CONVENANT SOCIALE VEILIGHEID OPENBAAR VERVOER 2015-2020
CONVENANT SOCIALE VEILIGHEID OPENBAAR VERVOER
PARTIJEN: 1. De Stadsregio Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door Portefeuillehouder Openbaar Vervoer drs. P. Litjens, hierna te noemen: “de Stadsregio”, en 2. De Gemeente Amsterdam, te dezen op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door mr. E.E. van der Laan, hierna te noemen: “de Gemeente”, gezamenlijk ook te noemen: “Partijen”
PREAMBULE Overwegende dat: •
Sociale onveiligheid een maatschappelijk probleem is dat zich zowel in het openbaar vervoer als in de openbare ruimte manifesteert en dat om samenwerking tussen alle betrokken partijen vraagt;
•
Partijen er veel belang aan hechten dat mensen die met het openbaar vervoer binnen, van en naar Amsterdam reizen veilig zijn en zich veilig voelen in voertuigen, op haltes/perrons en in de stationsomgeving;
•
Partijen elkaars belangen, verantwoordelijkheden en verplichtingen ten aanzien van sociale veiligheid in het openbaar vervoer erkennen en gezamenlijk de sociale veiligheid in het openbaar vervoer in Amsterdam willen waarborgen en verbeteren;
•
Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio ingevolge van de Wet personenvervoer 2000 concessieverlener is voor de exploitatie van het openbaar vervoer behorend tot de concessies Amsterdam, Amstelland-Meerlanden, Waterland en Zaanstreek;
•
De Wet personenvervoer 2000 voorschrijft dat de Stadsregio aan concessies onder meer voorschriften verbindt gericht op het waarborgen van een verantwoorde mate van veiligheid ten behoeve van zowel de reizigers als het personeel binnen het openbaar vervoer;
•
De Regioraad van de Stadsregio op 14 december 2010 het Beleidskader sociale veiligheid openbaar vervoer 2011-2014 heeft vastgesteld dat in 2015 wordt geactualiseerd;
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 2 van 10
•
De Gemeente verantwoordelijk is voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid in Amsterdam en vanuit die rol de verantwoordelijkheid draagt voor de (regie bij de) totstandkoming, implementatie en monitoring van het lokale, integrale veiligheidsbeleid;
•
De Gemeente er zorg voor draagt dat de opgebouwde kennis, ervaring en expertise op het gebied van handhaving in het openbaar vervoer wordt gewaarborgd;
•
Partijen op 8 april 2015 het Veiligheidsarrangement Openbaar Vervoer Amsterdam 2015/2019 hebben getekend, een verlenging van het Veiligheidsarrangement OV Amsterdam 2010/2014, waarmee zij hun verantwoordelijkheden op het gebied van sociale veiligheid in het openbaar vervoer hebben herbevestigd;
•
Partijen voor de periode 1-1-2006 t/m 31-12-2011 een convenant Exploitatie en sociale veiligheid openbaar vervoer hadden gesloten;
•
Partijen voor de periode 1-1-2007 t/m 31-12-2011 een convenant Invoering Veiligheidsteam Openbaar Vervoer hadden gesloten;
•
Partijen erkennen dat nu het convenant Exploitatie en sociale veiligheid openbaar vervoer en het convenant Invoering Veiligheidsteam Openbaar Vervoer van rechtswege zijn beëindigd, (herziene) afspraken over verantwoordelijkheden en (financiële) verplichtingen ten aanzien van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam in een nieuw convenant vastgelegd moeten worden;
•
Bij dit convenant een toelichting is opgenomen als bijlage.
KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:
ARTIKEL 1.
ONDERWERP EN DOEL VAN HET CONVENANT
1.1
Onderwerp van dit convenant zijn de verantwoordelijkheden en verplichtingen van Partijen ten aanzien van de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam.
1.2
Doel van dit convenant is het afstemmen en vastleggen van wederzijdse verantwoordelijkheden en verplichtingen teneinde de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam voor zowel reizigers als het personeel van de concessiehouders minimaal te waarborgen en waar mogelijk te verbeteren.
ARTIKEL 2. 2.1
DUUR VAN HET CONVENANT
Dit convenant gaat in op 1 januari 2016 en heeft een looptijd van vijf (5) jaar.
