Controleresultaten legionellapreventie 2009 Cluster 3: Zorginstellingen
Datum Status
1 juni 2010 Definitief
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
Colofon
VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig Water Rijnstraat 8 Postbus 16191 2500 BD Den Haag Deze publicatie is een uitgave van de VROM-Inspectie en is ook te downloaden via www.vrominspectie.nl Publicatienummer: 0234
Pagina 2 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
Inhoud
Rapport in het kort ......................................................................................................... 4 Samenvatting ................................................................................................................ 5 1
Inleiding ........................................................................................................... 6
2
Werkwijze ......................................................................................................... 7
3
Resultaten cluster zorginstellingen ....................................................................... 9
4
Referenties ..................................................................................................... 11
Pagina 3 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
Rapport in het kort
Clusterresultaten legionellapreventie, cluster 3: Zorginstellingen
In het kader van de interventiestrategie legionellapreventie stelt het RIVM in opdracht van de VROM-Inspectie een feitenrapportage op over recent uitgevoerde controles bij elk van de vijf specifieke doelgroepen. Deze rapportage betreft de controles bij de zorginstellingen (verzorgingshuizen, verpleeghuizen en zorginstellingen zonder verblijf). Er zijn 721 van de bestaande 6621 installaties van deze doelgroep gecontroleerd op maatregelen voor legionellapreventie. Bij meer dan de helft (53%) van de gecontroleerde installaties zijn geen gebreken of gebreken, met een beperkt risico geconstateerd. De overige 47% van de installaties vertoont gebreken die resulteren in een verhoogd of sterk verhoogd risico op legionella besmetting. Een groot deel van de eigenaren/beheerders van installaties blijken niet voldoende kennis in huis te hebben om alle eisen van de legionellapreventie op een juiste manier in te vullen. Een andere reden waarom installaties niet aan deze eisen voldoen zijn onduidelijkheden over taken en verantwoordelijkheden die binnen de organisatie nog niet voldoende zijn vastgelegd. Ook geven de controleurs aan dat grote personele wisselingen een rol spelen.
Pagina 4 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
Samenvatting
De eerste controles van dit derde cluster van de interventiestrategie, de zorginstellingen (verzorgingshuizen, verpleeghuizen en zorginstellingen zonder verblijf) zijn afgerond. Er zijn 721 installaties gecontroleerd op maatregelen voor legionellapreventie. Bij meer dan de helft (53%) van de installaties van dit cluster worden geen gebreken of slechts een beperkt risico geconstateerd. De overige 47% van de installaties vertonen gebreken die resulteren in een verhoogd of sterk verhoogd risico op legionella besmetting. Uit de gesprekken van de controleurs met de eigenaren van installaties die gebreken vertonen blijkt dat ook bij dit cluster een groot deel van de eigenaren/beheerders aangeven niet voldoende kennis te hebben om alle aspecten van de legionellapreventie op een juiste manier in te vullen (niet weten). Daarnaast geeft een opvallend groot deel van de eigenaren aan niet in staat te zijn om aan de eisen voor legionellapreventie te voldoen (niet kunnen). Uit informatie van de controleurs blijkt dat dit te maken heeft met taken en verantwoordelijkheden die binnen de organisatie nog niet voldoende zijn vastgelegd. Ook geven de controleurs aan dat grote personele wisselingen vaak een belangrijke rol spelen. Per onderdeel van de legionellapreventie is door de controleurs aangegeven of de geconstateerde gebreken resulteren in een sterk verhoogd, verhoogd, beperkt- of geen risico op legionellabesmetting van de installatie. De meest voorkomende gebreken bij installaties met een sterk verhoogd risico zijn het beheersplan en het logboek. Bij installaties met een verhoogd risico komen gebreken aan de periodieke beheersmaatregelen en het logboek het meest voor.
