagsysteem - aan/uit-indicator van .....37, 174, 229 Airbagsysteem - passagiersdetectiesysteem ...........222 Airconditioning - airconditioning met temperatuurregeling ....................................... 24, 99 Airconditioning - automatisch klimaatregelsysteem met twee zones .....................................................99 Airconditioning - koelmiddel ..................................352 Airconditioningsstand ............................................103 Antenna - diversiteit antennesysteem .....................159 Antidiefstal - indringingssensor ..............................245 Anti-diefstalsysteem - anti-diefstalsysteem ..............242 Anti-diefstalsysteem - immobilisatiesysteem ...........246 Armsteun - middenconsole ....................................198 As - achteras met sperdifferentieel ..........................270 As - maximaal toegestane voor- en ........................280 As - smeermiddel achteras .....................................308 Asbak .......................................................24, 200, 267
375 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 376 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index A (vervolg) Audio ......................................................................159 Audio - afspeellijstmodus .............................. 123, 147 Audio - beveiliging tegen diefstal ...........................157 Audio - CD-speler ...................................................141 Audio - diversiteit Antennesysteem ........................159 Audio - draagbaar muziekapparaat ........................155 Audio eigenschappen en bediening van het RDS . 116, 137 Audio - radiotoetsen ...................................... 111, 131 Audio - radiotoetsen op het stuurwiel ............. 24, 158 Audio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler (geschikt voor MP3) ............................................110 Audio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler voor 6 cd's (geschikt voor MP3) ..........................130 Audio - zorg voor uw cd's ......................................157 Audio - Zorg voor uw cd-speler .............................157 Auto - heen en weer rollen .....................................369
B Bagage - achterste bergruimte ...............................186 Bagage - achterste laadruimte ...............182, 193, 194 Bagage - bagageafdekhoes ....................................185 Bagage - Bagageafscheider ...................186, 193, 194 Bagage - bagagenet ...............................................184 Bagage - identificatieplaatje ...................................280 Bagage - informatieplaatje voor banden ................279
. . . 376
Bagage - maximaal toegestane voor- en ................280 Bagage - voertuig beladen .............................. 14, 278 Bagageruimte - ontgrendelen bagageruimte ...........24 Banden ...................................................................320 Banden - banden vervangen ..................................327 Banden - controlesysteem bandenspanning ..........325 Banden - de auto opkrikken ...................................333 Banden - hogere snelheden ...................................324 Banden - informatieplaatje voor banden ................279 Banden inspecteren en verwisselen van de banden ..........327 Banden - lampje lage bandenspanning ...................38 Banden - lekke banden ...........................................368 Banden - op spanning brengen .............................322 Banden - opbergen van het wiel ......................... 5, 18 Banden - reservewiel ........................................... 5, 18 Banden - run-flat banden .......................................321 Banden - sneeuwkettingen of gelijkaardige tractiehulpmiddelen .............................................329 Banden - wiel met lekke band vervangen ................................ 5, 18, 349, 350, 351 Banden - wieluitlijning en uitbalancering van de wielen .......................................................330 Banden - winterbanden .........................................330 Bediening - regeling handmatige versnellingsmodus automatische transmissie .......................................24
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 377 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index B (vervolg) Bedieningsorganen - bedieningsorganen op dashboard en middenconsole ...............................24 Bedieningsorganen - bedieningsorganen op stuurwiel/stuurkolom ...........................................160 Bedieningsorganen head-up display ........................24 Bekerhouders .................................................. 24, 199 Beladen - identificatieplaatje ..................................280 Beladen - maximaal toegestane voor- en ...............280 Beladen - voertuig beladen ............................. 14, 278 Belading - informatieplaatje voor banden ..............279 Benzine - brandstof tanken ....................................287 Bergruimte - achterste bergruimte .........................186 Bergruimte - bagageafdekhoes ..............................185 Bergruimte - handschoenenkastje ................... 24, 199 Bergvak ..................................................................267 Bergvakken .............................................................198 Bergvakken - bagagenet ........................................184 Bergvakken - bekerhouders ............................. 24, 199 Bergvakken - handschoenenkastje .................. 24, 199 Bergvakken - laadruimte achterin ..........182, 193, 194 Beveiliging - anti-diefstalsysteem ............................242 Beveiliging - immobilisatiesysteem .........................246 Boostmeter ...............................................................29 Bougies .................................................349, 350, 351 Brandstof ................................................................284
