JUNI 2009
176
Hydropneuma
Dé referentie voor aandrijf- en besturingstechniek
Constructeurs aan zet
Charleroi X - P106 176 - 12,50 EUR
2de trimester - 39e jaargang - Afgiftekantoor
Driemaandelijks tijdschrift van FIMOP en BELGITRANS -
Energie-efficiëntie is uitgegroeid tot een krachtig verkoopargument
19 - Communicatie voor sensoren en actoren
20 - Twin-spindel voor Nul-foutenmontage tot 1000 Nm
36 - Hydraulic Assistance doet veel meer dan onderhoud
SUCCES
KENT VELE DEFINITIES Samen met Norgren bepaalt u uw definitie MIK OP SUCCES MET DE EXCELON PRO REEKS VAN NORGREN EXCELON PRO
Revolutionair, modulair ontwerp
Waar voor uw geld met deze nieuwe pneumatische FRL reeks (Filter, Reduceerventiel, Smeertoestel)
1
insteekkoppelingen of getapte aansluitingen
2
Wandbevestigingen inbegrepen
3
Vergrendelde samenstelling
WIN TIJD: Pasklaar voor montage en gebruik BESPAAR RUIMTE: Hoogtechnologisch composietmateriaal reduceert gewicht en afmetingen BESPAAR GELD:
4
manometer
5
¼-draai manuele aftap of automatische aftap
insteekkoppelingen, bevestigingsklemmen en manometer
1 2
3 4
Voor meer informatie, surf naar www.norgren.com/excelonpro of neem contact op met Norgren N.V. op tel +32 2 333 44 11 of per mail op
[email protected]
5
100 - Lezersdienst
Belgische beroepsvereniging voor industriële aandrijftechnieken (mechanisch, elektrisch, mechatronisch en hydro-dynamisch)
vzw FIMOP Tel: +32 (0)2 640 77 35 Fax: +32 (0)2 640 84 80
[email protected] www.fmop.be
vzw BELGITRANS Tel: +32 (0)2 640 84 32
[email protected] www.belgitrans.be
RAAD VAN BESTUUR C. BENOIT, Bürkert Contromatic R. DECLEER, Decleer, Gaelens & Part. M. DE WINTER, Service Hydro M. ROELANDTS, Pall Belgium J. VERSTRAETEN, Festo Belgium
RAAD VAN BESTUUR R. PATERNOSTER, AZ Hollink Belgium L. DE GROEF Esco,Transmiss. G. HEYVAERT, MGH 2002 P. BOURGUIGNON, Hansen Transmissions L. VAN HOYLANDT, Act in Time
TOEZICHTHOUDERS N. LEBOTTE, IMI Norgren M. VANDERPERREN, Parker Hannifin
TOEZICHTHOUDERS O. VAN HEER, WEG Europe
COMMISSIES Confederatie Toetredingen Gids Algemene voorwaarden CETOP Onderwijs - IHP Events & Beurzen Repertorium Tijdschrift Automation-HP Marketing Hydraulica Marketing Pneumatiek Marketing Afsluiters E-News - Webstek Beroepsethiek
COMMISSIES MARKETING BEURZEN MEDIA WEBSITE
LEDEN 2008 AF BELGIUM ASCO NUMATICS BENELUX ATLAS COPCO COMPRESSOREN BOGE COMPRESSOREN BOSCH REXROTH BREVINI BELGIO BURKERT CONTROMATIC CLIPPARD EUROPE CQS Technologies COMPAIR GEVEKE DECLEER-GAELENS & PARTNERS DOEDIJNS KOPPEN & LETHEM Doedijns Fluidap DONALDSON ULTRAFILTER EAGLE BURGMANN ERIKS MOTION CONTROL/IECO Euregio Hydraulics FESTO BELGIUM FLUIDTECH HEBU HOGESCHOOL WEST VLAANDEREN (PIH) HYDAC HYDRAULIC ASSISTANCE HYDRAUMEC INTERNATIONAL HYDRAUVISION IMI NORGREN INGERSOLL RAND BENELUX INTERNORMEN Benelux KAESER COMPRESSOREN KAHO ST LIEVEN LEGRIS BELGIUM OLAER BENELUX PALL BELGIUM PARKER HANNIFIN PIRTEK BENELUX REM B MORSSINKHOF SAUER DANFOSS SERVICE HYDRO SMC PNEUMATICS TESTO VAN DE CALSEYDE VAN HECK INTERPIECES VEMOFLEX Wisman Techniek
LEDEN 2008 ABB ACT IN TIME ANGST & PFISTER ATB AUTOMATION AVD BELGIUM AZ HOLLINK BELGIUM BAUDION GROUP BEGE AANDRIJFTECHNIEK BRAMMER BREVINI BELGIO CALDIC TECHNIEK BELGIUM DEFAWES’96 ESCO TRANSMISSIONS GKN SERVICE BENELUX HABASIT BELGIUM HANSEN TRANSMISSIONS INT. IECO L. TAS & CO MAXON MOTOR BENELUX MEA MGH 2002 NEXEN EUROPE GROUP Psi Control Mechatronics RENOLD CONTINENTAL REXNORD ROTERO BELGIUM Schaeffler Belgium SIEMENS SKF STROMAG TRANSMO VOITH TURBO WEG EUROPE
JUNI 2009
BELGITRANS
Belgische Verenigingen van Fabricanten, Invoerders en Verdelers van Materiaal voor Industriële Hydraulica, Pneumatica, Automatisatie en aanverwante technieken. Lid van het Europese comité CETOP
176
FIMOP
Hydropneuma
Dé referentie voor aandrijf- en besturingstechniek
Omslagverhaal
COLOFON SECRETARIAAT Wielstraat 12 B - 2880 Bornem Tel Fimop: +32 (0)2 640 77 35 Tel Belgitrans: +32 (0)2 640 84 32 Fax: +32 (0)2 640 84 80
[email protected] www.hydropneuma.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER René Decleer, FIMOP p/a KHNB, Louisalaan 500, B 1050 Brussel REDACTIECOMITE René Decleer, Robert Paternoster en Roger Stas REALISATIE CxO Europe Wielstraat 12 - B -2880 Bornem PUBLICITEIT Dirk Vermant – gsm: +32 (0)477 270 787 e-mail:
[email protected] Redactie Stijn Dom - tel: +32 (0)2 640 77 35 - e-mail:
[email protected] DRUKKERIJ Artoos, Kampenhout Verspreiding 6.500 ex. NL + 4.500 ex FR Automation Magazine is een uitgave van de beroepsverenigingen Fimop en Belgitrans. De advertenties in Automation Magazine worden ter goedkeuring aan het redactiecomité voorgelegd. Alle advertenties die betrekking hebben op de technieken en de producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie. Alle artikels en berichten in de redactionele bijdragen van dit tijdschrift werden door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen advertenties. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten. Volgend nummer: september 2009 AUTOMATION paraît aussi en français Lid van de Unie van de uitgevers van de Periodieke Pers.
28 - Constructeurs aan zet
Inhoud EXPERT GROUP DRIVES & CONTROL Efficiënt en flexibel aandrijven met pneumatiek
6
DOSSIER Samenstelling van basisoliën Constructeurs aan zet Conditie Bewaking bij hydraulische systemen
9 28 32
BEURZEN Mocon-Hydromech: vakevent voor motion control, drives & transmissions
13
REPORTAGE Miljarden euro’s aan perslucht gaan jaarlijks in rook op Communicatie voor sensoren en actoren Maintenance Partners gaat op in Mitsubishi Heavy Industries
15 19 31
TOEPASSING Transmissie voor de verplaatsing van antennes: ongebruikelijke manoeuvres Twin-spindel voor Nul-fouten-montage tot 1000 Nm Magnetische lagertechniek zorgt voor efficiëntiestijging Nieuwe productielijn Inverter Drives 8400 operationeel De nieuwe Temsebrug, een dubbele basculebrug Sensoren hygiënisch geïntegreerd in de machine
16 20 23 25 26 35
PORTRET Hydraulic Assistance doet veel meer dan onderhoud
36
ACTUALITEIT Bosch Rexroth breidt netwerk servicepartners uit Nieuw operatorpanel voor standaardaandrijvingen News BIBLIO-TECH
Copyright FIMOP 2009
176 - JUNI 2009 - P 3
27 27 41 – 49 50
Voorwoord Technologiesector valt terug met 20 procent
Het is bijna een cliché; de crisis heeft het gedaan! Ieder nuchter mens weet dat ‘de crisis’ niet bestaat. Het is een gevolg van een uit de hand gelopen vrijheid van handelen in de banksector en andere, zoals de automobielsector, die zoals vroeger geschreven al, nooit de remmen heeft opgezet en nu de eerste is om te boeten. Hier ook weer is de dominotheorie werkelijkheid geworden; minder geld, minder kopen, minder auto’s, minder werknemers ook bij de leveranciers aan die sector, minder plaatstaal, minder hoogovens, minder brandstofverspillende voertuigen, minder gemakkelijk lenen, minder jobs… Er zijn ook bedrijven die van de gelegenheid gebruik maken om nog meer te snoeien dan eigenlijk nodig. En toch is er een kentering in de maak. Vele KMO’s smeken om mensen die ze niet vinden. De VDAB heeft een boodschap: hoe hoger opgeleid, hoe minder kans om je job te verliezen EN hoe meer kans om een nieuwe job te vinden. Op 4 juni schreef een krant in eco-fin bladzijden: ‘Beleggers lusten alweer aandelen’ met ondertitel: ‘…De ruiters van de Apocalyps verdwijnen aan de horizon!’ Als dat geen opsteker is. Ondertussen, in datzelfde dagblad: ‘Bedrijven laten België steeds meer links liggen…van de vijfde naar de achtste plaats…gebrek aan stabiliteit en transparantie van het politiek kader’ Onze sectoren ervaren eenzelfde ongemak en besluiteloosheid. De markt herstelt zich zeer langzaam, als ze dat al doet, en onze marktsector zijn veelal leveranciers aan de zware industrie en de automobiel. Toch moeten we opleiding en vorming nog meer toekomstgericht maken. Hoewel een beetje modewoorden geworden zijn creativiteit en innovatie een dringende noodzaak. En … Condition Monitoring is niet de oplossing van alle mankementen, maar kan zeer goed helpen om een dure stilstand en uitval te elimineren. René P.A. Decleer, verantwoordelijke uitgever n
P 4 - 176 - JUNI 2009
Expert Group Drives & Control
Expert Group Drives & Control Beste lezer, Om u nog beter van dienst te zijn, hebben we sinds het vorige nummer onze Expert Group Drives & Control gelanceerd. Zoals u hieronder ziet, hebben we een mooie groep van productiefchefs en onderhoudsmanagers verzameld om deel uit te maken van de Expert Group Drives & Control. De redactie van Automation Magazine laat hen in elke editie aan het woord laten over thema’s die brandend actueel zijn. U leest bruikbare informatie uit de praktijk. Verscheidene standpunten komen aan bod en visies worden onder de loep genomen. In dit nummer komt de visie van Eric Jegers en Dirk Baumans van Agfa-Gevaert aan bod. Met z’n tweeën zijn ze verantwoordelijk voor alle pneumatische en hydraulische aandrijvingen. Uw mening is belangrijk voor ons. Graag ontvangen we uw reacties op dit initiatief via e-mail:
[email protected]. Veel leesgenot. De redactie. n
Bart Aerts Chef Productie Tiense Suikerraffinaderij
Kurt Coppens Dienst Nutsvoorzieningen Gent Industries nv
Marc Crop Technisch directeur Vandemoortele
Marc Gerits Superintendent Plant & Equipment Engine Ford-Werke GmbH
Philippe Haegeman Directeur Productie CBR
Frank Hanselaer Chef Productie Recticel
Martial Melis Directeur Productie Air Products
Jozef Verdonck Vice President Operations Agfa Materials
John Ostermeyer Chef Productie Umicore
Filip Vlaminck Project Manager/ Preventieadviseur De Pecker
101 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 5
EG DRIVES & CONTROL
Het inklemmen gebeurt met koppen die met zware pneumatische cilinders in bronzen bussen geduwd worden. Voor het doorsnijden van de film wordt een mes gebruikt dat op een stangloze cilinder dwars over de film beweegt. In de langsrichting zorgen kleine cilindertjes met mesjes voor het afsnijden van de tape op de breedte van de film.
Efficiënt en flexibel aandrijven met pneumatiek Omwille van hun robuustheid, eenvoud en lage kostprijs blijven pneumatische aandrijvingen de werkpaarden van de industrie. De opkomst van mechatronica mag dan wel een verschuiving met zich meegebracht hebben naar elektrische aandrijvingen. Wie de pneumatiek voldoende beheerst en de technische evoluties en nieuwigheden volgt, zal ook met pneumatische aandrijvingen efficiënte en flexibele applicaties kunnen ontwikkelen. Vooral bedrijven met een zekere historie worden vroeg of laat geconfronteerd met de vraag naar de flexibiliteit van hun productieapparaat. Zeker wanneer nieuwe producten geïntroduceerd worden en wanneer men de productiecapaciteit wil opdrijven botst men vaak op de beperkingen van bestaande machines. Dat oude machines echter geen verouderde machines hoeven te zijn bewijst men onder meer bij Agfa-Gevaert in Mortsel. We bezochten er de afdeling waar films en platen geproduceerd worden voor medische en grafische toepassingen. Sommige installaties dateren er van begin de jaren ’70 maar werden voortdurend gemoderniseerd en beantwoorden vandaag aan alle moderne eisen inzake flexibiliteit, betrouwbaarheid en veiligheid. Voor de automatisering van bepaalde onderdelen van deze grote productielijnen blijft men veelal verder bouwen op pneumatiek, vooral omwille van de eenvoud en de lage kostprijs, maar ook omdat de ontwerpers, monteurs en onderhoudsmensen deze technologieën gewoon zijn en perfect beheersen. “Als een installatie betrouwbaar is en goed functioneert, heeft het weinig zin om over te schakelen op elektrische aandrijvingen”, verklaren Eric Jegers en Dirk Baumans van Agfa-Gevaert. Met z’n tweeën zijn ze verantwoordelijk voor alle pneumatische en hydraulische aandrijvingen in de fabriek. En dat zijn er heel wat, want het jaarlijks verbruik aan perslucht bedraagt maar liefst 60.000.000 Nm3.
een lijn waar licht-en hittegevoelige films geproduceerd worden voor de grafische industrie en de medische sector. Het substraat (= onderlaag) voor deze films (PET, polyester) wordt elders in de fabriek gemaakt door middel van extrusie. Aan de lijn worden de grote bobijnen met film afgerold waarna het licht- en/of hittegevoelige materiaal aangebracht wordt op het substraat. Zodra het materiaal gedroogd is, wordt nog een beschermlaag aangebracht die eveneens moet drogen, waarna men de afgewerkte film weer kan oprollen op bobijnen. Het is een continu proces waarbij de film tussen het afrollen en weer oprollen op de bobijnen een weg aflegt van bijna twee kilometer, wat nodig is om voldoende droogtijd te creëren. Ook het wisselen van de bobijnen waarbij de filmen mits gebruikmaking van een plaktafel aan elkaar verbonden worden met een tape, mag dit continu proces niet onderbreken. Om de overschakeling van één bobijn naar een volgende snel te kunnen realiseren worden beide pneumatisch ingeklemd in een groot wiel (een 2-assige wikkelaar) dat kan kantelen om de tweede bobijn in de goede positie te brengen. Het uiteinde van de tweede film wordt manueel aangebracht op een plateau waar ook de eerste film overheen loopt. Zodra die eerste film bijna op is, worden de bobijnen stil gehouden waarna de films die dan over elkaar liggen, automatisch en bijzonder snel doorgesneden en verlijmd worden. Op die manier sluiten beide films zonder overlapping aan op elkaar en kan het continu proces blijven doorgaan. Een kleine buffer verderop zorgt ervoor dat de rest van de productie ook tijdens het wisselen van de bobijnen kan doorlopen. Zowel het inklemmen van de bobijnen als het snijden en aanbrengen van de tape worden pneumatisch aangedreven.
Drukvermenigvuldiger overwint slijtage “Een voorbeeld van flexibiliteit is een aanpassing die we hebben moeten doen aan het systeem om de rollen in te klemmen”, zegt
Snel wisselen van bobijnen Om de mogelijkheden en flexibiliteit van pneumatische aandrijvingen te illustreren nemen Eric Jegers en Dirk Baumans ons mee naar
Algemeen zicht op machine voor afwikkelen van de bobijnen.
P 6 - 176 - JUNI 2009
“Als een installatie betrouwbaar is en goed functioneert, heeft het weinig zin om over te schakelen op elektrische aandrijvingen”, verklaren Eric Jegers (links) en Dirk Baumans (rechts) van AgfaGevaert, beide verantwoordelijk voor alle pneumatische en hydraulische aandrijvingen in de fabriek.”
EG DRIVES & CONTROL
Zijframe van de plaktafel, ook gebruikt als zijn pneumatische schakelkast.
Eric Jegers. “Door slijtage aan de bronzen bussen was er steeds meer kracht nodig om de wrijving te overwinnen. Het vervangen van de bussen zou echter niet eenvoudig zijn omwille van de beperkte plaats en het feit dat deze perfect uitgelijnd moeten zijn. De pneumatiek laat echter toe om een drukvermenigvuldiger te plaatsen waarmee men de druk van het persluchtnet lokaal kan verhogen, wat voldoende is om de extra wrijving door slijtage te overwinnen.” De drukvermenigvuldiger is een pompje dat door de verhouding in oppervlakken van zijn cilinders de druk verdubbelt. De druk van de perslucht – zowat 6 bar – wordt er eerst verlaagd tot 4 bar om vervolgens met de drukvermenigvuldiger op 8 bar te komen. “De flexibiliteit zit onder meer in het feit dat we deze verhoogde druk alleen gebruiken voor de bronzen bus waar het effectief nodig. De andere blijven op een lagere druk werken zodat niet onnodig energie verbruikt wordt. Maar als het later nodig zou blijken kunnen ook bijkomende cilinders op de drukvermenigvuldiger aangesloten worden.” Ook de keuze tussen pneumatische en elektrische aandrijving wordt op deze machine mooi geïllustreerd. Bij het oprollen van de bobijnen aan het einde van de lijn heeft men een situatie die enigszins analoog is aan het afrollen. Alleen moet het snijden van de film er veel sneller gebeuren en gesynchroniseerd worden met de snelheid van de film zodat men een diagonale snede krijgt die overeenkomt met één omwenteling op de bobijn. “Vooral het synchroniseren was met een pneumatische aandrijving vrij problematisch. Deze slede met het mes wordt daarom elektrisch aangedreven, wat toelaat met een constante en gecontroleerde snelheid te bewegen.” De punt van de film wordt dan weer pneumatisch tegen de nieuwe bobijn aangedrukt. Een bijkomend aspect aan de machine is dat de inklemming van de bobijn enkel bediend mag worden in een bepaalde positie om te voorkomen dat de 1,5 ton wegende bobijn ongepland zou lossen. Daarom zit er een ventiel op het grote wiel dat via een nok enkel schakelt in een bepaalde positie van het wiel. Het zijn dat soort kleine, praktische oplossingen die het geheel eenvoudig en overzichtelijk houden. Ook in de schakelkast overwint de pneumatiek het bij deze machine duidelijk van de elektronica.
De drukvermenigvuldiger (bovenaan op foto / rechtopstaand) zorgt lokaal voor een hogere druk dan die van het persluchtnet.