Pagina 5 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
1
Inleiding
De drinkwaterbedrijven voeren jaarlijks controles uit bij collectieve (drinkwater)installaties in het kader van het toezicht op de naleving van legionellapreventie. Deze controles worden uitgevoerd om de motivatie, het bewustzijn en de naleving met betrekking tot het voorgeschreven beheer en gebruik van de installatie bij eigenaren en gebruikers te vergroten. Deze controles dragen bij aan een vanuit de volksgezondheid gezien veilige binneninstallatie en een veilig openbaar drinkwaternet. De prioritaire instellingen leveren drinkwater aan kwetsbare groepen mensen die een grotere kans hebben ziek te worden als gevolg van legionellabacteriƫn. Hierdoor is juist bij deze instellingen extra aandacht nodig voor legionellapreventie. De kans op besmetting van een installatie bepaalt de controlefrequentie van deze installatie. Prioritaire instellingen vallen onder de hoogste controlefrequentie en worden, afhankelijk van de risico-indeling, eenmaal per drie jaar of eenmaal per zes jaar gecontroleerd door de drinkwaterbedrijven. Tijdens de controle wordt, naast technische aspecten van de installaties, vooral het beheer van de installatie gecontroleerd. Vanaf 1 januari 2009 wordt de interventiestrategie1 gehanteerd bij de controle van prioritaire (drinkwater)installaties. Deze interventiestrategie is door de VROMInspectie in samenspraak met de drinkwaterbedrijven opgesteld om de naleving van legionellapreventie te verbeteren. Voor de uitvoering daarvan is in maart 2009 een convenant tussen de Vewin (namens de drinkwaterbedrijven) en de VROM-Inspectie getekend. In de praktijk houdt de interventiestrategie in dat specifieke doelgroepen (de zogenaamde prioritaire groepen zoals zorginstellingen, ziekenhuizen etc.) elk jaar in clusters worden gecontroleerd. Met deze aanpak in clusters kan de communicatie over legionellapreventie vooraf en achteraf, alsmede de uitvoering van de controles bij deze doelgroepen optimaal worden ingezet. Het doel is het bewustwordingsproces bij de doelgroepen intensiever te stimuleren, waarbij met name gewezen wordt op de beheersverantwoordelijkheden. Deze rapportage beschrijft de resultaten van de controles bij het derde cluster van zorginstellingen (verzorgingshuizen, verpleeghuizen en zorginstellingen zonder verblijf). Uit een inventarisatie naar de omvang van deze prioritaire groepen blijkt dat er in Nederland circa 6621 van dergelijke instellingen zijn. In de periode van 1 juni 2009 tot 1 augustus 2009 zijn in totaal 721 van deze instellingen gecontroleerd. Dit aantal komt niet overeen met de standaard controlefrequentie van eens in de zes jaar. Bij het totaal aantal instellingen in deze cluster zijn ook zorgwoningen inbegrepen, terwijl is afgesproken om in 2009 (vooruitlopend op de wijziging in het nieuwe Drinkwaterbesluit per 1 januari 2011) geen zorgwoningen te controleren.
1 Voor meer informatie: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=22428 Pagina 6 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
2
Werkwijze
Met de waterleidingbedrijven zijn afspraken gemaakt over de periode waarin bepaalde prioritaire groepen worden gecontroleerd. De VROM-Inspectie legt contact met brancheorganisaties van de te controleren prioritaire groepen, voordat de drinkwaterbedrijven de controles uitvoeren. Voor dit cluster is tweemaal contact geweest met brancheorganisatie ACTIZ. Op 5 maart is een gesprek met ACTIZ gevoerd. Bij een tweede contact met ACTIZ is ook de Vereniging voor Beheer en Onderhoud van Instellingen (VBOI) vertegenwoordigd. Beide organisaties waren erg coƶperatief. Bij elk eerste controlebezoek wordt gecontroleerd in hoeverre de eigenaar/beheerder de betreffende installatie op orde heeft. Er wordt een drietal aspecten van het beheer van de installatie bekeken. Dit zijn de naleving van de beheersaspecten van de legionellapreventie, de maatregelen die worden genomen naar aanleiding van de aangetroffen situatie en de motivatie (zijnde de reden van het niet naleven) van de eigenaar/beheerder van de installatie. Wanneer bij het eerste controlebezoek een sterk verhoogd risico op legionellabesmetting wordt geconstateerd, draagt het drinkwaterleidingbedrijf het dossier direct over aan de VROM-Inspectie voor handhaving (bestuursrechtelijk of strafrechtelijk). Bij het constateren van