Brandstof - brandstofinformatietoets .......................41 Brandstof - brandstofmeter ......................................27 Brandstof - brandstoftank .......................................352 Brandstof brandstofverbruik en emissiegegevens ....... 286, 353 Brandstof - ontgrendeling brandstofvulklep .............24 Brandstof ontgrendeling klep brandstofvulopening ..... 83, 286 Brandstof - tanken ..................................................287
C Cabriolet - elektrisch bedienbaar cabrioletdak .......192 Cd - afspeellijstmodus ................................... 123, 147 CD - CD-speler .......................................................141 Cd - zorg voor uw cd's ...........................................157 Cd - Zorg voor uw cd-speler ..................................157 CD-speler ...............................................................121 Cd-speler cd's met MP3-bestanden afspelen .............. 125, 150 Centrale vergrendeling - akkoordcode voor zenderfrequenties ................................................255 Centrale vergrendeling met afstandsbediening akkoordcode voor zenderfrequenties ...................255 Claxon ....................................................................161 Console - middenconsole .......................................198 Controlampen controlelamp actief weggedragsysteem ................35
377 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 378 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index C (vervolg) Controlelamp - controlelamp ABS ...........................31 Controlelamp - controlelamp airbag ............... 36, 222 Controlelamp - controlelamp alarmsysteem ............37 Controlelamp - controlelamp mistlampen ...............37 Controlelamp - controlelamp mistlampen achter ....38 Controlelamp - controlelamp voor voertuigstoring .32 Controlelamp - storingslamp werking tractiesysteem 34 Controlelamp - waarschuwingslamp remsysteem ...30 Controlelamp - waarschuwingslamp voor niet dragen veiligheidsgordel .............................. 36, 215 Controlelamp - waarschuwingssignaal ingeschakelde verlichting .......................................38 Controlelamp actief weggedragsysteem ..................35 Controlelamp alarmsysteem ....................................37 Controlelamp remsysteem .......................................30 Controlelamp voor voertuigstoring ..........................32 Cruise control .........................................................164
D Dak - hoofdruimte en dak ......................................187 Dak - monteren ......................................................190 Dak - opbergen ......................................................187 Dak - verwijderen ...................................................187 Dakconsole - hoofdruimte en dak ..........................187 Dashboard - instrumentengroep ....................... 24, 26 Display - afstellen van head-up display .....................80
. . . 378
Display - bedieningsorganen head-up display .........24 Display - informatiecentrum voor de bestuurder .....24 Display - weergaveselectie van head-up display .......77
E Eenheden - Engelse/metrische eenheden ................49 Eigenschappen - bijzondere eigenschappen ............47 Elektriciteit - accessoirevoeding ..................... 200, 257 Elektriciteit - zekeringen en stroomonderbrekers ....337 Elektriciteit zekeringenhouder in het instrumentenpaneel .....339 Elektriciteit - zekeringenhouder in motorcompartiment .................. 291, 292, 293, 342 Elektriciteit - zekeringenpaneel .................................24 Elektrisch bedienbaar cabrioletdak .........................192 Elektrische aansluiting - elektrische accessoires . 24, 90 Emissies brandstofverbruik en emissiegegevens ....... 286, 353 Engelse eenheden ....................................................49
F Filter - luchtfilter voor luchttoevoer interieur ............ 107, 291, 292, 317, 349, 350, 351 Filter - luchtfilter/filterelement ...............291, 292, 293 Filter - luchtfilters/filterelementen ..........................314 Filter - motorolie ....................................349, 350, 351 Frequentie - akkoordcode voor zenderfrequenties ..255
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 379 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index G Gegevensrecorders voor gebeurtenissen ................372 Gegevensverzameling ............................................372 Geheugen - automatische geheugenoproep ...........50 Geheugen - geheugen ...........................................201 Geluidsinstallatie .....................................24, 108, 159 Geluidsinstallatie - afspeellijstmodus ............. 123, 147 Geluidsinstallatie - anti-diefstalsysteem ..................157 Geluidsinstallatie - bedieningsorganen op het stuurwiel ................................................. 24, 158 Geluidsinstallatie - CD-speler ..................................141 Geluidsinstallatie - eigenschappen en bediening van het RDS ................................................ 116, 137 Geluidsinstallatie - radiotoetsen ..................... 111, 131 Geluidsinstallatie - RDS-geluidsinstallatie met cdspeler (geschikt voor MP3) ..................................110 Geluidsinstallatie - RDS-geluidsinstallatie met cdspeler voor 6 cd's (geschikt voor MP3) ................130 Geluidsinstallatie - Zorg voor uw cd's .....................157 Geluidsinstallatie - Zorg voor uw cd-speler ............157 Geluidssysteem - diversiteit antennesysteem .........159 Gewicht - maximaal toegestane voor- en ..............280 Gloeilampen - specificaties reservegloeilampen .....348 Gloeilampen - vervangen .......................................345 Grootlicht - controlelamp .........................................26