Pneumatische of elektrische aandrijving? “Er zijn wel applicaties waar we overgaan van pneumatica naar elektrische aandrijving”, zegt Dirk Baumans. “Meestal is de uitdaging dan om een nauwkeurige positionering te krijgen. Omwille van de snelheid gebeurt het ook soms, maar meestal kan dat ook pneumatisch opgelost worden. De reactietijd kan bijvoorbeeld ingekort worden door een ventiel dichter bij de cilinder te plaatsen.” Het omgekeerde gebeurt trouwens ook, vooral wanneer men met explosiegevaarlijke zones te maken heeft. “Dan kan het eenvoudiger en goedkoper zijn om een elektrische aandrijving te vervangen door een pneumatisch systeem, wat we bijvoorbeeld al gedaan hebben voor het openen van deuren en poorten.” Beide specialisten volgen aandachtig welke nieuwe evoluties zich in de wereld van de pneumatiek aandienen, al wordt er niet altijd voor de nieuwste technologie gekozen. “Soms is het voordeel van een nieuwigheid enkel plaatsbesparing maar daar heb je niets aan als het niet past in je bestaande systeem. Waar we wel duidelijk de vruchten van plukken zijn verbeterde afdichtingen. We werken met olievrije perslucht van 4 (+ 1 reserve) Atlas Copco compressoren (van elk 250 kW) en dan heb je dichtingen nodig die de droge lucht aankunnen. Voor de bediening van kleppen hebben we ook pneumatische componenten in agressieve milieus. Daar heb je eveneens de juiste afdichtingen nodig.” Een bijkomende reden om niet meteen elke nieuwigheid in huis te halen is dat een grote mate van standaardisering nagestreefd wordt. Al maken de technische verschillen tussen oplossingen op de markt toch dat er flink wat leveranciers zijn van pneumatisch materiaal, waaronder Festo, Legris, Norgren, Asco Numatics, SMC en Parker. “Standaardisering van componenten is één ding, de tweede vraag is hoe ver je moet gaan in het standaardiseren op een bepaald merk of leverancier. Dat kan helpen om gunstige prijsafspraken te bekomen maar het kan je ook te afhankelijk maken. Inkopers en technici moeten daar samen de gulden middenweg in zoeken.” n 102 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 7
L aat gebr uik t e sme er olie he t milieu nie t naar de dui v el helpen.
Laat uw gebruikte olie ophalen door een erkend operator. Eén druppel gebruikte olie kan maar liefst
als uw olie volgens de door OVAM, BIM of
moeilijker. Uw gebruikte olie laten ophalen
1000 liter water vervuilen. Mede daarom
OWD voorgeschreven procedure is opge-
is ook goed voor uw portemonnee. Voor
bent u als professionele oliegebruiker ver-
haald, kan deze op een milieuvriendelijke
kleine hoeveelheden hebt u namelijk onder
plicht uw gebruikte olie te laten ophalen
manier worden gerecycleerd. Meng uw olie
bepaalde voorwaarden recht op een forfai-
door een erkend ophaler. Let er evenwel
bijvoorbeeld niet met andere afvalstoffen,
taire vergoeding. Verduiveld mooi meege-
op dat dit correct gebeurt. Immers: alleen
want dat maakt recyclage een heel stuk
nomen, toch?
Eerst smeren, dan recycleren Valorlub is een initiatief van het bedrijfsleven en erkend of aanvaard door de drie regionale overheden.
103 - Lezersdienst
DOSSIER
Industriële oliën (hydraulische en thermische oliën voor industriële toepassingen, de transformatoroliën en de smeeroliën voor compressoren en turbines): samenstelling is sterk afhankelijk van de toepassing; meestal worden deze oliën gekenmerkt door een lange levensduur (tot meer dan 20 jaar).
Samenstelling van basisoliën De vlag smeermiddel dekt vele ladingen. Het gaat hier niet enkel over de klassieke motorolie, maar eveneens over metaalbewerkingsvloeistoffen, transformatorolie, hydraulische vloeistoffen, … Het is reeds bij voorbaat duidelijk dat de samenstelling van de gebruikte olie sterk zal afhangen van het soort olie en van de toepassing. Het is dus vrij moeilijk om de ‘samenstelling’ van smeerolie exact te definiëren. Naar samenstelling kan toch reeds een eerste grote opdeling worden gemaakt. De grote overmaat van de smeermiddelen bestaat namelijk uit een basisolie waaraan additieven zijn toegevoegd. De basisolie wordt ofwel gewonnen uit petroleum (minerale basisolie) of bestaat uit gesynthetiseerde componenten (synthetische basisolie). Zowel aan de minerale als aan de synthetische basisolie worden dezelfde additieven toegevoegd. De aard en de hoeveelheid van deze additieven is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de basisolie en van de beoogde toepassing. Bij het ontwikkelen van een nieuwe smeerolie wordt, aan de hand van een geselecteerde basisolie, een specifiek additievenpakket op punt gesteld. In het geval van motorsmeeroliën gebeurt dit aan de hand van uitgebreide proefcampagnes op testbanken. Een voorwaarde hierbij is wel dat de technische eigenschappen van de basisolie kunnen gegarandeerd worden.
componenten, waarin eventueel nog sporen van zwavel-, zuurstof- en stikstofhoudende koolwaterstoffen aanwezig zijn. Deze ruwe destillatiefractie wordt verder gezuiverd door extractie (verwijderen van PAK’s en componenten die hetero-atomen bevatten) en door verwijderen van wassen (dewaxing ; verlagen van het stolpunt). Eventueel wordt hieraan nog een hydrofinishing (contact met waterstof bij hoge druk en temperatuur over een katalysator) toegevoegd. Bij minerale basisoliën worden de meeste hetero-atomen via de additieven toegevoegd. Deze additieven bevatten een breed gamma aan deze hetero-atomen: zwavel, stikstof, fosfor, zuurstof en chloor. Daarnaast worden via de additieven ook nog een aantal metalen in de olie ingebracht: zink in antislijtage-additieven (Zndiorganodithiofosfaten); barium, calcium en natrium in detergenten. De minerale basisolie bevat van nature uit ook een zeker gehalte aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Gegevens van CONCAWE tonen aan dat het PAK-gehalte* van hoog geraffineerde basisolie (solventextractie, eventueel aangevuld met een kleibehandeling of een hydrofinishing) tussen de 0.3 en de 22 ppm gelegen is. *De concentratie aan de volgende PAK’s werd bepaald: fluorantheen, pyreen, chryseen, benzo(b)fluorantheen, benzo(e) pyreen, benzo(a)pyreen, peryleen, benzo(g,h,i)peryleen, (1,2)-benzofluoreen, (2,3)-benzofluoreen, benzo(a)antraceen, benzo(k)fluoranteen, indeno(1,2,3)pyreen en dibenzoantraceen.
Minerale basisolie
Industriële oliën worden meestal gekenmerkt door een lange levensduur (tot meer dan 20 jaar).
Synthetische basisolie Een synthetische basisolie kan eventueel ook enkel uit koolwaterstoffen bestaan (polymeren vanα-olefines) maar bevat meestal aanzienlijke hoeveelheden hetero-atomen: zuurstof (poly-etheren poly-esteroliën), fosfor (fosforzure esteroliën), silicium (silico-
Bij het ontwikkelen van een nieuwe smeerolie wordt, aan de hand van een geselecteerde basisolie, een specifiek additievenpakket op punt gesteld.
176 - JUNI 2009 - P 9
t
Een minerale basisolie is een mengsel van geraffineerde destillatiefracties afkomstig uit de vacuüm-destillatiekolom van een raffinaderij. Ze bevat enkel koolwaterstoffen als samenstellende
105 - Lezersdienst
t
DOSSIER
De meeste leveranciers van deze oliën houden er momenteel een politiek van ‘total fluid management’ op na.
Het is duidelijk dat de samenstelling van de gebruikte olie sterk zal afhangen van het soort olie en van de toepassing.
nenoliën) en halogenen (gehalogeneerde oliën). Voor een aantal smeermiddelen is de samenstelling van de verse olie wel bij voorbaat gekend. Koelmiddelvloeistof voor automotoren: mengsel van 50% water met 50% ethyleenglycol. Metaalbewerkingsoliën (bij snijden, boren, walsen en trekken van metalen): emulsies van zo’n 4-10% olie in water; de basisolie kan zowel van minerale als van synthetische origine zijn en wordt verder aangevuld met anti-oxidantia, anti-slijtage-additieven, bactericiden en fungiciden.
Samenstelling van afgewerkte olie
Industriële oliën Industriële oliën (hydraulische en thermische oliën voor industriële toepassingen, de transformatoroliën en de smeeroliën voor compressoren en turbines): samenstelling is sterk afhankelijk van de toepassing; meestal worden deze oliën gekenmerkt door een lange levensduur (tot meer dan 20 jaar); transformatoroliën (isolatie en koelmiddel voor transformatoren) bevatten vroeger PCB’s omwille van de stabiliteit; nu worden slechts PCB-vrije transformatoren op de markt gebracht.
Besluit Smeermiddelen zijn heel divers qua samenstelling. De samenstelling wordt hoofdzakelijk gedicteerd door de technische vereisten. Deze technische vereisten worden door het beoogde gebruikt opgelegd. • Koolwaterstoffen maken de hoofdmoot van de smeermiddelen op minerale basis uit. De hetero-atomen en metalen worden hoofdzakelijk via de additieven toegevoegd. • Zelfs hoog geraffineerde minerale basisolie bevat een lage concentratie aan PAK’s. • Het probleem van de PCB’s situeert zich hoofdzakelijk (zou zich hoofdzakelijk mogen situeren) binnen het segment van de transformatoroliën. • Het is opvallend dat het zwavelgehalte bij sommige verse smeeroliën reeds boven de toelaatbare grens ligt voor de behandelde oliën die als brandstof mogen gebruikt worden. • In sommige verse oliën kunnen zware metalen (bv. koper) aanwezig zijn als additief, zodat het gehalte zware metalen van verse smeeroliën de toegelaten hoeveelheden in herwerkte afvalolie benadert. • Remvloeistof is geen olie en kan op een efficiënte herwerkingswijze geregenereerd worden; daarom mag remvloeistof niet opgenomen worden in het afvaloliecircuit.
Het is duidelijk dat de aard en de hoeveelheid van de verontreinigingen in smeeroliën sterk zullen afhangen van de toepassing waarvoor de smeerolie werd gebruikt. Naast deze verontreinigingen door het gebruik kan de smeerolie nog verontreinigd worden door het bijmengen van andere types smeerolie, solventen of chemisch afval. Dit bijmengen moet zo veel mogelijk vermeden worden, teneinde de heropwerking tot een kwaliteitsproduct te waarborgen. Bijmengen is trouwens voor solventen en chemisch afval bij wet verboden.
Hydraulische oliën / Turbine- en compressoroliën Algemeen gesproken hebben smeermiddelen voor deze specifieke toepassingen een veel langere levensduur dan de motorsmeermiddelen. Over het gehalte aan verontreinigende bestanddelen erin kunnen weinig gegevens teruggevonden worden. Gezien de vrij gelijkaardige aard van toepassing als voor de motorsmeermiddelen, kan worden verwacht dat de verontreinigingen hoogstwaarschijnlijk van dezelfde aard zijn. Indien de aandrijving elektrisch gebeurt, dan zal het aandeel van water, PAK’s, lichte componenten en stof lager zijn in deze categorie smeermiddelen in vergelijking met de motor-smeermiddelen. De meeste leveranciers van deze oliën houden er momenteel een politiek van ‘total fluid management’ op na. Dit houdt vooreerst in dat de kwaliteit van de olie regelmatig wordt gecontroleerd. Dit laat toe om de gebruiksduur van de olie gevoelig te verlengen (geen oliewissel op een vast tijdstip maar wel wanneer de kwaliteit van de olie onvoldoende is). Een tweede voordeel hiervan is dat de oliewissel door de leverancier wordt uitgevoerd, zodat een goed gedefinieerde afgewerkte oliestroom ontstaat die bij de leveranciers kan worden opgehaald. bron: VITO - EMIS-website: www.emis.vito.be n
104 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 11
Als grootste dealer van de BeNeLux presenteren wij de nieuwe ENERPAC ‘Bolting Solutions’ catalogus Een overzicht van alle gereedschappen voor boutverbindingen Vraag hem gratis aan op onderstaand e-mail adres Filter technologie
REM-B N.V. Vaartstraat 69 2340 Beerse Tel. : (32) 14 622860 Fax.: (32) 14 609787
Fluid management
Contamination monitoring
Electronics
Software solutions
System technology
Process technology
REM-B Vlaanderen Omer De Vidtslaan 74 1760 Roosdaal-Pamel Tel.: (32) 54 344975 Fax.: (32) 54 320994
106 - Lezersdienst
E-mail:
[email protected] Website: www.remb.com
BEURZEN
Mocon-Hydromech: vakevent voor motion control, drives & transmissions Heel wat bedrijven hebben zich al aangemeld voor de nieuwe editie van easyFairs® MoconHydromech, die zal plaatsvinden op 14 & 15 oktober 2009 in Brussels Expo. De bezoeker vindt allerlei toepassingen Vier maanden voor op het gebied van motion control, drives de opening is 80% & transmissions op Mocon-Hydromech. van de beursvloer ingenomen. Het vertrouwen in Mocon-Hydromech blijft groot tijdens de economische recessie. In 2009 keert Mocon-Hydromech op 14 & 15 oktober terug naar Brussels Expo. Tijdens deze tweedaagse kan de specialist zich verdiepen in de verdere integratie van mechanica, elektronica en software; de nieuwste methodes voor nauwkeurige en snelle bewegingscontrole; trends inzake draadloze machinecommunicatie; de prestaties van de nieuwste generatie veldbussen, aandrijvingen en precisiesynchronisatie, sturingen en sensoriek. Andere speerpunten tijdens de beurs zijn wireless communicatie en IO-link. De sterkte van Mocon-Hydromech is dat het event exposanten rechtstreeks in contact brengt met een groot aantal potentiële klanten. Interessant gegeven tijdens een economische recessie waarbij de focus – méér dan ooit – op een hoge return on invest-
ment ligt. Bovendien is er een lage instapkost en is de kostprijs van deelname transparant: exposanten betalen één all-inclusive kost voor een standmodule mét alle basisvoorzieningen.
Bezoekersmarkt in kaart brengen Mocon-Hydromech voert een grootschalig onderzoek waarbij de bezoekersmarkt in kaart wordt gebracht. Zo wordt er geïnvesteerd in externe databanken om de machinebouwers, werktuigbouwkundigen, mechatronici, ontwerpers, productiemanagers, technische managers, quality controllers en automatiseringsdeskundigen uit de top van de industrie uit te nodigen voor hét Belgische vakevent voor motion control, drives & transmissions. Hierbij ligt de focus op volgende sectoren: • Automotive • Elektrotechniek • Engineering • Hout • Elektronica • Grafische Industrie • Papier & Karton • Non-Food • Installateurs • Kunststoffen • Machinebouw • Metaal • (Petro)chemie • Textiel • Verpakking • Voeding & Drank
Belgische Vereniging van Fabrikanten, Invoerders, Verdelers voor Industriële Hydraulica, Pneumatica Automatisering en Aanverwante Technieken Association Belge des Fabricants, Importateurs, Distributeurs de Matériel Hydraulique, Pneumatique, d’Automatisme pour l’Industrie et Techniques Associées
107 - Lezersdienst
Maatschappelijke zetel - Siège social Louizalaan, 500, Av. Louise, Brussel 1050 Bruxelles
[email protected] www.fimop.be Lid van het Europese CETOP Membre du Comité Européen CETOP
Secretariaat - Secrétariat Wielstraat 12 – 2880 Bornem Tel. 02/640 77 35, Fax 02/640 84 80
108 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 13 adv A5_maa09.indd 1
08-06-2009 10:11:21
Air compressors for every application
A division of Geveke
Engineering Energy audit Service 24/7 Compressor Rental
We keep your industry running !
Compair Geveke NV Leuvensesteenweg 248a • B-1800 Vilvoorde Tel.: 02 720 48 90 • 02 721 17 60
[email protected] • www.compair.be
109 - Lezersdienst 16/02/2009 15:32:10
Ad_automag_2009.indd 1
Samen, kunnen wij ervoor zorgen dat U tijdens de oogstperiode de grillen van de natuur kan doorstaan, dag na dag ... Als uw business van de onberekenbare moeder natuur afhangt, helpt het om een partner zoals Parker te hebben, die u helpt weer en wind te trotseren. Onze “Mobile Systems Engineering Teams” hebben reeds verschillende van de grootste landbouw-machineconstructeurs ter wereld geholpen. Door het creëren en integreren van complete hydraulische en filtratie systemen op nieuwe en bestaande machines zijn we er in geslaagd om hen rendabeler te laten produceren en meer efficiënte machines op de markt te brengen. Het resultaat? Een grotere betrouwbaarheid en beduidend minder onderhoudskosten. Indien U meer hierover wilt weten, consulteer onze website en ontdek hoe Parker u kan helpen om succes te oogsten.
www.parker.com
Tel: +32 (0) 67 280 900 • Fax: +32 (0) 67 280 999 •
[email protected]
110 - Lezersdienst
REPORTAGE
Indien de juiste energiebesparingsmaatregelen worden toegepast, moet het volgens Yves Denauw, technical support engineer bij SMC Pneumatics, mogelijk zijn om in een tijdsbestek van minder dan 1 jaar hierop miljarden euro’s te besparen.
Miljarden euro’s aan perslucht gaan jaarlijks in rook op Door verlaging van de persluchtdruk in een systeem met 1 bar kan al gauw 7 tot 10% worden bespaard op de elektriciteitsrekening van een onderneming. Grofweg kosten persluchtlekkages de Europese gemeenschap jaarlijks zo’n 7,2 miljard euro. Om nog maar te zwijgen van de onnodige CO2-uitstoot van 55 miljoen ton. Het onderwerp ‘Energiebesparing’ prijkt bij SMC, een Japanse producent van pneumatische componenten en systemen voor de markt van industriële automatisering, al jaren hoog op de agenda. “Hoewel de persluchttarieven een veelvoud zijn van de tarieven van water en elektriciteit, worden de kosten van perslucht in een onderneming toch vaak onderschat”, zo stelt Yves Denauw. “Dit bleek recent nog, na het uitvoeren van effectieve luchtmetingen, bij een Belgische chocoladefabrikant. Als gevolg van persluchtlekkages zagen zij jaarlijks ruim 100.000 euro in rook opgaan. Doodzonde, zeker wanneer men zich realiseert hoe eenvoudig het is om de juiste energiebesparingsmaatregelen door te voeren om een lekdichtheid te realiseren van 90 tot 95%.”
te hoeven doorvoeren in het pneumatisch schakelschema kan, zelfs bij bestaande pneumatische systemen, met bovengenoemde componenten ruim 33% aan persluchtenergie worden bespaard”, zo vertelt Denauw.
Luchtlekkages verhelpen
Energie-efficiënte nozzles
De eenvoudigste, maar niet meest effectieve, manier om op bovengenoemd punt geld te besparen is het verhelpen van de vele luchtlekkages in persluchtleidingnetten en applicaties. De grootste boosdoeners zijn veelal onjuist of onzorgvuldig gemonteerde koppelingen of versleten afdichtingen in persluchtcomponenten. “Een kortetermijnoplossing die zeker werkt, alleen niet leidt tot besparingen op de langere termijn. Om dat te realiseren moet in de ontwerpfase van een pneumatisch systeem de energiezuinige componenten reeds worden meegenomen. Componenten zoals speciale cilinders met extra zuigeroppervlak en energiezuinige ventielen. Met andere woorden: kies in plaats van een gewoon reduceerventiel voor een snelheidregelventiel met ingebouwd reduceerventiel (ASR-component) en/of een snelheidregelventiel met ingebouwd flowventiel (ASQ-component)”, aldus Denauw. Met dergelijke componenten is de arbeidsslag zeer nauwkeurig te regelen door eerst het drukverschil over de zuiger in balans te brengen, alvorens de arbeidsslag wordt ingezet. “Zonder wijzigingen
Metingen tijdens een lek audit.
Werking energie besparende ventielen.
Een andere mogelijkheid om aanzienlijk te besparen op perslucht is door het toepassen van energie-efficiënte nozzles bij blaasapplicaties. Dit zijn applicaties waarbij blaaslucht wordt gebruikt voor het reinigen van werkstukken, het drogen en koelen van producten, en ook voor het uitwerpen van defecte producten uit een productielijn. In combinatie met de juiste besturing zijn met dergelijke nozzles besparingen mogelijk tot maar liefst 75%, omdat de druk in de leiding naar de nozzle toe aanzienlijk minder turbulent en energieverslindend is als wanneer gewerkt wordt met een conventioneel smoorventiel. Behalve bij blaasapplicaties, zijn ook bij de aansturing van actuatoren significante resultaten te behalen tot wel 30%. De moeite van het proberen beslist waard dus.
