Conferentie Langer Thuis 27 mei 2015
6/3/2015
Opzet workshop
• • • •
Presentatie onderzoeksresultaten Aanbevelingen bespreken Casus onder de deelnemers? Welke oplossing zien jullie?
Verkennend onderzoek
Hoofdvraag: • Welke rol hebben de verschillende betrokken partijen bij het opvangen van de sociale functie voor bewoners in de aanleunwoningen en de wijk?
Onderzoeksopzet: • Literatuuronderzoek • Zeven locaties in beeld door interviews met 16 betrokkenen • Focusgroep met geïnterviewden en deskundigen Resultaat: • Publicatie met aanbevelingen voor het opvangen van de sociale functie
Gratis te downloaden op: www.movisie.nl
Citaat uit interview
“Je neemt bewoners in aanleunwoningen echt iets af wanneer zij geen gebruik meer kunnen maken van de voorzieningen in het verzorgingshuis. Tenminste zo zien zij dat. Je kunt het financiële plaatje aan hen voorleggen, laten zien dat een rendabele exploitatie niet mogelijk is, maar daar hebben ze geen boodschap aan. Heel veel mensen die in een aanleunwoning wonen, zien de recreatiezaal als een tweede huiskamer, waar ze soms hele dagen in doorbrengen. Hun hele sociale leven speelt zich er af.” Medewerker zorgorganisatie
Geïnterviewde locaties
• • • • • • • •
Corel en St. Jurriën (Deventer) De Ganshoek (Lage Zwaluwe) Durghorst (Krommenie) Sint Jozef (Esch) De Maashorst (Megen) De Roef en Nijevelt (de Meern, Utrecht) Erasmusheem (Haren) Woonzorg Nederland (interview over verschillende locaties)
• Situatie verschilt sterk per locatie • • • •
Welke partij is eigenaar van het verzorgingshuis en de aanleunwoningen? Welke voorzieningen zijn in de omgeving aanwezig? Aantal verzorgingshuisplekken en aanleunwoningen Actief betrokkenheid partijen (o.a. actieve inwoners)
Omvang vraagstuk
• 180 verzorgingshuizen sluiten komende jaren (VWS) • 62 aanleunwoningen per huis in ons onderzoek • Plus de (senioren-)woningen in de wijk Als een verzorgingshuis sluit kan dat grofweg tot de volgende eindsituaties leiden: 1. Het verzorgingshuis sluit de deuren voor de bewoners. Het pand wordt gesloten, gesloopt of opengesteld voor andere doelgroepen zoals jongeren. (Hier hebben wij ons op gericht) 2. Het verzorgingshuis wordt ‘getransformeerd’ naar zelfstandige woonruimte voor ouderen en/of naar verpleeghuisplaatsen.
Sociale functie: geborgenheid en veiligheid
De sociale functie was vaak de reden om te verhuizen naar aanleunwoning (behoefte aan geborgenheid en veiligheid). Drie onderdelen: Ontmoeting: • gezamenlijk eten en koffie- en theedrinken • gezamenlijke recreatieve activiteiten zoals: kaarten, biljarten, bewegen en sporten, gezelschapsspellen, schilderen en uitstapjes in de omgeving maken. Zelfredzaamheid: • voorzieningen zoals kapper, pedicure, winkeltje, fysiotherapeut, bibliotheek, wasservice en maaltijdservice. Sociale veiligheid: • receptie of ‘aanspreekpunt’ (bijv. huismeester) • opvolging personenalarmering.
Iedereen vindt de sociale functie van belang, maar wie voelt zich voor welk deel verantwoordelijk? Wie heeft welke verantwoordelijkheid en rol? • Zorgorganisatie • Woningcorporatie • Welzijnsorganisatie • Gemeente • Commerciële aanbieders • Vrijwilligers / actieve burgers • Ouderen (bewoners aanleunwoningen, verzelfstandigde woningen)
Zorgorganisaties
• • • • •
Voelen zich vaak moreel verantwoordelijk Totdat kosten sociale functie in beeld komen… Volgende stap, samenwerking zoeken, niet altijd gezet. Trekken zich vaak terug bij sluiting en sloop. Dragen bij aan sociale functie als: • Aanleunwoningen in bezit zijn (i.v.m. verhuurbaarheid). • Het zichtbaarheid oplevert richting potentiele cliënten (‘investeringskosten’) • Ontmoetingsruimte gefinancierd kan worden m.b.v. verpleeghuisplekken.