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 3 van 10
2.2
De looptijd van dit convenant als bedoeld in lid 2.1 wordt telkens stilzwijgend verlengd voor een periode van twee (2) jaar, tenzij Partijen anders overeenkomen.
2.3
Wijzigingen in de looptijd van de concessie Amsterdam, bijvoorbeeld als gevolg van een tussentijdse beëindiging, hebben geen gevolgen voor de looptijd van dit convenant, tenzij Partijen anders overeenkomen.
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 4 van 10
ARTIKEL 3.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE STADSREGIO
3.1
De Stadsregio stelt, indachtig de bepalingen in de Wet personenvervoer 2000, aan concessiehouders die in opdracht van de Stadregio openbaar vervoer binnen de Stadsregio Amsterdam, waaronder het concessiegebied Amsterdam, exploiteren onder meer eisen gericht op het waarborgen en verbeteren van de sociale veiligheid.
3.2
Uitgangspunt voor de in lid 3.1 bedoelde eisen vormt het Beleidskader sociale veiligheid openbaar vervoer 2011-2014. Dit beleidskader bevat doelstellingen en kaders voor de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer. In 2015 zal het beleidskader geactualiseerd worden.
3.3
De Stadsregio betrekt de Gemeente actief en tijdig bij een actualisatie dan wel vernieuwing van het in lid 3.2 bedoelde beleidskader. De Stadsregio stelt de Gemeente in ieder geval in de gelegenheid om advies uit te brengen naar aanleiding van een conceptversie van het geactualiseerde/vernieuwde beleidskader. In het geval de Stadsregio besluit (delen van) het advies van de Gemeente niet over te nemen, licht de Stadsregio aan de Gemeente toe welke redenen aan dit besluit ten grondslag liggen.
3.4
Alle door de Stadsregio verleende concessies bevatten in ieder geval de eis dat de concessiehouder jaarlijks een actieplan sociale veiligheid opstelt, waarbij.de houder van de concessie Amsterdam dit actieplan ter kennisname aan de Subdriehoek Verkeer en Openbaar Vervoer dient voor te leggen.
3.5
De concessie Amsterdam bevat daarnaast, mede vanuit het oogpunt van tunnelveiligheid, in ieder geval de eis dat: • voorlopig in alle ondergrondse metrostations ten minste twee toezichthouders aanwezig zijn in de voor het publiek toegankelijke ruimtes; deze eis is door de brandweer vanwege de fysieke veiligheid opgenomen in de concessie Amsterdam en geldig tot er gelijkwaardige alternatieven beschikbaar zijn; • alle metrostations voorzien zijn van camera’s, waarbij de concessiehouder er voor zorgt dat de beelden van deze camera’s systematisch bekeken worden en dat bij een calamiteit, incident of overlast direct personeelsleden van de concessiehouder, het Veiligheidsteam Openbaar Vervoer en/of regiopolitie naar de betreffende plek kunnen worden gestuurd; • alle trams, bussen en nieuwe metro’s voorzien zijn van camera’s.
3.6
De Stadsregio ziet nauwlettend toe op de naleving van de eisen op het gebied van sociale veiligheid en op de uitvoering van de in lid 3.4 bedoelde actieplannen sociale veiligheid door de concessiehouders.
3.7
Onderdeel van het toezicht als bedoeld in lid 3.6 is dat concessiehouders: • de Stadsregio ten minste één keer per kwartaal informeren over de incidenten die hebben plaatsgevonden; • de Stadsregio op de hoogte houden van de stand van zaken wat betreft de uitvoering van hun actieplan sociale veiligheid en (de effecten op) de ontwikkelingen op het gebied van de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer.
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 5 van 10
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 6 van 10
ARTIKEL 4.
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN VAN DE STADSREGIO
4.1
De Stadsregio stelt gedurende de looptijd van de concessie openbaar vervoer jaarlijks een geoormerkte subsidie ter beschikking aan de houder van de concessie Amsterdam voor maatregelen ter waarborging van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam.
4.2
De Stadsregio indexeert de in lid 4.1 genoemde bijdrage jaarlijks, te beginnen in 2014, conform IMOC en loonvoet marktsector onder de naam OV-index.
4.3
De subsidie voor sociale veiligheid als genoemd in lid 4.1 wordt aangevuld met een bijdrage van de Gemeente zoals genoemd in lid 6.2.