Berekeningssoftware Handige hulpmiddelen voor het uitrekenen van de mogelijke besparingen in een bedrijf zijn de door SMC Pneumatics ontwikkelde softwaremodules. Met het meest uitgebreide pakket, de Energy Saving Software, kan namelijk een berekening voor een complete fabriek worden uitgevoerd. Verder staan op www.smcpneumatics. be een drietal eenvoudige besparingscalculatoren voor het uitrekenen van de besparing op één productielijn. Indien uit deze berekeningen blijkt dat er persluchtbesparingen mogelijk zijn, dan is het raadzaam om eerst een energiebesparingsaudit uit te voeren, om vervolgens op een efficiënte en effectieve manier de onnodige luchtlekkages te kunnen aanpakken. Alleen door op deze wijze aan de slag te gaan zijn eventuele investeringen die nodig zijn, ook weer snel terugverdiend. Een eerste stap dus op weg naar duurzaam ondernemen. n 111 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 15
TOEPASSING
Het ontwerp van de hydrostatische transmissie van het voertuig werd aan deze omstandigheden aangepast. De transporter moest een hoge stabiliteit en robuustheid kunnen garanderen in de onherbergzame Acatama-woestijn.
Transmissie voor de verplaatsing van antennes: ongebruikelijke manoeuvres ALMA is de naam van een onderzoeksinstallatie voor ruimteobservatie. Het onderzoeksstation is gebouwd op de Atacama-hoogvlakte in Chili en moet het meest performante observatorium ooit worden. In de laatste uitbreidingsfase zullen op een hoogte van 5.000 meter en een oppervlakte van 15 km2 66 radiotelescopen voor ruimteonderzoek worden geïnstalleerd. De antennes, die tot 115 ton kunnen wegen, moeten in de loop van het onderzoeksprogramma geregeld worden verplaatst. Een kolfje naar de hand van Scheuerle, een bedrijf uit het zuiden van Duitsland, dat de twee speciale transporters voor de verplaatsingen levert. Voor het ontwerp van de hydrostatische transmissie van de transportvoertuigen deed Scheuerle een beroep op de knowhow van Rexroth. ALMA staat voor ‘Atacama Large Millimeter Array’, een installatie waarmee de onderzoekers submilllimetrische radiogolven kunnen opvangen. Europa neemt aan het project deel via het ESO (European Southern Observatory). Dat kreeg de zware taak toebedeeld om een oplossing te zoeken voor het probleem van de verplaatsingen. In het belang van een optimale observatie moeten de antennes, met een gewicht van bijna 115 ton en paraboolreflectoren van twaalf meter, geregeld worden verplaatst. Voor de antennes werden op de site ongeveer 200 funderingen voorzien.
Millimeterwerk Het ESO besloot deze opdracht toe te vertrouwen aan Scheuerle, een Duits bedrijf gespecialiseerd in transportvoertuigen voor zwaar vervoer. Zij zullen twee transporters voor het vervoer van de antennes ontwikkelen en leveren. Van bij het begin wisten de bij het project betrokken partijen dat voor het verplaatsen van de antennes een hydrostatische transmissie nodig zou zijn. Alleen een gescheiden oplossing, met andere woorden een vrije opstelling van de pompen en de axiale zuigermotoren, zou het project de flexibiliteit verlenen die absoluut noodzakelijk is om een dergelijk voertuig te ontwerpen. “Daarnaast is precisie en wendbaarheid – op de millimeter nauwkeurig – noodzakelijk bij het verplaatsen en herpositioneren van de fragiele antennes. De drie steunpunten op de fundering hebben de grootte van een handpalm, en dat voor een gewicht – antenne en voertuig samen – van ongeveer 250 ton”, vertelt Max Kraus, de ingenieur die verantwoordelijk is voor het project bij het ESO in het Duitse München. Voor het ontwerp van de hydrostatische transmissie deden ESO en Scheuerle een beroep op Rexroth. Manfred Glöckler, projectingenieur bij Rexroth, herinnert zich nog de eerste vergaderingen met Scheuerle: “Al bij het eerste contact met de ingenieurs van Scheuerle werd duidelijk dat we voor dit project geen gewoon materiaal konden gebruiken.” Andreas Kohler, Chef Techniek bij Scheuerle, benadrukt dat het project ook voor de voertuigconstructeur van Pfedelbach buiten de norm viel: “We hebben de volledige hydrostatische transmissie hertekend en een transportoplossing ontwikkeld die rekening houdt met de extreme omstandigheden.”
Twee ‘powerhouses’ torenen uit boven het chassis van het voertuig. Hierin bevinden zich de dieselmotoren en de pompen met variabel slagvolume en de axiale pompen A4VG 125.
P 16 - 176 - JUNI 2009
TOEPASSING
Voor de verschillende onderzoeksprogramma’s moet het projectteam de 66 antennes regelmatig verplaatsen.
Omdat het zwaartepunt hoog ligt, moet de hydrostatische transmissie zorgen voor een gelijkmatige verplaatsing zonder schokken of onderbrekingen.
Grote stabiliteit
worden eerst geleverd en afgewerkt in het basiskamp; daarnaast moeten de antennes regelmatig teruggebracht worden naar het basiskamp voor onderhoud. De afstand tussen de verschillende antennes op de hoogvlakte bedraagt maximum ‘slechts’ 15 kilometer; het traject tussen ALMA en het basiskamp is bijna twee keer zo lang. Maar het probleem zit vooral in de helling: er moet bijna 2.100 meter overbrugd worden; op sommige punten bedraagt de hellingsgraad tien procent. In deze omstandigheden moeten de aandrijfsystemen aan zware vereisten voldoen, en wel om twee redenen. Tijdens het klimmen met een gewicht van 250 ton moeten de pompen en de motoren continu een maximumvermogen leveren. Maar ook tijdens het afdalen, wanneer de antennes naar het basiskamp moeten worden gebracht, wordt het hydraulisch systeem zwaar belast omdat de transmissie dienst doet als rem. Een mechanisch remsysteem zou deze klus niet kunnen klaren. “Volgens de eerste berekeningen bleek al snel dat we bij het afdalen zouden moeten ingrijpen op de draaihoek van de motor met variabel slagvolume om het noodzakelijke remkoppel te kunnen verkrijgen”, analyseert Glöckler. We doen in dat soort gevallen vaak een beroep op een elektrische of hydraulische proportionele regeling. “Uiteindelijk hebben we gekozen voor een mechanische regeling van de draaihoek, die in het circuit kan worden ingeschakeld”, merkt Glöckler op. Rekening houdend met de extreme omgevingsomstandigheden en het feit dat de implantatiesite zo afgelegen is, kon deze oplossing een maximum aan bedrijfsveiligheid bieden. De hydrostatische transmissie genereert de permanente remkracht die nodig is voor het totale gewicht van 250 ton, zodat de bestuurder ondanks de hellingsgraad volledig zonder mechanische rem kan. Bij voertuigconstructeur Scheuerle en bij Rexroth zijn de verantwoordelijken ervan overtuigd dat ze samen het optimale voertuigontwerp hebben gevonden. Max Kraus (ESO) bevestigt dit: “Met geen enkele aandrijftechnologie zouden we dit type voertuigen kunnen bouwen hebben en al helemaal niet gezien de complexe eisen die in deze omstandigheden aan een voertuig worden gesteld”. De knowhow van Rexroth was in dit project dan ook van onschatbare waarde, “want de hydrostatische transmissie vormt het hart van het transportvoertuig.” n
De omstandigheden – die voor de radioastronomie zeker gunstig zijn – plaatsten de constructeurs en de hydraulicaspecialisten verantwoordelijk voor de bouw van de voertuigen voor een uitdaging van formaat: de hoogvlakte van Acatama, gelegen op een hoogte van 5.000 meter, is een van de meest onherbergzame streken ter wereld. Er is weinig zuurstof en de temperaturen kunnen extreem variëren. Temperaturen van 50 graden of meer in de zomer en -40 graden in de winter zijn geen uitzondering. Het ontwerp van de hydrostatische transmissie van het voertuig werd aan deze omstandigheden aangepast. De transporter moest een hoge stabiliteit en robuustheid kunnen garanderen in de onherbergzame Acatama-woestijn maar ook uiterst nauwkeurige interventies kunnen uitvoeren in het park voor fragiele schotelantennes. Volgens de hydraulicaspecialisten vormden de omgevingsomstandigheden echter niet het grootste probleem. “In de mobiele hydraulica worden we vaak geconfronteerd met ongunstige implantatieomstandigheden. Onze oplossingen blijven betrouwbaar zolang de dieselmotor voldoende vermogen levert”, aldus Glöckler. Daarom torenen twee zogenaamde ‘powerhouses’ uit boven de bestuurderscabine. De twee motoren in de powerhouses leveren op zeeniveau een enorm vermogen van 1.360 pk; maar in de zuurstofarme atmosfeer van de Atacama-woestijn loopt dit terug tot 820 pk. Vier axiale zuigerpompen met variabel slagvolume van het type A4VG voorzien in totaal 14 axiale zuigermotoren met variabel slagvolume van het type A6VM van druk. Op die manier kunnen het transportvoertuig van 135 ton, tien meter breed, 20 meter lang en zes meter hoog en de 115 ton schotelantennes veilig worden verplaatst. De beproefde DA-regulator staat borg voor een soepele, vlotte verplaatsing van de antennes. De regulator controleert het debiet van de pompen en bijgevolg de snelheid van de verplaatsing. In de laatste millimeters activeert de bestuurder de gevoelige bediening met behulp van schakelaars en een afstandsbediening buiten de cabine, net als bij een miniauto. Om een nauwkeurige en gelijkmatige beweging te verkrijgen bij de plaatsing van de antennes, wordt de draaihoek van de pomp in deze fase gecontroleerd met een elektro-proportionele regulator.
Helling van tien procent “Wat ons in het begin echt zorgen baarde, waren de trajecten tussen de observatiesite op 5.000 meter hoogte en het basiskamp op 2.900 meter hoogte”, bekent Glöckler. De nieuwe antennes
112 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 17
Monitoring Ad 90x265:A4 mobile
krachtige beweging
26/5/09
09:14
Page 1
Reliable Monitoring, Whatever the Conditions •Fluid Cleanliness Trend Monitoring •Particle Counting
Brevini Fluid Power brengt u verder Wereldwijd hebben onze producten in diverse sectoren hun sporen verdiend. Wij bieden de complete productrange voor elk hydraulisch systeem en zien het oplossen van uw problemen op
•Water Content measurement
het gebied van hydraulica als onze grootste uitdaging. Met onze eigen testfaciliteiten en onderdelenmagazijn in Nederland is de aftersales bovendien sterk ondersteund.
•Filter Element life
Brevini Fluid Power is hét sterke merk als het gaat om betrouwbare hydraulische systemen. Of het nu gaat om losse componenten, complete custom made hydraulische systemen of turnkey projecten, onze innovatieve producten garanderen dat u in beweging blijft.
•Fluid Condition Monitoring
The best monitoring solutions for every type of fluid Brevini Fluid Power Benelux Röntgenweg 24
For further information, contact:
2408 AB Alphen aan den Rijn Postbus 764 2400 AT Alphen aan den Rijn T +31 - 172 - 47 08 70 F +31 - 172 - 47 76 67
[email protected] www.brevinifluidpower.nl
113 - Lezersdienst
PALL BELGIUM (Industrial) Leuvensesteenweg 325, bus 7, 1932 Zaventem TEL : +32/(0)2/755 91 81 FAX : +32/(0)2/755 91 78 E.Mail :
[email protected] www.pall.com
114 - Lezersdienst
REPORTAGE
Wat is IO-Link? IO-Link is, dat wordt steeds opnieuw benadrukt, geen (nieuwe) veldbus. Een veldbus impliceert speciale bekabeling wat bij IO-Link niet vereist is. Het is een communicatiesysteem dat digitale communicatie over de traditionele actorsensor bekabeling (3 draads, maar ook 2 draads) toelaat.
Communicatie voor sensoren en actoren De kogel lijkt nu echt door de kerk: IO-Link wordt zonder meer een succes. Een gedurfde uitspraak misschien, mar niet zonder grondige overwegingen gedaan. Sinds zijn voorzichtige conceptvoorstelling nu ongeveer 3 jaar geleden, op de Hannover Messe, leek het of de markt niet echt wou toehappen. Op de recente Hannover Messe bleek dan eindelijk de ommekeer, al is het misschien omdat de gebruiker voor een voldongen feit wordt gesteld. De indicatoren die hiertoe aanleiding hebben gegeven: het aantal leden van de IO-Link vereniging is exponentieel toegenomen en het aantal gepresenteerde producten eveneens waarbij sommige ‘hogere producten’. Dat zijn producten die op zich niets hebben te maken met IO-Link maar die wel van een IO-Link master worden voorzien zoals een motorstarter. Ten slotte en dit is van cruciaal belang: IO-Link producten (sensoren en actoren) zullen tegen dezelfde prijs op de markt worden gebracht als dezelfde producten zonder IO-Link interface. Die beslissing betekende destijds het succes van HART, een digitaal communicatiesysteem voor de proces industrie, dat inmiddels meer nodes kent dan om het welk andere veldbus in de proces industrie samen.
Wat en waarom? IO-Link is tot op zekere hoogte verwant met HART toch wat het concept betreft, minder of niet wat de doelstelling en praktische implementatie (markt) betreft. Huidige moderne sensoren zijn alle tot op zekere hoogte uitgerust met intelligentie in de vorm van een processor, een DSP, geheugen,… dat een pak aan waardevolle informatie bevat die tot op vandaag niet beschikbaar is voor het controlesysteem. Daarvoor moet immers daadwerkelijk gecommuniceerd worden met de sensor of actuator (niet enkel de on/off status). Zo heeft de microprocessor van een fotocel weet van de kwaliteit van detectie (licht, storingen door HF licht, andere storingen, ...), maar dat ligt buiten het bereik van het controlesysteem. Met IO-Link kan men niet alleen over proces data (binair of analoog) beschikken, maar ook over zogenaamde service data (parameters, diagnose data). De instelling van een sensor die vandaag ter plaatse (dip swiches) gebeurt, kan via het controlesysteem gebeuren. De sensor zal alarmen kunnen genereren waarop gepast kan worden gereageerd.
Verschillende communicatiemodes De communicatie bij IO-Link verbeurt door 24 V pulsmodulatie over de seriële UART interface. IO-Link kent meerdere communicatiemodes, maar I/O modules zijn steeds SIO (standaard gescha-
MotorstarterIO-Link: IO-Link dringt ook voor het eerst door in zogenaamde hogere producten die worden uitgerust met een IO-Link master (foto Siemens).
IOLinkSchema: De plaats van IO-Link in de totale communicatie. kelde, IO) compatibel. Dit houdt in dat één I/O module volstaat om zowel digitale en analoge sensoren of actuatoren aan te spreken, maar ook niet IO-Link sensoren kunnen hierop aangesloten worden. De integratie van IO-Link kan gebeuren op diverse niveau’s: gebruik makend van de standaard veldbusprotocols (via de master) zoals DPV0, DPV1, PCP, ..., tijdens de engineering met behulp van tools als GSD, GSDML, FDCML, ..., en tenslotte zijn er nog de zogenaamde device tools als FDT/DTM e.a. De IO-Link masters (I/O modules) ondersteunen 4 communicatiemodes: vooreerst Standaard IO (SIO) en daarnaast Com1, Com2 en Com3 voor de respectievelijke IO-Link slaves. Com1 sensoren schakelen tussen SIO mode en digitale communicatiemode aan 4,8 kbaud. De communicatie is tijdelijk en beperkt (na de opstart in SIO mode). Com2 sensoren kunnen zowel SIO aan, maar kunnen ook continu, vanwege de hogere baud rate (38,4 kbaud), digitaal communiceren (simultaan proces en service data). Vanaf Com2 mode is volledige systeemintegratie mogelijk. Com3 tenslotte is een 2-draadsversie en communiceert aan een 230 kbaud rate.
Voordelen De voordelen van IO-Link zijn divers. Elektrisch heeft men te maken met minder variatie aan kabels, het ontwerp en de configuratie wordt eenvoudiger, de integratie wordt eenvoudiger, en de betrouwbaarheid van de installatie zal verhogen. Vanuit het oogpunt van onderhoud kan men sneller defecte toestellen detecteren (statusmeldingen) en vervangen, wisselstukken worden beter beschikbaar (minder verschillende sensoren nodig), minder stilstandtijd door diagnosetools, minder onderdelen in voorraad,... P. Paulus n IOLinkModuleBalluff: Constructeurs van modules bieden nog maar alleen IOLink modules aan daar het systeem downward compatibel is (foto Balluff ). 115 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 19
TOEPASSING
De twinspindel is samen met zijn besturingen en een pneumatisch werkende lift ingebouwd in een trolley. Zo kunnen de medewerkers hem zonder moeite bewegen en praktisch gewichtsloos van onderen tegen de tractorchassis aanzetten, die aan hangers zwevend de montagelijn doorlopen.
Twin-spindel voor Nul-fouten-montage tot 1000 Nm John Deere in Mannheim bouwt per jaar ongeveer 39000 tractoren, allemaal aan één montagelijn. Velen worden met een speciale twinspindel gemonteerd, wat het werk voor de gebruikers die boven hun hoofd moeten schroeven met grote aandraaimomenten, aanmerkelijk lichter maakt. Het systeem stelt zich automatisch in op verschillende schroefafstanden en garandeert de hoogste proceszekerheid. Multispindels zijn tegenwoordig bijna standaard geworden, niet alleen in de automobielindustrie maar ook bij de fabricage van bouw- en landbouwmachines. Deze twinspindel, die nu ongeveer anderhalf jaar in de Mannheimer Traktorenwerke wordt gebruikt, is natuurlijk geen standaard stuk gereedschap. Want hij kan aandraaimomenten tot 1000 Newtonmeter (Nm) verwerken, stelt zich automatisch in op verschillende bouten, onderzoekt of de verbindingen correct worden afgewerkt en documenteert alle schroefresultaten. De digitaal gecontroleerde spindels van het type Tensor ST en de bijbehorende Power-Focus-besturingen die dat mogelijk maken, zijn geleverd door Atlas Copco Tools. Ook zorgen deze besturingen er voor dat deze speciale moeraanzetters in het productiesy-
Montagestation van onderen; de beide Tensor-ST-moeraanzetters zitten op een montagewagen en monteren synchroon.
P 20 - 176 - JUNI 2009
steem van de tractorenfabriek probleemloos wordt opgenomen. Dat is de hypothese die John Deere nastreeft bij veiligheidskritische verbindingen, de hoogste stap van proceszekerheid in de schroefmontage (stap 5): de Nul-fouten-montage. De twinspindel is samen met zijn besturingen en een pneumatisch werkende lift ingebouwd in een trolley. Zo kunnen de medewerkers hem zonder moeite bewegen en praktisch gewichtsloos van onderen tegen de tractorchassis aanzetten, die aan hangers zwevend de montagelijn doorlopen. De montagewagen is gebouwd door Innovatec, een in montagehulpmiddelen gespecialiseerde machinebouwer uit Zweibrücken. Als schroefspindels fungeren twee Tensor-ST-rechte moeraanzetters, die normalerwijs als handbediende moeraanzetters worden ingezet.
Een montagewagen voor twee verbindingen De montagewagen wordt voor twee gevallen ingezet: ten eerste bij alle tractoren met geveerde voorassen en aandrijving op alle wielen; bij deze modellen wordt het zogenaamde lagerblok met vier M20-bouten (aandraaimoment 610 Nm) voor de drijfstang gemonteerd, die de kracht van de versnellingsbak overbrengt op de vooras. Ten tweede wordt met de montagewagen bij een kleiner
De aandrijving van de beide moeraanzetters: de te monteren tractorchassis doorlopen aan hangers zwevend de montagelijn; de moeraanzetters schroeven van beneden af.
TOEPASSING
type tractor de voorasophanging gemonteerd, eveneens met vier M20-bouten (aandraaimoment 550 Nm). In beide gevallen zijn de benodigde bouten al op een andere werkplek voorgemonteerd, zodat de te monteren onderdelen niet van de hangers afvallen. Om alle vier bouten tenslotte op het eindmoment vast te zetten, moet de twinspindel elke keer tweemaal aangezet worden. Het vastzetten van de bouten gebeurt in twee stappen, een snelle indraaifase en een langzamere eindfase. “De voor het aandraaimoment vereiste tolerantie van maximaal plus/min tien procent halen wij gemakkelijk”, zegt Stephan Hoffmann, die als werkvoorbereider voornamelijk verantwoordelijk is voor de schroefmontagetechniek. De Tensor-ST-spindels zijn zelfs ISO-gecertificeerd voor een koppelnauwkeurigheid van ± 5 %. En ook bij de aandraaimomenten is er nog genoeg reserve: koppels tot 1000 Nm zijn mogelijk.
