Convenant Sociale veiligheid stads- en streekvervoer Breda
2012 -2016
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding
blz. 3
2. VPT – Eenduidige Landelijke Afspraken/ ELA
blz. 4
3.
Overlegstructuur partners
blz. 9
4.
Escalatiemodel – afstemming/ opschaling
blz. 10
5. Communicatie en woordvoering
blz. 12
6. Informatie uitwisseling
blz. 12
7. Ondertekening
blz. 12
Bijlage 1 – Opschaling bij incidenten Bijlage 2 – Definities incidenten Bijlage 3 – Overzicht incidenten
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
3
1. Inleiding Sociale veiligheid in het stads- en streekvervoer is een actueel maatschappelijk vraagstuk, dat in de media en in de politiek veel aandacht krijgt. Wanneer de veiligheid in het geding is, zijn het met name de reizigers en het personeel van het vervoerbedrijf die hier de directe negatieve gevolgen van ondervinden. Helaas is het zo dat respect niet meer vanzelfsprekend is en is het noodzaak hierop te anticiperen. De vervoerbedrijven kunnen een belangrijke bijdrage c.q. toegevoegde waarde leveren aan het verminderen van een aantal incidenten en aan het vergroten van het veiligheidsgevoel van reizigers en personeel. Echter, sociale veiligheid in het openbaar vervoer is niet alleen een onderwerp voor de vervoersbedrijven. Een gezamenlijke inspanning van alle betrokken partijen is essentieel om de gerealiseerde verbeteringen op het gebied van sociale veiligheid te borgen en op termijn verder uit te bouwen. Dit convenant bevat enkele maatregelen die voortvloeien uit de ELA en is daarnaast toegespitst op de lokale situatie en de korte informatielijnen die er momenteel zijn in de gemeente Breda. In de gemeente Breda vinden in vergelijking met andere grote steden in Nederland relatief minder incidenten plaats. Het is dan ook niet valide een (objectieve) doelstelling te formuleren die aan het aantal incidenten wordt opgehangen. Elk incident is er echter wel één teveel en zorgt in de gemeente Breda direct voor maatschappelijke en politieke onrust. Ook de impact bij chauffeurs en passagiers is enorm.
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
4
2.
VPT – Eenduidige Landelijke Afspraken/ ELA
Doel landelijke afspraken Het doel van deze afspraken is een eenduidige, effectieve en snelle afhandeling van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak door politie en openbaar ministerie. Uitgangspunten De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: 1. Hoge prioriteit aan de opsporing en vervolging van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak door politie en het openbaar ministerie; 2. Er is aandacht voor de kwaliteit van onderzoeken en processen-verbaal; 3. Lik op stuk wordt zo veel mogelijk toegepast, (super)snelrecht of Aanhouden en Uitreiken; 4. Schade wordt zoveel mogelijk verhaald op de dader; 5. Slachtoffers en de werkgever worden optimaal geïnformeerd over hun positie en mogelijkheden in het strafproces en de strafrechtelijke afhandeling van de zaak; 6. Actief communicatiebeleid (uitdragen van successen) is onderdeel van deze aanpak. Ketenafspraken politie en OM .1 Er vindt eenduidige registratie plaats door politie en openbaar ministerie van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. .2 Er wordt bij de politiekorpsen en parketten een contactfunctionaris aangesteld die verantwoordelijk is voor de uitvoering van deze afspraken (kwaliteit, proces en communicatie). .3 Er vindt monitoring van deze afspraken plaats op lokaal niveau waarbij tweemaal per jaar de voortgang wordt besproken tussen politie en OM. .4 De afspraken worden na 2 jaar geëvalueerd, waarbij ook ervaringen van de stakeholders worden meegenomen.