• Verwachten grotere rol en (financiële) bijdrage van gemeente
Woningcorporaties
• • • •
Willen wat doen, maar beperkte (financiële) mogelijkheden Terug naar basisfunctie: verhuren van sociale huurwoningen Belang bij verhuurbaarheid (aanleun-)woningen / pand Voelen zich het meest verantwoordelijk voor onderdeel ‘veiligheid’ van de sociale functie (huismeester of aanspreekpunt) • Soms bijdrage aan ‘ontmoeting’ (korting op huurprijs gemeenschappelijke ruimte). • Verwachten grotere rol en (financiële) bijdrage van gemeente en welzijnsorganisatie (Wmo) • ‘Opgescheept’ met vastgoed.
Welzijnsorganisaties
• Spelen momenteel beperkte rol • Opvallend, want doel: zelfstandigheid en participatie bevorderen. Hoe komt dit? • Welzijn stapt niet actief af op de sluitingssituatie (geen prioriteit). • Zorg en woningcorporatie zijn gewend het zelf op te lossen en zoeken geen samenwerking met welzijn (ook: concurrentie zorg en welzijn). • Nieuwe speelveld is wennen en aftasten.
• Belangrijkste rol: bijdragen aan onderdeel ‘ontmoeting’ (zelf organiseren activiteiten of vrijwilligers daarbij ondersteunen).
Gemeente
• Vaak rol op de achtergrond. Laten regie bij zorg en woningcorporatie. • Meer betrokkenheid van gemeenten in kleine kernen (urgentie). • Verzorgingshuizen vormden mini-samenleving, maar gemeente is nu verantwoordelijk voor ouderen in aanleunwoningen (Wmo). Zien zij bewoners van aanleunwoningen als ‘hun’ bewoners?
• Lijkt eigen rol nog aan het verkennen te zijn. • Gemeente wil op efficiënte wijze gebruik maken van beschikbare ruimtes in de wijk (‘inclusief’ accommodatiebeleid). • Gemeente kan sociaal wijkteam opdracht geven ondersteuningsvragen aanleunbewoners te inventariseren.
Vrijwilligers/ actieve burgers
• Weinig aandacht voor vrijwilligers die actief waren in verzorgingshuis. • Vrijwilligers, zelf ouder, verliezen structuur en zinvolle tijdsbesteding. • Wat kunnen vrijwilligers organiseren voor bewoners aanleunwoningen? (Bijvoorbeeld in samenwerking bewonerscommissie aanleunwoningen of welzijn).
• Bij grotere groepen is een coördinator nodig (o.a. continuïteit, achtervang, deskundigheidsbevordering). Wie regelt en betaalt dit?
Vrijwilligers
“Heel veel mensen uit het dorp werkten als vrijwilliger in het verzorgingshuis en bij de aanleunwoningen. Ze kwamen poetsen, koffiedrinken, gingen mee wandelen, ze hielpen met van alles. Dan begrijp je dat er veel mensen boos worden. Ik denk dat er wel tachtig mensen druk met het verzorgingshuis en de aanleunwoningen bezig waren, met van alles. Die zagen hun activiteiten wegvallen. Daar zit een grote pijn.”
Ouderen aanleunwoningen
• • • •
Sluiting leidt tot grote onrust. Bewoners konden vaak gratis meeliften op voorzieningen. Bewoners zijn vaak kwetsbaar en soms ook ‘gehospitaliseerd’. Wat kunnen zij zelf bijdragen? • Actieve rol bij activiteiten (eigen maaltijd koken in groep) • Helpen met inrichten nieuwe gemeenschappelijke ruimte • Betrokken zijn bij inkopen diensten en voorzieningen (incl. betalen eigen bijdrage).
• Wel grenzen aan ‘eigen kracht’.
Commerciële aanbieders
• Veel geïnteresseerde ondernemers die kansen zien • Maar valt er wel geld te verdienen met de sociale functie? • Grootste kansen bij onderdelen ‘zelfstandigheid’ (bijv. boodschappendiensten) en ‘sociale veiligheid’ (bijv. alarmeringsdiensten). • Aanbieders zoeken nog hoe diensten rendabel te maken zijn • Met wie samenwerken? • Hoe bereik je een groot volume? (regionaal of landelijk werken)
Aanbeveling 1
Eigenaar aanleunwoningen: betrek tijdig andere partijen
• Ga eerst met de bewoners in gesprek over de onderdelen van de sociale functie. Welke verwachtingen en wensen? • Wat kan de eigenaar van de woningen bieden? • Wat kunnen andere partijen bieden? • Wat kunnen de bewoners zelf doen en voor eigen rekening nemen? • Welke partijen zouden verder nog betrokken moeten worden?
