Consequen;es WiDeveenkader en nFTK In opdracht van FNV-‐Kiem. Maatmensberekeningen die genera;e-‐effecten inzichtelijk maken. Drs. Diede Panneman AAG Drs. H. van Dijk AAG 10 oktober 2014 SV 2014 1000
© Copyright 2011 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproduc<e van het document of een deel van het document mag worden gekopieerd, verspreid, geciteerd tenzij Sprenkels & Verschuren schriEelijke toestemming heeE verleend.
www.sprenkelsenverschuren.nl
Inhoud 1
! Inleiding
2
! Inleiding WiDeveen 2015
3
! Inleiding nFTK (nieuw Financieel Toetsingskader)
4
! Maatmensberekeningen
5
! Pensioenuitkomsten
Bijlage
2
1. Inleiding (1) FNV-‐Kiem heeE aan ons gevraagd om met behulp van maatmensberekeningen de genera<e-‐effecten van het WiMeveenkader 2015 en het nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK) inzichtelijk te maken. ! Als gevolg van het WiMeveenkader 2015 daalt de maximale pensioenopbouw met circa 15%. In 2014 was de maximale pensioenopbouw al verlaagd met circa 5%. De pensioenrichtleeEijd was in 2014 verhoogd van 65 jaar naar 67 jaar. Met name de jongeren bouwen ten opzichte van de oudere genera<es dus een substan;eel lager pensioen op dat 2 jaar later wordt uitgekeerd. ! Als gevolg van het nFTK worden veel zwaardere eisen gesteld aan de financiële opzet van pensioenfondsen en krijgen de pensioenfondsen minder vrijheidsgraden voor het vaststellen van hun eigen indexa<ebeleid. Gesteld kan worden dat pensioenfondsen pas bij dekkingsraden boven de 130% volledig mogen gaan indexeren. In het huidige economisch klimaat en in het licht van de economische vooruitzichten is een dekkingsgraad van 130% niet realis<sch. Alleen in de situa<e van hoge rendementen (economische groei) zal de gemiddelde dekkingsgraad gaan s<jgen. ! Vanwege de zwaardere eisen wordt gestuurd op een minimale dekkingsgraad van 110%, zodat gesteld kan worden dat in de pensioenfondsen een structureel overschot zal blijven ziMen dat geen directe pensioenbestemming krijgt. !
3
1. Inleiding (2) !
Alles overziende kan op voorhand worden geconcludeerd dat met name de jongere genera<es een lager pensioen gaan opbouwen en dat het indexa<eperspec<ef eveneens laag zal zijn.
Wij hebben een sterk vereenvoudigd rekenmodel gebruikt. Hierbij is over de jaren tot 2014 de fiscaal maximale pensioenregeling doorgerekend, en vanaf 2014 is rekening gehouden met het WiMeveenkader 2014 en 2015. ! Vanwege de eenvoud zijn de uitkomsten makkelijk reproduceerbaar. ! Impliciet wordt verondersteld dat vóór de inwerkingtreding van VPL in 2006 Prepensioenregelingen en VUTregelingen hebben gegolden. ! Geen rekening is gehouden met de hoogte van pensioenpremies. !
4
1. Inleiding (3)
Op basis van een ges
Het rekenmodel is primair bedoeld en geschikt om de rela;eve effecten in kaart te brengen. Het is echter geen “rocket science”. ! Om de uitkomsten goed te kunnen begrijpen, is het noodzakelijk om een goed begrip te hebben van de gehanteerde veronderstellingen. !
5
2. Inleiding WiDeveen 2015 Aanpassing WiDeveenkader 2015: !
Verlaging opbouwpercentages
§ Maximum opbouwpercentage (pensioenleeEijd 67 jaar)
−
! !
