Conjunctuurklok Amsterdam 2.0
Auteurs: Tanja Fedorova Carine van Oosteren
Oudezijds Voorburgwal 300
Postbus 658
1012 GL Amsterdam
1000 AR Amsterdam
Telefoon 020 2510433
Fax 020 251 0444
[email protected]
www.os.amsterdam.nl
Amsterdam, december 2011
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
2
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Inhoud Conjunctuurklok Amsterdam 2.0 Wat laat de klok zien? Focus op omslagmomenten
5 6 6
Voordelen nieuwe methode Adequaat Eenduidig Gevarieerd
9 9 10 10
Nieuwe samenstelling indicatoren Voorwaarden Selectie klokindicatoren
11 11 12
Aanpassingen methode
15
Aandachtspunten voor vervolg
17
3
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
4
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Conjunctuurklok Amsterdam 2.0
Twee jaar geleden heeft O+S een conjunctuurklok gemaakt voor Amsterdam, geïnspireerd door de conjunctuurklok van het CBS voor heel Nederland. De aanleiding was toen de kredietcrisis en de onzekerheid over de omvang van schade die deze zou aanrichten aan de Amsterdamse economie. De conjunctuurklok, gebaseerd op Amsterdamse indicatoren, zou hier een hulpmiddel bij kunnen zijn. Al gauw bleek de Amsterdamse economie meer schokbestendig dan Nederland als geheel. Twee jaar later staat Nederland opnieuw aan de rand van een nieuwe recessieperiode. Inmiddels is er een nieuwe versie van de Amsterdamse klok gereed. Zowel de samenstelling van indicatoren, als de methodiek is aangepast. De nieuwe Amsterdamse klok geeft een beter beeld van de conjunctuurcycli van belangrijke economische indicatoren in Amsterdam en is makkelijker te interpreteren. Figuur 1 Vernieuwde conjunctuurklok Amsterdam, juli 2011
5
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Wat laat de klok zien? De klok geeft op basis van de positie van een set indicatoren weer in welke fase de Amsterdamse economie zich begeeft: oplopend naar hoogconjunctuur of neerwaarts naar laagconjunctuur. In aanvulling op de richting van de conjunctuurbeweging laat de klok zien of deze beweging boven de trend of onder de trend plaats vindt. Zowel een oplopende als een neerwaartse beweging kan plaats vinden boven of onder de trend. Figuur 2 toont de conjunctuurcycli: hoogconjunctuur (groen), afname (oranje), laagconjunctuur (rood) en herstel (geel). In een periode van hoogconjunctuur zal de meerderheid van de indicatoren zich in het groene kwadrant bevinden, in een periode van laagconjunctuur in het rode kwadrant. Figuur 2 Conjunctuurcyclus
afname
hoogconjunctuur
laagconjunctuur
herstel
Focus op omslagmomenten De focus bij de nieuwe klok ligt op de omslagmomenten, die signaleren wanneer economie (of een aparte indicator) van bijvoorbeeld hoogconjunctuur omslaat naar een periode van recessie. Op de klok vertaalt dit zich in de omslag van ‘een groei boven de trend’ naar ‘een daling boven de trend’, oftewel wanneer indicatoren bewegen van het groene naar het oranje kwadrant. En omgekeerd wanneer de economie omslaat van laagconjunctuur naar een periode van hoogconjunctuur, bewegen indicatoren op de klok van ‘een daling onder de trend’ naar ‘een groei onder de trend’, oftewel van het rode naar het gele kwadrant. Leading en lagging indicators In de Amsterdamse conjunctuurklok zijn de AEX-index, verkochte woningen, passagiers en vracht op Schiphol de leading indicators. De omslagpunten van deze vooroplopende indicatoren kunnen gezien worden als early warning voor de economische veranderingen. Zoals op de klok (figuur 1) is afgebeeld hebben de meeste Amsterdamse indicatoren medio 2011 een conjunctuuromslag gehad, vooral de vooroplopende indicatoren. Havenoverslag (licht blauw kruisje), die gelijk loopt met de brp-cyclus, is over het omslagpunt heen, maar bevindt zich nog onder de trendlijn. Lagging indicators (banen bij startende bedrijven en hotelovernachtingen) hebben het omslagpunt ook gepasseerd (van rood naar geel). De indicator vracht op Schiphol, die in het rode kwadrant staat, geeft aan
6
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
dat dit aspect van de Amsterdamse economie nog niet over het dieptepunt heen is. Mogelijk is dit een voorbode van een nieuwe periode van recessie voor deze indicator (met een extra kleine cyclus). Variabelen met omgekeerde ontwikkeling (in het rood) Bij een aantal variabelen (in de legenda weergegeven in rood) wordt een positieve ontwikkeling als een afname gepresenteerd. Een voorbeeld is de werkloosheid. Als de werkloosheid toeneemt, wordt dit gepresenteerd als een verslechtering, een afname juist als een verbetering.