H Handmatige versnellingsmodus automatische transmissie .....................................263 Handschoenenkastje ....................................... 24, 199 Head-up display .......................................................76 Hendel - schakelhendel ............................................24 Hendel - stuurkolomschakelaar ....................... 24, 163 Hercirculatie ...........................................................103 Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ...........369
I Identificatie - Voertuig Identificatie Nummer .........336 Immobilisatie - immobilisatiesysteem .....................246 In- en uitstapverlichting ...........................................98 Indicator - aan/uit-indicator ....................37, 174, 229 Indicator - grootlicht ................................................26 Indicator - richtingaanwijzers ...................................26 Informatiecentrum voor de bestuurder ....................39 Informatiecentrum voor de bestuurder brandstofinformatietoets .......................................41 Informatiecentrum voor de bestuurder daginformatietoets ................................................44 Informatiecentrum voor de bestuurder - display ......24 Informatiecentrum voor de bestuurder knop meterinformatie ............................................42 Informatiecentrum voor de bestuurder mededelingen ........................................................57
379 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 380 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index I (vervolg) Informatiecentrum voor de bestuurder naam aanpassen ...................................................56 Informatiecentrum voor de bestuurder - resettoets .47 Informatiecentrum voor de bestuurder toetsen ............................................................ 24, 40 Inhouden ...................................................... 349, 352 Inrijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen ..........240 Instrumenten - instrumenten op dashboard en middenconsole .................................................24 Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard en middenconsole .................................................24 Instrumentengroep ........................................... 24, 26 Instrumentenpaneel - bediening lichtdimmer ..........24 Instrumentenpaneel regelbare instrumentenverlichting .........................95 Inzittendenbeveiliging aan/uit-indicator ...................................37, 174, 229 Inzittendenbeveiliging - airbag ...............................217 Inzittendenbeveiliging - airbags .............................216 Inzittendenbeveiliging - bovenriem kinderzitjes .....237 Inzittendenbeveiliging gebruik van veiligheidsgordel ..............................215 Inzittendenbeveiliging gordelspanners voor veiligheidsgordels ...............216 Inzittendenbeveiliging - heup-/schoudergordel .....211 Inzittendenbeveiliging - kinderzitjes .......................230
. . . 380
Inzittendenbeveiliging - veiligheidsgordels ....... 6, 209 Inzittendenbeveiliging veiligheidsgordels vervangen ...............................214 Inzittendenbeveiliging verlenger voor veiligheidsgordel ..........................213 Inzittendenbeveiliging - waarschuwingslamp . 36, 215
K Kettingen - sneeuwkettingen of gelijkaardige tractiehulpmiddelen .............................................329 Kilometerteller ..........................................................27 Kinderen - bovenriem kinderzitjes ..........................237 Kinderen - kinderzitjes ............................................230 Kinderen - oudere kinderen ....................................235 Kinderen - verankeringspunten voor kinderzitjes ...237 Kinderzitjes - oudere kinderen ................................235 Kinderzitjes - verankeringspunten voor kinderzitjes 237 Kleppen - zonnekleppen ........................................187 Klimaatregeling - regelaar voor ventilatorsnelheid .101 Klimaatregeling - stand uit .....................................104 Klimaatregeling - tips bij het gebruik .....................106 Klimaatregeling- airconditioningsstand ..................103 Klimaatregelsysteem ......................................... 24, 99 Klimaatregelsysteem met twee zones automatisch ...........................................................99 Klok .................................................24, 108, 110, 130 Koelmiddel .............................................................352 Koelvloeistof ...........................................................303 Koelvloeistof - expansietank ... 17, 291, 292, 293, 352
