CONSULTVOERING: INTRODUCTIE Versie januari 2002 Docentendeel
HUISARTSOPLEIDING
Algemene gegevens
Dit onderwijsprogramma is ontwikkeld door de staf van de afdeling Huisartsopleiding van de Vrije Universiteit ten behoeve van de huisartsopleiding aan de VU. De stuurgroep HAIO-onderwijs van de afdeling heeft uiteindelijk de ontwerptekst vastgesteld. Nadere informatie kan verkregen worden bij de onderstaande personen die de ontwerptekst hebben samengesteld. De gegevens van dit programma worden aangeboden aan het Samenwerkings Verband Universitaire Huisartsopleidingen in Utrecht voor centrale archivering in de Centrale Onderwijs Bank. In geval anderen dan de Huisartsopleidingen, van dit programma gebruik willen maken of, indien de uitgave voor andere doeleinden of in een ander verband wordt gebruikt, geldt het volgende: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het hoofd van de afdeling huisartsopleiding van de Vrije Universiteit. Programmamaker(s): Trefwoorden ICPC LHK
Marion Schmitz
: : :
Datum en naam laatste wijzigingen: 23 januari 2002, Ruud van den Berg
Contactpersoon Telefoon
: :
Ruud van den Berg 020 - 4449347
Huisartsopleiding VU Medisch Centrum Overschiestraat 180 1062 XK Amsterdam
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING............................................................................................................................................................ 4 1
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN ........................................................................................ 4 1.1 1.2
Aanvangsniveau...................................................................................................................................... 4 Doelstellingen......................................................................................................................................... 4
2
METHODIEK ................................................................................................................................................ 4
3
ORGANISATIE ............................................................................................................................................. 5 3.1 3.2
4
LITERATUUR ............................................................................................................................................... 5 4.1
5
Inhoud HAIO-deel .................................................................................................................................. 6 Voorbereiding docent ............................................................................................................................. 6 Docentinstructie...................................................................................................................................... 6
VOORBEREIDING SECRETARIAAT......................................................................................................... 8 6.1 6.2
7
Verplichte literatuur................................................................................................................................ 5
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT ........... 6 5.1 5.2 5.3
6
Voorbereiding deelnemers...................................................................................................................... 5 Tijdschema.............................................................................................................................................. 5
Materiaal................................................................................................................................................. 8 Kopiëren ................................................................................................................................................. 8
SAMENVATTING OWP CV: INTRODUCTIE ........................................................................................... 8
BIJLAGE 1
INTRODUCTIE CONSULTVOERING ...................................................................................... 11
BIJLAGE 2
GESPREKSTECHNIEKEN PER FASE VAN HET CONSULT................................................. 14
BIJLAGE 3
MAAS-GLOBAAL SCORELIJST............................................................................................... 16
BIJLAGE 4 OBSERVATIE-OPDRACHT........................................................................................................ 17
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
3
INLEIDING Dit programma is bedoeld om HAIO's in de introductieperiode kennis te laten maken met de doelstellingen, methoden en achtergronden van het onderwijs in consultvoering in het eerste blok van de huisartsopleiding.
1
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN
1.1
Aanvangsniveau Dit programma is geplaatst in de introductiedagen aan het begin van de opleiding; of er al praktische ervaring is opgedaan met het op systematische wijze voeren van consulten, is afhankelijk van de werkervaring na het artsexamen. Tijdens de introductie van het co-assistentschap huisartsgeneeskunde is er in ieder geval enige aandacht besteed aan het op huisartsgeneeskundige wijze voeren van een consult.
1.2
2
Doelstellingen Na afloop van het programma zijn de volgende doelstellingen bereikt: 1.
De HAIO kan de algemene doelstellingen van het Consultvoerings-onderwijs voor Blok I benoemen
2.
De HAIO kan in grote lijnen de inhoud van het onderwijs in de consultvoering weergeven
3.
De HAIO heeft kennis gemaakt met de scoringslijst MAAS-GLOBAAL
4.
De HAIO kan in grote lijnen weergeven hoe het afdelings-onderwijs en het onderwijs in de praktijk met elkaar verbonden worden.