7
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
8
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Voordelen nieuwe methode
Aanleiding De Amsterdamse conjunctuurklok bestaat ruim twee jaar. In deze periode heeft zowel de Nederlandse, als de Amsterdamse economie een conjunctuuromslag meegemaakt, met een dieptepunt in 2009. In de afgelopen jaren is er kennis opgebouwd over de reactie van de Amsterdamse indicatoren op de (wereldwijde) conjunctuurveranderingen. Dit gaf aanleiding om de adequaatheid van de Amsterdamse conjunctuurklok te checken: in hoeverre hebben de voor de klok geselecteerde indicatoren de recente conjunctuurveranderingen adequaat gevolgd. Een andere aanleiding om het Amsterdamse klokmodel in 2011 aan te passen is de 1 beschikbaarheid van recente data over het bruto regionaal product (brp) van Amsterdam. Op het moment van het opzetten van de Amsterdamse conjunctuurklok in 2009 waren 2 deze gegevens er nog niet. Ze geven een beter zicht op de ontwikkelingen van de Amsterdamse economie dan de schatting op basis van de landelijke cijfers. Daarnaast heeft het artikel ‘Herziening DNB-conjunctuurinticator’, gepubliceerd in het septembernummer van Economisch Statistisch Berichten, voor de nodige inspiratie 3 gezorgd om ook de Amsterdamse aanpak te herzien. Dit artikel licht de aanpassingen van de conjunctuurindicatoren toe die De Nederlandsche Bank heeft doorgevoerd naar aanleiding van de recente omslag in het conjunctuurbeeld. De Amsterdamse conjunctuurklok is in november 2011 vernieuwd. De keuze voor de indicatoren is nu meer verantwoord. De positie van de indicatoren op de klok wordt berekend volgens dezelfde methode als de landelijke klok van het CBS.
Drie voordelen Adequaat De nieuwe methode gebruikt de brp-waarden specifiek voor Amsterdam om de conjunctuurcycli van de Amsterdamse economie te bepalen (voor de eerste klok werden landelijke cijfers gebruikt). De nieuwe brp-cijfers hebben bovendien sterkere correlatie met de Amsterdamse indicatoren dan de vorige brp-cijfers, waardoor de indicatoren de conjunctuurontwikkelingen adequater weergeven. 1
Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2011, Economische Zaken Amsterdam, Kamer van Koophandel Amsterdam. 2 Hierbij dient opgemerkt te worden dat het CBS een tijdreeks van het Amsterdamse brp publiceert. Deze is echter korter en minder recent dan de gegevens gepubliceerd in de Economische Verkenningen en daardoor minder bruikbaar voor de klok. 3 ESB dd 2 september 2011, Van der Veer, K. en J. de Winter.
9
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Eenduidig De nieuwe klok is gebaseerd op de gestandaardiseerde cycli, wat voor minder ruis en schokkerige bewegingen zorgt. Op de klok liggen indicatoren dichter bij elkaar en bewegen meer als één wolk.
Gevarieerd De nieuwe set indicatoren is gevarieerder en vertegenwoordigt iets meer aspecten van de economie: de AEX-index, banen bij startende bedrijven, arbeidsmarkt, woningmarkt, toerisme, luchtvervoer van passagiers en vracht en havenoverslag.
10
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Nieuwe samenstelling indicatoren
De Amsterdamse klok is geïnspireerd door de landelijke klok van het CBS. De essentie van de conjunctuurklok is het volgen van een set indicatoren die economische 4 ontwikkelingen weergeven. Om de economische ontwikkelingen adequaat en interpreteerbaar te kunnen weergeven moet de set indicatoren voldoen aan een aantal voorwaarden.
