INLEIDING
Samen aan zet Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2015 aan. Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 is dit de eerste programmabegroting in deze nieuwe raads- en collegeperiode. We hebben de afgelopen maanden hard gewerkt om een overzichtelijke en duidelijke begroting voor u te maken, waarin we onze plannen voor het nieuwe jaar uiteen zetten. We werken in de begroting verder vanuit de afspraken en beleidskeuzes die in het coalitieakkoord 2014-2018 vastgelegd zijn. Onder de noemer ‘Samen aan zet’ gaan we de komende jaren aan de slag om onze doelstellingen te realiseren, ook al weten we ons nog altijd geconfronteerd met een economie die nog niet echt op gang wil komen. Wij zijn blij dat wij u een programmabegroting 2015 aan kunnen bieden die financieel sluitend is. Net als vorig jaar hebben we echter nog wel met ingang van het tweede jaar een bezuinigingstaakstelling moeten opnemen. Met inwoners en organisaties uit de samenleving proberen we daar in het voorjaar van 2015 invulling aan te geven. Het gaat uiteindelijk in 2018 om een bedrag van € 350.000,-- aan structurele bezuinigingen. Het komende jaar gaat vooral veel aandacht uit naar de nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg, participatie en maatschappelijke begeleiding die vanuit het Rijk op ons afkomen. Het zijn taken met een grote impact. Het raakt grote groepen mensen binnen onze gemeente. Zij krijgen de gemeente als aanspreekpunt voor ondersteuning. Bij deze nieuwe taken is nu nog niet alles te voorzien, maar we hebben ons samen met de andere Twentse gemeenten goed voorbereid op de nieuwe situatie. Hoewel we natuurlijk snel uitvoering willen geven aan de ambities uit het coalitieakkoord en het collegeprogramma biedt de financiële situatie van dit moment weinig ruimte om daar middelen voor vrij te maken. Wel gaan we in 2015 daadwerkelijk aan de slag met de Noordzuidverbinding. Starten bij Ben & Jerry’s is daarbij ons uitgangspunt, maar is mede afhankelijk van eisen van de subsidieverstrekker, de Regio Twente.
2
bedragen x € 1.000 Begroting 2015
MJR 2016
MJR 2017
MJR 2018
Lasten (incl. mutatie reserves) 01 Veiligheid en dienstverlening 02 Onderwijs, opvoeding en jeugd 03 Werk, economie en inkomen 04 Mobiliteit en bereikbaarheid 05 Cultuur, recreatie en sport 06 Woon- en leefomgeving 07 Maatschappelijke ondersteuning en zorg 08 Bestuur en middelen Totaal Lasten (incl. mutatie reserves)
- 4.588 - 13.069 - 14.975 - 11.136 - 9.080 - 16.224 - 17.594 - 2.603 - 89.269
- 4.521 - 13.126 - 14.590 - 10.481 - 8.766 - 16.165 - 17.507 - 2.387 - 87.541
- 4.477 - 12.814 - 14.269 - 10.425 - 8.701 - 22.501 - 17.485 - 2.776 - 93.447
- 4.441 - 12.844 - 14.022 - 10.725 - 8.515 - 16.087 - 17.472 - 2.780 - 86.888
Baten (incl. mutatie reserves) 01 Veiligheid en dienstverlening 02 Onderwijs, opvoeding en jeugd 03 Werk, economie en inkomen 04 Mobiliteit en bereikbaarheid 05 Cultuur, recreatie en sport 06 Woon- en leefomgeving 07 Maatschappelijke ondersteuning en zorg 08 Bestuur en middelen Totaal Baten (incl. mutatie reserves)
1.009 129 6.345 4.979 1.991 12.203 6.078 56.535 89.269
1.014 129 6.305 5.187 2.004 10.670 6.055 56.177 87.541
1.019 129 6.305 5.327 2.004 17.069 6.038 55.557 93.447
1.019 129 6.305 5.469 2.004 10.815 6.029 55.118 86.888
-
-
-
-
Overzicht baten en lasten
Resultaat
Tabel baten en lasten begroting 2015
Burgerkracht en participatie In deze tijd is het niet meer de overheid die als vanzelfsprekend voorzieningen realiseert en ondersteuning biedt. Dat geldt ook voor onze gemeente. Meer en meer is de samenleving zelf aan zet. We willen en moeten ruimte maken voor mensen, buurten, dorpen, wijken, organisaties en bedrijven die zelf zaken oppakken die voorheen als overheidstaak werden gezien. We doen daarbij meer en meer een beroep op de eigen kracht van de burger. In de gemeente Hellendoorn merken we een omslag bij onze inwoners: zij zien mogelijkheden, maken plannen en nemen initiatieven. Burgers zijn mondiger en vragen ook meer van ons als gemeente. Wij denken dat een goed samenspel tussen gemeente en inwoners nog betere resultaten voor een vitale en weerbare samenleving oplevert. Deze ontwikkelingen juichen we dus van harte toe. Ook de rol van de gemeente verandert. Wij willen vooral een toegankelijke en dienstbare overheidsinstantie voor onze burgers zijn. Op dat vlak blijven we ons ontwikkelen. We gaan met de tijd mee qua visie en technologie, zijn modern, servicegericht en zorgvuldig. We zien zelfs dat wij als gemeente voorop lopen in de samenwerking met onze inwoners. Er is veel overleg, er is een open houding van de ene partij naar de andere. Dat andere gemeenten geïnteresseerd zijn in de manier waarop we dat doen en ons als voorbeeld nemen, sterkt ons in onze werkwijze.