METHODIEK Het programma bevat een aantal bijlagen die een snel overzicht geven van vorm en inhoud van de programma's over de consultvoering op de terugkomdagen. Deze bijlagen dienen van te voren gelezen te worden. Op de terugkomdag bestaat het programma uit: 2.1 Inleiding en discussie Naar aanleiding van de gelezen bijlagen wordt besproken hoe een en ander aansluit bij eerder onderwijs en ervaringen op het gebied van de consultvoering. Doel: concretisering van ieders persoonlijk aanvangsniveau op het gebied van de consultvoering. 2.2 Het huisartsgeneeskundig consult Globale bespreking van het model HAG-consult, de houding van de huisarts in de verschillende fases van het consult en de daarbij benodigde gespreksvaardigheden. 2.3 Video-opname bekijken en scoren Een bandopname van een consult wordt met behulp van een scoringssysteem (de MAASGLOBAAL) Hieraan wordt geïllustreerd wat in het eerste jaar geleerd dient te worden. Het krijgen van feedback en beoordeling wordt besproken. 2.4 Informatie over opzet CV-onderwijs De uitgangspunten voor het onderwijs en de onderwijsvorm worden besproken.
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
4
3
ORGANISATIE
3.1
Voorbereiding deelnemers - Lezen van de bijlagen 1 t/m 3. - Uitvoeren van observatie-opdracht in de praktijk en de ingevulde formulieren meenemen!
3.2
Tijdschema Tijdschema
Programma
00 - 15
Vragen/discussie
15 min.
15 – 35
Bespreking model HAG-consult
20 min.
35 – 75
Observeren video-consult en scoren
40 min.
75 – 90
Info over onderwijs consultvoering
15 min.
4
LITERATUUR
4.1
Verplichte literatuur a. Te lezen voor dit introductie-programma: Bijlagen 1 t/m 3. b.
Tijdsduur
Aan te schaffen voor het gehele onderwijsprogramma in de consultvoering: •
Wouda J, Wiel H van de, Vliet K van. Medische Communicatie, 2e druk. Utrecht: Tijdstroom, 2000 (1997).
•
Rutten GEHM. Huisarts en patiënt. Utrecht: NHG, 1996.
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
5
5
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT
5.1
Inhoud HAIO-deel Inleiding, hoofdstuk 1 tot en met 4, bijlage 1 t/m 3.
5.2
Voorbereiding docent HAB en GW-er doen samen het onderwijs. Programma en bijlagen lezen. De beschikbare videoband van een consult bekijken òf zelf een andere band uitzoeken van een eenvoudig consult.
5.3
Docentinstructie 5.3.1
Inleiding en discussie (15 min)
Doel:
Aansluiting vinden bij eerder genoten onderwijs en praktijk-ervaringen van de HAIO's met consultvoering Groepsgesprek, met ervaringen HAIO's centraal
Vorm:
Werkwijze Bespreek de volgende vragen: - Hoe sluit het gelezene aan bij eerder consultvoerings-onderwijs? - Hoeveel is er al bewust of gericht gewerkt met gespreks-/consultvaardigheden? - Wat zijn de ervaringen? Toelichting: De beknopte presentatie in de bijlagen kan al dan niet aansluiten bij verwachtingen, ontstaan door eerder genoten onderwijs of ervaringen uit de praktijk (bijv. in de praktijk van de opleider). Overeenkomsten en discrepanties worden besproken. Tast hiermee ook af hoe de attitude ten aanzien van de consultvoering ligt.
5.3.2.