Middelloon: 1,875%
Invoering maximum pensioengevend salaris: € 100.000 Verlaging fiscaal minimale franchise bij middelloon § Van 100/70e maal AOW naar 100/75e maal AOW § Niveau 2014: € 13.449 à € 12.552 (2015)
6
3. Inleiding nFTK Stand van zaken onder andere: ! ! !
Wetsvoorstel gepubliceerd op 25 juni 2014 en aangeboden aan 2e Kamer. Na zomerreces behandeld in Tweede Kamer en reac<e van de staatsecretaris. Gedeeltelijke inwerkingtreding nFTK per 1 januari 2015: § Besluiten (ook premie en indexa<e) na 1 januari 2015 onder nieuwe weMelijk
kader. § Per 1 januari 2015 nieuwe parameters in werking en lopend herstelplan vervalt. § ABTN, crisisplan, haalbaarheidstoets en indexa<ebeleid per 1 juli 2015 aangepast.
!
Daarnaast fundamentele discussie inrich
Uitgangpunten: ! Bescherming opgebouwde aanspraken: § Buffer VEV gemiddeld met 5% omhoog.
!
Stelsel gericht op lange termijn:
§ Maatregelen op basis van beleidsdekkingsgraad (12-‐maands middeling). § Herziening UFR per 1 januari 2015 conform advies commissie UFR.
!
Toekomstbestendige indexa<e en realis<sche indexa<eambi<e:
§ Consisten<e tussen indexa<eambi<e en verwachte realisa<e aantonen met
haalbaarheidstoets.
!
Stabiele kostendekkende premie:
§ Feitelijke premie mag gebaseerd worden op gedempte premie. 7
3. Maatmensberekeningen (1) Scenario’s: ! ! !
Geen indexa<e. 1% indexa<e. 2% indexa<e.
Regelingen: ! Er zijn 2 regelingen, vóór 2014 en vanaf 2014. ! Er is rekening gehouden met de verlaging van de minimale franchise in 2015 hetgeen een verhogend effect heeE op het pensioen. ! Vanaf 2014 wordt 2 jaar langer opgebouwd, hetgeen ook een verhogend effect heeE op het pensioen.
Voor 2014 Vanaf 2014 Opbouw OP Franchise Pensioenlee`ijd
2,25%
1,875%
13.449
12.552
65
67
Voorbeelddeelnemers: ! 3 voorbeelddeelnemers (30, 50 en 70 jaar) ! Gelijk startsalaris: 20.000 ! Carrière:
voor 35 35-‐45 45-‐55 na 55
Carrière 3% 2% 1% 0% 8
3. Maatmensberekeningen (2) Overige uitgangspunten: ! ! ! !
Loon en prijss<jging: 2%. SterEetafel: AG2014 Prognosetafel. Rentetermijnstructuur: 30-‐9-‐2014. Factoren op leeEijd 67 (waarde van 1 euro pensioen):
0% indexa;e 1% indexa;e Ouderdomspensioen Partnerpensioen
2% indexa;e
16,7
18,5
20,7
5,5
6,6
8,1
Berekeningswijze: ! Alle uitkomsten zijn in euro’s van nu uitgedrukt. ! Impliciet is rekening gehouden met infla<e / indexa<e en algemene loonronde tot 2014. De beperking van de indexa<e over de afgelopen jaren heeE voor de drie maatmensen hetzelfde effect. ! De oude regeling wordt doorgerekend tot leeEijd 65 en de nieuwe tot leeEijd 67. Voor de vergelijking zijn de contante waardes van de pensioenen naar leeEijd 67 omgezet. ! Met eventueel lagere indexa<e vanaf nu tot pensioendatum (voor deelnemer Jong en Middel) is geen rekening gehouden. Indien hier wel rekening mee wordt gehouden, betekent dit een verdere verslechtering voor deelnemer Jong en Middel. 9
4. Pensioenuitkomsten (1) Scenario’s: ! ! !
Geen indexa<e. 1% indexa<e vanaf leeEijd 67. 2% indexa<e vanaf leeEijd 67.
Globale uitkomsten ! ! !
Ouderdomspensioenaanspraken op leeEijd 67, met ingang op leeEijd 67. Volledig geïndexeerd tot aan pensioendatum. Waarde van ouderdomspensioen en partnerpensioen op leeEijd 67.