Schroefsysteem met registratie verhoogt kwaliteit Vroeger monteerden de monteurs het lagerblok en de voorasophanging met een pulsmoeraanzetter. Tijdens het proces van maatregelen voor kwaliteitsverbetering heeft men besloten, voor deze als veiligheidskritisch aangemerkte verbindingen een schroefsysteem in te voeren dat in staat is de uitgevoerde montagehandelingen te documenteren, aldus Hoffmann, “vooral, om zeker te zijn dat er geen bouten worden vergeten”. De tractorchassis gaan dan direct de lakstraat in, waar ze de typische groene huiskleur van John Deere krijgen. Onder de dikke laklaag is dan niet meer vast te stellen of de bouten alleen voorgemonteerd zijn of dat ze op een correcte manier vastgezet zijn. Weliswaar worden bij iedere tractor voor de uitlevering de basisfuncties getest, maar als deze bouten niet goed gemonteerd zouden zijn, zal dat niet meteen opvallen, maar pas later bij de klant, zegt Stephan Hoffmann.
Hier wordt gemonteerd. Het tractorchassis zweeft aan monorails, het montagesysteem wordt van onder aan de wagen aangevoerd.
Beide verbindingen zijn verschillend, de twinspindel stelt zijn aandrijfassen automatisch in op de verschillende boutafstanden, gestuurd door de afname van de bijbehorende dop uit de dopselector. De besturing van de moeraanzetter weet welk type tractor voor montage wordt aangeboden. Als de monteur een verkeerde dop gebruikt, blokkeert de machine.
Een netwerk helpt bij proces optimalisatie De voorasophanging (tweede geval) worden door de slechte toegankelijkheid met getailleerde doppen gemonteerd. Ook de bouten zijn afwijkend – respectievelijk de spindelafstanden van de eerste en de tweede dubbelmontage. Tegenwoordig moet de monteur daarom nu nog met een druk op de knop de andere schroefafstand instellen. Gedurende het totale opgenomen worden van de twinspindel in het bedrijfsproductiesysteem van de tractorenfabriek, zal ook dit proces in de toekomst worden geautomatiseerd en via de server moeten gaan, zegt Stephan Hoffmann. “Wij hebben voor deze schroefspindels gekozen omdat wij wat betreft documentatie en netwerken ons verder willen ontwikkelen, zonder een eilandoplossing te creëren.” Daarbij kwam de bijbehorende netwerksoftware ToolsNet, zeer gelegen. “Op dit gebied levert Atlas Copco het meest uitgebreide softwarepakket.” ToolsNet helpt bij het verzamelen van de schroefdata en bij de procesoptimalisatie. Zo kan men elk moment via een standaard Webbrowser historische gegevens, statistieken en procescapabiliteit ophalen of schroefgegevens in real-time analyseren. Hoffmann heeft de besturing van de moeraanzetters b.v. zo geprogrammeerd dat bij iedere N.O.K.verbinding het schroefdiagram wordt opgeslagen. “Zodat ik beter kan analyseren waar het probleem zit.” Natuurlijk heeft ook het grote aantal van 500.000 arbeidscycli met contante nauwkeurigheid en de daarmee verbonden onderhoudskosten voor de Tensor-ST-spindels een stevig woordje meegesproken, en zegt de werkvoorbereider. “En zeer snel zijn ze ook nog.”
176 - JUNI 2009 - P 21
t
De twinspindel is samen met zijn besturingen en een pneumatisch ondersteunde lift op een trolley gebouwd. Zo kunnen de gebruikers hem moeiteloos bewegen en praktisch gewichtloos van onderen tegen het tractorchassis aanzetten, die aan hangers zwevend de montagelijn doorloopt.
t
TOEPASSING
Dat dankzij de synchroon werkende Tensor-ST-spindels de montagetijden zijn verkort is een aangenaam neveneffect. Maar belangrijker was het dat de beide spindels quasi tegengesteld afsteunen en zo ondanks het hoge aandraaimoment geen reactiekrachten veroorzaken in het aan kettingen vrijhangende tractorchassis. “Anders kunnen de chassis in beweging komen en in de kettingen verstrikt raken. Dat zou een veiligheidsrisico zijn en zou het transport bemoeilijken.” Ook daarom de twinspindel.
Geen defecte tractor verlaat de fabriek Stelt de besturing tijdens de montage een N.O.K. verbinding vast, dan verneemt de monteur dat door een lichtsignaal en een claxon. “Dat mag men niet negeren”, aldus Hoffmann. Bovendien is de moeraanzetter zo geprogrammeerd, dat in het geval van N.O.K. de bouten in één omwenteling wordt gelost. “Om de monteur er op te wijzen dat hij deze bouten nog een keer goed moet vastzetten”, zegt de werkvoorbereider. Daarmee zorgt de montagewagen voor een “hoge discipline bij de montage.” Na succesvolle verbinding met de server werden de foute verbindingen automatisch ingevoerd in een nawerksysteem, aldus Stephan Hoffmann. “Daarmee is voor honderd procent gewaarborgd, dat geen defecte tractor de fabriek verlaat.” De twinspindel wordt net als alle andere elektrische- en persluchtmoeraanzetters, doorgemeten tijdens de tweewekelijks op de fabriek ingevoerde tests. Aan de betrouwbaarheid bestaat bij Stephan Hoffmann geen twijfel: “Wij voelen ons zo zeker met de moeraanzetters, dat wij van de voor deze werkplek als backup geplande pulsmachines, hebben afgezien.” In hun fabriek in Mannheim produceert John Deere in twee shifts ca. 39000 tractoren per jaar op één lijn. Ongeveer 40 % daarvan worden met de montagewagen bewerkt. Hoffmann: “Wij werken per bestelling, zelfs als de ordergrootte één is. Alle tractoren zijn al verkocht.”
30 JAAR
De beide Tensor-besturingen, voor iedere spindel een. Van de bestelling tot de uitlevering verlopen nu slechts zes weken, beklemtoont de werkvoorbereider. “Daarmee zijn wij wezenlijk sneller dan menig autofabrikant. Ondanks dat willen wij dit resultaat nog verbeteren.” En dat bij een extreem grote diversiteit van het product. Zo kunnen de klanten alleen al kiezen tussen 540 bandenmaten. Totaal zijn er 18 tractormodellen met 54 tot 149 kW (74 tot 203 PK). “Wij bouwen misschien één, hoogstens twee keer per jaar de zelfde tractor”, zegt Hoffmann en illustreert daarmee, hoe groot de bandbreedte van de in Mannheim aan één enkele lijn geproduceerde modellen is: “Als wij een autofabriek zouden zijn, zouden personenwagens en vrachtwagens aan één lijn worden geproduceerd.” n
NIEUW - www.belgitrans.be - NOUVEAU
116 - Lezersdienst
30 ANS
BELGISCHE VERENIGING VOOR AANDRIJFTECHNIEK vzw • ASSOCIATION BELGE DE LA TRANSMISSION asbl Louizalaan 500 Av. Louise, Brussel 1050 Bruxelles • e-mail:
[email protected] • www.belgitrans.be 117 - Lezersdienst Belgitrans_A5_juni09_def.indd 1
P 22 - 176 - JUNI 2009
08-06-2009 09:56:56
TOEPASSING
De nieuwe technologie is gebaseerd op directe hogesnelheidsaandrijvingen waarbij de rotor van de compressor wordt gekoppeld aan de aandrijfas en magnetische lagers worden gebruikt als steunlagers.
Magnetische lagertechniek zorgt voor efficiëntiestijging Magnetische lagers en hogesnelheidsmotoren met permanente magneet dragen bij tot de technologische verandering van lucht- en koelcompressoren door de efficiëntie van 75 % naar 85 % te brengen. De magnetische lagertechniek van SKF maakt deel uit van de nieuwe oplossingen met variabele snelheid waarbij schroefcompressoren worden vervangen door centrifugale turbomachines in toepassingen voor lucht- en koelcompressoren. De magnetische lagertechniek levert een typische efficiëntiestijging van 75 % naar 85 %. Deze technologische verschuiving zorgt voor lagere bedrijfskosten in toepassingen zoals airconditioning, industriële koeling en de olie- en gasindustrie door deze bijkomende voordelen: • lager energieverbruik; • hoger rendement; • geen sleet van lageronderdelen en dus een langere levensduur; • vrijwel onderhoudsvrij; • kleinere machinevoetafdruk. De nieuwe technologie is gebaseerd op directe hogesnelheidsaandrijvingen waarbij de rotor van de compressor wordt gekoppeld aan de aandrijfas en magnetische lagers worden gebruikt als steunlagers. Omdat er geen metaalcontact is wanneer magnetische lagers in bedrijf zijn, is er bijna geen lagerwrijving en geen lagersleet. Magnetische lagers zijn olievrij en dus erg milieuvriendelijk. Bovendien kunnen ze veilig werken bij erg hoge snelheden dankzij gesofisticeerde controlesystemen.
Betere prestaties In het verleden werden magnetische lagers gebruikt in erg unieke of in hogesnelheidstoepassingen, maar nu zijn ze geschikt voor een breder gebruik dankzij de ontwikkelingen die tot een verkleining van de besturingssystemen hebben geleid. Tegelijkertijd ligt de prestatie hoger dan oorspronkelijk mogelijk werd geacht. Een magnetisch lagersysteem heeft drie hoofdelementen: • een lagerstator en een lagerrotor die elektromagnetische krachten aanbrengen om de aandrijfas te laten zweven; • positiesensoren om de positie van de aandrijfas in 5 assen te bepalen; • een controle-eenheid en controlealgoritmes om de stroom die naar de stator van het magnetische lager wordt gestuurd te controleren en de aandrijfas op een vooraf bepaalde plaats te houden.
Magnetische lagers zijn olievrij en dus erg milieuvriendelijk. Bovendien kunnen ze veilig werken bij erg hoge snelheden dankzij gesofisticeerde controlesystemen.
Spoel De stator van het magnetische lager bestaat uit een opeenstapeling van gelamineerde elementen met gewikkelde koperspoelen om zo een reeks noord- en zuidpolen te vormen. Elke spoel wordt onder stroom gebracht om zo een aantrekkingskracht te produceren die de aandrijfas binnen het lager doet zweven. De controle-eenheid regelt de aangeleverde stroom over de spoelen door het positiesignaal van de positiesensoren te controleren om de as over het volledige bedrijfsbereik van de machine in de gewenste positie te houden. Gewoonlijk is er afhankelijk van de toepassing 0,2 tot 0,5 mm speling tussen de rotor en de stator. De aandrijfas wordt meestal aangedreven door een andere bron zoals een turbine of een in de as ingebouwde motor. n SKF nam in maart 2007 S2M (Frankrijk) over, Europa’s grootste onderneming op het vlak van magnetische lagers. Samen met de bestaande sites van SKF in Calgary (Canada), Duitsland, Japan, Moskou (Rusland) en Qatar is het bedrijf nu wereldleider op het vlak van deze geavanceerde technologie. 118 - Lezersdienst
Maak kennis met de Automation E-News - de elektronische variant van Automation Magazine – en blijf op de hoogte van de laatste nieuwigheden in de sector. Stuur een e-mail naar
[email protected] om u in te schrijven! 119 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 23
120 - Lezersdienst
TOEPASSING
Om deze producten economisch en snel te kunnen produceren, zowel met een hoge kwaliteit als in verscheidene versies, heeft Lenze verschillende innovaties in de productie van de 8400 verwezenlijkt. Het resultaat is een productielijn die, door het gebruik van robots, vrijwel automatisch de inverters van de 8400-reeks produceert, tot een vermogen van 2,2 kW.
Nieuwe productielijn Inverter Drives 8400 operationeel Gedurende de eerste 6 maanden van 2009 is de nieuwe productielijn van Lenze Inverter Drives 8400 operationeel worden. De nieuwe serie inverters werd ontwikkeld voor het segment met groot volume van aandrijftechnologie, i.e. band- en positioneeraandrijving die de productstroom in het moderne productieproces en de logistieke systemen automatiseert.
Kwaliteit en betrouwbaarheid Een van de belangrijkste ontwikkelingsdoeleinden voor de 8400 was te garanderen dat de producten aan de klanten worden geleverd in de juiste vorm (rightsizing), dat de productkosten laag blijven en dat de inverters uiterst kwalitatief en betrouwbaar zijn. Om
Automatische montage zorgt ervoor dat de L-force Inverter Drives 8400 volledig voor de klant zijn voorbereid.
Al midden jaren 90 werden productielijnen opgezet die de productiestroom en het testen van de aandrijving automatiseerden. snelle levering aan de Europese werktuigkundige ingenieurs – het belangrijkste klantensegment van Lenze – te garanderen, besloot men dat de productie in Duitsland zou blijven. Omwille van deze vereisten werd een productielijn opgesteld in nauwe samenspraak met de afdeling toestelontwerp en de productieafdeling die, voor het eerst, ook robots gebruikt om de installatie van de inverters te automatiseren. In de nieuwe assemblagelijn voor de 8400 worden grote onderdelen, zoals condensatoren, ook automatisch geladen. De printplaten worden aan de onderzijde niet volledig gesoldeerd met een soldeergolf – enkel de geselecteerde pinnen worden nu gesoldeerd. Dit resulteert in een duidelijk hogere soldeerkwaliteit. In de montageafdeling monteren in totaal 5 robots de inverters van de ingeladen printplaat, de warmteplaat, de platen om de afscherming aan te sluiten op de kabels en de plastic behuizing. Dit maakt losse onderdelen overbodig – de inverter wordt volledig voorbereid om op het schakelpaneel te worden gemonteerd. Uiteraard wordt ook de grondige eindcontrole van de aandrijvingen automatisch uitgevoerd. In de afdeling toegepaste montage worden de inverters tot leveringspakket gecombineerd met een controle-eenheid en een communicatiemodule.
Pionier in de geautomatiseerde productie van inverters Al midden jaren 90 werden productielijnen opgezet die de productiestroom en het testen van de aandrijving automatiseerden. Computers testten de inverters, transportarmen plaatsten ze in de testmachines en automatische transportbanden vervoerden de aandrijvingen van het ene station naar het andere. In het begin van het nieuwe millennium werd dit principe geoptimaliseerd door
176 - JUNI 2009 - P 25
t
Fabrikanten van sterk geautomatiseerde productiesystemen of logistieke processen verwerken regelmatig gemiddeld 10 projecten per jaar. In ieder systeem worden een paar honderd of zelfs duizend inverters geplaatst, zodat men meer dan 10 inverters per werkdag op de schakelpanelen moet plaatsen. Daarom verwacht men van de fabrikant dat hij producten levert die voldoende zijn aangepast, en een doelmatige montage op het schakelpaneel.
t
TOEPASSING
het gebruik van robots. Het verwerken op de uiteindelijke testposities verloopt zo op een meer flexibele manier. Lenze gebruikt nu al de derde generatie machines voor het automatisch inladen van de printplaten met SMD-onderdelen. Automatische visuele inspectiesystemen worden consistent gebruikt. Ze garanderen de hoge kwaliteit van deze processtap. Het laden met de resterende grote onderdelen, zoals vermogenstransistoren en condensatoren, en het monteren van de apparatuur van printplaten, warmteplaten en onderdelen van de plastic behuizing, gebeurde vroeger manueel.
Tegelijkertijd kwaliteit en kwantiteit Met het 8200 Vector-productgamma, waarvan al meer dan 1 miljoen eenheden werden geproduceerd, werd de eindmontage van de aandrijving verder gerationaliseerd. De montage vraagt nu aldus minder dan 1 minuut per aandrijving. Sommige montagestappen blijven echter het werk van de schakelpaneelbouwer. Hij moest zelf de volledige inverter met zijn uitbreidingsmodules, klemmen, bevestigingsplaten en aansluitingen van de afscherming monteren uit onderdelen die afzonderlijk worden geleverd. Met de Inverter Drives 8400 wordt deze stap overbodig dankzij het nieuwe montageconcept.
De werknemers van Lenze voor hun nieuwe productielijn: Christian Price, Herwig Schaper en Jens Gauger maken deel uit van het productieteam. tiestappen zijn traceerbaar: de onderdelen, testresultaten en fabricatiedatum zijn bekend voor iedere aandrijving. Voortdurende productietests garanderen dat er geen productiefouten in de onderdelen sluipen. n
Geteste kwaliteit Het volledige productiesysteem is, samen met een groot productaanbod, gericht op een hoge productkwaliteit. Alle produc-
121 - Lezersdienst
De nieuwe Temsebrug, een dubbele basculebrug Vanaf eind mei kunnen automobilisten, fietsers en voetgangers via de nieuwe Temsebrug weer vlot van Temse naar Bornem. Het startschotvoor de bouw van de nieuwe brug werd midden 2005 gegeven. Begin 2007 werden de werken aangevat. Vandaag, twee jaar later, verloopt het verkeer tussen Temse en Bornem over twee aparte bruggen. De nieuwe Temsebrug, een dubbele basculebrug, is het resultaat van een succesvolle samenwerking in een tijdelijke vereniging van waterbouwwerken Hye, bouwonderneming Cordeel, Metaalconstructie Aelterman en Fabricom GTI, in samenwerking met Bosch Rexroth België en Demako. Bosch Rexroth leverde de cilinders, kleppenblokken, pompgroepen en leidingwerk nodig voor de aandrijving van het beweegbare gedeelte van de brug. Naast het vaste gedeelte bestaat de nieuwe Temsebrug, voor een vlotte doorgang van de schepen, uit twee beweegbare brugflappen van elk 28 meter lang en 300 ton zwaar. Twee motoren per brugflap, één afwaarts en één opwaarts, zorgen voor een vlotte opening van de brug. De totale brugbeweging, zowel het openen als het sluiten, duurt maximaal 120 seconden. De hydraulische cilinders, nodig voor het optrekken van de brugflappen, hebben een boring van 460 mm en een stangdiameter van 300 mm. De totale slaglengte bedraagt 8.135 mm en de cilinders wegen elk 18 ton. Elke cilinder kan een maximale kracht van 170 ton voortbrengen.
Pompgroep De vier pompgroepen bevinden zich in de brugkokers langs beide kanten van de brug, zowel opwaarts als afwaarts. Elke pompgroep bestaat uit een elektromotor van 110 KiloWatt die een axiaalzuigerpomp met een debiet van 460 liter per minuut aandrijft. Elke zuigerpomp heeft een maximaal slagvolume van 355 cc per omwenteling.
De hydraulische cilinders, nodig voor het optrekken van de brugflappen, hebben een boring van 460 mm en een stangdiameter van 300 mm. Elk oliereservoir (in totaal 4 stuks) heeft een inhoud van 3.000 liter. Elke brugflap wordt in normaal bedrijf voor het openen en sluiten aangedreven door de beide pompgroepen die zich in de brugkoker bevinden. Bij uitvallen van een pompgroep is het echter perfect mogelijk de brugflap te openen en sluiten met behulp van één pompgroep. Op het einde van de brughelft aan de kant Bornem is een bijkomende pompeenheid geïnstalleerd voor de bediening van het grendelmechanisme. Dit grendelmechanisme verbindt beide brughelften met elkaar in een gelijkmatige overgang, zodat fietsers eb automobilisten nauwelijks de overgang tussen beide brughelften voelen. Het leidingwerk is volledig ingewerkt in de metaalconstructie van de brug. Alle buizen zijn in roestvrij staal en hebben een diameter variërend van 70 tot 130 mm diameter. n 122 - Lezersdienst
P 26 - 176 - JUNI 2009
ACTUALITEIT
Bosch Rexroth breidt netwerk servicepartners uit L.I.S-Hydraulics uit Genk wordt de derde officiële servicepartner van Bosch Rexroth, naast Hydrauliek Morreels en Vadamon. L.I.SHydraulics wordt de partner in Limburg voor de componentenverkoop naar algemene eindklanten, de reparatie van niet-Rexroth componenten, fieldservice en ondersteuning bij algemene projecten. “Ik ben ervan overtuigd dat wij ook met L.I.S.-Hydraulics een actieve en dynamische samenwerking op lange termijn tegemoet gaan. Het bedrijf heeft de nodige ervaring en bekwaamheid in huis en zal de voornaamste componenten in voorraad hebben. Doordat L.I.S.-Hydraulics zich voornamelijk op de regio Limburg richt, is er geen overlapping met de activiteiten van Hydrauliek Morreels, waarmee L.I.S trouwens al bijna 20 jaar samenwerkt,” verklaart Steven Huylebroeck, Business Unit Manager Hydraulics Bosch Rexroth België. Volgens Huylebroeck biedt de samenwerking ook voor L.I.S.Hydraulics nieuwe mogelijkheden. “L.I.S-Hydraulics richtte zich tot nu toe vooral op kleinere projecten. Door onze samenwerking kunnen de klanten nu ook voor grotere projecten bij L.I.S. terecht.”