Bespreking model huisartsgeneeskundig consult (20 min)
Doel: Vorm:
Opfrissen van de kennis over het model voor een HAG-consult Groepsgesprek met informatieoverdracht centraal
Werkwijze Neem de 3 fases van het consult met elkaar door: doe het vragenderwijs: wat weet men er (nog) van, zet het nog eens op een rijtje. De belangrijkste punten ten aanzien van de inhoud, houding en gespreksvaardigheden per fase worden genoemd. (Deze punten staan ook in de syllabus Consultvoering in de huisartsgeneeskunde die straks wordt uitgereikt). Toelichting: 1. De intake fase: Inhoud: De patiënt komt met een klacht (bijv. hoofdpijn). De patiënt heeft hier een probleem mee, anders gaat hij er niet mee naar de dokter (bij hoofdpijn bv. angst voor een tumor, of: last ervan vlak voor een tentamen, of: voel me overwerkt) en de patiënt heeft een vraag erover aan de dokter (bv. een geruststelling, pijnstillers of juist een ziek-verklaring). Deze drie elementen: klacht, probleem en vraag dienen in de intake verhelderd te worden. Soms komt de patiënt vooral met het probleem dat hij met de klacht heeft. Dan is het zaak de hulpvraag op tafel te krijgen. Soms komt de patiënt in eerste instantie met de vraag: bv. ik wil graag een verwijzing of een bepaalde therapie. Dan is het zaak het probleem waarvoor men zelf al een oplossing heeft bedacht, te verhelderen.
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
6
-
-
Houding: om de klacht, het probleem en de hulpvraag, zoals de patiënt dat ervaart, op tafel te krijgen, is een open en actief-luisterende houding van de huisarts noodzakelijk, waarbij het verhaal van de patiënt centraal staat: hij is "deskundig" is op het gebied van zijn klachten. Gespreksvaardigheden: als gesprekstechnieken zijn hiervoor nodig: stimulerende, verhelderende en integrerende technieken. Zie Gesprekstechnieken in Bijlage 3.
2. De diagnostische fase Inhoud: er wordt informatie verzameld met behulp van anamnese en lichamelijk onderzoek. Op grond van de bevindingen komt de huisarts tot een diagnose of werkhypothese. Oorzaken of verband tussen bevindingen en diagnose worden genoemd. Ook de prognose of het te verwachten beloop komen aan de orde. Als deze informatie gegeven is wordt de reactie van de patiënt gevraagd: begrijpt hij de informatie en kan hij deze accepteren (soms betekent het slechtnieuws)? De houding van de arts is leidinggevend, structurerend - vanuit zijn deskundigheid als huisarts werkend. Gespreksvaardigheden: gesprekstechnisch zijn systematische informatieverzameling en het patiënt-gericht geven van informatie belangrijke aspecten. 3. De beleidsfase Inhoud: de huisarts doet voorstellen over te volgen beleid. Een relatie met de hulpvraag wordt gelegd. De alternatieven met voor- en nadelen worden genoemd en de uitvoerbaarheid wordt besproken. Afspraken worden gemaakt over wie, wat wanneer. De houding is die van gezamenlijk overleg: de patiënt wordt uitgenodigd te reageren en mee te denken op de haalbaarheid van het voorstel. Als dit goed gebeurt is de compliance hoog. Als gespreksvaardigheden zijn nodig het op juiste wijze toepassen van de regels met betrekking tot het geven van informatie en advies, zodanig dat de therapietrouw optimaal is (= Voorlichting).
5.3.3. Doel: Vorm:
Scoren van consult op video (40 min) Een indruk geven van wat en hoe er dit jaar geleerd gaat worden. - video-observatie (10 min) - scoren met MAAS-GLOBAAL (20 min) - informatie feedback en beoordeling (10 min)
Werkwijze: Bekijk kort met elkaar de scoringslijst van de MAAS-GLOBAAL (bijlage 3) Verdeel de groep over de observaties van de scorings-items: 3 - 5 - 6 - 7. Licht toe dat je altijd bij observatie vooraf een keuze maakt waarop je zult letten: anders verdrink je in de hoeveelheid van te observeren punten! Vertoon een eenvoudig en kort video-consult Bespreek de gescoorde items na (niet te lang): bespreek verschil tussen objectieve observatie en interpretatie van gedrag. Vraag wat men van deze leervorm vindt. Besreek Feedback en beoordeling, zoals beschreven in Bijlage (Introductie Consultvoering, punt E) Toelichting: Doel is te illustreren hoe een belangrijk deel van het leren over de consultvoering vorm gegeven is in het onderwijs. Vertoond wordt een realistisch en dus niet een ideaal consult. Doel is te laten zien hoe je een video-opname gestructureerd kan observeren en hoe moeilijk goede consultvoering is! Haal vooral goed de twee functies van de MAAS-scoring uit elkaar: als evaluatief leermiddel (voor jezelf, met de HAO en op de tkd met andere HAIO's) als beoordeling na 7-9 maanden of er voldoende vorderingen worden gemaakt. Zie ook paragraaf E: Feedback en Beoordeling.