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
5
Uitwerking landelijke afspraken De uitgangspunten zijn vertaald in de volgende opsporings- en vervolgingsafspraken. Opsporingsafspraken De politie geeft hoge prioriteit aan de opsporing van verdachten van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. Dit houdt in: 1. Meldingen van agressie en/of geweld tegen functionarissen met een publieke taak krijgen directe opvolging. 2. Indien een strafbaar feit is gepleegd en de verdachte daarbij direct bekend is, dienen altijd opsporingshandelingen te volgen (aanhouding, opmaken PV) conform de aanwijzing Opsporing. 3. Agressie en geweldszaken tegen functionarissen met een publieke taak zijn geen bagatelzaken. 4. Een aangifte van een strafbaar feit wordt altijd opgenomen. Bij twijfel over strafbaarheid van het feit wordt contact gelegd met het openbaar ministerie. Indien geen sprake is van een strafbaar feit wordt in verband met dossiervorming altijd een mutatie gemaakt. 5. Er wordt in beginsel proces-verbaal opgemaakt en na voorafgaand overleg in het kader van Aanhouden en Uitreiken, ingestuurd naar het openbaar ministerie. 6. De politie zorgt voor eenduidige registratie (landelijke code) 7 en maakt afspraken met het openbaar ministerie op welke wijze het proces-verbaal ten behoeve van de herkenbaarheid (oormerken) bij het openbaar ministerie wordt aangeleverd. 8 7. Als blijkt dat agressie en/of geweld tegen een functionaris met een publieke taak zich niet alleen beperkt tot de werkomgeving, maar zich ook uitstrekt tot de privésfeer dan wordt de aangever en/of werkgever geadviseerd over te nemen maatregelen. In eerste instantie is de werkgever verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen indien sprake is van werkgerelateerd geweld. In geval van ernstige bedreigingen (met geweld) waardoor een adequate en integere uitvoering van de publieke taak ernstig wordt belemmerd en/of onmogelijk wordt gemaakt, wordt gehandeld conform de aanwijzing beveiliging personen, objecten en diensten. De politie zorgt voor een goede kwaliteit van onderzoek en processen-verbaal. Daarbij hoort een goede informatieanalyse en het muteren van meldingen ten behoeve van dossieropbouw. Door een transparante werkwijze kan deze kwaliteit worden getoetst en worden uitgedragen. Dit houdt in: 8. Geweld tegen functionarissen met een publieke taak maakt deel uit van de structurele informatieanalyse bij de politie. De politie deelt deze analyse met relevante partners indien daartoe aanleiding is (bijvoorbeeld trends of toename geweld). 9. Werkgevers met een publieke taak kunnen aangifte doen van agressie en geweld tegen hun werknemers. Het slachtoffer wordt in dat geval in beginsel als getuige gehoord.9 10. Werkgevers die vaker te maken hebben met geweld tegen hun werknemers kunnen hierover (aangifte)afspraken maken met de politie.
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
6
Hiervoor zullen in het bedrijfsprocessensysteem Basis Voorziening Handhaving (BVH) in 2010 de nodige aanpassingen worden gerealiseerd. 8 In het kader van het geweldsprotocol geweld tegen politieambtenaren hebben de korpsen al afspraken gemaakt over de herkenbaarheid (oormerken) van het procesdossier. 9 Een werkgever die aangifte doet van agressie en geweld tegen zijn werknemer geeft daarmee een krachtig signaal af dat dit gedrag tegen zijn werknemers én de publieke taak niet wordt geaccepteerd. Tevens neemt de werkgever hiermee de (exclusieve) verantwoordelijkheid voor de aangifte weg bij zijn werknemers en daarmee wellicht ook de vrees voor en het risico van represailles, Ministerie van Justitie en BZK, Anonimiteit in het Strafproces, juni 2008, p. 36-37. 7
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
7
11. In beginsel wordt door de aangever of getuige domicilie gekozen op het werkadres. De politie informeert aangevers en/of getuigen over de mogelijkheden hieromtrent. 12. Geweldszaken tegen functionarissen met een publieke taak worden in beginsel door de recherche behandeld. 13. Relevante antecedenten (strafbare feiten en mutaties) worden in het proces-verbaal vermeld. 14. Het proces-verbaal wordt in geval van schade en/of letsel voorzien van beeldmateriaal (kleurenfoto’s en/of video opnames) de plaats / context van het delict en/of een medische verklaring. 15. De politie neemt waarnemingen over alcohol en drugsgebruik (facilitators) die mogelijk van invloed zijn geweest op het gedrag van de verdachte op in het procesverbaal. Bij de opsporing en vervolging van deze zaken wordt zoveel mogelijk lik op stuk toegepast. Dit houdt in: 16. Bij ernstige vormen van agressie en geweld wordt de verdachte niet eerder heengezonden dan nadat contact is opgenomen met het openbaar ministerie. 17. Bij minder ernstige vormen van geweld wordt indien mogelijk de Aanhouden en Uitreiken procedure toegepast. Loopzaken worden zoveel mogelijk vermeden. De politie informeert de benadeelde optimaal en ondersteunt het verhalen van de schade op de dader. Dit houdt in: 18. De politie past schadebemiddeling/regeling toe conform de aanwijzing Slachtofferzorg. 19. Indien na overleg met het openbaar ministerie (super)snelrecht wordt toegepast informeert de politie in verband met het korte tijdbestek de benadeelde over de voegingsmogelijkheid in het strafproces.