3 Aanhoudende crisis Een ontwikkeling die we helaas nog niet uit kunnen vlakken, is de aanhoudende economische crisis. Na een aantal jaren van krimp komt Nederland voorzichtig in rustiger vaarwater. Hier en daar zien we verbeteringen op deelterreinen en de berichten worden heel voorzichtig iets positiever, maar van een echte ommekeer is nog geen sprake. Ook de internationale situatie is op dit moment erg onzeker. Deze onzekerheden, op nationaal én internationaal niveau, zorgen ervoor dat de financiële situatie van ons land broos blijft. In ons beleid moeten we daar stevig rekening mee houden. Ook in 2015 resulteert dat in verdere bezuinigingen en een voorzichtige begroting. Tegelijkertijd willen we ook blijven investeren. Dat is belangrijk in deze tijd. Voor nieuwe investeringen gaat het gemiddeld om zo’n € 5 miljoen per jaar. Rekening houdend met overloop van projecten uit voorgaande jaren komt het totale investeringsbedrag in 2015 op € 10,9 miljoen. Dat komt de bedrijvigheid, werkgelegenheid en innovatiekracht in onze gemeente ten goede.
Leeswijzer Deze programmabegroting bestaat uit vier delen. In de inleiding vertellen we u graag over het te voeren beleid in de aankomende jaren en geven we u een overzicht van de budgetten die daarbij horen. We gaan beknopt in op de investeringen, de ontwikkelingen van de reserves en voorzieningen, etc. Het overall beeld van ons beleid, zowel beleidsmatig als financieel, wordt daarmee inzichtelijk. In het tweede deel bespreken we per programma de belangrijkste ontwikkelingen. Vanaf het komende jaar werken we met de volgende acht programma’s:
- Veiligheid en dienstverlening - Onderwijs, opvoeding en jeugd - Werk, economie en inkomen - Mobiliteit en bereikbaarheid - Cultuur, recreatie en sport - Woon- en leefomgeving - Maatschappelijke ondersteuning en zorg - Bestuur en middelen
Voor elk programma geven we aan waar de accenten voor 2015 liggen. De programma’s kennen een vast stramien:
- Inleiding; - Kaderstellende nota’s; - Wat we willen bereiken; - Wat we doen;
4
- Wat het mag kosten.
In deel drie vindt u negen paragrafen. Deze paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van de acht programma’s aan de hand van een aantal thema’s. De paragrafen behandelen de volgende onderwerpen: - Lokale heffingen - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Onderhoud kapitaalgoederen - Financiering - Bedrijfsvoering - Verbonden partijen - Grondbeleid - Demografische ontwikkeling - Duurzaamheid
Het laatste deel van de Programmabegroting 2015 bestaat uit een aantal bijlagen. Deze bevatten meer details en cijfermatige gegevens.
Voortaan acht programma’s en negen paragrafen Tot en met 2014 werden de plannen samengevat in dertien programma’s. De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 vormden een goede aanleiding om de programma-indeling van 2002 opnieuw te bekijken op actualiteit en onderlinge samenhang. Die indeling was niet meer in alle opzichten evenwichtig. Door vanaf nu te werken met acht in plaats van dertien programma’s maken we het geheel overzichtelijker en minder versnipperd. Kort voor de zomervakantie is de nieuwe programma-indeling door de gemeenteraad vastgesteld. Gemeenten zijn vrij om de programma’s naar eigen inzichten in te delen. Dat geldt ook voor een deel voor de paragrafen bij de begroting en jaarrekening. In de paragrafen leggen we de beleidslijnen vast met betrekking tot beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Onderwerpen die versnipperd in de begroting staan, bundelen we in een paragraaf, waarmee de gemeenteraad een goed inzicht krijgt. Gemeenten zijn zelf vrij om extra paragrafen toe te voegen. Wij hebben ervoor gekozen de onderwerpen ‘Demografische ontwikkelingen’ en ‘Duurzaamheid’ als extra paragrafen toe te voegen.