Nieuwe servicestrategie Om aan de stijgende vraag naar fieldservice in de algemene eindklantenmarkt te voldoen koos Bosch Rexroth in november vorig jaar voor een nieuwe servicestrategie met officiële partners. Op die manier kan het van oorsprong Duitse bedrijf zich meer concentreren op de verkoop en dienstverlening bij constructeurs en bij eindklanten in specifieke branches. Eindklanten in de meer algemene markt krijgen dankzij de servicepartners een verhoogde
flexibiliteit, een grote bereikbaarheid en een uitgebreider servicepakket. “De samenwerking met zowel Hydrauliek Morreels als Vadamon loopt – mede dankzij de open communicatie – uiterst vlot. Het totaalconcept slaat zowel bij de klanten als de partners enorm goed aan. Ondertussen werken we al op verschillende projecten uitstekend samen, en ook in de cilinderbouw vielen al een paar succesvolle projecten te noteren,” aldus Steven Huylebroeck. n 123 - Lezersdienst
Nieuw operatorpanel voor standaardaandrijvingen wone tekst, de menugestuurde bediening met een draaiknop en de geïntegreerde toepassingswizards verloopt de indienststelling van standaardaandrijvingen veel eenvoudiger. Met parameterweergave in gewone tekst, helpteksten en een parameterfilter kan een aandrijving meestal zonder afgedrukte parameterlijst in dienst worden gesteld.
Uitvaltijden worden korter
Siemens Drive Technologies heeft op de voorbije Hannover Messe zijn nieuwe Sinamics IOP (Intelligent Operator Panel) gedemonstreerd. Dit nieuwe panel wordt gekenmerkt door een eenvoudiger bediening en scherminformatie in gewone tekst, zodat de indienststelling sneller verloopt en uitvaltijden korter worden. Hierdoor stijgt de beschikbaarheid van de machine en van de installatie, en dus ook de productiviteit. Deze IOP is bedoeld voor de Sinamics G120, G120D en G110D standaardaandrijvingen en de Simatic ET 200 frequentieomvormer. Het meest opvallende kenmerk van de Sinamics IOP (Intelligent Operator Panel) is de gebruiksvriendelijkheid. Dit is niet alleen voordelig voor operatoren met weinig voorkennis, maar ook voor de ervaren aandrijvingsspecialist. Dankzij het grote display in ge-
Toepassingswizards begeleiden de gebruiker interactief tijdens de indienststelling van toepassingen, zoals pompen, ventilatoren, compressoren en materiaalverwerkende aandrijvingen. De procesvariabelen kunnen direct op het IOP-statusdisplay worden bewaakt, zodat fouten snel kunnen worden vastgesteld en verholpen. Met de Sinamics IOP verloopt de indienststelling niet alleen sneller – ook de geplande en ongeplande uitvaltijden worden drastisch korter, waardoor de beschikbaarheid van de machine en de installatie toeneemt. Dit operatorpanel is bedoeld voor de Sinamics G120, G120D en G110D standaardaandrijvingen en de Simatic ET 200 frequentieomvormer. Afhankelijk van het soort omvormer kan de IOP worden gemonteerd op de aandrijving of in de deur van de schakelkast. Bovendien kan de IOP ook worden gebruikt als mobiele handheldeenheid. De IOP beschikt over een ingebouwde USB-poort om uitbreidingen en het inlezen van nieuwe softwareversies te vergemakkelijken. n 124 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 27
DOSSIER
Dat de constructeurs de eerste stap kunnen zetten (en ook zetten) met nieuwe installaties die uitblinken op het vlak van energie efficiëntie mag geen wonder heten: energie efficiëntie is uitgegroeid tot een krachtig verkoopargument.
Constructeurs aan zet Perslucht is een energiemedium met een, dit is geweten, laag rendement. Doordat het wijdverbreid wordt toegepast heeft perslucht een enorm potentieel aan energiewinst. De meeste rendementswinst kan gehaald worden door ingrepen uit te voeren door de gebruiker. Dit neemt echter niet weg dat de constructeurs van compressoren ook geen (rendements)duit in de zak kunnen doen. Compressoren zijn zeker nog niet uitontwikkeld. Dit bleek onder meer door de introductie van nieuwe compressoren door CompAir en Atlas Copco vorig jaar. Het hoeft daarbij niet altijd om nieuwe technologieën te gaan: rendementswinst kan gehaald worden uit een reeks verbeteringen. De meeste van die verbeteringen leveren maar weinig rendementswinst op, maar samen kan de winst aanzienlijk oplopen. Daarnaast zou men energiewinst in een ruimer kader moeten bekijken, tenslotte is energieverbruik een globaal probleem, denken we maar aan de CO2 uitstoot. Dan is ook de impact van de productie van een compressor, het onderhoud tot en met de buitengebruikstelling op de totale energiebalans van belang.
Uit een Europese studie blijkt dat op het vlak van perslucht heel wat energiewinst kan gerealiseerd worden, ook door de constructeurs.
Dat er kan bespaard worden, blijkt uit een inmiddels 7 jaar oude – maar meer dan ooit actuele – studie van de Europese Unie. De resultaten worden trouwens in grote lijnen door andere recentere studies bevestigd. De studie had betrekking op meer dan 320.000 compressorinstallaties in Europa verdeeld over ruwweg twee vermogensbereiken (10-110 kW en 110-300 kW). Op basis van het onderzoek werden een aantal mogelijke systeemingrepen gedefinieerd die het moeten mogelijk maken energie te besparen: ingrepen die zowel langs de kant van de constructeurs als langs de kant van de gebruikers kunnen worden genomen. Deze ingrepen met hun mogelijke energiewinst zijn de facto van
nul en generlei waarde zonder wegingsindex die de toepasbaarheid reflecteert. Koppelt men voor iedere systeemingreep de toepasbaarheid aan de vastgestelde opbrengst dan verkrijgt men de in de praktijk potentieel realiseerbare opbrengst per ingreep. En hieruit blijkt onder meer dat de realiseerbare energiewinst voor persluchtsystemen schommelt rond een gemiddelde van ongeveer 33 % (een cijfer dat door heel wat constructeurs wordt betwist). Daarenboven steken een aantal maatregelen met vlag en wimpel boven de andere systeemmaatregelen uit, ze zijn zelfs samen goed voor zo maar eventjes 28,3 % energiewinst. En het gaat hierbij om maar 4 maatregelen: betere aandrijving, energierecuperatie voor aanwending in andere toepassingen, verbeterd systeemontwerp (eventueel een multidruksysteem), en... het verminderen van de persluchtlekken. Daarnaast blijkt ook dat de inbreng die de compressorconstructeurs nog kunnen leveren op het eerste gezicht nog maar beperkt is wat niet wil zeggen dat niet
Perslucht is een energiemedium met een laag rendement, maar met een hoog potentieel aan energiewinst. (foto Festo)
De GA schroefcompressor met duidelijk het schroefblok en de aandrijving. (foto Atlas Copco)
Europese studie
P 28 - 176 - JUNI 2009
DOSSIER
De beide impellers van de turbocompressor. (foto CompAir)
aflatende inspanningen op het vlak van efficiënt energieverbruik van hun kant uit niet meer hoeven. Op het vlak van betere aandrijving (betere toerentalregeling, efficiëntere motoren, efficiëntere compressorelementen,...) hebben ze al aardig werk geleverd, maar het kan nog beter. Dit laatste blijkt onder meer uit de nieuwe compressoren die door Atlas Copco en CompAir werden voorgesteld. De grootste inspanning met daaraan gekoppeld de grootste potentiële opbrengst moet echter komen van de kant van de gebruiker. Eerst en vooral het dichten van lekken. Maar daar blijft het niet bij: de gebruiker kan, mits investeren, heel wat anders verloren (warmte)energie terugwinnen en aanwenden voor het verwarmen van andere - niet altijd industriële – processen (centrale verwarming, douches, ...). Daarnaast kan hij actief meewerken aan het systeemontwerp: enerzijds op het niveau van het persluchtnet, anderzijds door bij zijn machineleveranciers aan te dringen op machines die draaien tegen de laagst mogelijke werkdruk.
Inspanningen van de constructeurs In dit artikel beperken we ons echter tot de stappen die door de constructeurs kunnen worden gezet. Als we er de Europese studie even op naslaan dan blijkt dat de constructeurs op heel wat vlakken een bijdrage tot een beter rendement kunnen leveren. Daaronder vallen onder meer: efficiëntere motoren met een praktische energiewinst van 0,5 %, betere toerentalregeling (3,8 %), het upgraden van de compressor (2,1 %), het gebruik van gesofisticeerde controlesystemen (2,4 %), betere koeling, drogers en filters (0,5 %), beter systeemontwerp, inclusief multidruksystemen (4,5 %), en het reduceren van wrijvingsverliezen (1,5 %). Kleine aanpassingen zijn in totaal goed voor ongeveer 15 % energiewinst. Het actief meewerken aan warmterecuperatie is nog eens goed voor 4 % energiewinst, al is dit ten dele afhankelijk van de toepassing en de bereidheid van de gebruiker.
GA schroefcompressor Dat de constructeurs de eerste stap kunnen zetten (en ook zetten) met nieuwe installaties die uitblinken op het vlak van energie efficiëntie mag geen wonder heten: energie efficiëntie is uitgegroeid tot een krachtig verkoopargument. Niet dat men voorheen geen inspanningen deed, maar nu steekt men een tandje bij door de compressor in zijn geheel te bekijken. Atlas Copco werkt voortdurend aan een beter rendement voor zijn schroefcompressorelement, wat over de jaren resulteerde in een rendementswinst op dit niveau van 8 %. Met de vorig jaar geïntroduceerde nieuwe GA schroefcompressors heeft men bovendien het ganse systeem, zeg maar alles wat in de kast zit, opnieuw ontwikkeld. Zo heeft men ervoor gezorgd dat er tussen de verschillende componenten geen of een minimale drukval optreedt. Vooral het herontwerp van de
De Quantima van CompAir is een turbocompressor met een werkdruk van 5 tot 8 bar. (foto Compair)
koeldroger (verticale opstelling, geïntegreerde waterafscheider, waterafscheiding door zwaartekracht) leverde op dit vlak heel wat op. Dit ontwerp, waardoor de interne drukval met 50% is gereduceerd, draagt 2% bij aan de totale energiezuinigheid van de compressor. De externe standalone droger kreeg een ‘Saver Cycle Controller’ mee die de droger uitschakelt wanneer de werksituatie dit toelaat. Ook werden de koelventilatoren uitgerust met een frequentieregelaar. Dit verlaagt het energieverbruik, naar eigen zeggen, met maximaal 59% vergeleken met de ventilatoren met een vast toerental die door andere fabrikanten worden toegepast. Aanvullende energiebesparende opties, zoals een geïntegreerd energieterugwinningssysteem en/of VSD voor de hoofdmotor, kunnen nog meer voordeel opleveren. De totale energiewinst zou naar eigen zeggen tot 11 % bedragen in vergelijking met vorige systemen.
Quantima: nieuwe technologie CompAir kwam destijds met de reluctantiemotor als aandrijving van zijn variabel toerental geregelde motoren. Een eerste innovatie: geen frequentieregeling maar een ander type dat tevens een kleinere motor toeliet. Met de vorig jaar op de Hannover Messe door CompAir gepresenteerde Quantima (dit jaar meedingend voor de Hermes prijs) gaat het om een totaal ander type compressor: een turbocompressor. Om de naar eigen zeggen potentiële energiebesparing van 25 % (afhankelijk van de werksituatie) te kunnen halen werd het ontwerp drastisch gewijzigd. De Quantima gebruikt een high speed direct drive aandrijving waarbij de motor toerentallen haalt tot 60.000 tr/min. Geen reductiekast betekent een hoger rendement. Een performante toerentalregelaar, bijgestaan door een snelle systeemcontroller, zorgt ervoor dat het toerental steeds is afgestemd op het verbruik. Daarenboven maakt men voor de lagering gebruik van actieve elektromagnetische lagers waardoor er op dit niveau ook geen extreme warmteontwikkeling optreedt. De Quantima is verkrijgbaar in verschillende modellen met een breed bereik aan kW: van 150 kW tot 300 kW. Dit is voorlopig het nadeel van de Quantima: het gaat om compressoren met een hoog vermogen. Een bijkomend nadeel, al is dit subjectief, is de werkdruk: van 5 tot maximaal 8 bar. Zoals reeds vermeld is dit nadeel eerder subjectief aangezien heel wat toepassingen in de industrie aan een te hoge druk werken. Met wat inspanning moet het mogelijk zijn machines te ontwerpen die op een lagere werkdruk werken. Hiervoor is echter druk van de koper en... bereidheid van de machinebouwers vereist. P. Paulus n 125 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 29
The Nature of Perfection
Aerzen - one step ahead
Aan de buitenkant van een oester ziet niemand welke fascinerende en kostbare schat daarin verborgen ligt.
Contact: Aerzen Belgium Tel: 0032 (0)2 758 80 50 Fax: 0032 (0)2 757 22 83 Arthur de Coninckstraat 11 3070 Kortenberg
[email protected] www.aerzen.be
5
Generation
Natuurlijke perfectie – nieuw gedefinieerd Met een bijna 70-jarige ervaring in het bouwen van schroefcompressoren behoort de Aerzener Maschinenfabrik tot de oudste en grootste fabrikanten van tweeassige draaizuigermachines ter wereld. Het nieuwe compressoraggregaat Delta Screw Generation 5 is het resultaat van kennis, technische competentie, ervaren medewerkers en voortdurende innovaties en combineert nu al de beproefde kenmerken van de voorgaande generaties met de toekomstige eisen van de markt.
• Energie-efficiency en reductie van de levenscycluskosten
Karakteristiek voor de nieuwe serie zijn vijf belangrijke voordelen voor de klant:
Meer hierover in onze brochure V1-019 of op www.generation5.info
• Sterk gereduceerd geluidsdrukniveau • ATEX gecertificeerde vonkenvanger • Plaatsbesparend door compacte bouwwijze • Eenvoudige bediening: gebruiksvriendelijk en onderhoudsarm
126 - Lezersdienst 01.09.2008 11:11:32
DS-5_Niederlande.indd 2
Betrouwbaar van natuur De serie 327 direct werkende magneetventielen van ASCO NUMATICS lenen zich uitstekend voor corrosieve omgevingen. Dankzij de uitgebalanceerde constructie blijft een betrouwbare werking, ook bij een laag energieverbruik (1,8 W), verzekerd. Zelfs na langdurige stilstand zijn ze meteen bedrijfszeker. Het assortiment verkreeg de hoogste SIL-veiligheidsclassificatie. Kortom, het is een onderhoudsvriendelijke en duurzame oplossing. Dat streven naar duurzaamheid zit diep geworteld in de bedrijfsfilosofie van ASCO NUMATICS. Een benadering waar u als klant de vruchten van plukt.
Lusambostraat 53, 1190 Brussel, Tel. 02 333 02 50,
[email protected] Industrielaan 21, 3925 BD Scherpenzeel, Tel. 033 277 79 11,
[email protected]
adv_327ventiel-BNLx_Betrouwbaar185x130.indd 1
127 -29-02-2008 Lezersdienst 13:35:38
MGP - Geleide Cilinders
Het grootste assortiment geleide cilinders ter wereld • Geleide cilinders zijn perfect voor toepassingen met hoge belasting, • zoals drukken, heffen en stoppen. • Reeds 15 jaar pioniers op het gebied van geleide cilinders! • Zowel de meest gangbare, als ‘klantspecifieke’ opties zijn direct leverbaar.
• World
leading • experts in Pneumatics
www.smcpneumatics.be / Tel. 03 355 14 64 128 - Lezersdienst
DOSSIER
Iedereen weet dat de meest kritische component van een hydraulisch circuit de pomp is of zou moeten zijn. In dit onderdeel wordt immers de mechanische energie aan de aandrijfas omgezet in hydraulische energie (druk en stroming) aan de uitlaatpoort.
Conditie Bewaking bij hydraulische systemen Om zeker ter zijn dat we dezelfde taal spreken moeten we de benaming ‘Condition Monitoring’ goed definiëren. Het gaat hier wel degelijk om het gebruik van geavanceerde technieken om de staat van de uitrusting vast te stellen, en aldus een defect of uitval te voorkomen, zoniet die op zijn minst te dateren. Condition Monitoring kan gezien worden als een onderdeel van proactief onderhoud [design-out maintenance*], van predictief onderhoud of toestand gerelateerd onderhoud [condition based maintenance*]. Bij hydraulische installaties wordt het ‘proactief’ onderhoud als het meest relevant beschouwd. De voornaamste reden daarvoor is dat een hydraulisch circuit één gemeenschap-
pelijk element heeft dat alle onderdelen verbindt: de hydraulische vloeistof. Dit medium, dat dé energiedrager is van een compleet systeem is de ideale collector van alle gegevens omtrent de hoeveelheid druk, stroming, weerstand, slijtage, temperatuur, viscositeit, oxidering, watergehalte en Sensorkop. hun variaties in hoeveelheid en in de tijd. Al deze grootheden moeten gemeten worden en omgezet in bruikbare signalen, zo snel mogelijk, dus elektronisch. Deze gegevens worden verzameld, verwerkt, geïnterpreteerd en via een aangepast en uniek algoritme worden maatregelen genomen en interventies gepland. Het is zeer belangrijk dat de gegevens van ieder meetpunt verwerkt worden in een tijdsband waar continue de evolutie van deze gegevens een aanwijzing geven van (de verandering van) het gedrag van een of ander component of een indicatie van (verhoogde) slijtage, lek, oxidering, erosie of moeheid.
Sensoren (sensors, transducers, switches, encoders) Vooraf: de benaming sensor komt uit het engels. Geen enkel woordenboek van vóór1987 heeft dit woord staan. Slechts twee woordenboeken hebben het als lemma; a) Collins Cobuild ‘English Dictionary for advanced learners’ (2001)”A sensor is an instrument which reacts to certain physical conditions or impressions… and which is used to provide information”. b) ‘The new dePenguin English dictionary’(2000) “A device that responds to heat, light, sound, pressure, magnetisme, etc. and transmits a resulting impulse, e.g. for measurement or operating a control”. Het originele Latijnse ‘sensus’ heeft vierentwintig vertalingen in het Nederlands. Alle hebben een verband met ‘zintuigen’ en ‘waarnemen’. De vertaal- woordenboeken, Van Dale’s E/N (1989) vertaalt ‘sensor’ als (tech) aftaster> sensor. Kluwer’s ‘Universeel technisch woordenboek E/N’ vertaalt’ sensor als: onderdeel van een instrument dat een ontvangen signaal omzet in een grootheid die gemeten wordt door een ander deel van dat instrument; sensor. Kortom in het Nederlands is het sensor, in het Frans (meestal) capteur en in het Duits is het aufnehmer,… geber, sensor.
Bij Condition Monitoring gaat het om het gebruik van geavanceerde technieken om de staat van de uitrusting vast te stellen, en aldus een defect of uitval te voorkomen.
P 32 - 176 - JUNI 2009
Het verzamelen van gegevens over de staat van de componenten en van het gehele systeem gebeurt door sensoren. De naam ‘sensor’ is de algemene naam geworden van allerhande apparatuur die grootheden meet en omzet in een elektrisch of elektronisch of nu zelfs een digitaal gegeven. Toch zijn, volgens bepaalde auteurs,
DOSSIER
De naam ‘sensor’ is de algemene naam geworden van allerhande apparatuur die grootheden meet en omzet in een elektrisch of elektronisch of zelfs een digitaal gegeven.