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 381 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index K (vervolg) Koelvloeistof koelvloeistof controleren en bijvullen ...................365 Koelvloeistof - temperatuurmeter .............................26 Kofferruimte - ontgrendelingshendel kofferruimte .184 Kofferruimte - ontsluiten kofferdekselslot ........ 83, 182 Kompas ..................................................................174 Kompas - afwijking .................................................175 Kompas - automatische dag-/nachtspiegel met kompasdisplay ..............................................173 Kompas - bediening ...............................................174 Kompas - kalibratie .................................................175 Kooldioxide brandstofverbruik en emissiegegevens ....... 286, 353 Koplampen door wissers ingeschakeld koplampen .......... 95, 170 Koplampen - grootlicht-/dimlichtschakelaar ..........164 Koplampen - grootlichtcontrolelamp .......................26 Koplampen - knipperen met grootlicht ....................96 Koplampen - schemeringsvertraging .......................51 Koplampen - sproeier .............................................171 Koppel - motorkoppel ...........................349, 350, 351 Koppeling reservoir voor de koppelingsvloeistof ..291, 292, 293 Koppeling - vloeistof ..............................................308 Krikken .................................................................5, 18 Krikken - de auto opkrikken ....................................333
L Lampen - bescherming tegen leeglopen accu .........98 Lampje - lampje lage bandenspanning ....................38 Lendensteun - elektrisch bediende lendensteun ....208 Lucht - luchtfilter/luchtfilterelement ......291, 292, 293 Lucht - luchtfilters/luchtfilterelementen .................314 Luchtfilter in passagiersruimte ........ 107, 291, 292, 317, 349-351 Luchtfilter/filterelement .........................349, 350, 351 Luchtroosters ................................................... 24, 105
M
Make-upspiegels ........................................... 176, 187 Matten - vloermatten .............................................203 Meldingen informatiecentrum voor de bestuurder ..................57 Meter - brandstofmeter ............................................27 Meter - oliedrukmeter ..............................................29 Meter - temperatuurmeter .......................................26 Metrische eenheden .................................................49 Mist - controlelamp mistlampen ..............................37 Mist - controlelamp mistlampen achter ...................38 Mist - mistachterlichten ............................................97 Mist - mistlampen ....................................................96 Mist - mistlampen voor ............................................96 Mistachterlichten .....................................................97 Mistlampen ..............................................................96
381 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 382 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index M (vervolg) Mistlampen voor ......................................................96 Motor - begrenzer motortoerental .........................277 Motor - bescherming tegen oververhitting ............365 Motor - expansietank ...................................... 17, 352 Motor - expansietank koelvloeistof ........291, 292, 293 Motor - koelvloeistof ..............................................303 Motor - koelvloeistof controleren en bijvullen ........365 Motor - luchtfilter/filterelement ............349, 350, 351 Motor - motorkoppel ............................349, 350, 351 Motor - motorolie ......................................... 294, 352 Motor - motoroliefilter ..........................349, 350, 351 Motor - motorruimte ...................................... 17, 291 Motor - motorvermogen ......................349, 350, 351 Motor - oliepeilstaaf ..............................291, 292, 293 Motor - olievuldop ................................291, 292, 293 Motor - oververhitting ...................................... 5, 362 Motor - slaat niet aan .............................................259 Motor - starten .......................................................258 Motor - startproblemen ................................ 259, 371 Motor - temperatuurmeter ......................................26 Motor - verzopen ...................................................260 Motorkap - ontgrendeling .............................. 83, 290 MP3 - cd's met MP3-bestanden afspelen ...... 125, 150
. . . 382
N Naam aanpassen ......................................................56 Navigatie - navigatiesysteem ..................................159 Net - bagagenet .....................................................184
O Ogen - sleepogen ...................................................370 Olie - motorolie ............................................. 294, 352 Olie - motoroliefilter ..............................349, 350, 351 Olie - oliedrukmeter .................................................29 Olie - oliepeilstaaf motorolie ..................291, 292, 293 Olie - olievuldop ....................................291, 292, 293 Onderdelen - identificatieplaatje voor onderdelen .337 Onderdelen - specificaties van onderdelen ............349 Onderhoud aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .........318 Onderhoud - accu ......................................... 291, 313 Onderhoud - automatische transmissievloeistof .....307 Onderhoud expansietank koelvloeistof ... 17, 291, 292, 293, 352 Onderhoud - hydraulische koppelingsvloeistof ......308 Onderhoud - koelvloeistof ......................................303 Onderhoud koelvloeistof controleren en bijvullen ...................365 Onderhoud luchtfilter/filterelement .......291, 292, 293, 349-351 Onderhoud - luchtfilters/filterelementen ...............314
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 383 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index O (vervolg)