Hoofdlijnen van beleid Gelijktijdig met de programmabegroting 2015 bieden wij u ook het nieuwe Collegeprogramma 2014-2018 aan. In het collegeprogramma geven we onze ambities
5 voor de komende jaren weer. Het is een verdere uitwerking van het coalitieakkoord ‘Samen aan zet’, zoals dat na de gemeenteraadsverkiezingen door de in het college samenwerkende partijen is opgesteld. Er staat veel op de agenda, maar de middelen voor deze plannen zijn (nog) niet altijd beschikbaar. Net als het coalitieakkoord, is ook het collegeprogramma nog altijd een document op hoofdlijnen. Bij het opstellen van de jaarlijkse begrotingen vullen we de plannen verder in. Bij de uitwerking werken we nauw samen met inwoners, bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen, kerken, buurten en dorpen. Die weten zelf heel goed wat ze willen. Als college willen we daar ook heel nadrukkelijk ruimte aan geven, want de samenleving is een gedeelde verantwoordelijkheid van politiek, bestuur en samenleving. Bestuur en ambtenaren hebben niet op alle ingewikkelde vragen een pasklaar antwoord en de samenleving heeft daar ook steeds minder behoefte aan. Veel zinvoller is het om met elkaar in gesprek te gaan, om te luisteren naar wat mensen en organisaties beweegt, om vervolgens te werken aan concrete en gedragen oplossingen. Voor het overige verwijzen wij naar het nieuwe Collegeprogramma 2014-2018.
Belangrijke activiteiten 2015 1.
Per 1 januari is het loket en de toegang voor de jeugdhulp operationeel. Waar nodig kennen wij zorgtrajecten toe. Het beleidskader en de uitvoering worden in 2015 verder uitgebouwd. Samen met de overige gemeenten in Twente hebben wij ons goed voorbereid op de nieuwe taken.
2.
Als gevolg van de economische crisis is het aantal uitkeringsgerechtigden hoog. We continueren in 2015 de pilot om via een veel actievere aanpak mensen sneller aan het werk te krijgen. Met maatschappelijke partners en het bedrijfsleven komen we met een plan om de werkgelegenheid te stimuleren en burgers te activeren.
3.
Inwoners van onze gemeente worden in staat gesteld om zolang mogelijk thuis te wonen. Vanaf 2015 zijn wij verantwoordelijk voor de trajecten voor de opvang en begeleiding van ouderen en mensen met een verstandelijk, lichamelijke of een psychisch beperking. Uitgangspunt is dat iedereen zo zelfstandig mogelijk kan leven, daar zorgen wij dan ook voor. De uitvoeringsorganisatie is per 1 januari gereed.
4.
Het combiplan Rijksweg 35 nadert zijn voltooiing. Eind 2014 is de tunnel klaar. Daarna starten we zo snel mogelijk met de verdere aanleg van de Noordzuidverbinding. Starten bij Ben & Jerry’s is daarbij ons uitgangspunt, maar is mede afhankelijk van eisen van de subsidieverstrekker, de Regio Twente. Voor het noordelijke deel kijken we serieus naar de ideeën die vanuit dorp Hellendoorn zijn aangedragen.
5.
We hebben een nieuw communicatiebeleidsplan vastgesteld. De titel ‘Minder zenden, meer verbinden’ laat zien dat we aansluiten bij de inwoners van onze gemeente. Eind 2014 leggen wij het communicatiebeleidsplan ter kennisneming aan u voor.
6
6.
Samen met winkeliers, bewoners, vastgoedeigenaren en gebruikers kijken we in een proces van co-creatie naar wat we kunnen met de Grotestraat nu het doorgaande verkeer straks een stuk minder wordt. Gezamenlijk bekijken we wat er nodig is om het centrum van Nijverdal aantrekkelijk te maken.
7.
In 2015 komt de BLOS met een nieuwe sportnota. Daarin wordt bijzondere aandacht gegeven aan de aansluiting van sport bij de decentralisaties binnen het sociale domein (Jeugdzorg, maatschappelijke begeleiding en Participatiewet).
8.
Onder de noemer ‘Hellendoorn, Natuurlijk Avontuurlijk’ werken we aan een eenduidige en herkenbare marketingstrategie. Op die wijze willen we de kwaliteiten van onze gemeente uitdragen en mensen verleiden om hier te komen werken, wonen of recreëren.
9.
In 2015 werken we verder uit wat de invoering van de nieuwe Omgevingswet betekent voor de gemeente. Met de Woningstichting Hellendoorn maken we nieuwe prestatieafspraken over nieuwbouw, maar ook over de huisvesting van bijzondere doelgroepen zoals statushouders.
10. In 2014 ronden we samen met de Woningstichting Hellendoorn de maatregelen uit het WOP De Blokken goeddeels af. De herinrichting van het Blokkenpark (het laatste onderdeel) start in 2015. 11. In 2015 starten we met een nieuwe cultuurnota. In 2016 ronden we deze nota af. Het huidige gevarieerde professionele aanbod willen we handhaven. Het rijke culturele leven bij verenigingen, dorps- en buurthuizen blijven we ondersteunen. Eigen initiatieven van inwoners en kunst- en cultuurinstellingen moedigen we aan. 12. In het duurzaamheidsbeleid staat ‘Samenwerken aan een duurzaam Hellendoorn’ centraal. Speerpunt daarbij is energiebesparing. We stimuleren inwoners om met duurzame, creatieve initiatieven te komen. 13. In de volle breedte van het gemeentelijke beleid willen we burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties via burger- en overheidsparticipatie maximaal betrekken bij alles wat we doen. Waar mogelijk zullen taken en verantwoordelijkheden worden overgedragen. 14. We zetten in 2015 in op verdere samenwerking. Beleid maken we lokaal, maar voor de uitvoering werken we samen met buurgemeenten en/of op Twents niveau. Deze raads- en collegeperiode willen we op dit punt duidelijk stappen maken.