Voorwaarden Het belangrijkste is dat indicatoren dezelfde conjunctuuromslagpunten hebben, als het brp in Amsterdam, hetgeen zich uit in een sterke correlatie. De vernieuwde klok is 5 gebaseerd op de businesscycle methode. Dit houdt in dat er wordt gekeken naar de correlatie tussen de trendcycli van het brp en de trendcycli van de beschikbare indicatoren (zie figuur 3 en figuur 4). De set potentiële klokindicatoren is iets uitgebreider dan bij de vorige klok. Voor het berekenen van de correlatiecoëfficiënten is van belang dat de tijdreeksen van indicatoren zo lang mogelijk zijn. De correlatiecoëfficiënten staan in tabel 5 beschreven. Sommige indicatoren lopen gelijk op met de brp-ontwikkelingen. Andere indicatoren hebben dezelfde omslagpunten als het brp, die iets eerder (leading indicatoren) of later (lagging indicatoren) optreden dan de omslagpunten van het brp. Een voorwaarde is dat ze niet te ver vooruit- of achteruit lopen dan het brp. Het CBS gebruikt indicatoren, die niet meer dan twee kwartalen vóór of achter de ontwikkelingen van het brp lopen. Deze marge van twee kwartalen is ook bij de Amsterdamse klok gehanteerd. Voor het evenwicht van de klok is het belangrijk dat er zowel leading, als lagging en gelijklopende indicatoren zijn.
4
Economische ontwikkelingen worden hier voorgesteld door het brp van Amsterdam. Voor het berekenen van de businesscycli (oftewel trendcycli) van het Amsterdamse brp wordt de ChristianoFitzgerald filter toegepast.
5
11
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Figuur 3 Tijdreeks en trendcycle BRP in Amsterdam
brp x € 1 mln. 12.000
cycle 300 250
10.000
8.000
200 150
brp
100 50
6.000
trendcycle brp
0 -50
4.000
-100 -150
2.000
-200 -250
19 9 19 8Q1 98 19 Q3 99 19 Q1 9 20 9Q3 00 20 Q1 0 20 0Q3 01 20 Q1 0 20 1Q3 0 20 2Q1 02 20 Q3 03 20 Q1 0 20 3Q3 04 20 Q1 04 20 Q3 0 20 5Q1 05 20 Q3 06 20 Q1 0 20 6Q3 07 20 Q1 0 20 7Q3 08 20 Q1 0 20 8Q3 0 20 9Q1 09 20 Q3 10 20 Q1 1 20 0Q3 11 Q 1
0
Figuur4 Voorbeeld leading indicator vracht, (trendcycli brp en vracht)
300
60000
250 40000
200 150
20000
100 0
50 0
-20000
-50 -40000
-100 -150
-60000
-200 -80000
19 98 19 Q1 98 19 Q3 99 19 Q1 99 20 Q3 00 20 Q1 00 20 Q3 01 20 Q1 01 20 Q3 02 20 Q1 02 20 Q3 03 20 Q1 03 20 Q3 04 20 Q1 04 20 Q3 05 20 Q1 05 20 Q3 06 20 Q1 06 20 Q3 07 20 Q1 07 20 Q3 08 20 Q1 08 20 Q3 09 20 Q1 09 20 Q3 10 20 Q1 10 20 Q3 11 Q 1
-250
brp
vracht
Selectie klokindicatoren In totaal zijn er 9 indicatoren gekozen die een sterk band (correlatiecoëfficiënt > 0,5) met het Amsterdamse brp vertonen (zie tabel 5, de blauwe indicatoren). Bij de indicator starters is gekozen voor de variant die de werkgelegenheid van de starters weergeeft -
12
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
banen bij startende bedrijven. Deze vertoont een sterker verband met het brp dan bij de variant die het aantal gestarte vestigingen weergeeft. Bij de indicator verkochte woningen is gekozen voor de CBS reeks, omdat deze langer is dan die van O+S en er daardoor een sterker statistisch verband is. Tabel 5 Klokindicatoren en correlatiecoëfficiënten met brp Amsterdam
Indicator
correlatie met BRP Amsterdam
lagging/ leading
periode lagging/ leading
1 aex
0,708
leading
2 kw
2 vracht
0,652
leading
2 kw
3 verkochte woningen CBS
0,566
leading
2 kw
4 passagiers
0,528
leading
2 kw
5 havenoverslag
0,839
loopt gelijk
6 nww6
-0,700
loopt gelijk
7 banen bij startende bedrijven
-0,915
lagging
2 kw
8 bijstand
-0,601
lagging
2 kw
9 hotelovernachtingen
-0,553
lagging
2 kw
starters (vestigingen)
-0,661
lagging
2 kw
verkochte woningen O+S
0,514
leading
2 kw
werkzame personen
< 0,5
werkzame personen zonder wetswijziging
< 0,5
faillissementen (vestigingen)
< 0,5
faillissementen (banen)
< 0,5
opheffingen (vestigingen)
< 0,5
opheffingen (banen)
< 0,5
Vacatures
< 0,5
De samenstelling van de indicatoren in de eerste klok en de veranderingen in 2011 zijn in tabel 6 te zien.