Druksensoren Druksensoren zijn een soort dat te weinig bekend is en meer aandacht verdient. Ze worden gebruikt om de hydraulische druk te bewaken. Niet ieder druksensor is geschikt voor hydraulische systemen. Snelschakelende kleppen kunnen drukpieken opleveren, die misschien enkele milliseconden duren en veel hoger zijn dan de maximale werkdruk. Deze pieken kunnen in geen tijd de druksensor vernietigen tenzij die is ontworpen voor hydraulische systemen in de industrie en mobiele uitrusting. Ook drukpulsen van de pomp, die niet zo hoog zijn als de genoemde pieken, kunnen op lange termijn nefast zijn voor de levensduur van de sensor. Daarom genieten de druksensoren met piezoresistieve voeler de
De ‘simmerringen’ zijn uitgerust met een optische sensor en signaleren een voortijdige en/of gedwongen slijtage (door een slechte uitlijning).
voorkeur. Drukpieken tot 450 bar moeten kunnen, maar nauwkeurige metingen van 10 bar moeten ook mogelijk zijn. Daarbij moet het uitgangssignaal proportioneel zijn met de ingevoerde druk. Een statische nauwkeurigheid van +/- 0,25 % bij 21°C (bij volle schaal) en een temperatuur compensatie die een foutenbandbreedte bereikt van +/- 1% tussen –20°C en 85° C, is acceptabel. Waar moeten druksensoren geplaatst worden? Op de kritische plaatsen. Dat zijn de meetpunten waar de druk direct in kracht wordt omgezet, of koppel voor draaibewegingen. Dit betekent niet dat de druk aan de pompuitgang overbodig zou zijn; integendeel. Het kan juist zeer interessant zijn om te weten wat het ‘drukverlies’ is tussen de pomp en de cilinder of motor. Deze drukmetingen kunnen zeer belangrijk zijn bij het onderzoek naar interne lekken.
Lekdebiet Er bestaan systemen waarbij de pomp om de 18 maand vervangen wordt, want… versleten. Hoe wordt deze pomp bewaakt? Niet. Twee zaken zijn van levensbelang voor een pomp Één: de kans voor cavitatie moet onmogelijk gemaakt worden: een onderdruksensor op de inlaat van de pomp met terugkoppeling naar het centrale brein EN maatregelen om de toevoer van de vloeistof naar de pomp makkelijk te maken onafhankelijk van de temperatuur, lengte van de leiding, viscositeit enz. Twee: een gewaarborgde toevoer van zuivere hydraulische vloeistof met een aangepaste zuiverheidgraad. Er is geen enkele reden om onzuivere olie in de pomp te laten vloeien ook niet met een onaanvaardbaar watergehalte. Hoe te bewaken: meet en analyseer de olie uit de lekolieleiding. Deze vloeistof verzamelt de interne lekken en de ‘afgewerkte’ olie van de smering van o.a. de lagers en de tribologische contactpunten. Lekolie is een zeer goede bron van kennis over wat binnenin de pomp is gebeurd. Analyse van de deeltjes kan wijzen op de oorzaak van een gedwongen slijtage; de grootte van het lekdebiet kan wijzen op een vergroten van de spelingen en uiteraard van de werkdruk. Sommige fabrikanten stellen het eenvoudig zo: lekdebiet is 1 l/min per honderd bar werkdruk of 2 l/min bij 200 bar en 3 l/min bij 300 bar. Dit gaat wel op, bij axiaalplunjerpompen met een slagvolume van 100 tot 200 cm3/omw. 176 - JUNI 2009 - P 33
t
de klassieke ‘voelers’ nog steeds niet overbodig. Ze hebben het over zien, horen, voelen, ruiken en smaken. Visuele inspecties zijn nog steeds belangrijk: het zien van lekken, het horen van pompcavitatie, het ruiken van (half )verbrande olie, het voelen van verhitte olie, het smaken van water in olie, enz. Sensoren bestaan in alle soorten en vormen en de meeste hebben de plaats in het circuit waar ze horen. Een onderdrukmanometer wordt op de aanzuigleiding van de pomp geplaatst om de kans op cavitatie te signaleren. Een oliepeilsensor hoort op een oliereservoir. Andere voelers, opnemers of sensoren hebben een meer variabele plaats of hun aantal is niet beperkt.
DOSSIER
de afstand tussen cilinder en de besturing groot is; als het volume van de cilinder kleiner is dan het volume van de leidingen tussen de cilinder en de stuurkleppen dan blijft dezelfde vloeistof steeds in dezelfde cilinder en dezelfde leiding. Cilinderstangen nemen vervuiling binnen en passeren nooit een filter. Ofwel worden de besturingskleppen op de cilinder gemonteerd ofwel worden de leidingen ontdubbeld.
Voorlopige besluiten
t
Het verzamelen van gegevens over de staat van de componenten en van het gehele systeem gebeurt door sensoren.
Het steeds verhogen van het lekdebiet in de tijd is een directe aanwijzing van de verminderde levensduur van de pomp en dan stelt zich de vraag – veel te laat – : is er ooit een degelijke keuze gemaakt over de hydraulische vloeistof, en meer nog: wie heeft de filterinstallatie uitgedokterd? Vergeten we niet dat via de asdichting ook lucht en vocht de pomp binnen kunnen. Daar zijn ook sensoren voor; de ‘simmerringen’ zijn ofwel uitgerust met een optische sensor en signaleren een voortijdige en/of gedwongen slijtage (door een slechte uitlijning). Andere ‘simmeringen’ hebben een ingebouwde sensor die vocht en lucht inbreng signaleren.
Condition Monitoring is al jaren een onderwerp van gesprek en van boeken en artikels en tijdschriften, maar een onderzoek in de VS kwam tot de conclusie dat ‘Organisaties weigerachtig staan tegenover nieuwe fabricage technieken omdat hun management niet overtuigd is van de opbrengst van hun investeringen.’ Uit een onderzoek bij 500 bedrijven bleek dat minder dan 3% van de antwoorden een meetbare return kon bereiken op hun investeringen in predictief maintenance technieken. Daarom moet vooraf meer nagedacht worden of het invoeren van Condition Monitoring voldoende relevant is voor een bepaalde installatie en onderneming.
Hydraulische vloeistof In hydraulica is de toestand van de hydraulische vloeistof de meest belangrijke voor de levensduur van de het systeem. Proeven hebben uitgewezen dat de levensduur van een hydropomp tot 100.000 uur kan oplopen in een 24/7 werkritme, indien de belasting weinig varieert, de temperatuur en vochtigheidsgraad van de omgeving binnen de perken blijven EN de hydraulische vloeistof voortdurend een zuiverheidgraad heeft die overeenkomt met een ISO van 16/14/12 (ongeveer te vergelijken met een filter van 3µ). Ander elementen die te bewaken zijn in de vloeistof zijn de temperatuur, de viscositeit, het watergehalte, de zuurgraad en het diëlektriciteitsgetal. Al deze elementen geven een zeer goed beeld van de toestand van de hydraulische vloeistof. Het zuiver houden van de vloeistof is een continu bedrijf; het is niet zo dat men één maal per jaar met superfijne filters de hele installatie kan zuiver krijgen. Waar plaatst men deze sensoren? In het ideale geval is een aparte kring voorzien voor verwarmen, koelen en filteren van de hydraulische vloeistof. In diezelfde laagdruk kring die de algemene zuiverheidgraad van de gehele installatie bepaalt, plaats men die specifieke sensor. Bepaalde grootheden kunnen niet online worden gemeten zoals het neutralisatiegetal; dat moet in het lab gebeuren. De reden waarom het best is een apart circuit te hebben is het feit dat filterelementen kunnen vervangen worden zonder dat de machine moet stilstaan; het is een laagdrukcircuit dus een meer efficiënte filtering. Dit betekent niet dat op andere plaatsen geen filters meer nodig zijn. Een terugloop fijnfilter is gemeengoed geworden en ter bescherming van dure en gevoelige propkleppen of servokleppen worden drukfilters voor deze stuurkleppen geplaatst liefst zonder ‘bypass’ maar met hoge Δp elementen en zeker een elektrische vervuilinggraad aanduiding met terugkoppeling naar het ‘centrale brein’ van de installatie. Let wel, het is wel nodig dat alle vloeistof de terugloopfilter en nevenstroomfilter kunnen doorlopen. Een typische fout daaromtrent is wanneer
P 34 - 176 - JUNI 2009
Krallman/Harms, van de TU Braunsweig hebben een diagram opgesteld in twee delen (zie tekening) waarbij, in het eerste, de relevantie van de beschikbaarheid van de machine in functie staat van de ingezette middelen voor de Condition Monitoring; en in het tweede het belang van de componenten voor werking van de machine in functie van de ingezette middelen voor het verzamelen en de verwerking van de gegevens. Deze kan een leidraad zijn voor het al dan niet volledige, gedeeltelijke of niet toepassen van Condition Monitoring. Uit deze diagrammen blijkt dat de relevantie van de beschikbaarheid van de machine stijgt met de gevolgen van een defect of uitval en daaruit volgt onmiddellijk de grootte van de ingezette middelen voor CM. Het spreekt bijna vanzelf dat een uitval van een grasmaaier (links onder) een kleiner effect heeft dan een storing of zelfs uitval van een kerncentrale (rechts boven) met tussenin dan de andere soorten machines. Het tweede diagram staat dan voor de het belang van ieder component voor de werking van de machine, hier in dit geval een graafmachine. Het belang van een elektronische bestuurde pompregeling is zeer groot, maar iets belangrijker is de hydraulische vloeistof en de besturingskleppen. Een onbekende auteur definieert de ‘critical index’ en stelt drie categorieën voorop: • Kritieke machines: machines die vitaal zijn voor de fabriek en bij defect de fabriek ‘plat legt’. • Machines die een sleutelplaats innemen in het proces maar bij defect kan de werking van de fabriek nog verdergaan ( reserve pomp of standby pomp inschakelen). • De andere machines. René Decleer n 129 - Lezersdienst
TOEPASSING
In de behuizing kunnen verschillende producten gemonteerd worden, zoals barcodescanners, OCR-lezers of visiesensoren, belichtingen, kleursensoren, luminescentiesensoren, drukmerksensoren, reflextasters voor metingen, reflextasters voor contrastherkenning of sensoren op reflector.
Sensoren hygiënisch geïntegreerd in de machine
De voedingsindustrie verkiest lenzen uit kunststof, omdat het gebruik van glas niet toegelaten is in vele voedselbewerkingen.
De sensorfuncties zitten geïntegreerd in een extreem robuuste behuizing, gemaakt uit roestvrij staal 316L.
Het nieuwe InoxSens gamma is een innovatieve sensortechnologische oplossing voor de voeding-, dranken- en farmaceutische industrie. De sensoren voldoen aan de specifieke industriële hygiëne- en reinigingsvereisten. De sensorfuncties zitten geïntegreerd in een extreem robuuste behuizing, gemaakt uit roestvrij staal 316L. Fabian Baur, bedrijfsleider van wenglor: “Het InoxSens systeem verbindt functionaliteit en design met de specifieke vereisten binnen de industrie op een perfecte manier.”
is in vele voedselbewerkingen. De klanten kunnen bij InoxSens kiezen welke optiek hun speciale vereisten het beste tegemoetkomt”, verklaart Torsten Hellerström, productmanager.
Om een groot voordeel van de InoxSens systeemcomponenten te verduidelijken, denken we aan een ei. Net zoals bij een ei vloeit water en vuil volledig af, zonder de schaal te schenden of zonder achter te blijven in voegen. Dit is mogelijk dankzij een lasergelaste behuizing gemaakt uit hoogwaardig V4A roestvrij staal (1.4404/316L), die corrosievrij is en bestand tegen reinigingsmiddelen. De nieuwe InoxSens beschermingsbehuizing is een optimale warmteafleider en integreert producten. In de behuizing kunnen verschillende producten gemonteerd worden, zoals barcodescanners, OCR-lezers of visiesensoren, belichtingen, kleursensoren, luminescentiesensoren, drukmerksensoren, reflextasters voor metingen, reflextasters voor contrastherkenning of sensoren op reflector (retro-reflex sensoren) voor herkenning van helder glas.
De nieuwe optische InoxSens sensoren Naast de inductieve schakelaars volledig in roestvrij staal is er nu ook de optische InoxSens . De gebruikers verwachten niet alleen dat sensoren onaangetast blijven door invloeden van buitenaf, ze willen ook dat sensoren volledig bestaan uit voedselveilig materiaal: de lenzen gemaakt uit glas of kunststof zitten vast ingebouwd. “De farmaceutische industrie gebruikt veelvuldig ethanol voor reiniging en verkiest dus glazen lenzen; kunststof zou bezoedeld worden door deze reiniging. De voedingsindustrie verkiest lenzen uit kunststof, omdat het gebruik van glas niet toegelaten
Voordelen InoxSens Systeem De voordelen liggen voor de hand: de behuizing is eenvoudig te reinigen dankzij het gladde, naadloze oppervlak, wat de IFS en BRC audits vergemakkelijkt en GMP-conform is. De InoxSens sensoren zijn zelfs zeer goed geschikt voor CIP-reiniging. Daarenboven zijn de materialen voedselveilig en goedgekeurd door de FDA. De vormgeving van het InoxSens systeem is geoptimaliseerd voor een goede technische stroming, en zijn dus uitermate geschikt voor het gebruik in laminarflow technologie. De sensoren kunnen snel geïnstalleerd en onderhouden worden. Verder kan elke aansluitkabel geïntegreerd worden: het InoxSens systeem biedt immers bevestigingstubes, die elke standaard kabel zowel een IP68- en IP69K-bescherming geven, alsook een mechanische bescherming. Verdere voordelen reiken van het EcoLabcertificaat (bestand tegen reinigingsmiddelen) tot het geschikt zijn voor gebruik in ATEX zone 3D. Het InoxSens systeem is ontwikkeld conform de DIN EN 1672-2 en ISO14159 normen. De InoxSens bevestigingstubes met InoxLock zijn ook een deel van het innovatieve systeem. Tot op heden werden sensoren door middel van aparte bevestigingstechnieken op een machine gemonteerd. Sensor, bevestiging en kabels zijn als aparte delen zichtbaar in het systeem en zijn door hun vele hoekjes en kantjes een broeihaard voor bacteriën en micro-organismen. In vele industrieën moeten de machines echter hygiënisch schoon zijn, wanneer bijvoorbeeld levensmiddelen of medicatie geproduceerd worden. InoxLock verbindt de systemen met elkaar zonder schroeven – nog een hygiëne factor binnen de nieuwe InoxSens serie. Zelfs het instellen van de sensor is hygiënisch: de instelling gebeurt via de hermetisch afgesloten behuizing door middel van een aanraakgevoelige teach-in. Het sensorsysteem wordt praktisch onzichtbaar in de machine-installatie geïntegreerd. Zo ontstaat er een volledig systeem uit één stuk. n 130 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 35
PORTRET
Aangezien de firma uitsluitend het onderhoud beoogt, kan ze voor lange tijd ter beschikking staan van deze klanten zoals de elektriciteitscentrales van de groep Electrabel en zijn zowel de nucleaire centrales als de STEG centrales.
Hydraulic Assistance doet veel meer dan onderhoud Hydraulic Assistance sprl vinden we gemakkelijk in het centrum van Rixensart (provincie Waals Brabant). Rixensart heeft als buurgemeente Lasne, (de rijkste gemeente van België, wordt gezegd) en aan de andere zijde Waver, de provinciehoofdplaats. Dit keer heeft de GPS ons foutloos naar de rue Haute n° 46 gebracht. Hydraulic Assistance is al meer dan 20 jaar een trouw lid van FIMOP en de zaakvoerder is meerdere jaren bestuurslid geweest en zelfs vele jaren secretaris. Jacques Spreutels wordt in 1986 eigenaar van het pas geboren Hydraulic Assistance. Lang voordien, in 1964, begint het professioneel leven van Jacques Spreutels, technicus van opleiding, bij de firma Brossel Fres., constructeur van onderstellen voor autobussen en inbouwer van de motoren Britisch Leyland. Zeven jaar later verhuist hij naar Sabca in Haren waar hij het tot ontwerptekenaar schopt en meewerkt aan de studies voor de Ariane raketten. Hij houdt zich voornamelijk bezig met de gasmotoren die de Vickers brandstofpompen aandrijven. In het vliegtuigwezen en andere vliegende tuigen wordt men bijna automatisch geconfronteerd met de specifieke hydraulische circuits en dat is ook de praktische opleiding in de hydraulica die Jacques meekrijgt. Daar ook krijgt hij de oliedrukmicrobe te pakken en maakt kennis met de olieaccumulatoren. In 1977 is hij het beu steeds maar tekeningen te wijzigen en variante x y z in te voeren, die dan ook meestal niet uitgevoerd worden.
Onderhoud van hydraulische installaties
Jacques Spreutels, zaakvoerder van Hydraulic Assistance, is meerdere jaren bestuurslid van Fimop geweest en zelfs vele jaren secretaris. Hij wordt zelfstandige onder de naam Hydraulic Assistance en in 1991 wordt de firma een ‘personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid’ (een pvba dus ,sprl in het Frans). Deze nieuwe start is een aansporing om nog harder te werken. Het idee is om zich te concentreren op het onderhoud van hydraulische installaties. Maar… dat gaat niet vanzelf. De meeste fabrikanten hebben geen externe firma nodig voor het onderhoud, zij doen dat zelf, liefst in de maanden juli en augustus wanneer de fabrieken stil liggen; ‘de grote schoonmaak ‘ is eenmaal per jaar. Het gebrek aan doordacht onderhoud is oorzaak van ‘pannes’. En daar is nu precies de kans voor het jonge bedrijf. ‘Depannage – Réparation – Maintenance’ zijn de stelwoorden en in die volgorde. De verhouding liegt er niet om: 95% depannages ten opzichte van 5% maintenance. Hydraulic Assistance heeft ook een belangrijke vertegenwoordiging in België en wel van de hogedrukkranen ‘Delta Delage’, een fabrikant uit Frankrijk. Het programma is wel iets breder dan alleen maar kranen, maar het zijn ook bijzondere kranen en de verschillende types zijn er voor de daarbij horende toepassingen.
De firma Olaer wordt zijn derde job en hij blijft daar negen jaar. Enkele keren wordt de firma ‘ge-reëngineerd’ en hij wordt technisch raadgever bij de dienst verkoop en naverkoop. In 1986 wordt de dienst naverkoop opgedoekt en verlaat Jacques Spreutels Olaer… om de naverkoop te doen.
Olieaccumulatoren
Hydrauliekcentrale voor Arceo.
Een batterij filters en accumulatoren voor DUFERCO.
P 36 - 176 - JUNI 2009
Wat is nu speciaal aan Hydraulic Assistance? Het bedrijf is niet merkgebonden, op die ene soort kranen na, en kan dus zonder vooroordelen elke installatie aan, zowel voor depannages als voor onderhoud. Moeten er componenten vervangen worden, dan
PORTRET
Kraan met kogelspil.
Kraan met zwevende bol.
wordt ook het originele merk gebruikt, tenzij de klant voor een of andere reden voorbehoud maakt of de keuze laat aan de onderhoudsfirma. Wat nog bijzonder is… De grote en zeer gevoelige hydraulische installaties van de bedrijven die de bevoorrading van elektrische stroom of gas verzorgen, hebben meestal noodvoorzieningen op hun hydraulische installaties. Daarbij gebruikt men veelal olieaccumulatoren, zeker voor het geval de elektrische stroom uitvalt, en dat is nu eenmaal de sterkte van ‘hydass’, de gekende expert in onderhoud van accumulatoren. Aangezien de firma uitsluitend het onderhoud beoogt, kan ze voor lange tijd ter beschikking staan van deze klanten zoals de elektriciteitscentrales van de groep Electrabel en zijn zowel de nucleaire centrales als de STEG centrales en nog andere.
• Een getuigschrift van geslaagd zijn voor de vormingsessie omtrent gevoel voor veiligheid, zekerheid, milieu… en een aanvullende kwalificering ‘ploegleider’ (uitgegeven door ‘Centre Secure’ en SIFOP ( CCI-Dunkerque): drie jaar geldig. Een medisch onderzoek, om de zes maand met bloedafname voor onderzoek naar radioactieve elementen. Wordt ‘gewenst’: een attest VCA (Veiligheid Checklist Aaannemers). Dit attest is niet voor de firma maar wel voor het personeel van de ‘operationele kaders’. Voor de staal nijverheid, in België meestal ‘Arcelor’, is een ‘veiligheidspaspoort’ noodzakelijk.