Uitgangspunten programmabegroting 2015 Voor de programmabegroting 2015 zijn zoals gebruikelijk de meerjarenramingen bij de programmabegroting van 2014 als vertrekpunt genomen. In de cijfers houden we verder rekening met: De structurele doorwerking van de beleids- en begrotingswijzigingen die na de begrotings behandeling zijn vastgesteld; De jaarrekening 2013; De twee bestuursrapportages 2014.
7 Daarnaast houden we rekening met autonome ontwikkelingen. Dat zijn ontwikkelingen die niet direct door het gemeentelijk beleid te beïnvloeden zijn, maar die wel invloed hebben op de gemeentelijke financiën. De ramingen voor 2015 en volgende jaren zijn, zoals gebruikelijk, uitgedrukt in het loon- en prijspeil dat we voor 2015 verwachten. De ontwikkeling in de meerjarenramingen is dan ook niet het gevolg van loon- en prijswijzigingen, maar van beleidswijzigingen in de komende jaren. Voor het overige is met de volgende uitgangspunten rekening gehouden: • De ramingen voor de gemeentelijke materiële uitgaven zijn voor 2015 gebaseerd op een prijsstijging van 0,45%. Die stijging moet, gezien de economische situatie, volledig binnen de bestaande budgetten worden opgevangen. • De ramingen voor lonen en salarissen zijn gebaseerd op het principeakkoord voor de nieuwe CAO (1 januari 2013 tot en met 31 december 2015) en de verwachting voor latere jaren. De algemene loonkosten stijgen niet. Voor de sociale lasten en pensioenpremie gaan we uit van een stijging van 1,0%. • Voor gesubsidieerde instellingen wordt een prijsstijging voorzien van 0,45%. Samen met de looncomponent van beroepskrachten in dienst bij die instellingen bedraagt de stijging in totaal vooralsnog 0,80%. • We hebben gerekend met 4% rente over de eigen financieringsmiddelen en nieuwe investeringen (in 2014 ook 4%). Voor de rentetoevoeging aan reserves, waarvan afgesproken is dat die voor de inflatie worden gecompenseerd, geldt de nullijn. • Ter versterking van de financieringspositie voegen we vanaf 2015 € 50.000,-cumulatief per jaar aan de financieringsreserve toe (dat was € 30.000,--). In 2018 is dit bedrag opgelopen tot € 200.000,--. • Vanwege meevallende kostenontwikkeling is er ruimte om de afvalstoffenheffing te verlagen met 4%. Voor de overige tarieven en belastingen wordt uitgegaan van een stijging met 1,6% inflatiecorrectie, waarnodig aangevuld met verdere belastingmaatregelen (zie hierna). Bij de verschillende belastingen houden we rekening met een reële groei van 0,5% als gevolg van de toename van het aantal onroerende zaken en aansluitingen. • Voor ‘onvoorziene uitgaven’ in de loop van het jaar is € 45.000,-- opgenomen, waarvan € 11.000,-- is aangemerkt voor incidentele kleine uitgaven. Deze uitgangspunten zijn gebaseerd op de meest recente economische publicaties. In de tussentijdse bestuursrapportages 2015 evalueren we de uitgangspunten en passen we die aan waar nodig.
Hoofdlijnen budgettair perspectief 2015 - 2018 De programmabegroting 2015 is financieel sluitend. Voor de jaren daarna resteert op dit moment nog een bezuinigingstaakstelling van € 250.000,-- in 2016 en 2017 en vervolgens € 350.000,-- structureel. Dat is iets minder dan in de meerjarenramingen bij de programmabegroting 2014. We hebben in dit stadium bewust gekozen voor het opnemen van een taakstelling. Na de forse bezuinigingsopgaven van de afgelopen jaren vergen verdere bezuinigingen hele duidelijke maatschappelijke keuzes. Die gaan we zeker niet uit de weg als dat noodzakelijk mocht zijn. Wel is het belangrijk dat een aantal zaken zich eerst uitkristalliseert alvorens we verdere stappen op dit punt zetten. Daarbij denken we onder andere aan de decentralisaties binnen het sociale domein en de economische situatie. Bovendien willen we heel nadrukkelijk in gesprek met burgers,
8 bedrijven en maatschappelijke organisaties over de te maken keuzes. En dat vergt extra voorbereiding. We sluiten daarmee aan bij de aanbevelingen van de Rekenkamer in het recente onderzoek naar de gemeentelijke bezuinigingen. Het impliceert natuurlijk wel dat we uiterst terughoudend zijn met nieuw beleid en nieuwe investeringen. In onderstaand overzicht geven we een actueel beeld van het budgettair perspectief voor de jaren 2015-2018 en de wijze waarop dat is opgebouwd. In het navolgende lichten wij de achtergronden van de verschillende ramingen kort toe.