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
7
5.3.4
Informatie over opzet CV-onderwijs (15 min)
Vorm: informatieoverdracht en groepsgesprek. Toelichting: Uitgangspunten voor het consultvoerings-onderwijs zijn: 1. Opfrissen van en voortbouwen op geleerde gespreksvaardigheden in het Basis Curriculum. 2. Integratie van terugkomdag met praktijk-onderwijs: de terugkomdag wordt steeds begonnen met terugkoppeling ervaringen uit de praktijk dan volgt een korte introductie van nieuw stuk theorie en oefening dan volgen huiswerkopdrachten voor oefenen (met opleider) in de praktijk tenslotte korte vervolg-modulen van 1/2 dagdeel naar groepsbehoeften met behulp van videomateriaal uit de praktijk van de HAIO's. 3. Samen met de opleider werken aan de consultvoering: opdrachten voor leergesprekken en praktijk observaties bij elkaar. 4. Verder zal er gewerkt worden met de syllabus Consultvoering in de Huisartsgeneeskunde. Deel deze nu uit. Zeg erbij dat de HAIO's worden gevraagd deze syllabus bij elk consultvoeringsonderwijs mee te nemen. 5. Naast bovengenoemde syllabus moet iedereen de volgende verplichte literatuur aanschaffen, zie ook punt 4 van dit OWP onder "Literatuur": Wouda J, Wiel H van de, Vliet K van. Medische Communicatie, 2e druk. Utrecht: Tijdstroom, 1997. Rutten GEHM. Huisarts en patiënt. Utrecht: NHG, 1996.
6
VOORBEREIDING SECRETARIAAT
6.1
Materiaal • • •
Videoband: consult voor Introductie CV De syllabus Consultvoering in de Huisartsgeneeskunde van Marion Schmitz en Chris Claus klaarleggen voor alle HAIO’s en de begeleiders. (deze syllabus wordt tijdens de dag namelijk uitgedeeld). Video-afspeelapparatuur.
6.2
Kopiëren Bijlage 4, Observatieopdracht, meesturen met de Syllabus voor de Introductieweek
7
SAMENVATTING CV: INTRODUCTIE Inleiding en discussie Naar aanleiding van de bijlagen die als huiswerk zijn gelezen wordt besproken hoe een en ander aansluit bij eerder onderwijs en ervaringen op het gebied van de consultvoering. Het huisartsgeneeskundig consult Globale bespreking van de inhoud, de houding van de huisarts in de verschillende fases van het consult en de daarbij benodigde gespreksvaardigheden. Video-opname bekijken en scoren Een bandopname van een eenvoudig consult wordt met behulp van een scoringssysteem(de MAASGLOBAAL) beoordeeld. Hieraan wordt geïllustreerd wat de HAIO in het eerste jaar dient te leren. Feedback en beoordeling worden besproken. Informatie over opzet CV-onderwijs De uitgangspunten voor het onderwijs en de onderwijsvorm worden besproken.
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
8
8
COB GEGEVENS
TITEL Consultvoering introductie
INHOUD Samenvatting inhoud Dit programma is bedoeld om HAIO's in de introductieperiode kennis te laten maken met de doelstellingen, methoden en achtergronden van het onderwijs in consultvoering in het eerste blok van de huisartsopleiding. Doelstelling: algemeen en specifiek De HAIO kan de algemene doelstellingen van het Consultvoerings-onderwijs voor Blok I benoemen De HAIO kan in grote lijnen de inhoud van het onderwijs in de consultvoering weergeven De HAIO heeft kennis gemaakt met de scoringslijst MAAS-GLOBAAL De HAIO kan in grote lijnen weergeven hoe het afdelings-onderwijs en het onderwijs in de praktijk met elkaar verbonden worden. Algemene opmerkingen Naar aanleiding van de gelezen bijlagen wordt besproken hoe een en ander aansluit bij eerder onderwijs en ervaringen op het gebied van de consultvoering. Globale bespreking van het model HAG-consult, de houding van de huisarts in de verschillende fases van het consult en de daarbij benodigde gespreksvaardigheden. Een bandopname van een consult wordt met behulp van een scoringssysteem (de MAASGLOBAAL) Hieraan wordt geïllustreerd wat in het eerste jaar geleerd dient te worden. Het krijgen van feedback en beoordeling wordt besproken. De uitgangspunten voor het onderwijs en de onderwijsvorm worden besproken.