Onderhoud - motorolie ................................. 294, 352 Onderhoud - motoroliefilter ..................349, 350, 351 Onderhoud - oliepeilstaaf motorolie .....291, 292, 293 Onderhoud - olievuldop motorolie .......291, 292, 293 Onderhoud - onderhoudsrichtlijnen ......................282 Onderhoud - remvloeistof ......................................311 Onderhoud - remvloeistofreservoir .......291, 292, 293 Onderhoud reservoir ruitensproeiervloeistof ..........291, 292, 293 Onderhoud reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof .291, 292, 293 Onderhoud - ruitensproeiervloeistof ......................313 Onderhoud - smeermiddel achteras ......................308 Onderhoud - smeermiddel achterste spoorstang ...309 Onderhoud - stuurbekrachtigingsvloeistof .............310 Onderhoud vloeistof voor handgeschakelde transmissie .........307 Ontdooien ..............................................................104 Ontgrendeling - ontgrendelen bagageruimte .........24 Ontsteking - contactslot ...........................................24 Ontsteking - sleuteloze ontsteking .........................255 Op spanning brengen - banden ............................322 Op spanning brengen - bandenspanning voor hogere snelheden ................................................324 Op spanning brengen controlesysteem bandenspanning ......................325
Op spanning brengen informatieplaatje voor banden ............................279 Op spanning brengen lampje lage bandenspanning ................................38 Opbergruimte - bagageafscheiding ......186, 193, 194 Oververhitting bescherming tegen oververhitting motor ............365 Oververhitting - motor ...................................... 5, 362
P Parkeerlichten ...........................................................92 Parkeerrem - ontgrendeling parkeerrem ........... 24, 83 Parkeerstand - stop de motor .................................260 Parkeren - parkeerrem ............................................276 Parkeren - voertuig parkeren ..................................268 Passagiersdetectiesysteem ......................................222 Passagiersdetectiesysteem - werking van het systeem met een kinderzitje .................................225 Passagiersdetectiesysteem - werking van het systeem met volwassen passagiers .......................228 Portieren .................................................................178 Portieren - centrale portiervergrendeling ...............251 Portieren - elektrisch bediende portiersloten ..........179 Portieren programmeerbare automatische portiersloten ....181 Portieren voorziening om buitensluiten te voorkomen .......181 Portiersloten - automatisch ontgrendeling ...............54
383 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 384 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index P (vervolg) Portiersloten - passieve portierontgrendeling ...........54 Portiersloten - passieve portiervergrendeling ...........53 Programmeerbare functies - automatisch uitstapinstellingen oproepen .................................50 Programmeerbare functies automatische geheugenoproep .............................50 Programmeerbare functies - herinnering fob ...........53 Programmeerbare functies - naam aanpassen .........56 Programmeerbare functies - naderingslampen ........51 Programmeerbare functies passieve portierontgrendeling ...............................54 Programmeerbare functies passieve portiervergrendeling ................................53 Programmeerbare functies schemeringsvertraging ..........................................51 Programmeerbare voorzieningen ............................47 Programmeerbare voorzieningen automatische portiersloten ....................................54 Programmeerbare voorzieningen - Engelse/ metrische eenheden ..............................................49 Programmeerbare voorzieningen - feedback sloten met afstandsbediening ..........................................52 Programmeerbare voorzieningen - taalkeuze ...........55
. . . 384
R
Radio .......................................................24, 108, 159 Radio - afspeellijstmodus ............................... 123, 147 Radio - bedieningsorganen op het stuurwiel .. 24, 158 Radio - beveiliging tegen diefstal ...........................157 Radio - CD-speler ...................................................141 Radio - diversiteit antennesysteem .........................159 Radio eigenschappen en bediening van RDS ....... 116, 137 Radio - radiotoetsen ...................................... 111, 131 Radio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler (geschikt voor MP3) .............................................110 Radio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler voor 6 cd's (geschikt voor MP3) ......................................130 Radio - Zorg voor uw cd's ......................................157 Radio - Zorg voor uw cd-speler ..............................157 Radio Data System (RDS), eigenschappen en bediening van het ....................................... 116, 137 Ramen ....................................................................176 Ramen - elektrisch bediende ..................................177 Remmen .................................................................271 Remmen - ABS .......................................................275 Remmen - ontgrendeling parkeerrem ............... 24, 83 Remmen - parkeerrem ...........................................276 Remmen - remvloeistofreservoir ............291, 292, 293 Remmen - slag van het rempedaal ........................275 Remmen - stellen ...................................................275