Meerjarenperspectief Bestaand beleid a. Primitieve begroting b. Structurele doorwerking tweede bestuursrapportage 2014 c. Autonome ontwikkelingen Totaal bestaand beleid Investeringen en nieuw beleid d. Vervangings- en uitbreidingsinvesteringen e. Nieuw beleid Totaal investeringen en nieuw beleid Ombuigingen, belastingmaatregelen en overige dekkingsmiddelen f. Extra verhoging onroerdezaakbelastingen g. Overige belastingmaatregelen h. Ombuigingen i. Ombuigingstaakstelling begroting 2016 Totaal ombuigingen, belastingmaatregelen en overige dekkingsmiddelen Totaal meerjarenperspectief
bedragen x € 1.000 MJR MJR 2017 2018
Begroting 2015
MJR 2016
- 557 -3 - 360 - 920
- 732 - 101 - 332 - 1.165
- 903 - 99 - 366 - 1.368
- 1.006 - 167 - 366 - 1.539
-
- 15 - 15
- 43 - 43
- 33 - 33
120 800 -
120 810 250
120 11 1.030 250
195 11 1.016 350
920
1.180
1.411
1.572
-
-
-
-
Ontwikkeling bestaand beleid We zijn het budgettair perspectief voor de programmabegroting 2015 zoals bekend begonnen met een taakstelling vanuit de vorige begroting van € 450.000,-- structureel. Daar bovenop kwam bij het opstellen van het overdrachtsdossier al een aantal nieuwe tegenvallers, zoals het verhogen van de pensioenpremies (€ 115.000,--), de structurele doorwerking van de jaarrekening 2013 (€ 217.000,--) en het stagneren van een aantal herontwikkellocaties (€ 190.000,--). De totale opgave voor 2015 en verdere jaren kwam daarmee op gemiddeld bijna € 1 miljoen structureel. Bij het opstellen van de begroting zelf kwam daar een aantal nieuwe tegenvallers bij. De grootste is de nieuwe cao voor het gemeentepersoneel. In totaal stijgen de loonkosten (naast de hiervoor al genoemde pensioenpremies) met zo’n € 500.000,-- structureel. Ook reserveren we extra geld voor het verstevigen van de financieringspositie. In het laatste jaar gaat het om € 80.000,-- bovenop de € 120.000,-- die in een eerder stadium al was opgenomen. We doen dit omdat de grondverkopen tegenvallen. Daar staat gelukkig ook een aantal meevallers tegenover. De belangrijkste zijn lagere rentekosten (€ 350.000,--), extra geld via het gemeentefonds (€ 104.000,--) en lagere kosten voor het leerlingenvervoer (€ 100.000,--).
9 Structurele doorwerking tweede bestuursrapportage 2014 De tweede bestuursrapportage 2014 hebben wij u zoals gebruikelijk gelijktijdig met de programmabegroting 2015 toegestuurd. De rapportage laat voor 2014 een sluitend beeld zien. Ook is een oplossing gevonden voor het nog resterende tekort uit de eerste bestuursrapportage. Mee- en tegenvallers zijn dus nog altijd in evenwicht, al nemen ze in aantal een omvang toe. Het illustreert dat de budgetten steeds gevoeliger worden voor externe ontwikkelingen. De mogelijkheden om deze binnen de budgetten zelf op te vangen worden steeds kleiner. Als onderdeel van de tweede bestuursrapportage treffen we in 2014 een aanvullende voorziening voor de grondexploitaties. De prijsontwikkeling en het tempo waarin de grondverkopen plaatsvinden, maken het noodzakelijk om op dit punt een nieuwe stap te zetten. Voor een bedrag van € 1,8 miljoen komt dit ten laste van de bufferreserve. Gezien de ontwikkeling binnen Hellendoorn Noord en Kruidenwijk Zuid rekenen we bovendien minder kosten toe voor de aanleg van de Noordzuidverbinding. Deze komen nu ten laste van de reguliere begroting. Dat leidt tot een structurele lastenstijging van in totaal uiteindelijk € 167.000,-- structureel. Door vertraging bij de uitvoering van een aantal investeringen vallen de kapitaallasten in 2015 € 100.000,-- mee. Autonome ontwikkelingen Autonome ontwikkelingen laten zich moeilijk(er) sturen. De belangrijkste ontwikkeling voor 2015 is de tegenvallende parkeerexploitatie. (Her)invoering van de blauwe zone in combinatie met de economische recessie, leegstand van winkels en veranderend koopgedrag via internet dragen ertoe bij dat de verwachte inkomsten niet worden gehaald. Daarmee is uiteindelijk een bedrag gemoeid van bijna € 200.000,-- structureel. Veel gemeenten kampen op dit moment met problemen in de parkeerexploitatie. Andere (wat grotere) autonome ontwikkelingen waar we rekening mee moeten houden zijn de pensioenverplichtingen voor oud-wethouders (€ 75.000,--) en extra kosten voor het opvangen van personele knelpunten (€ 50.000,--; met name ziekteverzuim). De totale opgave voor 2015 komt daarmee uit op ruim € 1,5 miljoen structureel. En dat is fors meer dan waar we in eerste instantie op gerekend hadden. Investeringen / nieuw beleid Nieuwe investeringen (bovenop hetgeen al in de meerjarenramingen bij de begroting 2014 was opgenomen) zijn beperkt gebleven. Het zijn vooral de bekende jaarlijkse investeringen als tractie, automatisering en vervanging meubilair. Bovendien komt een deel van de investering terug via afvalstoffen- en rioolheffing. Ook op het gebied van nieuw beleid hebben we eveneens grote terughoudendheid moeten betrachten. We zetten maximaal in op de nieuwe taken binnen het sociale domein. Voor overig nieuw beleid hebben wij nu geen financiële ruimte kunnen vinden zonder dat wij verdergaande bezuinigingen, ombuigingen of lastenverzwaringen zouden voorstellen. Wel hebben wij in bijlage III in de vorm van een reservelijst diverse voorstellen opgenomen. Indien er de komende jaren financiële ruimte ontstaat, bijvoorbeeld door extra middelen uit het gemeentefonds, zullen wij voorstellen doen voor aanwending van een deel daarvan voor nieuw beleid. Een ander deel reserveren wij voor verdere versterking van