een verhoogd risico wordt een hercontrole gepland, waarbij de eigenaar/beheerder de gelegenheid krijgt om binnen een bepaalde periode de aangetroffen gebreken te herstellen. Naleving Onder naleving wordt verstaan in hoeverre de eigenaar/beheerder van de betreffende installatie de verschillende onderdelen van de legionellapreventie op orde heeft. De aspecten zijn: risicoanalyse, beheersplan, logboek, monstername en -analyse, eenmalige technische maatregelen, periodieke beheermaatregelen en besmettingen. Maatregelen De maatregelen hebben betrekking op de resultaten van het eerste controlebezoek. Afhankelijk van de aangetroffen situatie bij dit bezoek wordt het vervolg bepaald. Er zijn vier mogelijkheden: Wanneer alles in orde is (akkoord) wordt het bezoek afgehandeld met een afmeldingbrief. Wanneer kleine gebreken worden geconstateerd (beperkt risico) voor legionellapreventie, dan wordt dit in een brief aan de eigenaar gemeld en wordt aangegeven de gebreken te verhelpen. Is er een verhoogd risico op besmetting met legionella, dan wordt een waarschuwingsbrief met een bijlage van de VROM-Inspectie overhandigd, en plant het drinkwaterbedrijf binnen 4 weken een tweede bezoek. Als de gebreken dusdanig zijn dat er een sterk verhoogd risico ontstaat op besmetting, dan wordt het dossier overgedragen aan de VROM-Inspectie, die handhavend gaat optreden. Hierbij moet gedacht worden aan het opleggen van een dwangsom (bestuursrechtelijk) en/of het aanzeggen van een Proces Verbaal (strafrechtelijk). Motivatie In de interventiestrategie is de motivatie van de eigenaar/beheerder van de installatie van belang, omdat de reden voor het niet naleven bepaalt op welke wijze
Pagina 7 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
de naleving moet worden verbeterd. De controleurs hebben bij iedere controle een indicatie gegeven van de motivatie van de eigenaar/beheerder met betrekking tot legionellapreventie. Hierbij is een drietal groepen gebruikt te weten: Niet weten, niet kunnen en niet willen. Theoretisch kan een eigenaar alle motivaties, niet kunnen, niet willen en niet weten scoren.
Pagina 8 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
3
Resultaten cluster zorginstellingen
Risicoverdeling Bij dit cluster is bij 23% (166 installaties) de legionellapreventie op orde. Bij 30% (218 installaties) worden tijdens het eerste controlebezoek kleine gebreken aangetroffen. Deze moeten door de eigenaren worden hersteld. Bij 33% (238 installaties) worden gebreken aangetroffen die een verhoogd risico op legionellabesmetting kunnen geven. Deze installaties worden opnieuw door de drinkwaterbedrijven bezocht. Bij de overige 14% (99 installaties) veroorzaken de gebreken een sterk verhoogd risico. Deze 99 locaties worden overgedragen aan de VROM-Inspectie.
Figuur 1. Risicoverdeling cluster zorginstellingen
Tabel 1. Risicoverdeling cluster zorginstellingen Aantal Sterk verhoogd risico Verhoogd risico Beperkt risico Akkoord
99 238 218 166 721
Percentage 14% 33% 30% 23% 100%
Pagina 9 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
Motivatie Bij de installaties die gecontroleerd zijn en waarbij de legionellapreventie niet op orde was (555 in het totaal), is een inschatting gemaakt van de motivatie van de eigenaar/beheerder. Bij 327 eigenaren/beheerders van installaties speelt niet weten een rol. Bij 56 van de eigenaren is er sprake van niet willen naast niet weten en bij 120 eigenaren speelt niet kunnen een rol.
Tabel 2. Motivatie* Niet kunnen Niet willen Niet weten
Aantal 120 56 327
*) Motivatie van eigenaren van prioritaire installaties met sterk verhoogd, verhoogd risico en beperkt risico. Niet alle gecontroleerde installaties zijn gescoord op motivatie.
Gebreken bij een verhoogd of sterk verhoogd risico De meest voorkomende gebreken bij installaties met een sterk verhoogd risico zijn gerelateerd aan het beheersplan (18%) en het logboek (17%). Bij installaties met een verhoogd risico komen gebreken bij de periodieke beheersmaatregelen (24%) en het logboek (17%) het meest voor.
Pagina 10 van 11
Definitief | Controleresultaten legionellapreventie 2009 | 1 juni 2010
4
Referenties
VROM-Inspectie, Projectplan Legionella 2009, Hans de Vries & Wiebe Dirksen, februari 2009 VROM-Inspectie, Inspectierichtlijn 2005, Controle leidingwaterinstallaties door waterleidingbedrijven, 5202, juli 2005
Pagina 11 van 11