6
Volgens de economische theorie reageert de arbeidsmarkt met enige vertraging op de conjunctuurveranderingen. De indicator niet-werkende werkzoekenden (nww) moet theoretisch gezien dus lagging zijn. De registratie van nww (bron: UWV) beperkt zich echter niet tot alleen werklozen. Ook worden mensen die een inburgeringtraject volgen als niet-werkende werkzoekenden geregistreerd. Deze indicator is sterk afhankelijk van de veranderingen in de regelgeving. Dit kan verklaren waarom nww in Amsterdam niet per se vertraagd reageert op de brp veranderingen.
13
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Tabel 6 Samenstelling indicatoren klok 2009-2011 en klok november 2011 indicatoren klok 2009-2011
14
indicatoren klok november 2011
toelichting
passagiers schiphol
+
vracht schiphol
+
hotelovernachtingen
+
Nww
+
bijstandsuitkeringen
+
starters (vestigingen)
+*
* vervangen door starters (banen)
verkochte woningen o+s
+*
* data O+S vervangen door langere reeks van CBS
Werkgelegenheid
-
opheffingen bedrijven
-
Faillissementen
havenoverslag
toegevoegd in november 2011
aex
toegevoegd in november 2011
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Aanpassingen methode
Naast de indicatorensamenstelling is ook de klokmethode vernieuwd. Het doel van deze aanpassingen is om de beweging van de indicatoren op de klok soepeler te maken, zonder ruis en schokken. Dit moet zorgen voor een helderdere interpretatie. Het belangrijkste verschil met de eerste klok is dat de X en de Y waarden in de nieuwe klok worden berekend op basis van gestandaardiseerde cycli. Het voordeel van deze methode is dat indicatoren met grote verschillen in waarden makkelijker te interpreteren zijn als ze standaard cycli hebben zonder ruis. De methode voor het berekenen van de X waarde blijft verder dezelfde: het verschil met de vorige waarneming (vorige maand). De Y waarde wordt in de nieuwe klok berekend net als bij het CBS door het aftrekken van de standaarddeviatie. Het CBS gebruikt de hele reeks (voor zover beschikbaar) als referentie voor de nieuwe trendontwikkeling. Ook bij de nieuwe Amsterdamse klok wordt de hele reeks als referentie gebruikt (zie figuur 7). Figuur 7 Trendcyclus vracht in de periode 2007-2011 volgens vernieuwde methode Trendcyclus vracht, 2007-2011
Coördinaten trendcyclus op de klok, 2007-2011 boven trend
20.000
4,00
3,00
15.000
2,00
10.000 1,00
5.000
toegenomen
afgenomen 0,00 -1,20
-1,00
-0,80
-0,60
-0,40
-0,20
0,00
0,20
0,40
0,60
0,80
-1,00
0
aug-11
-2,00
-5.000 -3,00
-10.000
-15.000
jan-07
-4,00
-5,00
-6,00
j an -0 mr 7 t -0 me 7 i-0 7 j ul -0 se 7 p -0 no 7 v -0 j an 7 -0 mr 8 t -0 m 8 e i08 j ul -0 se 8 p -0 no 8 v -0 jan 8 -0 m 9 rt 0 m 9 e i09 jul0 se 9 p0 no 9 v -0 jan 9 -1 m 0 rt 1 m 0 e i10 jul1 se 0 p1 no 0 v -1 jan 0 -1 m 1 rt 1 me 1 i- 1 1 jul11
-20.000 -7,00
onder trend
15
1,00
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
16
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
Aandachtspunten voor vervolg
De nieuwe methode hanteert strengere voorwaarden dan de vorige. Dit lijdt tot een aantal aandachtspunten. Een van de belangrijke problemen is de beschikbaarheid van de meerjaarlijkse data op maand- of kwartaalbasis. Het zou bijvoorbeeld wenselijk zijn om de verwachtingen van producenten en consumenten aan de Amsterdamse klok toe te voegen, maar deze 7 gegevens zijn slechts voor enkele jaren beschikbaar. Een ander probleem is de vertraging, waarmee sommige gegevens worden geleverd (hotelovernachtingen, starters). Actuele cijfers zijn essentieel voor een veelzeggend conjunctuurbeeld. Het laatste aandachtspunt is trendbreuken en veranderende definities die de vergelijkbaarheid van de data over meerdere jaren bemoeilijken en tot verkeerde conclusies kunnen leiden.
7
Het CBS en de KvK voeren samen een enquête uit om het vertrouwen van producenten in Nederland in kaart te brengen. Deze gegevens zijn sinds enkele jaren op landelijk en stedelijk niveau beschikbaar. De reeks is te kort om op te nemen in de conjunctuurklok.
17
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek
18