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 385 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index R (vervolg) Remmen - vloeistof ................................................311 Remmen - waarschuwingslamp ...............................30 Remmen - waarschuwingslamp ABS ........................31 Reservewiel ...........................................................5, 18 Richtingaanwijzers ..................................................163 Richtingaanwijzers - indicator ..................................26 Rijden - elektronisch geregelde schokdemping ........90 Rijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen .............240 Rijden - schakelaar elektronisch geregelde schokdemping .......................................................24 Rijden - terreinrijden op hellingen ............................14 Ruitenwissers - voorruit ..........................................169 Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar .......... 24, 169
S Schakelaar - contactslot ............................................24 Schakelaar actief weggedragsysteem .......................24 Schakelaar cabrioletkap ............................................24 Schakelen - schakelhendel ........................................24 Schakelen - vergrendelingssysteem voor de keuzehendel ........................................... 266, 269 Sensor ....................................................................105 Sensor - indringingssensor .....................................245 Service - identificatieplaatje voor onderdelen .........337 Sleepogen ..............................................................370 Slepen van de auto ..................................... 5, 16, 362 Slepen/trekken - rijden met een aanhanger ...........280
Sleutelloos toegangssysteem ..................................248 Sleutelloos toegangssysteem - afstandsbediening ..248 Sleutels ...................................................................240 Sleutels - bereik van de afstandsbediening .............252 Sleutels - immobilisatiesysteem ..............................246 Sleutels - Sleutelloos toegangssysteem ...................248 Sloten - automatische ontgrendeling .......................54 Sloten - centrale portiervergrendeling ....................251 Sloten - elektrisch bediende sloten .........................179 Sloten - extra vergrendeling ...................................251 Sloten - passieve portierontgrendeling .....................54 Sloten - passieve portiervergrendeling .....................53 Sloten programmeerbare automatische portiersloten ....181 Sloten voorziening om buitensluiten te voorkomen .......181 Sloten met afstandsbediening - feedback ................52 Smeermiddel - smeermiddel achteras ....................308 Smeermiddel - smeermiddel achterste spoorstang 309 Smeermiddelen aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .........318 Snelheid - rijsnelheidsbegrenzer .............................277 Snelheidsmeter .........................................................27 Specificaties ............................................................349 Specificaties - gloeilampentabel .............................348 Specificaties - specificaties van de onderdelen .......349 Spiegels ..................................................................171 Spiegels - achteruitkijkspiegel .................................173
385 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 386 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index S (vervolg) Spiegels automatisch dimmende binnenspiegels ..............173 Spiegels - automatische dag-/ nachtspiegel met kompasdisplay .........................173 Spiegels - buitenspiegel ..........................................171 Spiegels - elektrisch bediende spiegels ...................172 Spiegels - handmatig te dimmen binnenspiegel ....173 Spiegels - met de hand inklapbare buitenspiegels .171 Spiegels - verwarmde spiegel .................................172 Spoorstang - smeermiddel achterste spoorstang ...309 Sproeier - koplamp .................................................171 Sproeier reservoir ruitensproeiervloeistof ..........291, 292, 293 Sproeier - ruitensproeiervloeistof ............................313 Sproeier - voorruit ..................................................170 Stand voor wedstrijdrijden .......................................89 Starten - contactslot .................................................24 Starten - instructies voor het starten .......................258 Starten - motor slaat niet aan .................................259 Starten problemen bij het starten van de motor ..... 259, 371 Starten - sleuteloze ontsteking ...............................255 Starten - starten met een hulpaccu ........................358 Starten - starten van de motor ...............................258 Starten - verzuipen van de motor ..........................260 Steunen - elektrisch bediende lendensteun ............208
. . . 386
Sticker - identificatieplaatje .....................................280 Sticker - identificatieplaatje voor onderdelen .........337 Sticker - informatieplaatje voor banden .................279 Sticker - maximaal toegestane voor- en .................280 Sticker - voertuig identificatie nummer ..................336 Stoelen - automatisch uitstapinstellingen oproepen 50 Stoelen - automatische geheugenoproep ................50 Stoelen - bedieningsorganen voor de stoel ............206 Stoelen - elektrisch bediende lendensteun .............208 Stoelen - elektrisch verstelbare stoelen ...................208 Stoelen - met de hand verstelbare rugleuning van de voorste stoel ....................................................206 Stoelen rugleuningvergrendeling van voorstoelen ..........207 Stoelen - schakelaars voor stoelverwarming .............24 Stoelen - verwarmd ................................................209 Stop de motor ........................................................260 Stroomonderbrekers ..............................................337 Stuurinrichting .......................................................271 Stuurinrichting - reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof ...............291, 292, 293 Stuurinrichting snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging .............271 Stuurinrichting - stuurbekrachtiging ......................271 Stuurinrichting - stuurbekrachtigingsvloeistof ........310 Stuurkolom bedieningsorganen op stuurwiel/ stuurkolom .....160