10 de financiële positie en het terugdraaien van knellende bezuinigingen uit het recente verleden. Dekkingsplan 2015 In 2015 verlagen we de afvalstoffenheffing met € 120.000,--. Dat geeft ons ruimte om de onroerendezaakbelastingen voor woningen met een zelfde bedrag te verhogen en daarmee het verwachte tekort te verkleinen. Voor een gemiddeld huishouden leidt dat dan ook niet tot extra kosten. Hierna gaan we daar verder op in. Daarnaast bezuinigen we in 2015 ruim € 1 miljoen structureel. Dat zijn vooral maatregelen die bij de presentatie van het coalitieakkoord zijn genoemd. Zo kunnen we de kosten voor de uitvoering van de reguliere Wmo-taken volledig binnen de betreffende budgetten opvangen. De verhoging ten laste van de algemene middelen van € 350.000,- structureel is dan ook niet langer noodzakelijk. Door versobering en iets andere fasering van de Noordzuidverbinding besparen we € 117.000,-- structureel. Ook op onderhoud wegen bezuinigen wij. Naast de al in 2014 opgenomen besparing, bezuinigen we opnieuw € 150.000,-- structureel. Wij kiezen hiervoor omdat dit type bezuiniging, als er weer wat financiële ruimte komt, relatief gemakkelijk is terug te draaien. Verder beëindigen we met ingang van 2017 de startersleningen en verwachten wij niet het volledige bedrag via het gemeentefonds nodig te hebben voor de uitvoeringskosten van de RUD en het armoedebeleid (€ 65.000,-- respectievelijk € 35.000,--). Het armoedebeleid als zodanig blijft ongewijzigd. In de bedrijfsvoering besparen wij ten slotte € 105.000,-- op opleidingskosten, schoonmaak en postverzending. Met ingang van 2018 is er bovendien een aanvullende bezuinigingstaakstelling opgenomen van € 150.000,-- voor de ambtelijke organisatie. Afrondend hebben we net als vorig jaar met ingang van het tweede jaar een bezuinigingstaakstelling opgenomen. Met inwoners en organisaties uit de samenleving gaan we daar in het voorjaar van 2015 invulling aan geven. Het gaat in eerste instantie om een bedrag van € 250.000,-- aan structurele bezuinigingen.
Investeringen 2015 Nu de strategische projecten langzaam maar zeker in een afrondende fase komen, neemt het investeringsvolume sterk af. Door overloop uit voorgaande jaren wordt in 2015 toch nog voor € 10,9 miljoen geïnvesteerd, maar in de jaren daarna loopt dat langzaam terug. De belangrijkste investeringen in de komende jaren zijn de aanleg van de Noordzuidverbinding, de bouw van een school voor het voortgezet speciaal onderwijs en de jaarlijkse investeringen in riolering. Dat we ondanks de economische situatie kunnen blijven investeren, stemt ons tot tevredenheid. De investeringen dragen bij tot behoud van werkgelegenheid en betekenen een nieuwe impuls voor ons voorzieningenniveau en de leefbaarheid in de verschillende kernen en wijken. Het investeringsniveau voor de komende jaren vindt u in onderstaande tabel (bedragen x € 1.000,--):
11
Investeringen 2015-2018 Soort investeringen die meetellen voor financieringspositie doorgeschoven uit voorgaande jaren huisvesting onderwijs (gaat naar schoolbesturen) strategische projecten Subtotaal dekking Bijdrage derden investeringsbijdragen die meetellen voor financieringspositie investeringsbijdragen derden Subtotaal bijdrage derden Totaal netto investeringen t.b.v. financieringspositie (max. € 5 miljoen)
bedragen x € 1.000 MJR MJR 2017 2018
Begroting 2015
MJR 2016
- 4.237 - 2.671 - 424 - 3.587 - 10.919
- 5.075 - 2.000 - 631 - 3.929 - 11.634
- 5.389 - 233 - 464 - 2.617 - 8.703
- 5.078 - 128 - 147 - 254 - 5.607
580 580
-
3.441 3.441
-
- 4.237
- 5.075
- 5.389
- 5.078
Met het oog op de huidige financiële situatie en de ambitie om de financieringspositie te blijven versterken is eind 2011 een investeringsplafond afgesproken van gemiddeld € 5 miljoen netto op jaarbasis vanaf 2015. Dat is exclusief de strategische projecten, de grondexploitatie en de overloop uit voorgaande jaren. Als op enig moment meer nodig is, moeten we dat binnen de reguliere begroting opvangen. De komende vier jaar blijven we onder dit afgesproken maximum. We investeren gemiddeld net iets minder dan € 5 miljoen netto. Door achterblijvende grondverkopen binnen de grondexploitaties verbetert de schuldenpositie minder snel dan verwacht. Begin 2015 bekijken we of verdere maatregelen noodzakelijk zijn.