ONDERWIJS Onderwijsgever GW Consulent Voorbereiding zelfstudie Fase/blok 1e jaar introductie
ONDERWIJSVORMEN Groepsgesprek Oefening Individuele opdracht Excursie Vaardigheidstraining Voordracht Audiovisueel Supervisie Toets COO Evaluatie
* * * * * *
*
Aantal pagina’s
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
9
15 Duur in minuten 90 Opmerkingen gebruik
HERKOMST Opvraagbaar bij Huisartsopleiding Vumc Auteurs; Ruud van den Berg Contactpersoon: Ruud van den Berg
CLASSIFICATIE ICPC
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
10
BIJLAGE 1
INTRODUCTIE CONSULTVOERING
Inleiding Een gerichte en systematische hantering van het gesprek tijdens het consult is essentieel om tot een goede informatieverzameling te komen die de basis vormt voor de diagnostiek. Ook de afstemming van het beleid op déze patiënt, en daarmee de kans op therapie-trouw is voor een belangrijk deel afhankelijk van de gespreksvoering. In de literatuur worden drie aspecten aan medische consulten onderscheiden: 1. proces skills (gespreksvaardigheden) 2. content skills (anamnestische/onderzoeks-vaardigheden) 3. problem-solving skills (diagnostiek en beleid) De kwaliteit van een consult, en van het huisartsgeneeskundig handelen, is afhankelijk van de mate waarin de huisarts deze drie vaardigheden beheerst. Van deze vaardigheden zijn de gespreksvaardigheden als de smeerolie van het consult te beschouwen. Naarmate consulten moeilijker worden en het appèl op de problem-solving skills toeneemt, is er meer smeerolie nodig. Daarom staat het onderwijs in deze vaardigheden centraal in het eerste jaar van de opleiding. In deze inleiding zullen besproken worden: A. De plaats van consultvaardigheden in het eerst jaar van de opleiding B. De houding van de huisarts in het consult C. De MAAS-GLOBAAL SCORELIJST en de kwaliteit van de arts-patiënt communicatie D. De rol van de opleider in het consultvoeringsonderwijs. E. Feedback en beoordeling F. Verplichte literatuur A.
De plaats van consultvaardigheden in het eerste jaar van de huisartsopleiding
Consultvaardigheden hebben een zwaar accent binnen de huisartsopleiding, omdat het een belangrijk deel van het werk uitmaakt. Vanaf de eerste opleidingsweek wordt de HAIO geacht zelfstandig aan het werk te gaan en consulten te verrichten in de praktijk van de opleider, met de hulp van de opleider op de achtergrond. Dit geeft een dilemma: enerzijds moet er nog een heleboel geleerd worden, anderzijds moet de HAIO direct in de praktijk aan het werk! Als er na drie maanden opleiding iets meer rust in het funktioneren als HAIO komt, wordt begonnen met het onderwijs in de consultvoering. Beoogd wordt het onderwijs op de terugkomdagen zoveel mogelijk te integreren met de praktijkervaringen én leergesprekken met de opleider in de praktijk. Op de terugkomdag worden theoretische uitgangspunten van de consultvoering besproken. Het is vooral in de huisartspraktijk dat, met behulp van huiswerkopdrachten, wordt geoefend met de toepassing van de nieuwe stof. Ook al is de theorie van de consultvoering snel geleerd, het leren toepassen in de praktijk blijkt steeds weer tegen te vallen en veel tijd en moeite te kosten. Echter, al doende leert men door de ervaringen systematisch te analyseren en na te bespreken met de opleider én op de terugkomdag. Hiertoe wordt van iedere HAIO gevraagd video-opnamen van eigen consulten in de praktijk te maken. De observatie van de eigen consulten op video kan dan gebruikt worden: a. om zelf-inzicht te krijgen in sterke en zwakke punten b. voor leergesprekken met de opleider c. als materiaal voor het groepsonderwijs op de terugkomdag. B.