Documenten Dat is niet altijd een geschenk. De klant stelt de prijs vast per uur ‘all-in’, waar ook de interventie zal plaatsvinden. Dus een klus van één uur en tweehonderd kilometer ver is hoge kost maar verandert niets aan de uurprijs. Daarenboven is de administratie een complexe zaak, want welke documenten zijn vereist (voor de zones van de kerncentrales is het nog moeilijker). • Een document dat verklaart dat een veiligheidsonderzoek voor een bepaalde persoon niets ‘ongunstig’ heeft opgeleverd voor het niveau ‘vertrouwelijk’ (uitgegeven door ‘l’Autorité National de Sécurité ‘ van de FOD BuitenlandseZaken, Buitenlandse Handel en Otwikkelingssamenwerking: vijf jaar geldig.
De kerncentrale van Tihange.
Veiligheid, onderhoudsgemak en isolering In 2006 wordt een jonge ingenieur aangeworven omdat Jacques het niet meer alleen kan bolwerken. Ondertussen is ook de verhouding tussen Maintenance en de andere zaken veranderd. In 2009 wordt voor 80% aan Onderhoud gedaan en slechts 20% aan Andere Zaken. Deze zaken vloeien meestal wel voort vanuit het onderhoud waar men de nadruk legt op filtering, modernisering, reconditionering Hydraulische groep voor van de hydraulische circuits in INDUCOTHERM. functie van de veiligheid, onderhoudsgemak en isolering van de kleppenblokken. Ten slotte: hier heeft de ‘crisis’ toch ook toegeslagen. In september 08 werd beslist twee personen aan te werven. Mei 09: er wordt niet aangeworden – wachten tot het najaar. n
131 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 37
132 - Lezersdienst
REPORTAGE
Speciale aandacht wordt besteed aan onder meer de viscositeit: is het smeermiddel te dik, dan is extra energie nodig om de onderdelen te laten bewegen. Is het te dun, dan komen onderdelen met elkaar in contact, met als gevolg buitensporige slijtage en de daarmee samenhangende kosten van vervanging en productieverlies.
Shell Lubricants introduceert Tellus EE Shell Lubricants heeft haar assortiment hydraulische oliën uitgebreid met de geavanceerde en energiebesparende Shell Tellus EE. Dit product is speciaal geformuleerd als antwoord op de stijgende energieprijzen en heeft bewezen dat het bedrijven kan helpen het energieverbruik van hun hydraulische apparatuur met wel 8 procent te verlagen*. Shell Tellus EE is de eerste hydraulische olie van Shell die speciaal is samengesteld om de energie-efficiëntie van de machines waarin zij wordt gebruikt, te verbeteren. De olie bevat een unieke en gepatenteerde additieventechnologie en is zowel in het laboratorium als in de praktijk uitgebreid getest. Daarbij is aangetoond dat Shell Tellus EE de energie-efficiëntie van machines kan helpen verhogen. Hydraulische systemen vormen de kern van veel productieprocessen. Shell Tellus EE kan een organisatie helpen haar energiekosten te verlagen. Guru Gurumurthy, Global Hydraulic Oils Marketing Manager bij Shell Lubricants: “De energiekosten blijven stijgen en vormen sowieso een niet onaanzienlijk deel van de operationele overheadkosten van industriële organisaties. Daarom is het commercieel gezien verstandig om te investeren in een hydraulische olie die erop is gemaakt om de energie-efficiëntie van de machines waarin zij wordt gebruikt, te verhogen.”
Viscositeit Shell Tellus EE is geformuleerd om hydraulische systemen te helpen vermogen zo efficiënt mogelijk door te geven. Daarbij is speciale aandacht besteed aan onder meer de viscositeit ervan: is het smeermiddel te dik, dan is extra energie nodig om de onderdelen te laten bewegen. Is het te dun, dan komen onderdelen met elkaar in contact, met als gevolg buitensporige slijtage en de daarmee samenhangende kosten van vervanging en productieverlies. Ook belangrijk is de dichtheid van het smeermiddel. Shell Tellus EE is zodanig geformuleerd dat het de optimale dichtheid behoudt en daardoor helpt om vermogen door te geven in plaats van vermogen te absorberen. Daarnaast biedt Shell Tellus EE het voordeel van lage wrijvingseigenschappen, dankzij de zorgvuldige selectie van basisolie en additievenpakket. Het gebruik van hydraulische oliën kan bedrijven helpen om hun energieverbruik van de hydraulische apparatuur met 8 procent te verlagen.
De hydraulische olie van Shell is samengesteld om de energie-efficiëntie van de machines waarin zij wordt gebruikt, te verbeteren.
Minder productieverlies Richard Dixon, Technology Manager - Hydraulic Oils bij Shell Lubricants: “Bij de ontwikkeling van Shell Tellus EE was het essentieel dat het vermogen ervan om de energie-efficiëntie van een machine te vergroten werd gecombineerd met de hoge prestatie-eigenschappen die men van een Shell Tellus-product verwacht. Het resultaat daarvan is dat Shell Tellus EE uitstekende slijtagebescherming, oxidatieweerstand, filtreerbaarheid en hydrolytische stabiliteit biedt. Dat houdt in dat klanten die Shell Tellus EE gebruiken, niet alleen kunnen profiteren van lager energieverbruik maar ook van langere onderhoudsintervallen, onderdelen die langer meegaan en minder productieverlies.” De lancering van Shell Tellus EE is onderdeel van Shell’s inzet voor de lange termijn om smeermiddelen te ontwikkelen die mede als antwoord zullen dienen op de huidige energie-uitdagingen van de wereld. *Verbeteringen van de energie-efficiëntie variëren afhankelijk van toepassing, bedrijfsomstandigheden, thans gebruikt product, conditie van apparatuur en onderhoudspraktijk. n 133 - Lezersdienst
Is het smeermiddel te dik, dan is extra energie nodig om de onderdelen te laten bewegen. Is het te dun, dan komen onderdelen met elkaar in contact.
176 - JUNI 2009 - P 39
MOCON-HYDROMECH DÉ VAKBEURS VOOR MOTION CONTROL, DRIVES & TRANSMISSIONS! BRUSSELS EXPO, BRUSSEL - 14 & 15 OKTOBER 2009
easyFairs® MOCON-HYDROMECH, keeping your business moving Programma • Mechanische aandrijvingen
• Besturingstechniek
• Elektrische aandrijvingen
• Sensoren
• Pneumatiek & hydrauliek
• Veldbussen
• Vacuümtechniek
• Controle- & besturingssystemen
• Motion control • Industriële automatisering
• Montage- & handlingtechnieken
Reserveer nu uw stand!
Online op easyFairs.com/MOCON-BE of telefoneer naar Philippe Van Dyck: +32 (0)3 280 53 27 All-in formule vanaf € 2.400* *Totale prijs voor een stand van 12m2
Powered by:
easyFairs.com/MOCON-BE
Cataloguspartner:
Mediapartners:
IF ONLY ALL TRADE SHOWS WERE THIS EASY ! 134 - Lezersdienst
ACTUALITEIT
Nieuwe Barksdale 9000-serie 30x30 mm elektro-mechanische drukschakelaar
VisuNet GMP: regelen en monitoren in GMPomgevingen
Elmo-Rietschle lanceert nieuwe schroefvacuümpomp
Hitma Instrumentatie brengt de nieuwe 9000-serie mechanische drukschakelaar van Barksdale in de Benelux op de markt. De 9000-serie is een compacte drukschakelaar met piston-drukelement die speciaal is ontwikkeld voor toepassingen waarbij men ruimte wil besparen. Door het kleine formaat van 30x30x92mm biedt Barksdale machinebouwers hiermee een oplossing voor moderne hydraulische en/of pneumatische systemen waar vaak weinig ruimte beschikbaar is. Net als z’n ‘oudere broer’ de 8000-serie met CETOP 40x40 aansluiting, is de 9000-serie geschikt voor vele applicaties, zoals klemgereedschap, hydraulische besturingen, drukbeheersing in liften en drukmonitoring bij scheepvaarttoepasingen. De schakelaar is vervaardigd van aluminium met een IP65-beschermingsklasse. De drukbereiken variëren van 6 – 50 bar tot 35 – 400 bar. De standaard uitvoering van de 9000-serie is uitgerust met een G1/4’’ procesaansluiting. De elektrische connector is DIN 43650. De drukschakelaar beschikt over de GL (Germanischer Lloyd), Atex Ex ia-certificatie. n
VisuNet GMP is een productreeks van Pepperl+Fuchs, die op maat gemaakt wordt voor de specifieke eisen van de farmaceutische en de voedings- en drankindustrieën. Het productportfolio bevat monitoren, afstandsmonitoren en pc´s. Het VisuNet GMP productportfolio bevat eenvoudige monitoren, monitorsystemen op afstand met een Ethernetaansluiting op de hostcomputer, evenals complete pc-systemen. Ze bieden diverse mechanische bevestigingsmogelijkheden en zijn beschikbaar in vele configuraties, zoals enkele en dubbele monitorsystemen. Alle modellen zijn uitgerust met een 19 inch display, welke ook als touchscreen beschikbaar is. Ze zitten in een RVS behuizing, die een beschermingsgraad van IP65 heeft. Afstandsmonitoren en pc´s beschikken over RS232-, PS/2-, Ethernet-, evenals USB-interfaces. Het ontwerp van de premium VisuNet GMP productreeks werd speciaal gemaakt voor gebruik in biowetenschappelijke industrieën. De geselecteerde materialen, oppervlakten, evenals de algehele architectuur van deze systemen worden ontworpen, zodat de opeenhoping van vuil en vloeistoffen wordt voorkomen. Daarnaast staat het ontwerp gemakkelijke reiniging, evenals eenvoudige onderhoud en de controle en reparaties van alle mechanische componenten toe. n
De nieuwe Elmo-Rieschle VSI-Twister schroefvacuümpomp werkt volgens het contactvrij principe waardoor geen smeermiddel in de pompruimte aanwezig is. Lagere onderhoudskosten en een grotere betrouwbaarheid zijn hiervan het gevolg. De nieuwe schroefvacuümpompen hebben een hogere capaciteit bij een dieper vacuüm en bereiken hun maximale capaciteit bij een veelgebruikt vacuüm van 1 mbar abs. Deze vacuümpomp is in twee types leverbaar: VSI 100 en VSI 300, met resp. 100 en 300 m3/h pompcapaciteit. Het eindvacuüm van de Twister is 0,1 mbar abs. De Twister wordt gebruikt in die toepassingen waar een olievrij vacuüm gewenst is. Deze schroefvacuümpomp vervangt ook uitstekend traditioneel oliegesmeerde vacuümpompen. Enkele toepassingen waarvoor de Twister uitstekend geschikt is: • vacuümverpakkingsindustrie: bij verpakken met een zuurstofrijk gasmengsel is dan geen dure zuurstofbestendige olie nodig. • drogen in bijvoorbeeld industriële wasmachines: de Twister is in staat grote hoeveelheden water en waterdamp te verpompen • fabricage van zonnecellen: olie-uitstoot is ongewenst, dus is een droge schroefvacuümpomp beter op zijn plaats. • vacuümovens. De VSI kan met een boosterpomp uitgerust worden om de capaciteit te vergroten. De VSI is watergekoeld en is leverbaar in een uitvoering met doorloopkoeling of met circulatiekoeling. n
135 - Lezersdienst
136 - Lezersdienst
137 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 41
De kracht van een Europese groep
krachtige beweging
SERVICE – ONDERHOUD HERSTELLING – FILTRATIE • Herstelling • Onderhoud • Onderhoudscontract • Verwijderen van verontreinigingen en water uit olie • Herstelling van hydraulisch
Brevini Power Transmission brengt u verder Waar beweging vereist is, loopt Brevini Power Transmission voorop. Onze mechanische aandrijvingen zorgen voor de feilloze beweging die u nodig heeft. Voor de meest uiteenlopende sectoren
materiaal van alle merken Parc Industriel allée II, n°4 B-4540 AMAY Tél +32 (0) 85 51 96 96 Fax : +32 (0) 85 51 96 97
Schoonmansveld, 17 B-2870 PUURS Tel : +32 (0) 3 570 93 83 Fax : +32 (0) 3 575 12 30
www.fluidap.com 139 - Lezersdienst
bieden wij de innovatieve, bedrijfszekere oplossingen die maken dat u nooit stil hoeft te staan, maar krachtig vooruit kunt. Brevini Power Transmission levert maatwerk en topkwaliteit op het gebied van mechanische transmissietechnologie. Onze betrouwbare planetaire en conventionele tandwiel- en reductiekasten, extruderaandrijvingen en lieren garanderen de krachtige beweging die uw bedrijf zoekt. Zodat u door kunt gaan waar anderen moeten stoppen.
MANULI hydraulische slangen en koppelingen Compleet gamma hydraulische slangen en perskoppelingen voor industriële en mobiele toepassingen. Grote voorraden en prima service !
Brevini Nederland B.V.
Brevini Belgio S.A.
Röntgenweg 24
Rue Théodore Baron, 42/43
2408 AB Alphen aan den Rijn
B-5000 Namur
Postbus 429
T +32 - 81 - 22 91 94
2400 AK Alphen aan den Rijn
F +32 - 81 - 23 08 62
T +31 - 172 - 47 64 64
[email protected]
F +31 - 172 - 42 53 88
www.brevinipowertransmission.be
Meer info ?
[email protected] www.brevinipowertransmission.nl
Euregio Hydraulics nv Hagbenden 39A – B – 4731 EYNATTEN – Tel: +32 (0)87 858 858 – Fax: +32 (0)87 858 859
[email protected] – www.euregiohydraulics.be 138 - Lezersdienst
140 - Lezersdienst
ACTUALITEIT
AC700F wint Control Engineering Choice Award 2008
Nieuwe CSI 6500 Machinery Health® Monitor
Hansen levert eerste tandwielkast uit Chinese Fabriek
Uit de jaarlijkse verkiezing voor het meest innovatieve technologische product hebben Noord-Amerikaanse lezers van het technische vakblad Control Engineering massaal gestemd voor het nieuwe ABB compact control systeem: de AC700F. Voor deze overwinning heeft ABB de prijs ‘Control Engineering Choice Award 2008’ in ontvangst genomen. De keuze is gebaseerd op de meest geschikte technologische applicatie die vanwege de laagdrempeligheid voor een brede doelgroep toegankelijk is. De lezersdoelgroep is deskundig op het gebied van automatisering, instrumentatie en control systemen. De AC700F is de nieuwste controller binnen de ABB Freelance productgamma. Het is een compact controller die geschikt is voor kleinere- en middelgrote applicaties voor zowel de Original Equipment Manufacturer (OEM) als de eindgebruikersmarkt. De AC700F controller heeft volledig geïntegreerde SCADA (DCS functionaliteit) en kan worden ingezet in het zogenaamde hybride segment. Dit is het middengebied tussen kleinere machinebesturingen en de grotere DCS toepassingen. Het systeem is erg eenvoudig te installeren en programmeren en kan door de zogenaamde variabele (vrij configureerbare) I/O modules nauwkeurig gedimensioneerd worden. Dus lage kostprijs met veel standaard functionaliteit. n
Emerson introduceert Nieuwe CSI 6500 Machinery Health® Monitor die predictie- en protectiemodules integreert in één platform. Complete oplossing bij vernieuwen en upgraden van conditiebewaking van turbomachinery Emerson Process Management heeft de CSI 6500 Machinery Health® Monitor geïntroduceerd: een recente aanvulling op de mogelijkheden van het Smart Machinery Health Management systeem. Met de nieuwe CSI 6500 kunnen gebruikers de protectiemodules van de CSI 6000 Machinery Health Monitor combineren met nieuw in te pluggen predictiemodules. Hierdoor ontstaat één rek met complete online bewakingmogelijkheden. Smart Machinery Health Management is een belangrijke schakel in de PlantWeb® digital plant architecture. Net zoals het CSI 6000 protectiesysteem, voldoet de CSI 6500 volledig aan de eisen van API 670. API 670 is de wereldwijd geaccepteerde norm van het American Petroleum Institute voor de best practices van turbinebeveiliging. De CSI 6500 is de ideale oplossing voor vervanging van het bestaande machinebewakingssysteem, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de voordelen van predictieve diagnostiek. Het bouwt voort op de fundamenten van Emerson’s oplossingen voor predictie en protectie van turbines. De online machineconditiebewaking is in staat voorspellende, beschermende en prestatiemetende functies te integreren met procesautomatisering. n
Hansen Transmissions International N.V. (LSE ticker ‘HSN’), een wereldwijd gevestigd producent en leverancier van tandwielkasten met een leidende positie in de markt van tandwielkasten voor wind turbines, kondigt aan dat de eerste tandwielkast werd geleverd uit haar nieuwe fabriek in het Beichen Hi-tech Industrial park in Tianjin. De levering van de eerste tandwielkast vanuit de nieuwe fabriek voor assemblage en test, op een terrein van 250.000 m2 in het Beichen Hi-tech Industrial park in Tianjin, werd gerealiseerd 6 maanden na de start van de bouwwerken in september 2008. Deze eerste tandwielkast zal ingezet worden in een turbine van 2.1 MW van Suzlon. De fabriek in Tianjin zal verder uitgebouwd worden naar het model van de fabriek voor tandwielkasten in Lommel, België, en zal gebruik maken van dezelfde machines en productieprocessen. Ivan Brems, CEO van Hansen Transmissions: “De levering, op tijd en binnen het budget, van de eerste tandwielkast vanuit onze Chinese fabriek, is een nieuwe mijlpaal voor Hansen. Deze nieuwe fabriek in China laat Hansen toe om nu ook producten van hoge kwaliteit leveren in China, naast de bestaande fabrieken in België en China.” n
141 - Lezersdienst
142 - Lezersdienst
143 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 43
AF Belgium 090503 Maxima185x130:
20/05/09
Page 2
De nieuwe Maxima : van 30 tot 160 kW Het beste rendement op de markt Onklopbare energie-efficiëntie : • zespolige elektrische motor • tot 1.000 tpm verlaagd toerental • energiezuinig : 5,4 kW/m3/min • weinig trillingen • vermindering van de slijtagegraad Maximale beperking van de impact op het milieu : • afscheiding en afvoer van condensaten • warmterecuperatie • olie-/waterscheiding Luchtdebiet van 6,4 tot 31 m3/min. bij een druk van 8 bar Vermogens: 30 tot 160 kW
Alles voor kwalitatieve perslucht. www.af-belgium.be oudskosten, Verlaagde onderh en minder n lange diensttijde st geluidsoverla
AF BELGIUM nv Chaussée de Tubize 485 F - 1420 Braine-L’Alleud Tel.: (09) 238 14 28 - Fax: (09) 238 15 10 - E-mail:
[email protected] 144 - Lezersdienst
Turnkey to solutions U zoekt een pasklare oplossing voor een aandrijftechnisch vraagstuk? Hydrauvision is het vertrouwde adres voor aandrijftechniek in de volle breedte... systeembouw, revisie,
Innovative Perfection
service, testen, certificeren, storingsdienst, verhuur en componentendistributie... Hydrauvision heeft het in huis.
Solution Reliability
www.hydrauvision.com 145 - Lezersdienst
ACTUALITEIT
Safety First!