Jong Middel Oud Waarde op 67 Jong Middel Oud
Aanspraken op 67 14.200 15.800 16.600
0% indexa;e
1% indexa;e
2% indexa;e
291.500 330.000 375.800 323.600 366.400 417.200 340.000 385.000 438.400
10
4. Pensioenuitkomsten (2) Globale uitkomsten: !
!
WiDeveen: Als we in alle drie de scenario’s Jong en Middel afzeMen tegen Oud, dan komt daar het volgende uit. Verschil
Jong Middel Oud
86% 95% 100%
nFTK: Als de 3 scenario’s tegen elkaar worden afgezet, dan wordt het verschil tussen indexa<e duidelijk. Hierbij wordt alleen gekeken naar de indexa<e vanaf pensioendatum en is daarom gelijk voor de 3 voorbeelddeelnemers. Verschil 0% indexa;e
78%
1% indexa;e
88%
2% indexa;e
100%
11
4. Pensioenuitkomsten (3) Globale uitkomsten contante waarden:
Verschil in indexa.e vanaf lee1ijd 67
Globale uitkomsten aanspraken op lee`ijd 67:
Tot lee1ijd 67 wordt indexa.e verondersteld
12
Bijlage (gedeeltelijke indexa;e voor pensioendatum) Berekeningswijze: ! In deze bijlage zijn de uitgangspunten en berekeningswijze gelijk aan slide 8 en 9. Behalve de indexa<e voor pensioendatum. ! Voor de indexa<e voor pensioendatum is in scenario “1% indexa<e” een indexa<e van -‐1% meegenomen vanaf nu tot pensioendatum omdat impliciet al 2% is meegenomen in de berekening. ! Voor de indexa<e voor pensioendatum is in scenario “0% indexa<e” een indexa<e van -‐2% meegenomen vanaf nu tot pensioendatum omdat impliciet al 2% is meegenomen in de berekening.
13
Bijlage. Pensioenuitkomsten (1) Scenario’s: ! ! !
Geen indexa<e. 1% indexa<e. 2% indexa<e.
Globale uitkomsten Ouderdomspensioenaanspraken op leeEijd 67, met ingang op leeEijd 67. In scenario “0% indexa<e” is er tot aan de pensioendatum en daarna geen indexa<e. In scenario “1% indexa<e” is er tot aan de pensioendatum en daarna een indexa<e gelijk aan 1%. Bij scenario “2% indexa<e” is dit 2%. ! Waarde van ouderdomspensioen en partnerpensioen op leeEijd 67. ! !
Aanspraken op 67 J ong Middel Oud Waarde op 67 Jong Middel Oud
0% indexa;e
1% indexa;e
2% indexa;e
10.300 12.000 14.200 12.400 14.000 15.800 16.600 16.600 16.600
0% indexa;e
1% indexa;e
2% indexa;e
210.300 278.900 375.800 253.500 324.000 417.200 340.000 385.000 438.400 14
Bijlage. Pensioenuitkomsten (2) Globale uitkomsten: !
!
WiDeveen: Als we in alle drie de scenario’s Jonge en Middel afzeMen tegen Oud, dan komt daar het volgende uit. Jong Middel Oud
0% index
1% index
2% index
62%
72%
86%
75%
84%
95%
100%
100%
100%
nFTK: Als de 3 scenario’s tegen elkaar worden afgezet, dan wordt het verschil tussen indexa<e duidelijk. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de lagere indexa<e tot pensioendatum. Jong Middel Oud
0% index
1% index
2% index
56%
74%
100%
61%
78%
100%
78%
88%
100%
15
Bijlage. Pensioenuitkomsten (3) Globale uitkomsten contante waarden:
Verschil in indexa.e vanaf lee1ijd 67
Globale uitkomsten aanspraken op lee`ijd 67:
Tot lee1ijd 67 wordt rekening gehouden met verschillende indexa.e percentages
16