De houding van de huisarts in een huisartsgeneeskundig consult
In het programma Consultvoering wordt geleerd hoe gericht en systematisch een huisartsgeneeskundig consult te voeren. Hierbij staat een patiëntgerichte benadering in het consult centraal. Dit houdt in dat de huisarts ten aanzien van de patiënt blijk geeft van respect, betrokkenheid en inlevingsvermogen en dit op adequate wijze weet te combineren met de toepassing van de eigen verantwoordelijkheid en competentie als huisarts. In het consult komt dit tot uitdrukking in een verschillende houding van de huisarts tijdens de drie te onderscheiden fases van het consult:
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
11
1. De intake fase is patiënt centered: de huisarts verheldert de reden van komst van déze patiënt: wat is zijn klacht, zijn probleem en vraag erover aan de dokter? Houding huisarts: openstaan voor het verhaal van de patiënt. 2. De diagnostische fase is doctor centered: de huisarts onderzoekt als deskundige: wat is er objectief aan de hand op medisch, psychisch en sociaal gebied, wat zijn de bevindingen en wat valt daaruit te concluderen? Houding huisarts: ordenend en sturend in eigen medisch referentiekader. 3. De beleidsfase is in gezamenlijk overleg: de huisarts doet een voorstel op grond van zijn bevindingen en er is overleg over het best haalbare plan in aansluiting op de hulpvraag van déze patiënt. Houding huisarts: informatie gevend en gelijkwaardig onderhandelend. Iedere fase van het consult heeft zo een eigen doel en vraagt daarbij een specifieke houding van de huisarts. Om dit te kunnen realiseren zijn ook per fase verschillende gespreksvaardigheden noodzakelijk. De algemene doelstellingen van het consultvoeringsonderwijs in Blok I (na 9 maanden) zijn: a. de HAIO kan benoemen wat er inhoudelijk in de drie fases van het HAG-consult aan de orde dient te komen b. de HAIO kan in een eenvoudig consult gericht en systematisch werken c. de HAIO kan een functionele relatie met de patiënt opbouwen d. de HAIO beschikt over adequate gespreksvaardigheden om in een eenvoudig HAG-consult systematisch (volgens het stappenplan zoals beschreven in de syllabus Consultvoering in de Huisartsgeneeskunde) te werken.
C.
De MAAS-GLOBAAL en de kwaliteit van de arts-patiënt communicatie
Op landelijk niveau is gewerkt aan de ontwikkeling van een criterialijst voor het scoren van communcatievaardigheden en het vakinhoudelijk handelen van de huisarts in het consult. Dit heeft geresulteerd in de MAAS-GLOBAAL SCORELIJST. De MAAS-GLOBAAL wordt gebruikt als hulpmiddel bij het analyseren en bespreken van consulten in de praktijk en op de terugkomdag. De MAAS-GLOBAAL gaat ervan uit dat de interactie tussen arts en patiënt in het consult, zoals eerder genoemd, een vaste structuur dient te vertonen: 1. De intake fase: de patiënt staat centraal: wat is de klacht, het probleem voor de patiënt en zijn hulpvraag? 2. De diagnostische fase: de dokter staat centraal: wat mankeert de patiënt? 3. De beleids fase: voorstel en gezamenlijk overleg: wat doen we eraan? De MAAS-GLOBAAL meet niet alleen of de gehanteerde techniek past bij de fase van het consult, maar ook of de bejegening van de patiënt respectvol en serieus is, of de arts duidelijk is over zijn of haar handelwijze en of de patiënt in staat wordt gesteld om te reageren. De arts-patiënt relatie waar de MAAS-GLOBAAL vanuit gaat, is er een van gelijkwaardigheid en redelijkheid. De problemen die de fundamentele ongelijkheid tussen arts en patiënt met zich meebrengt, bijv. het verschil in deskundigheid of het verschillende belang van arts en patiënt, vallen buiten het bestek van de consultvoering. Het kunnen hanteren van ongelijkheid in een professionele relatie is het centrale thema van diverse programma's over communicatie met verschillende soorten patiënten in het tweede en derde jaar van de opleiding.