1. 2. 3. 4. 5.
Vervolgingsafspraken Het openbaar ministerie geeft hoge prioriteit aan de vervolging van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. Daarbij wordt bovendien zoveel mogelijk lik op stuk toegepast. Dit houdt in: Bij agressie en/of geweld tegen functionarissen met een publieke taak vindt vervolging plaats, tenzij het opportuniteitsbeginsel om een ander besluit vraagt. De vervolgingsbeslissing wordt door het openbaar ministerie met voortvarendheid genomen. Bij ernstige vormen van geweld worden bewijsbare zaken door het openbaar ministerie gedagvaard voor de rechter tenzij het opportuniteitsbeginsel tot een andere beslissing noopt. Er wordt indien mogelijk voorlopige hechtenis gevorderd en/of de AU procedure gevolgd. Een en ander conform de menukaart snelrecht. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de voegingsmogelijkheid van het slachtoffer. Bij minder ernstige vormen van geweld wordt in beginsel de AU procedure toegepast. Loopzaken worden zoveel mogelijk vermeden. Het openbaar ministerie zorgt voor een goede kwaliteit van de vervolging. Door een transparante werkwijze kan deze kwaliteit worden getoetst en worden uitgedragen. Dit houdt in:
6. Het openbaar ministerie zorgt voor eenduidige registratie van deze zaken. 7. Dossiers betreffende agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak worden ten behoeve van de herkenbaarheid geoormerkt. 8. Het openbaar ministerie vraagt indien nodig bij de Reclassering een adviesrapport aan waarin wordt gerapporteerd over de mogelijkheden tot daderhulpverlening en de
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
8
noodzaak van bijzondere voorwaarden, conform de aanwijzing Huiselijk geweld ofwel de aanwijzing Bijzondere voorwaarden. 9. De officier van justitie motiveert in het requisitoir dat conform de BOS Polarisrichtlijnen van het openbaar ministerie een zwaardere straf wordt geëist en motiveert eventuele afwijkingen van deze richtlijnen. 10. Het openbaar ministerie registreert de gevorderde straf in GPS. Het openbaar ministerie informeert de benadeelde optimaal en ondersteunt het verhalen van de schade op de dader. Dit houdt in: 11. Het openbaar ministerie ondersteunt het slachtoffer bij het uitoefenen van zijn rechten, waaronder schadevergoeding. Dit alles conform de aanwijzing Slachtofferzorg. Het slachtoffer wordt desgewenst op de hoogte gehouden van de strafzaak. 12. In geval van een OM-afdoening wordt bij schade in beginsel een voorwaarde opgelegd, te weten betaling van het schadebedrag. Het voeren van een actief communicatiebeleid ten aanzien van deze zaken. Dit houdt in: 13. Het openbaar ministerie brengt in afstemming met de politie persberichten uit over veroordelingen van verdachten van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. Hierbij worden de beleidsuitgangspunten meegenomen in het persbericht.
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
9
3.
Overlegstructuur partners
De partners zoals hieronder beschreven hebben frequent overleg (4x per jaar) of naar behoefte van één van de partners.