4.4
Partijen erkennen dat omstandigheden de Stadsregio kunnen dwingen de subsidie als bedoeld in lid 4.1 te wijzigen. In voorkomende gevallen treden Partijen in overleg over de gevolgen van deze wijziging voor de afspraken zoals vastgelegd in dit convenant.
4.5
De stadsregio rapporteert jaarlijks aan de gemeente Amsterdam over de door de houder van de concessie Amsterdam geleverde inzet van conducteurs ter verantwoording van de bijdrage als genoemd in 6.2
ARTIKEL 5.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE GEMEENTE
5.1
De Gemeente draagt zorg voor afstemming met de partijen, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer. De afspraken hierover zijn vastgelegd in het veiligheidsarrangement Openbaar Vervoer Amsterdam 2010/2014 en de opvolger daarvan.
5.2
De Gemeente ziet er actief op toe dat alle bij het Veiligheidsarrangement Openbaar Vervoer Amsterdam 2015/2020 betrokken partijen gemaakte afspraken (kunnen) naleven en uitvoeren.
5.3
De Gemeente is verantwoordelijk voor het inzetten van Buitengewoon Opsporingsambtenaren met specifieke kennis en bevoegdheden zoals opgenomen in de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar onder Domein IV (openbaar vervoer) teneinde haar taken op het gebied van de handhaving van de openbare orde op en rondom de haltes en stations in Amsterdam adequaat uit te kunnen voeren.
5.4
De gemeente draagt zorg voor het inzetbaar zijn van 66 FTE Buitengewoon Opsporingsambtenaren zoals omschreven in 5.3 .
5.5
De gemeente bevordert een efficiënte inzet van de in lid 5.3 en 5.4 benoemde Buitengewoon Opsporingsambtenaren door samen met de politie in teamverband op te treden, waarbij dat optreden zich specifiek richt op de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer: het Veiligheidsteam Openbaar Vervoer (VOV).
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 7 van 10
5.6
De Gemeente zorgt voor een goede afstemming en aansluiting van werkzaamheden op het gebied van sociale veiligheid met de concessiehouders die in opdracht van de Stadsregio Openbaar vervoer in Amsterdam exploiteren.
5.7
De Gemeente stelt jaarlijks een handhavingsuitvoeringsplan op, waarin zij de te behalen doelstellingen, de speerpunten en de benodigde inzet van de Buitengewoon Opsporingsambtenaren uit 5.3. vastlegt. Dit actieplan is gericht op het handhaven of verbeteren van het gerapporteerde niveau van de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer. Dit niveau wordt vastgesteld op basis van onderzoek, zoals beschreven in lid 7.5.
5.8
Alvorens de Gemeente een conceptversie van dit actieplan voor advies aan de Subdriehoek Verkeer en Openbaar Vervoer voorlegt, biedt de Gemeente een conceptversie voor advies aan de Stadsregio aan. In het geval de Gemeente besluit (delen van) het advies van de Stadsregio niet over te nemen, licht de Gemeente aan de Stadsregio toe welke redenen aan dit besluit ten grondslag liggen.
5.9
De Gemeente consulteert de Stadsregio en de concessiehouders die in opdracht van de Stadsregio openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam exploiteren en waarvoor de voorgenomen afspraken directe gevolgen hebben, bij eventuele afspraken die de Gemeente met derden wil gaan maken die gevolgen (kunnen) hebben voor de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer.
ARTIKEL 6.
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN VAN DE GEMEENTE
6.1
De Gemeente draagt de kosten van het inzetten van de Buitengewoon Opsporingsambtenaren.
6.2
De Gemeente stelt jaarlijks ten minste € 1 miljoen (zegge: één miljoen euro) aan de Stadsregio beschikbaar voor maatregelen ter verbetering van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam. De Stadsregio bestemt deze bijdrage van de Gemeente in principe voor de inzet van conducteurs op de trams, tenzij beide Partijen anders overeenkomen.
6.3
De Gemeente spant zich in de bijdragen voor sociale veiligheid als genoemd in de leden 6.1 en 6.2 gedurende de looptijd van dit convenant ten minste handhaven.
6.4
De Gemeente indexeert de in de leden 6.1 en 6.2 genoemde bijdragen jaarlijks, te beginnen in 2015, conform de regeling van de Gemeente voor nominale aanpassingen van de personeelskosten.