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
12
D.
De rol van de opleider in het consultvoerings-onderwijs
Van de opleider wordt verwacht dat hij/zij de consultvoering van de HAIO begeleidt door middel van: - leergesprekken naar aanleiding van huiswerkopdrachten voor de terugkomdag - nabespreking van videoconsulten met behulp van de MAAS-GLOBAAL - wederzijdse observatie van consulten met nabespreking. Voor al deze activiteiten is het gebruik van video- en audioapparatuur onontbeerlijk. De meeste opleiders beschikken over video-apparatuur. Ook is het mogelijk via de beroepsopleiding apparatuur bij het Audio Visueel Centrum te lenen. Voor het onderwijs in consultvaardigheden in de praktijk van de opleider, is observatie een ideaal onderwijsmiddel. Observatie heeft drie specifieke voordelen boven andere methoden van onderwijs: 1.
Een snelle kennismaking met elkaars werkwijzen en mogelijkheden.
2. Modelling Het verwerven van nieuw gedrag in een nieuwe situatie door middel van voorbeeldgedrag, wordt modelling genoemd. De opleider is voor de HAIO meestal het enige voorbeeld van hoe een huisarts zich in een consult met een patiënt dient te gedragen. Wat de HAIO met dit voorbeeld doet, of hij/zij de opleider nabootst of juist zich er tegen afzet, maakt niet uit, het gaat er om dat de HAIO via observatie van de opleider (live of door middel van video) een eerste referentiekader verwerft. Ook observatie in omgekeerde richting (van de HAIO door de opleider) heeft een belangrijke functie in het eerste jaar van de opleiding. Het stelt de opleider in staat om het consultgedrag van de HAIO te ondersteunen en te verbeteren, door het geven van 'feedback'. 3. Gericht feedback geven Via observatie van de HAIO krijgt de opleider een indruk van de consultvaardigheden van de HAIO. Observatie door middel van video heeft als voordeel boven life-observaties, dat de meeste HAIO's het als minder bedreigend ervaren. Live observaties hebben als voordeel, dat de sfeer tijdens het consult goed opgesnoven kan worden. Ook kunnen de handelingen die bij video-opnamen buiten beeld vallen, zoals kennismaken en lichamelijk onderzoek, worden geobserveerd. Bovendien kan feedback onmiddellijk na het consult gegeven worden. Het nadeel is dat de HAO zich soms met het consult gaat bemoeien. Dit kan voorkomen worden door goede instructie vooraf.
E.
Feedback en beoordeling
-
De HAIO levert in de vierde-zesde maand een eenvoudig consult op video in voor groepsobservatie. De HAIO wordt geobserveerd door zijn opleider en krijgt feedback hierover. Iedere HAIO observeert één ochtend een mede-HAIO en geeft feedback en vice-versa. Na zeven maanden levert iedere HAIO een videoband met een eenvoudig consult in bij de groepsbegeleider voorzien van een MAAS-GlOBAAL-scoring en een persoonlijk commentaar daarop: wat vind ik zelf van mijn consultvaardigheden in dit consult? Vooral het commentaar wordt door de docent beoordeeld: daaruit blijkt of de HAIO begrijpt waar het om gaat in het consult, terwijl dat in gedrag nog niet beheerst hoeft te worden. Bij een twijfelachtige of onvoldoende beoordeling wordt samen een plan gemaakt voor verbetering.
-
F. Verplichte literatuur Er zijn twee boeken die iedereen dient aan te schaffen: 1. Wouda J, Wiel H van de, Vliet K van. Medische Communicatie, 2e druk. Utrecht: Tijdstroom, 2000 (1997). 2. Rutten GEHM. Huisarts en patiënt. Utrecht: NHG, 1996. Daarnaast wordt tijdens de introductie de syllabus Consultvoering in huisartsgeneeskunde uitgereikt. De HAIO's worden gevraagd deze syllabus bij elk consultvoerings onderwijs mee te nemen.