3.1 Veolia Veolia Transport Brabant is een openbaarvervoer bedrijf. In de Provincie Brabant rijdt Veolia het busvervoer in Midden- en West Brabant inclusief de stadsdiensten, Tilburg, Breda, Roosendaal en Bergen op Zoom. In Breda bestaat het lijnennet uit 7 stadslijnen, waarbij er op zaterdagnacht nog een Nightliner wordt gereden. Veolia registreert alle incidenten conform de landelijke methodiek die de volgende indeling kent: - A-meldingen - B-meldingen - C-meldingen
3.2 Gemeente
De gemeente neemt een duidelijke regierol binnen het sociale veiligheidsbeleid. Regie betekent dat de gemeente, ook zonder dat haar sturingsmogelijkheden en bevoegdheden ter beschikking staan, instrumenten dient te hebben om de diverse actoren in het gefragmenteerde krachtenveld te beïnvloeden. Sturing biedt mogelijkheid invulling te geven aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid en doet recht aan de inbreng van de actoren in het netwerk. Uitgangspunten van regievoering zijn onder meer politieke prioritering, maatschappelijk draagvlak, respect voor kennis en professionaliteit bij instellingen en een goede informatiepositie. Sinds enkele jaren worden de concessies voor het openbaar vervoer niet meer door de gemeente verleend maar door de provincie. De verhouding tussen het vervoersbedrijf en de gemeente is hierdoor sterk veranderd. Waar vroeger de lokale overheid een sterke invloed had op het vervoer is deze nu minder.
3.3 Politie De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.
3.4 Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft tot taak de handhaving der wetten, de vervolging van alle strafbare feiten en het doen uitvoeren van alle strafvonnissen en middels het Wetboek van strafvordering een vierde taak: de opsporing van strafbare feiten.
3.5 Provincie Noord-Brabant De provincie werkt aan ‘sociale veiligheid’, samen met gemeenten en talrijke andere partners. De provincie ondersteunt in heel Brabant projecten die bijdragen aan de sociale veiligheid.
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
10
4. Escalatie - afstemming opschaling 4.1 Veolia Veolia is vanuit haar concessie verantwoordelijk voor de (sociale) veiligheid in de bussen. De maatschappij heeft vanuit deze verantwoordelijkheid én verantwoordelijkheid als werkgever de volgende maatregelen getroffen: - Opleiding en training - Voorlichting en communicatie - Incidentenregistratie-systeem - Uniforme reisregels - Calamiteitenprocedure - Opvang na calamiteiten - Directe verbinding met centrale verkeersleiding - Menselijk toezicht (w.o. BOA´s) - Camera´s in alle bussen - Aanpassingen voertuig en omgeving - Samenwerking en overleg met convenantpartners
4.2 Gemeente Waar het gaat om veiligheid in het Openbaar Vervoer heeft de gemeente een belangrijke taak. Niet alleen in praktische operationele zin (inzet toezichthouders, camerabeveiliging e.d.) ook waar het gaat om het verbinden van de verschillende partners en het wijzen op ieders verantwoordelijkheid. De gemeente is verantwoordelijk voor: - (sociale) Veiligheid rond de opstapplaatsen - Verlichting en onderhoud van opstapplaatsen - Inzet van stadstoezicht Naast de maatregelen die in de scenario´s zijn opgenomen heeft de gemeente verschillende (bestuurlijke) maatregelen die de burgemeester of het college kan treffen. Hierbij kunnen we denken aan: - Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast - Preventief fouilleren - Genotsmiddelenverbod - Gebiedsontzeggingen Deze maatregelen worden incidenteel ingezet en getoetst aan proportionaliteit (is het middel niet te zwaar) en subsidiariteit (is er geen ander middel voor handen). De lokale driehoek speelt bij deze maatregelen een belangrijke rol. De burgemeester laat zich adviseren door de politie en het Openbaar Ministerie.
4.3 Politie De politie is verantwoordelijk voor het handhaven van openbare orde en veiligheid en voor de bestrijding van criminaliteit. Als het gaat om sociale veiligheid in het openbaar vervoer heeft de politie de volgende maatregelen getroffen: - Contactpersoon politie neemt deel aan het veiligheidsoverleg; - De politie heeft een aangifteprotocol voor buschauffeurs (bijlage 2), zie ELA; - De (geüniformeerde) politie stapt af en toe tijdens de reguliere dienst op bij een bus en rijdt een paar haltes mee (niet informatie gestuurd);
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
11
-
De politie neemt risicolijnen mee in haar surveillance tijdens de reguliere dienst (niet informatie gestuurd); De politie treedt consequent op tegen overlast en strafbare feiten, dit is ELA De politie behandelt aangifte met opsporingsindicatie volgens ELA Wanneer er de bevoegdheid is om een verdachte aan te houden gebeurt dit volgens ELA met het OM.
