CONVENANT ‘WERKEN AAN VAKMANSCHAP’ In de Provincie Limburg De deelnemende partijen: Provincie Limburg, gemeente Heerlen, gemeente Maastricht, gemeente Roermond, gemeente Sittard-Geleen, gemeente Venlo, gemeente Venray, gemeente Weert, Platform Limburgse Woningcorporaties, Bouwend Nederland, Fundeon, Colo, Arcus College, CITAVERDE College, Gilde Opleidingen, Leeuwenborgh Opleidingen.
Toelichting partijen: Provincie, gemeenten, woningcorporaties,
Opdrachtgevers in o.a. bouw- en infra werken.
ROC’s, hogescholen.
aanverwante werkzaamheden (bijvoorbeeld installatie techniek, schilders, groen, etc.).
Bouwend Nederland
Vereniging van bouw- en infra bedrijven namens alle leerbedrijven en leerwerkbedrijven.
Fundeon
Kenniscentrum ten behoeve van het (secundair) Beroepsonderwijs in de Bouw & Infra.
COLO
Koepelorganisatie/Vereniging van én voor de kenniscentra beroepsonderwijs en bedrijfsleven.
ROC’s, Hogescholen
Opleidingsinstellingen voor middelbaar-en hoger beroepsonderwijs verantwoordelijk voor de theorie component van de opleiding.
Overwegende dat: • zij door middel van samenwerking en krachtenbundeling vorm willen geven aan het verkrijgen en behouden van vakmensen; • leerwerkplaatsen / leerling-bouwplaatsen van groot belang zijn teneinde de instroom en het vakmanschap in bouw / infra en aanverwante sectoren, te bevorderen en te behouden; • hiermee de duurzaamheid van het dienstverband gemiddeld wordt vergroot; • partijen dat willen bereiken met een vernieuwende sluitende aanpak, waarin instroom in de arbeidsmarkt wordt gemaximaliseerd en uitval wordt geminimaliseerd; • partijen de activering, kwalificatie en arbeidsparticipatie van doelgroep willen bevorderen; • dat dit convenant niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 1 Begrippen en verantwoordelijkheden 1. Een leerwerkbaan is een arbeidsplaats die bestaat uit een component leren (tenminste één dag in de week) en een component werken (maximaal 4 dagen in de week) en die tenminste leidt tot een door de branche erkende kwalificatie in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). 2. Een stage / werkervaringsplaats is een plaats van bepaalde duur zonder arbeidsovereenkomst waarbij werkervaring wordt opgedaan. 3. Een leerwerkplaats / leerling-bouwplaats is een bouwproject dat mede door leerlingen uit de doelgroep wordt uitgevoerd via inzet van een leerwerkbaan of stage/ werkervaringsplaats. De voorkeur gaat uit naar leerlingen uit de doelgroep beroepsbegeleidende leerweg (BBL) die op zoek zijn naar een leerwerkbaan. 4. Doelgroep: leerlingen in het kader van BOL/BBL opleidingen; werkloos werkzoekenden ongeacht de uitkeringssituatie (het betreft bijvoorbeeld WWBuitkeringsgerechtigden, WIJ-ers, WW-ers, WIA-ers, Nuggers/ANW-ers); met werkloosheid bedreigden, waaronder (voormalige) ID-ers en personen werkzaam op een gesubsidieerde arbeidsplaats; WSW-ers. 5. Partijen treden in dit convenant op als stimulator van de samenwerking tussen betrokken partijen, als betrokkenen bij beroepsonderwijs van doelgroepen naar werk en als opdrachtgever. 6. Partijen zullen in de hoedanigheid van opdrachtgever bij het ontwikkelen van (bouw)projecten, beoordelen of deze projecten geschikt zijn als leerwerkplaatsen / leerling-bouwplaatsen. 7. Kenniscentra zullen op alle onderdelen mede verantwoordelijk zijn voor het welslagen van de samenwerkingsafspraken op grond van het convenant. Fundeon neemt hierin de regie namens de andere kenniscentra. 8. Opleidingsinstellingen zoals ROC’s zullen zorg dragen voor de theorie component van de opleiding. 9. Leerbedrijven en leerwerkbedrijven verzorgen de praktijk component van de opleiding.
Artikel 2 Doel Dit convenant heeft tot doel om door samenwerking van betrokken partijen uitvoering te geven aan de wensen van: 1. de diverse sectoren in de bouw en infra en aanverwante sectoren om, door het realiseren van zoveel mogelijk leerwerkplaatsen / leerling-bouwplaatsen, de instroom en het vakmanschap te bevorderen en te behouden; 2. partijen om de kwalificatie en de arbeidsparticipatie van de doelgroep te bevorderen door het aanbieden van leerwerkplaatsen / leerling-bouwplaatsen en werkervaringsplaatsen.
Artikel 3 Stuurgroep Alle afspraken met betrekking tot dit convenant zullen worden begeleid en gemonitord door de stuurgroep. In deze stuurgroep hebben alle partijen zitting welke dit convenant hebben getekend (waarbij uit efficiencyoverwegingen getrapte vertegenwoordiging mogelijk is). In de stuurgroep nemen bestuurders en/of directieleden plaats. De stuurgroep beoordeelt zelf de vergader- en activiteitenfrequentie. Jaarlijks rapporteert de stuurgroep aan partijen over de resultaten van het convenant (aantal projecten, leerwerkplaatsen / leerling-bouwplaatsen, voortgang, etc.)