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 387 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index S (vervolg) Stuurkolom - schakelaar elektrisch instelbare, telescopische stuurkolom .....................................162 Stuurkolomschakelaar ..................................... 24, 163 Stuurwiel bedieningsorganen op stuurwiel/stuurkolom ......160 Stuurwiel - hendel stuurwielverstelling ...................161 Stuurwiel - radiotoetsen .................................. 24, 158 Stuurwiel - schakelaar elektrisch instelbare, telescopische stuurkolom .....................................162
T Taal - taalkeuze .........................................................55 Tank - brandstoftank vullen ....................................287 Temperatuur - temperatuurmeter ............................26 Temperatuur - temperatuurregeling ......................100 Temperatuurregeling - automatisch klimaatregelsysteem met twee zones ....................99 Temperatuurregeling - hercirculatie .......................103 Temperatuursensor ................................................105 Terreinrijden - rijden op hellingen ............................14 Toerenteller ..............................................................28 Tractie ....................................................................270 Tractie - achteras met sperdifferentieel ...................270 Tractie - schakelaar tractieregelsysteem ....................24 Tractie - Sneeuwkettingen of gelijkaardige tractiehulpmiddelen ............................................329
Tractie - storingslamp werking tractiesysteem ..........34 Tractie - tractieregelsysteem .....................................85 Tractieregelsysteem ................................................270 Transmissie .............................................................261 Transmissie - automatisch ...... 11, 260, 261, 268, 352 Transmissie - automatische transmissievloeistof .....307 Transmissie - bediening handmatige versnellingsmodus automatische transmissie .........24 Transmissie reservoir voor de koppelingsvloeistof ..291, 292, 293 Transmissie - Vergrendelingssysteem voor de keuzehendel ........................................... 266, 269 Trekken - recreatief voertuig trekken ......................280 Twilight Sentinel® automatisch verlichtingssysteem .93
U Uitlaat - waarschuwingen uitlaat ..............................12
V Vastzitten - als uw voertuig vast komt te zitten ......369 Vastzitten - sleepogen ............................................370 Veiligheid - aan/uit-indicator ...................37, 174, 229 Veiligheid - airbag ..................................................217 Veiligheid - airbags .................................................216 Veiligheid - belangrijke veiligheidsvoorschriften ... 6-20 Veiligheid - bovenriem kinderzitjes .........................237 Veiligheid - gebruik van veiligheidsgordel ..............215
387 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 388 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index V (vervolg) Veiligheid gordelspanners voor veiligheidsgordels ...............216 Veiligheid - heup-/schoudergordel .........................211 Veiligheid - indringingssensor ................................245 Veiligheid - kinderzitjes ...........................................230 Veiligheid - oudere kinderen ..................................235 veiligheid - passagiersdetectiesysteem ...................222 Veiligheid - veiligheidsgordels ........................... 6, 209 Veiligheid - veiligheidsgordels vervangen ...............214 Veiligheid - verankeringspunten voor kinderzitjes ..237 Veiligheid - verlenger voor veiligheidsgordel ..........213 Veiligheidsgordels - gebruik van veiligheidsgordel .215 Veiligheidsgordels gordelspanners voor veiligheidsgordels ...............216 Veiligheidsgordels - heup-/schoudergordel ............211 Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels .............. 6, 209 Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels vervangen ..214 Veiligheidsgordels verlenger voor veiligheidsgordel ..........................213 Veiligheidsgordels - waarschuwingslamp ........ 36, 215 Ventilatie - luchtroosters ...........................................24 Ventilatiesysteem - middelste luchtroosters ..............24 Ventilator - regelaar voor ventilatorsnelheid ...........101 Verlichting ................................................................92 Verlichting bediening lichtdimmer instrumentenpaneel .........24
. . . 388