4.4 Opschalen (volgens Veolia) In bijlage 1 is het opschalingschema opgenomen. Opschaling van groen naar oranje of rood (zie hoofdstuk 4) vindt plaats na een goede analyse van de gebeurtenissen. Dit houdt in dat het registratiesysteem (zie beschrijving onder 2.1) van Veolia goed moet worden gebruikt. Daarnaast vindt er een belangenafweging plaats op basis van 3 P´s: - Politiek Hebben de incidenten een politieke gevoeligheid? - Pers Is er landelijke of lokale pers betrokken? - Personeel Is bij de incidenten personeel betrokken? Wanneer er sprake is van één van deze belangen dient opschaling overwogen te worden. Daarna wordt voor opschaling gekozen naar behoefte of impact van het incident. Stelregel is dat er alléén opschaling naar een ander niveau plaatsvindt na overleg tussen de districtleiding van politie, vestigingsmanager van Veolia en de Adviseur Openbare Orde van de gemeente en na akkoord van de lokale driehoek. De partners wisselen de registratiegegevens frequent uit (met inachtneming van de privacy) en houden zo de situatie nauwkeurig in de gaten.
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
12
5. Communicatie en woordvoering De Gemeente Btreda is in eerste instantie verantwoordelijk voor alle communicatie naar de pers toe. Iedere partner verzorgt, voor zover bevoegd en verantwoordelijk zijn eigen communicatie. Bij elk communicatiemoment is er overleg conform de afspraken rond opschalen om zodoende: - Afstemming te laten plaatsvinden op communicatiegebied; - Gezamenlijk, als volwaardige partners in veiligheid, naar buiten te treden over incidenten; - Met een gemeenschappelijke boodschap naar buiten treden. Communicatie is een terugkerend item in de structurele overleggen.
6. Informatie-uitwisseling Dit convenant heeft niet tot doel het uitwisselen van gegevens te bewerkstelligen tussen de genoemde partijen anders dan de reeds vigerende convenanten. De informatie uitwisseling tussen de convenantpartners onderling zal geschieden met inachtneming van de regelgeving op het gebied van privacybescherming waaronder de vigerende convenanten, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet politieregisters, Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvordelijke gegevens.
7. Ondertekening De genoemde partijen komen overeen zich te houden aan bovengenoemde afspraken en deze structureel te evalueren. De Burgemeester van Breda
Veolia Transport Brabant Breda
P.A.C.M. van der Velden
B.H. Dwars
Districtschef politie Breda
Openbaar Ministerie Breda
P.P.J.M. Martens
Mr. H.M.P. Hillenaar
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
13
Bijlage 1.
Opvolging bij incidenten
1 Incidentele overlast op bepaalde lijnen
1a
1b
2 Scenario oranje Structureel overlast op bepaalde lijnen
VEOLIA preventieve controles stewards at random Stad en Streek alertheid intensivering aanwezigheid BOA
POLITIE
GEMEENTE
VEOLIA Het informeren van het rijdend personeel over de opschaling. intensivering aanwezigheid BOA doelgericht.
POLITIE De politie surveilleert dagelijks gericht op risicolijnen (IGP1)
GEMEENTE Gericht inzetten toezichthouders/BOA gemeente
Informatiepositie omtrent doelgroep versterken in overleg met veiligheidshuis De politie stapt tijdens de reguliere dienst op bij een bus binnen de risicolijnen en rijdt een paar haltes mee (IGP)
Informeren en positioneren burgemeester; persberichten. Veiligheidshuis brengt doelgroep in kaart en adviseert in plan van aanpak
Inzetten jongerenwerk
3 Scenario rood Structureel ernstige incidenten op bepaalde lijnen, grote onrust in en rond deze lijnen
3a
VEOLIA Het informeren van het rijdend personeel over de opschaling. Structureel BOA op bepaalde lijn - fysieke begeleiding chauffeur
POLITIE De politie gaat preventief fouilleren rondom haltes die vallen binnen de risicolijnen (burgemeester wijst i.o.m. OM en politie haltes/ gebieden aan) De politie gaat preventief fouilleren in de binnenstad van Breda (burgemeester wijst gebied aan)
GEMEENTE Inzetten bestuurlijke maatregelen zoals: Preventief fouilleren , gebiedsverboden, genotsmiddelenverboden. (onder voorwaarden besluit driehoeksoverleg) Indien spoedeisend belang kan de burgemeester aanvullende aanwijzingen geven aan personen en/of diensten.