6.5
Partijen erkennen dat onvoorziene omstandigheden de Gemeente kunnen dwingen de bijdragen als genoemd in de leden lid 6.1 en 6.2 en de hoogte van de indexering als bedoeld in lid 6.4 te wijzigen. In voorkomende gevallen treden Partijen in overleg over de gevolgen van deze wijziging voor (i) de afspraken zoals vastgelegd in dit convenant en (ii) de uitvoering van het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam, waaronder begrepen de omvang van het aanbod en het niveau van sociale veiligheid.
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 8 van 10
ARTIKEL 7.
INFORMATIEUITWISSELING EN OVERLEG
7.1
Partijen informeren elkaar actief en tijdig over ontwikkelingen en voorgenomen beslissingen die van wezenlijke invloed kunnen zijn op de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer.
7.2
Onverminderd het bepaalde in lid 7.1, overleggen Partijen ten minste twee keer per jaar over ontwikkelingen op het gebied van sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam en de mogelijke gevolgen van deze ontwikkelingen voor de inhoud en uitvoering van dit convenant.
7.3
De Stadsregio informeert de Gemeente jaarlijks uiterlijk zes (6) maanden na afloop van het kalenderjaar over de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van sociale veiligheid in het concessiegebied Amsterdam. Basis hiervoor is de informatie die de Stadsregio van de concessiehouders ontvangt, zoals bedoeld in lid 3.7.
7.4
De Gemeente informeert de Stadsregio jaarlijks uiterlijk zes (6) maanden na afloop van het kalenderjaar over de activiteiten van het VOV. Basis hiervoor is het jaarverslag VOV en een vergelijking van het jaarverslag VOV met het actieplan VOV voor het desbetreffende kalenderjaar.
7.5
Partijen informeren elkaar actief over de uitkomsten van onderzoek op het gebied van sociale veiligheid in het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam, waaronder in ieder geval begrepen de Reizigersmonitor uitgevoerd door het KpVV (de ‘Klantenbarometer’) en het Meerjarenonderzoek Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer uitgevoerd door O&S ( de ‘MSVOV’). Partijen zeggen daarbij toe dat deze uitkomsten te zullen delen nog voordat bestuurlijke besluitvorming naar aanleiding van deze uitkomsten plaatsvindt.
ARTIKEL 8.
EVALUATIE VAN HET CONVENANT
8.1
Partijen overleggen tweejaarlijks over de ontwikkelingen op het gebied van Sociale veiligheid en de daaruit volgende behoefte tot aanpassing van het convenant.
8.2
Partijen streven naar uitbreiding van de in dit convenant vastgelegde afspraken met andere partijen die bij de uitvoering van die afspraken betrokken zijn, zoals de politie.
ARTIKEL 9.
COMMUNICATIE
9.1 Partijen spreken af dat zij, met het oog op een eenduidige en consistentie berichtgeving in de media, alle communicatie over de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer in het concessiegebied Amsterdam in ieder geval met elkaar afstemmen en waar mogelijk gezamenlijk naar buiten brengen.
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 9 van 10
ARTIKEL 10.
PUBLIEKRECHTELIJKE POSITIE PARTIJEN
10.1 Het in dit convenant bepaalde laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van de Stadsregio onverlet. Voorts kan het publiekrechtelijk handelen van de Stadsregio, dan wel het nalaten van publiekrechtelijk handelen door de Stadsregio, nimmer een tekortkoming in de nakoming van het convenant door de Stadsregio opleveren. 10.2 Het in dit convenant bepaalde laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van de Gemeente onverlet. Voorts kan het publiekrechtelijk handelen van de Gemeente, dan wel het nalaten van publiekrechtelijk handelen door de Gemeente, nimmer een tekortkoming in de nakoming van het convenant door de Gemeente opleveren.
ARTIKEL 11.
WIJZIGING VAN REGELGEVING/ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN
11.1 Indien zich wijzigingen in wet- en regelgeving of onvoorziene omstandigheden voordoen die gevolgen kunnen hebben voor de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en afspraken waarop dit convenant betrekking heeft, treden Partijen in overleg over deze gevolgen. Partijen zeggen toe daarbij actief en constructief naar een oplossing te zullen zoeken.
Aldus overeengekomen te Amsterdam en in tweevoud ondertekend.
Namens het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam
Namens de Gemeente Amsterdam
drs. P.J.M. Litjens
mr. E.E. van der Laan
Datum:
Datum:
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2015 – 2020
Pagina 10 van 10