Artikel 4 Projectgroep De projectgroep wordt samengesteld uit een vertegenwoordiging van de partijen die deelnemen aan het convenant dan wel door organisaties die in het verlengde liggen van deze partijen, indien nodig aangevuld met externe expertise. De projectgroep screent de projecten vooraf op haalbaarheid van de inzet als leerwerkplaats / leerling-bouwplaats en geeft een advies aan de opdrachtgever over de mogelijkheden. Tevens verzorgt de projectgroep de feitelijke monitoring van de leerwerkplaatsen / leerling-bouwplaatsen. De projectgroep rapporteert aan de stuurgroep. De projectgroep kan tevens direct naar individuele convenantpartijen rapporteren.
Artikel 5 Afspraken 1. De partijen erkennen het belang van leerwerkplaatsen en stage / werkervaringsplaatsen, en specifiek van leerling-bouwplaatsen, voor het behouden van vakmanschap voor de toekomst. Het doel is de opleidingscomponent tot een integraal onderdeel van het bedrijfsbeleid van de aangesloten ondernemingen te maken. Ondernemers zetten daarbij het reeds in hun onderneming aanwezige vakmanschap in voor het opleiden van leerlingen. 2. De partijen streven erna om alle projecten op gebied van bouw en infra en aanverwante sectoren, in te zetten als leerwerkplaats / leerling-bouwplaats. De mogelijkheden hiertoe worden beoordeeld voorafgaande aan de uitgifte van opdrachten. 3. De partijen verbinden zich om, voor zover dit in overstemming is met geldende nationale en Europese regelgeving, en haalbaar is vanuit de specifieke eigenschappen van het project, in bestekken op te nemen dat een project geheel of gedeeltelijk uitgevoerd dient te worden als leerwerkplaats / leerling-bouwplaats. 4. De projectgroep spant zich in om voor het behalen van de doelstelling ‘behoud van vakmanschap voor de toekomst’ zorg te dragen voor een optimale begeleiding, waarbij aandacht is voor actieve werving, erkenning, begeleiden en monitoren van leerwerkplaatsen / leerling-bouwplaatsen. De projectgroep coördineert mede het overleg tussen verschillende partijen rondom (de uitvoering van) de leerwerkplaats / leerling-bouwplaats. 5. Partijen participeren actief in voorlichting en promotieactiviteiten rond de lopende leerwerkplaatsen / leerling-bouwplaatsen. Bij activiteiten en publicaties, (inclusief affiches, bebording, websites en dergelijke), wordt vermeld: mede mogelijk gemaakt door uitvoering als leerwerkplaats / leerling-bouwplaats. 6. Partijen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het monitoren van en rapporteren over de realisatie van de afgesproken doelstellingen en het aanleveren van de hiervoor benodigde gegevens aan de projectgroep. De projectgroep heeft hierin een coördinerende rol. 7. Zowel de ROC’s als de Samenwerkingsverbanden spannen zich er voor in dat jongeren die zich melden voor een BOL/BBL opleiding in de bouw, zich daadwerkelijk aan melden voor een leerwerkplaats / leerling-bouwplaats. Met de aannemer, onderaannemer, installateur worden afspraken gemaakt over de aard van invulling van de plaats (Leerwerkplaats of stage/ werkervaringsplaats).
Artikel 6 Looptijd verlenging en evaluatie 1. Het convenant wordt aangegaan voor de duur van vier jaar en treedt in werking op de dag van ondertekening. Elk jaar wordt geëvalueerd en worden de afgesproken inspanningsverplichtingen op basis van rapportages en verslagen waar nodig bijgesteld. 2. Na afloop van de in het eerste lid genoemde duur wordt dit convenant voor onbepaalde duur voortgezet.
Artikel 7 Wijziging en opzegging 1. Indien één of meer bepalingen van dit convenant ongeldig blijken te zijn, zullen partijen in overleg treden teneinde dit convenant zodanig te wijzigen, dat het geen ongeldige bepalingen bevat en het doel dat met dit convenant wordt beoogd zoveel mogelijk wordt bereikt. 2. Elke partij mag dit convenant te allen tijde met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen.
Artikel 8 Toetreding 1. Dit convenant staat open voor toetreding door derden die in een gelijke positie verkeren als de genoemde partijen in dit convenant. 2. Indien een partij wil toetreden, dient dit te geschieden door een schriftelijk een gemotiveerd verzoek te richten aan de stuurgroep.
Aldus overeengekomen te Sittard, datum 26 mei 2010
Provincie Limburg Vertegenwoordigd door gedeputeerde Dhr. N.M.J.G Lebens namens deze,
Gemeente Heerlen Vertegenwoordigd door Namens deze,
Gemeente Maastricht Vertegenwoordigd door Namens deze,
Gemeente Roermond Vertegenwoordigd door Namens deze,
Gemeente Sittard-Geleen Vertegenwoordigd door Namens deze,
Gemeente Venlo Vertegenwoordigd door Namens deze,
Gemeente Venray Vertegenwoordigd door Namens deze,
Gemeente Weert Vertegenwoordigd door Namens deze,
Platform Limburgse Woningcorporaties Vertegenwoordigd door Namens deze,
Arcus College Vertegenwoordigd door Namens deze,
Citaverde College Vertegenwoordigd door Namens deze,
Gilde Opleidingen Vertegenwoordigd door Namens deze,
Leeuwenborgh Opleidingen. Vertegenwoordigd door Namens deze,
Vertegenwoordigd door Namens deze,
namens deze,
regiomanager mevrouw C. van Oers