Veolia stelt instapregime in op specifieke lijnen. 1
IGP: Informatie Gestuurde Politie
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
14
3b
Veolia stopt met of wijzigt de route van risicolijnen, tot de situatie is hersteld.
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
15
Bijlage 2.
Definities incidenten vervoerbedrijven (landelijk)
Categorie A (strafrecht en APV) A1. Mishandeling. Mishandeling: fysiek geweld, waarbij opzettelijk pijn of letsel toegebracht werd aan personeel/reiziger. A2. Bedreiging met wapen Bedreiging met fysiek geweld van personeel/reiziger, met (slag/schiet/steek-) wapen, maar zonder dat het daadwerkelijk tot fysiek geweld komt. A3. Bedreiging zonder wapen Bedreiging met fysiek geweld van personeel/reiziger, zonder wapen, maar zonder dat het daadwerkelijk tot fysiek geweld komt. A4. Diefstal/beroving Diefstal, beroving of zakkenrollerij, waarvan personeel/reiziger slachtoffer werd zonder gebruik van geweld, het kan zowel betrekking hebben op werkmateriaal als op persoonlijke bezittingen. A5. Optreden bij drugsoverlast Repressief optreden tegen overlast door (vermoedelijke) handel in en/of gebruik van verdovende middelen, bijvoorbeeld indien assistentie politie ingeroepen moet worden. A6. Vandalisme, brandstichting,graffiti Repressief optreden tegen opzettelijk vernielen, bekladden (graffiti), bekrassen of onbruikbaar maken, brandstichting et cetera. Meldingen betreffende niet constateren schade. A7. Overige overtredingen: duwen, trekken, spugen, et cetera Onder andere: agressief duwen/trekken, spugen, wederrechtelijk aanraken van persoon, lijf en goed, vechtende passagiers, geweld in het verkeer (zoals moedwillig aanrijden). Categorie B (overtredingen Wet personenvervoer 2000) B1. Schelden Verbale agressie tegen personeel/reiziger, inclusief schelden, beledigen, provocatie. B2. Lastigvallen Hinderlijk aanraken, aanspreken of aankijken van personeel/reiziger, zonder dat daarbij sprake is van agressie, geweld of bedreiging (NIET duwen/trekken of aanranding: zie A7) B3. Optreden bij betalingsproblemen Reiziger die niet wil (bij)betalen of (bij)stempelen en waarvoor assistentie moet worden ingeroepen. B4. Overige verstoringen: misbruik voorzieningen/noodrem, et cetera Waaronder: misbruik voorziening, misbruik noodrem, bedelen/muzikanten, baldadigheid, hinderlijk gedrag, onzedelijk gedrag, wildplassers, slapers, aanwijzing personeel niet opvolgen, onenigheid. Categorie C (overtredingen Besluit personenvervoer en huisregels) C1. Overtredingen huisregels: voeten op de bank, roken, et cetera Voeten op de bank, roken, geluidsoverlast, gevaarlijk gedrag (surfen), verstoring exploitatie, openhouden/trekken/trappen deuren C2. Overige overlast: verontreiniging in- en exterieur Overtreden huisregels (voorzover niet genoemd onder C1), verontreiniging interieur, verontreiniging exterieur.
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
16
Bijlage 3.
Overzicht Veolia Brabant- Breda
Aantal incidenten Stads- en streekvervoer Veolia Breda 2011: Aantal van code abc-2 Vestging maand Breda stad januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Totaal Breda stad Breda streekjanuari februari maart april mei november december Totaal Breda streek Eindtotaal
code abc-2 code ABC A A1. A3 A3.
Totaal A A3.b
A6.
A7.b
B B1.
Totaal B Eindtotaal B2.
B2.b 2 2
1
1 1
1
2 2 1 1 1
B3.
B4.
1
1 2
2 4 1 1
1 1 1 1 1 1 3
1 1 1
1 3 3
1 1
1 3
1 1 1
1 1 1 3 8 12
8
1 1 9
1
1
1 10
1 2 35
1 3 2 3 2
1 2 1
1 1 2
2 1 2 9
3 2 2 3 1 5 2 6 3 2 2 2 33
14
14
Convenant sociale veiligheid openbaar stad- en streekvervoer Breda
1
1
1
1
17
3 2 2 4 2 5 2 6 3 2 2 4 37 1 1 1 1 1 1 4 10 47