Neuwe compressoren Airbox en Airbox Center
Nieuwe stappenmotor van Oriental Motor
De nieuwe machinerichtlijn komt eraan eind dit jaar. Deze nieuwe regels geven soms de indruk om het ondernemerschap aan banden te willen leggen, maar in werkelijkheid zijn ze natuurlijk bedoeld om de veiligheid van operatoren, productiemiddelen en –methodes te waarborgen en risico’s te vermijden. U bent als machinebouwer ongetwijfeld al goed op de hoogte van deze nieuwe regels, maar hoe zit het met de praktische invulling van dit wettelijk kader? Pilz en Festo hebben deze lacune goed opgemerkt en hebben de handen in mekaar geslagen om u een praktisch seminarie aan te bieden: ‘De nieuwe machinerichtlijn en normen in de praktijk’. Beide sessies waren in een mum van tijd volzet, wat de noodzaak aan een praktijkvoorbeeld alleen maar illustreert. Daarom hebben Pilz en Festo besloten om hun jarenlange expertise te bundelen in een driedaagse opleiding gericht aan mechanische constructeurs, ontwerpers van elektrische en/of mechanische besturingen. Bekijk onze microsite www.festo.be/ nl/safety voor meer informatie of documentatie over de nieuwe machinerichtlijn. Wenst u de details van onze opleiding na te lezen, surf dan naar www.festo-didactic.com/be-nl. n
Het idee een droogcomprimerende zuigercompressor in een geluiddempende behuizing inbouwen is niet nieuw. De nieuwe compressoren Airbox en Airbox Center van Kaeser dekken bij een motorvermogen van 2,4 tot 7,5 kW een debietbereik van 0,25 tot 0,9 m3/min. Kern van elke Airbox-installatie is een droogcomprimerende, direct gekoppelde zuigercompressor uit de serie KCT in robuuste industriekwaliteit. Deze wordt aangedreven door een krachtige en tegelijk energiezuinige eff 1-elektromotor. Door de leiding van de koelluchtstroom wordt een zeer werkzame koeling van het hele aggregaat bereikt. Dat maakt een voor een zuigercompressor ongebruikelijke inschakelduur van de installatie van 100 procent mogelijk en een inzet bij hoge omgevingstemperaturen tot 45 °C. Een ander voordeel – de lage geluidsemissie – rust op het genoemde Airbox-principe: afhankelijk van vermogenscategorie is het geluidsniveau van de installaties slechts 59 tot 67 dB (A). Met de Airbox Center is niet alleen rendabele en geluidsarme persluchtproductie mogelijk, maar ook toepassingspecifieke behandeling en opslag van de perslucht. Daarvoor werd een persluchtketel met een capaciteit van respectievelijk 200 en 270 l (bij de drie grotere modellen) ingebouwd. Een aangebouwde koeldroger zorgt voor betrouwbare persluchtdroging en, indien nodig, kan een filtercombinatie nog worden nageschakeld. n
Oriental Motor bracht een zestal jaren geleden de revolutionaire α-step stappenmotor uit. Vandaag brengt Rotero, exclusief voor Benelux, de ARserie, de opvolger en tevens verbeterde versie van de bestaande α-step. De OM ingenieurs zijn erin geslaagd het energieverbruik met 40% te verlagen. Een lager trillingsniveau, tenslotte, en een grotere staphoeknauwkeurigheid maken het plaatje vol. Zoals het vroegere model kent de nieuwe aandrijfeenheid geen gemiste stappen dank zij de closed-loop controle, wat betekent dat de sensor, die de stand van de rotor detecteert, automatisch de closed-loop activeert. Op die manier is de aandrijving even betrouwbaar als een servomotor wat bruuske versnellingen of gewijzigde belasting betreft. Tegelijk behoudt de AR-serie de voordelen van de stappenmotor: hij kan onmiddellijk stoppen, zonder overshoot of jitter. De AR-serie bestaat in drie flensmaten: 42, 60 en 85 mm. Het maximum houdkoppel bedraagt 37 Nm, de hoek-nauwkeurigheid is 0,05° en de staphoeken variëren van 0,0036° tot 0,36° per stap. In optie zijn de stappenmotoren van de AR-serie leverbaar met conische, planetaire of harmonische reducties. Voeding naar keuze: mono 100-115 VAC of driefasig 200-230 VAC. Alle versies CE en UL gecertificeerd en RoHS-conform. n
146 - Lezersdienst
147 - Lezersdienst
148 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 45
Motors Energy Automation Coatings
W22 Three-Phase Electric Motor. Designed for today. Protecting tomorrow.
With electric motors accounting for around 40% of global energy consumption, the world is demanding a truly efficient globally recognised industrial motor. The new W22 motor range meets all global efficiency standards including the European IE 1, 2 and 3, North American NEMA Premium and Australian MEPS. The W22 has been designed, using state-of-the-art engineering, with efficiency at the forefront – from the design of the frame to maximise heat dissipation, ease handling and assist maintenance, to the multi-position diagonal cut terminal box for better cabling access. The WEG W22 is what the industrial world needs today, to help sustain its future – tomorrow. Visit www.weg22ways.net to find out more. Contact us for a FREE copy of our 22 Ways to Improve Motor Productivity and Prolong Lifespan booklet Call: 067 88-8420
Email:
[email protected] 149 - Lezersdienst
ACTUALITEIT
IECEx certificering van solenoids
Revolutionair en robuust – de MileEncoder
Miniatuur geleide cilinder completeert de reeks
Asco Numatics kondigt IECEx certificering aan van een serie ATEX goedgekeurde producten voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. De extra certificering omvat de Ex d, Ex mb en Ex ia serie explosieveilige solenoids voor magneetventielen voor gebruik in zone 1 toepassingen. IECEx certificering betekent voor deze producten een wereldwijde erkenning en acceptatie voor toepassing in een gebied met explosierisico. Sinds juli 2003 moet alle nieuwe apparatuur voor het gebruik in Europa in explosiegevaarlijke omgevingen voldoen aan de eisen van de ATEX richtlijnen. Deze Europese richtlijnen zijn ontworpen om medewerkers te beschermen tegen het risico van explosies in explosiegevaarlijke omgevingen. IECEx is een op de standaarden van de Internationale Elektrotechnische Commissie gebaseerd, mondiaal certificeringsysteem. Het systeem verzekert de uitgifte van nationale certificaten voor relevante producten door de bedrijven in de deelnemende landen. Door deze combinatie van ATEX en IECEx goedkeuringen, krijgen fabrikanten en OEM’s de beschikking over een uitgebreide serie explosieveilige magneetspoelen voor ventielen die wereldwijd geleverd en geïnstalleerd kunnen worden. Eindgebruikers hebben daarmee toegang tot een bredere selectie van producten en profiteren van lagere kosten voor het ontwerp en onderhoud van gelijksoortige installaties in meerdere landen. n
Klein, robuust and accuraat, maxon motor’s inductieve micro encoder is een mijlpaal in de encoder technologie. Veilig tegen de effecten van EMC, stof of olie, met een geconfigureerd trillingindex en geïntegreerde communicatiesignalen en een diameter van slechts 6 mm. Het principe van een inductieve encoder berust op het feit dat de inductie van één of meerdere spoelen, afhankelijk van het gebruikte materiaal, verandert. Bijvoorbeeld een ijzerkern met de maatgevende vorm van een halve cirkel kan langs een spoel geleidt worden, daardoor veranderd de inductie. Hoewel, een simpele inductieve encoder ook nadelen heeft, zoals temperatuurafhankelijkheid van het zachte ijzer. Externe magnetische velden kunnen ook de poreusheid van het gebruikte materiaal veranderen, zelfs veel lager dan het verzadigingspunt. Dit is de reden waarom zeer accurate inductieve encoders ijzerloos zijn. Het contrast wordt gegenereerd door middel van wervel stromen. Deze encoders worden al geruime tijd gebruikt in grote motoren, maar werden tot nu toe nog niet geproduceerd voor micro motoren. maxon motor heeft zeer veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van deze zeer verkleinde inductieve encoders. Het resultaat is de MILEencoder, een inductieve encoder waar het contrast gegenereerd wordt door middel van een wervel stroom. Maxon’s Inductive MILE- Encoder is ’s werelds kleinste in zijn soort. n
De vraag vanuit de industrie voor een kleinere, meer nauwkeurige en kosten reducerende compact cilinder, wordt door SMC Pneumatics beantwoord met de lancering van de miniatuur serie, MGJ. Deze nieuwe MGJ toevoeging is door zijn kleine boring van 6 en 10 mm, extreem klein en lichtgewicht. Met slag opties tussen de 5 en 20 mm, weegt het kleinste model slechts 29 gram en de grotere versie net onder de 64 gram. Met een behuizing van 23 mm en 25 mm, biedt deze kleine cilinder een uitstekend niveau van stijfheid met een niet verdraaibare nauwkeurigheid van +/- 0,1°. Met de introductie van de MGJ completeert SMC een serie cilinders met geïntegreerde glij- of kogel geleiding, voor toepassingen waar zijlingse belasting en anti-rotatie nauwkeurigheid van belang zijn. n
150 - Lezersdienst
151 - Lezersdienst
152 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 47
ACTUALITEIT
Rotatierem op de Basic Rex
Compacte G3 SCARA robot met optie geknikte arm
WAGO BACnet/IPcontroller 750-830 uit stock leverbaar
Moderne bakkerijmachines moeten niet alleen in staat zijn om traditionele kwaliteit te produceren in industriële hoeveelheden, ze moeten ook optimaal bedieningscomfort bieden. Voor dat laatste zorgt KÖNIG Maschinen uit Graz, mede dankzij het gebruik van ACE-rotatieremmen. De bakkerijmachine van het type Basic Rex kan per uur tot 9.000 bolvormige stukken deeg van dezelfde grootte voor het bakproces voorbereiden. Dat komt overeen met 2,5 stukken per seconde. Aan de ingang van de Basic Rex bevindt zich een plexiglazen klep. Die zorgt ervoor dat de 10 tot 15 kg zware stukken deeg gemakkelijk in de machine raken en dat de snijinrichting snel wordt ‘gevoed’. Tegelijk voorkomt de klep dat vreemde voorwerpen in de deeginvoer terechtkomen, terwijl het deeg verdeeld en opgebold wordt als voorbereiding voor het bakken. De klep is aan één kant van zijn lageras uitgerust met een veiligheidsschakelaar, aan de andere kant bevindt zich een rotatierem. De rotatierem dempt de dichtvallende klep, zodra de arm of hand weer uit de trechterschacht verdwenen is. De klep valt langzaam en zacht, maar toch met voldoende kracht weer in zijn eindpositie. Het harmonische bewegingsverloop bij het remmen ontstaat door verdringing van een trage vloeistof door een ventiel of een spleet. Het links, rechts of naar beide kanten werkende remmoment wordt bepaald door de viscositeit van de olie en de diameter van het ventiel. n
Dankzij een innovatieve oplossing halen de nieuwe modellen van de G3 SCARA robots een maximaal bereik bij een minimale plaatsinname. Zo is de EPSON Sinus/Cosinus G350 de enige SCARA robot op de markt van deze grootte die een bereik haalt van een compleet DIN A4-blad. EPSON steunt op meer dan 40 jaar ervaring in industriële robots voor montage-automatisatie. Deze ervaring uit zich nu in de ontwikkeling van de nieuwe ultracompacte EPSON G3 SCARA robot, met reikwijdten van 250, 300 en 350mm. De sinus- en cosinusmodellen van de G3 gaan nog een stap verder: zij beschikken over een naar links (sinus) of rechts (cosinus) gebogen eerste arm. Alle uitvoeringen van de G3 werken met een compacte RC180 sturing en zijn uiterst eenvoudig te programmeren vanaf een externe computer. Bovendien is elk model leverbaar in een cleanroom versie (klasse 10 of ISO 3) & ESD configuratie, en is zowel voet-, wand- of plafondmontage mogelijk. EPSON kan zo nu SCARA robotten leveren voor gewichten van maximaal 1, 3, 6, 10 of 20kg, met een bereik van 175 tot 1.000mm. n
De nieuwe WAGO BACnet/IPcontroller 750-830 maakt het mogelijk, het op de markt beproefde WAGO-I/O-systeem ook in BACnet/IPprojecten in te zetten. De nieuwe, vrij programmeerbare WAGO BACnet/IP-controller in combinatie met het uitgebreid gamma I/O modules van het WAGO-I/O-systeem kan ingezet worden voor de meest uiteenlopende projecten binnen de gebouwautomatisering. Zowel typische HVAC-toepassingen als verlichtings- en jaloeziesturingen behoren tot de mogelijkheden. Een brede waaier aan interfacemodules biedt de mogelijkheid om direct te communiceren met KNX/EIB, DALIlichtregelingssystemen, EnOceanradiotechniek en vele anderen. Bij het gebruiken van de controller als BACnet-Native-Server herkent hij automatisch alle aangesloten digitale en analoge I/O-modules, zodat alle variabelen via BACnet objecten beschikbaar zijn. Voor de inbedrijfstelling wordt de programmeeromgeving WAGO-I/O-PRO CAA (CoDeSys) en de nieuwe WAGOBACnet-configurator gebruikt. Deze laatste ondersteunt eveneens de communicatie met BACnet-toestellen van andere fabrikanten. De BACnet configurator is gratis te downloaden op http://www.wago.com. n
153 - Lezersdienst
P 48 - 176 - JUNI 2009
154 - Lezersdienst
155 - Lezersdienst
ACTUALITEIT
Oil Condition Monitor IVS 01 Internormen
INFINITY: leidingnet tot D110 voor perslucht én vacuüm
Nieuwe rode laser afstandssensor voor middellang bereik DT50
Deze multifunctionele inline sensor wordt gebruikt voor het opmeten van enkele actuele waarden van hydraulische oliën en smeeroliën in een systeem. De gebruiker verkrijgt op regelmatige tijdbasis informatie over de viscositeit, temperatuur en de relatieve diëlektriciteitswaarde van de olie. Al naargelang de waardeschommelingen van deze belangrijke toestandsparameters kan de gebruiker de algemene conditie van zijn olie inschatten en ingrijpen indien nodig. Het behouden van de gewenste olieviscositeit samen met het verwijderen van deeltjes, water, neerslag en de sludge (die veroudering van de olie veroorzaken) zorgt er voor dat de gewenste eigenschappen van de olie behouden blijven. Op die manier wordt aan proactief onderhoud van de olie gedaan en kan tijdig geanticipeerd worden om een mogelijke systeemuitval te voorkomen. Het meettoestel is voorzien van een interface om te kunnen communiceren met een PLC of CANbus. Dit meettoestel kan gebruikt worden voor minerale oliën HLP, smeeroliën CLP en esters HEES, HETG. n
Infinity is het nieuwste persluchtnet leidingsysteem van Pneuvano, geschikt voor perslucht én vacuüm, met naadloos afgewerkt buisprofiel in aluminium en handige push-in koppelingen in vernikkeld messing. Het nieuwe Infinity systeem is ideaal voor een volledig persluchtnet, een centraal vacuümnet, uitbreiding of vernieuwing van uw bestaande net of voor piping D20 of 25 van een machinelijn. Het is zeer eenvoudig en snel te monteren (door gebruik te maken van het lichtgewicht buisprofiel en degelijke push-in koppelingen hoeft u geen draad meer te trekken). Door z’n gladde en naadloos afgewerkte Alu buis garandeert het bovendien een optimale levensduur van al uw aangesloten toepassingen. Het Infinity leidingsysteem is beschikbaar in buisdiameters 20 tot 110 mm, werkdrukken tussen -1 en +15 bar en temperatuur van -20° tot +80° C. Er is ook een ruim assortiment aan toebehoren (met o.a. een speciaal compact aftaksysteem om condensaat in de aangesloten toepassingen te vermijden). Voor de installatie voorziet Pneuvano gratis het gebruik van hun installatietools. Alle courante maten zijn nu ook uit voorraad leverbaar. n
Nauwkeurig, immuun voor omgevend licht en onderhoudsvrij: dat zijn slechts enkele van de voordelen van de nieuwe meet- en schakelsensoren van de DT50-serie van SICK. De toestellen werden ontworpen voor een middellang bereik van maximum 10 m. Dankzij eigenschappen zoals een responstijd van 20 ms, een resolutie van 1 mm en een accuraatheid van 10 mm biedt de DT50 een innovatieve sensortechnologie met een interessante verhouding tussen prijs en prestaties. Deze nieuwe rode laser afstandsensor is niet alleen erg nauwkeurig tot 10 meter zowel bij matte als glanzende voorwerpen, de sensor is ook uitermate stabiel ten opzichte van kleurveranderingen en reflecterende oppervlakken. Dit voorkomt valse schakelingen bij variaties in kleur of afleiding door reflectie. Daarenboven is het impactpunt dankzij de rode laser perfect waarneembaar waardoor een fijne en precieze uitlijning mogelijk is. Het toestel is niet alleen volledig onderhoudsvrij maar ook immuun voor omgevend licht tot 40 Klux dankzij de nieuwe codering met dubbele frequentie. Daarnaast heeft de DT50 een stevige metalen behuizing IP65 en een vervangbaar beschermend voorscherm voor lastoepassingen. Dankzij het temperatuurbereik van -30°C tot +65°C is de DT50 even geschikt voor diepvriesmagazijnen als voor staalwerken en warme pletmolens. n
156 - Lezersdienst
157 - Lezersdienst
158 - Lezersdienst
176 - JUNI 2009 - P 49
Biblio-Tech Industriële Automatisering catalogus van Asco Numatics De 120 pagina’s tellende productcatalogus van Asco Numatics toont een selectie van de 1.700 meest gangbare magneetventielen, afsluiters, cilinders, schuifventielen, proportionele ventielen en persluchtverzorgingsapparatuur. Deze zijn geschikt voor een breed toepassingsbereik en worden gekenmerkt door een hoge mate van betrouwbaarheid. Alle producten uit deze catalogus zijn verkrijgbaar bij de lokale verdelers.
159 - Lezersdienst
Nieuwe brochure werkkleding en persoonlijke bescherming Kramp heeft een enorme uitbreiding doorgevoerd in het assortiment werkkleding, werkschoenen en artikelen gerelateerd aan persoonlijke bescherming. De belangrijkste toevoegingen zijn producten uit de lijnen van 3M, Havep en het Scandinavische Grene Workwear. Om dit aanbod overzichtelijk voor te stellen is een nieuwe brochure samengesteld. Het ruim 200 pagina’s tellende magazine geeft een overzicht van het actuele PBM/kleding-aanbod.
160 - Lezersdienst
Nieuwe website Schneider Electric België Op 31 maart werd de nieuwe versie van de site ww.schneiderelectric.be gelanceerd. Om snel en efficiënt het meest gepaste product voor uw activiteit te vinden, kunt u drie wegen volgen: oplossingen, producten en diensten. Op deze manier kunt u brochures, technische fiches, catalogi, leaflets, certificaten, tarieven, CAD-files, enz. downloaden. Via de vernieuwde, krachtige zoekmotor zoekopdrachten inbrengen.
161 - Lezersdienst
Nieuwe brochure WSCAD WSCAD, bekend van het gelijknamige CAD-programma voor de elektrotechniek en HVAC, stelt zijn nieuwe brochure voor. Deze brochure stelt de verschillende WSCAD-producten voor, maar laat ook enkele toonaangevende gebruikers aan het woord. Kent u WSCAD (nog) niet, dan loont het zeker eens de moeite een kijkje te nemen in deze aangenaam ogende brochure. Ze kan, samen met een demo-versie van het WSCAD-programma, gedownload worden op www.wscad.be. De exclusieve verdeling in België en Luxemburg gebeurt door Dymocad.
162 - Lezersdienst
P 50 - 176 - JUNI 2009
Meeste kracht per kilo.
Meeste kracht per ruimte.
Maximale kracht in minimale ruimte – daar draait alles om bij onze nieuwe MOTOX-reeks motorreductoren. Met een nominaal aandrijfkoppel tot 20.000 Nm en een groter nominaal tandwielkoppel dan vergelijkbare motorreductoren van dezelfde grootte. MOTOX rondt onze aandrijfportefeuille af in het vermogensbereik van 0,09 kW tot 200 kW voor alle overbrengingstypes. Overtuig uzelf van zijn krachtige prestaties. Wenst u meer informatie? Fax uw vragen naar: 02 536 22 90 of mail naar
[email protected]. Setting standards with Totally Integrated Automation. www.siemens.be/drives 163 - Lezersdienst
Schade voorkomen? Zeker!
ABB’s multifunctionele, elektronische relais bewaken alle belangrijke parameters van drie fasige netten zoals, overspanningen, spanningsval, niet gebalanceerde fases en fasefouten. Additioneel zorgt een programmeerbare automatische fase volgorde correctie ervoor dat steeds de juiste fase volgorde naar de belasting wordt gegarandeerd. Alle nieuwe toestellen werken met een modern TRMS meetprincipe die een interpretatie van alle sinus vormen mogelijk maakt. De toestellen zijn gebouwd voor spanningen tot 690 V en afhankelijk van het type kunnen ze signalen tot 400 Hz bewaken. Door gebruik te maken van ABB’s multifunctionele drie fasige bewakingsrelais, kan u op een betrouwbare manier het drie fasige net bewaken en zo potentieel gevaar op beschadiging van machines en installaties reduceren. www.abb.be
ABB n.v. Hoge Wei 27, B-1930 Zaventem Tel. +32 (0)2 718 63 11, Fax +32 (0)2 718 66 66 164 - Lezersdienst