Investeringen 2015-2018 Lasten Rioleringen (VGRP) Noordzuidverbinding Opwaarderen Rijksweg 35 naar 2 X 2 rijstroken Fietssnelweg F35 Overge wegen en fietspaden Nieuwbouw afdeling VSO Elimschool Hellendoorn Blokkenpark Integraal huisvestingsplan Sport Afvalinzameling Tractiemiddelen Automatisering Huisvesting Interne uren Overige investeringen Subtotaal lasten Baten Integraal huisvestingsplan Noordzuidverbinding Wegen en fietspaden Overige investeringen Subtotaal baten
bedragen x € 1.000 MJR MJR 2017 2018
Begroting 2015
MJR 2016
- 3.101 - 1.641 - 582 - 270 - 570 - 1.279 - 424 - 237 - 852 - 230 - 520 - 100 - 742 - 370 - 10.919
- 2.901 - 3.179 - 750 - 200 - 2.000 - 631 - 230 - 117 - 279 - 360 - 85 - 902 - 11.634
- 3.813 - 2.617 - 253 - 464 - 185 - 230 - 275 - 65 - 802 - 8.703
- 2.359 - 254 - 253 - 147 - 51 - 578 - 394 - 455 - 340 - 702 - 75 - 5.607
568 12 580
-
1.073 2.368 3.441
-
12
Totaal
- 10.339
- 11.634
- 5.262
- 5.607
Zoals gebruikelijk wordt in de twee bestuursrapportages zowel inhoudelijk als financieel gerapporteerd over de voortgang op investeringsgebied. Hierbij is de afgelopen jaren nadrukkelijk ingezet op een betere aansluiting van de planning en uitvoering van investeringen. De ervaring leert dat de uitvoering van het investeringsprogramma vaak achterblijft bij de planning. Dan is er meestal sprake van onvoorziene vertragingen, bijvoorbeeld door ontwikkelingen op ruimtelijk gebied. Alle investeringen worden gedurende een kortere dan wel langere periode afgeschreven. Die periode is gebaseerd op de termijn waarop een investering meegaat: vaak de economische levensduur. De afschrijvingen starten met ingang van het jaar volgende op het jaar van investeren. Eind 2012 is het afschrijvingsbeleid geëvalueerd en volledig geactualiseerd.
Reserves en voorzieningen De reservepositie staat onder een toenemende druk. Dat komt vooral doordat in 2014 een aanvullende voorziening is getroffen voor de grondexploitatie. Daarbij gaat het om een bedrag van € 1,8 miljoen, dat ten laste van de bufferreserve is gebracht. De reserves bestaan uit in algemene reserves en bestemmingsreserves. De algemene reserves zijn in principe vrij inzetbaar, omdat er geen specifieke bestemming aan is gegeven. Voor de bestemmingsreserves geldt juist dat er uitdrukkelijk is aangegeven voor welk doel de bewuste reserve bestemd is. De algemene reserves (vrij aanwendbare reserve (VAR), bufferreserve en de financieringsreserve) bedragen begin 2015 € 7,2 miljoen. De komende jaren stijgen de reserves licht door de bijschrijving van rente en de jaarlijkse (oplopende) stortingen ter versterking van de financieringspositie. Eind 2018 komen we daardoor uit op een saldo van ruim € 9 miljoen. De bestemmingsreserves bedragen begin 2015 € 6,1 miljoen. Dat daalt de komende jaren, onder andere als gevolg van het opheffen van de reserve voor WOP De Blokken en het teruglopen van de reserve inzameling en verwerking van afval. Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen, verliezen en te verwachten tegenvallers waarvan de omvang onzeker is, maar die toch redelijk in te schatten zijn. De omvang van de voorziening stemmen we af op de omvang van de achterliggende verplichtingen of verliezen. In de begroting 2015 is voor € 17 miljoen aan voorzieningen opgenomen. De belangrijkste voorziening treffen we voor toekomstige verliezen in de grondexploitatie met ruim € 11 miljoen. Voor een compleet overzicht van alle reserves en voorzieningen verwijzen we naar bijlage IV van deze begroting. Bij deze programmabegroting 2015 hoort de vierjaarlijkse evaluatie van reserves en voorzieningen. Daarin gaan we uitgebreid in op de verschillende reserves en voorzieningen. De evaluatie leidde niet tot substantiële wijzigingen in ons beleid. De evaluatie hebben wij u separaat doen toekomen.