Aanbeveling 2
Gemeente: pak indien nodig regie
• Vraag de zorgorganisatie en woningcorporatie welke plannen zij hebben om de sociale functie op te vangen. • Grijp in bij onvoldoende initiatief: roep partijen om tafel.
Aanbeveling 3
Gemeente: zet in op accommodatiebeleid • Elke gemeente moet afwegen hoe de ontmoetings-infrastructuur in wijken en dorpen eruit moet zien. • Bij kleine intern gerichte ontmoetingsruimte: eigenaar aanspreken en bewoners eventueel doorverwijzen naar bestaande voorzieningen. • Wanneer ontmoetingsruimte duidelijk een functie heeft voor de wijk: beslissen welke aanvullende (financiële) bijdrage gemeente wil leveren. • Voorkom (gevoelens van) concurrentie door afstemming.
Aanbeveling 4
Bewoners aanleunwoningen: organiseer jezelf
• • • •
Inventariseer de eigen wensen m.b.t. de sociale functie Wat kun je zelf organiseren en inkopen? Wat heb je van anderen nodig? Vraag zo nodig hulp van het welzijnswerk, familie, vrijwilligers en de eigenaar van de woningen.
Aanbeveling 5
Welzijnsorganisatie: erop af
• Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor zelfredzaamheid en participatie van bewoners. Welzijnswerk heeft daarbij uitvoerende taak. • Welzijnsorganisaties moeten actief afstappen op situatie en bekijken op welke manier zij kunnen bijdragen (ook als verbinder).
Aanbeveling 6
Benut de mogelijkheden van de participatiewet
• De drie decentralisaties in het sociale domein bieden kansen op winwin-situaties. • Zo kunnen mensen met een beperking of mensen die re-integreren tegen lagere loonkosten diensten aan ouderen verlenen. St Jurriën (Deventer): De zorgorganisatie werkt hier samen met het buurtbeheerbedrijf Cambio. Mensen die re-integreren helpen onder andere bij het bereiden van maaltijden voor ouderen die samenkomen in de ontmoetingsruimte.
Casus in de zaal?
Is er iemand die te maken heeft met een sluitingssituatie en deze als te bespreken casus in wil brengen? • • • • •
Welke partijen zijn nu betrokken? Waar zijn hobbels? Wie is aan zet? Welke rol heeft de gemeente opgepakt? Lukt het opvangen van de drie onderdelen van de sociale functie?
Welke mogelijke oplossingen zien jullie voor het opvangen van de sociale functie?
Hoe kunnen we voor kwetsbare ouderen, na het wegvallen van het verzorgingshuis, een woonomgeving creëren waarin zij zich geborgen en veilig voelen, zichzelf kunnen redden, en kunnen participeren? • Ontmoeten • Zelfredzaamheid • Sociale veiligheid
Ontmoeting: Gezamenlijk eten kan ook buiten de eigen woning en het voormalige verzorgingshuis. Als er in de omgeving andere mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld ‘eettafels’, kunnen medewerkers van zorg- en welzijnsorganisaties bewoners daar ‘warm’ naartoe leiden. Zelfredzaamheid: Woningcorporaties en zorgorganisaties kunnen, als zij ruimtes in het voormalige verzorgingshuis in bezit hebben, deze tegen een laag tarief verhuren, zodat kleine ondernemers als kappers en fysiotherapeuten er hun diensten kunnen aanbieden. Intrek nemen in een ruimte in het voormalige verzorgingshuis kan voor hen interessant zijn, omdat het zichtbaarheid en nabijheid biedt aan de bewoners, en dat zijn hun potentiële klanten. Sociale veiligheid: Vrijwilligers- en welzijnsorganisaties kunnen ook een belangrijke rol spelen bij het invulling geven aan het aanspreekpunt. Bijvoorbeeld door vrijwilligers te zoeken en ondersteunen die als aanspreekpunt fungeren. Bovendien kunnen sociaal werkers oudere bewoners helpen met het opzetten van een telefooncirkel, waarmee bewoners bij elkaar een oogje in het zeil houden.
Einde