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
13
BIJLAGE 2
GESPREKSTECHNIEKEN PER FASE VAN HET CONSULT
FASE
INHOUD
intake
probleem en vraagverheldering
GESPREKSTECHNIEKEN
STAPPEN
Informatie verzamelen d.m.v.: Stimulerende gesprekstechnieken: - Papegaaien. Dit is het (op vragende toon) letterlijk herhalen van het laatste woord of woorden van de patiënt - Aandacht geven, door te hummen en te knikken - Stiltes van een paar seconden laten vallen, niet zo lang dat ze de patiënt (of de arts) een onbehagelijk gevoel kunnen geven, maar lang genoeg om duidelijk te maken dat er gerust door gepraat mag worden Verhelderende of explorerende gesprekstechnieken: - Open vragen stellen. Dit zijn vragen die geen antwoordcategorieën uitsluiten. - Doorvragen. De arts blijft binnen het kader van het reeds besprokene verdere informatie verzamelen. (Open vorm: "Kun je iets meer vertellen over wat je voelt als je wakker wordt?" Gesloten vorm: "Heb je ook hartkloppingen als je wakker wordt?"). - Voorbeelden vragen. - Situaties gedetailleerd laten beschrijven. - Specificeren ("wat is daar naar aan?", "Hoe ging dat precies?") - Vragen naar nog niet-belichte aspecten ("Wat gaat er in je om?", "Wat wil je nu doen?") - Parafraseren, met andere (eigen) woorden weergeven wat de patiënt gezegd heeft. - Emotioneel reflecteren, herhalen wat iemand zegt, waarbij het veronderstelde gevoel wordt aangevuld of gepreciseerd. - Rationeel reflecteren, onder woorden brengen, aanvullen of preciseren wat iemand zou kunnen denken. Informatie ordenen d.m.v.: Integrerende gesprekstechnieken: - Samenvatten, het benoemen van de belangrijkste punten voor de patiënt. Door dit vragenderwijs te doen kan de patiënt corrigeren of aanvullen. - Interpreteren. Dit brengt verband aan tussen aspecten die in de loop van het gesprek of vorige gesprekken aan de orde zijn geweest. De elementen waarop de interpretatie stoelt, moeten dus altijd voor de patiënt te traceren zijn. Door dit vragenderwijs te doen kan gecheckt worden of de interpretatie klopt. - Ordenen. Hoofd en bijzaken scheiden, keuzes maken - Conclusies trekken. Deze hardop uitspreken en afchecken
Vraagformulering en consultplan
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
14
diagnostiek
beleid
- gerichte informatie verzameling - info geven over bevindingen - begrepen en geaccepteerd?
Sturend en ordenend bezig zijn door: de onderwerpen waarover de arts informatie wil hebben duidelijk aan te kondigen en af te sluiten over deze onderwerpen gerichte en indien mogelijk open vragen te stellen samenvatting van bevindingen en conclusie: informatie geven in kleine hoeveelheden, begrijpelijke taal afchecken of informatie begrepen en geaccepteerd wordt
Weergave bevindingen en acceptatie patiënt
- voorstellen doen - overleg - afspraken maken
Voorstel doen en onderhandelen over te voeren beleid en afspraken: een duidelijk en voor de patiënt begrijpelijk voorstel te doen, relatie leggen met de hulpvraag om reactie vragen: staat de patiënt open, is het voorstel begrijpelijk en is het haalbaar voor de patiënt? bespreken van mogelijke alternatieven onderhandelen: samen keuzes maken bespreken van praktische uitvoering verdere afspraken maken m.b.t. continuïteit
Plan en consult
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
afsluiting
15
BIJLAGE 3
MAAS-GLOBAAL SCORELIJST
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
16
BIJLAGE 4
OBSERVATIE-OPDRACHT
M:\HO\OWP\1E JAAR\CONSULTVOERING\ORG\OWP - CONSULTVOERING - BLOK 1 - 2002.DOC
17