13
Belastingmaatregelen Een economische recessie en belastingmaatregelen gaan niet goed samen. In het coalitieakkoord is daarom opnieuw afgesproken om grote terughoudendheid te betrachten met maatregelen in de belastingssfeer. We blijven daarom streven naar een gematigde ontwikkeling van de lokale lastendruk. Extra verhogingen (bovenop de loonen prijsontwikkeling) willen we zoveel mogelijk voorkomen. Op basis van de bestaande uitgangspunten gaan we voor 2015 uit van een tariefsverhoging van 1,6% als correctie voor gestegen lonen en prijzen. Bij de afvalstoffenheffing hebben we die stijging niet nodig. De kosten voor afvalinzameling en verwerking ontwikkelen zich zodanig dat de tarieven zelfs met 4% kunnen worden verlaagd. Dit biedt de basis voor een beheerste stijging van de totale belastingdruk in 2015. Bovenop de inflatiecorrectie stijgen de onroerendezaakbelastingen (OZB) in 2015 met 1% extra. De lijn die we al eerder hebben ingezet, trekken we de komende jaren door. Ook in 2018. Elk jaar opnieuw bekijken we of deze verhoging nog noodzakelijk is en als de financiële ruimte het toelaat stoppen we er mee. Ten slotte verhogen we de OZB voor woningen met 2,7% extra, maar hier staat de verlaging van de afvalstoffenheffing tegenover. De tarieven voor de niet-woningen verhogen we niet verder. Zij profiteren immers niet van de lagere afvalstoffenheffing. Als gevolg van de verschillende maatregelen stijgt de totale belastingdruk in 2015 voor een gemiddeld huishouden met 1,4% als sprake is van een woning in eigendom. Dat is ruim binnen de inflatie. De belastingdruk voor de gemiddelde huurder daalt met bijna 1,2%. Kortom een zeer gematigde tariefsontwikkeling. Voor een nadere toelichting op de verschillende maatregelen verwijzen wij u naar paragraaf 1 ‘Lokale heffingen’. Eind 2014 verschijnt bovendien een nieuwe nota Lokale heffingen en belastingen.
Stand van zaken bezuinigingen Vanaf het voorjaar van 2009 bepalen bezuinigingen in belangrijke mate het beeld van onze begrotingen en jaarrekeningen. 2015 is daarop helaas geen uitzondering. De economie lijkt inmiddels heel iets op te veren, maar dat zien we helaas nog onvoldoende terug in het financiële perspectief voor de komende jaren. Lopende rijksbezuinigingen, hoge werkloosheidscijfers en tegenvallers in de grondexploitatie maken het er niet gemakkelijker op. Tot en met de begroting 2014 is in totaal voor zo’n € 9 miljoen aan bezuinigingen gepresenteerd. Een heel groot deel daarvan is inmiddels gerealiseerd. In het eerste deel van onderstaande tabel zijn de bezuinigingen opgenomen waar we ook de komende jaren mee aan de slag moeten. Het zijn bekende maatregelen waarover we in een eerder stadium afspraken hebben gemaakt. De invoering van deze bezuinigingen stond veelal ook gepland voor de jaren 2015 en 2016. Wij verwachten een en ander volgens planning te realiseren. In totaal gaat het daarbij om een bedrag van bijna € 1 miljoen in 2015, oplopend naar iets meer dan € 1,5 miljoen in 2018. De tabel sluit af met de nieuwe bezuinigingen uit de programmabegroting 2015: in totaal oplopend van € 0,8 miljoen in 2015 naar ruim € 1,1 miljoen in 2018. Eerder gingen we hier reeds op in. Daarnaast is er vanaf 2016 een nieuwe taakstelling van € 250.000,--,
14 oplopend naar € 350.000,-- vanaf 2018. De invulling van deze taakstelling doen we in samenwerking met de samenleving. Dat sluit ook bij de aanbevelingen van de gemeentelijke rekenkamer in haar laatste onderzoek. In de toelichting op programma 8 gaan wij hier nader op in. Nog te realiseren bezuinigingen 2015-2018 (bedragen x € 1.000,--): bedragen x € 1.000 Begroting 2015
MJR 2016
MJR 2017
MJR 2018
Formatie ambtelijke organisatie Subsidietaakstelling openbaar bestuur Intensivering samenwerking / Regio Twente Verkoop onroerend goed Invoering drempelbedrag leerlingenvervoer Kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk Subsidie Kaliber kunstenschool Vermindering activiteiten De Welle Subtotaal
670 70 75 140 15
870 70 95 257 15 100 190 55 1.652
1.020 70 95
1.020 70 95
15 100 190 55 1.545
15 100 190 55 1.545
Ombuigingen programmabegroting 2015 Nieuwe taakstelling 2016-2018 Totaal te bezuinigen 2015-2018
800
810 250 2.712
1.030 250 2.825
1.116 350 3.011
Nog te realiseren bezuinigingen
970
1.770