Verlichting - buitenverlichting ..................................98 Verlichting controlelamp ingeschakelde verlichting .................38 Verlichting - gloeilampen vervangen ......................345 Verlichting - grootlicht-/dimlichtschakelaar ............164 Verlichting - hoofdschakelaar ...................................92 Verlichting - in- en uitstapverlichting ........................98 Verlichting - instapverlichting ...................................97 Verlichting - interieurverlichting ...............................98 Verlichting - knipperen met grootlicht .....................96 Verlichting - koplampsproeier ................................171 Verlichting - leeslampen ...........................................98 Verlichting - mistachterlichten ..................................97 Verlichting - mistlampen ..........................................96 Verlichting - mistlampen voor ..................................96 Verlichting - naderingslampen .................................51 Verlichting - parkeerlichten .......................................92 Verlichting regelbare verlichting instrumentenpaneel .............95 Verlichting - schemeringsvertraging .........................51 Verlichting - Twilight Sentinel® automatisch verlichtingssysteem ...........................93 Verlichting - waarschuwingsknipperlichten ....... 24, 84 Verlichting waarschuwingslampjes instrumentengroep ...........30 Vermogen - motorvermogen ................349, 350, 351
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 389 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index V (vervolg) Versnellingbak - vloeistof voor handgeschakelde transmissie ...........................................................307 Versnellingen - schakelhendel ..................................24 Versnellingsbak handgeschakelde ....................... 260, 266, 268, 352 Verstelbare rugleuning - met de hand verstelbare rugleuning van de voorste stoel ...........................206 Verwarming - achterruit .........................................106 Verwarming airconditioning met temperatuurregeling ...... 24, 99 Verwarming - automatisch klimaatregelsysteem met twee zones .............................................................99 Verzopen - motor verzopen ...................................260 Vierwielaandrijving - terreinrijden op hellingen ........14 Vloeistof - automatische transmissievloeistof ..........307 Vloeistof - hydraulische koppelingsvloeistof ...........308 Vloeistof - koelvloeistof ...........................................303 Vloeistof - koelvloeistof controleren en bijvullen ....365 Vloeistof - motorolie ...............................................294 Vloeistof - remvloeistof ...........................................311 Vloeistof reservoir voor de koppelingsvloeistof ..291, 292, 293 Vloeistof - ruitensproeiervloeistof ...........................313 Vloeistof - stuurbekrachtigingsvloeistof ..................310 Vloeistof vloeistof voor handgeschakelde transmissie .........307
Vloeistoffen - aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ....................................................318 Vloer - vloermatten ................................................203 Voeding - accessoirevoeding ......................... 200, 257 Voertuig - de auto opkrikken ..................................333 Voertuig - inrijperiode bij nieuwe voertuigen .........240 Voertuig Identificatie Nummer ...............................336 Voltmeter .................................................................28 Voorruit - ruitenwissers ...........................................169 Voorruit - sproeier ...................................................170 Voorschriften - onderhoudsvoorschriften ...............282
W Waarschuwingen belangrijke veiligheidsvoorschriften ................... 6-20 Waarschuwingen - waarschuwingen uitlaat .............12 Waarschuwingsknipperlichten ........................... 24, 84 Waarschuwingslamp - controlelamp airbag .... 36, 222 Waarschuwingslamp controlelamp voor voertuigstoring ........................32 Waarschuwingslamp - waarschuwingssignaal ingeschakelde verlichting .......................................38 Waarschuwingslamp airbag ............................ 36, 222 Waarschuwingslampen ............................................30 Waarschuwingslampje controlelamp alarminstallatie .................................37 Waarschuwingslampje lampje lage bandenspanning ................................38
389 . . .
09euCorvette.dut (prfed-need#s) Page 390 Monday, July 14, 2008 1:10 PM
Index W (vervolg) Waarschuwingssignaal - ingeschakelde verlichting ..93 Weergave - keuze Engelse/metrische eenheden ......49 Weergave - taalkeuze ...............................................55 Weergaveselectie head-up display ............................77 Weggedrag - actief weggedragsysteem ...................87 Weggedrag controlelamp actief weggedragsysteem ................35 Weggedrag - schakelaar actief weggedragsysteem ..24 Wielen ....................................................................330 Wielen - aanhaalmoment wielmoeren ..349, 350, 351 Wielen - vervangen ...................... 331, 349, 350, 351 Wielen wieluitlijning en uitbalancering van de wielen .....330 Wielophanging .......................................................276 Wielophanging elektronisch geregelde schokdemping ..................90 Wielophanging schakelaar elektronisch geregelde schokdemping ..24 Wissers door wissers ingeschakelde koplampen ........ 95, 170
. . . 390
Z Zekeringen .............................................................337 Zekeringen - zekeringenhouder in het instrumentenpaneel .............................................339 Zekeringen - zekeringenhouder in motorcompartiment .................. 291, 292, 293, 342 Zekeringen - zekeringenpaneel ................................24 Zender - batterij vervangen ....................................253 Zender - bereik van de afstandsbediening .............252 Zon - zonnekleppen ...............................................187 Zonnescherm - zonnekleppen ...............................187 Zonnesensor ...........................................................105 Zorg voor de buitenkant ........................................356 Zwangerschap - gebruik van veiligheidsgordel ......215